Politiewetenschap – een Europese benadering Door Hans‐Gerd Jaschke Het proces van globalisering leidt tot een uitbreiding van de georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. De snelle uitwisseling van informatie en kennis, van personen en goederen, van culturen en waarden, en – niet in de laatste plaats – een toenemende sociale ongelijkheid hebben nieuwe soorten van misdaad en risico’s voor de openbare orde doen ontstaan. Als voorbeelden kunnen mensenhandel, illegale immigratie, georganiseerde criminaliteit, corruptie, internetcriminaliteit en de bedreiging door terrorisme worden genoemd. Politie en andere handhavende instanties moeten op deze moderne uitdagingen reageren. Mede om deze reden is sinds de negentiger jaren de Europese politiële samenwerking verder geïntensiveerd en geïnstitutionaliseerd. De gebeurtenissen rond “9/11” hadden een verstrekkende impact op de dynamiek van de internationale samenwerking: Intensivering van het grensoverschrijdende politiewerk, een versnelde opbouw van organen binnen de derde zuil van de EU, en tot slot een betere en meer systematische uitwisseling van ervaringen alsmede een gemeenschappelijke opleiding en training van leidinggevende politieambtenaren binnen CEPOL. De interesse voor en het gebruik van wetenschappelijke methoden en onderzoeksresultaten maken deel uit van dit proces. Op nationaal niveau nemen wetenschappelijke benaderingen toe. De politie zelf vraagt om wetenschappelijke oplossingen op forensisch vlak maar ook op het terrein van de sociale wetenschappen. Gevallen uit de criminele praktijk , vraagstukken op het gebied van politiemanagement maar ook van de politieopleiding worden heden ten dage met een grote bandbreedte aan wetenschappelijke methoden benaderd. Modern politieleiderschap past tegenwoordig ten dele wetenschappelijke kennis toe en staat open voor ontwikkelingen in de verschillende academische vakgebieden. Anderzijds heeft politiewetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld binnen disciplines als criminologie, sociologie, politicologie, psychologie en criminalistiek , een reeks van empirische studies en theoretische discussies opgeleverd. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de voor deze disciplines geldende standaarden en methodes. Hoewel er interdisciplinair aanzetten zijn gedaan, bestaat er geen wetenschappelijk discipline “politiestudies” of “politiewetenschap” die overal in Europa als zodanig wordt erkend. Wat politiewetenschap betreft zijn er weliswaar enkele leerstoelen, maar politiewetenschap als een geïntegreerd en integrerend vak staat nog in de kinderschoenen.
Page 1 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
In 2007 heeft een interdisciplinaire internationale groep van experts een rapport uitgebracht over “Perspectieven van de Politiewetenschap in Europa”. 1 De groep was door CEPOL –de Europese Politie Academie‐ gevraagd verbanden tussen wetenschap en politietraining, tussen wetenschappelijk onderzoek en politieonderwijs uit te werken alsook om in dit verband perspectieven voor een Europese invalshoek te beschrijven. De groep heeft twee jaar aan dit rapport gewerkt. Het hier volgende artikel geeft een overzicht van de werkzaamheden van de groep en enkele resultaten van de in deze expertgroep gevoerde discussies. De geschiedenis van de politiewetenschap Hoewel de term “politiewetenschap” in de moderne sociale wetenschappen geen begrip met algemene gelding is – anderen noemen het ook wel “politiestudies” of “politiegerelateerd wetenschappelijk onderzoek” –, heeft deze toch een lange traditie. In de achttiende eeuw betekende “Policeywissenschaft” ongeveer hetzelfde als het huidige bestuurswetenschap, een breed concept dat bijna alle overheidstaken omvatte. Evenals het Franse woord “police” verwees de Duitse term “Polizei” naar een serie van bestuurlijke activiteiten, lang voordat er sprake was van een politie in de huidige betekenis van het woord. Deze moderne politie ontstond pas in de negentiende eeuw. In de oorspronkelijke betekenis, die teruggaat tot in de vijftiende eeuw , stond politie gelijk aan “regering” of “bestuur” hoewel het merendeels werd gebruikt in de context van het handhaven van de openbare orde en het voorkomen van ordeverstoringen. In de negentiende eeuw werd “Policeywissenschaft” in enkele Europese landen een academische discipline met leerstoelen aan de universiteiten. Ook die Europese landen die de term “Policeywissenschaft” niet als zodanig bezigden kenden soortgelijke universitaire disciplines, maar dan bijvoorbeeld onder andere benamingen als “politieke wetenschappen” of zelfs “militaire wetenschappen”. In de loop van de twintigste eeuw werd de administratieve betekenis van “Policeywissenschaft” minder en na verloop van tijd geheel vervangen door een criminologische en criminalistieke betekenis. Vanaf de zeventiger jaren ontwikkelde het empirische politieonderzoek zich in de meeste Europese landen op twee manieren, onderzoek naar de politie door externe wetenschappers en eigen onderzoek dat door de politie zelf werd uitgevoerd. 1
Hans-Gerd Jaschke, Tore Bjørgo, Francisco del Barrio Romero, Cees Kwanten, Robin Mawby, Milan Pagon, Perspectives of Police Science in Europe (CEPOL Series No. 2), Bramshill 2007. Vgl. de volledige tekst op de CEPOL Website: www.cepol.europa.eu Page 2 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
Kernthema’s en discussies binnen de politiewetenschap Politiewerk is heden ten dage steeds meer een op kennis gebaseerde activiteit. In de toekomst zullen zowel politieleiders als ook executieven nog meer politieonderwijs en kennis nodig hebben over politiewerk en over de uitdagingen waarmee politiemensen om moeten kunnen gaan. Politiewetenschap geeft een basis voor onderzoek naar dit kennisdomein. Sinds de zeventiger jaren houdt politieonderzoek in Europa zich intensiever met de historische oorsprong en de ontwikkelingen van de politie en het politiewerk bezig. In de meeste Europese landen heeft de functie van de politie zich stapsgewijs van de militaire macht en de persoonlijke belangen van de machthebbers afgescheiden. Deze functie ontwikkelde zich in de richting van een op de wet gebaseerde handhaving van het recht en het dienen van de gemeenschap als geheel. Echter, in talrijke landen ter wereld is dit proces nog lang niet afgesloten of zelfs nog niet van start gegaan. Andere onderzoeksthema’s vanuit de historische invalshoek houden zich bezig met de interactie tussen politie en politiek en met de diversiteit van rollen en functies binnen de politie. Politiewetenschap en ‐onderzoek kunnen de grote veelsoortigheid van rollen bestrijken die de politie moet spelen als misdaadbestrijders, dienstverleners, ordeherstellers of onderdrukkers van onrust. Moderne politiemensen zijn tegelijk informatiemanagers, communicatie‐experts en crisismanagers. Politiële strategieën en ‐stijlen zijn belangrijke gebieden van politiewetenschappelijk onderzoek geworden. Tot de verschillende stijlen die in vele Europese landen bekend zijn en worden bediscussieerd behoren onder andere Goldstein’s “probleemgericht politiewerk”, het “broken windows”‐model en “intelligence‐led” politiewerk. De blik naarbinnen in de politieorganisatie wordt afgerond door thema’s als management en politiecultuur. Moderne Europese samenlevingen worden in toenemende mate multi‐etnisch en multicultureel. Relaties tussen de politie en etnische minderheden – in het bijzonder jonge mannen –worden vaak gekenmerkt door conflicten en vijandigheid. Kennis van de randvoorwaarden en situatieafhankelijke ontwikkelingen die tot zulke relaties van wederzijds wantrouwen en achterdocht leiden, kan een fundament bieden voor de verbetering van zulke relaties. De wezenlijke vragen in het kader van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende: Welke specifieke situaties en relaties veroorzaken en provoceren zulke conflictgeladen confrontaties? Welke factoren hebben in het bijzonder invloed op de manieren waarop zulke situaties zich Page 3 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
ontwikkelen en op welke reacties ze oproepen? Hoe kan het wederzijdse wantrouwen tussen jonge mensen en de politie worden overwonnen? Actuele ontwikkelingen in de Europese landen evenals wetenschappelijke vragen als deze tonen aan dat een interdisciplinaire benadering moet worden ontwikkeld die de bestaande politiegerelateerde disciplines onder één dak kan verzamelen. Van geen van de bestaande disciplines afzonderlijk wordt verondersteld dat zij hierop bevredigende antwoorden kunnen geven met behulp van hun eigen specifieke kennis, methoden en technieken. Politiewetenschap en de wetenschap van politiewerk Is politiewetenschap een zelfstandige wetenschap, is het een theoretische of een toegepaste wetenschap, is het een onafhankelijke discipline met eigen methoden en instrumenten? Politiewetenschap is de wetenschappelijk studie van de politie als instituut en van politiewerk als een proces. Als een toegepaste wetenschap omvat het methoden en thema’s van andere disciplines die met politiewerk te maken hebben, met inbegrip van wat de politie doet en van externe factoren die van invloed zijn op de openbare orde en op het politiewerk. Het is het doel van politiewetenschap om kennis te vergaren, feiten te verklaren en te systematiseren over de realiteit van politiewerk. Politiewetenschap ligt precies op het snijpunt van wetenschappelijk onderzoek, training, onderwijs, verbetering en innovatie. Het is geen zelfstandige wetenschap maar combineert veeleer methoden en instrumenten die bekend zijn van aangrenzende disciplines zoals de sociale wetenschappen, criminologie en criminalisitiek. De politiewetenschap biedt ook gemeenschappelijke onderzoeksvragen om de hiaten en grenzen tussen de verschillende gebieden te overbruggen. Op die manier ontwikkelt deze wetenschap kernvragen met betrekking tot politiewerk. Als een integrerende discipline richt deze zich zowel tot de academische wereld van politiewetenschappelijk onderzoek als ook tot politiemensen uit de praktijk die bij training, onderwijs en onderzoek betrokken zijn en problemen moeten managen die om wetenschappelijk gefundeerde oplossingen vragen. Met het begrip “politie” is het openbare instituut (of instituten) bedoeld dat met enkele afwijkingen in deze vorm in alle Europese landen bekend is. In tegenstelling tot deze politie slaat de Engelse term “policing” (“policing” =
Page 4 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
politiewerk) 2 op een proces: een term die we toe kunnen passen op handelingen zoals het handhaven van orde en veiligheid, door preventie en het oplossen van misdaden maar ook door een adequate omgang met slachtoffers. Afgezien van de politie zijn bij al deze activiteiten ook non‐profit organisaties zoals NGO’s betrokken, maar ook profit organisaties in de particuliere sector. Dit zouden we een “mixed economy of policing” kunnen noemen. Alhoewel gewoonlijk nog steeds de staat het politiewerk levert, is de traditionele openbare politie in veel Europese landen nu enkel nog voor deelgebieden van het politiewerk verantwoordelijk. Veel is intussen door de private sector overgenomen, door andere openbare organen of via goedkopere opties binnen het openbare bestuur (stadswachten bijvoorbeeld). Dit kan de moderne “multilateralisatie” van de politie worden genoemd, en één van de kernthema’s van politiewetenschap moet haar uitbreiding naar deze bredere betekenis van politie en politiewerk zijn. Toekomstige stappen bij het ontwikkelen van politiewetenschap, politiestudies en politiewetenschappelijk onderzoek mogen zich niet tot de politie als instituut beperken. Voor onderzoeksprojecten moeten veiligheid en politiewerk in een algemenere en bredere betekenis worden opgevat. Politiewetenschap, politieonderwijs en politietraining Het Bologna Proces heeft grote gevolgen voor het universiteitssysteem in Europa gehad: Bachelor en Master opleidingen nemen de plaats in van traditionele universitaire studieprogramma’s. In sommige EU lidstaten verandert zelfs het training‐ en onderwijssysteem van de politie in de richting van een toepassing van het Bologna Proces. Ook al biedt CEPOL –de Europese Politie Academie‐ geen Bachelors en Masters diploma’s, toch laat het zich beïnvloeden door het Bologna Proces doordat het moderne leerplannen ontwikkelt voor en implementeert in zijn cursussen. In de komende jaren is het te verwachten dat meer Politie Academies in Europa verdere stappen in die richting zullen zetten. Er bestaat geen eensgezindheid binnen de politie over de vraag hoe met deze ontwikkelingen om te gaan. Bij politietraining gaat het om een proces waarin kennis wordt vergaard, vaardigheden en attitudes worden ontwikkeld om specifieke professionele taken te kunnen verrichten. De executieve politiemensen moeten dit traject doorlopen teneinde de competenties te ontwikkelen om specifieke politietaken te kunnen vervullen. Politieonderwijs is eveneens gericht op het vergaren van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes, maar het wordt meer op een reflexieve manier aangeboden en geleerd. Het gaat om een sterker probleemgerichte
2
Er bestaat in het Nederlands geen begrip dat de activiteiten van de politie op dezelfde manier als het in het Engels in een werkwoord samenvat. De term „policing“ kan in het Nederlands enkel worden omschreven. Page 5 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
en analyserende manier van leren. Politieonderwijs heeft als doelgroep de politiemensen met meer ervaring die hogerop willen. Politiewetenschap biedt het kader voor zowel politieonderwijs als politietraining. De inhoud (thema’s uit de politieopleiding), de methodiek (onderzoeksmethoden en probleemoplossing) en de intellectuele ontwikkeling (kritisch denken) zijn het gereedschap om het verband te kunnen leggen tussen politieonderwijs en politiewetenschap. Zij bevorderen het vermogen van de studenten om te generaliseren, om samenhangen te zien en om effectief te reageren in nieuwe situaties die zij zich nu nog niet helemaal kunnen voorstellen of definiëren. Politietraining, die meer op praktische ervaring en op vaardigheden gericht is, mag niet worden buitengesloten uit de politiewetenschap. In een moderne maatschappij die op kennis is gebaseerd kunnen praktische vaardigheden op wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten gebaseerd zijn ook al zijn deze vaardigheden niet primair op wetenschappelijke vormen van probleemoplossing gericht. De systemen voor politietraining en ‐opleiding in de EU lidstaten tonen duidelijk de noodzaak van samenwerking aan tussen praktijkervaren politiemensen enerzijds en academici en onderzoekers anderzijds. De toepassing van politiewetenschappelijke resultaten in het dagelijkse politiewerk vormt een grote uitdaging voor de toekomst. Sommigen brengen argumenten in voor een scheiding tussen politietraining en politieonderwijs en beweren dat politiewetenschappelijk onderzoek zich enkel vrij kan ontwikkelen binnen een van de politie onafhankelijk wetenschappelijk instituut. Anderen willen liever politietraining en –onderwijs integreren door politieacademies te transformeren tot geaccrediteerde academische instituten binnen het universitaire systeem om op deze wijze het positieve effect van politiewetenschappelijk onderzoek en een hogere opleiding op de politieorganisatie te maximaliseren. Het Bologna Proces biedt een algemeen kader voor deze ontwikkeling waar accreditatie door nationale accreditatieorganen wordt verleend. Een andere benadering, in het verlengde van het bovenstaande, is het ontwikkelen van Common Curricula richtlijnen voor politietraining en ‐onderwijs in geheel Europa, die worden ondersteund door een competente organisatie als CEPOL. Daarna is het aan de nationale politieacademies en ‐colleges om te beslissen in welke mate zij dit in hun leerprogramma’s willen doorvoeren, en is het aan de nationale accreditatieorganen om te evalueren of het politieonderwijs aan de kwaliteitscriteria van het Bologna Proces voldoet.
Page 6 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
Een Europese benadering van Politiewetenschap Politiewetenschap houdt zich bezig met de kennis die politiemanagers nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Het biedt bovendien de benodigde kennis voor democratische maatschappijen om toezicht te kunnen houden op het praktische politiewerk en aan het proces daarvan (policing) deel te hebben. De kern van een Europese benadering van politiewetenschap zal bestaan uit het vergelijken van structuren, politietheorieën, werkprocessen en praktijkstudies. Het nut van een vergelijking op het vlak van politiewerk is dat wij informatie kunnen verkrijgen over vergelijkbare thema’s in andere landen, dat wij onze eigen ontwikkelingen met die van anderen kunnen vergelijken, dat wij niet alleen elkaar in Europa beter kunnen leren begrijpen, maar ook onze eigen activiteiten beter leren doorgronden, en tenslotte dat de internationale communicatie tussen experts op gang kan worden gebracht of geïntensiveerd. De vergelijkende benadering stelt ons in staat via de–tot nu toe vaak slechts aanvullende –uitwisseling van informatie en ervaring op systematische wijze van elkaar te leren. Dit is een belangrijke stap op weg naar een Europese identiteit die weet wat er gebeurt, waarom het gebeurt en welke alternatieve opties er voorhanden zijn. Politiewetenschap is een toegepaste wetenschap en volgt de vergelijkende perspectieven en ‐methodologie van andere wetenschappen. Deze methodologie omvat twee manieren: van boven naar beneden gezien is zij verwant met de methodiek van de sociale wetenschappen. Vanuit de realiteit van het politiewerk gezien genereert zij methoden om de problemen te kunnen analyseren in de vorm van vraagstellingen en hypothesen. Politiewetenschap is echter geen dogmatische methodereligie die op problemen wordt toegepast. Integendeel: Eerst zijn er de problemen en onderzoeksvragen en pas dan wordt in een tweede stap een relevante methodologische benadering gekozen en ontwikkeld. Bij een Europese benadering gaat het niet primair om methodiek, maar om de onderzoeksthema’s, gecombineerd met onderzoekstechnieken die bij het thema passen. De kernthema’s van politiewetenschap in het algemeen zijn beschreven en besproken in hoofdstuk vier van het rapport (zie noot 1). Hier wordt de nadruk op de Europese dimensies gelegd. Het hedendaagse politiewerk is geen autonoom, onafhankelijk beroep. Het hangt in hoge mate af van ontwikkelingen in de maatschappij, in het overheidsbeleid, in de politiek en in de misdaadstructuren. Veranderende Page 7 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
misdaadstructuren vragen om innovaties binnen het politiewerk en de inzet van geschikte instrumenten – een voortdurende aanpassing dus van politiewerk aan de omstandigheden. Om voor een zo hoog mogelijk niveau van onderzoek en kennis te zorgen moet de politiewetenschap in Europa een voortdurende discussie over bepaalde algemene vraagstukken voeren: Wat zijn de voornaamste trends in de ontwikkeling van de maatschappij, van de misdaad en van de politie, die het politiële handelen beïnvloeden? Wat is de missie van de politie? Wat betekent het als de politie in actie komt? Wat is politiewerk? Wat kunnen de Europese manieren van probleemoplossing worden; wat zijn de verschillen en waar liggen de hindernissen? Gezien de huidige activiteiten op het terrein van nationaal en internationaal politiewetenschappelijk onderzoek, politieonderwijs en politietraining kan worden gezegd dat de meeste ervan afzonderlijke thema’s zijn die uit praktische overwegingen aan de orde moeten komen, algemene vragen worden in de politiecultuur nochtans min of meer genegeerd. Het is mogelijk dat dit voortkomt uit een onderzoeks‐ en opleidingscultuur, die wordt gedomineerd door praktische en empirische eisen en door een angst voor “theorie”. Zodra een onderzoeker binnen of in de omgeving van de politie de verdenking op zich laadt “theorie” te produceren in plaats van “praktijkgerichte kennis” wordt hij al gauw buitenspel gezet. Maar Europese politiewetenschap heeft “theorie” nodig. Niet alleen voor de geschikte methodiek maar ook voor discussies over kernthema’s. Eén van de belangrijkste toekomstige taken is het om algemene aspecten van het politiewerk te onderzoeken, te beschrijven, te analyseren en input te leveren voor specifieke onderzoeks‐ en trainingsactiviteiten. Een andere taak is om de geschiedenis van de Europese beweging levend te houden en deze in onderzoek en training in te bouwen. Dit kan ook een element zijn van een Europese identiteit op het gebied van onderzoek en onderwijs. De klassiekers in de Anglo‐Amerikaanse onderzoekstraditie (Manning, Reiner, Waddington, enz.) zouden kunnen worden gevolgd evenals de bestaande Europese en nationale benaderingen. En waar de aandacht wordt gericht op een grensoverschrijdend perspectief, moet de vergelijkende invalshoek worden gekozen. Tot voor kort was er nog sprake van een gebrek aan vergelijkende studies in Europese landen. Enkele studies houden zich slechts bezig met afzonderlijke en zeer specifieke thema’s bezig: bijvoorbeeld het vergelijken van het morele normbesef van Sloveense en van Amerikaanse studenten die strafrecht studeren; of een vergelijking van de publieke opinie over corruptie binnen de politie; of de overeenkomst in mentaliteit van Franse en Hongaarse gevangenen. 3 Een vergelijkende visie op 3
Gevonden in de CEPOL e-Doc Database onder thesaurus item „comparative research“ Page 8 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
algemene thema’s zoals politiesystemen, politiefilosofieën, politiegeschiedenis, politiële werkstijlen, politieculturen enzovoorts is noodzakelijk en is een belangrijke taak voor de toekomst. Vastgesteld moet worden dat de politiewetenschap nog niet hetzelfde niveau heeft bereikt als dat van sommige aangrenzende disciplines, bijvoorbeeld de politicologie waar het vergelijken van politieke systemen tot de kernthema’s behoort. Desalniettemin is er buiten de grenzen van de Europese Unie een traditie van vergelijkend wetenschappelijk onderzoek naar politiewerk en de methoden, benaderingen en resultaten van die studies moeten in verder wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt. Wanneer we aan het nut en het doel van vergelijkende perspectieven denken verdienen er nog twee punten de aandacht: een theoretisch en een praktisch aspect. De vergelijkende benadering maakt van de politiewetenschap een internationale of europagerichte discipline. Het is de sleutel tot het begrijpen en verklaren van wat er gebeurt op het gebied van politiewerk in Europa. Met andere woorden, zonder vergelijkend onderzoek kan er geen begrip ontstaan voor wat daar gebeurt. Een ander doel wordt ingegeven door praktische behoeften. Het begrip “Benchmarking” betekent leren door te vergelijken. De laatste jaren werd dit concept overgenomen door privé‐ondernemingen en openbare diensten. Politiële concepten en realiteiten in nationale contexten kunnen van elkaar leren door hun systemen en hun resultaten te vergelijken. “Benchmarking” wordt op het gebied van politiewerk in Europa in praktijk gebracht zodra transnationale groepen van experts elkaar ontmoeten en discussies voeren. Maar activiteiten zoals de CEPOL cursussen tonen aan dat dit tot nu nauwelijks systematisch plaats vindt. Bovendien moet het extra vergaren van informatie worden omgezet in een systematische aanpak waar het gaat om op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde kennis te verzamelen en te verspreiden. Vergelijkend onderzoek van losstaande thema’s kan ertoe bijdragen het doel van effectief “Benchmarking” te bereiken, zelfs als die term zelf niet wordt gebruikt. Een politiewetenschap die zich met vergelijkende thema’s op Europees vlak bezig houdt, is in staat ook andere onderzoeksvragen te beoordelen, bijvoorbeeld: • In welk mate hangen de variabelen in het toenemen van privé‐bezit in verschillende landen samen met de variabelen in de opkomst van private initiatieven op het vlak van politiewerk? • In hoeverre stemmen de verschillen in de opkomst van de privé‐sector als opdrachtgever of aanbieder van politieactiviteiten overeen met verschillen in de gezondheidszorg? Zijn er met andere woorden parallellen te trekken tussen de privatisering van het politiewerk en privatisering van de Page 9 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated.
•
gezondheidszorg? En zijn deze privatiseringstendensen op dezelfde manier in de regerings ideologie terug te vinden? En evenzo: Bestaat er een verband tussen de schommelingen in vrijwilligerswerk op het politiële vlak en die in de gezondheidssector? En zijn deze schommelingen conform de prioriteiten van de regering?
Een extra dimensie voor de politiewetenschap is er één die eerder op de politiepraktijk dan op theorie gebaseerd is. Misschien is het nuttig te kijken naar de mix van politie en andere (private) partners in de verschillende Europese landen en te bezien in hoeverre de ontwikkelingen in het ene land meer succes hebben gehad dan in het andere. Eén aspect hiervan is de evaluatie van effectiviteit. Bijvoorbeeld schijnt het via het model van de “Neighbourhood Wardens” 4 in Engeland en Wales te zijn gelukt misdaad en antisociaal gedrag te reduceren en de subjectieve beleving van levenskwaliteit van burgers te verbeteren. Kunnen deze resultaten ook ergens anders worden aangetroffen, en indien niet, waarom niet? Daarentegen heeft het programma “Neighbourhood Watch” 5 een minimaal effect in Groot‐Brittannië gehad – is dit eveneens het geval in andere Europese landen? Indien ja, waarom, en waarom blijkt het minder effectief dan het wijkagentenmodel? De Europese benadering van politiewerk zou enkele negatieve uitwerkingen kunnen hebben: Politiewerk in Europa zou zonder een overkoepelende integratie een veld van zeer gespecialiseerde kennis kunnen worden wat alleen maar tot allerlei debatten tussen specialisten leidt. In de academische wereld zouden de criminologie en aangrenzende disciplines dan kunnen doorgaan met het bevechten van competenties en het vechten om de eerste plaats wat betreft het analyseren van de vraagstukken in het politiewerk. Politietraining en ‐onderwijs zouden dan zoals altijd een onafhankelijk gebied blijven met een mengsel van disciplines. De politiewetenschap moet zich om die redenen echter in de toekomst tot een instrument van integratie ontwikkelen zowel op het nationale als ook op het internationale vlak. Haar perspectieven binnen Europa hangen af van de activiteiten zowel van de academische wereld als ook van de politiewereld. Wetenschap is meer dan ooit een proces van lange duur, en wij hebben nog een lange weg te gaan om te komen tot algemene acceptatie. Maar, als wij er niet mee doorgaan, dan weten we zeker dat de gevestigde disciplines in de EU lidstaten hun status quo handhaven en de posities blijven innemen waarop ze zich nu bevinden. Cees Kwanten, Amsterdam, 6 december 2008
4
Wijkagenten die als aanspreekpunt voor burgers dienen Een model van buurtpreventie waarbij bewoners zich inzetten voor de veiligheid in hun buurt. Page 10 of 10 © CEPOL 2008 Reproduction is authorised, provided the source is acknowledged, save where otherwise stated. 5