Sony foto & video experience
Tutorial
Portret fotografie Tutorial geschreven door: Jan Peter Mulder www.mulderfotografie.nl Sony Benelux
03‐06‐2012
1
Sony foto & video experience
1. Inleiding Deze reader is een introductie hoe met apparatuur en technieken binnen de portretfotografie om te gaan. Het meest belangrijk blijft echter praktische ervaring die je opdoet door er gewoon mee aan de slag te gaan. Naast het toepassen van alle aanwijzingen in het lesmateriaal is het ook van belang dat je inspiratie opdoet uit andere bronnen. Kijk hiervoor eens naar goede bladen en boeken die gaan over het onderwerp portretfotografie. In tegenstelling tot andere richtingen in de fotografie is er een bepaald aspect erg belangrijk: De verstandhouding tussen de fotograaf en het model. Een goede foto maak je immers samen, dit gaat in onderlinge samenwerking en vertrouwen. Wanneer er geen goed overleg is tussen de beide partijen, en de fotograaf zijn eigen idee uitwerkt, is er een grote kans dat het model zichzelf later niet meer kan herkennen in de foto die is gemaakt. Het is voor de fotograaf belangrijk om op intuïtie te werken om te voorkomen dat de foto’s ongeïnspireerd en “koel” worden. Het opbouwen van een goede basistechniek en een uitgebreide ervaring is niet eenvoudig, maar in de loop van de tijd worden deze “automatisch” toegepast. Na uitgebreide oefening wordt het een vanzelfsprekendheid waarop je in alle situaties terug kan vallen. Bij veel fotografen is er echter een tekort aan technische kennis en ervaring, en zie je dat het terugvallen op standaard procedures en technieken stagneert. In de commercie is het vooral van belang een plaatje er zo “goed” mogelijk uit te laten zien, je probeert het beste naar voren te halen. Als je hiermee aan de slag gaat zul je merken dat het steeds makkelijker wordt om gevoelens en stemmingen vast te leggen in een foto. 2. Beschrijving apparatuur Bij de beschrijving van apparatuur komen de volgende zaken komen aan de orde: a. Opnameformaat b. Objectieven c. Lichtbronnen d. Diffusers e. Reflectieschermen f. Achtergronden g. Accessoires a. Opnameformaat Bij het bepalen van het opnameformaat is het van belang een formaat te kiezen dat vervolgens ook geschikt is om uit te vergroten. Meestal wordt er gekozen voor een middenformaat camera, werkend gelijk een kleinbeeldcamera, maar met een hoge beeldkwaliteit. Vanwege de hoge resolutie die kleinbeeld films hebben, kan een vergroting van 30 bij 40 cm toch een goede kwaliteit opleveren. Sony Benelux
03‐06‐2012
2
Sony ffoto & & video o experience e
De type camera, dus o ook het opn nameforma at, is van in nvloed op he et maken vaan foto’s. Je kijkt and ders door eeen lichtkapzzoeker (vann bovenaf en n afbeelding in spiegel beeld) dan door een dakkantpriisma (fotograaf achter de camera , afbeeldingg is normaal). Ook het model reaggeert anders op een technissche camera dan op eeen kleinbeeldcamera. b. Objectieeven Om een ob bjectief te kkiezen zijn een aantal faactoren belangrijk: De ruimte waaarin je fotoggrafeert, het soort ffoto wat je m maakt (bijvo oorbeeld eeen portret) en de afstand die je kieest. Wanneer d de ruimte beperkt is, zu ul je daaropp de keuze vvan je objectief m moeten aanpassen. Hett gebruik vaan een telelens wordt dan erg moeilijk. Bij het ge ebruik van eeen grootho oeklens zul je reken ning moeteen houden m met de verteekening die e dit kan geven als je van te dicchtbij werktt. Bij de keuzze van een b bepaald soo ort foto, bijvvoorbeeld p portret, wil je zo dicht mogelijk biij het model fotograferren en zal de afstand kort zijn. In n dit soort ggevallen zul je niet kiezzen voor een standaardo objectief. et belangrijkk om te realiseren dat in het dageelijks leven e een ieder Voor de affstand die jee kiest, is he m je dichterrbij, dan voe elt men zichh niet op zijn gemak een bepaalde afstand houdt van elkaar. Kom er is de normale afstannd die we nemen en en zie je heet ook terugg in de foto. Anderhalff, twee mete men is gew wend aan heet daarbij behorende pperspectief.. Wanneer je dan een sstandaardobjectief gebruikt en n toch een ffoto neemt van dichtb ij, dan volgtt een vertekkening van het beeld (d denk aan effect van groothoek objectief). n brandpunttsafstand vaan Tip: Neem een objectief met een de lengte vaan een stanndaardobjecctief tenminste twee keer d (portretlen ns), dit geefft het beste resultaat. Denk bij dit alles voorral ook aan het psychollogisch aspe ect. dichtbij geefft een dynamisch karakkter, afstan nd meer Direct en d dan 1 tot 22 meter geeeft de foto e een afstandeelijk karakte er. c. Lichtbron nnen Bij het geb bruik van licht in de studio is sprakke van “beheersbaar” licht. Er worrdt gebruik gemaakt van flitslich ht, soms in combinatie e met lampliicht. Er zijn veel voorde elen in dit ggeval, denk aan regelbaar iinstellicht, kkeuze in refflectoren, klleurtemperratuur, groo ot vermogenn, weinig ge evaar voor bewegingssonscherptee. Het nadee el is dat dit vaak erg ko ostbaar is. In de portrretfotografie kun je vee elal volstaann met flitslicht, mits de e juiste ken nis en fantaasie wordt gebruikt do oor de fotograaf. Ook halogeen liccht is gesch hikt, is iets compacter vvan bouw en beschikt over meerdere accesssoires, maar is weer ietts duurder. Fotolampen hebben w weinig verm mogen en worden al snel erg heet tijdens h het gebruik. Sony Benelux
003‐06‐2012
3
Sony ffoto & & video o experience e
Afmeting vvan de lichtb bron Binnen de fotografie iis het bij po ortretten ge bruikelijk om te kiezen n voor zacht licht.. Het onderscheid in he et maken vaan een goed de portretfo oto is het gebruik maken van schaduwe en (te bereiiken door gericht licht)). Grote lichttbron: zachtt, aangenaam licht, geddetailleerde e schaduwen. Effect: licht zoals een licht bewolkte dag. Kleine lichttbron: hard en gericht, met donkeere schaduw wen. Effect: licht zoals op eeen zonnige, onbewolkkte dag. Tip: Kijk vo oor inspiratiie en verduiidelijking hi erover eens naar portrretten van bekend de fotograffen zoals: Irvving Penn, YYusuf Karsh h en Horst P. Horst. Studiolichtt Spot: Klein n, geeft hard de schaduw wen (daarom m dus ook gebruik makken van reflecttieschermen n of invullicht). Met accesssoires zijn eer verschillende manierren om bijvoorbeeld ee en smalle of b brede lichtsttraal (denk aan frenelsspot, snoot)). Voor het Portretfoto ografie verzachten n kun je geb bruik maken n van diffuuus materiaall, zoals een wit laken, overrtrekpapierr, frost of sp pun. Flood: Stan ndaard lichttbron in studio, een ricchtbare reflector. Deze e zijn verkrijgbaaar van klein tot groot. D De grote heebben dan vvaak een extra kapje, zodaat direct lich ht vanuit de e lamp niet op het ond derwerp kom mt. Hiermee ko om je heel dicht bij het effect vann een softbo ox. Hier kan ook met accesssoires zoals kleppen off een snoot worden gew werkt, zoda at het licht zicch beter spreidt. Softbox: Deze worden n in verschilllende afmeeting aangeboden binnen het assoortiment van studioflitsinstallaties. Het is een met stof beekleed frame, waarvan de voorkannt wit is en de wordt aangeebracht op de flitskop binnenzijde met een ssterk reflectterend mat eriaal is bekkleed. Het w dige reflectooren en difffusors en de e witte voo rzijde die als diffusor als een refflector. Door de inwend werkt, ontstaat een zaacht half difffuus licht. e. Diffuserss Lichtversprreider, voorrbeelden zijjn een wit laaken, overtrekpapier, ffrost of wit perspex. M Met behulp van statieff of specialee houder en hengel pla ats je dit tu ussen de lam mp en het oonderwerp. Met het veranderen van de afsstand tussen deze tweee kun je ver verspreiding van het licht beïnvloeden. (Pas op voo or brandgevvaar!)
Sony Benelux
003‐06‐2012
4
Sony ffoto & & video o experience e
e. Reflectieeschermen Wat voor lichtbron je ook gebruikt, in alle geevallen heb b je te make en met schaduwen. De m meeste schaaduwen kunnnen wel waat ophelderin ng gebruiken om te voo orkomen dee schaduwp partijen dichtlopen n. Dit lukt so oms erg goe ed met invu llicht, maarr vaak nog beter met het gebruikk van reflecttiescherme n. Het voorrdeel is dat een reflecttiescherm ggeen nieuwe e schaduween maakt, en dit is mee estal wel het geval wanneeer je invullicht gaat gebbruiken. or Let op: niet evenveel links als recchts gebruikken, hierdoo wordt het hoofd min of meer “ge evangen” (bberuchte “lichttang”) Materiaal: Witte, zilveer of goudkleurige vlakkke platen (bijv. polystyyreen). f. Achtergrronden Als achterggrond voor eenvoudige e portrettenn worden papierrollen gebruikt. Leet hierbij w wel op dat je afstand houdt en op het diafraagma let, waant de kreu ukels in het papier zijn aal gauw te zzien. Voor andere projecten kan heel ggoed canva s materiaal worden ge ebruikt, dit iis sterk en ggeschikt voor meerdere doeleiinden. Denkk aan het ovverschildere en, hiermee e kun je anddere effecte en realiseren. g. Accessoiires Let op bij h het gebruik maken van accessoirees (ook wel p props genoemd),, dit kan nam melijk ook e erg van het onderwerp p afleiden. P Probeer daarom het gebruik daarvvan zo weinig mogelijk to oe te passen n. En wanne eer je accesssoires gebrruikt, doe dit dan n gericht en n effectief. D Denk maar eens aan stereotypee voorbeelden zoals he et meisje meet de bloem men, de man meet de sigaarr etc. 3. Termen ht wat je plaaatst, hierm mee wordt h het effect wat je wilt beereiken bep paald. Hoofdlicht: Eerste lich ht wat je aaanbrengt, beelangrijk vo oor schaduw weffecten (ddeze “invullen” d.m.v. Invullicht: TTweede lich licht). Effectlicht:: Extra licht om de foto o een extra accentje te geven (bijvv. op schoudderpartij o.ii.d.). Achtergron ndlicht: Lich ht wat op de e achtergroond wordt gericht, om h het plaatje aantrekkeliijker te maken. 4. Contrasttomvang Het volgen nde stappen nplan is van belang om het verlich htingscontra ast (en daarrmee de ben nodigde hoeveelheid invullichtt) te bepale en. 1. Doe allee lichten aan n en plaats reflectieschhermen op d de juiste ple ek 2. Meet heet opvallend de licht een de lichte kaant van hett gezicht, me et de meterr gericht naar het hoofdlicht.. De meter mag geen liicht van anddere bronne en vangen. Schrijf de w waarde op. Sony Benelux
003‐06‐2012
5
Sony foto & video experience
3. Vervolgens meet je aan de schaduwzijde van het gezicht, en ook deze waarde schrijf je op. 4. De vergelijking van beide waarden in stops, geeft je de verhouding van de lichte en donkere kant van het gezicht. Het totale contrast meten doe je met een gereflecteerd lichtmeting (zie hiervoor ingebouwde belichtingsmeter van camera). Ook nu meet je de lichte en donkere kant en je vergelijkt de waarden. Ideaal is dit geval is een spotmeter. (In het geval van portretfotografie zal het totale contrast in het gezicht gelijk zijn aan het verlichtingscontrast, omdat het onderwerpscontrast van een gezicht nul is) Voor de meeste portretten wordt de volgende contrastverhouding aangehouden: tussen 1:2 en 1:4
Techniek a. Gebruik van lampen: Bij portretten volstaat meestal 1 lamp/lichtpunt, zorg voor een zo natuurlijk mogelijke weergave en maak gebruik van reflectieschermen. De beschikbare en voor de hand liggende verlichting is meestal ook een slechte verlichting.
Sony Benelux
03‐06‐2012
6
Sony foto & video experience
Lichtbronnen: Het mooiste is half diffuus licht te gebruiken omdat sterk gerichte lichtbronnen al snel hoekig, agressief en moeilijk op te helderen zijn. Traditiegetrouw wordt vooral zachter licht gebruikt voor vrouwen terwijl wat harder licht bij mannen wordt toegepast. Positie van het model: Bij een foto van een gezicht wat naar rechts op links kijkt, trekt vaak de aandacht van de kijker naar het oor. Je kunt het effect verminderen door ervoor te zorgen dat dit gedeelte van het gezicht (het oor dus in dit geval) in de schaduw valt. Let dus goed op hoe je het model neerzet.
d. De ogen: Kijkt het model weg, dan lijkt het alsof de foto stiekem is genomen. Kijkt het model in de lens, dan is het alsof er een band ontstaat tussen de kijker en de geportretteerde Let bij de reflectie van de lichtbron in de ogen erop dat deze niet in de pupil valt. Wanneer er geen reflectie is, zijn de ogen “doods”. e. Het hoofd: Hoofd iets schuin houden, voorkomt onnatuurlijk effect. Hoofd achterover hellend: geeft een uitstraling van belangrijkheid. Hoofd voorovergebogen en door wenkbrauwen kijkend: geeft verlegen, preutse indruk. Tip: Laat het model ook regelmatig even ontspannen en vraag alleen de volle aandacht als je ook daadwerkelijk gaat fotograferen. f. Handen: Vergeet de handen niet. Mensen “praten” vaak met hun handen, de positie van de handen is bepalend voor wat je met de foto wilt vertellen.
Sony Benelux
03‐06‐2012
7
Sony foto & video experience
g. Camerapositie: Laag genomen: model lijkt dominant of belangrijk, vanuit hoog standpunt genomen: onderdanig of vriendelijk model h. Kadering: Er is sprake van een staand beeld (portret) f een liggend beeld (landschap). Omdat het onderwerp bij portretfotografie verticaal is, is er sprake van een staand beeld, ook wel portretkader genoemd. Let op ruimte boven en onder het hoofd bij de bepaling van je compositie. Uiteraard ben je vrij in je keuze hierin, zie onderstaande illustratie voor toelichting.
Verlichtingstechniek Belangrijkste aandachtspunt is om niet teveel lichtbronnen te gebruiken; eenvoud is het kenmerk van het ware! Licht op de korte kant: Door gebruik van licht op de korte kant, lijkt het gezicht smaller dan dat het in werkelijkheid is. Plaats het model zo, dat hij/zij iets langs de camera kijkt. Het licht moet nu zo geplaatst worden, dat de voorkant en de zijkant die het verste weg is wordt verlicht, waardoor de kant die dichter bij de camera is in de schaduw valt (de kant waarvan je het oor het meeste ziet). Natuurlijk moet je wel de schaduwkant nog een beetje “invullen” met behulp van een reflectiescherm, maar de algemene indruk lijkt een versmalling van het gezicht te bewerkstelligen. Dit is de verlichting die ook door de “neuzentheorie” wordt aanbevolen. Vanuit deze theorie gaat het niet zo zeer om een versmalling van het gezicht, dan wel om overbodige details als oren in de schaduw weg te laten vallen, waardoor de nadruk op de essentie van het portret komt te liggen. Zoals je zult begrijpen is dit niet zaligmakend en zijn er prachtige portretten te maken met het licht aan de lange kant. Sony Benelux
03‐06‐2012
8
Sony foto & video experience
Licht op de lange kant: Dit licht gebruik je wanneer het nodig zou zijn breder te laten lijken dan het in werkelijkheid is. Plaats het model zo dat hij/zij iets langs de camera kijkt. Het licht moet nu zo geplaatst worden dat de voorkant en de zijkant die het dichtst bij de camera is wordt verlicht en de kant die het verste weg is, in de schaduw valt. Het effect is een aanzienlijke verbreding van het gezicht. Twee klassieke stijlen Vlinderverlichting: De eigenschap hiervan is de symmetrie die ontstaat door het hoofdlicht recht voor en iets boven het hoofd van het model te plaatsen. Het licht moet een kleine symmetrische schaduw onder de neus geven, die de mond niet raakt. Dit kun je aanpassen hoe je het zelf wilt. Resultaat: een iets vlakkere weergave van het gezicht. Deze verlichting is mooi bij een vrouwengezicht, vanwege hun zachtere en rondere gelaatstrekken. Rembrandlicht: Dit wordt veelal toegepast bij mannenportretten, omdat het licht erg gericht is met scherpe schaduwen, waardoor het hoekige van de mannenkop wordt benadrukt. De lichtbron wordt aan de zijkant van het gezicht geplaatst, zodat de schaduw van de neus de overige schaduwen raakt. Deze techniek is genoemd naar de bekende portretschilder Rembrand, hij paste dit in zijn werk toe.
Sony Benelux
03‐06‐2012
9
Sony foto & video experience
TIPS: Lampen: hoofdlicht ‐ effectlicht ‐ ogenlicht = tevens contrastlicht Licht (3 hoofdgroepen) Licht van boven ipv spot achter (let op neuslicht) Ogenlicht achter de camera Licht zijwaarts door de ogen Ophelderen: dmv plaat tempex of scherm Werken met styliste en/of visagist Standpunt hoog/laag (maak iemand belangrijk of afhankelijk) Cosmetica Kleding Portretten daglicht vroeg op de dag Maak licht van te voren klaar Brandpuntsafstand dubbel aan normaal objectief Achtergrond rustig ‐ half donker, half licht Softfocus (minder bij klein diafragma) Bij belangrijke mensen ook foto maken van mensen zoals zij willen Van voren; knieën opzij (leunen) Onderkin met de hand wegwerken of hoofd naar voren en naar beneden Geef een kind de tijd zicht te acclimatiseren Kinderen (plakband) ‐ geluid (ook voor dieren) Laag standpunt rustige kleding‐ geen strepen of onrustig motief Handen: niet de bovenkant Houding: stoel met leuning ‐ tafel Bekijk het licht eens door je hand Meet het contrast in het onderwerp, er moet ook contrast zijn tussen model en achtergrond BELANGRIJK: Wanneer alles oké is; kijk in de lens van de camera of er lichtreflecties zijn. Lampen afdekken met een stuk zwart karton (ivm verliezen van het contrast). Dit geldt voor alle opnamen die je maakt!!! Portretfotografie
Sony Benelux
03‐06‐2012
10