Portfolio in het VUmc-compas Faculteit Geneeskunde (VUmc)
Projectvoorstel Educatieve Middelen Pool 2009-2010
vrije Universiteit amsterdam
© 2009 Vrije Universiteit, Amsterdam
Projectvoorstel –
,
Status
Concept
Versie Vervolgproject Looptijd
Auteur Datum Opdrachtgever
Projectleider
Vervolg op EMP-project 2008-2009 September 2009-september 2010 Irene Slootweg, examinator portfolio a.i. [email protected] 16-03-09 Prof. Dr. H.J. Groenewegen programmaleider bachelorfase VUmc-compas,. Dr.M.G.A.J. Wouters, programmaleider masterfase 2&3. VUmc-compas Irene Slootweg, examinator portfolio a.i. [email protected]
Bestandsnaam
Document3
Versiehistorie
Versienummer
Datum
Auteur
Opmerking
Contactpersonen Onderwijscentrum VU: Procedure en overige vragen: mevr. drs. C.M.J. Peters (E: [email protected] T: 020 –598 9221). Zij zal doorverwijzen naar de experts die horen bij de verschillende thema’s.
2
Projectvoorstel – ,
3
1. Samenvatting “There is no learning without feedback” Cees van der Vleuten Evenals in voorgaande jaren doen we een beroep op de Educatieve Middelen Pool (EMP) ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van het digitale portfolio in het VUmc-compas. Inmiddels is het portfolio klaar voor de bachelor en voor masterjaar 1. Al die jaren ontwikkeling is er (dankbaar) gebruik gemaakt van ondersteuning vanuit de educatieve middelen pool. We maken ons nu op voor de laatste ronde in de implementatie. Concreet gaat het in deze laatste fase van de ontwikkeling om twee invalshoeken: het ontwerpen van het portfolio voor de masterjaren 2&3 en het verbeteren van de beoordelingsmethode. Het doel van het project is ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van het portfolio in het VUmc-compas voortgang vindt en afgerond wordt. Daarmee is het portfolio met het mentoraat een volwaardig onderdeel van het toetsprogramma VUmc-compas. Het eindresultaat bestaat uit verschillende documenten. Het project levert allereerst een bruikbaar digitaal portfolio voor studenten van masterjaren 2&3 op. Daarnaast komt er een panel van deskundige beoordelaars en komt er een set van beoordelingscriteria beschikbaar. De verbeteringen in de beoordelingsmethode zijn aan het eind van de projectperiode ingevoerd in de organisatie van het VUmc-compas.
2. Rechtvaardiging van het project Uitgangspunt van het VUmc-compas - is actief leren en zelfstandigheid van de studenten bevorderen. Dit betekent dat studenten leren het eigen leerproces te sturen en kritisch leren kijken naar de eigen ontwikkeling tot arts. Vooral in de masterfase is het leren van ervaringen belangrijk. Door alle praktijkopdrachten, patiëntencontact en feedback van (aanstaande) collega’s worden studenten gestimuleerd om van tijd tot tijd bewust hierbij stil te staan en zichzelf een spiegel voor te houden. Het curriculum VUmc-compas is toetsgestuurd en competentiegericht. Binnen het VUmc-compas onderscheiden wij een extra competentielijn voor de rol van reflector. Daar leert de student reflecteren en kritische kijken naar eigen ervaringen. Het portfolio is een hulpmiddel om de “grote lijnen en patronen” te leren zien en herkennen. In het portfolio demonstreert de student waar hij goed in is, wat voor verbetering vatbaar is en wat de plannen zijn voor de volgende (leer)periode. Portfolio Het leren met behulp van portfolio heeft twee doelstellingen. Eén is het leren van ervaringen en de ander is het bijhouden van een portfolio als oefening voor de opleiding tot specialist. 1. Het leren van ervaringen over een wat langere periode; dit is een inspannend proces. Afstand nemen en helder analyseren zijn hiervoor noodzakelijk. De student krijgt de gelegenheid te oefenen met het herkennen van patronen en deze te analyseren. 2. In het VUmc-compas bereiden we de studenten voor op wat hen te wachten staat tijdens de specialisatie. Eén van de innovaties in de vervolgopleiding tot medisch specialist is het verplicht bijhouden van portfolio. Het bijhouden van het portfolio heeft alleen zin als de student het portfolio bespreekt met een mentor. Luisteren en stimuleren zijn twee belangrijke eigenschappen van de mentor. De mentor begeleidt drie jaar als ervaren vakgenoot de student. De mentor is daardoor in staat om patronen, hetzij studiebelemmerende, hetzij studiebevorderende, te zien en deze bespreekbaar te maken. De mentor kan daardoor ook de student ondersteunen in het proces van ervaringen op doen, feedback ontvangen, daarop reflecteren en leerdoelen bedenken om van de ervaring te leren.
Projectvoorstel – ,
4
Uit ervaringen van studenten en mentoren blijkt dat de rol van mentor als begeleider goed uit de verf komt. De studenten zijn positief over het mentorsysteem. De mentoren zelf hebben moeite met de rol van beoordelaars. Zij zien daarin een dilemma met de begeleidersrol, vooral in geval van een zwakkere student. Om die reden – en ook omdat dat aansluit bij de ervaring van andere universiteiten – willen we in het komende jaar de beoordeling loskoppelen van de begeleiding. Daarmee hopen we de beoordeling meer betrouwbaar en objectief te maken. De begeleiding van de student kan dan in een sfeer van openheid en veiligheid. Het portfolio en het mentoraat zijn niet meer weg te denken uit het onderwijsprogramma van de faculteit. De doelstellingen van het project borduren voort op eerdere projecten EMP digitaal portfolio. Door dit project ronden we binnen de faculteit de ontwikkeling portfolio af. Het portfolio en het mentoraat zijn dan ingebed in de onderwijsorganisatie en hebben een volwaardige plaats in het toetsprogramma. Bijdragen aan facultair onderwijsbeleid Dit jaar zijn we met de masterfase van VUmc compas gestart. Masterfase 2 en 3 worden nu ontwikkeld. Het onderwerp van het project heeft samenhang met de onderwijsprioriteit van de faculteit. Met het portfolio laat de faculteit zien ‘aandacht te hebben voor de ambitie van de individuele student en ruimte voor excellentie’. Daarmee realiseren wij één van de kenmerken van de onderwijsvisie VU. In het nieuwe onderwijsprogramma VUmc-compas stroomt in 20092010 het vijfde cohort studenten de bachelor in, het tweede cohort in masterfase 1 en wordt gestart met de masterjaar 2. De Plan-Do-Check-Act cyclus is onderdeel van kwaliteitssysteem van VUmc-compas. Het portfolio valt binnen het toetsbeleid VUmc-compas. De plaats die het daarin inneemt is de toets van de grote lijnen en de (leer)ontwikkeling. De student krijgt er in de bachelor en de master in totaal 24 studiepunten voor. De ontwikkeling van het VUmc-compas heeft een prominente plaats in het meerjarenbeleid van de faculteit.
Relatie met EMP-thema’s – onderwijsvisie – VU jaarplan Het project borduurt voort op implementatie van eerdere EMP projecten portfolio. In de ogen van de faculteit past het onderwerp binnen de onderwijsvisie van de universiteit en binnen de verschillende EMP thema’s • ICT en Onderwijs aangezien gewerkt gaat worden met een digitale portfolio. • Vergroten van het studiesucces in de bachelor door heldere beoordelingscriteria. Studenten weten waar ze aan toe zijn. • Verbeteren van de studievoorlichting door handleidingen. • Community of Learners door het opzetten van een deskundige groep beoordelaars. • Studenten leren reflecteren en werken aan eigen oordeelsvorming • Kwaliteitszorg onderwijs door evaluatie van beoordelingsmethode portfolio.
3. Projectdefinitie Projectdoelstellingen Het vervolgproject portfolio heeft twee doelstellingen 3.1 Er is een digitaal portfolio beschikbaar voor studenten masterjaren 2&3. Er is duidelijkheid bij studenten over gebruik van portfolio en over de rol van de mentor in begeleiding. 3.2 De methode van beoordelen portfolio is fijngeslepen op basis van ervaringen in masterjaar 1. In de projectperiode voeren we binnen de faculteit de veranderingen door waarin de begeleiding en de beoordeling van het portfolio gescheiden worden. Beoordelingscriteria worden binnen het panel van beoordelaars aangescherpt; meer objectief en betrouwbaar. Gedurende dit traject zal training aangeboden worden en de deskundigheid van de beoordelaars toenemen.
Projectvoorstel – ,
5
Na afloop van het project is er binnen de faculteit overeenstemming over portfolio en mentoraat. De faculteit is hiermee in staat studenten een portfolio aan te bieden waarin zij hun competentieontwikkeling tot arts kunnen bijhouden. Projectbereik Tijdens dit project richten we ons niet op de (inhoudelijk) revisie portfolio in de bachelor. Daar willen we eerst ervaring opdoen met de gekozen aanpak. We houden ons in dit projectjaar niet bezig met het optimaliseren van de digitale omgeving waarin het portfolio verkeert. Ook al zou daar aanleiding toe zijn, in verband met de evaluatie portfolio in BB, door onderwijscentrum VU. Projectresultaten Na afloop van het project beschikt de faculteit over de volgende resultaten: 1. Een digitaal portfolio voor masterjaar 2&3 2. Een handleiding met instructie voor studenten ontwikkeld voor masterjaar 2&3; 3. Een handleiding voor mentoren is ontwikkeld voor de begeleiding van studenten in masterjaar 2&3; 4. Een aangepaste beoordelingsmethode voor de bachelor- en masterfase; 5. Een evaluatierapport over behaalde doelen van dit project. Relaties met andere projecten Er is een relatie met het project docentprofessionalisering. Het informeren van mentoren over het portfolio, het trainen en scholen in het begeleiden van het portfolio van studenten, valt binnen het project docentprofessionalisering. In dit EMP project ontwikkelen we onderwijsmateriaal voor masterjaren 2&3. Daarbij is afstemming en samenwerking met het team van docentprofessionalisering over het trainen van mentoren noodzakelijk. De tweede relatie ligt op het terrein van de automatisering. Het portfolio wordt digitaal aangeboden. Om die reden is het van belang dat een ICT-deskundige, betrokken wordt bij het project. Het portfolio is een belangrijke voorwaarden voor het competentiegericht curriculum binnen VUmc compas. De competentieontwikkeling valt onder verantwoordelijkheid van acht rolcoördinatoren. Onder leiding van de profielcoördinator werken zij gezamenlijk aan het profiel van de arts in opleiding. Het gaat hierbij specifiek om rollen als: medisch expert, communicator, samenwerker, organisator, gezondheidsbevorderaar, beroepsbeoefenaar, academicus en reflector. De projectleider is tevens rolcoördinator en kan als zodanig de brug slaan tussen het toetsen van de competenties en de relatie met het portfolio. Draagvlak en betrokkenheid bij het portfolio van het profiel, is door deze structuur gewaarborgd. De rolcoördinator reflector neemt een belangrijke plaats in, in het project. Zij is verantwoordelijk voor het onderwijsmateriaal op gebied van leren reflecteren. Voor de reflector is het portfolio een belangrijk middel daartoe. Er is regulier overleg tussen de reflector en de projectleider. Er is tevens een EMP project aanvraag ingediend om video-instructie te ontwikkelen voor studenten over digitaal portfolio.
4. Kwaliteit en disseminatie Kwaliteitseisen De kwaliteitseisen waar de verschillende resultaten aan moeten voldoen, wordt bepaald door
Projectvoorstel – ,
6
projectleider en geaccordeerd door de opdrachtgevers. Daarnaast voldoen de resultaten aan de volgende eisen: 1. Het functioneel digitaal portfolio voor masterjaar 2&3 past binnen de visie op portfolioleren én de digitale leeromgeving. Het is toegankelijk, gebruiksvriendelijk en het heeft een heldere structuur (De opdrachten zijn uitgewerkt en de organisatie rondom portfolio geregeld); 2. De handleiding voor studenten staat op blackboard en is zo geschreven dat de student zelfstandig kan werken aan het portfolio. De handleiding is kort en overzichtelijk. De portfolio-opdrachten hebben een logische opbouw. Het alles ademt een sfeer uit van inspiratie en werkt motiverend; 3. De handleiding voor mentoren bevat competenties voor de begeleider en bevat tevens richtlijnen voor begeleiding .De handleiding ademt een sfeer uit van inspiratie en werkt motiverend; 4. Een aangepaste methode van beoordelen is transparant, eenvoudig en helder. Het maakt duidelijk wie, wanneer, hoe en op basis waarvan er een oordeel wordt uitsproken over de resultaten en prestaties op gebied van portfolio. Het helikopterverslag van de student (samenvatting van het portfolio) is hiertoe het middel; 5. Het evaluatierapport gaat in op de behaalde resultaten en effecten van het project. Borging van kwaliteit van de resultaten Met de opdrachtgevers maakt de projectleider afspraken over de (kwaliteit van de) resultaten. Op regelmatige basis is er overleg tussen de opdrachtgevers en de projectleider over de voortgang en inhoud van het project. In het beleidsteam van de master – onder voorzitterschap van de programmaleider master wordt regelmatig over het portfolio en het mentoraat gesproken. De studenten vormen de doelgroep waar het uiteindelijk om gaat. Zij spreken zich in studentenfora uit over portfolio. De taakgroep kwaliteit neemt regelmatig evaluaties af bij mentoren en studenten over het mentoraat en het portfolio. Het panel van beoordelaars bepaalt mede de inhoud van de methode en de criteria van beoordeling. Draagvlak bij de leden van het panel is een vereiste Bruikbaarheid van de resultaten De resultaten van het project zijn te vinden op blackboard. Met de dienst communicatie stellen we een communicatieplan op. Dat is heel belangrijk voor het creëren van draagvlak bij mentoren, studenten en binnen de organisatie van het onderwijs. Via het netwerk Nederlandse Vereniging Medisch Onderwijs kunnen wij andere faculteiten informeren. Via het onderwijscentrum kunnen de resultaten gebruikt worden voor andere faculteiten. Voor onze eigen faculteit biedt het project kans om ervaringen en kennis te delen als het gaat om de portfolioleren in de medische vervolgopleiding. De medisch specialisten zijn volop aan het experimenteren met portfolio voor de arts-assistenten. Voor andere onderdelen van het toetsprogamma VUmc-compas zijn de ontwikkelingen van het panel van beoordelaars interessant. Wij sluiten de mogelijkheid niet uit dat het panel ingezet kan worden voor andere toetsen, bijvoorbeeld het toetsen van professioneel gedrag (PG).
5. Projectstructuur Opdrachtgevers geven richting aan het project. Zij zijn verantwoordelijk voor de bachelor - en masterfase VUmc compas. Het is essentieel dat de ontwikkeling van het portfolio aansluit bij doelstelling van het VUmc compas. • Prof. Dr. H.J. Groenewegen, programmaleider Bachelor
Projectvoorstel – ,
•
7
Dr. M.G.A.J. Wouters, projectleider ontwikkeling master VUmc-compas
Projectgroep Zoals bleek tijdens eerdere EMP projecten, kan het portfolio en het mentoraat rekenen op veel belangstelling binnen de faculteit. Sleutelfiguren vinden het portfolio belangrijk, spreken zich uit en werken actief mee in de ontwikkeling van het portfolio. Daar willen we nu ook weer gebruik van maken. Het is de bedoeling in de komende projectperiode met een kleine projectgroep portfolio te werken. Een kleine slagvaardige groep mensen die mede het “gezicht” worden van het portfolio en belast zijn met ontwikkeling én uitvoer van het project. De overige betrokkenen die, afhankelijk van het onderwerp, op afroep zijn beschikbaar: • Cor Camps, van automatisering en onderwijs • Jacqueline Gerritsen van docentprofessionalisering en training mentoren • José van de Kreeke, de rolcoördinator reflector • Veronica Selleger, de vice-rolcoördinator reflector • Jaarvertegenwoordigers van de studenten Leden projectgroep Naam Functie Afdeling
Deskundigheid
Uren p/w
Anke Millenaar
Secretariaat portfolio
4 uur
Irene Slootweg
Examinator portfolio a.i. Projectleider
8 uur
Mentor bachelor en/of mentor master
Ervaringsdeskundigen
1 uur
Telefoon
Email
[email protected]
4448568
[email protected]
Ondersteuning vanuit Onderwijscentrum VU Het betreft onderwijskundige ondersteuning op gebied van digitaal portfolio en implementatie van het onderwijs, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Wij vragen ondersteuning aan voor 0.2 FTE. Voornaamste taken zijn: • Inbreng van expertise over portfolioleren vanuit VU en andere faculteiten (expert-rol) • De projectleider gevraagd en ongevraagd adviseren over voortgang en kwaliteit van de resultaten (partner-rol) • Ontwerpen van onderwijsmateriaal (rol van ontwikkelaar) Stuurgroep (voorheen begeleidingscommissie) De twee opdrachtgevers van het project zijn lid van het managementteam van de Opleiding Geneeskunde van het IOO (Instituut voor Onderwijs en Opleiden. Zij dragen zorg voor draagvlak bij het management over inhoud en voortgang van dit project. De projectleider overlegt minimaal 1x in 2 maanden over het project met de opdrachtgevers. De projectleider legt verantwoording af en komt met de opdrachtgevers tot overeenstemming over inhoudelijke en organisatorische zaken. Zo nodig vindt naar aanleiding van dat overleg
Projectvoorstel – ,
8
bijsturing van het project plaats. De opdrachtgevers dragen uit, bij mentoren en studenten, dat het project belangrijk is. Dat is vooral merkbaar tijdens bijeenkomsten waarin gezocht wordt naar draagvlak voor portfolio. Naast de mentoren spelen de rolcoördinatoren een belangrijke rol in de ontwikkeling van het portfolio. Zij zijn tenslotte verantwoordelijk voor de competentieontwikkeling. De projectleider heeft maandelijkse overleg met de profiel- en rolcoördinatoren.
6. Projectaanpak Activiteiten Hoofdactiviteit Instellen projectgroep Opstellen van projectplan 2.1 Instellen panel van beoordelaars.
omschrijving
Relatie met resultaten 1-5
Profiel ontwikkelen. Belangstellingsgesprekken voeren Werkafspraken maken Door interactie en dialoog gaandeweg criteria ontwikkelen
4
Voorstellen bespreken, herzien en vaststellen Kwaliteitszorg onderwijs.
4
Evaluatie materiaal master 1 Voorstel maken en projectleden op afroep consulteren
1,2,3
Voorstel maken en projectleden op afroep consulteren
1,2,3
1
2.2 Beoordelen helikopterverslagen bachelor en master 1 2.3 Ontwerpen en vaststellen criteria en procedure. 2.4 Criteria en procedure toetsen 3 Ontwerpen onderwijsmateriaal master 2 en ontwerpen digitaal portfolio Ontwerpen handleidingen over begeleiden 4 Ontwerpen onderwijsmateriaal master 3 en ontwerpen digitaal portfolio Ontwerpen handleidingen over begeleiden 5 Opstellen eindrapport 6 Presentatie van projectresultaten tijdens de universitaire EMP-middag
4
4
5 Presentatie op de universitaire EMPmiddag
Planning vóór sept. 1 x 2.1 x 2.2 x 2.3 2.4 3 4
sept.
okt.
nov.
x
x
x
x
x
dec.
jan.
febr.
mrt.
x x
x
x
april
mei
juni
juli
x
x
x
aug.
Projectvoorstel – ,
5 6
7. Ondertekening en datum Mede namens, Prof. Dr. H.J.Groenewegen Dr. M.G.A.J. Wouters; Datum: 17 maart 2009
9
x
x
x