Praktijkgerichte Workshop Handelen bij een overdosis voor medewerkers van de verslavingszorg
Draaiboek voor trainers/workshopleiders
September 2014 Ontwikkeld door het Netwerk Infectieziekten & Harm Reduction Trimbos-instituut, Utrecht
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Inhoudsopgave Achtergrond
3
Doel en voorbereiding
4
Inhoud Programma 1. Welkom 2. Korte introductie: definitie en prevalentie 3. Herkennen: overdosissignalen 4. Helpen: basishulpverlening en Eerste Hulp-handelingen 5. Hulp inroepen: ambulancemelding 6. Afronding en evaluatie Na afloop Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Bijlage 7. Bijlage 8. Bijlage 9.
6 7 8 9 10 13 14 15
Lijst van overdosissignalen Instructie: de HHH-ABCD-methodiek Instructie: kinlift uitvoeren Instructie: reanimeren Instructie: stabiele zijligging Oefenopgave: de HHH-ABCD-methodiek Casussen Dia’s (PowerPointpresentatie) Evaluatieformulier
1
16 17 19 20 22 23 25 26 32
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
2
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Achtergrond Een overdosis vindt plaats op het moment dat iemand een te grote hoeveelheid van een middel gebruikt waardoor vergiftiging ontstaat. Als gevolg hiervan kan iemand ziek worden of hieraan overlijden. Overdosissen kunnen om verschillende redenen voorkomen: het verrast worden door ongebruikelijk zuivere drugs (zoals heroïne), de gebruiker is het middel ontwend of de gebruiker is op een andere plek dan waar hij normaal een dosis tot zich neemt. Binnen de (sociale) verslavingszorg is, naast abstinentie, ook het gecontroleerd gebruik van middelen een mogelijk behandeldoel (harm reduction). Ook bij het gecontroleerd gebruik kunnen overdosissen voorkomen en zijn medewerkers niet altijd op de hoogte van hoe in zo’n crisissituatie gereageerd moet worden om de schade te beperken. Medewerkers krijgen doorgaans cursussen aangeboden waarin aandacht wordt besteed aan de gevolgen van het drugsgebruik en het voorkomen van of handelen bij een mogelijke overdosis. Deze korte praktijkgerichte workshop is ontwikkeld als aanvulling op bestaande cursussen en dient, naast opfrissing van de bestaande kennis als mogelijkheid om de geleerde vaardigheden te oefenen en verder te ontwikkelen. Deze Praktijkgerichte Workshop Handelen bij een overdosis maakt onderdeel uit van een serie trainingsmodules, vrij en kosteloos beschikbaar via www.netwerkihr.nl: Klinische lessen: Opsporing & behandeling HCV COPD Voeding & Vitamines Duur: 60 minuten Gericht op kennisontwikkeling
Praktijkgerichte workshops: Handelen bij een overdosis Uitvragen van risicogedrag Testcounseling infectieziekten Duur: 90 minuten Gericht op vaardigheidstraining
De trainingsmodules zijn zo opgesteld dat ze, met de nodige voorbereiding, door medewerkers in de verslavingszorg zelf uitgevoerd kunnen worden. De modules kunnen los van elkaar, maar ook in een serie, gegeven worden. Door de korte duur kan gemakkelijk aangesloten worden bij bestaande contactmomenten en overlegstructuren, zoals teamvergaderingen, intercollegiale toetsing, intervisies en interne studiedagen. Op die manier kan met minimale inspanning geïnvesteerd worden in de deskundigheidsbevordering van medewerkers. De GGZ Ecademy heeft verschillende geaccrediteerde e-learning modules voor medewerkers in de verslavingszorg (als onderdeel van de GGZ) beschikbaar: Infectieziekten in de GGZ Somatiek Somatiek en Verslaving De e-learning Infectieziekten in de GGZ is mede door het Netwerk I&HR ontwikkeld en kan dienen als vervanging van het dagdeel over infectieziekten in de Basiscursus Verslavingszorg. Meer informatie op www.ggzecademy.nl.
3
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Doel en voorbereiding Doel van de workshop Na afloop van de workshop: Kunnen de deelnemers signalen van een overdosis – van diverse middelen – herkennen. Zijn de deelnemers op de hoogte van de basishulpverlening en Eerste Hulp-handelingen. Kunnen de deelnemers adequaat reageren op een overdosis en een ambulancemelding doen. Doelgroep Deze praktijkgerichte workshop is bedoeld voor verpleegkundigen en andere hulpverleners zoals SPV'ers, groepswerkers en ervaringsdeskundigen werkzaam in de (sociale) verslavingszorg. De workshop is ook bedoeld voor medewerkers binnen de sociale verslavingszorg die geen direct cliëntcontact hebben maar wel aanwezig kunnen zijn wanneer er een overdosis plaatsvindt, zoals beveiligingspersoneel. Voorwaarde is dat de deelnemers theoretische kennis over overdosissen hebben. Idealiter bestaat de groep uit minimaal 6 en maximaal 12 deelnemers. De oefeningen worden in groepen van drie personen uitgevoerd. Profiel trainer / workshopleider De workshop kan gegeven worden door o.a. aandachtsfunctionarissen infectieziekten, verpleegkundigen, artsen, docenten en nurse practitioners. De trainer heeft kennis van overdosissen, met name over de signalen en hoe te handelen bij een overdosis. De trainer kan deze kennis tijdens (een) voorgaande cursus(sen), zoals de Eerste Hulp Bij Drank- en Drugsincidenten of een vergelijkbare cursus, hebben opgedaan. De trainer creëert een veilige omgeving door een open houding aan te nemen ten aanzien van middelengebruik van cliënten (niet veroordelend). De trainer nodigt deelnemers uit om hun mening te delen en met elkaar in gesprek te gaan. De trainer past de werkvorm aan als de situatie daar om vraagt. Voorbereiding Handreikingen voor een goede voorbereiding: Breng jezelf op de hoogte van de afspraken die gelden in je organisatie omtrent het signaleren van en handelen bij overdosissen. Zorg dat je inhoudelijk goed voorbereid bent. Stuur tijdig een uitnodiging rond voor deze workshop. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent om de presentatie klaar te zetten en te checken of alles aanwezig is en functioneert (doen de stiften het goed etc.). Indien mogelijk: reserveer extra ruimtes, zalen of kamers zodat groepen in een stille omgeving de oefeningen kunnen uitvoeren. Hang drie flappen op (voor de oefening in onderdeel 3). Huiswerkopdracht: Stuur bijlage 2 t/m 5 vooraf aan de deelnemers toe met de opdracht deze voor de workshop door te nemen, zodat dit in de cursus geoefend kan worden. Geef aan of
4
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
deelnemers zelf een print van deze bijlagen mee moeten nemen of dat je zelf de prints maakt en voor elke deelnemer meeneemt. Benodigde materialen Een ruimte die groot genoeg is om eventueel met subgroepen te werken of meerdere ruimtes Laptop en beamer Flip-over of whiteboard met stiften Post-its Een doos, bak of schaal om post-its in te verzamelen Indien mogelijk een aantal beademingsmaskers of –doekjes voor het rollenspel (casus 2) Bijlage 1 (en eventueel ook bijlage 2 t/m 5) voor elke deelnemer Bijlage 6 en 7 per groep Evaluatieformulieren (bijlage 9) Tips voor tijdens de praktijkgerichte workshop Neem je tijd om de deelnemers te verwelkomen. Zorg dat je introductie duidelijk is, de eerste minuten zijn erg belangrijk om gerichte aandacht van de deelnemers te krijgen. Richt je tot de hele groep. Geef alleen relevante informatie. Wijd niet te veel uit. Zorg dat je aan het eind voldoende tijd over houdt voor een laatste vragenrondje. Sluit af met een korte samenvatting van de belangrijkste punten en met informatie over waar mensen terecht kunnen als ze later nog vragen hebben. De dia’s van de PowerPointpresentatie zijn te vinden in bijlage 8.
5
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Inhoud Programma 1. 2 3. 4. 5. 6.
Welkom Korte introductie: definitie en prevalentie Herkennen: overdosissignalen Helpen: basishulpverlening en Eerste Hulp-handelingen Hulp inroepen: ambulancemelding Afronding en evaluatie Totale tijdsduur
6
10 min 5 min 15 min 45 min 5 min 10 min 90 min
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
1. Welkom
10 min (00.00 tot 00.10)
[slide 1] Heet alle deelnemers welkom en stel jezelf voor. Heb je een specifieke relatie met overdosispreventie en levensreddend handelen of heb je zelf wel eens moeten ingrijpen bij een overdosis, geef dit dan aan. Huishoudelijke mededelingen De workshop duurt ongeveer 1,5 uur (geen pauze) Vraag iedereen de telefoon uit of op stil te zetten (indien nodig) [slide 2] Geef een korte omschrijving van het programma en wat de aanleiding/relevantie is voor de deelnemers. Vraag vervolgens aan de deelnemers om zich kort voor te stellen en daarbij aan te geven wat hun bemoeienis is met levensreddend handelen. Omdat ter voorbereiding een aantal bijlagen is meegestuurd, is het raadzaam te vragen wie de bijlagen heeft doorgenomen. Pas de mate waarin je het theoretische gedeelte bespreekt aan op de reacties van de deelnemers. Verwachtingen Voordat je ingaat op de inhoud van de praktijkgerichte workshop, vraag de deelnemers naar hun verwachtingen. Welke handvatten hopen zij te krijgen in deze workshop? Schrijf in steekwoorden mee op een flip-over of whiteboard. Probeer de workshop waar mogelijk op de verwachtingen te laten aansluiten. Bij vragen of verwachtingen waarvan je direct weet dat die niet behandeld gaan worden, geef je dat meteen aan. Het is aan te raden daarbij tips te geven hoe de deelnemer wel antwoord op deze vraag kan krijgen (of vraag de deelnemer aan het eind van de workshop bij je langs te lopen om samen te bekijken hoe het antwoord op de vraag gevonden kan worden). Aan het eind van de praktijkgerichte workshop kom je terug op de verwachtingen die zijn genoemd, om te kijken of ze voldoende aan bod zijn gekomen.
7
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
2. Korte introductie: definitie en prevalentie
5 min (00.10 tot 00.15)
[slide 3] Definitie Het gaat in deze workshop over handelen bij een overdosis. Wat wordt verstaan onder een overdosis? Inname van een te grote hoeveelheid van een chemische substantie (drugs of alcohol) Vergiftiging van het lichaam Ernstige ziekte of de dood als mogelijke gevolgen Prevalentie Hoe vaak komen fatale overdosissen in Nederland voor? De meest recente cijfers over het aantal fatale overdosissen komen uit 2011. In dat jaar overleden 103 drugsgebruikers als gevolg van een overdosis.1 Hiervan was 1 op de 3 primair aan het gebruik van opiaten toe te schrijven (33 drugsgebruikers). HHH-methodiek in deze workshop In de basishulpverlening bij overdosissen wordt gebruik gemaakt van de HHH-methodiek. Dit staat voor Herkennen, Helpen en Hulp inroepen. Deze methodiek gebruiken we ook als leidraad in deze workshop. Eerst gaan we dus leren Herkennen, vervolgens gaan we Helpen en tot slot wordt uitgelegd hoe en wanneer Hulp kan worden ingeschakeld.
1
NDM, 2012 8
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
3. Herkennen: overdosissignalen
15 min (00.15 tot 00.30)
[slide 4] Een overdosis kan gepaard gaan met verschillende tegelijk voorkomende signalen. Welke signalen of lichamelijke reacties iemand bij een overdosis vertoont heeft te maken met het middel dat gebruikt is, of er verschillende middelen gebruikt zijn en de gevoeligheid van de gebruiker voor dit middel/deze middelen. In dit onderdeel gaan we eerst na wat signalen zijn om een overdosis te herkennen. Oefening Laat de deelnemers een aantal signalen van overdosissen bedenken. Vraag de deelnemers elk signaal op een aparte post-it op te schrijven en de post-it op te vouwen. Schrijf in de tussentijd op flap 1 Uppers, op flap 2 Downers en op flap 3 Trippers op. Verzamel alle post-its in een doos, bak of schaal en schud de post-its door elkaar. Laat de deelnemers één voor één een post-it pakken en het signaal hardop voorlezen. Stel daarna de vraag “is dit volgens jou een signaal van overdosering?”. Beantwoord eventueel gezamenlijk de vraag. Vraag bij een positief antwoord vervolgens “op welke flap hoort dit signaal thuis?”. Plak de post-it op de juiste flap (NB: signaal braken hoort als enige op meerdere flappen thuis. Geef dat aan en schrijf het er zelf bij met een stift op de tweede flap). Deelnemers krijgen op deze manier signalen te lezen die zij zelf waarschijnlijk niet opgeschreven hebben en moeten dus nadenken of zij dit als een overdosissignaal herkennen. Vul de flappen tenslotte aan met de signalen die niet genoemd zijn of bespreek ze na het uitdelen van bijlage 1.
Deel bijlage 1 (en eventueel 2 t/m 5) uit en verwijs naar bijlage 1 waarin de signalen in tabellen opgenomen zijn.
9
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
4. Helpen: basishulpverlening en Eerste Hulp-handelingen 45 min (00.30 tot 01.15) Na deze oefening over signalen gaan we ons vooral richten op de praktische vaardigheden die nodig zijn in het geval iemand een overdosis genomen heeft. Dit is de basishulpverlening. Na de basishulpverlening volgen de Eerste Hulp-handelingen. [slide 5] 4a. Basishulpverlening 20 min (00.30 tot 00.50) Hulpverlening begint altijd met het aanspreken van het slachtoffer om de adequaatheid van reacties te kunnen toetsen. Wanneer de omgeving van het slachtoffer veilig genoeg is, wordt het slachtoffer aangesproken om te kijken of hij een (non) verbale reactie vertoont en dus bij bewustzijn is. Daarna wordt de ABCD-methodiek ingezet. Wie heeft de HHH-ABCD-methodiek bestudeerd en zou dit kort willen uitleggen? Geef als trainer aan als iets klopt en corrigeer onjuiste informatie. Indien nodig bespreek je met de deelnemers de kennis over de A-B-C-D-methodiek zoals hieronder beschreven. Zo niet, dan kun je direct doorgaan met het uitleggen van de oefening die erop volgt. A-B-C-D Als je vermoedt dat een gebruiker een overdosis genomen heeft, dan is de eerste stap het bepalen hoe ernstig de situatie is. Dat doe je door de vitale functies te controleren met de ABCD-methodiek. Indien niet voldoende aanspreekbaar, controleer je achtereenvolgens vier dingen: Airway Luchtweg controleren Breathing Ademhaling controleren Circulation Hart en vaten controleren (pols/halsslagader voelen) Disabilities Bewustzijn controleren Dit is te onthouden als A-B-C-D. Bij het doorlopen van iedere letter wordt de HHH-methodiek toegepast. HHH staat voor HERKENNEN, vervolgens te HELPEN en HULP IN TE ROEPEN. De gedachte hierbij is ‘treat first what kills you first’. Dat betekent dat iemand in het geval van een luchtwegobstructie en een forse bloeding eerst aan de luchtwegobstructie geholpen dient te worden, aangezien het slachtoffer eerder zal overlijden aan de luchtwegobstructie. Dit beeld is zwart-wit geschetst, maar het doel is om te werken volgens prioriteiten.
10
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
[slide 6] HHH-ABCD-Oefening In de volgende oefening wordt de kennis van deelnemers getest over de inhoud van de HHH-ABCDmethodiek en welke stappen er ondernomen dienen te worden. In bijlage 6 is de HHH-ABCDmethodiek opgenomen zoals in bijlage 2, maar nu met lege velden. Belangrijke begrippen en stappen zijn weggelaten en dienen door de deelnemers correct ingevuld te worden. Deel bijlage 6 uit en vraag deelnemers om bijlage 2 even weg te leggen. Vraag de deelnemers om in groepen van 3 personen de lege velden in te vullen. Sommige antwoorden kunnen al plenair besproken zijn, waardoor invullen gemakkelijker is. Na afloop kunnen de deelnemers bijlage 2 er weer bij pakken om de antwoorden te controleren. Bespreek kort hoe de oefening verliep. [slide 7] 4b. Eerste Hulp-handelingen 25 min (00.50 tot 01.15) In de ABCD-methodiek komen drie Eerste Hulp-handelingen aan bod die noodzakelijk zijn om, zoals de naam al zegt, Eerste Hulp te bieden. De drie handelingen die nodig kunnen zijn in een (levens-) bedreigende situatie door een overdosis zijn: Kinlift (zie bijlage 3) Reanimatie, inclusief mond-op-mondbeademing (zie bijlage 4) Stabiele zijligging (zie bijlage 5) Oefening: Rollenspel De volgende oefening is een rollenspel. Voor deze oefening kunnen dezelfde groepen die eerder geformeerd zijn gebruikt worden. Er zijn drie rollen in deze oefening: slachtoffer, hulpverlener en beoordelaar. In drie rondes zijn de drie deelnemers allen één keer slachtoffer, één keer hulpverlener en één keer beoordelaar. In deze oefening is de uitvoer van de slachtofferrol vastgelegd; zij krijgen door de trainer een casus voorgelegd (zie de casussen in bijlage 7). In deze casussen staan korte slachtofferrollen beschreven die zij moeten uitvoeren: welk(e) middel(en) gebruikt is/zijn; welke reactie vertoond wordt; en de hulpvraag van het slachtoffer. De hulpvraag moet niet uitgesproken worden, zodat de hulpverlener zelf door goede observatie moet bedenken welke handeling hij moet verrichten. Door de drie verschillende deelnemers in een groep de drie verschillende casussen te geven, komen de situaties met downers, uppers en trippers allen één keer aan bod.
Deel bijlage 7 uit en vraag de deelnemers de casussen doornemen. Geef hen de opdracht bij elke casus – er zijn 3 casussen – een andere rol aan te nemen. Laat hen oefenen met deze rollen. Na afloop kan er plenair geëvalueerd worden.
11
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Handreiking voor de workshopleider Neem 5 minuten voor de instructie, 15 minuten voor de rollenspellen en 5 minuten voor de evaluatie. Leg goed uit wat de bedoeling is en vraag na of men het begrijpt. Geef de slachtoffers voldoende tijd om zich in te leven in de rol/de rol voor te bereiden. Vraag, indien mogelijk, of sommigen in een andere ruimte willen oefenen. Dit kan voor minder afleiding zorgen. In deze praktijkgerichte workshops staat oefenen centraal. Door verschillende rollen aan te nemen kan iedereen de rol van hulpverlener uitoefenen, maar kan er ook op afstand naar de situatie gekeken worden (als beoordelaar) of kan men de rol van slachtoffer ervaren. Het is niet essentieel om elke beurt van elke groep te zien. [slide 8] Na afloop van de rollenspellen nog enkele tips voor de hulpverlener: Zorg altijd voor eigen veiligheid en die van het slachtoffer Neem een correcte, neutrale en deskundige houding aan Zorg voor rust en ruimte in de omgeving van het slachtoffer om goed te werken Wakker houden en verstikking voorkomen (bij downers) hebben prioriteit Soms zijn vocht- en eetadviezen nodig (o.a. lichte vloeibare voedingstoffen bij bloedsuikertekort door uppers; geen voeding bij te suffe slachtoffers i.v.m. verslikken) Let op met water, suiker en zout: Niet te veel, niet te weinig Zorg voor afkoeling bij oververhitting of verwarming bij onderkoeling Wees voorzichtig met het verstrekken van pijnstillers, omdat deze onderliggende klachten kunnen verdoezelen
12
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
5. Hulp inroepen: ambulancemelding
5 min (00.15 tot 00.20)
[slide 9] Het laatste onderdeel is de adequate ambulancemelding. Een ambulancemelding doe je altijd als het slachtoffer (een) complicatie(s) heeft die in de ABCD-methodiek behandeld worden. In de melding is het belangrijk te benoemen welke complicatie het slachtoffer heeft. Als voorbeeld: allereerst controleer je altijd de luchtweg (A). Heeft het slachtoffer geen complicaties met de luchtweg, dan hoef je nog geen ambulancemelding te doen, maar ga je naar (B): het controleren van de ademhaling. Heeft het slachtoffer wel complicaties met de ademhaling, dan volg je de stappen in (B) die uiteindelijk leiden tot een ambulancemelding. Een adequate ambulancemelding doe je als volgt: Bel 112 (op het voorgeschreven moment in de ABCD-methodiek): Meld drugsincident/overdosis Geef aan om welke complicatie het gaat Indien bekend, geef door welk(e) middel(en) gebruikt is Geef door of het om een man of vrouw gaat Geef het adres en de omgevingskenmerken door Geef je naam en telefoonnummer en blijf bereikbaar Wanneer de ambulance arriveert, leid deze dan naar het slachtoffer.
13
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
6. Afronding en evaluatie
10 min (01.20 tot 01.30)
[slide 10] Vragen en opmerkingen We naderen het einde van de workshop. Kom terug op de verwachtingen/vragen die aan het begin van de bijeenkomst opgeschreven zijn en evalueer of alle punten voldoende aan bod zijn gekomen. Wanneer dat niet het geval is, bespreek met de deelnemers van wie de verwachting niet is vervuld hoe zij aan de nodige informatie kunnen komen (bekijk ook welke rol jij daar als trainer in kunt vervullen). Geef deelnemers voldoende ruimte om vragen te stellen voordat je afrondt. Neem alle vragen serieus. Geef niet direct antwoord, maar probeer eerst deelnemers te stimuleren om elkaars vragen te beantwoorden. Weet niemand het antwoord, dan kun je altijd nog zelf het antwoord geven. Zijn er vragen die je zelf niet kunt beantwoorden: bied aan om later op de vraag terug te komen (bv. per e-mail) of geef aan waar deelnemers het antwoord op de vraag kunnen vinden. Is de tijd om en zijn er nog vragen: laat de mogelijkheid open dat deelnemers je na afloop van de workshop (evt. per e-mail) kunnen benaderen of geef aan waar deelnemers antwoorden op overige vragen kunnen vinden. [slide 11] Afsluiting Bedank alle deelnemers voor de aandacht en de deelname. Sluit af met de volgende take-home messages: Overdosissen komen ook in de (sociale) verslavingszorg voor Het herkennen van de signalen is essentieel Bij een overdosis: zet de HHH-ABCD-methodiek in Doe een adequate ambulancemelding Vraag de deelnemers het evaluatieformulier in te vullen.
14
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Na afloop Begin pas met opruimen als iedereen weg is, zodat deelnemers je gemakkelijk kunnen benaderen met vragen of opmerkingen. Zorg dat je de ruimte netjes achterlaat. Verzamel de evaluaties en zorg dat deze bij de juiste persoon terecht komen. Stuur kopieën van de evaluaties naar Anouk de Gee, Netwerk I&HR Trimbos-instituut Antwoordnummer 2705 3500 AS Utrecht Indien nodig: bespreek dingen die niet goed zijn gegaan in de organisatie van de workshop met degenen die daar een verantwoordelijkheid in hebben (opleidingsfunctionaris, teamleider, manager, etc.). Ook wanneer het allemaal goed verlopen is, is het aan te bevelen om een positieve terugkoppeling hierover te sturen. Indien aanpassingen aan het draaiboek nodig zijn, neem dan contact op met de coördinatoren van het Netwerk Infectieziekten & Harm Reduction: Anouk de Gee,
[email protected] of Agnes van der Poel,
[email protected].
15
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 1. Lijst van overdosissignalen NB: Bij een overdosis gaat het vaak om een combinatie van de hieronder genoemde signalen.
Downers: verdovend, slaapopwekkend, hartslag verlagend, bewustzijn vernauwend, bloeddrukverlagend (alcohol, GHB, slaappillen, heroïne): - slaperig/ernstig kalmerend - bleek zien - onvermogen om pijn te voelen - vergiftiging waarbij het lichaam het gif uitbraakt - te slappe spieren - dubbele tong - verminderde pupilreactie - vertraagde reflexen/reacties - sterk verlaagd bewustzijn - coma - onderdrukte ademhaling (rochelend/reutelend geluid) - soms schuim op de mond - epileptische aanval
Uppers: hartslag verhogend, bloeddruk verhogen, bewustzijn verruimend (speed, cocaïne, amfetaminen, XTC/MDMA): - grote pupillen - over alert - extreem druk - prikkelbaar - rusteloos - opgewonden - opwindingstoestand - agressie - paranoia - extreem strakke spieren / spierpijn - spierkrampen (ook spieren rond het hart en de hersens) - heftig transpireren - “praatziek” - verhit met wijde pupillen - braken - insult
Trippers (paddo’s, LSD, ketamine): - niet meer aanspreekbaar - op dronkenschap gelijkende symptomen - misselijkheid - ernstige desoriëntatie - sufheid - diepe bewusteloosheid
16
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 2. Instructie: de HHH-ABCD-methodiek De ABCD-methodiek gebruikt een ezelsbrug voor de volgorde waarin je de toestand van het slachtoffer vaststelt:
Airway Breathing Circulation Disabilities
Luchtweg controleren Ademhaling controleren Hart en vaten (pols/halsslagader voelen) Bewustzijn controleren
Bij het doorlopen van iedere letter wordt de HHH-methodiek toegepast. HHH staat voor HERKENNEN, vervolgens te HELPEN en HULP IN TE ROEPEN. De gedachte hierbij is ‘treat first what kills you first’. Dat betekent dat iemand in het geval van een luchtwegobstructie en een forse bloeding eerst aan de luchtwegobstructie geholpen dient te worden, aangezien het slachtoffer eerder zal overlijden aan de luchtwegobstructie. Dit beeld is zwart-wit geschetst, maar het doel is om te werken volgens prioriteiten. A: Luchtweg controleren Herkennen LUISTER of het slachtoffer praat. LUISTER naar geluiden die wijzen op een belemmerde luchtweg (snurken, rochelen). KIJK in de mond of er een tongobstructie is en of er zich braaksel of andere belemmerende materialen in de mond bevinden. Helpen Luchtwegobstructie? Voer de kinlift uit (zie bijlage 3). Reinig de mond. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat er een probleem is met de luchtweg. B: Ademhaling controleren Herkennen Kijk naar de gelaatskleur en of er ademhaling plaatsvindt. Een bleke gelaatskleur duidt op een verminderde ademhaling. Helpen Vindt er geen ademhaling plaats? Reanimeren is noodzakelijk (zie bijlage 4). Hulp inroepen Vraag omstanders om 112 te bellen voor een ambulance en meld dat het om een reanimatie gaat. Ben je alleen, bel dan 112 voordat je start met de reanimatie.
17
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
C: Circulatie (hart en bloedvaten) controleren Herkennen Observeren symptomen van hartinfarct: pijn/hevig drukkend gevoel op de borst, mogelijk uitstralend. Observeer symptomen van hersenbloeding: scheef gelaat (afhangende mondhoek), verminderd vermogen arm te gebruiken, veranderde spraak (persoon klinkt dronken). Helpen Slachtoffer zoveel mogelijk ondersteunen totdat hulp arriveert. Bij vermoeden hersenbloeding: probeer te achterhalen wanneer de symptomen zijn ontstaan. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat het om een mogelijk hartinfarct, hersenbloeding of hartkloppingen gaat. D: Vaststellen bewustzijn Herkennen Aanspreken en aanschudden. Ga na of het slachtoffer tekenen van bewustzijn vertoont (verbale reactie, kreunen, angstig rondkijken, opent de ogen, etc.). Helpen Bewusteloos? Pas de stabiele zijligging toe (zie bijlage 5). Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat het om bewusteloosheid gaat.
18
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 3. Instructie: kinlift uitvoeren
De hand die aan de hoofdzijde van het slachtoffer is wordt op het voorhoofd geplaatst. Van de hand die aan de voetzijde van het slachtoffer is worden de wijsvinger op het bot van de onderkaak en de middelvinger onder het bot van de onderkaak gelegd. De middelvinger van deze hand wordt licht onder de onderkaak gedrukt; niet de wijsvinger, omdat de mond dan wordt dichtgedrukt. De middelvinger gaat vervolgens recht omhoog - de kaak wordt als het ware omhoog getrokken. Het hoofd wordt licht naar achteren gekanteld (niet bij mogelijk wervelletsel!).
`
19
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 4. Instructie: reanimeren Belangrijke informatie Niet iedereen wil gereanimeerd worden. Met een niet-reanimerenpenning maakt iemand deze wens kenbaar. De penning wordt aan een ketting om de hals gedragen. Controleer daarom goed of het slachtoffer een penning draagt voordat met eventuele reanimatie wordt gestart. Vraag om een AED of haal zelf een AED (indien beschikbaar). Een AED is een apparaat dat een elektrische schok toedient, waardoor het hartritme kan herstellen. 0. Voordat je gaat reanimeren Maak strak zittende kleding los. Verwijder indien nodig de gebitsprothese. Leg het slachtoffer op de rug. 1. Start direct met 30 borstcompressies Zet uw handen midden op de borstkas. Duw het borstbeen 5 à 6 cm in. Doe dit 30 keer in een tempo van tenminste 100 keer per minuut (maximaal 120 per minuut = 2 per seconde). Duw niet met de vingers op de ribben, om te voorkomen dat er ribben breken. 2. Beadem 2 keer (mond-op-mond beademing) Doe de kinlift (zie bijlage 3). Van de hand die op het voorhoofd ligt gebruik je duim en wijsvinger voor het dicht knijpen van de neus van het slachtoffer. Adem normaal in en sluit je mond goed om de mond van het slachtoffer. Gebruik bij voorkeur een beademingsmasker of –doekje om wederzijdse besmetting zo goed mogelijk te voorkomen. Blaas gedurende 1 seconde gelijkmatig lucht in de longen van het slachtoffer. Kijk tijdens het inblazen of de borstkas iets omhoog komt. Haal je hoofd omhoog, houd de handen op dezelfde plek en kijk of de borstkas weer zakt. Herhaal de laatste twee stappen. 3. Ga door met reanimatie 30 borstcompressies afwisselen met 2 beademingen (30:2). Als er een 2e hulpverlener is: wissel elke 2 minuten. Onderbreek de reanimatie altijd zo kort mogelijk. Als er geen AED is ga dan door met reanimeren, totdat de ambulancezorgverleners zeggen dat u mag stoppen.
20
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
4. Als de AED er is Onderbreek de borstcompressies zo kort mogelijk. Ontbloot de borstkas. Zet de AED aan. Doe altijd wat de AED zegt. Bevestig de elektroden. Volg de opdrachten van de AED op, totdat de ambulancezorgverleners zeggen dat u mag stoppen.
Achtergrondinformatie Via de website van de Hartstichting is het mogelijk een reanimatie-poster te downloaden en/of te bestellen. De poster kan opgehangen worden zodat hulpverleners in geval van een reanimatie terug kunnen vinden welke stappen zij moeten ondernemen. Download of bestel de poster via de volgende link: http://webshop.hartstichting.nl/Producten/Producten.aspx?CatID=104
21
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 5. Instructie: stabiele zijligging Verwijder zo nodig de bril van het slachtoffer Kniel naast het slachtoffer en zorg ervoor dat beide benen gestrekt zijn Stap 1 Pak de arm van het slachtoffer die het dichtst bij je ligt en leg deze in een rechte hoek ten opzichte van zijn lichaam, bij voorkeur met de handpalm naar boven Stap 2
Breng de arm die het verst van je verwijderd is over de borst en houd de handrug tegen de wang aan de kant van waar je zit. Stap 3 Pak met je andere hand het been dat het verst van je verwijderd is net boven de knie en trek het op terwijl de voet op de grond blijft rusten Draai het slachtoffer naar je toe door zijn gebogen knie naar je toe te bewegen, terwijl je de hand van het slachtoffer tegen de wang houdt Draai zover door dat de gebogen elleboog de grond raakt: dit is de stabiele zijligging. Forceer niet, omdat deze beweging bij sommige slachtoffers niet lukt Stap 4 Leg het gebogen been zo dat zowel de heup als de knie een rechte hoek vormen Kantel het hoofd voorzichtig naar achteren om de luchtweg open te houden Leg zo nodig de hand beter onder de wang om te zorgen dat de luchtweg vrij blijft Bel of laat 112 bellen Controleer tenminste elke minuut de ademhaling door te kijken, luisteren en te voelen Een bewusteloze zwangere vrouw wordt bij voorkeur op haar linker zijde gedraaid, om de bloedcirculatie naar de placenta zo optimaal mogelijk te houden.
s stap 1
stap 2
stap 3
22
stap 4
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 6. Oefenopgave: de HHH-ABCD-methodiek Vul de onderstaande, lege velden in.
[A…….……] [B…….……] [C………….] [D………….]
[vertaling in het Nederlands: ………………….] [vertaling in het Nederlands: ………………….] [vertaling in het Nederlands: ………………....] [vertaling in het Nederlands: ………………….]
Bij het doorlopen van iedere letter wordt de HHH-methodiek toegepast. HHH staat voor HERKENNEN, vervolgens te HELPEN en HULP IN TE ROEPEN. A: [………………….….] controleren Herkennen LUISTER of het slachtoffer praat. LUISTER naar geluiden die wijzen op een [………………………….…] (snurken, rochelen) KIJK in de mond of er een [..………………………] is en of er zich braaksel of andere [……..…………………] in de mond bevinden. Helpen Luchtwegobstructie? Voer de ……….…….. uit] Reinig de mond. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat er een probleem is met [………..……..]. B: […………………..] controleren Herkennen Kijk naar de [………………..] en of er ademhaling plaatsvindt. Helpen Vindt er geen ademhaling plaats? […….…………] is noodzakelijk. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat het om [………………..] gaat. C: […………….……..] controleren: Herkennen Observeer symptomen van een [……………….…]: pijn/hevig drukkend gevoel op de borst, mogelijk uitstralend. Observeer symptomen van een [………………….]: scheef gelaat (afhangende mondhoek), verminderd vermogen arm te gebruiken, veranderde spraak (persoon klinkt dronken).
23
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Helpen Slachtoffer zoveel mogelijk ondersteunen totdat hulp arriveert. Bij vermoeden [……………….]: probeer te achterhalen wanneer de symptomen zijn ontstaan. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat het om een mogelijk [……………….], [……….………..] of hartkloppingen gaat. D: Vaststellen [……………..…….]: Herkennen Aanspreken en [……………..….…]. Ga na of het slachtoffer tekenen van [……….…….….] vertoont. Helpen Bewusteloos? Pas de [………………….…………] toe. Hulp inroepen Bel 112 voor een ambulance en meld dat het om […………………………..] gaat.
24
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 7. Casussen Print deze pagina voor elke groep uit en knip de casussen. Geef elke deelnemer in een groep één van onderstaande casussen, zodat ze allen verschillende rollen krijgen toebedeeld. Laat bij een groep van 4 deelnemers 2 deelnemers een casus delen. Laat hen zelf bepalen wie in welke ronde slachtoffer, hulpverlener en beoordelaar speelt.
Casus 1. Slachtoffer heeft na jarenlang niet gebruikt te hebben, wederom heroïne geprobeerd. Hij heeft dezelfde dosis als vroeger genomen, wat hem nu bijna fataal is geweest. Als gevolg van deze dosis heroïne ziet hij bleek, is hij slaperig en heeft hij een verlaagd bewustzijn. Zijn ademhaling is onderdrukt en hij moet ook braken. Na het braken krijgt hij een epileptische aanval en komt hij uiteindelijk op zijn rug terecht. Zijn tong blokkeert de luchtweg. De kinlift is noodzakelijk zodat de luchtweg weer vrij is om te ademen. Als deze goed is uitgevoerd komt het slachtoffer langzaam bij. Daarna wordt de mond gereinigd.
Casus 2. Slachtoffer heeft teveel cocaïne gebruikt waardoor hij erg druk, rusteloos en zelfs agressief wordt. Hij loopt heen en weer, heeft grote pupillen en wordt op een gegeven moment misselijk. Hij gaat op een stoel zitten en moet braken. Hij heeft hevige hersenkrampen en als gevolg daarvan vindt er geen ademhaling meer plaats. Reanimatie door hulpverlener is essentieel.
Casus 3. Slachtoffer heeft ketamine gebruikt en is daardoor niet meer aanspreekbaar. Hij vertoont sufheid, wordt misselijk, gaat braken en komt in een diepe bewusteloosheid terecht. Na het toepassen van de ABCD-methodiek blijkt dat het slachtoffer enkel in de stabiele zijligging gelegd moet worden, waarna een ambulancemelding wordt gedaan.
25
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 8. Dia’s (PowerPointpresentatie)
Dia 1
Dia 2
26
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Dia 3
Dia 4
27
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Dia 5
Dia 6
28
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Dia 7
Dia 8
29
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Dia 9
Dia 10
30
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Dia 11
31
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis
Bijlage 9. Evaluatieformulier
Praktijkgerichte workshop: Handelen bij een overdosis Hoe waardeert u (0=slecht – 10=uitstekend):
0-10
1. De relevantie van dit onderwerp voor uw dagelijkse praktijk? a) De oefening overdosissignalen herkennen? b) De koppeling met de theorie over de HHH-ABCD-methodiek? 2. c) De invuloefening HHH-ABCD-methodiek? d) Het rollenspel? 3. De didactische vaardigheden van de trainer? 4. De deskundigheid van de trainer? 5. De workshop als geheel? 6. Wat vindt u waardevol aan deze workshop?
7. Wat heeft u gemist in deze workshop?
8. Opmerkingen en tips voor verbetering:
Naam: Functie: 32