‘Powered by Peace’ – Vredesweek 2012 Activiteiten voor kinderen Samenstelling: Liesbeth Vroemen /oblimon
De vredesweek, die ieder jaar in de derde week van september georganiseerd wordt, heeft in 2012 het thema ‘Powered by Peace’: grondstoffen als bron van vrede in plaats van bron van conflict. In deze lesbrief staan activiteiten voor de vijf schooldagen van de vredesweek. Scholen die aandacht willen besteden aan de vredesweek kunnen iedere dag een korte activiteit kiezen – waarbij met de volgorde gevarieerd kan worden. Wanneer u niet dagelijks aandacht wilt besteden aan de vredesweek, kunt u ook een of twee activiteiten kiezen en de rest bijvoorbeeld bewaren voor een ander moment in het jaar. Bij de samenstelling van de lesbrief hebben wij gestreefd naar een balans tussen doen en denken, weten en fantaseren, hoofd en hart. Vrede heeft te maken met internationale conflicten, goed samenleven in de eigen woonplaats, maar ook met vrede in en met jezelf. Het lijkt ons goed wanneer aan die verschillende ‘lagen’ recht wordt gedaan deze week. Wij wensen u een goede vredesweek!
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
VREDESWEEK 2012 De Vredesweek 2012 heeft als motto Powered by Peace en wil een einde aan geweld en onrecht rond het delven van grondstoffen. Olie, steenkool, goud en andere grondstoffen zijn vaak de oorzaak van conflict in plaats van een bron van welvaart en vrede. Opbrengsten uit grondstoffen komen vaak niet ten goede aan armoedebestrijding, maar worden gedeeltelijk besteed aan het leger, of komen zelfs terecht bij rebellengroepen en criminelen. Op deze manier ontstaan nieuwe conflicten en worden lopende conflicten in stand gehouden. Regelmatig gaat de exploitatie gepaard met mensenrechtenschendingen. In Colombia kunnen strijdende groepen zich bewapenen en de bevolking onderdrukken met de opbrengsten uit mijnbouw. Mensenrechtenschendingen zijn er aan de orde van de dag. Mensen worden gewelddadig van hun land verjaagd om plaats te maken voor mijnbouw. In de olierijke gebieden van Zuid-Soedan zijn honderdduizenden burgers van hun land verdreven en tienduizenden vermoord om ruim baan te maken voor de olie-industrie. In de Democratische Republiek Congo dreigen honderdduizenden gouddelvers hun bron van inkomsten kwijt te raken door de komst van industriële mijnbouw. Ook wij komen dagelijks in aanraking met producten die gemaakt zijn met gebruik van omstreden grondstoffen. Bijvoorbeeld gouden sieraden, mobiele telefoons, of de stroom uit uw stopcontact. In de Vredesweek vraagt het Ministerie van Vrede aandacht voor dit belangrijke thema. Grondstoffen moeten niet langer grond zijn voor conflict maar wereldwijd een bron van vrede worden. Meer nieuws op www.poweredbypeace.nl (bron: IKV/Pax Christi)
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
2
Maandag: introductie Als u woensdag een spelletjes-circuit wilt doen (zie pagina 8), kan het nodig zijn, vandaag al te vragen of kinderen coöperatieve spellen van thuis kunnen meenemen. Natuurlijk moet u dan eerst bespreken, wat coöperatieve spellen zijn.
Denken over vrede De volgende gesprekssuggesties vormen een start voor een filosofisch kringgesprek. De taak van de gespreksleider is (onder meer), door te vragen, kinderen te stimuleren tot nadenken over elkaars gedachten, en tegengestelde ideeën naar voren te halen.
Ieder jaar wordt in september de vredesweek georganiseerd. Wat zou dat zijn? Wat zou er anders zijn (goed of juist onhandig/nadelig) wanneer… • de burgemeester die week alleen maar met vrede bezig was? • de regering van Nederland die week alleen maar met vrede bezig was? • de juf die week alleen maar met vrede bezig was? • alle winkels in de stad/ons dorp alleen maar met vrede bezig waren? • alle soldaten op de wereld die week alleen maar met vrede bezig waren? (kies een paar opties die voor uw groep interessant zijn)
Volgens de ‘Global Peace Index’ is er in 2012 een beetje meer vrede in de wereld dan de jaren daarvoor. • Waar denk je dat ze dat op baseren? • Als jullie onderzoek zouden moeten doen naar de hoeveelheid vrede in de wereld, wat zou je dan onderzoeken? • Wie of wat zorgt ervoor, dat er meer vrede in de wereld is? • Kun je vrede meten? • Wat is vrede? Voor de bovenbouw: op www.visionofhumanity.org kun je zien hoe de vredesindex tot stand komt. Via een interactieve wereldkaart kun je daar ook met de klas onderzoeken welke landen om welke reden als meer of minder vreedzaam worden bestempeld.
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
3
Dinsdag: onderzoeken Wat hebben ‘grondstoffen’ met vrede te maken?
onderbouw MAX EN DE TOVERSTENEN Gebruik het prentenboek ‘Max en de toverstenen’ van Marcus Pfister, uitgeverij De vier windstreken1997. Korte inhoud: Op een rotseiland midden in zee woont Max de rotsmuis met zijn vrienden. Op een dag vindt Max een prachtig fonkelende steen, die licht en warmte geeft. Alle muizen willen wel zo’n steen. De oude muis Balthazar waarschuwt de muizen dat ze voorzichtig moeten zijn met de schatten van het eiland. Het boek laat twee mogelijkheden zien: Wat kan er gebeuren als iedereen zo’n steen opdiept en hoe zou je kunnen voorkomen dat het mis gaat? Geef de kinderen een middelgrote witte steen (te koop bij tuincentra). De kinderen mogen met viltstift de steen versieren. Het verhaal leent zich er ook voor om uitgespeeld te worden. Zorg dan voor goudgekleurde en witte stenen. Verstop de goudgekleurde stenen in de ruimte. De kinderen die de muizen zijn gaan op zoek naar de gouden stenen. Doe het zo dat hier en daar iets om kan vallen… Leg witte stenen terug op de plekken waar de gouden stenen hebben gelegen en geef daarna de witte stenen die de kinderen mogen versieren en mee naar huis mogen nemen.
Bron:
Bron: www.ministerievanvrede.nl Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
4
middenbouw: Grondstoffen Schrijf het woord ‘grondstoffen’ op het bord. Wat zou het kunnen betekenen? Maak hier samen een woordweb van. Laat kinderen in groepjes een lijst maken van grondstoffen die gebruikt zijn voor de lunch die ze bij zich hebben of de kleding die ze aan hebben. Laat ze daarbij bespreken waar die grondstoffen vandaan zouden kunnen komen. Vergelijk dat klassikaal. Wees niet te snel tevreden: een plakje ham kan Nederlands zijn: het veevoer dat ervoor nodig was is dat waarschijnlijk niet. Laat de kinderen in groepjes de kaartjes op de volgende bladzijde ordenen (kopieer een set kaartjes per groepje). Helemaal bovenaan: heel belangrijk. Helemaal onderaan: helemaal niet belangrijk. Bespreek eerst de kaartjes zelf: begrijpt iedereen wat erop staat? Kun je voorbeelden bedenken? Bespreek daarna klassikaal: • Was het moeilijk de kaartjes te ordenen? • Wat hebben jullie bovenaan gelegd? Waarom? • Wat heb je het meest onthouden van jullie gesprek?
bovenbouw: onderzoeksopdracht De klas gaat gezamenlijk op onderzoek uit naar de relatie tussen grondstoffen, conflicten en vrede. Verdeel de klas in groepjes van vier of vijf kinderen. Ieder groepje krijgt een andere vraag. Zij moeten hun bevindingen presenteren aan de rest van de klas, door iets te vertellen en iets te laten zien. Dat mag bijvoorbeeld een tekening of collage zijn, of beeldmateriaal van internet, of een mindmap. Na alle presentaties bespreekt u met de klas:, • Wat zijn we nu samen wijzer geworden? • Zijn er dingen waarin de verschillende groepjes elkaar tegenspreken? Hoe komt dat? • Wat heeft je het meest verwonderd? U kunt zelf een thema kiezen waarvan u denkt dat het de kinderen aanspreekt, bij voorbeeld: Olie Energie Mobieltjes Voedsel Hout Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
5
Hier onze suggesties bij het thema ‘aardolie’ 1. Waarvoor gebruiken wij aardolie? 2. Waar komt aardolie vandaan? 3. In Europa zijn we erg afhankelijk geworden van aardolie. Wat wordt daarmee bedoeld, en is het een probleem? 4. Kunnen we zonder aardolie? 5. Kun je de volgende zin uitleggen: ‘Onze grote behoefte aan aardolie bedreigt de vrede’. 6. Kunnen we op een meer vreedzame manier gebruik maken van aardolie?
Voor je onderzoek kun je onder andere hier kijken: In het documentatiecentrum van de school Op www.samsam.net Op www.greenpeacekids.nl
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
6
Ik zou niet graag iets kopen als ik wist…
Dat het door arme kinderen gemaakt was.
Dat de grondstoffen uit een land kwamen waar de mensen zelf niet genoeg te eten hebben.
Dat de grondstoffen verbouwd of gewonnen worden op een manier die voor heel veel vervuiling zorgt.
Dat boeren die de grondstoffen Dat de grondstoffen bijna op verbouwen daar maar heel zijn. weinig geld voor krijgen.
Dat de mensen die geld verdienen met de grondstoffen, dat geld gebruiken om wapens te kopen.
Dat de grondstoffen verbouwd of gewonnen worden in een gebied dat is afgepakt van de bewoners.
Dat de grondstoffen onmiddellijk op zouden zijn als iedereen op de wereld dit zou kopen.
Dat het heel erg ongezond werk is om dit te maken.
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
7
Woensdag spelletjes Vandaag doen we een aantal spelletjes waarbij samenwerken centraal staat. We verlaten dus even het thema grondstoffen. Samen spelen kan een bron van conflict zijn. Vaak heeft dat te maken met het feit, dat het om competitie gaat. De hier beschreven spelletjes zijn niet-competitief. U kunt met de kinderen bespreken, of ze het competitie-element gemist hebben of niet, en welke positieve en negatieve kanten zij zien aan competitie. Ook kunt u bespreken wat er nodig is om goed samen te werken, bij deze spelletjes maar ook meer in het algemeen. Vaak zal het echter beter werken, gewoon een spelletjes-uurtje te houden, zonder nabespreking. Het kan handig zijn, met collega’s samen te werken. Een deel van de spelletjes werken het best in de speelzaal, voor de gezelschapsspellen zijn hoeken in een klaslokaal ideaal. Samen kunt u een circuit opzetten.
Bruggen bouwen Maak twee rijen, waarbij kinderen van ongeveer gelijke lengte tegenover elkaar staan. De afstand tussen de rijen is ongeveer een halve meter. Iedereen houdt de handen op schouderhoogte, met de handpalmen naar elkaar toe. Op uw teken laat iedereen zich naar voren vallen, en vangen de kinderen elkaar op met hun handen. Er ontstaat nu een brug. Iedereen duwt elkaar weer met de handen weg, zodat alle kinderen weer recht komen te staan. Alle kinderen doen een kleine stap achteruit, en proberen opnieuw een brug te vormen door voorover te vallen en elkaar te vangen. Experimenteer hoe ver je kunt gaan. Dit spelletje klinkt gevaarlijker dan het is, maar u moet uiteraard erover waken dat niemand te wild gaat doen. Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
8
Volgorde Laat alle kinderen in willekeurige volgorde op banken of een rij stoelen gaan staan. U geeft nu een ordenings-opdracht, bijvoorbeeld: maak een rij waarbij kinderen die in januari jarig zijn helemaal links staan, kinderen die in december jarig zijn helemaal rechts. De groep moet nu samen de rij kloppend maken, maar niemand mag over de vloer lopen. Kinderen moeten elkaar dus helpen naar een andere plek op de bank te gaan, zonder te vallen. Andere ideeën voor een ordening: lengte, leeftijd, wie woont het verst van de school, hoeveelheid knopen in je kleren. De ene opdracht is moeilijker dan de andere, maar het hoeft niet per se te kloppen. De kinderen kunnen ook zelf een opdracht bedenken.
Touwtrekken? Leg een lang dik touw in een cirkel op de grond. De kinderen gaan er omheen zitten (op de billen) en pakken het touw vast. Leg uit dat de hele groep moet gaan staan door allemaal aan het touw te trekken en elkaar in balans te houden. Als iemand omvalt, hebben we samen verloren en begint het spel opnieuw.
Jamsessie Laat de groep in een cirkel gaan zitten. Leg de procedure van het spel uit en begin dan zelf als eerste. Muzikant 1 (leerkracht) begint met de stem een muziekje. Het mag geen ‘bestaand liedje’ zijn. U zingt bijvoorbeeld een ritmisch of melodisch motief op ‘doewiedoewie’. Het kind links en rechts van u luisteren hier even naar, en sluiten zich dan aan. Wat zij gaan zingen moet passen bij wat u doet, maar het moet wel iets anders zijn, en ze moeten het met hun stem doen. Een drumstel nadoen (‘doef doef’) mag; in de handen klappen mag niet. Daarna sluiten ook de volgende twee kinderen aan, net zolang tot iedereen meedoet en de groep samen muziek maakt. Bij een eerste poging kan het een puinhoop worden. Dat geeft niet. Benoem wat u ziet gebeuren, vraag de kinderen hoe het beter kan en probeer het nog een keer. U kunt de tweede keer ook een kind naast u als eerste laten inzetten, waarop u als tweede invalt. Dat kan de kinderen meer ideeën geven voor wat ze zouden kunnen doen.
Bordspellen en coöperatieve gezelschapsspelen Doe een rondje spelletjes in groepjes, gebruikmakend van de grote hoeveelheid coöperatieve gezelschapsspellen die op de markt zijn. Als de school die zelf niet in huis heeft kunt u: • Inventariseren welke collega’s spellen van thuis kunnen meenemen; • Kinderen spellen laten meenemen; • Spellen lenen bij de spelotheek • In de spellenwinkel vragen naar bijvoorbeeld ‘Kabouterdorp’ en ‘Zenblocks’. Zie ook www.earthgames.nl Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
9
Donderdag doen Vandaag denken we na over concrete dingen die je kunt doen om iets bij te dragen aan vrede. Zo mogelijk gaan we dat ook daadwerkelijk doen. Belangrijk is, dat deze dag een positieve toon heeft (‘je kúnt iets doen’), maar dat kinderen niet overvraagd worden. Het zijn volwassenen die oorlogen voeren en de aarde plunderen. Kinderen kunnen dat niet oplossen. Evenmin kun je van kinderen vragen ‘geen ruzie te maken’ of nooit agressief te zijn. Vrede groeit waar iedereen de ruimte krijgt, op zijn eigen manier iets positiefs bij te dragen.
Groep 1-5 Bedenk samen een activiteit die je met de hele groep kunt uitvoeren, en waar de wereld een beetje mooier van wordt. Misschien kunt u zelf een idee aandragen dat voortvloeit uit wat de afgelopen dagen al besproken is. Enkele suggesties: • Zwerfvuil opruimen in de omgeving van de school • Papieren bloemen maken voor het verpleeghuis in de buurt • Een brief schrijven • Oplossingen bedenken voor een terugkerend conflict in de klas Iets wilder: Guerilla gardening, zie http://www.ecomama.nl/tuin/pas-op-een-zaadbom-guerillatuinieren/ Een lelijk stukje omgeving opvrolijken kan natuurlijk ook met stekjes.
Groep 6-8 Bedenk een vredeskamp Introductie: In 1919 richtte de Zwitser Pierre Ceresole ‘Service Civil International’(SCI) op, toen hij met een flinke groep andere mensen op een vredesconferentie was bij Kees Boeke in Nederland. De eerste wereldoorlog was net voorbij, en ze wilden iets doen voor vrede. Het idee was simpel: breng mensen die officieel vijanden van elkaar waren bij elkaar, en laat ze samen gaan helpen op een plek waar de oorlog veel schade heeft gedaan. Het eerste wat SCI deed, was in Frankrijk maandenlang helpen bij de wederopbouw van een dorpje. Er deden onder meer Duitsers en Britten mee. Nu, bijna 100 jaar later, bestaat SCI nog steeds. De Nederlandse tak heet ‘Vrijwillige Internationale Aktie’ (VIA). Ieder jaar worden vele projecten georganiseerd, waarbij vrijwilligers van over de hele wereld enkele weken komen helpen met praktische klussen. In Nederland hielpen zij bijvoorbeeld vakantieweken voor kinderen in asielzoekerscentra te organiseren, kringloopwinkels op te knappen en troep opruimen in een natuurgebied na een overstroming. Er is altijd een dubbel doel: praktische hulp aan mensen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken, en bijdragen aan vrede door de aanwezigheid van de groep, het positieve signaal dat daarvan uitgaat, en de ervaring die alle betrokkenen opdoen met internationale samenwerking. Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
10
De kinderen bedenken in groepjes een SCI project in Nederland. Gebruik hiervoor het werkblad op de volgende pagina. Allereerst vertelt u zelf kort iets over SCI. Bekijk eventueel samen de website van SCI en/of van Stichting Vrijwillige Internationale Aktie. Vraag de kinderen of ze samen in gedachten een kamp kunnen ‘organiseren’ in Nederland en daarvan een presentatie maken. Spreek een vorm af hiervoor, bijvoorbeeld een A3 poster. VIA vindt het leuk, de ideeën van de kinderen te horen! Stuur een mail over je voorstel naar
[email protected] Van de origineelste ideeën maakt VIA een tentoonstelling. Bewaar dus je posters!
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
11
Werkblad Vredeskamp Jullie groepje gaat samen een plan maken voor een SCI vredeskamp in Nederland. Stel je voor dat ergens in 2013 tien vrijwilligers uit verschillende landen twee weken naar Nederland komen om ergens een tijdje samen te wonen en werken. Bekijk eerst de vragen op dit blad en probeer ze dan samen te beantwoorden. De volgorde waarin je dat doet, maakt niet uit. 1. Bij een vredeskamp gaat een groepje vrijwilligers meestal ergens naartoe waar de vrede in gevaar is. Dat kan zijn omdat er veel ruzie is tussen verschillende groepen mensen, of omdat er armoede is, maar bijvoorbeeld ook omdat een natuurgebied bedreigd wordt. Waar zou jij wel een vredesgroep naartoe willen sturen? 2. Een vredeskamp kan ook ergens gaan helpen waar mensen zich inzetten voor een betere wereld. Omdat ze bijvoorbeeld wel wat extra hulp kunnen gebruiken. Welke mensen in Nederland of in jouw stad/dorp werken aan een betere wereld, en kunnen volgens jou wel extra hulp gebruiken? 3. Bij een vredeskamp gaan de vrijwilligers aan het werk. Wat voor werk zouden ze kunnen doen? Bijvoorbeeld: een gebouw opknappen, een park aanleggen, een muziekfestival organiseren? 4. Bij een vredeskamp gaan de vrijwilligers vaak ook proberen, de mensen uit de buurt aan het denken te zetten over vrede. Wat zouden ze kunnen doen bij jullie kamp? Bijvoorbeeld een filmpje maken, een picknick organiseren voor de buurt, een muurschildering maken? 5. Bij een vredeskamp is het ook de bedoeling dat de vrijwilligers en de mensen uit de buurt van elkaar leren, en leren van verschillende culturen. Wat zou je kunnen doen om te zorgen dat iedereen iets van elkaar leert? 6. Bij een vredeskamp wonen de buitenlandse vrijwilligers een paar weken bij elkaar. Ze koken en eten samen. Waar zouden de vrijwilligers bij jullie vredeskamp kunnen wonen? 7. Een vredeskamp kost geld: de buitenlandse vrijwilligers moeten eten en onderdak hebben en er is meestal geld nodig voor bijvoorbeeld verf, gereedschap of ander materiaal. Hoe ga je dat aanpakken? 8. Heb je nog andere ideeën om er een geweldig kamp van te maken, waar de wereld een beetje mooier van wordt?
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
12
Vrijdag we gaan verder Op de laatste dag sluiten we de vredesweek af, juist door te ervaren dat het werken aan vrede doorgaat.
vlaggetjes Maak een serie vredesvlaggetjes naar Tibetaans voorbeeld. Ieder kind krijgt een rechthoekig velletje dun papier of stof en schrijft of tekent daar een vredeswens op. We bevestigen al deze wensen aan een touw en hangen dat op, op een plek waar de wind ermee kan spelen. De wind neemt alle wensen mee de wereld in.
vredesgroet Maak en verstuur vredesgroeten. Kinderen kunnen een groet sturen naar iemand die ze zelf kiezen, of de hele groep kan samen bedenken waar ze een vredesgroet heen willen sturen.
Wat nemen we mee? Houd een kringgesprek over de ervaringen van afgelopen week. Richtvragen: • Wat vond je bijzonder deze week? • Wat heb je geleerd? • Waar zou je meer over willen weten? • Wat zou je je willen voornemen? Sluit de kring af met vredeswensen: geef elkaar allemaal een hand en wens elkaar vrede. Eventueel kunt u hierbij vertellen dat het in veel christelijke kerken gebruik is, tijdens de kerkdienst elkaar de hand te geven en vrede te wensen.
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
13
Vredeslied
We’ll walk hand in hand, We’ll walk hand in hand, We’ll walk hand in hand, some day. We shall live in peace, We shall live in peace, We shall live in peace, some day. We shall all be free, We shall all be free, We shall all be free, some day. We are not afraid, We are not afraid, We are not afraid, TODAY We shall overcome, We shall overcome, We shall overcome, some day.
Lesbrief vredesweek 2012/www.oblimon.nl
14