praktijk
Powermonitoring voor Media Gateway in Hilversum technologie
Commscope brengt vereisten voor NGBase-T in kaart Strategie
Certicering en het datacenter
dcw juni 2013 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
De voordelen op een rij. 1 Individuele toepassing Eén basis voor nagenoeg alle eisen die aan de netwerk- en servertechniek worden gesteld 2 Hoge belastbaarheid en variabele interieuropbouw Een belastbaarheid van maximaal 1500 kg bij een verstelling van de 19˝-montageniveaus zonder gereedschap. Alternatieve opbouwafmetingen zijn door de zijdelingse verspringing eenvoudig te realiseren (21˝, 23˝, 24˝, mogelijk)
Make IT Easy:
Zomeractie van 1 juli 30 september 2013
3 Inbouw zonder gereedschap Montage van systeemtoebehoren met behulp van de nieuwe tijd besparende snap-in-technologie (o.a. bij legborden, kabelkanalen en nog veel meer) 4 Doordacht kabelmanagement Multifunctioneel dak voor zijdelingse kabelinvoer voor maximaal comfort en een vrije luchtweg voor actieve componenten 5 Snelle zijwandmontage Gedeelde zijwand met snelsluitingen en geïntegreerde sluiting met interieurvergrendeling 6 Overtuigend deurconcept Zichtdeur voor krachtige servertoepassingen met LCP-klimatisering of geventileerde deuren voor ruimteklimatisering 7 Gedeelde achterdeuren Gedeelde achterdeuren vanaf een hoogte van 1800 mm geven een optimale toegang en maximale vluchtweg 8 Intelligente toebehoren Eenvoudige en snelle selectie van systeemtoebehoren door het nieuwe TS IT-concept 9 Geïntegreerde meerwaarde in het 19 ˝-systeem Directe ruimtebesparende clipmontage van het nieuwe Rittal PDUrailsysteem aan de achterzijde in de Zero-U-Space, aan de voorzijde integratie zonder gereedschap van kabelmanagement en Dynamic Rack Control 10 Eenvoudige positionering Codering van de hoogte-eenheden en rasters in de diepte voor het eenvoudig instellen van de 19˝-niveauafstand
2 |
Ontvang 2 gratis kabelbanen, lees meer op www.rittal4it.nl/ zomeractie
Rittal IT-Infrastructuur * Rack * Power * Cooling * Security * Global Service RITTAL bv Postbus 246 6900 AE Zevenaar Tel.: + 31 (0)316 59 16 40 www.rittal4it.nl Vind Rittal Nederland ook op:
|3
DaaROm VERTROUwEN klaNTEN OP TE CONNECTIVITY Al vanaf het begin werken we samen met de leidende fabrikanten van actieve componenten. Op die manier zijn we in staat oplossingen te ontwikkelen die in-line zijn met de bekabelingstrends van de toekomst. We investeren in duurzame lokale bronnen. Daardoor zijn wij in staat om wereldwijd een technische aan-huis-service te leveren, zoals bij internationale datacenter projecten. Houdt uw Datacenter flexibel en efficient met de infrastruktuur van TE Connectivity!
www.datacenteragility.com
UNIVERSal CONNECTIVITY PlaTfORm (UCP): • Ideaal voor Data Center omgevingen met “Mixed Media” • Plug & Play: koper- en glasvezel in een paneel • Spaart tijd und plaats door verhoogde Rack-Efficiency • Benut vrije ruimte naast, boven en onder de eigenlijke 19” ruimte • Optimeert het kabelmanagement d.m.v. gehoekte Patchpanelen • Voor toepassingen voorbij de 100G www.datacenteragility.com/products
313886NL
Data Center Infrastruktuur
EVERY CONNECTION COUNTS Tyco Electronics Nederland BV Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch
T: +31 73 6246211 E:
[email protected]
KRONE, AMP NETCONNECT, TE connectivity logo and TE Connectivity are trademarks
dcw colofon
‘Energie’ niet bepalend voor locatie datacenter
datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 6, juni 2013, nr. 6 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r
e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n R e dacti e H a n s L am b o o p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e fo o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
hans potharst Commercieel Directeur te l e fo o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l
[email protected] te l e fo o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.fenceworks.nl vo r m g ev i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
control media kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
‘De locatiekeuze voor een datacenter is nauwelijks afhankelijk van energiekosten’, schrijft de Britse hoogleraar Ian Bitterlin in het rapport ‘Powering the Data Center’ (http://www.dcdintelligence.com/Market-Intelligence/ Powering-the-Datacenter), dat is uitgegeven door onderzoeksbureau DatacenterDynamics Intelligence. Bitterlin – in het dagelijks leven tevens werkzaam voor Emerson Network Power – schrijft in het rapport: ‘We zouden wellicht verwachten dat met de stijgende kosten voor energie die we de afgelopen jaren hebben gezien, gecombineerd met het almaar toenemende belang dat datacenters hechten aan een betrouwbare leverantie van energie, er een ware uittocht van datacenters richting locaties met zeer lage energiekosten of een lage uitstoot van CO2 zou ontstaan. Niets is echter minder waar.’
beschikbaarheid en kosten
We zien weliswaar hier en daar dat een datacenter van een drukke locatie als Londen of Amsterdam naar bijvoorbeeld Scandinavië verhuist, maar dat is, volgens Bitterlin, eerder de uitzondering dan de regel. “De keuze voor een locatie lijkt bij datacenters veel minder ingegeven door energiebeschikbaarheid en energiekosten dan we tot nu toe vaak hebben gedacht.” Daar staat tegenover dat de datacenterindustrie de laatste jaren veel kritiek te horen heeft gekregen als het om energiegebruik gaat. In het onderzoek hebben Bitterlin en collegaonderzoeker Nick Parfitt gekeken of datacenters wel genoeg gedaan hebben om het energiegebruik voldoende terug te dringen. Hun antwoord is volmondig ‘ja’. De onderzoekers hebben een groot aantal best practices, standaarden, maturity-modellen en dergelijke gevonden die stuk voor stuk helpen om niet alleen grip te krijgen op het energiegebruik, maar dit gebruik bovendien aanzienlijk terug te dringen.
lobby nodig
Er is echter meer nodig, stellen Bitterlin en Parfitt. Zij pleiten voor een betere lobby bij overheid en parlement. Beide onderzoekers hebben namelijk sterk de indruk dat overheid noch parlementsleden zich voldoende realiseren hoe cruciaal datacenters zijn voor het economisch succes van veel Westerse landen. Wordt enkel en alleen gefocused op energie en milieu, dan wordt volstrekt voorbij gegaan aan het feit dat datacenters een absolute hoofdrol spelen als het om de economie gaat. De milieu-aspecten zijn uiteraard erg belangrijk, maar we moeten niet doorslaan. Met andere woorden: het is tijd voor een stevige lobby richting ‘Den Haag’. Is dat wellicht een rol voor IT Room Infra als branchevereniging-in-wording? Robbert Hoeffnagel
dcw juni | redactioneel
robbert hoeffnagel te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected]
3
12
16
22
20
29
24
26
34
Inhoud strategie
management
‘datacenters kunnen veel beter presteren’ De voorspelling dat veel computerruimten en datacenters onder invloed van de cloud gaan verdwijnen, klopt niet. Dat stelt Dale Vile, analist bij het Britse onderzoeksbureau Freeform Dynamics. Dit wil echter niet zeggen dat er op de huidige computerzalen niets moet veranderen. De meeste datacenters kunnen namelijk veel beter presteren, meent Vile. Zeker als het gaat om snelheid, flexibiliteit, betrouwbaarheid en kosten.
6
26
bekabeling
36
op naar ngbase-t NGBase-T is de afkorting voor ‘Next generation Base-T’, een ethernet-toepassing van meer dan 10 Gbps via een twisted-pair of gebalanceerde bekabeling. De CFI (Call for interest) een oproep tot het indienen van een blijk van belangstelling, voor 802.3 NGBase-T door de IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is in juli 2012 afgekondigd. Dit heeft geleid tot een studiegroep die deze technologie zou onderzoeken en eventueel zou gaan ontwikkelen. Inmidels heeft Commscope de vereisten voor bekabeling op basis van NGBaseT in kaart gebracht.
energiemanagement
20
eaton 5p-ups ondersteunt virtuele platformen Eaton heeft een nieuw ups-systeem gelanceerd, de Eaton 5P. Deze zeer effiiënte, line-interactieve ups is bedoeld voor de beveiliging van servers, switches, routers en opslagapparatuur in racks en kleine datacenters. De 5P-ups is bovendien geschikt voor virtuele omgevingen dankzij de integratie met Eaton’s intelligente powersoftware.
interview
22
gerard van der vegte van x-ict: ‘wij gaan niet voor de megawatts’ Dalende budgetten en de cloud zorgen voor een toenemende druk op de markt voor het ontwerpen, inrichten en onderhouden van computerruimten. Gerard van der Vegte, directeur van X-ICT, merkt dat ook, maar hij weigert het woord ‘crisis’ in de mond te nemen. “Je moet innovatief en creatief zijn.” Het portfolio is de afgelopen jaren uitgebreid met een ‘APK-check’, een DCIM- en een 24-uurs servicedienst. “Nu zetten we remote monitoring op.”
praktijk powermonitoring voor media gateway De Media Gateway op het Mediapark in Hilversum fungeert als uitzendstraat voor de radio- en tv-uitzendingen van de meeste Nederlandse omroepen. Logisch dat er zeer hoge eisen worden gesteld aan de beschikbaarheid van dit datacenter. De Media Gateway is bovendien een colo-datacenter, waar ze de energiekosten in kaart kunnen brengen en doorberekenen aan klanten. Aan de keuze van de pdu’ s en de power-monitoringsoftware - beide geleverd door Raritan is dan ook veel zorg besteed.
netwerkbekabeling
38
hogere eisen aan capaciteit en dichtheid Vandaag de dag gaat het grootste deel van het gegevensverkeer in datacenters niet langer van binnen naar buiten en omgekeerd (‘northsouth’). Het grootste deel gaat tussen componenten binnen het datacenter (‘east-west’). Dagelijks neemt de behoefte aan capaciteit en snelheid verder toe. Hoog tijd om de eisen die in de nabije toekomst aan de capaciteit en dichtheid van switches en patch-panelpoorten zullen worden gesteld, nader te bekijken.
en verder 41 44 48
nieuws van it room infra nieuws bicsi-nieuws
dcw mei | inhoud
12
certicering en het datacenter De commerciële hosting- en co-locatiedatacenters in Nederland hebben een steeds sterkere neiging zoveel mogelijk relevante (maar soms ook minder relevante) certificaten en awards binnen te slepen en daarmee hun ‘prijzenkast’ zoveel mogelijk te vullen. Is certificering zinvol? Of moeten we de waarde ervan vooral niet overdrijven?
5
Chinese telecom- en IT-gigant betreedt Nederlandse markt voor computerruimten
Huawei lanceert microDC's in Nederland de chinese ict-dienstverlener huawei betreedt de nederlandse markt met een zogeheten microdc. het gaat om micro-datacenters die bedoeld zijn voor plaatsing in branche- en regiokantoren. wat beheer en operatie betreft zijn deze oplossingen bedoeld om volledig zelfstandig te functioneren of als onderdeel van een uitgebreid wan-netwerk. de microdc’s maken deel uit van een breed productportfolio van huawei dat loopt van de volledige technische infrastructuur van grote datacenters tot datacenters in containerformaat. in de visie van huawei biedt de microdc belangrijke kostenvoordelen, terwijl de beschikbaarheid
6
“Huawei is natuurlijk geen onbekende partij in Europa”, zegt Leon Lips, solution manager datacenters bij Huawei Enterprise Business Group in Amsterdam. “Veel mensen kennen ons echter vooral als fabrikant en leverancier van telecomproducten.” Tijdens de in maart van dit jaar gehouden Cebit-beurs in Hannover bleek echter hoe veel breder het productportfolio is. Op de stand was een volwaardige infrastructuuroplossing voor gebruik in enterprise en commerciële datacenters te zien, werden demo’s verzorgd van een combinatie van software voor datacenterinfrastructuur- en netwerkmanagement en stond een serie kleine kabinetten opgesteld die be-
‘We zijn bekend van telecomproducten’
doeld zijn voor gebruik in een kantooromgeving. Daarnaast viel op dat ook een datacenterin-een-container als mogelijke oplossing niet ontbrak. “Op de Cebit werd al duidelijk dat al deze producten de komende tijd richting de Nederlandse markt zouden komen. Als eerste lanceert Huawei nu zijn microDC’s in ons land”, vertelt Lips. “In feite gaat het om een all-in-one-box die nadrukkelijk inspeelt op de ontwikkeling van de IT-behoeften van branch-offices en regiokantoren. Waar eindgebruikers in regionale kantoren in de jaren tachtig en negentig nog vooral moesten werken met pc’s, willen ze tegenwoordig veel liever aan de slag met tablets en andere mobiele apparatuur. Dat vraagt in een branch-office om een geheel andere en bovendien zeer betrouwbare IT-aanpak.”
volledig geïntegreerd
In een regiokantoor bestaat vooral behoefte aan een volledig geïntegreerde oplossing die een groot aantal voorheen gescheiden functies
in zich draagt. Al die functies vroegen voorheen om eigen hardware die allemaal los van elkaar beheerd moest worden. De microDC van Huawei brengt al deze functies samen in één micro-datacenter. Denk dan aan functies als DHCP, een telefooncentrale, file servers, wifi, VDI voor het streamen van applicaties naar pc’s en mobiele apparaten, power, koeling, beheer, back-up, security, camerafuncties en dergelijke. MicroDC’s passen in een IT-architectuur waarbij een hoofdrol is weggelegd voor het centrale datacenter van de organisatie. Hier draaien grote legacy-applicaties, maar kunnen bijvoorbeeld ook private cloudservices beschikbaar zijn. Sommige taken zullen bij grote gebruikersorganisaties ook via regionale datacenters worden afgehandeld, die op hun beurt weer samenwerken met de IT-systemen in de branch-offices. “Deze structuur is op zich overzichtelijk, maar levert voor IT- en facilitaire afdelingen wel de nodige hoofdbrekens op”, stelt Lips. “Vooral als het gaat om het beheren van de dagelijkse operatie leveren de IT- en de power- en koelsyste-
tekst: robbert hoeffnagel
dcw juni | markt
van bedrijfskritische applicaties hiermee beter kan worden gegarandeerd.
men die opgesteld staan in de regiokantoren, bij een traditionele aanpak steevast problemen op. Doordat deze kantoren niet over eigen ITmedewerkers beschikken en het vaak ontbreekt aan goed geïntegreerde tools om applicaties, IThardware en de veelheid aan power- en koelapparaten te beheren, verloopt het beheer veelal rommelig. Dat kost niet alleen onnodig veel geld doordat bij storingen medewerkers van de centrale IT-afdelingen naar een regiokantoor moeten afreizen, maar kan ook zomaar de beschikbaarheid van bedrijfskritische applicaties in gevaar brengen. Dit is precies het probleem dat wij met de microDC willwn oplossen.”
opbouw microdc
Een microDC bestaat uit een standaard rack, waarin een groot aantal IT- en facilitaire functies zijn samengebracht. Het rack is voorzien van een eigen en volledig uitontwikkelde facilitaire laag. Hierin is plaats voor een eigen koeling, een pdu, een ups, een of meer batterijen en bekabeling. Daarnaast is het rack voorzien van de nodige sensoren voor omgevingsmetingen: rook, temperatuur, luchtvochtigheid en lekwater, terwijl ook voorzien is in een domecamera. Op de IT-laag kent de microDC een of meer servers, de nodige storagecapaciteit, netwerkverbindingen, een firewall, een wireless access point en een Pabx ofwel telefooncentrale. Waar andere aanbieders van dit soort oplossingen het hierbij laten, gaat Huawei nog een aantal stappen verder. De IT-laag is namelijk aangevuld met een aantal stanaard IT-applicaties als file sharing, een print server, videobewaking, kantoorautomatisering en ondersteuning van VDI (virtual desktop intercace voor het streamen van applicaties naar pc’s en mobiele apparatuur). De microDC is bovendien voorzien van software die zorgt voor het beheer van het rack en de IT-systemen die erin zijn geplaatst, en die tevens gebruikt kan worden voor compliancedoeleinden. Ook is voorzien in software voor
• de opbouw en architectuur van de microDC; • de technologie die Huawei in deze oplossingen toepast; • een kostenvergelijking tussen een microDC en een meer traditionele aanpak voor branch-offices;
• de beheertools die standaard bij deze oplossingen worden meegeleverd; • en de manier waarop deze oplossingen reeds in landen als Frankrijk worden toegepast. Aanmelden voor deelname kan via www.datacenterworks.nl/huawei
bijvoorbeeld het beveiligen van de gegevens die de gebruikers van een branch-office op de IT-apparatuur in het microDC opslaan. Het beheer van zowel de microDC als alle IT-apparatuur is geïntegreerd in een grafische managementinterface.
praktijkervaring
“Huawei heeft inmiddels eerste klanten in Europa voor deze microDC's. Een voorbeeld is de Franse supermarktketen Auchan. Bovendien heeft het concern in China ook reeds de nodige klanten voor deze manier van werken gewonnen. Daarbij zitten ook hele grote omgevingen, wat wel aangeeft dat deze manier van werken niet alleen goed werkt op het niveau van het regiokantoor, maar ook de ITafdelingen van grote organisaties helpt om de beheerlast terug te dringen”, zegt Lips. Een mooi voorbeeld van deze laatste aanpak is het Chinese bedrijf S.F. Express. Dit logistieke concern kent een omzet van circa 3 miljard euro en telt maar liefst 2854 regiokantoren op zo’n 2000 locaties verspreid over geheel China. Met dit soort getallen is het gemakkelijk voor te stellen dat er grote operationele problemen kunnen ontstaan, om nog maar te zwijgen van het in gebruik nemen van alle noodzakelijke IT-apparatuur en power en koeling op elke individuele vestiging. Vandaar dat S.F. Express gekozen heeft voor microDC’s van Huawei die snel en gemakkelijk uit te rollen bleken – ook als het om grote aantallen gaat. “Doordat de microDC's volledig gestandaardiseerd en uitontwikkeld zijn, zijn we in staat om een regiokantoor zeer snel van een microDC te voorzien”, vertelt Lips. “Waar bij een traditionele oplossing voor een branchoffice al gauw dertig dagen nodig zijn om alle benodigde IT- en facilitaire systemen aan te leggen en te installeren, is Huawei in staat om de microDC in maximaal een dag te plaatsen en in gebruik te stellen.”
dcw maart | trend
seminar huawei en microdc’s
Huawei organiseert begin juli 2013 in Amstelveen een speciaal seminar over microDC’s. Tijdens dit event gaan medewerkers van het concern dieper in op: • de positie die microDC’s innemen binnen de IT-aanpak van bedrijven en overheidsinstellingen;
7
Analist Dale Vile van onderzoeksbureau Freeform Dynamics:
‘Datacenters kunnen veel beter presteren’ de voorspelling dat veel computerruimten en datacenters onder invloed van de cloud gaan verdwijnen, klopt niet. dat stelt dale vile, analist bij het britse onderzoeksbureau freeform dynamics. dit wil echter niet zeggen dat er op de huidige computerzalen niets moet veranderen. de meeste datacenters kunnen namelijk veel beter presteren, meent vile. zeker als
8
IT speelt een hoofdrol als het gaat om de inrichting van de technische infrastructuur van een computerruimte, stelt Dale Vile in het rapport ‘A Vision for the Data Centre’. Daarin probeert de Brit een visie te schetsen op de ideale computerruimte en datacenter. Hij keek daarbij naar de enterprise-omgeving (dus niet naar hostingbedrijven en dergelijke) en inventariseerde meningen en visies, zodat individuele IT-managers en datacentermanagers voor zichzelf kunnen bepalen welke rol zij spelen: volgend, vernieuwend of behoudend?
‘up and running’
Uit een onderzoek onder 481 facility en datacentermanagers uit Europa, de Verenigde Staten en een aantal landen daarbuiten blijkt dat het grootste probleem waarvoor de ondervraagde functionarissen zich gesteld zien, is samen te vatten in: gebrek aan flexibiliteit en te traag reageren op de behoefte van de klant ofwel de business-organisatie. Doordat veel ITafdelingen en datacenters op basis van specialismen georganiseerd zijn (infra, networking,
servers, storage enzovoort) duurt het lang voordat een nieuwe IT-service ‘up and running’ is. Veranderingen aanbrengen aan een bestaande IT-oplossing wordt regelmatig als lastig ervaren, terwijl het opsporen van eventuele problemen en storingen onnodig veel tijd kost. Afbeelding 1 spreekt wat dat betreft boekdelen. Interessant aan deze illustratie is dat de meeste datacenters het op een of twee gebieden redelijk goed doen, maar vervolgens op andere terreinen fors achterblijven. Op een schaal van 1 tot 5 haalt slechts 27 procent een score van 4 of beter. Opvallend (afbeelding 2) is dat complexiteit van de IT-omgeving en schaalgrootte hierbij weliswaar een rol spelen, maar zeker niet zo'n stempel op de scores drukken als we vooraf wellicht zouden denken.
‘Gebrek aan flexibiliteit’
géén alternatief
Het is die relatief matige score die de populariteit van in eerste instantie outsourcing en tegenwoordig de public cloud verklaart. Overstappen op clouddiensten voor die services waar we slecht scoren, is dan een voor de hand liggende oplossing. Analist Vile zet daar echter vraagtekens bij. Uit eerder onderzoek van Freeform Dynamics blijkt namelijk dat de publieke cloud géén alternatief is voor een interne IT-infrastructuur.Veel meer moet de publieke cloud worden gezien als een tactische oplossing om hele specifieke problemen aan te pakken en dan veelal ook nog voor slechts een beperkte tijd. In afbeelding 3 is dit heel duidelijk weergegeven. De eerste daadwerkelijke ervaringen met cloudservices laten een aantal interessante conclusies zien.Ten eerste dat het introduceren van cloud in een bestaande datacenteromgeving vaak vooral leidt tot meer fragmentatie en nauwelijks tot een efficiëntere datacenterinfrastructuur. Bovendien blijkt het idee dat er zoiets bestaat als één cloudaanbieder die alle in-
tekst: robbert hoeffnagel
dcw juni | strategie
het gaat om snelheid, flexibiliteit, betrouwbaarheid en kosten.
terne IT-systemen kan overnemen niet te kloppen. Die aanbieder bestaat simpelweg niet, stelt Vile vast. Desondanks heeft de marketingmachine van mening cloudaanbieder het businessmanagement van veel organisaties bereikt. Daar zien ze de cloud wél als een ideale oplossing, terwijl ze het eigen datacenter traag, star en duur vinden. Datacentermanagers zullen dus iets moeten doen, want anders stappen businessmanagers steeds vaker over op door hen zelf gehuurde cloudservices. Met alle gevolgen vandien, want uiteindelijk zullen de problemen die hierdoor ontstaan (slechte beschikbaarheid, duur, cloudservices die niet samen kunnen werken enzovoort) toch weer op het bordje van de datacentermanager terecht komen. Bovendien zijn de klachten van veel businessmanagers over hun datacenter terecht. Er moet dus iets veranderen. En dat kan ook.
datacenter gaat. Daar komt een interessant lijstje met kenmerken uitvoort. − Het datacenter is de centrale hub voor het aan de business aanbieden van IT-diensten. − On-premise of in een colo-datacenters geplaatste IT-systemen worden grotendeels gevirtualiseerd, waardoor interne en externe IT als het ware naadloos in elkaar overlopen.
ideaalbeeld
‘Tussen visie en werkelijkheid zit heel wat ruimte’
Dit ideaalbeeld is in afbeelding 4 verder ingekleurd met meer gedetailleerde taken en functies. In afbeelding 5 is aangegeven hoeveel tijd de ondervraagde datacentermanagers nodig denken te hebben om deze doelen te bereiken. Dan blijkt dus dat er tussen visie en werkelijkheid nog heel wat ruimte zit.
1
'movers en shakers'
2
3
Analist Vile is echter nog verder gegaan. Binnen de ondervraagde groep datacentermanagers blijkt een behoorlijke variatie te zitten als het gaat om het nastreven van deze visie. Er blijken drie typen datacentermanagers te bestaan: de meer traditioneel denkende en handelende datacentermanager, een groep die Vile ‘dreamers' noemt die wel een visie hebben maar nog geen concrete plannen om dat ideaalbeeld te bereiken en een groep ‘movers' die én de visie hebben én het concrete plan om die visie werkelijkheid te maken. Met name de groep 'movers' vindt Vile interessant. Zij zijn veelal afkomstig uit een organisa-
dcw juni | strategie
Vile heeft een groot aantal datacentermanagers gevraagd naar hun ideaalbeeld als het om het
− Het ideale datacenter kent daarom een zogeheten holistische architectuur en operationele aanpak die volledig gericht is op het ondersteunen van businessservices van hoge kwaliteit. − Er bestaat een grote mate van flexibiliteit als het gaat om het aankoppelen van externe systemen en gegevensbronnen, wat uiteraard wel op een goed beveiligde manier gebeurt. − Externe cloudservices worden gebruikt als dit nuttig is, maar alles wordt centraal met tools en procedures aangestuurd en beheerd vanuit het eigen datacenter. − Indien nodig kunnen systeembelasting ('workloads' in IT-jargon) probleemloos heen en weer worden geschoven tussen intern en extern geplaatste IT-systemen, waardoor een hybride omgeving ontstaat – de hybride cloudomgeving. − IT-afdelingen en datacenter kennen een ‘resource agnostic’ aanpak. Met andere woorden: er bestaat geen voorkeur voor intern of extern, er wordt op puur rationele gronden gekozen waar een 'workload' het beste kan worden geplaatst. − Kosten worden gedetailleerd in kaart gebracht en doorbelast aan de feitelijke afnemers.
9
De organisaties waar de 'movers' werkzaam zijn, hechten sterk aan het bereiken en tot in lengte der jaren volhouden van operationele serviceniveaus
tie waar nadrukkelijk wordt gedacht in termen van 'business service delivery' en niet zo zeer in IT-doelen. Bij dit soort organisaties is er in de regel een duidelijk plan aanwezig om tot modernisering van het datacenter te komen. Men waardeert hier de voordelen van een gezamenlijke infrastructuur en de investering die hiervoor nodig is. Bovendien hechten de organisaties waar de movers werkzaam zijn, sterk aan het bereiken én tot in lengte der jaren volhouden van operationele serviceniveaus. Daarom zijn ze bereid interne (on-premise) systemen in te ruilen voor hosted omgevingen, waaraan ze vervolgens ook daadwerkelijk stevige eisen durven te stellen. Het is dan ook
dcw juni | strategie
4
10
5
6
niet verwonderlijk dat de datacenters waarover movers de scepter zwaaien in de regel nadrukkelijk gevirualiseerd zijn. Dat is immers een absolute voorwaarde om tot introductie van hybride of private cloudoplossingen te kunnen overgaan. De movers hebben duidelijk oog voor de veranderingen die nodig zijn in een datacenter dat in een hybride omgeving wil meekomen. Daar zijn technische aanpassingen voor nodig, maar ook personele veranderingen.
hardware-abstractie
Allereerst de technische veranderingen. Een datacenter dat in een hybride aanpak kan wor-
den opgenomen, heeft behoefte aan een aantal belangrijke technische voorzieningen. − Hardware-abstractie ofwel virtualisatie. Niet alleen van de serverhardware, maar ook van networking en storage. We hebben het dan over het software defined datacenter, wat heel iets anders is dan een ‘virtual datacenter', zoals veel hosting bedrijven tegenwoordig aanbieden. − Dynamisch beheer van workloads. Of het nu gaat om het van IT-resources voorzien van een nieuwe applicatie of het in de loop van de tijd opschalen of juist kleiner maken van een applicatie- en systeemomgeving of zelfs het verplaatsen van een workload, elke applicatie zal altijd moeten kunnen beschikken over de gewenste ITvoorzieningen (server-, storage- en netwerkcapaciteit). − ‘In-flight management’. Dit is jargon voor het kunnen veranderen van de voor een applicatie beschikbare IT-resources zonder dat de applicatie hiervoor eerst moet worden ‘stilgezet’. Met andere woorden: terwijl de applicatie door gebruikers wordt benut, moet extra storage of compute power kunnen worden toegevoegd of juist weggehaald, zonder dat die gebruiker daar iets van merkt. − Integratie van externe omgevingen. Een hybride cloud bestaat uit een mix van interne en externe systeemomgevingen. Het is noodzakelijk dat de hiervoor genoemde voorzieningen voor ‘in-flight management’ beschijkbaar zijn voor zowel de interne als de externe IT-omgeving. − Holistische operationele aanpak. Het woord ‘holistisch’ klinkt vaak wat abstract, maar het is cruciaal voor een modern datacenter dat de operationele aanpak betrekking heeft op zowel de interne als de ex-
terne IT-voorzieningen. Het mag dus geen verschil maken of men een intern opgesteld rack met servers, firewalls of storage-apparaten beheert of een mix van intern en extern geplaatste apparatuur. Er moet sprake zijn van één set aan afspraken en procedures die over beide omgevingen heen gebruikt worden.
operationele teams
Ten slotte de personele gevolgen van een overstap naar een datacenter dat kan worden opgenomen in een hybride omgeving. In afbeelding 6 is hier een beeld van gegeven.Vile stelt vast dat zeker de grotere datacenters en IT-afdelingen sterk gefragmenteerd zijn. Met andere woorden: de medewerkers zijn verantwoordelijk voor een goed afgebakend stukje van de operatie en bemoeien zich niet of nauwelijks met andere operationele taken of verantwoordelijkheden. In een cloudomgeving is dat zeker geen goede aanpak, meent Vile. Hij ziet veel meer in de situatie die bij veel kleine IT-afdelingen en computerruimten bestaat. In
die situaties zijn de dikke muren tussen (IT- en datacenter-)afdelingen weg en werken er veelal medewerkers die sterk multidiscplinair zijn in opleiding en functioneren. Dat zal ook bij grotere IT-afdelingen en datacenters moeten gebeuren. Om dit voor elkaar te krijgen, is een een big bang-aanpak zeker géén goede aanpak, meent Vile. Hij is een voorstander van veel en vooral kleine en goed overzichtelijke stapjes. Wie te snel wil, loopt grote kans chaos te creeren, waar juist vooruitgang het doel is.
De dikke muren tussen afdelingen zijn verdwenen
meer weten?
Dit artikel is gebaseerd op een rapport van het Britse onderzoeksbureau Freeform Dynamics getiteld ‘Visions of the Perfect Data Centre; An impossible dream or just around the corner?’ Kijk voor meer informatie op http://www.freeformdynamics.com/fullarticle_subscribe.asp?aid=1604.
advertentie
Minkels Next Generation Cold Corridor® Brengt modulair denken en energie-efficiënt datacenterdesign opnieuw naar een hoger niveau
In 2006 was Minkels de eerste datacenterleverancier in Europa die de Cold Corridor®-oplossingen commercieel introduceerde in de markt. Hiermee worden sindsdien de luchtstromen in vele datacenters op energie-efficiënte wijze gescheiden. De Next Generation Cold Corridor van Minkels is het ultieme modulaire antwoord op de alsmaar toenemende vraag van datacentergebruikers naar flexibele en modulaire oplossingen. Met de Next Generation Cold Corridor brengt Minkels opnieuw als eerste modulair denken en energie-efficiënt datacenterdesign naar een hoger niveau. EXTREEM FLEXIBEL: Modulaire opties op basis van best practices Installatiegemak R&D gebaseerde optimalisatie van luchtstromen Brede keuze aan beveiligingsopties en (automatische) deursystemen Plug & play-integratie van sensoren Eenvoudige integratie van brandblussystemen Nieuw dakpaneel design voor hoge lichtdoorlaatbaarheid
www.minkels.com
Op naar NGBase-T
Commscope brengt vereisten voor bekabeling in kaart ngbase-t is de afkorting voor next generation base-t, een ethernettoepassing van meer dan 10 gbps via een twisted-pair of gebalanceerde bekabeling. de cfi (call for interest) een oproep tot het indienen van een blijk van belangstelling, voor 802.3 ngbase-t door de ieee is in juli 2012 afgekondigd. dit heeft geleid tot een studiegroep die deze technologie zou onderzoeken en
basis van ngbase-t in kaart gebracht. NGBase-T wordt in hoofdzaak in de datacenteromgeving toegepast voor server-naarswitchverbindingen binnen een rij, die gewoonlijk worden aangeduid als een EoR- of
dcw juni | bekabeling
white papers
12
In een eerdere white paper, door dr. T.C. Tan gepubliceerd, werd een eenvoudige verklaring gegevem voor de voorspelling dat de kritische frequentie voor 40GBaseT 1,6 Ghz is. Wanneer rekening wordt gehouden met het verzoek van IEEE voor een overfrequentie van 25 procent, zou de kabelvereisten van de volgende generatie op een frequentie van 2 Ghz worden aangehouden. Deze whitepaper biedt een update van de laatste ontwikkelingen bij IEEE over NGBase-T en de bijbehorende ontwikkelingen van kabelspecificaties door de TIA (Telecommunications Industry Association) in de Verenigde Staten en de ISO/IEC ter ondersteuning van deze toepassing.
MoR-architectuur (end-of-row en middle-ofrow). In tabel 1 staan de beschikbare opties waaruit IT-managers kunnen kiezen wanneer de 40en 100 Gb-ethernettechiek (40GbE en 100GbE) moet worden geïmplementeerd. In tabel 2 staan de diverse 40GbE- en 100GbEtechnologieën die op dit moment door IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) worden ontwikkeld. De 802.3 NGBase-T-studiegroep van IEEE zal zich in beginsel richten op het ontwikkelen van een 40GBaseT-toepassing. Op de vergadering van januari 2013 demonstreerde CommScope een experimenteel ontwerp (afbeelding 1) voor een haalbaar 40GBase-T-kanaal door gebruik te maken van de prototype RJ-45-connectors en gebalanceerde twisted-pair kabels van Cat. 8 (TIA). De complete kabelkanalen bestaan uit de volgende elementen: • een lang en een kort kanaal; • horizontale kabel;
• twee RJ-45-aansluitingen; • twee patchkabels voor RJ-45-plugs aan beide uiteinden. De kanaalparameters zijn gemeten op een frequentie van 2 Ghz en omvatten tussenschakeldemping (insertion loss, Il), reflectiedemping (return loss, Rl), nabije overspraak (near-end crosstalk, Next) en ‘attenuation-to-crosstalk ratio far end crosstalk’ (ACR-F). Deze parameter was voorheen bekend als ‘equal level far end crosstalk ( Eifext). Deze bijdrage toonde de technische uitvoerbaarheid van de voorgestelde bekabelingssystemen van Cat. 8 (TIA) en een stap verder op de weg naar een haalbare 40GBase-T-oplossing voor datacentertoepassingen. De twee aspecten in dit experimentele ontwerp omvatten de alom aanvaarde RJ-45-connectors en bandbreedtemogelijkheid van voorgestelde bekabeling van de TIA-Cat. 8. Tot dusver hebben twee kabelbedrijven het prototype connectors van Cat. 8 en heeft één bedrijf een kabel van Cat. 8 aan de NGBase-T-
tekst: dr. t c. tan is een ‘distinguished member of technical staff’ van commscope labs
eventueel zou gaan ontwikkelen. inmidels heeft commscope de vereisten voor bekabeling op
studiegroep gedemonstreerd. Het is zeer waarschijnlijk dat de studiegroep verder gaat in de vorm van een Task Force. Vervolgens zal het werk aan de standaardisering van 40GBase-T beginnen na de vorming van deze Task Force.
In oktober 2012 selecteerde de TIA-subcommissie TR-42.7 Cat. 8 als de nomenclatuur voor in ontwikkeling zijnde specificaties voor gebalanceerde twisted-pair bekabeling van de volgende generatie. Deze specificatie is voor het eerst in februari 2012 voorgesteld door CommScope. Hoewel het voorstel niet uitdrukkelijk het vereiste van afscherming vaststelde, kan duidelijk uit de specificatie voor overspraak van buitenaf worden opgemaakt, dat het minimale constructiemodel voor de kabel een algehele afscherming omvat (F/ UTp). Bovendien vereist in overeenstemming met de huidige gepubliceerde TIA-normen de voorgestelde ontwerpnorm dat kabelcompo-
Tabel 1. Opties voor 40GbE en 100GbE.
Tabel 2. 40GbE- en 100GbE-technologie in ontwikkelingen.
dcw juni | bekabeling
tia-subcommissie koperen bekabeling
13
nenten van Cat. 8 compatibel zijn met bekabeling van een oudere, lagere categorie. In de ontwerpnorm is voorzien in een matrix met prestaties van met lagere categorieën compatibele componenten (afbeelding 2).
De industrie zal vrede moeten hebben met de wijzigingen
commissie bekabeling
In november 2012 heeft de werkgroep ISO/ IEC JTC1 SC25 WG3 een concept technisch rapport (pDTR) ISO/IEC 11801-99-1 voorgesteld, getiteld ‘Information technology – Guidance for balanced cabling’ (informatietechnologie – richtlijnen voor gebalanceerde bekabeling) die ondersteuning biedt aan een dataotransmissiesnelheid van ten minste 40 Gbps. Dit pDTR- document heeft twee kanaalklassen voorgesteld, namelijk Klasse I en Klasse II, met specificaties tot 1,6 Ghz, waarbij 2 Ghz in beraad wordt gehouden. De minimale kabelconstructie van Klasse I krijgt een F/UTp-ontwerp en die van Klasse II krijgt een x/FTp-ontwerp. Op een onlangs gehouden vergadering in Mexico heeft de werkgroep ISO/IEC JTC1 SC25 WG3 erover ge-
bekabelingsarchitectuur kozen Cat. 8.1 en Cat. 8.2’ als nomenclaturen aan te nemen voor componenten van de volgende generatie voor de kanalen van respectievelijk Klasse I en Klasse II. De voorgestelde nomenclaturen worden nu zorgvuldig geharmoniseerd met de voorgestelde Cat. 8 van TIA. Er is echter een identieke vereiste in de huidige gepubliceerde kabelnorm ISO/IEC IS 11801 voor categorieën met verschillende prestaties die compatibel zijn met lagere categorieën. De norm definieert compatibiliteit met lagere categorieën zodanig dat de bij elkaar passende pluggen en aansluitingen van de verschillende categorieën aan alle vereisten
dcw juni | bekabeling
TIA-matrix van prestaties van bij elkaar passende componenten die compatibel zijn met lagere categorieën.
14
van componenten van lagere categorieën moeten voldoen. Dit is helaas niet het geval bij de recent aangenomen nomenclaturen (afbeelding 3). De kabelindustrie moet uiteindelijk vrede hebben met deze situatie in het belang van de harmonisatie van de normen.
Matrix van prestaties van met lagere categorieën compatibele componenten die de nomenclaturen van de nieuwe categorie van de werkgroep ISO/IEC JTC1 SC25 WG3 gebruiken.
NGBae-T wordt, zoals eerder gezegd, in hoofdzaak toegepast in EoR- of MoR-architectuur. In reactie hierop heeft de NGBase-T-studiegroep gekozen voor een kanaalmodel van 30 m met twee aansluitingen om de complexiteit en het bijhorende stroomverbruik van de 40GBa-
doelstellingen ngbase-t-studiegroep
De NGBase-T-studiegroep heeft de volgende doelstellingen aangenomen: • uitsluitend volledige duplexwerking ondersteunen; • bij het gebruik van de 802.3 MAC de 802.3 ethernet-frameopmaak aanhouden; • de minimum en maximum framegrootte van de huidige 802.3-norm aanhouden; • een BER ≤ 10-12 ondersteunen bij een MAC/plS-interface; • een datasnelheid van 40 G ondersteunen bij de MAC/plS-service-interface; • autonegotiatie ondersteunen; • energiezuinig ethernet ondersteunen; • LAN’s ondersteunen die point-to-point koppelingen gebruiken via gestructureerde kabeltopologieën, inclusief rechtstreeks verbonden koppelingssegmenten; • niet uitsluiten dat aan de FCC- en CISpR EMC-vereisten worden voldaan; • een koppelingssegment definiëren op basis van koperen media die wordt gespecificeerd door ISO/IEC SC25 WG3 en TIA TR42.7, waarbij aan de volgende kenmerken wordt voldaan: • − g ebalanceerd twisted-pair koperen bekabeling met vier paren; − m aximaal twee connectors; − tot minstens 30 m; • een enkele werking op het koppelingssegment definiëren die een fysieke laag van 40 Gbps ondersteunt.
Power Distribution nits van ATEN
De juiste stap naar een groen datacenter se-zendontvanger te verminderen. Dat maakt deze doelstelling geschikt voor veel datacentermodellen die momenteel gebaseerd zijn op modulaire pOD (performance optimized DC) of draagbare modellen in containers. Dit model wijkt echter behoorlijk af van het bekende kabelkanaalmodel van 100 m met vier aansluitingen waarvoor in alle huidige gepubliceerde kabelnormen is gekozen. Hiervoor zal uiteindelijk een oplossing moeten worden gevonden in de diverse commissies voor kabelnormen. En we moeten maar afwachten of in alle kabelnormen voor deze drastische wijziging in architectuur wordt gekozen. Zoals gezegd zal de industrie vrede moeten hebben met deze wijziging, als de geplande migratie naar 40GBase-T.
PE8208G
Intelligente Power Distribution Units Monitor en beheer de stroomverdeling lokaal en over IP en beschik over real-time informatie over het stroomverbruik (V, A, kWh) van de aangesloten IT-uitrusting Controleer de temperatuur, vochtigheid en luchtdruk in het datacenter dankzij integreerbare omgevingssensoren Ontvang waarschuwingen in geval van problemen of bij overschrijding van geprogrammeerde drempelwaarden Raadpleeg een logboek van gebeurtenissen en acties
conclusie
IEEE 802.3 begint binnenkort met de standaardisering van 40GBase-T. Deze norm wordt waarschijnlijk aangeduid als IEEE 802.3bq. Maar het kan nog jaren duren voordat deze is voltooid. De commissies voor kabelnormen staan aan het begin van de ontwikkeling van gebalanceerde twisted-pair kabelspecificaties ter ondersteuning van deze toepassing. Het experimentele ontwerp, door CommScope bijgedragen aan de NGBase-T-studiegroep, heeft de technische haalbaarheid aangetoond van de voorgestelde bekabelingssystemen van Cat. 8 (TIA) die van de alom aanvaarde RJ45-connectors gebruikmaken. Het heeft tevens een belangrijk probleem overwonnen door kabelcomponenten te ontwikkelen voor een dergelijk hoge frequentie. Bovendien kan de keuze van de werkgroep ISO/IEC JTC1 SC25 WG3 voor Cat. 8.1 en Cat. 8.2 als nomenclaturen voor componenten van de volgende generatie als een belangrijk succes worden gezien om de weg te plaveien voor een zorgvuldiger harmonisatie met het Cat. 8-voorstel van TIA.
Model
Input Connection Outlet Type
PE8324G IEC60309 32A
21 x C13 / 3 x C19
Amps Per Port Switched 10A
Yes
Metering Per Outlet Current, Voltage, VA, PF, KWh
PE8216G IEC60320 C20
14 x C13 / 2 x C19
10A / 16A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA, PF, KWh
PE8208G IEC60320 C20
7 x C13 / 1 x C19
10A / 16A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE8108G IEC60320 C20
8 x C13
10A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6324G IEC 60309 32A
21 x C13 / 3 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6216G IEC60320 C20
14 x C13 / 2 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6208G IEC60320 C20
7 x C13 / 1 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6108G IEC60320 C20
8 x C13
10A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
ATEN Infotech NV
Mijnwerkerslaan 34 I 3550 Heusden-Zolder I Belgium tel: +32 11 53 15 43 I fax: +32 11 53 15 44
[email protected]
www.aten.eu
de oprichter van knürr, hans knürr, koos bij de oprichting van zijn bedrijf in 1931 een harnas als merkteken. het logo staat voor de optimale bescherming van de kwetsbare ledematen van ridders. vandaag de dag staan de racks nog steeds in het teken van de bescherming van hoogtechnologische apparatuur.
Emerson is vooral een engineeringbedrijf
‘Onze focus ligt op techniek, ten behoeve van onze klanten’
16
om zijn klanten van de juiste producten te kunnen voorzien. Zo behoren merknamen als Liebert, Hiross, Knürr, Avocent en Chloride tot de groep Emerson Network Power Systems. In de loop der jaren zijn tevens tal van divisies van bedrijven, zoals Nortel APS, Ericsson Energy Systems en Marconi, systematisch toegevoegd aan het portfolio. Emerson heeft veel ervaring met overnames waarbij het hoofdzakelijk bedrijven betreft die een aanvullend assortiment hebben om ervoor te zorgen dat het bedrijf ‘total solutions’ kan aanbieden en daarmee een hoogwaardige gesprekspartner voor klanten en partners is. Een andere afdeling die weldra geïntegreerd zal worden, is Emerson Energy Systems. Dit bedrijf is voornamelijk actief in de telecomsector en heeft een schitterend productaanbod van outdoor-cabinets tot DC-poweroplossingen.
engineeringbedrijf
De Benelux-organisatie telt vandaag zo’n veertig mensen. “Daarmee bedienen we zowel grote als kleinere bedrijven. Hierbij moet ik opmerken dat we Luxemburg via een partner doen.Veertig medewerkers lijkt misschien niet heel veel, maar wij kunnen elke dag een beroep doen op de expertise en support van centrale afdelingen wereldwijd. Regelmatig doen wij een beroep op de kennis en kunde die binnen het bedrijf wereldwijd aanwezig is.” De Brauwer vertelt dat Emerson Network Power zowel zaken doet met
tekst: teus molenaar
dcw juni | markt
Een gesprek met Ben De Brauwer begint over de bedrijfsstructuur van het Amerikaanse moederbedrijf Emerson. Dat het harnas ter sprake komt, is niet toevallig, want in 2006 heeft Emerson Network Power het bedrijf Knürr overgenomen. Het bedrijf heeft sinds 1987 tal van strategische acquisities gepleegd die er stuk voor stuk toe hebben bijgedragen
19 17
dcw dcw juni maart | markt | interview
zijn officiële partners als rechtstreeks met klanten of eindklanten. Het is vooral een engineeringbedrijf dat hoogtechnologische producten ontwikkelt en produceert. “Onze focus ligt op de techniek, ten behoeve van onze klanten. We houden veel contact met onze klanten om te horen wat zij van onze producten en toepassingen vinden. In de praktijk kom je altijd dingen tegen die een betere oplossing vragen. Dat koppelen wij terug naar de productmanagers en ontwikkelingsafdelingen om ervoor te zorgen dat de waardevolle feedback van onze klanten wordt geïntegreerd in de geoptimaliseerde producten. Hierbij is het absoluut een voordeel als je alles in eigen hand hebt, zoals bij ons het geval is. Onze klanten kopen rechtstreeks bij de producent en hebben dus zeer korte communicatielijnen.”
dcw juni | markt
hoge kwaliteit
18
Volgens De Brauwer maakt Emerson producten met een uiterst hoge kwaliteit. “Wij ontwikkelen graag samen met de klant een oplossing voor zijn project of toepassingen. Dat moet ook gelden voor de bedrijven die we overnemen, want dat is de basis om een excellente totaaloplossing aan te bieden. Na de overname van Knürr in 2006 bijvoorbeeld hebben de productmanagers van beide bedrijven op zeer korte termijn gezamenlijk een nieuwe pdu (MPX en MPH) ontwikkeld die vandaag
‘De communicatielijnen zijn zeer kort’
nog steeds een perfect antwoord biedt aan de vragen en uitdagingen van onze klanten. Wij kiezen resoluut en bewust voor onderscheidende kwaliteit.” Emerson Network Power heeft een enorm ruim en breed portfolio dat gaat van precisiekoeling, ups-systemen, server en networking racks en smartaisle containment, monitoringoplossingen tot DCIM en vele andere. Al deze producten zorgen ervoor dat de datacenters van klanten in goede handen is. Eén van de laatste ontwikkelingen is Trellis, een geïntegreerde oplossing voor DCIM die voorziet in het verbeteren van de energie- en operationele efficiëntie en IT-servicedelivery. Dat is het ultieme bindmiddel tussen alle Emerson-productlijnen. En het grote voordeel is dat producten van andere leveranciers – mits ze open communicatiestandaarden volgen – eveneens probleemloos in het nieuwe beheersysteem te integreren zijn. “Uiteraard zijn datacenters onze core business, maar wij bedienen tal van andere markten en sectoren met onze producten en oplossingen.”
oplossen
De Brauwer ziet dat de economische crisis natuurlijk ook gevolgen heeft voor Emerson Network Power Benelux. “Wij merken dat de doorlooptijden van projecten langer zijn geworden en beslissingen meermaals worden geëvalueerd alvorens de investeringen vrij te geven. Wij zijn uiteraard ook bezig onze eigen kostenstructuur efficiënter te maken. Tegelijkertijd blijven we verder investeren in ontwikkeling en nieuwe producten van morgen. ‘Consider IT solved’ en ‘Customer comes first’ zijn ons motto.”
advertentie
Feel the Power, Gain the Insight Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility and insight to easily manage all your rack power needs. Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs: Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A 4-54 locking outlets
Highest ambient temperature (60 °C, 140 °F)
Leverage the industry’s deepest capability set:
Plug-and-play environmental sensors
Remote unit-level and individual outlet-level kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy
Plug-in USB web cameras
Wi-Fi or wired networking
Circuit breaker metering and monitoring
Monitor and manage real time energy usage with Power IQ ® software which supports virtually every intelligent rack PDU on the market.
Call us on 010 284 4040 or visit www.raritan.eu/Power to learn more and explore all your PDU options.
© 2013 Raritan Inc.
Eaton 5P-ups ondersteunt virtuele platformen
Ook betere efficiëntie en geïntegreerde energiemonitoring eaton heeft een nieuw ups-systeem gelanceerd, de eaton 5p. deze zeer effiiënte, lineinteractieve ups is bedoeld voor de beveiliging van servers, switches, routers en opslagapparatuur in racks en kleine datacenters. de 5p ups is bovendien geschikt voor
20
Ook aan energiemanagement is gedacht bij de nieuwe Eaton 5P-ups. Via het intuïtieve grafische display krijgt de datacentermanager eenvoudig inzicht in het energiegebruik. De 5P-ups heeft tevens een echte sinusvormige spanning op de uitgang en is een belangrijke aanvulling op de recent geïntroduceerde Eaton 5PX-serie. Deze serie biedt klanten een zeer breed high-performance ups-programma tot 3kVA.
ups en virtualisatie
“Virtualisatie wordt steeds belangrijker, ook in kleinere IT-installaties”, zegt Christophe Jammes, productmanager enkelfase ups-systemen bij
Eaton. “Tot op heden was het moeilijk om kleine ups-systemen te vinden voor het gebruik in dergelijke virtuele omgevingen. Onze 5P en 5PX-series lossen dit probleem nu op door een directe integratie met de meest toonaangevende virtuele platformen. De ups-systemen bieden gebruikers bovendien een uitzonderlijk hoog rendement. Deze nieuwe producten betekenen echt een enorme stap voorwaarts in upstechnologie.” Het grafische lcd-display aan de voorzijde van de ups toont zowel de belangrijkste informatie over de status als de belangrijkste real-time meetwaarden van het apparaat. Het display kan worden ingesteld in verschillende talen en de makkelijk te hanteren navigatieknoppen maken een snelle en duidelijke configuratie van de ups mogelijk. Een rendement tot 98 procent minimaliseert zowel de energiekosten als de vraag aan (benodigde) koeling, terwijl de ingebouwde kWhmeter zorgt voor een nauwkeurige meting van de geleverde energie aan de belasting. Bovendien is de ups voorzien van load segment control. Deze functie maakt het mogelijk bepaalde niet-essentiële belastingen af te schakelen tijdens batterijbedrijf bij stroomonderbrekingen. Hierdoor wordt de runtime van de ups verlengt en kan deze de echt kritieke apparaten langere tijd van stroom voorzien.
tekst: van de redactie
dcw juni | energiemanagement
virtuele omgevingen dankzij de integratie met eaton’s intelligente powersoftware.
‘De ups-systemen bieden gebruikers een uitzonderlijk hoog rendement’
De Eaton intelligent-powermanagersoftware, een innoverende combinatie van energiemanagement en beschermingssoftware, wordt standaard meegeleverd met de 5P-ups. Deze software maakt een naadloze integratie met virtuele platformen, zoals VMware’s vCenter Server mogelijk, alsook virtuele platformen, zoals Citrix XenServer, Microsoft SCVMMTM, Red Hat en andere Xen open-sourceplatformen. Deze integratie maakt tijdens stroomonderbrekingen een automatische en transparante live migratie van virtuele machines mogelijk naar andere, nog wel werkende servers. Daarnaast zorgt de software ervoor dat computers, servers en virtuele machines gedurende een lange stroomonderbreking probleemloos en veilig worden afgesloten en uitgeschakeld. Ook bezit de 5P zowel een usb als een seriële poort en is er capaciteit voor een extra optionele communicatiekaart voor uitgebreidere systeemmanagement via een SNMP/web-interface of een relaisuitgang. De Eaton 5P-ups is beschikbaar in uitvoeringen van 650 tot 1550 VA. De sinusvormige uitgangsspanning die de 5P genereert is geschikt voor de voeding en/of beveiliging van de gevoeligste belastingen, zelfs voor servers met actieve powerfactorcorrectie (A-PFC). De batterij van de 5P is dankzij Eaton’s ABM-technologie (advanced battery management) zeer betrouwbaar en verzekerd van een lange levensdmuur. Deze techniek zorgt ervoor dat de batterijen enkel opgeladen worden wanneer dit echt nodig is, waardoor de levensduur van de
batterijen met 50 procent wordt verlengd. Als er onderhoud nodig is, of wanneer de batterijen moeten worden vervangen, kan dit eenvoudig worden gedaan zonder de werking van de ups te onderbreken. De efficiënte 5P-serie is verkrijgbaar in zowel een ruimtebesparende toweruitvoering als in een rackuitvoering. De rackuitvoering, met een hoogte van 1U, biedt 1,1 kW aan vermogen. Alle modellen hebben standaard drie jaar garantie op de elektronica en twee jaar garantie op de batterijen.
informatie
Over de Eaton 5P-ups: www.eaton.eu/5P. Over power quality oplossingen: www.eaton.nl/powerquality. Twitter: @Eaton_UPS
dcw juni | energiemanagement
beheersoftware
21
dalende budgetten en de cloud zorgen voor een toenemende druk op de markt voor het ontwerpen, inrichten en onderhouden van computerruimten, zo merkt ook gerard van der vegte van x-ict. de directeur weigert echter het woord ‘crisis’ in de mond te nemen. “je moet innovatief zijn.” innovatie en creativiteit hebben ervoor gezorgd dat het portfolio de afgelopen jaren is uitgebreid met onder andere een dcim-dienst, een ‘apk-check’ en een 24-uurs servicedienst. “en nu zijn we bezig met het opzetten van remote monitoring.”
Datacenterspecialist X-ICT uit Zwolle:
22
Het Zwolse X-ICT vindt zijn oorsprong bij een inmiddels failliete automatiseerder, waar directeur Gerard van der Vegte tot 2007 in dienst was. Samen met zijn toenmalige collega Jan van Gelder besloot Van der Vegte in 2007 de afdeling die verantwoordelijk was voor databekabeling en het ontwerpen, inrichten en onderhouden van computerruimten over te nemen van de toenmalige directie van het automatiseringsbedrijf. Dit plan slaagde en zo ging X-ICT in april van dat jaar met dertien man van start.
Groep als voorbeeld aan. Voor deze onderwijsinstelling heeft X-ICT recent 65 vestigingen voorzien van in totaal 1.500 access points, ‘maar die moesten wel allemaal worden bekabeld’.“De meeste mensen willen primair toch een vaste verbinding, en draadloos is iets wat erbij komt”, vervolgt Van Gelder. “Daar komt bij dat steeds meer via IP wordt aangesloten, zoals camera’s en systemen voor toegangscontrole en brandmelding, en dat gaat echt niet wireless. Daarvoor is wireless niet stabiel genoeg.”
focus
specialisme
Vanaf de start lag de focus op databekabeling en computerruimten. “Het was in de periode dat iedereen het had over wireless”, herinnert Van der Vegte zich. “Tegen ons werd toen gezegd: ‘Gaan jullie echt aan de slag met bekabeling? Over vijf jaar is iedereen draadloos en verkopen jullie geen enkele kabel meer’.” De praktijk heeft het tegendeel bewezen, concludeert compagnon Van Gelder. De mededirecteur haalt in dat verband de Landstede
Van Gelder signaleert dat bekabeling steeds meer een specialisme wordt.“Waar we vroeger te maken hadden met snelheden tot maximaal 1 Gb, hebben we nu steeds vaker te maken met snelheden tot 10 en zelfs 40 Gb. Er zijn echter maar weinig partijen die werkplekken op basis van Cat. 6a of Cat. 7 kunnen aansluiten, testen en certificeren. Daar hebben ze de apparatuur niet voor, en die hebben wij wel.” Behalve op koperbekabeling richt X-ICT
zich ook op glasvezel. Zo heeft het bedrijf uit Zwolle glasvezelbackbones aangelegd voor vrachtwagenfabrikant Scania, de Ziggo Dome en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. In de meeste gevallen wordt ‘blown fiber’ toegepast. “Dat is zo’n mooi systeem”, zegt Van Gelder enthousiast. “Je legt een duct aan, blaast er de fibers doorheen, en over vijf jaar kun je er gewoon weer iets nieuws bij blazen zonder het hele gebouw overhoop te halen.”
concepten
Om een bekabelingsysteem ‘vanaf de outlet tot aan het patchpaneel’ te kunnen certificeren, werkt X-ICT altijd met ‘proven concepten’, benadrukt Van der Vegte. “We gebruiken nooit merken door elkaar heen, want dan kun je het totale systeem niet certificeren. Op alles wat wij leveren, geven wij een certificaat voor garantie af.” Deze conceptmatige aanpak past het bedrijf dan ook toe in computerruimten. Klanten kunnen deze concepten, zoals het APC
tekst: ferry waterkamp is freelance journalist
dcw juni | interview
‘Wij gaan niet voor de megawatts’
‘Vooral aandacht voor de klant is zo ongelooflijk belangrijk’
innovatief
Deze aanpak, met veel aandacht voor kwaliteit en de relatie met de klant, heeft ertoe geleid dat X-ICT is uitgegroeid tot een bedrijf met 32 vaste medewerkers en een jaarlijkse groei van zo’n 10 tot 15 procent. Toch signaleert ook Van der Vegte een toenemende druk op de markt voor het ontwerpen, inrichten en onderhouden van computerruimten.“Projecten van vier of vijf ton zijn er niet veel meer. Ook zie je dat door virtualisatie en de gang naar de cloud de vermogens per businesscase steeds kleiner worden. Maar ik
weiger om het woord ‘crisis’ in de mond te nemen”, zegt Van der Vegte resoluut. “Je moet gewoon innovatief zijn om de stijgende lijn toch vast te houden.” Innovatie heeft bij het bedrijf onder andere geleid tot de ‘APK-check’. “Jaarlijks komt een van onze medewerkers bij de klant over de vloer voor een interne audit, waarbij zaken als redundantie en luchtstromen worden gecontroleerd. Ook vindt dan een gesprek plaats met de IT-manager. Het resultaat is een rapport met adviezen voor verbetering.” Ook heeft X-ICT de afgelopen jaren veel tijd en energie gestopt in DCIM, waarbij gebruik wordt gemaakt van de software van Schneider Electric. Hiermee krijgt de klant een compleet beeld van wat zich allemaal in het datacenter afspeelt. Meerdere datacenterlocaties zijn samen te brengen binnen één dashboard voor beheer. De vervolgstap was het inrichten van een 24uurs servicedienst. “De klant heeft bij problemen één aanspreekpunt en wij lossen het van a tot z op”, zegt Van der Vegte. “Nu zijn we
bezig met het opzetten van remote monitoring, zodat de klant het beheer volledig bij ons neer kan leggen.”
ambitie
“Er ligt de komende jaren voor ons nog een heel terrein open”, concludeert Van der Vegte. Een nieuwe medewerker voor ‘new business’ en meer aandacht voor marketing moeten de extra impuls geven. “Onze ambitie is om nog meer uit te groeien tot een landelijke organisatie, maar daarbij zoeken wij niet de megawatts op. Wij voelen ons het prettigst in kleinere ruimten tot maximaal zo’n tachtig racks. Ten opzichte van onze databekabeling willen wij innovatief blijven en ons daarmee onderscheiden in de markt. Verdere groei zal ook altijd zijn met behoud van werkplezier, volledige focus op kwaliteit en aandacht voor de klant. Vooral dat laatste is zo ongelooflijk belangrijk.”
dcw juni | interview
EcoAisle-systeem van Schneider Electric, met eigen ogen zien in zijn showroom in Zwolle. “Wij geven dan aan bij welke situatie welk concept het beste past, uiteraard rekeninghoudend met energie en kostenbesparing”, vertelt Van der Vegte. “Bij ons staat altijd de vraag centraal: waar wordt de klant gelukkig van? Wij krijgen er een kick van als klanten na oplevering zeggen: ‘Wow, dit is mooi’. Kwaliteit staat voor alles.”
23
Ton Fens van GEA Happel:
‘Klimaatbeheersing kan bij datacenters geld opleveren’ gea happel levert al een eeuw luchtbehandelingsproducten en –diensten; aan de industrie, laboratoria, kantoren en ziekenhuizen en onlangs nog aan het vernieuwde rijksmuseum. waar het bedrijf ook de computerruimte koelt. maar dat is een relatief nieuw terrein voor de onderneming. “we hebben ons goed voorbereid op de datacentermarkt; en we zijn er nu klaar
24
Ton Fens, directeur van GEA Happel, vertelt dat zijn bedrijf rekening houdt met de bedrijfskosten en de hoogste standaarden op het gebied van energie-efficiëntie en klimaatsystemen. “Onze systemen dragen ertoe bij dat een beperkt beslag wordt gelegd op schaarse bronnen en dat kosten van een levenscyclus verminderen. Zo is klimaatbeheersing niet alleen betaalbaar, maar kunnen onze klanten er zelfs kosten mee besparen!” De GEA Group is wereldwijd één van de grootste producenten van apparatuur en leverancier van procestechnologie voor onder meer de voedingsmiddelenindustrie, energiesector en klimaatbeheersing. In Nederland werken ongeveer vijftig mensen die centrale en decentrale luchtbehandelingsoplossingen leveren. Het bedrijf maakt energie-efficiënte producten voor het filteren, verwarmen, koelen, bevochtigen en ontvochtigen van lucht.
nieuw terrein
Sinds kort heeft de Nederlandse tak van GEA Happel de datacentermarkt betreden. Fens legt uit dat de basis voor deze expansie ligt in de overname in 2007 van het Britse bedrijf Denco. De Engelsen produceren en leveren klimaatbeheersingsinstallaties voor rekencentra. “Ze zijn marktleider in het Verenigd Koninkrijk”, zegt Fens. “Zo hebben ze onder andere British Telecom als klant, maar de rest van Europa was vooral een witte vlek op de klantenkaart. Wij, maar ook de bedrijfsonderdelen in andere Europese landen”, zegt Fens, “zijn sinds de overname langzaam, maar gestaag bezig de Denco-producten in Europa aan de man te brengen. Daarbij zijn we niet over één nacht ijs gegaan. Want je moet er eerst voor zorgen dat de organisatie er klaar voor is. We hebben monteurs opgeleid en we hebben installateurs ge-
tekst: teus molenaar
dcw juni | markt
voor”, zegt directeur ton fens.
nachtwacht
“Als de Nachtwacht ineens krimpscheurtjes gaat vertonen, hebben wij een probleem”, grapt Fens die ervan overtuigd is dat het meesterwerk van Rembrandt dankzij ‘zijn’ klimaatbeheersing er puik bij blijft hangen. Het Rijksmuseum klopte bij het bedrijf aan om de kunstschatten zo goed mogelijk voor het nageslacht te bewaren. Eenmaal rond de tafel is ook de klimaatbeheersing van het datacenter van het Rijksmuseum aan de onderneming gegund. Zo gaat het vaak, geeft Fens aan: “Wij komen binnen om een kantoor, werkruimte of een industriële omgeving te behandelen, en allengs weten we duidelijk te maken dat we ook het datacenter kunnen bedienen.” “Tot twee jaar geleden was de luchtbehandeling voor Industrie, kantoren en de utiliteitsmarkt onze kernactiviteit”, vervolgt Fens, “Maar we zijn nu ook op de datacentermarkt actief.”
andere markt
Uit zijn woorden blijkt dat je het datacenter ‘er niet zo maar even bij doet’. Er was een grondige voorbereiding voor nodig. “Wij hebben wel de goede apparatuur en services voor die markt”, legt hij uit, “maar je moet eerst goed nagaan welke producten juist voor datacenters geschikt zijn. En je hebt met heel andere partijen te maken. In de utiliteitsmarkt heb je te maken met de
adviseur, aannemer, installateur en opdrachtgever. Bij datacenters heb je veel meer te maken met de eindgebruiker en de opdrachtgever. En dat zijn vaak heel grote spelers. Daar moet je de organisatie op voorbereiden.” Fens geeft toe een al drukke markt op te gaan; eentje met gevestigde leveranciersnamen.Wat is zijn ‘unique selling point’ om het datacenterdomein te betreden? “De breedte van ons portfolio”, is zijn eerste reactie. Gevolgd door het begrip energiezuinigheid. Maar allengs blijkt het bedrijf meer in zijn mars te hebben. “Wij brengen de ervaring die we hebben opgedaan in luchtbehandeling in industriële en utiliteitomgevingen, naar het datacenter toe.We zijn gewend grote ruimten te behandelen met producten die een hoog rendement hebben en een laag energiegebruik. Je vindt ons bijvoorbeeld op de boorplatformen van Total. Onze producten staan op de vreemdste plaatsen. Vaak hebben ze daar heel specifieke eigenschappen nodig. Omdat wij de productie volledig in eigen hand hebben, kunnen we aan die specifieke eisen voldoen. Een goede onderlinge afstemming van alle benodigde systeemcomponenten wordt hierdoor bevorderd. Het complete klimaatpakket uit één hand dus. Daarbij komt dat wij, juist omdat onze producten op soms moeilijk bereikbare plaatsen staan, veel aandacht hebben voor de onderhoudbaarheid van de apparatuur.” Dit onderhoud is nodig om de Denco-producten nu en in de toekomst op een zo efficiënte en milieuvriendelijke manier te laten functioneren. Staat het datacenter aan de kust, zo geeft hij een voorbeeld, dan is de zilte lucht een aspect dat een belangrijke rol speelt bij de keuze voor de apparatuur. “Elke situatie is anders, elk gebouw is anders. Dat heeft effect op de te kiezen oplossing. Omdat wij zo’n breed productenpakket hebben, kunnen wij altijd de beste oplossing aanbieden.”
simulatiecentra
Wie een specifieke oplossing nodig heeft, kan altijd eerst nog terecht in een van de simulatiecentra die GEA Happel in Europa heeft. Die staan in Herne (Duitsland), Hereford (Engeland) en Liberec (Tsjechië). Daar kunnen technici temperatuur, geluid, regelbaarheid simuleren en testen. “Eventueel kunnen we in de testkamers een situatie creëren die voldoet aan specifieke klantwensen om na te gaan – via simulatie – of de betrouwbaarheid vooraf is te garanderen”, vult Fens aan. Hij zegt met de GEA Denco-producten elke situatie aan te kunnen. “Binnen- of buitenopstelling. Lucht- of watergekoeld. Koeling via een koudemiddel, water of adiabatische bevochtigingsunits met upflow of downflow: alles is mogelijk.We kunnen combineren wat per situatie wenselijk is. We hebben een compleet klimaatpakket.” De afgelopen anderhalf jaar is GEA Happel actief op de datacentermarkt om bekendheid te creëren. “We rollen betrouwbaar en compleet ons pakket de markt in, de markt zal wel merken dat wij onze oplossingen willen brengen.”
‘Maar we zijn nu ook op de datacentermarkt actief’
dcw juni | markt
traind. Dat kost een paar jaar. Maar inmiddels hebben we in Nederland al een paar projecten lopen.” Hij vertelt van een datacenter in Meppel dat voorzien is van ‘zijn’ klimaatbeheersingsapparatuur. Maar ook over de ‘close control units’ die zijn bedrijf heeft geleverd aan het verbouwde Rijksmuseum.
25
de commerciële hosting- en co-locatiedatacenters in nederland hebben een steeds sterkere neiging zoveel mogelijk relevante (maar soms ook minder relevante) certificaten en awards binnen te slepen en daarmee hun ‘prijzenkast’ zoveel mogelijk te vullen. is certificering zinvol? of moeten we de waarde ervan vooral niet overdrijven?
Certicering en het datacenter
Voor een deel komt de drang naar certificaten voort uit het streven van directies en managementafdelingen de interne bedrijfsprocessen goed te documenteren. Daarmee kan de klanttevredenheid worden verbeterd en zoveel mogelijk gewaarborgd. De eisen die hiervoor in de diverse ISO-standaarden worden gesteld, vormen met elkaar goede aanknopingspunten om een kwaliteitsmanagementsysteem op te zetten en in te richten. De klanten verwachten immers een hoge, maar vooral ook constante, kwaliteit van de dienstverlening.
dcw juni | management
geen keuze
26
Verder wordt de vraag naar bepaalde certificaten aangewakkerd door de bestaande gebruikers en de potentiële klanten van de datacenters. In veel gevallen is een bepaald certificaat zelfs een absolute eis vanuit de klant. Een datacenter heeft in zo’n geval geen keus: geen certificaat betekent geen klant. Zo zijn de banken en overige financiële instellingen, maar bijvoorbeeld ook webshops die gebruikmaken van betalingssystemen op basis van
credit cards, genoodzaakt om de PCI DSS (Payment card industry data security standard) te volgen. Daarmee zijn zij dus genoodzaakt hun gegevensverwerkende IT- en opslagapparatuur in een PCI DSS geaccrediteerd datacenter te huisvesten. De beveiligde afhandeling van betalingstransacties en de opslag van creditcardinformatie en gevoelige klantinformatie is dan gewaarborgd.Verder is de NEN-ISO/IEC 27001:2005 door het college standaardisatie verplicht gesteld voor de Nederlandse overheden en zullen deze overheden dus op zoek moeten naar een ISO 27001 gecertificeerd datacenter. Door de IT-apparatuur onder te brengen in een volgens die standaard gecertificeerd datacenter is immers de verplicht gestelde informatiebeveiliging uit deze norm gewaarborgd. Naast de PCI DSS compliance-verklaring en de ISO 27001-certificering bestaan er nog vele andere accreditaties, waaronder het ISO 9001-certificaat voor kwaliteitsmanagement, de ISO 14001 voor milieumanagement en de OHSAS 18001-accreditatie, gebaseerd op een Britse standaard voor arbomanagement. En om de ‘prijzenkast’ nog verder te kunnen vullen, zijn er nog talloze ‘prijzen’ te winnen die vaak niet meer zijn dan een ‘bewijs van goed gedrag’.
de ontbrekende factor
Een gemeenschappelijk kenmerk van bovengenoemde certificeringen is dat alleen de bedrijfsprocessen van een datacenter worden vastgelegd, voornamelijk voor zaken als kwaliteit, informatiebeveiliging, arbeidsomstandigheden en milieu. Hiermee wordt de kwaliteit van een datacenter inderdaad naar een hoger niveau getild, maar het vastleggen van (vaak) ingewikkelde bedrijfsprocessen brengt tevens het risico met zich mee dat de
tekst: pieter carlier is senior consultant all it rooms
Zinvol? Of vooral loze kreten?
invloed hiervan – voor in elk geval een deel – beperkt blijft tot de bureaulades en de dossierkasten. Ondanks het feit dat er op reguliere basis een audit door een onafhankelijke instantie wordt uitgevoerd. Voor de allerbelangrijkste eis van de klanten – het ononderbroken functioneren van de IT-apparatuur – hebben certificeringen voor bedrijfsprocessen, arbo en milieu echter weinig toegevoegde waarde. Aandacht voor de certificering van de belangrijkste pijler van een datacenter – de faciliterende infrastructuur – ontbreekt in Nederland in de meeste gevallen nog geheel. Datacenters in veel andere landen van Europa besteden daar veel meer aandacht aan.
loze kreten en achterstanden
appeltje, eitje?
Het ontwerpen, realiseren en onderhouden van een betrouwbare infrastructuur in een datacenter lijkt op zich een heel eenvoudige opgave. In hoofdlijnen betekent het dat er voldoende stroom, koeling en datacapaciteit in het datacenter moet worden gebracht. Als we de installaties en componenten dan vervolgens voldoende redundant uitvoeren en goed onderhouden, dan zit het wel goed. Appeltje, eitje dus, zou je denken. Simpelweg betekent het ook niet veel meer dan ‘power in’ en ‘heat out’, maar dat wel gedurende 24x7x365. Zonder het ont-
werpen en realiseren van een datacenter tot ‘rocket science’ te verheffen, moet vanuit de ervaring echter worden geconcludeerd dat het nogal eens mis gaat in het ontwerpproces en ook bij de implementatie. Bij het onderhouden van de diverse faciliterende installaties worden bovendien veelvuldig fouten gemaakt. Hierbij gaat het veelal om kleine (verborgen) fouten die toch desastreuze gevolgen kunnen hebben. Een voorbeeld: recentelijk is de koeling in een datacenter volledig uitgevallen, met alle gevolgen van dien. Deze uitval bleek veroorzaakt te zijn door het feit dat de besturingssystemen van die koeling zich in een regelkast op het dak van het datacenter bevonden. Niets mis mee zouden we in eerste instantie denken. Echter, de componenten van deze besturingssystemen bleken niet opgewassen tegen al te hoge omgevingstemperaturen. Niemand heeft daar in het ontwerpproces bij stil gestaan. Het gevolg was echter wel dat op een warme zomerdag de temperatuur in de betreffende regelkast tot meer dan 50◦C opliep. Hierdoor viel de volledige regeling van de koeling en de koeling zelf uit, de redundantie van de overige componenten in de koelinstallaties ten spijt. En vervolgens begint dan de eindeloze discussie wie verantwoordelijk kan worden gesteld voor dit verborgen ‘single point of failure’. Indien gekozen zou zijn om de technische infrastructuur te certificeren, zou deze fout ongetwijfeld zijn opgemerkt en zou dit incident niet hebben plaatsgehad. Zeker is dat er in de Nederlandse datacenterwereld nog veel meer van dergelijke verborgen fouten op de loer liggen om vroeg of laat keihard toe te slaan.
De gebezigde termen zijn misleidend of zelfs bedoeld om te misleiden dcw juni | management
Als het gaat over het ‘aantonen’ van de betrouwbaarheid van datacenters, worden er in commercieel datacenterland in veel gevallen termen gebruikt die in feite weinig of niets zeggen over de daadwerkelijke beschikbaarheid van de faciliterende infrastructuur van de desbetreffende datacenters. Veelal zijn de gebezigde termen misleidend of zelfs bedoeld om te misleiden en hebben een louter commerciële grondslag. Loze kreten dus, als het gaat om gegarandeerde, onderbouwde beschikbaarheid. Doel van deze ‘toegepaste kretologie’ is om potentiële klanten ervan te overtuigen dat uitbesteding van hun kritische data-apparatuur in goede handen is en dat de ‘uptime’ van de IT-systemen dus volledig gegarandeerd is. Er worden astronomisch hoge beschikbaarheidspercentages genoemd die technisch gezien vaak niet zijn te onderbouwen, laat staan door berekeningen zijn aan te tonen. In veel gevallen blijken deze beschikbaarheidscijfers bij nader onderzoek dan ook niet te kloppen. Als we een brochure of een website van een commercieel datacenter bekijken, komen we al gauw de termen Tier3, Tier3+, Tier4- en Tier4 tegen. Dit wekt de indruk – of beter gezegd – dat moet bij de klant de indruk wekken, dat het hier zou gaan om Tier-gecertificeerde datacenters.Van een Tier-certificering is hier echter in geen van de gevallen sprake. In Nederland zijn namelijk, in tegenstelling tot vele andere landen in Europa en in de rest van de wereld, tot op heden geen Tier-gecertificeerde datacenters (afbeelding 1). Nederland loopt daarbij sterk achter op de rest van de geïndustrialiseerde wereld. Niet verrassend is dat Amerika hierin een vooraanstaande rol vervult, hier zijn tientallen Tier-gecertificeerde datacenters. In Europa zijn het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Luxemburg en Rusland daarin de koplopers.
27
1. De zogeheten Tier Certification kaart op de website van het Uptime Institute geeft duidelijk aan dat er in Nederland géén Tier-gecertificeerde datacenters zijn.
dcw juni | management
Certificering van de totale techniek blijft in Nederland geheel buiten schot
28
certif icering van techniek
De vraag waarom in de Nederlandse datacenters de faciliterende installaties niet als één geheel worden gecertificeerd – iets wat in het buitenland wel gebeurt – is volstrekt onduidelijk. Certificering van de totale techniek blijft in Nederland geheel buiten schot in de commerciële datacenters, terwijl juist die techniek de basis vormt voor de ‘uptime’ van het datacenter. In de meeste gevallen zijn er wel enkele deelcertificaten van installatieonderdelen beschikbaar, bijvoorbeeld voor het onderdeel databekabeling. Maar zelfs een gecertificeerd databekabelingsysteem is in sommige gevallen al te veel gevraagd en het is dus maar de vraag in hoeverre deze databekabeling betrouwbaar is – en blijft. Zijn de kosten die aan een allesomvattend certificeringstraject verbonden het struikelblok? Is het vertrouwen in een juist ontwerp door een technisch adviesbureau en een foutloze implementatie door de installateurs zó groot dat een certificering overbodig wordt geacht? Is de Nederlandse installatietechniek wellicht van een hoger niveau dan in de rest van de wereld of zijn de mogelijkheden voor een certificering van de totale techniek wellicht onvoldoende bekend bij de beheerders? Eén ding staat wel vast: de mogelijkheden om de samenhangende technieken van een datacenter als één geheel te certificeren, zijn er wel degelijk. En als we de kosten van een dergelijk traject bekijken, zijn de benodigde investeringen relatief laag, zeker als we de kosten hiervan afzetten tegen de realisatiekosten van een datacenter.
de mogelijkheden
Om de totale faciliterende infrastructuur te kunnen certificeren bestaan verschillende mogelijkheden. In Nederland is het mogelijk de techniek van een datacenter als één samenhangend geheel te certificeren door een uitgebreide toetsing van de installaties aan de wereldwijd geaccepteerde TIA-942-standaard (Telecommunications infrastructure standard for datacenters). Dit resulteert dan uiteindelijk in een TIA-942 compliance-verklaring, waarbij een datacenter aan de hand van TIA-942 checklisten in een bepaald Tier-niveau wordt ingedeeld. Een aantal niet-commerciële, eigen datacenters van Nederlandse overheden, waaronder de provincie Limburg en de gemeente Utrecht, hebben
dit traject reeds doorlopen en zijn in het bezit van een TIA-942 compliance-verklaring. Uptime Institute biedt diverse, wereldwijd geaccepteerde certificeringstrajecten, waarbij zowel het ontwerp (‘design documents’), de gerealiseerde infrastructuur (‘constructed facility’) als het beheer (‘operational sustainability’) kunnen worden gecertificeerd. Een datacenter kan hiermee uiteindelijk drie certificeringen behalen, waarbij voor ontwerp en gerealiseerde infrastructuur een classificering wordt bepaald: Tier I tot en met Tier IV. Voor het onderdeel operational sustainability wordt een bronzen, een zilveren dan wel een gouden status toegekend. Bij de bouw van een nieuw datacenter begint het auditproces al tijdens de ontwerpfase. De ontwerpdocumenten (waaronder tekeningen en schema’s) worden getoetst en beoordeeld aan de hand van de ‘Data center site infrastructure standard: topology’ van Uptime Institute en bij nul fouten heeft een certificering plaats. In Nederland is een aantal personen werkzaam die door Uptime Institute voor ‘geaccrediteerd Tier design’ (ATD) zijn opgeleid en de gestelde standaarden en normen daarvoor volledig beheersen (zie hiervoor: www.uptimeinstitute.com/accredited-tier-designer/atd-roster). Na certificering van het ontwerp kan vervolgens worden gekozen om het volledige ‘as built’ datacenter – ofwel de constructed facility – onder de loep te laten nemen en vervolgens de operational sustainability. Overigens kan ook een al bestaande datacenterfaciliteit door Uptime Institute worden gecertificeerd, het traject begint dan in de meeste gevallen met een ‘gap analyse’. Alleen na auditing en certificering door Uptime Institute mag een datacenter zich Tier-gecertificeerd noemen en mogen daarvoor dan ook de Uptime Institute logo’s worden gebruikt. Afgezien van de borging van een hoog beschikbaarheidspercentage bieden de certificaten dus ook commerciële voordelen en dat is nu net wat de datacenters voor ogen hebben.
Goede opleiding verkleint kans op menselijke fouten
Het belang van onafhankelijke datacentertrainingen de kosten van downtime in een datacenter zijn over het algemeen enorm. de invloed van de factor ‘mens’ op (het voorkomen van) downtime is echter groot. daarom is het zeer belangrijk dat er in en om het datacenter mensen werken die goed zijn opgeleid, weten waar ze over praten en bovendien dezelfde ‘taal’ spreken. goede en liefst vendor-onafhankelijke
Goede opleidingen verkleinen de kans op fouten aanzienlijk. Bij het optimaliseren van IT en de daarbij benodigde middelen is het dus van groot belang dat de factor ‘mens’ niet wordt vergeten. Een datacenter kan van de beste en meest innovatieve oplossingen zijn voorzien, wanneer de medewerkers basis- en inhoudelijke kennis missen is de kans op fouten hoog. Gelukkig worden medewerkers en (toe)leveranciers in veel datacenters al volop getraind en gecertificeerd. De onderliggende redenen zijn onder meer: − strategische keuze van het datacenter zichzelf te onderscheiden; − verzoeken vanuit de markt; − wens van medewerkers. Datacentertrainingen moeten het liefst vendor-onafhankelijk zijn. Geen ‘gekleurd’ verhaal, maar bij voorkeur vakinhoudelijke informatie over alle belangrijke onderdelen in het datacenter. Door technische vooruitgang is het belangrijk dat medewerkers zich blijven ontwikkelen. Een goed human-resourcebeleid voorziet in training en scholing van medewerkers. Door het volgen en met succes afronden van een vendoronafhankelijke datacentertraining komen medewerkers in het bezit van een erkende certificering. Het datacenter toont hiermee aan dat het investeert in zijn medewerkers met als doel: − medewerkers de gelegenheid te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen en individuele kennis naar een hoger niveau te brengen; − alle medewerkers in het datacenter dezelfde ‘taal’ te laten spreken; − medewerkers de gelegenheid te bieden antwoord te krijgen op al hun praktische vragen;
− medewerkers te informeren over de laatste (technische) inzichten op het gebied van datacenters; − medewerkers de mogelijkheid te bieden ervaringen met concullegea uit te wisselen; − onderscheidend vermogen te creëren ten opzichte van andere datacenters.
dcw juni | opleiding
tekst: bastiaan janssen is werkzaam bij vijfhart it-opleidingen
trainingen spelen hierbij een hoofdrol.
29
SRK en MCX kiezen profITair
Aanzienlijke besparing op energiegebruik en kosten zowel srk rechtshulp als mcx administration services maken sinds kort gebruik van profitair, een oplossing die vrije luchtkoeling combineert met de bestaande koelinstallatie in een datacenter. de oplossing meet continu de warmteproductie in de serverruimten en stemt de koeling hierop af. hierdoor worden forse energiebesparingen gerealiseerd, terwijl ook de
dcw juni | energiebesparing
co2 -uitstoot van de bedrijven aanzienlijk wordt teruggedrongen.
30
inzet van buitenlucht
De inzet van buitenlucht is dan ook een ideale methode om een serverruimte te koelen. Het koelmiddel is immers al op de juiste temperatuur en kan dus direct worden ingezet om de componenten van een serverruimte te koelen. De koelinstallatie hoeft hierdoor niet of minder hard te werken dan in een conventionele opstelling, terwijl hetzelfde resultaat wordt bereikt. Met vrije luchtkoeling kan dus een forse besparingen op de energierekening worden gerealiseerd, zonder de prestaties van een serverruimte in gevaar te brengen. Deze energiebesparing leidt daarnaast tot een vermindering van de CO2-uitstoot. Vrije luchtkoeling bestaat in verschillende vormen. Directe vrije luchtkoeling is de efficiëntste variant, aangezien deze techniek bij de hoogste buitentemperatuur kan worden ingezet. Indirecte vrije luchtkoeling is in staat te koelen met buitenlucht met een temperatuur van maximaal 23 °C. In Nederland kennen we ongeveer 650 van de 8.760 uur per jaar een
tekst: van de redactie
duurzaamheidscalculator
Benieuwd hoeveel energie profITair in een serverruimte kan besparen? Met een handige calculator van profITbox zijn deze energiebesparing en vermindering van de CO2-uitstoot in enkele minuten uitrekenen.Vul simpelweg een aantal basisgegevens over de situatie in de computerruimte in en laat de duurzaamheidscalculator de vermindering van het energiegebruik berekenen. De calculator is beschikbaar via de website van profITbox.
buitentemperatuur van 23 °C of hoger. Directe vrije luchtkoeling is echter in staat te koelen met buitenlucht tot een temperatuur van 26 °C. In Nederland is het ongeveer 250 uur per jaar 26 °C of hoger. Directe vrije luchtkoeling kan dus maar liefst 400 uur per jaar langer met buitenlucht koelen dan de indirecte variant. profITair speelt hierop in door de bestaande koelinstallatie in een serverruimte te combineren met vrije luchtkoeling. De oplossing meet continu de daadwerkelijke warmteproductie en stemt de koeling hierop af. Is de buitentemperatuur beneden de gewenste ruimtetemperatuur? Dan schakelt het systeem automatisch de bestaande koelinstallatie uit om de serverruimte op temperatuur te houden. Het optimaliseert dus de koeling in een computerruimte, zodat met de laagst mogelijke energievoorziening een omgeving wordt gecreëerd waarin de ict-apparatuur compromisloos kan functioneren.
ventilator
Koude lucht wordt met een ventilator door de computerruimte en over de IT-apparatuur geblazen. De ventilator is dan ook noodzakelijk om de koude lucht op de juiste positie in het datacenter te krijgen. Het onderdeel biedt echter veel ruimte voor optimalisatie. Het energiegebruik stijgt op het moment dat de ventilator harder moet werken namelijk niet lineair, maar exponentieel. Het is dan ook interessant de belasting van de ventilator te optimaliseren, zodat deze een minimale hoeveelheid energie verbruikt. profITair speelt hierop in door de snelheid waarmee de ventilator draait aan te passen op de daadwerkelijke warmteproductie. Het aantal toeren dat de ventilator moet maken om de temperatuur in de serverruimte op peil te houden, wordt erdoor geminimaliseerd. Zo wordt het energiegebruik van het onderdeel fors teruggedrongen.
luchtvochtigheid
Naast de temperatuur speelt ook de luchtvochtigheid een belangrijke rol in de prestaties van een datacenters. Ashrae stelt dat de grenswaarden van luchtvochtigheid tussen 20 en 80 procent liggen om een computerruimte optimaal te laten opereren. profITair bewaakt dan ook niet alleen de temperatuur, maar ook de
mcx
MCX Administration Services is een ictdienstverlener op het gebied van hosting en beheer van diverse Oracle-applicaties. Het bedrijf is sinds 1999 actief en richt zich op technisch applicatiebeheer. Het klantenbestand bestaat uit banken, verzekeraars, (semi)overheid en multinationals. MCX beschikt over meerdere computerruimten voor het hosten van zijn ict-diensten. In één daarvan combineert profITair DX-koeling met vrije luchtkoeling, waardoor zowel het energiegebruik als de CO2-uitstoot van de computerruimte is teruggedrongen. “De profITair is flexibel te regelen, oogt solide en kent een goed afwerkingsniveau. De unit draait pas korte tijd, maar wij verwachten een aanzienlijke besparing te realiseren in de koude maanden", zegt Sjir Lauvenberg van MCX Administration Services. luchtvochtigheid. Het systeem past de temperatuur en luchtvochtigheid indien nodig volledig automatisch aan en zorgt dat deze te allen tijde binnen de door Ashrae opgegeven waarden blijven. De profITair-implementatie bij SRK Rechtsbijstand.
dcw juni | energiebesparing
Koelinstallaties zijn één van de belangrijkste energiegebruikers in computerruimten. Vrije luchtkoeling biedt de mogelijkheid het energiegebruik en daarmee de energierekening terug te dringen door lucht van buiten het datacenter aan te zuigen. Het leidinggevende adviesorgaan Ashrae adviseert de temperatuur in een datacenter tussen de 18 en 27 °C te houden om optimale prestaties te behalen met de aanwezige IT-apparatuur. De temperatuur van de buitenlucht is afhankelijk van de tijd van het jaar, maar is in Nederland slechts een klein deel van het jaar hoger dan 27 °C.
31
profITair optimaliseert de koeling in een serverruimte. Bereken met de duurzaamheidscalculator welke besparing profITair kan realiseren.
dcw juni | energiebesparing
besparingen
32
Het optimaliseren van vrije luchtkoeling in een computerruimte hoeft niet duur te zijn. profITair kan worden gecombineerd met een bestaande koelinstallatie. Grote investeringen in de serverruimte zijn dan ook niet noodzakelijk om de koeling met het systeem te optimaliseren. Daarnaast kan op de aanschafkosten ervan worden bespaard dankzij de energie-investeringsaftrek, een regeling waarmee de Nederlandse overheid bedrijven stimuleert maatregelen te nemen om de energie-efficiëntie van onder andere datacenters te vergroten. Ook oplossingen als profITair voldoen aan deze regeling, waardoor bedrijven die dergelijke oplossing aanschaffen een deel van de kosten kunnen aftrekken van hun fiscale winst.
terugverdientijd
Het optimaliseren van vrije luchtkoeling is dankzij deze voordelen dan ook tegen een relatief laag tarief mogelijk. Door de koelinstallatie in het datacenter efficiënter te laten wer-
ken wordt tegelijkertijd veel energie bespaard, wat fors scheelt op de energierekening. Aan het optimaliseren van vrije luchtkoeling is dan ook een korte terugverdientijd verbonden, waardoor de oplossing snel tot winst leidt. Naast een besparing op de energierekening realiseert profITair een flinke vermindering van de CO2-uitstoot. Hoe minder energie de computerruimte immers gebruikt hoe minder CO2 hoeft te worden uitgestoten bij de opwekking van deze energie. Door de snelle terugverdientijd van de oplossing is het systeem dan ook een interessante optie om de CO2uitstoot van een bedrijf op voordelige wijze terug te dringen. profITair vermindert dus niet alleen de energierekening, maar ook de CO2-uitstoot van een bedrijf. Het slimme meet- en regelsysteem bespaart hierdoor niet alleen geld, maar zorgt ook dat het milieu minder zwaar wordt belast. Ook met het oog op MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen), een onderwerp dat vandaag de dag steeds belangrijker wordt, is profITair dan ook een interessante oplossing.
srk rechtsbijstand
Stichting SRK Rechtsbijstand voert onafhankelijk rechtshulp uit voor verzekeraars. SRK is actief voor zes verschillende verzekeringsmaatschappijen: Aegon Schadeverzekering, de Goudse Schadeverzekeringen, ING Insurance Services, Juwon Onderlinge Schademaatschappij, Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij en de VAN (Rialto Verzekeringen). Het bedrijf beschikt over een eigen datacenter dat nu wordt gekoeld met DX-koeling en profITair-luchtkoeling en verzorgt hiermee met de laagst mogelijke energievoorziening een omgeving waarin de ict-apparatuur compromisloos kan functioneren. “SRK Rechtsbijstand moet volstrekt betrouwbare ict-apparatuur hebben. We zijn een grote juridisch dienstverlener. Het mag gewoon niet misgaan. Met profiTair verwachten we de betrouwbaarheid verder verhoogd te hebben”, zegt Erwin Meinders, manager ict & facilities bij SRK Rechtsbijstand.
Nxs Internet ontwikkelt extra business
ADC's van A10 Networks
internetserviceprovider nxs internet heeft ‘application delivery controllers’ van a10 networks geïmplementeerd om de applicatieperformance richting klanten te verhogen en nieuwe business te ontwikkelen. henk nijland, managed services director, vertelt zijn
Met drie datacenters in Amsterdam behoort Nxs Internet tot de grotere, zelfstandig opererende dienstverleners in de Nederlandse hostingmarkt. Met zo'n 35 medewerkers biedt de provider alle gangbare internetservices aan, variërend van domeinregistraties tot virtuele, co-located en managed hosting, en rackspace. Het bedrijf heeft ruim vijfhonderd klanten in verschillende marktsectoren, waaronder IT, overheid en retail. Die klanten hechten veel belang aan hoge kwaliteit en betrouwbaarheid, omdat internetdiensten steeds belangrijker worden voor hun online groei.
signaleren van behoeften
tekst: van de redactie
“Behalve in een mogelijke verhoging van de kwaliteit investeren we ook in een duurzame toekomst, door gebruik te maken van groene energie in onze datacenters en energiebesparende koeltechnieken”, vertelt Henk Nijland, managed services director van Nxs Internet. Verder compenseert het bedrijf CO2-emissies door bomen te planten in een eigen bos. Omdat de hostingmarkt snel groeit en sterk concurrerend is, luistert het bedrijf continu naar klanten om nieuwe behoeften en wensen
te signaleren. Altijd beschikbare en sneller presterende applicaties zijn voor hen momenteel het belangrijkst. Omdat Nxs Internet tot voor kort alleen een softwaregebaseerde ‘load balancingoplossing’ op zijn servers gebruikte, is de provider het aanbod en de toegevoegde waarde van een nieuwe generatie load balancers gaan onderzoeken. Daaruit bleek dat die zijn groeikansen in termen van flexibiliteit en schaalbaarheid flink konden verbeteren. “Omdat onze klanten een grotere diversiteit aan applicaties met toenemende snelheidswensen gebruiken, groeide de behoefte om daar een flexibelere invulling aan te kunnen geven”, zegt Nijland. “Daarom hebben wij onlangs een aantal ADC ‘s (application delivery controllers) van A10 Networks geïmplementeerd.”
maatwerk in applicatieprestaties
Nxs Internet is bij A10 Networks terechtgekomen via Xantaro, die zelf ook de AX Series ADC’s gebruikt. Elke AX Series ADC is een flexibel schaalbaar platform dat in meerdere virtuele ADC’s is te verdelen om applicaties en klantomgevingen met verschillende prestatie-
behoeften te kunnen ondersteunen. Op basis van het 64 bit Acos (advanced core operating system), bieden ze een uitgebreide laag 4-7 functionaliteit en virtualisatietechnieken, waaronder aVCS (virtual chassis) en multi-tenancy. “Xantaro is als service-integrator enthousiast over de mogelijkheden en kwaliteit van A10 ADC’s en heeft ons aangestoken”, vervolgt Nijland. “Dankzij de investering in die ADC’s hebben wij niet alleen onze eigen prestaties richting onze klanten kunnen verbeteren, maar beschikken wij nu ook over een platform om hen op maat load balancing te leveren. Dus ADC-functionaliteit voor een interessant tarief voor meer klanten.” Behalve verhoging van de applicatieprestaties bieden de AX Series Nxs Internet ook de mogelijkheid om load balancing te verdelen over twee datacenters, wat de redundantie verhoogt. Verder kan met de caching en SSL-offloading functies het actuele applicatieverkeer eenvoudiger en inzichtelijker worden gemanaged.Ten slotte vereenvoudigt de mogelijkheid om per klant op maat ADC-functionaliteit te kunnen toewijzen de dagelijkse bedrijfsvoering en het levenscyclusmanagement van de netwerkapparatuur. “A10 Networks biedt naar onze mening de beste prestatie-prijsverhouding en een duidelijke Capex/Opex, mede omdat ze geen licentie- en upgradekosten berekenen voor extra functionaliteit”, zegt Nijland. “Ze bieden ons als internetserviceprovider samengevat een ‘all-in-one’-oplossing om flexibeler in te kunnen spelen op de veranderende managed hostingbehoeften van onze klanten.”
dcw juni | markt
ervaringen.
33
ICTroom bouwt datacenter voor Evinova
Tier 3+-ontwerp met een PUE van 1.26 een gloednieuw datafort heeft onlangs in drenthe zijn deuren geopend. dit ‘purpose built’ datacenter met een tier 3+-ontwerp is met een pue van 1.26 energiezuinig, gebruikt de modernste technieken, is schaalbaar en heeft de hoogste beveiligingsstatus. excellent, veilig en innovatief zijn de kernwaarden van evinova, het modulaire datacenter dat gebouwd is voor de toekomst.
dcw juni | praktijk
‘purpose built’
34
Directeur Dik van der Leeden geeft aan dat Evinova speciaal is ontworpen om dienst te doen als datacenter. “Er is begonnen met het ontwerpen van de technische infrastructuur en pas daarna is het pand ontworpen. Drie jaar geleden ontstond het plan voor dit datacenter. Naarmate het idee verder werd uitgewerkt, groeide de omvang van het datacenter. Uiteindelijk is het drie keer zo groot geworden als initieel gepland. Dit datacenter is volledig modulair opgezet. Gebouwd op de toekomst.” In oktober 2012 ging de eerste paal de grond in. “Bijzonder is dat de bouw van het pand en de realisatie van het datacenter door ICTroom vrijwel gelijktijdig hebben plaatsgevonden”, vertelt Van der Leeden. “Dat was gezien het tijdstraject onvermijdelijk.Vooraf is hier door alle betrokken partijen dan ook zeer nauwgezette afstemming over geweest en dat gaf ons het vertrouwen dat dit in praktijk ook daadwerkelijk het gewenste resultaat op zou leveren.” Omdat bouwen en inrichten gelijk opliepen, is er tijdens het project op regelmatige basis bouwoverleg geweest tussen de partijen, zodat werkzaamheden naadloos op elkaar konden worden afgestemd. Eind april dit jaar is het datacenter volgens planning opgeleverd.
intensieve samenwerking
Het is niet zo dat ICTroom een datacenter ontwerpt, waarna een architect het gebouw ontwerpt en de aannemer vervolgens het stokje overneemt en de bouw ervan realiseert. “Er is gedurende het hele traject veel afstemming nodig tussen de partijen”, vertelt Hans Regterschot, projectleider van ICTroom. “Dat wordt soms onderschat merk ik. Wij maken een ontwerp voor de technische infrastructuur van het datacenter op basis van de gewenste specificaties van de klant. Daar gaan de architect en de aannemer dan mee aan de slag. Zij maken natuurlijk ook bepaalde keuzes en die kunnen invloed hebben op ons ontwerp. Daarom is overleg zo belangrijk. Samen bespreek je de mogelijkheden, kom je tot een goed compromis en worden de ontwerpen eventueel bijgesteld. Afstemming is ook nodig om modulair te kunnen bouwen. Wat moeten wij nu regelen, om in de toekomst iets te kunnen doen zonder dat het impact heeft op de bedrijfsvoering van het datacenter. In de technische ontwerpfase is al heel precies bekend wat waar gaat komen, zodat de aannemer dit in zijn ontwerp kan meenemen.” Met de aannemer is afgesproken dat er geen bouwwerkzaamheden zouden plaatsvinden in ruimten waar ICTroom aan het werk was. Regterschot: “Wij bouwen een cleanroom en die wil je vanaf dag één schoon hebben. Vanwege de werkzaamheden aan het pand is er wel extra vaak schoongemaakt en hebben we speciale matten geplaatst om de inloop van vuil te beperken. Om een zo energie-efficiënt mogelijk datacenter te bouwen en als voorbereiding op de ISO-certificeringen, zijn er tijdens de bouw al speciale voorzieningen aangebracht.Verlichting, beveiliging en toegangscontrole grijpen bijvoorbeeld op elkaar in en die hebben wij daarom gekoppeld. Alles wordt nu aangestuurd door de inbraak- en toegangscentrale. Die weet dankzij bewegingsdetectoren en paslezers precies in welke ruimten mensen aanwezig zijn. Ook is het daarmee mogelijk alleen daar de verlichting in te schakelen, zodat
tekst: van de redactie
Eén van de eigenschappen van het schaalbare datacenter Evinova dat door ICTroom is ontworpen en gerealiseerd, is de veilige ligging op 1,5 m boven NAP. Een uniek gegeven in Nederland. Want vooral in de randstad is een dergelijke hoge ligging zeer zeldzaam. Daarmee is Evinova tevens de perfecte kandidaat om als twin-datacenter te worden ingezet voor organisaties die een positie hebben in een randstedelijk datacenter. Verder onderscheidt het datacenter zich met een lage PUE van 1.26, extra hoge racks van 51U met een rackdiepte van 120 cm, vermogen per rack tot maar liefst 6.0 kW en een totale capaciteit voor 20.000 serverposities, uit te breiden tot 30.000.
modulaire opbouw
Het datacenter zal gefaseerd worden ingericht, geeft Van der Leeden aan. “Met de oplevering is de eerste fase afgerond. Een ruimte met plaats voor honderd extra hoge 51U racks. Achter deze eerste ruimte ligt een tweede vloer al klaar. We hoeven alleen de zaalinrichting maar aan te brengen om ook deze tweede fase operationeel te maken.Vervolgens is er in het datacenter ruimte voor nog eens vier fasen. Het gros van de voorzieningen is al aanwezig. Daar is in het ontwerp van ICTroom bijzonder goed over nagedacht.” Uiteindelijk komt in zes fasen een totale vloeroppervlakte van maar liefst 1.500 m2 beschikbaar. “Een extra voordeel van het gefaseerd inrichten is dat we telkens de nieuwste technologie kunnen toepassen. We hebben een afschrijvingsschema van vijf jaar, dus als we bijvoorbeeld aan de derde, vierde of vijfde fase toe zijn, kunnen we – gechargeerd gezegd – de eerste fase weggooien en opnieuw inrichten. Zo ontstaat een mooie cyclus van vernieuwingen”, zegt Van der Leeden. De modulaire opbouw van het datacenter is ook in de E-ruimte terug te vinden. In de vloer naast de hoofdverdeler zijn frames zichtbaar waarop nieuwe installaties zijn te plaatsen. Dat hoeft pas zodra er behoefte aan is. Op die manier worden hoge investeringen voorkomen voor installaties die nu nog niet nodig zijn. Alle voorbereidende werkzaamheden zijn al getroffen. Breekwerkzaamheden of een verbouwing
zijn zodoende niet nodig. De extra apparatuur kan direct op de frames worden geplaatst en aangesloten. In deze E-ruimte is tevens een ‘flywheel’ ups te vinden. Een ultramoderne en energie-efficiënte technologie die in Nederland nog maar weinig wordt toegepast.
adiabatische koeling
Evinova maakt gebruik van vrije koeling. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen om er adiabatische koeling aan toe te voegen. ”Alle benodigde voorzieningen zijn tijdens de bouw aangebracht. Dat is weer zo’n voorbeeld van bouwen op de toekomst. Er hoeft niets voor te worden opengebroken, het kan er zo in en het is slechts een kwestie van een paar apparaten omwisselen om het in gebruik te nemen. Met adiabatische koeling kunnen wij een extra slag maken om een nog groener datacenter te worden”, stelt Van der Leeden. “Evinova was al geschaald op een PUE van 1,26 en dat zal met de adiabatische koeling alleen maar efficiënter worden.” Met kernwaarden als excellent, veilig en innovatief in de naam Evinova verwerkt, besloot het bedrijf om meteen bij oplevering van het datacenter een certificeringstraject op te starten voor ISO 9001, 14001 en 27001. “We zijn er helemaal klaar voor, want het datacenter is volledig compliant gebouwd. Het gaat dus alleen om certificering. De audits vinden nog dit jaar plaats. Het datacenter heeft een Tier 3+-ontwerp en heeft een aantal unieke eigenschappen, zoals de ligging ver boven NAP, de hoogstaande technologie die we gebruiken, de schaalbaarheid, het beveiligingsniveau en het groene karakter. Dat zijn mooie complimenten die ik regelmatig en ongevraagd krijgt”, zegt Van der Leeden trots. “Ik kan dan ook alleen maar zeggen dat ICTroom hier prima werk heeft geleverd. Er is echt goed over het ontwerp nagedacht. Er is op tijd geleverd en afspraken zijn goed nagekomen. Het is een goede club en ik heb alle waardering voor wat er hier is neergezet.”
dcw juni | praktijk
er extra efficiënt met energie wordt omgesprongen. De blus- en brandmeldinstallatie is gekoppeld aan de ontruimingsinstallatie van het gebouw. De klant kan op de hoofdcentrale direct zien waar welke voormelding is opgetreden. Alle systemen praten met elkaar en ze voldoen aan de verordeningen. Ook hier was samenwerking weer het sleutelwoord. Om alles goed te krijgen heb je precies de juiste spullen nodig. Dat werkt door tot de deursloten aan toe.”
35
de media gateway op het mediapark in hilversum fungeert als uitzendstraat voor de radio- en tv-uitzendingen van de meeste nederlandse omroepen. logisch dus dat er zeer hoge eisen worden gesteld aan de beschikbaarheid van dit datacenter. de media gateway is bovendien een colo-datacenter, waar ze de energiekosten in kaart kunnen brengen en doorberekenen aan klanten. aan de keuze van de pdu’s en de power-monitoringsoftware - beide geleverd door raritan - is dan ook veel zorg besteed.
Raritan komt met energiemanagementoplossing
De Media Gateway is een datacenter dat er in eerste instantie uitziet als elke andere computerruimte. Racks vol met apparatuur, al valt op menig positie op dat er naast de vele servers en storagesystemen ook exotische apparaten uit de AV-wereld staan opgesteld. De Media Gateway is voortgekomen uit het NOB, dat op zich al weer een afsplitsing van de NOS was. Via enige omzwervingen – onder andere Thomson en Technicolor – is Ericsson Broadcast Services tegenwoordig eigenaar. Het datacenter kent een aantal functies. Zo wordt het gebruikt voor interne administratieve applicaties. Dit gedeelte lijkt als twee druppels water op een traditionele computerruimte. Daarnaast is er ook een heel audiovisueel gedeelte ingericht. Hier staat zeer gespecialiseerde apparatuur opgesteld en wijkt de bekabeling sterk af van wat we in een traditionelere ruimte gewend zijn.
dcw juni | praktijk
‘bijna’ tier 4
36
“De Media Gateway verzorgt meer dan ‘alleen maar’ tv- en radio-uitzendingen”, zegt service delivery coördinator Ton Heijnen. “Wij verzorgen bijvoorbeeld ook het omzetten van bestanden naar formaten die geschikt zijn voor bijvoorbeeld uitzending
gemist, voor uitzending via kabelmaatschappijen, tal van internetkanalen en dergelijke. Dit betekent dat dit center niet alleen eigen apparatuur bevat, maar ook als colo dienst doet voor onder andere omroepen en kabelaanbieders. Het datacenter zit – zoals ik dat altijd noem – tussen Tier 3 en 4 in. Dit jaar gaan we flink investeren in de bouw van extra noodvoorzieningen voor stroom en koeling, zodat de beschikbaarheid in de Media Gateway verder verbetert.” Het colo-gedeelte biedt plaats aan zowel AV- als IT-apparatuur van de klanten van het datacenter. SLA's ofwel sevice level agreements spelen een hoofdrol binnen de relatie van de gateway met zijn klanten. “Een zender mag letterlijk niet ‘op zwart’ komen te staan”, zegt Heijnen. “Er worden dus zeer hoge eisen gesteld aan de beschikbaarheid van het datacenter en de apparatuur die daarin staat opgesteld. Aan die hoge beschikbaarheid hangt een prijskaartje en daarin verschillen wij niet echt van iedere andere colo-aanbieder. Een klant betaalt voor het plaatsen van apparatuur, maar natuurlijk ook voor het energiegebruik.Van dat energiegebruik maken wij vooraf een inschatting. Maar klopt dat wel met de werkelijkheid?” In samenwerking met ICTroom werkt de Media Gateway al enige tijd aan het optimaliseren van het datacenter. Daarbij worden onder andere racks vervangen en wordt aan de energiebehoefte voor koeling gewerkt door de cold alley-oplossing van ICTroom toe te passen. Ook de behoefte aan energie voor power is een belangrijk punt van aandacht. “Wij willen kunnen meten en doorbelasten”, zegt Heijnen. “We zijn dus samen met ICTroom op zoek gegaan naar pdu’s die kunnen meten wat er aan elektrische energie wordt gebruikt, terwijl deze pdu’s tevens naadloos moeten passen in een beheerlaag. Beide hebben we gevonden bij
tekst: robbert hoeffnagel
Powermonitoring voor Media Gateway
Raritan, waarbij wat mij betreft een hoofdrol is weggelegd voor de Power IQ-software van dit bedrijf.”
op weg naar dcim
naar van het datacenter. Software voor powermonitoring zorgt in dit geval voor een directe verbinding tussen stekkerblok en bedrijfsproces.
Alle racks die in de Media Gateway worden vervangen, worden nu standaard voorzien van dubbeluitgevoerde Raritan-pdu’s. “Veel AV-apparatuur wordt niet van voor-naar-achter gekoeld, maar van onder-naar-boven. De lucht wordt dus door de kast omhoog geblazen. De pdu’s van Raritan passen mooi bij deze aanpak en verstoren nergens de luchtstromingen.” Daarnaast is in het verleden speciaal voor het datacenter een aantal sensoren of opnemers ontwikkeld. “Deze zijn bedoeld voor onder andere temperatuur- en drukmeting. Wij wilden die data graag ook in het monitoringpakket opnemen. Raritan bleek bereid om enig programmeerwerk op zich te nemen, waardoor de data die deze opnemers voortbrengen nu ook in Power IQ worden verzameld”, vertelt Heijnen. De aanpak die de Media Gateway nu volgt is – zoals Heijnen het uitdrukt – in feite een belangrijke stap op weg naar een volwaardige DCIM-implementatie. Stroom wordt gemeten per kast. Raritan’s pdu’s kunnen ook per outlet meten, maar klanten nemen volledige kasten af, dus er is vooralsnog geen reden om fijnmaziger te meten. In elke nieuwe kast die wordt geplaatst, worden pdu’s geplaatst die rechtstreeks met Power IQ ‘praten’. Maar men wil ook bestaande racks onder beheer van Power IQ brengen. Hiertoe wordt gebruikgemaakt van de ‘Branch circuit monitoring'-oplossing van Raritan. Hierbij is het mogelijk ringen te leggen om bestaande groepen. Opmerkelijk daarbij is dat in veel gevallen de stroom hiertoe niet van de kasten hoeft. Dit kan veelal ook niet, omdat de dienstverlening van de Media Gateway 24/7 doorgaat en downtime niet gewenst is.
koppeling pdu en business
powermonitoring in nieuwe en bestaande kasten
• Omvang Media Gateway: 1445 m2 datavloer. • Tussen Tier 3 en 4. • Hoofdrol voor SLA’s met klanten. • ICTroom levert racks met pdu’s van Raritan. • Media Gateway gebruikt Power IQ-software om alle meetwaarden van alle pdu’s plus alle sensoren centraal op te slaan. • Raritan heeft de Power IQ-software aangepast zodat de meetwaarden van eigen sensoren en ‘opnemers’ van de Media Gateway ook kunnen worden meegenomen. • Daarnaast wordt gebruiktgemaakt van de nieuwe BCMoplossing ( branch circuit monitoring) van Raritan om het stroomverbruik vanaf de groepen- en/of verdeelkasten uit te lezen.
dcw juni | praktijk
De monitoringdata wordt ingelezen in Power IQ.“Daar blijft het echter niet bij”, zegt Heijnen.“Wij willen niet alleen beheersmatig iets met die gegevens, maar we willen het stroomverbruik ook financieel kunnen doorbelasten. Die koppeling met de financiële administratie ligt er inmiddels ook. Verder hebben we een koppeling gemaakt met een softwarepakket genaamd QlikView. Daarmee kunnen we de monitoringdata die verzameld zijn door Power IQ analyseren. En dan wordt het natuurlijk helemaal interessant. Wij kunnen hierdoor nu met klanten gaan praten over hun energiegebruik. Die discussie kunnen we aangaan op basis van feiten, maar ook aan de hand van voorspellingen en scenario’s. Veel colo-klanten hebben bijvoorbeeld de neiging hun apparatuur op locatie altijd ‘aan’ te laten staan. Zij kopen nu eenmaal locatie plus energie als één pakket, dus staan zij er vaak niet bij stil dat hun apparatuur altijd ingeschakeld is en stroom verbruikt.Via de analyses die we met QlikView maken, kunnen wij hen nu voorrekenen wat het in energie en geld zou schelen als zij apparatuur bijvoorbeeld ‘uit’ zetten als deze niet in gebruik is.” Wat de aanpak van de Media Gateway zo interessant maakt, is – naast de vele AV-toepassingen die vanuit het datacenter worden ondersteund – vooral het feit dat er een directe link ligt tussen een vrij basaal product als een pdu en de business van de eige-
37 11
Onder invloed van steeds meer ‘east-west’-dataverkeer
Hogere eisen aan capaciteit en dichtheid vandaag de dag gaat het grootste deel van het gegevensverkeer in datacenters niet langer van binnen naar buiten en omgekeerd (‘north-south’). het grootste deel gaat tussen componenten binnen het datacenter (‘east-west’). dagelijks neemt de behoefte aan capaciteit en snelheid verder toe. hoog tijd om de eisen die in de nabije toekomst aan de capaciteit en
38
Voorheen ging zo’n 80 procent van alle gegevensverkeer richting ‘north-south’. Dit werd grotendeels veroorzaakt door mensen die via internet of intranet toegang zochten tot applicaties die op servers werden gehost. Tegenwoordig gebruiken we steeds vaker mobiele apparaten, zoals tablets en smartphones. Deze werken met applicaties die nog steeds op datacenterservers staan. Deze servers moeten dus talloze applicaties tegelijk kunnen draaien. Daarom gaat nu 80 procent van alle traffic ‘east-west’. Dat betekent niet dat de hoeveelheid ‘north-south’verkeer in absolute zin is afgenomen – integendeel zelfs – maar naar verhouding vindt nu een groter aandeel van het dataverkeer binnen het datacenter plaats.
grote gevolgen
Deze ontwikkeling heeft nogal wat implicaties voor de inrichting en gebruik van datacenters. Het gebruik van servers is substantieel toegenomen, nu steeds meer mensen een alsmaar groeiend aantal applicaties dagelijks nodig heeft. Sommige studies beweren dat deze belasting van de server van 15 procent is gestegen naar zo’n 50 procent, waarbij het merendeel van het verkeer van het datacenter afkomstig is. De servers, die doorlopend op een enorme schaal worden benaderd door gebruikers, moeten over de snelste processoren beschikken om de vraag enigszins bij te kunnen houden. Elke uitbreidingsstap heeft weer specifieke gevolgen voor de benodigde ruimte, om de alsmaar toenemende dichtheid en capaciteit onder te brengen. Dit moet tijdig in overweging worden genomen bij het plan-
nen of upgraden van een datacenter. Het is namelijk niet ondenkbaar dat er tientallen extra patchpanels nodig zijn om een 40G/100G-rack aan de benodigde specificaties te laten voldoen (zie afbeeldingen).
streven naar gelijkheid
In een typische serverkast vinden we doorgaans 48 x 1000Base-T koperdownlinks vanaf de switch die in verbinding staat met de serverpoorten. De verbindingen die van deze switch naar een switch in de volgende laag gaan, bestaan in de meeste gevallen uit twee 2 x 10GBase-SR uplinks. Dat betekent een ‘oversubscription ratio’ van 2,4:1. Hoewel we dus 48 x 1 Gbps doorvoercapaciteit hebben op de downlinks, is er slecht 20G beschikbaar via de uplinks. Historisch gezien is dit ook wel logisch, omdat servergebruik altijd relatief laag is geweest. Maar nu de eisen aan de server steeds groter worden, moeten zowel de downlink- als de uplinksnelheden flink worden verhoogd. De ‘oversubscription ratio’ van 2,4:1 moet uiteindelijk pariteit benaderen, oftewel 1:1. Om de fors grotere hoeveelheid verkeer aan te kunnen, moet de snelheid van de uplinks gelijk zijn aan die van de downlinks. Een voorbeeld dat onlangs werd gepresenteerd aan de IEEE ethernet-standaardisatiecommissie bestond uit een 1HE 19” 40 Gbswitch met symmetrische capaciteit op zowel glasvezel- als koperverbindingen. 24 40 Gb-downlinks op een switch boden daarbij een gezamenlijke doorvoercapaciteit tot 960 Gbps, wat aan de andere kant werd benaderd door de uplinkcapaciteit via glasvezel te vergroten naar 1Tb, met 10 x 100G-poorten.
tekst: harry forbes is cto van nexans cabling solutions
dcw juni | netwerkbekabeling
dichtheid van switches en patch-panelpoorten zullen worden gesteld, nader te bekijken.
Typical switch configuration, 1G downlinks - 10G uplinks
Patching frame size, 10G downlinks - 40G uplinks
Typical switch configuration, 10G downlinks - 40G uplinks
Patching frame size 40G downlinks - 100G uplinks
grotere dichtheid
In een glasvezel-patchframe zou het nu mogelijk zijn100 Gb MPOpoorten te plaatsen, in plaats van twee 10 Gb LC-poorten voor elke switch. Als we dit laatste zouden doen, zou het frame namelijk veel meer ruimte innemen. Het doorkoppelen van alle 100G-uplinks op de (aan de server verbonden) switch naar de volgende laag van switches vergt nu eenmaal behoorlijk wat plek. Datacenterplanners die op dit
Typical switch configuration 40G downlinks - 100G uplinks
moment aan ontwerpen voor 10G-uplinks werken en in de toekomst op willen schalen naar 100G, zouden dit nog wel eens over het hoofd kunnen zien. Door ervoor te zorgen dat de nu gebruikte cabinets voldoende plaats hebben om de onvermijdelijke toekomstige uitbreidingen aan te kunnen, kun je een verhuizing naar een nieuw te bouwen datacenter vermijden.
dcw juni | netwerkbekabeling
Patching frame size, 1G downlinks - 10G uplinks
39
Klanten ontbreekt het vaak aan budget voor energiezuinige koeling
Apac ziet trend in modulair ontwerp van koelinstallaties apac ziet een groeiende behoefte naar flexibele datacenteroplossingen. eigenaren willen een datacenter gemakkelijk kunnen opschalen. uiteraard spelen kostenoverwegingen een grote rol bij deze behoefte aan flexibiliteit. apac speelt hierop in door ook de koelinstallatie
40
tekst: van de redactie
dcw juni | koeling
modulair te ontwerpen.
advertentie
Dynamische setpointverstelling en schaalbaarheid van leidingwerk nader toegelicht.
X-ICT uit Zwolle richt zich sinds 2007 op het ontwerpen, inrichten en onderhouden van duurzame computerruimtes. Met meer dan dertig medewerkers die een ruime ervaring vertegenwoordigen op het gebied van data- en telecommunicatie is X-ICT al jaren een betrouwbare partner.
Technisch directeur Edgar Hogenbirk van Apac vertelt: “De klant vraag om zeer energiezuinige concepten, maar heeft vaak niet het budget beschikbaar voor de gehele koelinstallatie. Daarom ontwerpen en leveren wij ook koelinstallaties die modulair ingericht zijn.”
vroeg stadium
Op een project in Belgie bestond de behoefte om te starten met een lage initiële investering, maar het moest wel schaalbaar en zo energiezuinig mogelijk zijn. “We zaten al vroeg met de opdrachtgever en adviseur om de tafel, zodat er bouwkundig rekening kon worden gehouden met het ontwerp”, zegt Hogenbirk. “Door rekening te houden met de combinatie van buiten- en binnenapparatuur konden we de schaalbaarheid eenvoudig doorvoeren in het koelwaterleidingwerk.”
Netwerkbekabeling is in de visie van X-ICT de levensader naar het kloppende hart van de organisatie, de computerruimte. Als specialisten in netwerkinfrastructuren tekenen de medewerkers van X-ICT voor het ontwerpen, aanleggen, afmonteren en onderhouden van de netwerkbekabeling. Voor het ontwerp en de inrichting van een computerruimte wordt nauw samengewerkt met innovatieve partners die een jarenlange ervaring hebben op het gebied van noodstroom, computervloeren, stroomverdeling, koeling en monitoring en beheer. Samen met deze partners ontwerpt en realiseert X-ICT een ruimte die veilig is en de continuïteit garandeert. Met service- en onderhoudscontracten op maat, consultancy-ondersteuning voor managementtools en software en een periodieke inspectie van de computerruimte biedt X-ICT een ‘totale ontzorging’, 24 uur per dag, 7 dagen per week.
MEER WETEN? schrijf u dan in voor een van onze ‘lunch & learn’ sessies of workshops via www.x-ict.nl/ evenementen.
vrije koeling optimaliseren
In dit project is ook optimaal gebruik gemaakt van vrije koeling. Met de intelligente setpoint-verstelling van Apac optimaliseert de temperatuur van het koelwater op basis van de in de ruimte aanwezige warmtebelasting en condities. Op basis van een (failsafe) signaal wordt door setpoint-verstelling van de koelmachine een verhoging van de koelwatertemperatuur gerealiseerd.Via een hoger watertraject wordt het aantal uren dat vrije koeling kan worden toegepast, enorm vergroot. Dit resulteert in een aanzienlijk lager energiegebruik door de besparing op het elektrisch opgenomen vermogen van de koelmachines. Op dit moment is 50 procent van fase 1 van het Belgische project in gebruik en is het huidig koelvermogen 1,7 MW.
combinatie
De combinatie van de dynamische setpoint-verstelling, de manier van aansluiten van de units en het optimaliseren van het ontwerp zorgen ervoor dat de klant een zeer energiezuinig en flexibel concept heeft en voorbereid is op de toekomst. Door deze manier van opbouwen en het gebruik van kleine(re) leidingsets heeft de klant een bijkomend redundant voordeel dat wanneer er een systeem uitvalt, dit geen effect heeft op de totale installatie.
NETWERKBEKABELING INRICHTING VAN COMPUTERRUIMTES MANAGEMENT EN BEHEER
www.x-ict.nl
Slimflex: praktische patchsnoeren met de toenemende densiteit in vooral distributieframes voor lan- en sanswitches worden glasvezelpoorten steeds dichter bij elkaar geplaatst. het aansluiten en omleggen van patchsnoeren is daarom vaak een lastige klus.
dcw juni | productnieuws
Patchsnoeren worden meestal uitgerust met LC-connectoren. De connectoren zitten vaak zo dicht bij elkaar dat de kleine vergrendelklip van de connector moeilijk te bereiken is. Traditioneel wordt hiervoor een speciale tool gebruikt. Daarbij komt dat de snoeren vaak zo strak tegen elkaar worden geperst, dat de minimale buigradius niet kan worden gerespecteerd. Dit kan tot performantieverliezen leiden. Nexans, specialist in bekabelingsystemen, lanceert de oplossing: Lanmark-OF high-density
42
Slimflex-patchsnoeren. De speciale ‘pull tab’ op de connector maakt dat de Slimflex-patchsnoeren eenvoudig met de hand kunnen worden aangesloten of losgekoppeld. Ook als er heel veel snoeren in een kleine ruimte bij elkaar worden geplaatst. De glasvezel zelf is gemaakt van ‘bend-insensitive fibre’, die de minimale buigradius reduceert van 40 tot 7,5 mm in elke mogelijke richting. Hierdoor kan de gebruiker sneller en eenvoudiger verbindingen op patchpanelen en switches aanbrengen met de geruststellende
gedachte dat hoge datatransmissiesnelheden tot wel 10 Gbps solide kunnen opereren. De Slimflex patchsnoeren zijn verkrijgbaar in zowel singlemode en OM4 multimode glasvezelcategorieën.
it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.
activiteiten 2013
7 juni: Tweede deelnemersoverleg 7 juni: Ledenborrel 12 november: IT Room Infra event 11 december: Ledenbijeenkomst bij een datacenter
De jaarlijkse leden borrel van IT Room Infra brengt ons dit jaar naar Rucphen. Na de voorbereidingsvergadering voor het event in De Rotterdamse Kuip in november, gaan de leden en klanten skiën! Tegen de tijd dat u dit leest weten we of het net zo geslaagd was als verleden jaar. Het is ook al weer een tijdje geleden dat de nieuwe website geïntroduceerd is. Komt u wel eens op de website: www.itroominfra.nl ? Het laatste nieuws uit de branche en van de leden is er te lezen, er is een overzicht met een kort profiel van de leden te vinden, en er is de mogelijkheid om in te schrijven voor de IT Room Infra nieuwsbrief, LinkedIn, Twitter en Facebook. In de vorige editie vroeg ik u of u het leuk vindt een keer een gastcolumn te schrijven en uw mening te geven over de branche? Want IT room Infra staat voor haar leden en wordt bestuurd door haar leden. Maarten Verbunt van Simac schrijft de volgende colomn! Wilt u ook een column schrijven? Mail mij op
[email protected] Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
12 november – mark your calendar!
Op 12 november organiseert de branchevereniging IT Room Infra het gelijknamige event in De Kuip (Rotterdam). Dit event wordt voor de zevende keer georganiseerd en groeit elk jaar in zowel bezoekersaantallen als exposanten. De kracht van dit event zit in de leden. De leden hebben zeven jaar geleden besloten met elkaar een evenement te organiseren. Er zijn diverse andere commerciële evenementen, maar er was behoefte aan een nieuw evenement. Een evenement waar iedereen gelijk is (grote en kleine bedrijven) en een evenement waar iedereen de mogelijkheid krijgt zijn specifieke vakgebied onder de aandacht te brengen. Maar het belangrijkste is dat er toen is besloten dat we er met elkaar een succes van willen maken! Door de betrokkenheid van de leden en overige exposanten lukt het elk jaar weer om een beter programma neer te zetten en meer bezoekers te trekken. De leden van IT Room Infra kennen samen de gehele markt, en met elkaar wordt ook de gehele markt uitgenodigd. Het uitnodigen van relaties klinkt vanzelfsprekend, maar dit is het zeker niet. De relaties komen op een event hoe dan ook in contact met andere mogelijke partners. Maar als je er met elkaar voor kiest succesvol te zijn dan moet je dit met elkaar doen! Momenteel wordt met de leden en overige exposanten invulling gegeven aan het programma. Vanaf begin augustus is het complete programma te zien op www.itroominfra.nl, u ontvangt ongetwijfeld van een of meer exposanten een uitnodiging, maar zelf registreren mag uiteraard ook. Tot 12 november. Harm Wijsman, branchemanager IT Room Infra
contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (
[email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl
dcw juni | it room infra
Oproep
43
Research gericht op duurzamere datacenters
CoolEmAll-project lanceert zijn eerste tools het europese onderzoeksproject coolemall heeft zijn eerste resultaten gepubliceerd. het project – gesubsidieerd door de europese commissie – richt zich op het ontwikkelen van technieken en tools voor duurzamere datacenters. de eerste tools zijn nu vrijgegeven in de vorm van een ‘svd-toolkit’.
dcw juni | nieuws
svd-toolkit
44
De toolkit is bedoeld voor simulatie, visualisatie en ‘decision support’, ofwel het ondersteunen van de beslissingsprocessen die volgen op het vastleggen, simuleren en visualiseren van alle monitoringdata. De toolit bevat: − een 'application profiler' om de voor power en koeling relevante karakteristieken van applicaties vast te leggen; − een 'application energy consumption estimation'-tool; deze is bedoeld om een schatting te kunnen maken van het energie- en koelingsgebruik van een applicatie; − een ‘datacenter measurement and profiling’-tool om datacentermodellen te ontwikkelen; deze tool kent tevens een database met een grote hoeveelheid data die kunnen worden gebruikt om de eigen gegevens te vergelijken met die van simulaties; − ‘datacenter workload and resource management simulator’: hiermee kan het effect van tal van beheermethoden, hardwareconfiguraties, workloads en applicatietypen op het energiegebruik van een datacenter in kaart worden gebracht;
− een simulatietool voor CFD (computational fluid dynamics) op basis van het open-sourceproject OpenFoam om de luchtstromen en dergelijke in het datacenter te simuleren en optimaliseren; − een ‘metrics calculator’ om de energie-efficiëntie te berekenen; − een aantal ‘datacenter visualisation’-tools die via een webinterface 3D-modellen maken van het datacenter of delen daarvan; hier kunnen tevens dasboards met meet- en stuurgegevens worden ontwikkeld.
bouwstenen
Daarnaast heeft het researchproject inmiddels een reeks bouwstenen opgeleverd die kant-en-klaar in een simulatie kunnen worden ingebracht. Het gaat onder andere om hardware- en thermodynamische bouwstenen. Door deze in een simulatiemodel op te nemen, kunnen de complexe interacties worden meegenomen zonder dat deze handmatig moeten worden ingegeven. Het CoolEmAll-project is opgezet in het kader van de ‘Europe 2020’-strategie om tot een efficiënter gebruik van energie te komen. Het project is gestart in 2011 en loopt tot 2014. Meer informatie is te vinden op http://www.coolemall.eu.
tekst: hans vandam
De ‘SVD toolkit’, ontwikkeld door CoolEmAll, is vrijgegevens met als doel dat de hierin ondergebrachte softwarehulpmiddelen de komende tijd grondig in de praktijk kunnen worden getest. Het onderzoeksproject CoolEmAll heeft een vrij brede opzet en richt zich vooral op het ontwikkelen van een beter begrip van de interactie tussen IT-hardware, software (applicaties, maar ook de belasting van applicaties door gebruikers) en de energie- en koelsystemen in een computerruimte of datacenter. De kennis die het consortium van bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen ontwikkelt, wordt gegoten in een aantal blauwdrukken die door bedrijven kunnen worden gebruikt als basis om softwaretools te ontwikkelen.Verder bouwt het daadwerkelijk tools die door ontwerpers, beheerders en andere specialisten kunnen worden benut.
Schneider Electric introduceert
APC Netshelter SV-racks het europese onderzoeksproject coolemall heeft zijn eerste resultaten gepubliceerd. het project – gesubsidieerd door de europese commissie – richt zich op het ontwikkelen van technieken en tools voor duurzamere datacenters. de eerste tools zijn nu vrijgegeven in de vorm van een ‘svd-toolkit’. De Netshelter SV maakt deel uit van een brede reeks van racks die bedoeld zijn om ontwerpers en beheerders van computerruimten en datacenters te helpen computerzalen optimaal in te delen en te benutten. Hierdoor kan de eigenaar van een computerruimte aanzienlijk op de kosten besparen, terwijl de beheerder van een kantooromgeving waarin een technische ruimte moet worden gecreëerd, deze zeer flexibel kan indelen. Daarnaast heeft het bedrijf een ‘small IT solutions designer’ ontwikkeld, een handige tool voor het ontwerpen van kleinere IT-ruimte. Deze tool is te vinden op: http://www.apc.com/products/powerstruxure/configurator/small_IT_solution_designer.cfm
De Netshelter SV is geoptimaliseerd voor kleine en middelgrote computerruimten, maar kan ook uitstekend dienst doen in cages bij aanbieders van colocatiediensten. De belangrijkste kenmerken van de nieuwe serie racks zijn: − Probleemloze integratie met rack-pdu’s en oplossingen voor kabelbeheer. Gebruikers kunnen verticale rack-pdu’s plaatsen zonder dat zij hiervoor gereedschap nodig hebben. Hetzelfde geldt voor kabelgoten en andere onderdelen van kabelmanagementoplossingen. Datacentermanagers kunnen de pdu’s en kabelmanagementonderdelen zodanig kiezen dat de ruimte in het rack die bedoeld is om IT-apparatuur te plaatsen, niet verloren gaat. Doordat gebruik wordt gemaakt van een flexibel railsysteem om IT-apparatuur te plaatsen, kunnen datacentermanagers eenvoudig inspelen op de eisen en wensen van IT-afdelingen als het gaat om het formaat van de te plaatsen systemen. − Gegarandeerde compatibiliteit met alle 19”-apparatuur die voldoet aan de EIA-310 norm. − Beschikbaar in verschillende breedtes en hoogtes. − De racks kennen een dak dat speciaal ontworpen is voor gemakkelijke toegang van kabels. Daarnaast beschikken de racks over verwijderbare zijpanelen en kennen zij vooraf geïnstalleerde voorzieningen voor het verplaatsen en het op de juiste hoogte plaatsen van racks.
Een frisse wind in adviesland Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
Nemen mobiele apps het datacenter over?
Gratis iPad-app helpt bij datacenterbeheer
Het Australische IT-bedrijf Datapod maakt de overstap naar Europa. Het bedrijf adviseert over het ontwerpen en beheren van datacenterbeheer en heeft als ‘eyecatcher' een app gemaakt die helpt bij het beheren van de technische infrastructuur van een computerruimte of datacenter. De app is beschikbaar voor de iPad en kan gratis worden gedownload. Eerder al lanceerde een softwarebedrijf een iPad-app die helpt bij het opzetten, toewijzen van mensen en middelen en volgen van projecten in onder andere datacenters. Nu speelt ook Datapod op deze trend in. De app is oorspronkelijk bedoeld voor bestaande klanten van Datapod die aan de slag zijn met de sterk gemodulariseerde computerruimten van het Australische bedrijf. Maar de app kan ook van pas komen bij het snel willen maken van een eerste schets van een indeling van of een ontwerp voor een computerruimte of -zaal.
kinderlijk eenvoudig
Hoewel veel systeemintegrators en adviseurs de app niet als vervanging zullen zien voor hun eigen ontwerpmethoden en -tools, kan de app wel degelijk nuttig zijn voor wie snel een ontwerp wil kunnen maken. Uit een test van de Britse website Techrepublic blijkt bijvoorbeeld dat het kinderlijk eenvoudig is met de app nul tot dertig racks te plaatsen, rackdensities te bepalen op basis van vermogens die variëren van 3,7 kW, 7,4 kW, 15 kW en 30 kW. Wat koeling betreft kan worden gevarieerd tussen chillers en DX, waarbij tevens met koude- en warme-gangen kan worden gewerkt. Met deze en andere voorzieningen kan een ruimte worden ontworpen, waarvan vervolgens een kant-en-klaar voorstel kan worden gemaakt. Een video die een goed beeld geeft van de mogelijkheden van de app van Datapod, is te vinden op: http://www.datapod.com.au/news.
advertentie
JAARLIJKSE
JAARLIJKSE
besparing
Reductie
26.514
100.533 kg
Compromisloos besparen door duurzame koelaanpak in bestaande computerruimtes en datacenters www.profITbox.nl
T 088 77 66 300
Dätwyler lanceert Cat. 8 kabel voor datacenters Dätwyler heeft een eerste compacte S/FTP-AWG23 kabel ‘Cu 8203 4P’ ontwikkeld, die voldoet aan de te verwachten eisen van de nieuwe Cat. 8.2 volgens ISO/IEC norm (ontwerp). Met de ontwerpnormen IEC 46C/976/NP en ISO/IEC TR 11801-99-1 zijn op dit moment de nieuwe internationale normen voor Cat. 8 koperkabel en voor symmetrische kabelsystemen voor 40 Gbps in ontwikkeling. In tegenstelling tot de voor een paar jaar geleden besproken Cat. 8 – toen voor de gestructureerde bekabeling van gebouwen en met een grensfrequentie van maximaal 1,2 GHz – wordt vandaag de dag in de internationale normalisatieorganisaties uitgegaan van uitsluitend gebruik in datacentra en van een grensfrequentie van maximaal 2 GHz.
De norm ISO/IEC TR 11801-99-1 definieert een punt-tot-puntverbinding tussen actieve toestellen met een maximale afstand van 30 m, bestaande uit 26 m installatiekabel en 2 m patchkabel aan beide uiteinden. Een dergelijke verbinding kan in de datacentra de duurdere glasvezel en twinax-bekabeling vervangen. Hoewel de nieuwe normen nog in ontwerpfase zijn, heeft Datwyler reeds een eerste compacte S/FTP-AWG23-Kabel ‘CU 8203 4P’ ontwikkeld, die volledig voldoet aan de te verwachten eisen van de nieuwe Cat. 8.2 volgens het ISO/IEC-ontwerp. Andere nieuwe ontwikkelingen met S/FTP en F/FTP en de bijbehorende patchkabel (flex-kabel) zullen volgen.Voor deze nieuwe kabels benadrukt het bedrijf het feit dat ze wat demping (Next, PS Next) betreft grote reserves bieden ten opzichte van de besproken of gedefinieerde grenswaarden. De precieze parameters voor de channel-specificaties moeten in de komende maanden worden ontwikkeld.Vooral met betrekking tot de toekomstige aansluittechniek en de transmissiemethode zijn nog veel open vragen. Datwyler adviseert graag zijn klanten voor alle vragen met betrekking tot dit onderwerp. Meer info op: www.cabling.datwyler.com
Innovatieve UPS oplossingen
Newave draagt zorg voor de onderbrekingsvrije stroomvoorziening van organisaties en bedrijven. Dat doen we al jaren op basis van kwaliteit, energie zuinigheid, lage explotatiekosten en een excellente service.
www.newavenergy.nl
Infrastructuren worden services Wie de markt van communicatietoepassingen al jaren volgt, ziet dat de daarvoor benodigde infrastructuren steeds meer in de vorm van services worden geëxploiteerd. Begrijpelijk want de meeste bedrijven willen zich liever op de eigen kernactiviteiten richten, dan zelf alle ontwikkelingen op netwerkgebied te volgen. Op die trend speelt Bicsi uiteraard ook in, met technische artikelen in Bicsi News speciaal voor serviceproviders.
dcw juni | bicsi
iaas en paas
48
Hoewel op deze Bicsi-pagina de meeste aandacht wordt besteed aan ontwikkelingen op het gebied van datacenter- en kantoorbekabeling, zijn er ook andere ontwikkelingen. Zoals de migratie van traditionele telefonie naar cloudgebaseerde spraakservices en in lijn daarmee de ‘fixed mobile convergence’. In de rubriek ‘technology & innovation’ van Bicsi News staan dit keer de belangrijkste ins en outs, implementatievarianten en overwegingen bij het kiezen van een serviceprovider voor de overstap naar cloudgebaseerde telefonie. Vergelijkbaar met het feit dat veel mensen niet stilstaan bij de infrastructuur voor hun energie- en watervoorziening, wordt de infrastructuur voor communicatietoepassingen ook steeds minder relevant. Die moet gewoon altijd beschikbaar zijn en feilloos werken, dan betalen ze daar gewoon hun maandelijks abonnement voor, op basis van het gebruik. Het via de cloud aanbieden van een complete infrastructuur voor data, spraak en video, wordt tegenwoordig een IaaS of PaaS genoemd. Die afkortingen staan voor infrastructure-as-a-service en platformas-a-service. Het Nederlandse bedrijf VeliQ gaat een stap verder met mPaaS (mobility platform-as-a-service), waarmee zij een complete beheeroplossing voor alle mobiele apparatuur aanbieden (draaiend in een goed beveiligd datacenter). Kortom, de fysieke netwerkmarkt wordt voor zowel steeds meer aanbieders als eindgebruikers een servicemarkt.
das voor 4g
Mobiele communicatie en het feit dat mensen tegenwoordig verwachten overal te kunnen werken, hebben de afgelopen jaren de markt van infrastructuren voor communicatietoepassingen sterk beïnvloed. Alles is voortaan IP-gebaseerd en het aantal mobiele communicatietoepassingen groeit ongekend snel. Omdat die mobiele communicatie
deels ook via fysieke bekabelinginfrastructuren moet worden afgehandeld, staat in Bicsi News tevens een artikel over het ontwerpen en implementeren van DAS (distributed antenna systems). Maar als mogelijk alternatief ook het gebruik van cellulaire versterkers. Er zijn namelijk altijd meer wegen die naar Rome leiden en Bicsi laat die door haar netwerkexperts uit de markt in detail beschrijven en vergelijken. Daarom is het gratis op www.bicsi.org te lezen Bicsi Newa een interessante informatiebron en kennisbaak voor iedereen die te maken heeft met het ontwerpen, implementeren en onderhouden van netwerkinfrastructuren. Verderop staat ook nog een artikel over de installatiepraktijk van DAS en kleine cellen. Ten slotte is het vakblad Verbinding van FenceWorks ook een interessante lokale bron voor diepgaande informatie over mobiele communicatietoepassingen, maar dit richt zich meer op overheden en de industrie.
bicsi-activiteiten en contactpersonen
Als u meer wilt weten over Bicsi kunt u contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordigers van deze vereniging voor en door netwerkprofessionals: RCDD Joop Ierschot van Deerns, via
[email protected] RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via
[email protected].
M
ADVE
VIDEO
MAGAZI
ADVERTISING SALESLEADS
MARKETING
EVENTS MARKETING
ROUNDTABLES MAIL CAMPGAGNE
GHOSTWRITING
PR
WHITEPAPERS
PR EVENTS
VIDEO
PUBLIC RELATIONS
VIDEO
WEBSITES
GHOSTWRITING
EVENTS WEBSITES
ADVERTORIALS
MAIL CAMPAIGNS
MARKETING
GHOSTWRITING
ADVERTISING
MAIL CAMPGAGNE
FREE PUBLICTY
FREE PUBLICTY
WHITEPAPE
EVENTS
VIDEO
ROUNDTABLES ADVERTISING
Resultaat door samenwerking Bel met FenceWorks 071- 5214998 voor een afspraak met uw accountmanager.
FenceWorks is uitgever van AppWorks, CloudWorks, DatacenterWorks, Infosceurity.nl/magazine, Satcomnieuws, Technalia, Verbinding en vakblad Warmtepompen.
|51
Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor de DCIM waar u echt naar op zoek bent. Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en energie-efficiency verbeterd.
1
2
3
Monitor energie-index wereldwijd
Identificeer buitensporige capaciteit
Rapporteer energieverbruik en -kosten
Informatie waarmee u goed op de hoogte bent van mogelijkheden of risico’s in de energiemarkt.
Spoor niet-gebruikte of overbodige capaciteit op en bepaal welke apparaten kunnen worden uitgezet of elders kunnen worden gebruikt.
Verzamel, analyseer en rapporteer uw energiekosten en –verbruik op macroof microniveau.
4
5
6
Toon PUE van uw gehele IT/facilities-omgeving
Doorbereken van energieverbruik
Simuleer effecten van fouten in systemen
Genereer real-time meetwaardes voor de effectiviteit van uw energieverbruik en tal van andere prestaties.
Dankzij details over het energieverbruik kunt u de kosten voor het gebruik van het datacenter exact doorbereken aan de verschillende business units.
Identificeer belangrijke IT-consequenties van energie-uitval en falen van koeling.
Energie-efficiënte beschikbaarheid Organisaties zijn gericht op het verlagen van hun kosten en energieverbruik, terwijl ze meer capaciteit nodig hebben. Datacenter- of facility managers moeten daarom de beschikbaarheid van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de wetgeving past en voldoet aan de eisen en wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te kunnen voldoen, heeft Schneider Electric™ StruxureWare™ for Data Centers software geïntroduceerd. Hiermee kunt u het monitoren van uw energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u altijd een compleet inzicht hebt in al uw datacenterfuncties.
Alle informatie op ieder gewenst moment Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software geeft een compleet overzicht van uw infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van uw systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen, uitbreidingen in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn, welke capaciteit u nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier bent u er zeker van dat zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan veranderende behoeften. Terwijl het datacenter altijd beschikbaar blijft en energie-efficiënt is.
Business-wise, Future-driven.™ How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs”
> Executive summary
Contents
Compleet inzicht in uw datacenter: > Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s > Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit het verleden > Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid > Bekijk en beheer uw energieverbruik > Space en cage management in faciliteiten met meerdere huurders > Verbeter ‘life-cycle services’ van planning tot onderhoud APC by Schneider Electric -producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Dowload uw gratis white paper en bekijk de tien realistische scenario’s waar DCIM ertoe doet. U maakt kans op een iPad mini! Bezoek www.SEreply.com
Key Code 34412p
©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_C
52 |