POLITIEKE RONDE VAN 12 APRIL 2011 AGENDA voor de vergadering van de:
commissie : locatie : tijd : voorzitter : commissiegriffier:
Burger raadzaal 20.00 – 23.00 dhr. H.M. Klaver dhr. F. Kromhout DE BEGINTIJDEN VAN DE ONDERWERPEN ZIJN ONDER VOORBEHOUD VOOR ACTUELE AGENDA: KIJK OP DE WEBSITE
Tijdschema
Agenda nr.
Voorstel nr.
20.00-20.25
1
--
Opening en mededelingen omtrent de vergadering.
2
--
Vaststellen agenda.
3
--
Spreekgelegenheid voor het publiek over niet-geagendeerde onderwerpen. (z.o.z.)
4
--
Notulen van de vergadering van 17 maart 2011.
5
--
Aandachtspuntenlijst commissies / raad.
6
--
Rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen.
Onderwerp
Mondelinge rapportage door AB- en DB-leden van de verschillende gemeenschappelijke regelingen die in de afgelopen periode vergaderingen hebben bijgewoond.
20.25-20.45
7
28/11
Controleprotocol 2011. Portefeuille : Financiën Portefeuillehouder: E. Mackay Het controleprotocol geeft nadere aanwijzingen aan de accountant over de reikwijdte van zijn controle op de jaarrekening van de gemeente Oegstgeest, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties. Onderdeel van het controleprotocol is het normenkader. Het normenkader vermeldt een volledig overzicht van alle in- en externe regelgeving met financiele consequenties die voor de rechtmatigheidscont4role van belang rijn.
20.45-21.30
8
--
OPINIËRENDE NOTA - DISCUSSIESTUK Wmo Speerpuntennota Oegstgeest 2012-2015
Portefeuille : Welzijn en Zorg Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte Aan de leden van de commissie Burger wordt gevraagd te discussiëren over welke speerpunten zij de komende vier jaar het belangrijkste vinden op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (de Wmo) in Oegstgeest.
Tijdschema
Agenda nr.
Voorstel nr.
21.30-22.15
9
--
Onderwerp
BESPREEKSTUK
3e Voortgangsrapportage 2010. Portefeuille : Financiën Portefeuillehouder: E. Mackay In de 3e voortgangsrapportage wordt door het college van burgemeester en wethouders verantwoording afgelegd aan de raad over het gevoerde beleid in 2010. Alle wethouders worden uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn.
22.15-22.30
10
31/11
Ontwerpbegroting 2011 Servicepunt71. (wordt nagezonden) Portefeuille : Regio Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte In 2010 is de Gemeenschappelijke Regeling Servicepunt71 aangegaan. Alvorens de begroting 2011 vastgesteld kan worden door het Algemeen Bestuur, hebben de deelnemende gemeenten de gelegenheid om daar hun oordeel over te geven.
22.30-22.45
11
32/11
Nieuwe Verordening op de Rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest (RKC). (initiatiefvoorstel v an het Presidium)
Naar aanleiding van een onlangs gehouden evaluatie wordt thans uw raad een nieuwe verordening voorgelegd. De voornaamste wijziging is een teruggang in het aantal leden en de benoeming van een plv. voorzitter door de raden i.p.v. de rekenkamercommissie zelf. In verband met de teruggang in het aantal leden en de daardoor toenemende werkdruk zijn de bedragen voor de vergoeding verhoogd. 22.45
12
--
Inhoudelijke mededelingen.
22.45-23.00
13
--
Stukken ter kennisneming. Te bespreken t.k.n.-stukken dienen vóór 12.00 uur op de dag van de vergadering aangemeld te worden bij de commissiegriffier.
23.00
14
--
Rondvraag.
23.00
15
--
Sluiting.
Spreekgelegenheid voor het publiek Degenen die gebruik willen maken van het spreekrecht dienen dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de Politieke Ronde aan de griffier, tel. (071) 51 91 872, mede te delen. Dit onder opgave van het onderwerp of de onderwerpen waarover hij/zij het woord wenst te voeren. Er kan worden gesproken over al dan niet op de agenda vermelde onderwerpen. De spreektijd bedraagt maximaal 5 minuten per persoon bij een totale spreektijd van ten hoogste 30 minuten. Insprekers wordt verzocht hun tekst op papier dan wel digitaal ter beschikking te stellen.
Verslag van de openbare vergadering van de commissie Burger d.d. 17-03-2011 Aanwezig:
(plv) leden Van Blitterswijk, Hessing, Janssen, Van den Ouweelen, Ouwerkerk (voorzitter), Reiding, De Rotte, Van Teylingen, Vogel en De Wolff (griffier)
Voorts:
wethouders Mackay (tot punt 9 en punt 13) en Van Oortmerssen (tot punt 11)
Verslag:
J. Kroondijk-Beaumont
1. Opening en mededelingen omtrent de vergadering De Voorzitter opent de vergadering om 21.05h en heet de aanwezigen welkom. 2. Vaststellen agenda De Voorzitter stelt voor agendapunt 11 Evaluatie Rekenkamercommissie toe te voegen; aldus wordt afgesproken. De agenda wordt overeenkomstig vastgesteld. 3.
Beëdiging nieuw aan te treden plv commissielid VVD de heer A.A. de Rotte De Voorzitter verzoekt de heer De Rotte naar voren te komen en de overige aanwezigen te gaan staan. Vervolgens legt de heer De Rotte de verklaring/belofte af als plv commissielid namens de VVD. De Voorzitter feliciteert de heer De Rotte met zijn benoeming en schorst de vergadering voor een moment om de overige aanwezigen in de gelegenheid te stellen hem te feliciteren. 4.
Spreekgelegenheid voor het publiek over niet-geagendeerde onderwerpen Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 5. Notulen van de vergadering van 17 februari 2011 Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. 6. Aandachtspuntenlijst commissies/raad De Voorzitter zegt nav punt 4, dat hier in de vorige politieke ronde door het college over gesproken is en hij stelt voor verdere vragen in de raad te stellen. Er is inmiddels een gesprek op gang gekomen tussen de wethouder en de heer De Ruijter; het lijkt hem goed dat af te wachten. De leden stemmen daarmee in. 7. Rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen De heer Janssen is vertegenwoordiger in het AB GeVuLei. Gisteren is een brief ontvangen over de toekomst van GeVuLei. Een aantal gemeenten wenst niet langer te participeren in deze regeling en dit heeft te maken met aflopende contracten voor vuilophaal. De discussie over vuilophaal in de toekomst wordt opgestart. Oegstgeest is aangesloten bij het Kringloopbedrijf, waar mensen met een ID-banen uit Leiden 1
werken. Leiden heeft besloten die banen af te bouwen in het kader van bezuinigingen, hetgeen consequenties heeft voor het Kringloopbedrijf. Leiden heeft verzocht daarover na te denken. 8. Actualisatie nota Activabeleid (17/11) De heer Van den Ouweelen vindt de nota prima. In de afschrijvingstabel in de bijlage ziet hij bij de sporthal en het zwembad een afschrijvingstermijn staan van 40 jaar. Gezien de discussie in de vorige vergadering vindt hij dat een erg ruime afschrijvingstermijn, mn vwb het zwembad. Door het hanteren van zulke lange afschrijvingstermijnen rekent de gemeente zich rijk, waardoor de exploitatiekosten straks lager lijken dan dat deze zijn. De resterende boekwaarde zal als het zwembad na 30 jaar op is ineens genomen moeten worden. Doorgaans wordt voor zwembaden een afschrijvingstermijn van 30 jaar gehanteerd en voor zwembadinstallaties 15 jaar. Het gearceerde stuk op p.5 baart hem zorgen. Wethouder Mackay merkt op dat die zin vervalt in de definitieve nota. De heer Van den Ouweelen stelt dat wanneer de marktwaarde van activa lager is er wel afgewaardeerd moet worden. De heer Van Blitterswijk sluit zich aan bij de woorden van de heer Van den Ouweelen. Een afschrijvingstermijn van 40 jaar lijkt niet realistisch en de vraag of er een nieuw zwembad komt, moet sowieso nog beantwoord worden. Voor de telefoon- en communicatieapparatuur staat nu een afschrijvingstermijn van acht jaar; het lijkt hem sterk dan een mobieltje acht jaar meegaat. Voor het overige gaat hij akkoord. De heer Vogel dankt voor de beantwoording van zijn technische vragen. Enkele passages worden geschrapt uit het stuk. Het zal altijd zo blijven dat wanneer de marktwaarde lager is, afgewaardeerd moet worden. In het jaar van aanschaf wordt niet afgeschreven en op basis van de regel die hierin staat, zou dat wel moeten; dat is niet de bedoeling. Het is een goede nota. In de adviesnota staan twee kanttekeningen. Er wordt gekozen voor een langere afschrijvingstermijn vanwege deelname aan het SSC; hij stelt voor daarmee akkoord te gaan, al zijn de argumenten niet sterk. Het laatste argument zijnde onderuitputting voorkomen, lijkt op het verkeersbord weghalen als er te hard gereden wordt. Uit de NUON-gelden is geput om een aantal investeringen ineens af te schrijven. Om praktische redenen gaat hij akkoord met de nota. De heer Hessing kan ook akkoord gaan met de nota. Over afschrijvingstermijnen kan altijd discussie ontstaan. Een duurzaam nieuw zwembad kan wellicht wel 40 jaar meegaan. Ook hij was overtuigd van optie 3 op p.2; de argumenten zijn ieder voor zich misschien niet overtuigend maar in onderlinge samenhang bezien wel, zeker omdat bij Servicepunt71 dezelfde afschrijvingsmethodiek wordt gehanteerd. De heer Janssen vindt de notitie uitstekend en kan zich vinden in de uitgangspunten. Het is goed om als je in een Servicepunt71 stapt alles zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Ook hij hoopt op een duurzaam karakter van het zwembad dus 40 jaar zou dat wel mee moeten gaan; dat is ook het uitgangspunt bij de bouw. Wethouder Mackay zegt dat de heer Vogel zijn punt al een aantal malen naar voren heeft gebracht en daarom is dit nu ook opgepakt. In gemeenteland is de gekozen methode optie 3 gebruik. Er zijn goede argumenten voor Oegstgeest om zich in dit geval te conformeren. De heer Vogel gaat ook akkoord en is nooit tegen de nota Activabeleid geweest in het verleden, maar hij gaat er wel vanuit dat bij het bepalen van het weerstandsvermogen er rekening mee gehouden wordt dat de activa wat overgewaardeerd zijn. 2
Wethouder Mackay zegt dat de heer Vogel doelt op de gronden bij Hofwijk; dat punt komt ongetwijfeld nog een keer apart terug. De telefooncentrale is onlangs vervangen en die is 10 jaar meegegaan. Tav het zwembad zegt hij, dat de sporthal ook een A-label heeft en die is voor 40 jaar neergezet maar dat betekent niet dat er geen onderhoud plaatsvindt. Dit staat in vergelijkbare nota’s van omliggende gemeenten hetzelfde maar als de leden steekhoudende andere stukken kennen dan ziet hij die graag nog voor de raad. Tweede termijn De heer Van den Ouweelen meent dat voor het huidige zwembad ook 40 jaar stond; dat was dus niet duurzaam. Dat kan inderdaad achteraf vastgesteld worden, aldus de heer Janssen. De heer Van den Ouweelen stelt voor deze afschrijvingstermijn te vergelijken met die in andere gemeenten. De heer Vogel denkt wel dat dan naar vergelijkbare zwembaden gekeken moet worden. Wethouder Mackay is benieuwd naar de informatie over een aparte afschrijvingstermijn voor de installatie van een zwembad. De heer Van den Ouweelen zegt dat bekend is, dat installaties nooit 40 jaar meegaan en daarmee is veel geld gemoeid. Hij komt vooral afschrijvingstermijnen van 30 (zwembad) en 15 (installatie) jaar tegen. De heer Janssen merkt op dat installaties vaak uit onderhoudsvoorzieningen gefinancierd worden. Wethouder Mackay staat open voor goede aanvullingen. De Voorzitter concludeert dat de informatie van de heer Van den Ouweelen aan het college wordt toegespeeld. Het voorstel kan dan als hamerstuk naar de raad. Hij schorst de vergadering voor een korte pauze (21.30-21.35h). 9. Presentatie Brede School Het Dok Nieuw-Rhijngeest De Voorzitter verwelkomt de heren Paas en Van Iersel van Architectenbureau Paul de Ruiter. Wethouder Van Oortmerssen zegt dat op 1 juli 2010 de raad een krediet voor deze school beschikbaar heeft gesteld. Toen was er al een aantal belangstellenden voor het multifunctionele gedeelte: Instock, BplusC, Stottercentrum Rijnland en Sportschool Rob van der Hoorn. Met deze instellingen en de SKO zijn gesprekken gevoerd mbt de keuze voor de ruimten. Op basis van de eisen voor de school en SKO en wensen van de andere gebruikers is een voorlopig ontwerp gemaakt, dat vanavond wordt gepresenteerd. De sportschool zal een substantieel deel van het gebouw bezetten en dit heeft gevolgen voor de bouwkosten. Op allerlei manieren kan de financiële consequentie voor de gemeente opgevangen worden; in een volgende politieke ronde zal zij de commissie hierover informeren. Zij hoopt in de raad van november bij de commissie terug te komen op de vraag of de school gebouwd moet worden, mede gelet op de dan actuele leerlingenprognoses. De heer Van Iersel zegt dat nu het voorlopig ontwerp voorligt en hierna zal het definitief ontwerp en de bestekstukken worden opgesteld. Het plan ligt redelijk goed op schema en loopt tov de planning van vorig jaar ongeveer drie weken achter. De heer Paas zal nu het voorlopig ontwerp presenteren.
3
De heer Paas licht aan de hand van een powerpointpresentatie het voorlopig ontwerp toe; de bijbehorende sheets worden als bijlage 1 bijgevoegd. Nav de presentatie merkt mevrouw Van Teylingen op, dat zij het ontwerp erg leuk vindt. Het is een open en transparant gebouw; heeft dat geen nadeel vwb het gevoel van drukte? Is aandacht besteed aan de kans op calamiteiten? De heer Paas antwoordt dat iedereen een eigen plek heeft in het gebouw. In de centrale hal zal het wel druk zijn op bepaalde tijden en dat spanningsveld zal er altijd zijn. Er is veel aandacht besteed aan hoe het gebouw functioneert en de controle daarop. De heer Van Iersel vult daar nog op, aan dat er veel sociale controle is. De heer Janssen zegt dat een brede school ook een functie in de wijk heeft; is dat ook meegenomen? Een plein middenin een school heeft als nadeel, dat eea zich meer in de school afspeelt en minder in de buitenlucht. Wordt de school ingericht op basis van een bepaald didactisch principe? En als er over 20 jaar andere inzichten ontstaan vwb de didactiek, is de school dan daarop aan te passen? De heer Van Iersel antwoordt dat de vraag is hoe openbaar het gebouw is. Het moet makkelijk te betreden zijn en een plek zijn waar mensen zich thuisvoelen. Tevens is het een centrale plek als hart voor de wijk en de wijk kan er allerlei activiteiten in de speelruimten organiseren. De functies moeten nog verder verfijnd worden. Het is mooi om een soort buitenkamer te hebben. In het definitieve ontwerp wordt aangegeven hoe multifunctioneel het gebouw in te delen is. Alles komt bij elkaar in de open ruimte; dit is een bewuste keuze geweest. Er zullen deuren in het gebouw komen die ’s avonds gesloten kunnen worden, zodat bepaalde ruimten kunnen worden afgesloten. Het beheer is een belangrijk punt en daar wordt met de partners over gesproken. De heer Hessing vindt het plan er goed uitzien. Aangezien veel ouders hun kinderen helaas met de auto naar school brengen, zal er een goede en veilige verkeersafwikkeling moeten zijn. De heer Van Iersel merkt tav het buitenplein nog op, dat die een groene invulling krijgt met hopelijk grote bomen, ook ivm de schaduw. Het Rustenburgerpad heeft parkeerstroken en er komt een oversteekplek naar de wijk. De heer Paas vult hierop aan, dat op het Rustenburgerpad voldoende parkeerplekken zijn die in principe vrij zijn. De Voorzitter vindt het ontwerp van de luchtinstallatie er professioneel uitzien maar hij weet ook, dat deze methode tocht kan veroorzaken. De heer Paas zegt dat dit voorkomen kan worden door het plafond op een speciale manier te construeren waardoor de lucht zich verplaatst in sleuven in het plafond. De Voorzitter vraagt of de koude- en warmteopslag ook voor de omgeving gebruikt kan worden. De heer Paas antwoordt dat dat systeem in eerste instantie voor de school wordt gebruikt maar daar kan onderzoek naar worden gedaan. De heer Van Iersel vult hierop aan, dat in dat geval wel de capaciteit van de installatie aangepast zou moeten worden. De heer Van Blitterswijk vraagt mbt het speeldak of ook rekening is gehouden met de veiligheid en geluidsdemping voor de lokalen eronder. De heer Paas antwoordt dat die ruimte wordt bestraat en deze zal goed geïsoleerd worden. De invulling van die ruimte wordt nog nader bekeken. De Voorzitter constateert dat het een mooi concept is. Hij dankt de heren Van Iersel en Paas voor hun komst en inbreng. 4
10. Handhavingsbeleid Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Oegstgeest 2011 (16/11) De heer Van Blitterswijk zegt dat het belang van goed toezicht duidelijk wordt onderstreept door incidenten elders in het land. De verordening wordt aangepast aan veranderende landelijke regelgeving. De verordening uit 2005 is uitgebreider dan de nieuwe verordening; weet de wethouder zeker dat er geen regels voor kwaliteitseisen zijn ingetrokken mbt zaken die nog niet geregeld zijn door de hogere regelgeving die vanaf 1 augustus van kracht is? Leiden en Hollands Midden maken jaarlijks afspraken over toezicht; wat betekent dat voor Oegstgeest en heeft Oegstgeest invloed op die afspraken? Zijn de handhavingsinstrumenten eerder ingezet in Oegstgeest? Tav p.11 vraagt hij zich af of het niet zinvol zou zijn om bij kinderopvangpartners actief te informeren naar signalen over niet-geregistreerde opvang. Wellicht kan via de krant een oproep worden gedaan kinderen alleen naar geregistreerde opvang te brengen. Mevrouw Van Teylingen zegt dat het handhavingsbeleid in de plannen aangepast moet worden, conform landelijk beleid. Dat is aangepast op basis van het VNG-model dus zij gaat ervan uit, dat daar goed over nagedacht is. De raad krijgt een jaarrapportage over het toezicht op genoemde instellingen; tot nu toe ziet die er behoorlijk uit voor Oegstgeest. De GGD oefent voor de gemeente het praktische toezicht uit; de gemeente moet de GGD ook sturen daarin. Komen er voldoende signalen vanuit de gemeenschap op dit vlak, maw weet de gemeente wat er speelt? Hoe is bijv. de situatie bij De Vogels tot de gemeente gekomen? Zou er een meldpunt moeten zijn in de gemeente? Het lijkt haar goed een keer een thema-avond hierover te organiseren waarvoor de betrokken instanties uitgenodigd worden en bijv. ook de GGD. De heer Reiding vindt het een goed uitgewerkt voorstel. Hij verwijst naar het recente incident in Oegstgeest en de trieste berichten die ook vandaag nog bekend werden; opvallend dat daar niets over wordt gezegd. Hij verzoekt de wethouder aan te geven of daar al actie op is genomen. Tav de niet-geregistreerde opvang zegt hij, dat wanneer de gemeente stelt zich daarmee actief te bemoeien dan neemt de gemeente ook de verplichting op zich om die zaken op te sporen. Hij denkt dat wat dit betreft ook op de maatschappij vertrouwd moet worden. De heer De Rotte kan zich goed vinden in de nota. Hoe ligt de verantwoordelijkheid van de gemeente in de handhaving van dit beleid? Het is allemaal wel goed vastgelegd hoe het zou moeten zijn maar of dat in de praktijk ook effectief genoeg werkt, is de vraag. Een deel van het toezicht ligt immers bij de GGD, welke instantie aan gemeente en raad rapporteert; is die methode wel sensitief genoeg om actuele problemen op te vangen? Wethouder Van Oortmerssen denkt dat incidenten in Nederland zoals in Amsterdam dit onderwerp weer op scherp hebben gezet. Hoe dat incident heeft kunnen gebeuren, is ten dele nog niet duidelijk. De gemeente dient onmiddellijk te acteren als zich een incident voordoet; het is moeilijk garanties daarvoor te geven. Met dit stuk is gepoogd een hanteerbaar traject te maken in het kader van de deregulering. De belangrijkste partner is de GGD maar de GGD is de gemeente. Bij de jaarlijkse terugkoppeling over de handhaving kinderopvang liggen altijd alle GGD-rapporten ter inzage. De eisen zijn heel streng; ook van een schaar die niet op zijn plek ligt, wordt een aantekening gemaakt. Als het probleem niet snel genoeg wordt opgelost dan wordt onmiddellijk teruggekoppeld naar de gemeente. Er is nu voor het eerst in Oegstgeest een traject gaande waarbij gehandhaafd zal gaan worden. Bij die instelling gebeuren geen verschrikkelijke dingen; het gaat hier om slordigheden. Er zijn termijnen opge5
legd waarop eea geregeld moet zijn en daaraan is een dwangsom gekoppeld. De GGD moet bij keuringen ook signalen opvangen zoals vragen bij medewerkers over bijv. kinderen die zich wat anders gedragen, aan de hand van gesprekken met medewerkers en kinderen. Ook de MR-en hebben hier een rol in. Eea neemt niet weg, dat er toch iets mis kan gaan. In Oegstgeest is gelukkig geen ernstig incident geweest. Er is geen situatie geweest bij De Vogels. De heer Reiding merkt op dat dat niet op De Vogels was maar bij Cool Kids. Wethouder Van Oortmerssen hoorde mevrouw Van Teylingen over De Vogels spreken. Het ging over een kinderopvangorganisatie in Poelgeest waar een medewerker werkzaam is, die volgens de Leidse politie was opgepakt vanwege misbruik in de familiesfeer. Er is onmiddellijk contact opgenomen met het OM en de GGD, en Leiden heeft een specialistisch team hiervoor. De gemeente krijgt direct terugkoppeling naar de burgemeester. Dan ontstaat crisisberaad en per uur wordt de gemeente geïnformeerd over de ontwikkelingen. De begeleiding vanuit GGD, politie en OM rond zo’n instelling wordt direct in gang gezet. De zedenpolitie kan snel reageren want dit soort zaken komt meestal ook heel snel naar buiten. Overigens ging het in dat geval om iemand die een bewijs van goed gedrag had en twee jaar in een instelling heeft gewerkt maar waar in de familiesfeer toch iets is gebeurd. En dat kan niemand voorkomen, ook de instelling of de GGD niet. Het college neemt dit soort meldingen heel serieus maar zij kan geen garantie geven dat dit soort zaken niet voorkomen. Er zijn twee soorten niet-geregistreerde opvang: buurvrouwen die elkaar een ochtendje helpen bij de opvang van hun kinderen – en dat moet normaal geacht worden – en een opvang waarbij auto’s ’s ochtends kinderen uitladen op een bepaald adres. Zij meent dat als die situatie zich zou voordoen in Oegstgeest zij daar op korte termijn kennis van zou nemen want dat geeft toch een vorm van overlast. De politie is niet bereid gevonden daarop te checken maar zij acht het niet waarschijnlijk, dat Oegstgeest daarmee geconfronteerd zal worden. De kwaliteitseisen zijn niet minder geworden en zijn conform alle regelingen. Als iemand meent dat er aanleiding is op dit moment een thema-avond hierover te moeten organiseren dan hoort zij graag of de raad zich daarbij aansluit en dan hoort zij ook graag de onderwerpen waarover het zou moeten gaan. Anderhalf jaar geleden is de nota Kinderopvang vastgesteld en die is over 2,5 jaar toe aan herijking; dan wordt hier ook weer over gesproken. Mevrouw Van Teylingen vindt de beantwoording van de wethouder duidelijk en goed, dus een thema-avond lijkt haar op dit moment niet nodig. Tweede termijn De heer Van Blitterswijk is het eens met de heer Reiding dat de gemeente niet nietgeregistreerde opvangadressen moet gaan opsporen, maar dat neemt niet weg dat wel iets aan communicatie hierover gedaan kan worden. Hij is benieuwd bij wat voor soort instelling nu een handhavingstraject is ingezet en de aard van de onregelmatigheid die hiertoe heeft geleid. De heer Reiding is het eens met de wethouder dat een overheid geen 100% garanties kan geven. Wel moet een gemeente het maximale doen in het beleid en daar zitten misschien nog wat mogelijkheden in. Hij neemt aan dat de VNG ook landelijke richtlijnen heeft doen uitgaan richting de GGD’s om incidenten te voorkomen. Wethouder Van Oortmerssen zal de suggestie een voorlichtend stukje op te nemen op bijv. de website over mogelijkheden van kinderopvang in Oegstgeest meenemen, met daarbij evt. een waarschuwing tav niet-geregistreerde opvang. Alles wat op het 6
terrein van kinderopvang speelt, is verwerkt en wordt geactualiseerd mede gelet op het groeiende aantal kinderen in de opvang. De aard van het handhavingstraject betrof rommeligheden maar ook dat zijn zaken die moeten kloppen. Zij heeft geen behoefte in een openbare vergadering de naam van die instelling te noemen. Om welke type opvang gaat het, vraagt de heer Van Blitterswijk? Wethouder Van Oortmerssen gaat daar niet op in. De heer Van Blitterswijk verzoekt de wethouder hem dat in vertrouwelijkheid mede te delen. De heer Janssen vindt dit te ver gaan. Dit is een collegebevoegdheid en deze wethouder weet duidelijk waar zij het over heeft. De heer Van Blitterswijk wantrouwt de wethouder ook niet maar hij wil weten waar zich dit voordoet. Maar wat wil de heer Van Blitterswijk met die kennis doen, vraagt de heer Janssen? De Voorzitter stelt voor dat de heer Van Blitterswijk dit buiten de vergadering om met de wethouder opneemt. Wethouder Van Oortmerssen zegt dat de burgemeester hierover gaat. De Voorzitter gaat ervan uit dat de leden akkoord gaan met de verordening. Hij concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad kan. 11. Evaluatie Rekenkamercommissie De heer Vogel had punten ingebracht voor deze evaluatie en de meeste kan hij terugvinden. Op p.11 mist hij de gewenste mogelijkheid voor het behandelen van ad hocvragen. Op p.5 staat de aanbeveling voor meer overleg; dat vindt hij een goede zaak maar die aanbeveling mist op p.11. De heer Hessing heeft deze evaluatie nog niet in de fractie besproken. Hij vindt het jammer, dat de evaluatie niet is gestoeld op alle reacties van de direct-betrokkenen. Twee colleges hebben nl. niet gereageerd. Dit neemt niet weg dat de aanbevelingen hem aanspreken. Een kanttekening zet hij nog bij de aard en hoeveelheid van onderzoeken en daaraan gerelateerd de omvang van de commissie. Daarover wordt verschillend gedacht in gemeenteland. Hij ontvangt liever minder maar goede onderzoeken dan dat de commissie zich genoodzaakt voelt meer onderzoeken uit te voeren. Hij weet niet of de balans daarin al gevonden is. De vraag wat nu een verstandige keuze zou zijn, vindt hij ook niet goed beantwoord. De heer Janssen merkt op dat dit in eerste instantie toch een zaak van de raad is. Niet alle fracties hebben gereageerd dus het lijkt hem goed niet met de vinger naar anderen te wijzen. Inhoudelijk is hij het eens met de evaluatie. Deze Rekenkamer is in staat steeds actuele onderwerpen te vinden; heel goed en dat geeft ook aan dat die band met de politiek heel belangrijk is. Vijf leden lijkt hem aanbevelenswaardig maar recent is ook een lid van de Rekenkamer ineens weggevallen, dus hij vraagt zich af of er vijf of zeven leden zouden moeten zijn. Zijn voorkeur gaat toch uit naar vijf personen en als er iemand tussenuit valt, zou snel gehandeld moeten worden. De heer Van Blitterswijk heeft het stuk nog niet gezien. De heer Vogel zegt dat de Rekenkamercommissie het feitelijke werk uitbesteedt dus vijf goede mensen zou voldoende moeten zijn. De meesten zijn heel tevreden over het werk van de Rekenkamercommissie. De aanpassing van de verordening komt nog terug. Het is zaak het tempo erin te houden want het is de bedoeling synchroon met de andere gemeenten te lopen.
7
De Voorzitter constateert dat de gemaakte opmerkingen meegenomen worden bij de aanpassing van de verordening. De heer Hessing denkt dat het moet lukken met vijf gekwalificeerde mensen. 12. Inhoudelijke mededelingen Er zijn geen mededelingen. 13. Stukken ter kennisneming De heer Vogel zegt mbt de nota Risicomanagement en het weerstandsvermogen, dat niet duidelijk beschreven is welke posten daarin zitten en hoe die gewaardeerd worden. Dit is ooit in de COR besproken en de wethouder heeft er toen voor gezorgd, dat er aandacht wordt besteed aan het weerstandsvermogen in de nota Risicomanagement. Dat gebeurt ook maar de wethouder zou nog in de commissievergadering aangeven hoe de posten gewaardeerd worden. Wethouder Mackay denkt dat de heer Vogel hier op Hofwijk doelt. Dat is een voorbeeld, aldus de heer Vogel, maar hij wil ook graag zien dat het weerstandsvermogen nog wat wordt uitgebreid. Welke posten neem je en hoe waardeer je die; daar gaat het om. Wethouder Mackay weet dat Hofwijk al vaker door de heer Vogel is genoemd. Bij de jaarrekening kan specifiek over de nadere onderbouwing gesproken worden. Het weerstandsvermogen staat nu op € 11 miljoen en dat is vele malen meer dan noodzakelijk (norm 10% van de reguliere begroting). De heer Vogel zegt dat het hem om het systeem gaat, om iedere keer discussies over hoe de gemeente het nu doet te vermijden. Wethouder Mackay zegt dat wisselend wordt gedacht over Hofwijk. Vwb risico’s is Oegstgeest juist heel goed bezig in vergelijking met andere gemeenten. Er is ook een andere aanpak mogelijk: kijken enerzijds naar de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de benodigde weerstandscapaciteit. Daar kan een formule op losgelaten worden maar dan is veel minder dan € 4 miljoen nodig. Hij heeft altijd ingezet op een hoger weerstandsvermogen gelet op de grondexploitaties die nog lopen en daar heeft hij geen spijt van gehad. De heer Van Blitterswijk leest in de nota een oproep aan de raad om zich uit te spreken over de risicohouding van de gemeente. Hoe kan daar vorm aan gegeven worden? De heer Janssen meent dat de discussie nu heel financieel wordt: is er voldoende geld op de bank om de lopende risico’s te kunnen dragen. Dat is heel belangrijk maar daarvoor ligt nog het goed en actief sturen in het dagelijks beleid; deze nota geeft daar een goede aanzet toe. Dat vindt hij eigenlijk belangrijker. Wethouder Mackay is het daar helemaal mee eens: het gaat niet alleen om financiële risico’s. De afgelopen periode heeft hij veelal gestuurd op het weerstandsvermogen maar de komende periode zal meer gestuurd moeten worden op budgetdiscipline en risicomanagement. Richting de heer Van Blitterswijk zegt de heer Janssen, dat wat de VVD betreft een actieve risicohouding moet zijn gericht op het elimineren van zoveel mogelijk risico’s. De heer Hessing sluit zich aan bij de heer Janssen. De heer Vogel is het eens met de heer Janssen maar de heer Janssen heeft ook wel eens gezegd, dat het goed is om je heen te kijken ook bij andere organisaties wat daar gebeurt. Dat vindt hij te weinig terug en dat wil hij als suggestie meegeven. 8
Wethouder Mackay zegt dat dat al gebeurt. 14. Rondvraag Er zijn geen vragen. 15. Sluiting De Voorzitter sluit onder dankzegging om 23.10h de vergadering.
9
AANDACHTSPUNTENLIJST COMMISSIES / RAAD
Nr.
Bron
Datum
Onderwerp
Actie
01 02
cie Burger cie Burger
10-06-10 17-02-11
Lokaal Loket Zwembad Poelmeer
03
cie Burger
17-02-11
Burgerparticipatie
04
cie Burger
17-02-11
School ‘De Vogels’
Heroriëntering invulling Besluitvorming nieuwbouw of renovatie bij Kadernota Brainstormsessie april 2011 organiseren; wordt voorbereid door werkgroep Onderzoek naar gang van zaken voorlopige voorziening
05
cie Ruimte
10-06-10
NV BOR
06
cie Ruimte
10-06-10
Nota grondbeleid/actualisatie prijslijst
07
cie Ruimte
16-09-10
Afsluiten grondexploitatie Apollolaan
12/14 APRIL 2011
Presentatie over NV BOR inplannen Aangeven wanneer geactualiseerde nota grondbeleid verschijnt Evaluatie verloop mhoo leerpunten voor lopende grondexploitaties
commissie april/mei 2011 juni 2011
juli 2011 juni 2011
pm
Streefdatum raad
april 2011
extern
OPENBAAR
1
Adviseur: M. Gobati (CS, tst. 880) Portefeuillehouder: E. Mackay
11.02369
ADVIESNOTA POLITIEKE RONDE d.d. 12 april 2011 Raadsvergadering d.d. 28 april 2011 Voorstel nr. 28/11 Programma en product 5.10 Bestuur - Financiële aangelegenheden Oegstgeest, 29 maart 2011 Aan de raad
Onderwerp Controleprotocol 2011 Beslispunten Ø het Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2011 vast te stellen. Samenvatting/inleiding Jaarlijks stelt u een controleprotocol vast voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Oegstgeest. Onderdeel van het controleprotocol is het normenkader. Het normenkader vermeldt een volledig overzicht van alle ex- en interne regelgeving die voor de rechtmatigheidscontrole van belang zijn. De belangrijkste wijzigingen in het Controleprotocol 2011 t.o.v. 2010 zijn: 1. Goedkeuringstolerantie De goedkeuringstolerantie voor het (financiële) verantwoordingsjaar 2011 is berekend op basis van de Programbegroting 2011. 2. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Per één januari 2011 voert de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen en de waardebepaling in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) uit voor de gemeente Oegstgeest. Dit heeft gevolgen voor de (financiële) verantwoording van en controle op de gemeentelijke belastingen.
Voor wat betreft het Controleprotocol 2011 betekent vorenstaande dat een aantal regelingen, reglementen en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen uit het normenkader zijn gehaald, omdat deze door de BSGR worden opgesteld en beheerd. De verschillende belastingverordeningen maken nog wel onderdeel uit van het normenkader. 3. Data accountantsverklaring en verslag van bevindingen De data voor de aanlevering van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen 2011 door de accountant zijn iets naar voren gehaald t.o.v. 2010. Dit heeft te maken met de verwachte planning van de commissie- en raadsvergaderingen (juni 2012) waarin de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden behandeld. De data zijn afgestemd met de griffier. 4. Normenkader Het normenkader is geactualiseerd op basis van nieuwe en gewijzigde ex- en interne regelgeving. Denk bij externe regelgeving aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet kraken en leegstand die alle drie per één oktober 2010 in werking zijn getreden. Denk bij interne regelgeving aan de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs die per eind oktober 2010 is ingetrokken, en de dienstverleningsovereenkomst voor de Brandweer Oegstgeest, Voorhout, Sassenheim en Warmond die niet meer van toepassing is door de regionalisering van de brandweer per één januari 2011. Verder zijn een aantal bestaande verordeningen, nota’s, regelingen etc. toegevoegd. Het gaat o.a. om de Huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens, de gedragscodes voor bestuurlijke integriteit voor bestuurders, raadsleden en commissieleden-niet-raadsleden, en de Nota tijdschrijven. Ten laatste wordt opgemerkt dat er een paar kleine redactionele aanpassingen zijn doorgevoerd in het Controleprotocol 2011. Beoogd effect Het verkrijgen van een goedkeurende rechtmatigheids- en getrouwheidsverklaring voor de jaarrekening 2011. Argumenten Nadere aanwijzingen accountantscontrole Het controleprotocol geeft nadere aanwijzingen aan de accountant over de reikwijdte van zijn controle op de jaarrekening, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties. Kanttekeningen Accountant 2011 onbekend Normaliter wordt het controleprotocol afgestemd met de accountant vooraleer het ter vaststelling aan u wordt aangeboden. Op dit moment is dat niet mogelijk, omdat de accountant voor het (financiële) verantwoordingsjaar 2011 nog onbekend is. De aanbesteding voor de accountantscontrole 2011 (en verder) is in uitvoering. Verwacht wordt dat u eind juni een definitief besluit neemt over de aanbesteding. 2
Het is echter niet wenselijk om tot juli te wachten met de voorbereidingen op het (financiële) verantwoordingsjaar 2011 en in dit kader e.e.a., waaronder het Controleprotocol 2011, alsnog af te stemmen met de nieuwe accountant. Zouden we dit wel doen, dan is de verwachting dat de werklast van de interne controles en financiële verantwoording 2011 te groot wordt, mede doordat de planning van de interne controles in gevaar komt. Ook de planning van de interim-controle door de accountant komt hierdoor mogelijk in het gedrang. Een tweede reden om niet te wachten met de voorbereidingen op het (financiële) verantwoordingsjaar 2011 is de verwachting dat de gemeentelijke organisatie in het tweede halfjaar 2011 grote inspanningen zal leveren voor de invoering van het Servicepunt71. Veel van de werkprocessen waarover jaarlijks verantwoording wordt afgelegd wat betreft de rechtmatigheid – en die hier dus ook op gecontroleerd worden – gaan of zijn eind 2011/begin 2012 over naar het Servicepunt71. Denk aan de inkoopen aanbestedingsprocessen, de processen uit de Planning en Controlcyclus (bv. de begroting), de processen van de Centrale Financiële Administratie (bv. de betalingen en treasurybeheer) etc. Wil de gemeentelijke organisatie een adequate (financiële) verantwoording kunnen afleggen over 2011 dan is het van belang dat tijdig wordt gestart met de benodigde interne controles hiervoor. Hierbij is de verwachting dat een tijdige (financiële) verantwoording over 2011 een positieve bijdrage levert bij de overdracht naar het Servicepunt71. De hierboven beschreven kanttekeningen zijn afgestemd met de griffier. Afgesproken is dat bij de aanbesteding van de accountantscontrole 2011 (en verder) ermee rekening wordt gehouden dat de voorbereidingen voor het (financiële) verantwoordingsjaar 2011 al worden getroffen en de interne controles worden gestart voordat bekend is welke accountant de controle op de jaarrekening 2011 (en verder) gaat uitvoeren. Dit betekent bv. dat de aan te trekken accountant wordt gehouden aan het Controleprotocol 2011 (via het aanbestedingsdocument). Alternatieven n.v.t. Financiën Geen financiële consequenties. Communicatie n.v.t. Gevolgen inspraak / interactieve beleidsontwikkeling n.v.t. Uitvoering Nadat u het Controleprotocol 2011 heeft vastgesteld wordt het Intern Controleplan 2011 opgeleverd. Het Intern Controleplan 2011 geeft aan welke verbijzonderde interne rechtmatigheids- en getrouwheidscontroles de gemeentelijke organisatie uitvoert in het kader van de (financiële) verantwoording 2011.
3
Onderdeel van het Intern Controleplan 2011 is het Toetsingskader 2011. Via het toetsingskader wordt het normenkader uit het Controleprotocol 2011 geoperationaliseerd. Dit betekent dat in het toetsingskader per wet en/of verordening, regeling, besluit, nota etc. wordt aangegeven aan welke bepalingen (artikelen) al dan niet financiele consequenties worden verbonden. Voorheen was het toetsingskader een apart stuk dat door het college werd vastgesteld. Vanuit doelmatigheidsoogpunt wordt het integraal opgenomen in het intern controleplan. Het college van b&w stelt het Intern Controleplan 2011 vast. U krijgt het Intern Controleplan 2011 ter kennisneming aangeboden. De planning hiervoor is de politieke ronde van juni 2011. Bijlagen (ter inzage): 1. Controleprotocol 2011. 2. Controleprotocol 2011 met wijzigingen. Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
mr. C.M.M. Zwinkels waarnemend secretaris
E.M. Timmers – van Klink burgemeester
4
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 maart 2011, nr. 28/11; besluit: Ø
het Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2011 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 april 2011.
, voorzitter
, griffier
OPENBAAR
1
Adviseur: B. van der Slikke-van Agt (WSO, tst. 441) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte
11.01776
OPINIËRENDE NOTA POLITIEKE RONDE d.d. 12 april 2011 Programma en product 4.3 Sociale Infrastructuur - Wmo DISCUSSIESTUK
Oegstgeest, 22 maart 2011 Aan de raad
Onderwerp Opiniërende Wmo Speerpuntennota Oegstgeest 2012-2015 Voorkeur uit te spreken voor Ø de in de nota opgenomen voorstellen. Inleiding Centrale doelstelling Wmo De centrale doelstelling van de Wmo is het stimuleren van participatie en zelfredzaamheid van alle burgers. Het gaat daarbij onder meer om de ondersteuning van mensen met een beperking. Een belangrijke vernieuwing in de Wmo is de introductie van de compensatieplicht. Daarbij moeten gemeenten mensen met een beperking compenseren. Gemeenten krijgen de vrijheid om zelf keuzes te maken over de manier waarop zij (individuele) burgers ondersteunen bij hun deelname aan de samenleving. Paraplunota De daadwerkelijke keuzes voor beleid en uitvoering zullen liggen in de diverse specifieke beleidsnota’s van de gemeente. De uiteindelijke Wmo Beleidsnota moet aangeven wat de rode draad is waarop Oegstgeest zich binnen de diverse beleidsterreinen wil richten als het gaat om de Wmo. Op deze manier is de Wmo Beleidsnota een overkoepelende paraplunota. Het geeft de kaders weer voor de diverse beleidsnota’s, die als het ware als baleinen onder de Wmo-paraplu hangen. Integrale benadering De Wmo bestaat uit 9 prestatievelden. Het doel van de Wmo, meedoen aan de maatschappij, wordt vormgegeven in verschillende beleidsvelden. Wij willen met deze paraplubenadering aangeven dat alles met elkaar te maken heeft. Zo kunnen meerdere prestatievelden bijdragen aan verschillende beleidsterreinen en verschillende beleidsterreinen kunnen bijdragen aan dezelfde speerpunten van de Wmo. Deze speerpunten zijn de kern van deze nota.
Preventie Daarnaast zien wij een trend, ook in het landelijke volksgezondheidsbeleid bijvoorbeeld, om het beleid te verschuiven van curatie (genezen) naar preventie (voorkomen). Preventie kan het beroep op (Wmo) voorzieningen uitstellen of verkleinen. Ook voor de burger in kwestie is voorkomen beter dan genezen. De speerpunten zijn ook vanuit die gedachte opgesteld. Speerpuntennota Ter voorbereiding op de vaststelling van het Wmo Beleidsplan 2012-2015 is op 16 februari jl. een discussieavond georganiseerd met raadsleden, leden van gemeentelijke adviesraden, een vertegenwoordiging van de rekenkamercommissie, beleidsambtenaren en enkele welzijnsinstellingen over het Wmo-beleid voor de komende jaren. Mede op basis van de input van deze avond is een aantal speerpunten geformuleerd in de bijgevoegde nota. Financiën Het is de bedoeling dat de definitieve beleidsnota de rode draad aangeeft waarmee in de verschillende beleidsnota’s rekening moet worden gehouden. Dat betekent dat ook de financiële vertaalslag plaatsvindt in de diverse beleidsnota’s. Wij leggen de commissie de vraag voor of deze speerpunten inderdaad de kern zijn van de Wmo voor Oegstgeest voor de komende vier jaar, en welke speerpunten prioriteit verdienen. Vergelijking variant/mogelijkheid Overeenkomsten Verschillen
Zie bijgevoegde speerpuntennota. Communicatie De speerpuntennota is toegestuurd aan de deelnemers van de discussieavond van 16 februari jl. Vervolg Na 14 april wordt een conceptbeleidsnota Wmo opgesteld. Deze zal in de Politieke Ronde van juni worden behandeld en voor reactie worden voorgelegd aan onder anderen de Wmo Adviesraad. Uitvoering De discussie in de commissie Burger van 12 april is bedoeld om duidelijk te maken wat de gemeente de komende jaren als rode draad in al haar beleid wil terugzien als het gaat om de Wmo (het ervoor te zorgen dat mensen meedoen aan de maatschappij). Om deze rode draad te waarborgen in de diverse beleidnota’s willen wij zo snel mogelijk voor dergelijke beleidsnota’s een uniform format gaan gebruiken, geënt op de door u gekozen speerpunten. Bijlage (in bundel): Wmo Speerpuntennota Oegstgeest 2012-2015.
2
Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
mr. C.M.M. Zwinkels waarnemend secretaris
E.M. Timmers – van Klink burgemeester
3
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 maart 2011; besluit: zijn voorkeur uit te spreken voor:
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 april 2011.
, voorzitter
, griffier
Niet tussen Wal en Schip
Wmo Speerpuntennota Oegstgeest 2012-2015
Wmo Speerpuntennota Oegstgeest 2012-2015 Inleiding In de hierna volgende speerpunten hebben wij de kern van de Wmo voor Oegstgeest voor de komende jaren samengevat. Het is de bedoeling dat deze speerpunten uiteindelijk definitief worden vastgesteld in de daaruit voortvloeiende beleidsnota. Voor het bepalen van de speerpunten is onder anderen gebruik gemaakt van de input die is geleverd op de discussieavond over de Wmo op 16 februari 2011. Een toelichting op het voorblad treft u aan het eind van deze nota. 1) Signaleren Mensen die zelf onvoldoende in staat zijn tijdig of adequaat in te grijpen in hun eigen leven, als dat nodig is, hebben er baat bij als mensen uit hun omgeving hun zorgen kunnen uiten en eventuele hulp in een vroeg stadium in gang kunnen zetten. Dat vraagt een actieve houding van de omgeving, maar ook een openstaan van de betrokkene voor hulp (zie ook speerpunt 2) . Daarnaast is het zo dat het vroegtijdig signaleren van problemen helpt om erger te voorkomen. Mits er iets met die signalen kan worden gedaan. In het licht van de compensatieplicht van gemeenten voor mensen met een beperking is het noodzakelijk dat mensen, die hulp nodig hebben, tijdig de weg daar naartoe vinden. Signalen vanuit de omgeving kunnen daarbij aan de basis staan. Signaleren moet gewoon worden. Als je je zorgen maakt om het gedrag van een kind moet je dat makkelijk kwijt kunnen. Maar als dat niet bij de opvoeders zelf kan, waar dan wel? En mag dat wel, je bemoeien met andermans kind? Samenleven doe je niet alleen dus is het normaal om signalen over een ander snel op de goede plek neer te kunnen leggen. De gemeente zorgt er de komende jaren voor dat zoveel mogelijk belemmeringen worden weggenomen om signalen over zorgen om een ander kwijt te kunnen. 2) Zelfredzaamheid, versterken eigen kracht Hoe sterker mensen in hun schoenen staan hoe beter het voor hen is. Onder druk van een groep zijn veel kinderen (en volwassenen) immers geneigd om mee te gaan in een tendens die ze wellicht eigenlijk niet willen. Denk aan drank- of drugsgebruik. Eigen kracht kan op die manier preventief werken. Zelfredzaamheid onder de Wmo gaat erom dat mensen zichzelf kunnen redden in en om het huis en dat ze op een effectieve manier hulp kunnen inschakelen. Voorzieningen om je in je woning voldoende veilig te voelen en je daarin goed te kunnen bewegen zijn dan ook heel belangrijk. Eigen kracht wil ook zeggen dat mensen hun leven kunnen inrichten zoals ze dat zelf willen, binnen hun eigen mogelijkheden. Die vrijheid is essentieel. Zelfredzaamheid gaat ook over het vergroten van je weerbaarheid. Vanuit gezondheid en welzijn is dat een belangrijke basis. Zelfredzaamheid gaat ook over het stimuleren dat mensen hun eigen redding regisseren. Het geeft een beter gevoel als mensen zelf een rol hebben gespeeld bij het oplossen van hun probleem dan wanneer anderen dat voor hen hebben gedaan. Bovendien werkt het structureel. Het geeft mensen meer vertouwen in zichzelf en dat werkt weer door in hun hele leven. Zo is het ook belangrijk om te stimuleren dat mensen zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien.
2
De gemeente stelt de komende jaren zelfredzaamheid centraal in haar beleid. Dat betekent mensen in staat stellen zich veilig te voelen in hun huis, daarbij goed te kunnen bewegen, en waar nodig bij te staan in het versterken van hun eigen kracht. 3) Verantwoordelijkheid nemen Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven betekent dat je tijdig hulp zoekt en hulp durft te vragen. Hoe eerder mensen aan de bel durven trekken hoe beter het is. Specifiek voor mantelzorgers geldt dat zij gestimuleerd moeten worden om tijdig aan de bel te trekken wanneer hen de zorg boven het hoofd groeit of zijzelf merken dat hun sociale netwerken teveel gaan lijden onder de continue zorg voor de ander. De maatschappij is er steeds meer op gericht dat mensen zelf aan de touwtjes trekken van hun leven. Dan helpt het ook wanneer de zorg zo dicht mogelijk bij die persoon wordt geregeld. Dat betekent dat mensen bereid moeten zijn om aan hun omgeving die hulp te vragen en dat die omgeving bereid is om die, binnen hun mogelijkheden, ook te bieden. Verantwoordelijkheid nemen voor je omgeving hoort hier ook bij. Een actieve bijdrage leveren aan de samenleving draagt bij aan het vergroten van de eigen kracht van mensen. Daarom is vrijwilligerswerk heel belangrijk. Door te stimuleren dat mensen iets gaan doen voor een ander snijdt het mes aan twee kanten: de betrokkene wordt gewaardeerd om wat hij of zij inbrengt en de maatschappij profiteert mee. Vrijwilligerswerk kan dus ook heel goed bijdragen aan de eigen kracht van mensen. En is tegelijkertijd een tegenwicht tegen de huidige individualisering. De gemeente stimuleert de komende jaren dat mensen steeds beter in staat zijn om hun eigen leven vorm te geven, maar ook dat zoveel mogelijk informele zorg en hulp op een natuurlijke wijze dicht bij de mensen wordt gevonden. 4) Sociale netwerken Het is belangrijk dat inwoners elkaar kunnen ontmoeten en op basis hiervan sociale verbanden kunnen aangaan. Dit kan enerzijds in de wijk of de buurt. Hoe meer binding met de buurt, hoe minder overlast bewoners ervaren, hoe veiliger ze zich voelen en hoe kleiner de kans dat bewoners willen verhuizen. Met gezamenlijke bewonersinitiatieven en activiteiten ontstaat er sociale samenhang. De aanwezigheid van sociale binding draagt bij aan de mate waarin bewoners overlast en onveiligheid ervaren in hun buurt. Bovendien is sociale samenhang een voorwaarde voor het ontstaan van informele sociale controle, zoals het aanspreken van personen op ongewenst gedrag 1 Daarnaast kunnen sociale netwerken worden gestimuleerd op lokaal niveau. Via sport- en culturele activiteiten kunnen mensen worden gestimuleerd om samen dingen te ondernemen of te beleven. De huidige voorzieningen op deze terreinen dragen daar al aan bij. Ook groengebieden kunnen mensen stimuleren om er samen op uit te trekken. Sport en cultuur bieden bij uitstek kansen om mensen met elkaar te verbinden en te stimuleren om mee te doen. De gemeente kan nagaan of de bestaande sportvoorzieningen ook toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen en of deze doelgroep ook daadwerkelijk wordt bereikt. De gemeente stimuleert de komende jaren dat inwoners makkelijk sociale netwerken kunnen aanknopen. Dat kan zowel op wijk- of buurtniveau als op gemeentelijk niveau. Behoud van voorzieningen op dit gebied is dan ook de basis.
1
1) Reinout Kleinhans en Gideon Bolt in het Nicis-onderzoek ‘Vertrouwen houden in de buurt. Verval, opleving en collectieve zelfredzaamheid in stadsbuurten’
3
5) Toegankelijkheid De opbouw van sociale netwerken en het meedoen in de maatschappij zijn gebaat bij een goede toegankelijkheid van voorzieningen en een goede mobiliteit van de inwoners. Algemene voorzieningen in een gemeente moeten zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor alle burgers: jong en oud, met en zonder beperkingen (zogenaamd inclusief beleid). Denk daarbij bijvoorbeeld aan bibliotheek, speeltuinen of sportaccommodaties. Toegankelijkheid is hierbij een breed begrip. Het gaat niet alleen om de fysieke toegankelijkheid. Het gaat ook om de toegankelijkheid van informatie. Fysieke toegankelijkheid is bijvoorbeeld een drempelvrije ingang; toegankelijkheid van informatie betekent bijvoorbeeld dat de informatie begrijpelijk en respectvol is. Als de algemene voorzieningen toegankelijk zijn, ondervinden mensen met een beperking minder belemmeringen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie (meedoen). Hun mogelijkheden om volwaardig mee te draaien in de lokale samenleving zijn zo verbeterd. Dat zou ertoe kunnen leiden dat er minder een beroep hoeft te worden gedaan op specifieke Wmovoorzieningen. Toegankelijkheid betekent ook een goede bereikbaarheid van voorzieningen. Dat betekent dat mensen ook in staat moeten zijn om naar een voorziening toe te gaan. Mobiliteit en veiligheid, zowel fysiek als sociaal, zijn daarbij essentieel. De gemeente zet in op een veilige woonomgeving, en op zo min mogelijk belemmeringen op het gebied van mobiliteit. Daarnaast stimuleert de gemeente dat algemene voorzieningen zoveel mogelijk voor iedereen toegankelijk zijn. Conclusie: De bovengenoemde speerpunten zijn vooral geënt op het principe “voorkomen is beter dan genezen”. Daarnaast gaan de speerpunten vooral over uitvoering van de Wmo voor mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen, of, als dat toch is gebeurd, hen zo snel mogelijk de weg terug te laten vinden naar deze veilige kanten. Het is het belangrijkste dat alle mensen binnen hun mogelijkheden zelf over hun leven kunnen beslissen. Daarom kiezen we liever voor de metafoor van de gemeente als bouwmeester van veilige opstappunten uit het water naar de wal of het schip dan als reddingsboei. Zo willen we bereiken dat mensen vooral zelf zorgen voor hun eigen leven. Uiteraard blijft de gemeente wel de reddingsboei voor die mensen, die (tijdelijk of permanent) niet voor zichzelf kunnen zorgen. Immers, op elk schip zijn reddingsvesten verplicht aanwezig.
4
OPENBAAR
1
Adviseur: S,Ozdemir (BBO, tst. 785) Portefeuillehouder: E .Mackay
DMS nr 11.00172
INFORMATIENOTA POLITIEKE RONDE
d.d. 12 april 2011 Programma en product 5.10 Bestuur – Financiële aangelegenheden BESPREEKSTUK
Oegstgeest, 25 januari 2011 Aan de raad
Onderwerp 3e Voortgangsrapportage 2010 Kennis nemen van - de 3e voortgangsrapportage 2010; - het voorlopig jaarrekeningsaldo; deze bedraagt € 1.239.341 (positief). Inleiding Op 27 maart 2008 heeft de raad besloten akkoord te gaan met de nieuwe opzet van de voortgangsrapportage. In de voortgangsrapportages legt het college van burgemeester en wethouders per vier maanden verantwoording af aan de raad over het gevoerde beleid. Samenvatting/mededeling In de 3e voortgangsrapportage rapporteert het college over de beleidsontwikkelingen per beleidsthema over geheel 2010. Consequenties In de rapportage wordt gerapporteerd over het gevoerde beleid van geheel 2010 met betrekking tot de uitvoering van de begroting 2010. De financiële verantwoording over 2010 vindt plaats in de jaarrekening 2010. De teksten van de 3e voortgangsrapportage zijn de basis voor het jaarverslag 2010. Op 22 april 2009 heeft de Commissie voor Onderzoek van de Rekening (COR) een advies geformuleerd ten aanzien van de indicatoren met bijbehorende streefwaarden en bandbreedtes. Het college heeft deze toegepast op alle voortgangsrapportages over het afgelopen jaar. Communicatie Na vaststelling zal via de gebruikelijke kanalen gecommuniceerd worden.
Vervolg n.v.t. Uitvoering n.v.t. Bijlage (in bundel): 3e Voortgangsrapportage 2010.
2
3e voortgangsrapportage 2010
Versie 1.0 (definitief)
DMS nr. 10.15204
Aan de raad, Het jaar 2010 is voorbij. Voor u en voor ons is het tijd voor het opmaken van de balans. Deze voortgangsrapportage geeft u alvast een aardig kijkje in de keuken van gemeentejaar 2010. Deze voortgangsrapportage geeft niet alleen inzicht in de gebeurtenissen vanaf september, maar gaat voor zo ver mogelijk al in op heel het jaar 2010. Dit stuk vormt de basis voor de jaarrekening 2010 die u in juni tegemoet kunt zien. In deze derde voortgangsrapportage leest u welke zaken uit de programbegroting 2010 zijn gerealiseerd en welke zaken eventueel nog moeten worden afgerond respectievelijk opgepakt. Het verkeerslichtensysteem maakt deze rapportage helder en overzichtelijk en laat u in een oogopslag de stand van zaken zien. De financiële prestaties en de verantwoording van de budgetten vindt u niet terug in deze voortgangsrapportage. Deze gegevens worden opgenomen in de jaarrekening. Het college van burgemeester en wethouders
2
Inhoudsopgave Leeswijzer Samenvattend overzicht
`
4 6
Programma’s Programma 1 Natuur en Landschap Groen en water Ruimtelijke structuur Reiniging Programma 2 Verkeer en Infrastructuur Veilig op pad Riolering Programma 3 Wonen en Werken Wonen Projecten Werken Programma 4 Sociale Infrastructuur Veiligheid Onderwijs en jeugd Welzijn en zorg Kunst & Cultuur en Sport Programma 5 Bestuur Dienstverlening Bijlage 1: Lijst met definities Bijlage 2: Investeringsoverzicht
7
14 20
30
40
44 47
3
Leeswijzer Voor u ligt de derde voortgangsrapportage 2010 van de gemeente Oegstgeest. In deze rapportage legt het college van burgemeester en wethouders verantwoording af aan de gemeenteraad over het door haar gevoerde beleid in 2010. De derde voortgangsrapportage geeft inzicht in de resultaten van het gevoerde beleid per beleidsthema zoals afgesproken in de begroting 2010. In deze rapportage wordt een kort overzicht van de financiële resultaten opgenomen. Deze wordt zo spoedig mogelijk nagezonden. De toelichting op de financiële verantwoording en een toelichting op de paragrafen wordt opgenomen in de jaarrekening 2010. Als extra verkeerslicht hebben wij opgenomen het verkeerslicht motie dat staat voor de moties en amendementen. In een derde voortgangsrapportage worden prestaties en activiteiten als wel (groen) of niet (rood) gewaardeerd. Het is niet mogelijk om de kleur oranje te gebruiken vanuit de redenering dat er over een reeds afgesloten jaar wordt gerapporteerd. In de derde voortgangsrapportage van 2009 is het vorig college van deze lijn afgeweken. Bij voldoende onderbouwing werden bepaalde prestaties als oranje gewaardeerd indien de prestaties alsnog in het eerste trimester van 2010 behaald konden worden. Voor deze afwijking is nu niet gekozen. Het college is van mening dat de streefwaarden waar rood op is gescoord, ook niet bij voorbaat in 2011 behaald kunnen worden. Dit heeft er grotendeels mee te maken dat de indicatoren en/of streefwaarden inmiddels achterhaald zijn. Het college zal een voorstel aan de commissie onderzoek rekening doen toekomen waarin de indicatoren en streefwaarden worden geactualiseerd. Het voorstel voor de indicatoren e.d. is inmiddels besproken tijdens een balansdag. Hieronder staat het overzicht van het beoordelingscriterium voor het bepalen van de kleur van het verkeerslicht. Wanneer het resultaat bij een indicator beter is dan de streefwaarde zal ook daarover gerapporteerd worden. Het is dus een uitzonderingsrapportage van zowel positieve als negatieve afwijkingen. Effect Groen : Realistische verwachting is dat het beoogde resultaat wordt behaald. Rood : Het gewenste effect is niet gerealiseerd. Prestaties Groen : De output is binnen de planning gerealiseerd. Rood : De output is niet (volledig) gerealiseerd. Activiteit Groen : De activiteiten zijn volgens planning gerealiseerd. Rood : De activiteiten zijn niet gerealiseerd. Motie Groen : Motie/amendement is uitgevoerd. Rood : Motie/amendement wordt niet uitgevoerd. Voor een nadere toelichting van begrippen verwijzen wij u naar bijlage 1. Mocht u naar aanleiding van deze voortgangsrapportage vragen hebben dan verzoeken wij u deze schriftelijk in te dienen bij de griffier.
4
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
Beleidsthema Groen en Water
R
G
R
G
Beleidsthema Ruimtelijke Structuur
G
R
G
G
Beleidsthema Reiniging
G
R
G
Beleidsthema Veilig op pad
R
G
G
R
Beleidsthema Riolering
G
G
R
G
G
G
R
Programma 1: Natuur en Landschap
Programma 2: Verkeer en Infrastructuur
Programma 3: Wonen en Werken Beleidsthema Wonen Projecten
R
Beleidsthema Werken
R
G
G
R
Beleidsthema Veiligheid
R
R
R
G
Beleidsthema Welzijn en Zorg
G
G
G
Beleidsthema Jeugd en Onderwijs
G
G
G
G
R
G
G
R
R
R
G
G
Programma 4: Sociale Infrastructuur
Beleidsthema Sport en Cultuur Programma 5: Bestuur Beleidsthema Dienstverlening
R
Algemene dekkingsmiddelen
5
Voorlopig jaarrekeningsaldo 2010 Programma's Begroting
Voorlopige realisatie
eind 2010
per 31-12-2010
1. Natuur en Landschap Lasten Baten Saldo
6.298.712 2.786.7033.512.009
6.164.350 2.851.5633.312.787
2. Verkeer en Infrastructuur Lasten Baten Saldo
3.150.026 1.990.7761.159.250
3.144.576 1.758.1561.386.420
3. Wonen en Werken Lasten Baten Saldo
43.304.549 41.695.3421.609.207
26.701.188 24.881.4681.819.721
4. Sociale Infrastructuur Lasten Baten Saldo
19.967.555 6.637.73813.329.817
19.474.658 6.232.90713.241.751
6.345.030 2.765.6153.579.415
5.476.731 2.207.2293.269.502
11.911.589 35.681.58923.770.000-
11.710.955 35.980.47624.269.521-
580.302(onvoorzien)
1.239.341-
5. Bestuur Lasten Baten Saldo 6. Algemene dekkingsmiddelen Lasten Baten Saldo Eindtotaal
Het voorlopig jaarrekeningsaldo is momenteel € 1.239.341 positief. Dit voordeel is een voorlopig positief resultaat. In de jaarrekening 2010 zal het definitieve resultaat verder toegelicht worden.
6
Programma 1
Natuur en Landschap
Beleidsthema Groen en Water Behoud van het dorpse en groene karakter van Oegstgeest met samenhangende ecologische en recreatieve functies.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
G
R
G
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Behoud van beleving van ruimtelijke kwaliteit door groenstructuur Speelplaatsen zijn schoon, heel en veilig
Streefwaarde 2010 “Oegstgeest is een groen dorp” wordt door meer dan 50% van de bevolking onderschreven Oegstgeester burger geeft rapportcijfer 7
Resultaat Gerealiseerd (91% volgens burgertevredenheidsonderzoek) Niet gerealiseerd (6,9 volgens burgertevredenheidsonderzoek)
Toelichting resultaat Speeltoestellen In het burgertevredenheidsonderzoek van 2010 geeft 64% van de ondervraagden aan de speelplaatsen veilig te vinden. Bovendien is 18% het met de stelling eens noch oneens en 17% heeft geen mening. Slechts 2% is het met de stelling dat de speelplaatsen veilig zijn oneens. Wat betreft het rapportcijfer geeft 21% aan geen cijfer te kunnen geven over speelplaatsen. Prestaties Prestatie-Indicator Behoud van de kwaliteit van het openbaar groen, inclusief waterwegen en speelplaatsen Onderhoud speelplaatsen is op basiskwaliteitsniveau en voldoet aan de externe eisen
Streefwaarde 2010 Gemiddeld basiskwaliteitsniveau met maximaal 10 % onder het basisniveau Speeltoestellen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen
Resultaat Gerealiseerd Gerealiseerd
Toelichting resultaten Kwaliteit openbaar groen Uit de schouwrapportage “kwaliteit openbare ruimte” van Oranjewoud (november 2010) blijkt dat de doelstelling voor het groenonderhoud (gemiddeld basiskwaliteitsniveau met maximaal 10% onder het basisniveau) wordt gehaald. Speeltoestellen Maandelijks wordt de kwaliteit van de speelplaatsen gecontroleerd, waarvan eenmaal per jaar in juni door een extern bureau. Activiteiten Activiteiten 2010 Onderhouden en vervangen van groen en water volgens het baggerplan en het beheerplan groen Onderhoud van speelplaatsen volgens het beheerplan speelplaatsen
Gerealiseerd Nee, deels gerealiseerd Ja
Toelichting activiteiten Vervanging groen en baggerplan. Het baggerplan is uitgevoerd. De vervanging van het openbare groen heeft in verband met de vroege inval van de winter eind 2010 lichte vertraging opgelopen. Wel zijn de opdrachten verstrekt. Uitvoering vindt plaats begin 2011.
7
Moties en amendementen Motie 19: kwaliteitsimpuls openbare ruimte Motie Q: Voorlichtingscampagne inrichting tuinen
Gerealiseerd Ja (zie 2e VR) Ja (zie 2e VR)
Investeringen De volgende investering wordt doorgeschoven naar 2011: • Aanschaf hoogwerkers Groen en Mercedes Er wordt momenteel onderzocht of deze investeringen kunnen worden gecombineerd met de investering hoogwerker openbare verlichting, zodat slechts een voertuig aangeschaft hoeft te worden die multifunctioneel is. Uitvoering in 2011.
8
Beleidsthema Ruimtelijke Structuur De kwaliteit van ons leefmilieu staat op hoog niveau.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
G
R
G
G
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Voldoende eigentijdse bestemmingsplannen, conform de standaard SVBP Voldoende gebruiksmogelijkheden voor de bestaande bebouwing Voldoende huisvestingsmogelijkheden voor de bestaande maatschappelijke en economische activiteiten
Streefwaarde 2010 Minimaal 14 % van alle vastgestelde bestemmingsplannen Niet meer dan 5 om een nieuwe functie vragende gebouwen Niet meer dan 5 om nieuwe behuizing of verhuizing vragende activiteiten
Resultaat Gerealiseerd Gerealiseerd (12) Gerealiseerd (9)
Toelichting resultaten Voldoende eigentijdse bestemmingsplannen, conform SVBP Twee herzieningen van Poelgeest alsmede Oud-Poelgeest en Wilhelminapark en Geesten zijn conform SVPB opgesteld en inmiddels vastgesteld. Uiteraard worden vanaf nu alle nieuwe bestemmingsplannen conform SVBP opgesteld. Voldoende gebruiksmogelijkheden voor bestaande bebouwing De streefwaarde van niet meer dan vijf om een nieuwe functie vragende gebouwen valt nauwelijks te beïnvloeden. Uiteraard is/wordt er in bestemmingsplannen waar mogelijk een ruime bestemming (bijvoorbeeld gemengd) opgenomen. Naast de lopende projecten als Boerhaaveplein, Het Witte Huis en de Van den Ameelelocatie komen er jaarlijks ook een tiental kleinschaligere verzoeken bij de afdeling binnen. Het gaat hier veelal om het op een andere manier gebruiken van een bestaande ruimte. In veel gevallen is dit niet zonder planologisch besluit (ontheffing/projectbesluit/bestemmingsplan) mogelijk. In veel gevallen is de door de initiatiefnemer gewenste ontwikkeling voor de gemeente (algemeen belang) echter ongewenst. Het stoplicht kan, gezien de onmogelijkheid van invloed op de streefwaarde, eigenlijk vanwege deze overmacht op groen. Voldoende huisvestingsmogelijkheden voor bestaande maatschappelijke en economische activiteiten Hoewel bij deze streefwaarde de activiteit centraal staat en niet een eventueel leegkomend gebouw, gaat het hier eveneens om een door een initiatiefnemer gewenste wijziging van het bestaande gebruik. Daarnaast rekenen wij de negental kleinschaligere verzoeken voor uitbreiding van bestaande bebouwing hiertoe.
9
Prestaties Prestatie-Indicator Bestemmingsplannen gestandaardiseerd conform SVBP Nieuwe functies (bestemmingen) mogelijk gemaakt voor verminderd functionerende gebouwen Nieuwe behuizing of verhuizing mogelijk gemaakt voor 'uit hun jasje gegroeide' maatschappelijke of economische activiteiten Duurzame inrichting; duurzame ruimtelijke plannen
Streefwaarde 2010 Minimaal 2 vastgestelde bestemmingsplannen conform SVBP Minimaal 2 planologische besluiten met die strekking
Resultaat Gerealiseerd (2) Niet gerealiseerd (1)
Minimaal 2 planologische besluiten met die strekking
Niet gerea liseerd (1)
In 2010 zijn alle ruimtelijke plannen voorzien van een milieuparagraaf waarin alle aspecten van bodem, lucht, geluid, zonering bedrijven en externe veiligheid zijn meegenomen zodat een integrale afweging mogelijk is.
Gerealiseerd (100%)
Toelichting resultaten Nieuwe functies mogelijk gemaakt voor verminderd functionerende gebouwen. Voor Boerhaaveplein is een planologisch besluit genomen. Op 7 mei is bouwvergunning verleend. De bezwaarprocedure loopt. De ´eerste paal´ (feitelijk een damwand) is geslagen. Nieuwe behuizing mogelijk gemaakt voor ‘uit hun jasje groeiende’ activiteiten. Voor Het Witte Huis is een projectbesluit genomen. Vervolgens is bouwvergunning verleend. De voorbereidende werkzaamheden zijn inmiddels in uitvoering. Duurzame ruimtelijke plannen Ruimtelijke plannen waarvoor dat wettelijk vereist is, worden standaard voorzien van een milieuparagraaf.
10
Activiteiten Activiteiten 2010 Ruimtelijke ordening Actualisering bestemmingsplannen Digitalisering bestemmingsplannen 1. Het verzorgen van planologische medewerking aan bouwinitiatieven of gebruikswijzigingen 2. Juridische en planschadeprocedures volgend uit bovengenoemde planologische procedures 3. Planbegeleiding Milieubeleid 4. Milieu algemeen 5. Bedrijven 6. Prettig, gezond & veilig 7. Duurzame inrichting 8. Duurzame wereld
Gerealiseerd Op schema Op schema Ja, doorlopend Enkele juridische procedures zijn in behandeling. Nieuwe planschadeverzoeken zijn niet ingediend. Ja (12) Verloopt volgens schema Verloopt volgens schema (1 verleend en 1 in procedure) Verloopt volgens schema Nee, de vraag blijft achter Verloopt volgens schema
Toelichting activiteiten Ruimtelijke ordening 1. Boerhaaveplein, Van den Ameelelocatie, Beukenhof, Oude Vaartweg, herstructurering Buitenlust, BSO Willibrordlocatie en LOHC zijn gewenste ontwikkelingen waaraan planologisch medewerking wordt verleend. 2. Alle lopende planschadeverzoeken zijn afgehandeld. Tegen een aantal besluiten is bezwaar gemaakt. Op dit moment zijn er geen ontvankelijke planschadeverzoeken meer. 3. Boerhaaveplein, Van den Ameelelocatie, Beukenhof, Oude Vaartweg, herstructurering Buitenlust, BSO Willibrordlocatie, LOHC en verplaatsing fysio in de Prinsessewijk zijn gewenste ontwikkelingen waaraan planologisch medewerking wordt verleend. De overige verzoeken zijn afgewezen indien zij als ongewenst werden beschouwd. Op een aantal verzoeken is nog geen (principe)besluit genomen. De oorzaak van langdurige principebesluitvorming ligt vaak bij de initiatiefnemer die nadere gegevens moet aanleveren of nadere afwegingen moet maken. Milieubeleid 4. Het opstellen van nieuw milieubeleid loopt volgens schema. 5. Er is één vergunning verleend, er is één vergunning in procedure. De controles liggen op schema. 6. De werkzaamheden verlopen volgens schema. 7. In verband met het ontbreken van grote projecten (groter dan 1 ha) blijft de vraag vanuit de gemeente achter. 8. Het opstellen van het klimaatprogramma loopt volgens schema; er zijn mailings verstuurd voor het isoleren van bestaande woningen. Moties en amendementen Motie 16: Onderzoek sanering glastuinbouw Elsgeestpolder.
Gerealiseerd Ja
Toelichting Motie 16: Onderzoek sanering glastuinbouw Elsgeestpolder. De raad is akkoord gegaan met het niet verder uitwerken van deze motie. Investeringen Geen.
11
Beleidsthema Reiniging Oegstgeest heeft in alle wijken een schone leefomgeving
Effect
Prestaties
Activiteit
G
R
G
Motie
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Versterking van beleving van ruimtelijke kwaliteit door de efficiënte inzameling en verwerking van afval. Burgertevredenheid schone leefomgeving
Streefwaarde 2010 “Oegstgeest is een schoon dorp” wordt door meer dan 50% van de bevolking onderschreven Rapportcijfer 7
Resultaat Gerealiseerd (72% volgens burgertevredenheidsonderzoek) Gerealiseerd (7,3 volgens burgertevredenheidsonderzoek)
Prestaties Prestatie-Indicator Oegstgeest heeft in alle wijken een schone leefomgeving. Efficiënt voldoen aan de wettelijke plicht voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval met inachtneming van milieuaspecten Efficiënt voldoen aan de wettelijke plicht voor het ophalen en verwerken van grof huishoudelijk afval met inachtneming van milieuaspecten
Streefwaarde 2010 Gemiddeld basiskwaliteitsniveau met maximaal 10% onder het basisniveau 48% gescheiden ingezameld huishoudelijk afval
Resultaat Gerealiseerd
75% gescheiden ingezameld grof huishoudelijk afval
Niet gerealiseerd
Niet gerealiseerd
Toelichting resultaten Schone leefomgeving Uit de schouwrapportage “kwaliteit openbare ruimte” van Oranjewoud (november 2010) blijkt dat de doelstelling voor het groenonderhoud (gemiddeld basiskwaliteitsniveau met maximaal 10% onder het basisniveau) wordt gehaald. Ophalen en verwerken van (grof) huishoudelijk afval Beide beoogde scheidingspercentages zijn in 2009 gehaald. Op basis van ervaringscijfers over de afgelopen jaren is de verwachting dat de scheidingspercentages ook in 2010 worden gehaald. De scheidingspercentage voor het jaar 2010 is pas na afloop van het lopende jaar te bepalen. Activiteiten Activiteiten 2010 Inzameling en vervoer afval Wekelijks wordt of het huisvuil voor restafval of het GFT-afval ingezameld. De milieustraat is maandag t/m vrijdag geopend van 8.3011.30 uur en op zaterdag van 9.00-12.00 uur. Het grof huisvuil wordt op maximaal 2000 adressen per jaar gratis opgehaald. Werkzaamheden volgens beheerplan openbare ruimten Verwerking afval door GEVULEI Beleid en afvalstoffenheffing
Gerealiseerd ja
ja ja
12
Investeringen Geen.
13
Programma 2
Verkeer en Infrastructuur
Beleidsthema Veilig op pad Het verkeer en de infrastructurele voorzieningen in Oegstgeest zijn leefbaar, toegankelijk en veilig voor jong en oud.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
G
G
R
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Versterking van beleving grote verkeersveiligheid. Het aantal overschrijdingen van de snelheidslimiet is gering Het aantal verkeersslachtoffers en ongevallen is gering
De straten, wegen en pleinen van Oegstgeest zijn schoon, heel en veilig
Streefwaarde 2010 “Oegstgeest is een verkeersveilig dorp” wordt door meer dan 50% van de bevolking onderschreven Er zijn 25% minder overschrijdingen van de snelheidslimiet in de 30 en 50 km zones ten opzichte van 2009 • Het aantal verkeersslachtoffers is nul • Het aantal letsel ongevallen is maximaal 15 Het kwaliteitsniveau van het Oegtgeester wegdek krijgt overal minimaal het rapportcijfer 7
Resultaat Niet gerealiseerd (46%) Niet gerealiseerd
•
Gerealiseerd (0)
•
Niet gerealiseerd (22)
Niet gerealiseerd (6,8)
Toelichting resultaat Beleving grote verkeersveiligheid beleving verkeersveiligheid Uit het burgertevredenheidsonderzoek is gebleken dat de beleving van verkeersveiligheid in Oegstgeest is afgenomen ten opzichte van 2009 (51%). Overschrijdingen van de snelheidslimiet De in maart 2009 aangeschafte snelheidsinformatie displays rouleren regelmatig. De displays hangen nu op de Rijnzichtweg nabij Buitenlust en de Hazenboslaan. Door het verkeer wordt er positief op gereageerd; uit de metingen blijkt dat zij hun snelheid aanpassen. Echter, in beperkte mate, na verloop van tijd treedt er gewenning op. Regelmatig rouleren is dan ook belangrijk. In oktober 2010 zijn verkeerstellingen uitgevoerd, waarbij onder andere de snelheid is geregistreerd. De in 2010 gemeten snelheden op de wegen zijn vrijwel gelijk aan 2009. Op ongeveer de helft van de locaties ligt de V851 rond de maximaal toegestane snelheid. Met uitzondering van de Rijnsburgerweg (tussen de gemeentegrens en de Floressstraat) ligt op de andere locaties de V85-snelheid maximaal 10 km/uur daarboven. Verkeersslachtoffers en ongevallen In april 2011 zijn de definitieve ongevallencijfers 2010 bekend. In 2009 is het aantal van 22 letselongevallen meer dan de streefwaarde (vijftien), maar beter dan voorgaande jaren. In 2008 waren er 25 ongevallen en in 2007 waren er 29 ongevallen, dus een dalende lijn. Opmerkelijk is dat er in totaal minder ongevallen zijn, maar wel meer slachtoffers. Ook waren meerdere slachtoffers bij één ongeval betrokken. Hiermee was de afloop van ongelukken in 2009 ernstiger dan voorheen. Straten, wegen en pleinen In het burgertevredenheidsonderzoek van 2010 geeft 86% van de ondervraagden het wegdek een voldoende op de aspecten schoon, heel en veilig. 1
Dit betekent dat 85% van de auto’s niet sneller rijdt dan de aangegeven waarde.
14
Prestaties Prestatie-Indicator Verbeterde verkeersveiligheid Verminderde verkeerscongestie
Alle Oegstgeester wijken worden voor fietsers, openbaar vervoer en hulpdiensten vlot en zo direct mogelijk ontsloten De gemeentelijke wegen, straten en pleinen zijn op basiskwaliteitsniveau èn voldoen aan de externe eisen Het percentage tijdig (binnen 2 werkdagen) verholpen meldingen over wegen, straten en pleinen over het niet voldoen aan het onderhoudsniveau is hoog Het aantal gehonoreerde aansprakelijkstellingen als gevolg van de staat van wegen, straten en pleinen is gering
Streefwaarde 2010 Aantal ‘black spots’ (locaties met meer dan 6 letselongevallen in 3 jaar) vasthouden op nul De ontwikkeling van de verkeerscongestie op de verkeersruit mag niet hoger zijn dan de autonome groei van het autoverkeer. (Op lange termijn zal als gevolg van nieuwe regionale infrastructuur zoals Rijnlandroute, RGL, Noordelijke Randweg Rijnsburg een afname ontstaan.) Wijken Poelgeest en NieuwRhijngeest zijn ontsloten voor fietsverkeer en goed bereikbaar voor hulpdiensten. In de inrichting wordt rekening gehouden met openbaar vervoer. Gemiddeld basiskwaliteitsniveau met maximaal 10% onder het basisniveau 80%
Resultaat Gerealiseerd (0 signalen)
Gerealiseerd (> 80%)
Kleiner dan 5
Gerealiseerd (< 5)
Gerealiseerd, de verkeersintensiteiten zijn in 2010 gemiddeld genomen lager dan in 2009
Niet gerealiseerd: • Poelgeest: tijdelijk verslechterd • Nieuw-Rhijngeest: in ontwikkeling
Gerealiseerd
Toelichting resultaten Verbeterde verkeersveiligheid In Oegstgeest zijn in 2009 geen nieuwe ‘black spots’ locaties ontstaan. Wel zullen ontwikkelingen op en nabij de rotondes Lange Voort en de Willibrordrotonde kritisch gevolgd worden. De ongevallencijfers in april 2011 geven daar definitief uitsluitsel over. Verminderde verkeerscongestie De verkeerstellingen die in oktober 2010 zijn uitgevoerd, laten ten opzichte van 2009 op vrijwel alle wegen een lichte afname van de verkeersintensiteit zien ten opzichte van 2009. Mogelijk speelt de economische crisis hierin een rol. Alle Oegstgeester wijken worden voor fietsers, openbaar vervoer en hulpdiensten zo vlot en zo direct mogelijk ontsloten Poelgeest heeft een uitgebreid netwerk van solitaire fietspaden. Vanwege de bouw Clusiushof is het fietspad langs de tijdelijke bouwweg afgesloten. Er is dan ook een tijdelijke verslechtering ontstaan. In de inrichting van Poelgeest is rekening gehouden met een eventuele buslijn over de nog te bouwen brug naar de Oegstgeesterweg (Leiden). In Nieuw-Rhijngeest is dat in ontwikkeling. Nieuw-Rhijngeest kent enkele voorzieningen voor fietsers zoals een fietsstraat ter hoogte van de Rhijnhofweg. In het profielenboek is ruimte gereserveerd voor een OV-busverbinding. Connexxion had graag al in december 2010 een bus door Nieuw-Rhijngeest laten rijden. Dit kan vanwege fysieke belemmeringen nog niet plaatsvinden. Alle bushaltes in Oegstgeest zijn nu toegankelijk voor mensen met een fysieke of visuele beperking. De realisatie fietsbrug naar Valkenburg over de Oude Rijn staat ingepland voor 2012.
15
Wegen, straten en pleinen De openbare ruimte voldeed volgens de schouw van 2009 aan het basiskwaliteitsniveau (schoon, heel en veilig), met maximaal 10% lage scores. Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren is de verwachting dat het basiskwaliteitsniveau ook in 2010 wordt gehaald. Activiteiten Activiteiten 2010 Verkeer Verkeer(veiligheids)beleid voeren
Gerealiseerd Ja, doorlopende processen bij o.a. • Inrichtingsplannen • ouders benaderen voor werving extra verkeersouders • ondersteuning verkeersexamens basisschool
Wegen, straten en pleinen Uitvoeren rationeel onderhoud wegen volgens rationeel wegbeheerplan Uitvoeren verzorgend onderhoud wegen (onkruid/vegen/gladheid) volgens beheerplan openbare ruimte Beheren en onderhouden van wegmeubilair volgens het uitvoeringsplan openbare verlichting en beheerplan verkeersregelinstallaties Beheren en onderhouden van kunstwerken volgens beheerplan civiele kunstwerken
ja ja ja ja
Toelichting activiteiten Verkeer(veiligheids)beleid voeren Rondom scholen, speelplaatsjes en sportplaatsen zijn veel kinderen. Om de veiligheid op die locaties te verbeteren hebben, rondom de scholen, vooral verkeersouders een belangrijke rol. Bij de uitreiking van de verkeersexamens zijn ouders actief benaderd met het verzoek om zich aan te melden als verkeersouder. De lokale afdeling Veilig Verkeer Nederland (VVN) zet zich in en neemt initiatieven die de veiligheid moet verbeteren. Dat hierbij een gedragsverandering in het verkeer noodzakelijk is, is voor een ieder helder. Niet alles is met infrastructuur op te lossen. Een toenemend punt van zorg is de afnemende bereidheid om zich als vrijwilliger in te zetten als verkeersbrigadier of verkeersouders. Wel kan gemeld worden dat zich een aantal nieuwe leden bij VVN hebben aangemeld die eveneens de bereidheid hebben om een bestuursfunctie te aanvaarden. Moties en amendementen Motie 6: Afronden fase 3 De Kempenaerstraat Motie 17: Fietsbalans Amendement C: Vervoer in Oegstgeest
Gerealiseerd Nee, in behandeling Nee, aangemeld voor 2011 nadat 2010 is afgewezen Nee, uitvoering opgestart
Toelichting Motie 6: Afronden fase 3 De Kempenaerstraat De brief naar potentiële ontwikkelaar is verzonden met verzoek voor 1 juni 2010 te reageren om aan te geven of hij van plan is vervolgstappen te zetten. Er zijn geen concrete plannen ingediend. Het is voorstel om fase 3 te laten vervallen en alleen de hoogstnoodzakelijke werkzaamheden op te pakken, onder het reguliere onderhoudsbudget Beheer Openbare Ruimte. Motie 17: Fietsbalans Aan de fietsersbond is verzocht om mee te doen aan de “Fietsbalans 2”. Voor 2010 is een mondelinge afwijzing ontvangen. De gemeente Oegstgeest heeft zich aangemeld om in 2011 mee te doen. De fietsersbond heeft de aanmelding bevestigd en laat begin 2011 weten of de keuze op de gemeente Oegstgeest is gevallen.
16
Amendement C: Openbaar vervoer in Oegstgeest Het amendement is vastgesteld in de raad van september 2010. Doordat het onderzoek in eigen beheer is uitgevoerd, is het beschikbaar gestelde bedrag van € 25.000 teruggevloeid naar de post onvoorziene uitgaven. Investeringen De volgende investeringen worden afgesloten: • Verkeerstellers 2010 De onderschrijding wordt veroorzaakt door scherpe inkoop. • 30 km zone Apollolaan • Rationeel wegbeheer 2009 • Lichtmasten 2009 • Armaturen 2009 De volgende investeringen worden doorgeschoven naar 2011: • Extra overstorten ’08 Werk is in uitvoering en wordt in 2011 afgerond. • Vervangen riolering ’09 Laatste onderdelen voor de investering waaronder vooral herstraten gaat in 2011 plaatsvinden. • Ongerioleerde panden ’10 Het werk is deels voorbereid in 1ste jaar. Uitvoering en afronding vindt plaats in 2e jaar. Laatste onderdelen waaronder vooral herstraten vindt plaats in 2012. • Drainage Oude Dorp Vanwege onzekere situatie en mogelijkheden zijn werkzaamheden niet in 2010 uitgevoerd. Momenteel is een nieuw raadsvoorstel voor 1ste kwartaal 2011 in voorbereiding. • Oppervlaktewater ASC In 2010 is er vooral overleg gehad met Hoogheemraadschap. De werkzaamheden zijn momenteel in voorbereiding en wordt in 2011 uitgevoerd. • Herinrichten/renovatie Boerhaaveplein De voorbereiding begint in 2011. De bouw van de appartementen is onlangs gestart. • Aanschaf hoogwerker openbare verlichting Momenteel wordt onderzocht of deze investering kan worden gecombineerd met de investering hoogwerker groen, zodat slechts een voertuig aangeschaft hoeft te worden die multifunctioneel is. Uitvoering in 2011. • Rationeel wegbeheer 2010 De opdrachtverstrekking loopt op schema. De werkzaamheden lopen door tot in 2011. • Vervanging lichtmasten 2010 De opdrachtverstrekking loopt op schema. De werkzaamheden lopen door tot in 2011. • Vervanging armaturen/lichttechniek De opdrachtverstrekking loopt op schema. De werkzaamheden lopen door tot in 2011.
17
Beleidsthema Rioleringen Optimale afvoer van het rioolwater tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
G
G
R
G
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Snel en doeltreffend afhandelen van problemen met hemel- en vuilwaterafvoer
Streefwaarde 2010 Het percentage tijdig, binnen 2x24 uur, verholpen verstoppingen van het gemeentelijk riool is 90%
Resultaat Gerealiseerd (100%)
Toelichting Alle verstoppingen zijn tijdig verholpen. Prestaties Prestatie-Indicator Zo efficiënt mogelijk voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de inzameling en transport van afvalwater. Inzicht in vervuiling oppervlaktewater door overstortend rioolwater
Streefwaarde 2010 Het aantal terechte meldingen van een langdurig nietfunctionerend gemeentelijk riool (rioolincidenten) is maximaal 2. De frequentie en hoeveelheid overstortend rioolwater op het oppervlaktewater is bekend
Resultaat Gerealiseerd (0 meldingen)
Gerealiseerd
Toelichting prestaties Zo efficiënt mogelijk voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de inzameling en transport van afvalwater Er waren begin 2010 geen langdurige problemen met het gemeentelijke riool. Overige prestaties Prestatie-Indicator 90% van het aantal rioolstrengen voldoet aan de normen van de NEN 3398 Verhouding tussen gemengd en gescheiden gerioleerd verhard oppervlak Eens in de twee jaar water op straat
Streefwaarde 2010 Minimaal 90% van de rioolstrengen voldoet aan de normen stabiliteit, afstroming en waterdichtheid De doelstelling voor eind 2013 is 16,8%. Voor 2010 13,2%.
Resultaat Gerealiseerd, • stabiliteit 99%, • afstroming 97% • waterdichtheid 90% Gerealiseerd (13,2%)
In de planperiode van het GRP mag op dezelfde locatie maximaal 2x wateroverlast worden ervaren. Met wateroverlast wordt bedoeld dat er minimaal verkeershinder optreedt en meer dan de helft van de rijbaan onder water staat
Gerealiseerd (0 meldingen in 2009)
Toelichting resultaten Metingen rioleringen De resultaten van bovengenoemde prestatie-indicatoren zijn getoetst tijdens het opstellen van de Mijlpaal Riolering & Water 2010 en worden opnieuw getoetst bij het opstellen van de Mijlpaal Riolering & Water 2011.
18
Activiteiten Activiteiten 2010 Onderhoud riolering volgens 4e GRP en beheerplan pompgemalen Rioolheffing
Gerealiseerd Nee, in behandeling Ja
Toelichting activiteiten De stand van zaken voor de projecten vanuit het GRP is als volgt: • Sanering Riolering 2009 de 1e fase het vervangen van de riolering is afgerond. De 2e fase is gestart en duurt tot en met het 2e kwartaal 2011. • Sanering Riolering 2010 is gestart in het 3e kwartaal 2010. • Aanleg vijver Hendrik Kraemerpark moet voor 1 april 2011 afgerond zijn. • Aanleg sloot rondom ASC-terrein. Start uitvoering staat gepland voor het 3e kwartaal 2011. • Aanleg drainage Oude Dorp. In het 1e kwartaal 2011 komt een raadsvoorstel over de aanleg van de drainage. • Voor wat betreft de overdracht van de polders Oudenhof Noord en Zuid vindt op dit moment regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats over de voorwaarden van de overdracht. Moties en amendementen Motie 1: Regentonnen voor Oegstgeest
Gerealiseerd Ja (zie 1e VR)
Investeringen De volgende investeringen worden doorgeschoven naar 2011: • Vervanging rioolpompen Leidsestraatweg De opdrachtverstrekking loopt op schema. De werkzaamheden lopen door tot in 2011. • Vervanging oppervlaktewatergemalen De opdrachtverstrekking loopt op schema. De werkzaamheden lopen door tot in 2011.
19
Programma 3
Wonen en werken
Beleidsthema Wonen Plezierig wonen voor jong en oud.
Effect
Prestaties
Activiteit
G
G
R
Motie
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Woonklimaat is goed
“30% sociale woningbouw” als reëel uitgangspunt van bouwprojecten
Oegstgeest heeft beschermde monumenten en beschermde dorpsgezichten
Streefwaarde 2010 “Het is plezierig wonen in Oegstgeest!” wordt door meer dan 50% van de bevolking onderschreven • Bij 30% van alle geplande bouwprojecten • Voor Nieuw-Rhijngeest wordt een percentage van 23,9% haalbaar gesteld) De waardering door de bevolking van het door gemeente en rijk aangewezen beschermd dorpsgezicht.
Resultaat Gerealiseerd
•
Gerealiseerd
•
Gerealiseerd
Gerealiseerd (1 toegevoegd)
Toelichting resultaat Woonklimaat is goed Uit het burgertevredenheidsonderzoek van zomer 2010 blijkt dat 52% de stelling ‘Het is plezierig wonen in Oegstgeest’ volledig onderschrijft. “30% sociale woningbouw” als reëel uitgangspunt van bouwprojecten Bij de bouwproductie voor heel Oegstgeest wordt een gemiddeld percentage van 30% gehaald (gegevens oktober 2010). Beschermde monumenten en beschermde dorpsgezichten Er zijn geen wijzigingen in het aantal beschermde dorpsgezichten. Door administratieve splitsing van het monumentale pand Dorpsstraat 79 was de voormalige bollenschuur (nu 79a) niet langer beschermd. De bollenschuur is apart aangewezen als monument en op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Uit het artikel in de Oegstgeestse Courant van 20 oktober 2010 blijkt dat de eigenaar en de huurder zeer tevreden zijn met dit besluit. Prestaties Prestatie-Indicator Adequate monumentenzorg
Streefwaarde 2010 Behoud van alle 45 gemeentemonumenten en 25 rijksmonumenten
Resultaat Gerealiseerd (57)
Toelichting resultaten Adequate monumentenzorg De bollenschuur aan Dorpsstraat 79a is aan de gemeentelijke monumentenlijst toegevoegd. Daarnaast heeft er een hernummering plaatsgevonden op 1 december 2010, waarbij de regel is gehanteerd dat elk afwijkend adres met een eigen perceelnummer ook een eigen monumentnummer krijgt. Zodoende bestaat de gemeentelijke monumentenlijst nu uit zevenenvijftig monumenten. De rijksmonumentenlijst is niet gewijzigd. Omdat het aantal gemeentelijke monumenten op dit moment 57 bedraagt, zal de streefwaarde voor 2011 moeten worden gewijzigd.
20
Activiteiten Activiteiten 2010 Wonen Volkshuisvestingsbeleid voeren door: • woningbouwopgave • woonruimteverdeling • externe afstemming • monitoren afspraken met woningstichting Buitenlust Bouw- en Woningtoezicht Vastgoedregistratie Monumentenzorg Monumentenzorg door overleg monumentencommissies, monumentenvergunningen en beoordeling bouwplannen, w.o. extra inzet voor beschermd dorpsgezicht Volledige toepassing Wet Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) Jaarlijkse open monumentendag
Gerealiseerd Ja, deze activiteiten vinden doorlopend plaats. Voorbeeldprojecten: • Startersleningenbeleid opnieuw vastgesteld • Woningmarktanalyse afgerond • Memo beleid Reserve Sociale Woningbouw als eerste aanzet voor nieuw beleid Reserve Nee (2) Ja Ja, de monumentencommissie heeft een vergaderrooster met een maandelijkse frequentie
Ja Ja
Toelichting activiteiten Bouw- en Woningtoezicht In 2010 zijn in totaal twee aanvragen bouwvergunning van rechtswege verleend. Dit komt door het wisselen van medewerkers BWT en het niet op orde hebben van een degelijk registratie programma. Ondersteuning van het huidige programma Corsa Case wordt ICT technisch niet meer ondersteund door de leverancier. Dat moet met de komst van de SBA applicatie in 2011 veranderen. Vastgoedregistratie BAG is volledig in productie. De luchtfoto 2010 is gerealiseerd en is toegankelijk via Gisviewer. De cyclorama's 2010 van cyclomedia is toegankelijk via Gisviewer. Monumentenzorg door overleg Er zijn in het afgelopen jaar acht monumentenvergunningen verleend, één nog in procedure en geen aanvragen geweigerd. Tevens heeft de monumentencommissie geadviseerd over principeplannen in het beschermd dorpsgezicht. Volledige toepassing Wet Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) De verstoorder gehouden aan de verplichtingen t.a.v. archeologie middels aantoonbare onderzoeken (o.a. MEOB, Duivenvoorde, Nieuw-Rhijngeest Zuid). Tevens is Archeologie opgenomen in de Erfgoedverordening 2010. Jaarlijkse open monumentendag Open Monumentendag was dit jaar vergezeld door het ‘Osger’ Kunst- en Cultuurweekend. Op zaterdag is het dubbele aantal bezoekers geteld ten opzichte van 2009, de eerste (gedeeltelijke) zondagdeelname leverde voor Oegstgeest een gelijk aantal bezoekers op als tijdens de Open Monumentendag van 2009. Bij elkaar ruim 4.500 bezoekers in de monumenten en veel positieve reacties. Investeringen Geen.
21
Projecten Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
R
Door de raad is geen effect, prestatie en output indicator gedefinieerd.
Activiteiten Activiteiten 2010 Grondexploitaties Poelgeest (grex) Nieuw-Rhijngeest (grex) Langenakker (grex) Apollolaan (grex)
Gerealiseerd Nee, grex PG loopt tot en met 2011 Nee, grex NRG loopt tot en met 2016 Nee, grex LNG loopt tot en met 2016 Ja, per 30 juni 2010
Overige projecten Bos van Oegstgeest Overveerpolder/ASC MEOB terrein Boerhaaveplein Hofwijck Begraafplaats Groene- of Willibrordkerk Herstructurering Buitenlust Holle Mare route Locatie nieuwe zwembad
Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering Nee, In uitvoering
Gronden in exploitatie Nieuw-Rhijngeest Communicatie In samenwerking met marktpartijen in Nieuw-Rhijngeest verzorgt de Gemeente Oegstgeest de informatie aan huidige en toekomstige inwonenden en bedrijven. Hiervoor worden diverse middelen gehanteerd, websites (Levenisbeleven.nl), nieuwsbrief het Kompas (digitaal en hardcopy), stukken in de Oegstgeester Courant, ‘LEVEN’, e.d. Binnenkort start de gemeente met de NIEUWFLITS waarin ‘gemeentelijke informatie’ wordt opgenomen voor de doelgroep (alle huidige in- en direct omwonenden en bedrijven). Financieel Door de stagnerende woningverkopen is sprake van een zorgelijke situatie. Inkomsten komen later dan gepland, een groot deel van de uitgaven is al gedaan; dit resulteert in extra rentekosten. Ook de doorlooptijd van het project neemt toe. Ook dit leidt tot extra kosten. Gezocht wordt naar verdergaande planoptimalisaties (met name in de deelgebieden 6,7 en 9) om een aanvaardbaar resultaat te bereiken en risico’s te beperken. Second opinion APPM Op verzoek van de Raad heeft bureau APPM een second opinion gedaan naar de grondexploitatie Nieuw-Rhijngeest. Daarbij werd geadviseerd over de door gemeente opgestelde GREX, de beïnvloedingsmogelijkheden die de gemeente heeft en de wijze van aansturing van deze gebeidsontwikkeling. Deze uitkomsten zijn opgepakt, vooralsnog vooral bij de verdere onderhandelingen over de uitwerking van de deelgebieden 6,7 en 9.
22
Nieuw-Rhijngeest deelgebied 6, 7 en 9. In het 3e kwartaal is het haalbaarheidsonderzoek afgerond naar de mogelijkheden om te komen tot een herziening van de samenwerking met de VOF Nieuw-Rhijngeest. Dit onderzoek heeft zich gericht op: • Herziening van het stedenbouwkundig ontwerp; • Opstellen van een organisatie- en juridisch advies hoe de grondexploitatie kan worden gevoerd; • Herziening van de financiële kaders (Vastgoedexploitatie (VEX) en grondexploitatie (GREX)) • Aanpassing van de samenwerkingsovereenkomst november 2004 aan de nieuwe planwerkelijkheid, zodat het project kan worden afgerond. De herziening van de samenwerking moet ertoe leiden dat de ontwikkelrisico’s voor de gemeente worden beperkt. De insteek van de onderhandelingen is te komen tot een totaaladvies over een nieuwe vorm van samenwerken: een gemeenschappelijke exploitatie maatschappij (GEM). De GEM-in-onderzoek is een joint-venture. De conclusie uit dit onderzoek is dat aan een aantal gemeentelijke voorwaarden nog niet wordt voldaan. Om hiertoe te komen is een onderhandelingstraject met de VOF Nieuw-Rhijngeest ingezet. Dit najaar zijn vrijwel geen verwervingen gedaan. Wel zijn enkele grondtransacties met de VOF ingezet ten behoeve actuele ontwikkelingen (deelplannen Batavia en Rhijnwaeter). De grondopbrengsten voor deze tweede fase van 6J en voor 6E zijn eind 2010 gefactureerd. Het plandeel 6J-a en eerste deel van 6E (Batavia) is in de afbouwfase. De woningverkopen in deelplan 6E gaan redelijk voorspoedig. De woningverkoop in deelplan 6J – B (Rhijnwaeter) gaat moeizaam. Onlangs heeft de VOF de bouw van 4 woningen voor uitvoering gegund. De aanleg van een groot deel van de bruggen en damwanden in deelplan 6 is afgerond. De aanleg van de eerste fase van het park Landgoed is afgerond. Voor het onderdeel Natuurspeelplaats (ca. 6.000 m2) wordt dit voorjaar een ontwerp gemaakt. Deelgebied 1 Voor deelgebied 1 is het stedenbouwkundig plan vastgesteld; op basis hiervan worden de planologische kaders opgesteld. Momenteel wordt in deelgebied 1 de bodem gesaneerd en het verdere bouwrijpmaken voorbereid. We werken aan een bouwontsluiting van het gebied. In 2011 wordt de grondtransactieovereenkomst met de ontwikkelaar opgesteld en afgerond. Frederiksoord-Zuid Katwijk en Oegstgeest ronden in het eerste kwartaal 2011 de bestuursovereenkomst af die de juridische basis vormt voor het ontwikkelen van de woonwijk Frederiksoord-Zuid. Het bestemmingsplan voor het hele plangebied is het eerste kwartaal rechtsgeldig geworden. Katwijk zal de grondexploitatie gaan voeren in deze ontwikkeling. Deelgebied 8 – Universiteit Leiden In de zomer van 2010 is in opdracht van de universiteit een aantal archeologische opgravingen verricht. De afsluitende opgravingen worden komende zomer verricht, wederom in samenwerking met de faculteit Archeologie. Zodra dit werk is afgerond kan de bestemmingsplanprocedure voor dit deelgebied worden vervolgd. De ruimtelijke invulling van dit gebied wordt afgestemd in een stuurgroepoverleg waarin gemeente en universiteit vertegenwoordigd zijn. Er is een aantal bedrijven dat zich wil gaan vestigen in Nieuw-Rhijngeest Zuid. Om dit te faciliteren maakt gemeente Oegstgeest gebruik van aparte procedures.
23
Langenakker Oeverpark De gemeente ontwikkelt met een particulier het oeverpark. Met hem is vrijwel overeenstemming bereikt over de kwaliteit van het inrichtingsplan. Het oeverpark zal een groene voorziening worden aan de Rijn die voor het publiek toegankelijk is. Met meerdere grondeigenaren worden verwervingsgesprekken gevoerd. De bestemmingsplanprocedure wordt aangehouden totdat met particulieren definitieve akkoorden zijn bereikt. Zodra dit plan meer definitieve vormen heeft kan de gemeente met een initiatiefnemer spreken over het starten van een paviljoen aan de Oude Rijn. Fietsbrug Over de locatie en vorm van de fietsbrug over de Oude Rijn hebben we met de provincie en Katwijk overeenstemming bereikt. Brede School Aan het Rustenburgerpad wordt een Brede School gerealiseerd. Het ontwerpproces is eind oktober van start gegaan. Doelstelling is dat zomer 2013 de school haar deuren opent. Binnenkort wordt de grondtransactie hiervoor ingezet. Kamphuizerpolder Voor het restgebied Langenakker (Kamphuizerpolder) wordt in het voorjaar van 2011 een stedenbouwkundige visie opgesteld. Plaatsing van 10 woonwagens vanuit Leiden is hierbij een belangrijk item. Poelgeest In de raad van 22 april 2010 werd u uitgebreid geïnformeerd over de voortgang van de grondexploitatie Poelgeest. Ten opzichte van deze rapportage hebben zich geen grote wijzigingen voorgedaan. De grondexploitatie is vergevorderd in de uitvoering en circa 75%van de woningen is opgeleverd. De resterende woningen worden in 2011 in aanbouw genomen. Dit omvat de volgende projecten: • Clusiushof De bouw is in juli 2009 gestart. Uitgaande van een bouwperiode van 1,5 tot 2 jaar zal het project in 2011 worden opgeleverd. • Renbaan Noord / Kasteelhof Er is een onherroepelijke bouwvergunning voor dit bouwplan. De verkoop is inmiddels gestart en de start van de bouw is 1 februari 2011 gepland. • Heemland Terras 10-14 Na een herziening in het bestemmingsplan is het bestemmingsplan onherroepelijk. De ontwikkelaar is druk doende om de woontorens verder uit te werken. Naar verwachting start de verkoop rond april 2011. • Lange Voortse Driehoek Het stedenbouwkundig plan is gereed en in het 1e kwartaal 2011 wordt de herziening van het bestemmingsplan aan het college voorgelegd. Daarna wordt gestart met de verkoop van de woningen. • Vissersbrug De nieuwe Vissersbrug is gereed. Apollolaan De grondexploitatie Apollolaan is per 30 juni 2010 afgesloten met een positief saldo van € 3,9 miljoen. Daarmee is het project Apollolaan afgesloten. In mei 2010 is het nieuwe verenigingsgebouw voor de handboogschietvereniging Attila opgeleverd. Daarmee is de laatste verplaatsing ten behoeve van de ontwikkeling van sporthal De Cuyl afgerond. In het laatste kwartaal van 2010 is het laatste bouwproject bij Rustenborg opgeleverd. De resterende
24
werkzaamheden in de openbare ruimte zijn eind 2010 gestart en worden in het eerste kwartaal 2011 afgerond. Overige projecten Holle Mare-route Er is een haalbaarheidsstudie gestart voor het project Holle Mare-route. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zal een beslissing worden genomen of dit project zal worden uitgevoerd. De kosten voor dit onderzoek komen nu ten laste van de algemene reserve. Conform het raadsbesluit van 18 februari 2010 is er een budget van € 50.000 beschikbaar. Locatie Duivenvoordestraat en locatie Overveerpolder Op 1 maart 2010 heeft de gemeente met ASC en Provastgoed Nederland BV (Provast) de koop- en ontwikkelingsovereenkomst ASC ondertekend. Voor de Overveerpolder heeft de raad op 30 september 2010 het bestemmingsplan en exploitatieplan vastgesteld. Voor de locatie Duivenvoordestraat heeft Provast het verzoek ingediend voor het wijzigingsplan. De ontwikkelaar heeft het beeldkwaliteitplan voor de locatie gepresenteerd aan raad en direct omwonenden. Daarnaast heeft de ontwikkelaar het beeldkwaliteitplan besproken met de Vereniging Oud Oegstgeest, Groenadviescommissie en stichting Behoud Dorpskarakter Oegstgeest. Voor het realiseren van de maatschappelijke voorziening voor dementerende ouderen zijn de stichting Kleinschalig Wonen Dementerende Ouderen Oegstgeest (KWDOO) samen met hun partners woningstichting Buitenlust en WWZ-Mariënstaete-Valent de haalbaarheid van hun project aan het onderzoeken. In het eerste kwartaal 2011 zijn de resultaten bekend. Uitbreiding begraafplaats Groene- of Willibrordkerk Voor de uitbreiding van de begraafplaats is in 2010 een (postzegel)bestemmingplanprocedure doorlopen. Op 15 december 2010 heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld. In september 2010 heeft de gemeente de benodigde gronden aan de Protestantse Gemeente Oegstgeest geleverd. De stichting Begraafplaats Groene Kerk (BGK) is eind september gestart met het ophogen van de gronden vanwege de benodigde voorbelasting. Voor de benodigde investering van de stichting BGK is een gemeentegarantie verstrekt. Boerhaaveplein Het grootste deel van het voormalige multifunctionele gebouw is gesloopt. Op 15 december is gestart met het uitvoeren van de eerste bouwwerkzaamheden door het indrijven van een damwand die het afkalven van het talud moet voorkomen. Na het aanbrengen van de damwand kan de rest van de kelder worden gesloopt en worden gestart met de heiwerkzaamheden. Omdat het project in de uitvoeringsfase is beland, wordt voorgesteld hier in de toekomst niet meer over te rapporteren. Hofwijck Het voor dit plan noodzakelijke bestemmingsplan (onderdeel van "Oud-Poelgeest") is door de raad in februari 2010 vastgesteld. Met dit besluit staat de weg open voor het verder uitwerken en uiteindelijk uitvoeren van het plan door de initiatiefnemers. De verwachting is dat de bouw in de periode 2011-2014 plaatsvindt.
MEOB-verwerving Na het bestuurlijk overleg in januari 2010 met provincie Zuid-Holland en het Rijk heeft de gemeente in maart 2010 opnieuw haar interesse kenbaar gemaakt in de verwerving van 2/3 deel MEOB. In juni 2010 zijn de gesprekken gestart over de uitgangspunten voor de verwerving. In november heeft het college opdracht gegeven een scenarioanalyse uit te voeren. Uitgaande van de ambities en mogelijkheden van de gemeente welke scenario’s heeft zij tot haar beschikking die de 25
onderbouwing vormen voor de verwervingsstrategie. De onderhandelingen over de koopsom starten in het eerste kwartaal 2011. Voor het resterende deel van het MEOB-terrein wordt door het Rijks Vastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) samen met de Rijksgebouwendienst een passende invulling gezocht. Herstructurering Buitenlust De gemeente heeft op uitnodiging van de woningstichting Buitenlust deelgenomen aan de stuurgroep en projectgroep voor het opstellen van de wijkvisie Buitenlust. De wijkvisie geeft voor de woningstichting het kader voor de herstructurering van de wijk Buitenlust. De rol van de gemeente is bij het opstellen van de wijkvisie faciliterend en toetsend. Voor de inrichting van de openbare ruimte wordt in samenwerking met de stichting een ontwerp opgesteld. De wijkvisie is in het laatste kwartaal 2010 gepresenteerd aan de wijkbewoners en de gemeenteraad. Het ontwerp voor de openbare ruimte is eind 2010 gestart en wordt eerste kwartaal 2011 afgerond. Zwembad Poelmeer Na het principebesluit van de raad in november 2008, is in 2009 besloten dat de nieuwbouw van zwembad Poelmeer op dezelfde locatie naast het bestaande zwembad wordt gerealiseerd. De bouw van een nieuw zwembad vraagt een zeer grote investering. Daarom is het van groot belang absolute zekerheid te hebben over de financiële (on-)haalbaarheid van de renovatie van het bestaande bad. Hiervoor zijn in het derde kwartaal 2010 opnieuw de scenario’s voor renovatie en nieuwbouw doorberekend. In het eerste kwartaal 2011 worden de resultaten aan de raad aangeboden met een voorstel voor de vervolgprocedure. Moties en amendementen
Gerealiseerd
Motie G: Afsluiting Grex Poelgeest
Nee, eind 2011
Motie 3: Groene inrichting MEOBterrein Motie 3: Motie 2: Second opinion grex Nieuw-Rhijngeest
Nee, in behandeling Ja
Toelichting Motie G: Afsluiting Grex Poelgeest De laatste werkzaamheden worden verricht volgens het bestemmingsplan Poelgeest. Eind 2011 zal een voorstel aan de raad worden voorgelegd om de grondexploitatie af te sluiten. Motie 3: Groene inrichting MEOB-terrein Het Rijksvastgoed en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) voert dit jaar de laatste bodemsaneringwerkzaamheden uit op het MEOB-terrein. Daarnaast zijn in juni de gesprekken begonnen tussen RVOB en gemeente over verwerving van 2/3 deel van het terrein. De gemeente heeft als enige overheidsorgaan haar interesse getoond. Met het RVOB zijn procedurele afspraken gemaakt die worden uitgewerkt in een verwervingsaanpak. De bodemsanering en het verwervingtraject zorgen dat de vervroegde uitvoering van de groenzone uit het bestemmingsplan nu niet mogelijk is. De aanleg van de groenzone wordt meegenomen in het verwervingstraject met het RVOB.
26
Beleidsthema Werken Streven naar meer hoogwaardige werkgelegenheid.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
G
G
R
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Toename economische bedrijvigheid
Streefwaarde 2010 Aantal arbeidsplaatsen groeit met 3%
Resultaat Niet gehaald, wel stabilisering werkloosheid
Toelichting resultaat Toename economische bedrijvigheid Vanwege macro-economische omstandigheden die lokaal niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn, is de streefwaarde niet gehaald. Echter, gezien de overmachtsituatie staat het ‘stoplicht’ toch op groen. Ten opzichte van de laatste voortgangsrapportage is in Oegstgeest de werkloosheid op hetzelfde niveau gebleven. Het aantal werkzoekenden bedroeg eind oktober 2010 360, eind juli bedroeg dit 361. Het percentage werkzoekenden uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking kwam in de arbeidsmarktregio Holland-Rijnland in oktober 2010 uit op 4,5%. In Oegstgeest is dit 4,6%. Landelijk was het percentage 6,2%. Prestaties Prestatie-Indicator Toename economische m2 BVO Maatschappelijk ondernemen
Streefwaarde 2010 5.000 m2 Pm – COR adviseert de raad in aparte discussie terug te komen op gewenste output en effect.
Resultaat Gerealiseerd (5983 m2) Gerealiseerd
Toelichting resultaten Toename economische m2 BVO De BVO van 5.983 m2 is de bedrijfsvloeroppervlakte die in de periode september-december 2010 met bouwvergunningen is verleend. GGZ Rivierduinen gaat zowel een High Care kliniek als 48 appartementen voor langdurige zorg realiseren. GGZ neemt daarmee totaal 5.866m2 voor zijn rekening. Het betreft “nieuwe” m2. Naast de nieuwbouw zijn er vergunningen verleend voor bestaande bedrijfslocaties met nieuw gebruik, nieuwe indeling en/of verbouwing. Eén van de verleende vergunningen betrof een wijziging op een reeds verleende vergunning en dit geeft een toename van 117 m2. De andere vergunningen betrof geen uitbreiding maar wijziging van de bestaande locatie zonder toename in BVO’s. Maatschappelijk ondernemen In overleg met de PvOO wordt een nieuwe bijeenkomst in 2011 georganiseerd.
27
Activiteiten Activiteiten 2010 Economische ontwikkeling door het verrichten van werkzaamheden in het kader van landelijke economische ontwikkelingen, ondernemersoverleg, stimulering projecten lokale economie en ten behoeve van de regionale samenwerking op het gebied van economische zaken Markt houden Grondbeleid en beheer gemeentelijke eigendommen
Gerealiseerd Ja, • Accountmanagement voor bedrijven – workshop KvK; • Deelname aan pilot Bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland, Oegstgeest vanuit Meob; • Werklunch college – PvOO november 2010; • Overvalbijeenkomst voor winkeliers in oktober en december 2010 Ja, regulier op dinsdag Ja, zie toelichting
Toelichting activiteiten Markt houden Per saldo zijn er de afgelopen jaren meer opzeggingen dan nieuwe inschrijvingen voor de weekmarkt geregistreerd. Er worden herhaaldelijk vacatures geplaatst voor de vrijgekomen branches, maar de vrijgekomen plekken worden niet of soms tijdelijk ingevuld. Een en ander resulteerde in lege plekken op de markt. In overleg met de marktcommissie heeft de marktmeester een nieuwe opstelling per november 2010 gemaakt. De nieuwe opstelling wordt positief beoordeeld door zowel consumenten als de marktkooplieden. Grondbeleid en beheer gemeentelijke eigendommen. • Boerhaaveplein De grondtransactie is inmiddels afgerond. Er is een aanvang gemaakt met de bouw van het complex (zie pagina 24). • Verkoop snippergroen Gedurende de afgelopen periode zijn er regelmatig gesprekken gevoerd met bewoners die graag een perceel gemeentegrond willen toevoegen aan hun privétuin. In 2010 heeft het college ingestemd met de verkoop van snippergroen voor een totaal bruto bedrag van € 395.620. Hiervan was al reeds 142.220 opgenomen in de 1e en 2e voortgangsrapportage. Ten opzichte van deze beide eerste periodes is in de laatste een extra opbrengst gegenereerd van 253.400. Deze opbrengst wordt conform de bestaande afspraken toegevoegd aan de algemene reserve. • Illegaal grondgebruik We hebben geconstateerd dat de bewoners, bedrijven en instellingen hebben op illegale wijze gronden in gebruik nemen die eigendom zijn van de gemeente. Waar dit is geconstateerd is/wordt hiertegen opgetreden. Als gevolg van de inwerkingtreding van het NBW (Nieuw Burgerlijk Wetboek) in 1992 zijn de verjaringstermijnen voor het in eigendom verkrijgen van gronden met tien jaar verkort (van 30 naar 20 jaar, dus met ingang van januari 2012), waardoor landelijk het vermoeden bestaat dat een groot aantal onrechtmatige gebruikers van (gemeente)gronden een beroep zullen doen op verkrijgende verjaring. Ook voor Oegstgeest kan dit betekenen dat ongewenst eigendomsverlies (en daarmee beloning voor de illegale gebruikers van gronden) zal plaatsvinden. Om dit te voorkomen is een aantal acties uitgezet dat uiteindelijk zou kunnen leiden tot het stuiten van mogelijke verjaringsaanvragen. • Verkoop woonwagencentrum Haaswijk In de afgelopen periode heeft intensief ambtelijk overleg plaats gehad met Woningstichting Buitenlust over de door de gemeente gewenste verkoop van het woonwagencentrum aan de Haaswijklaan. De gemeente verhuurt hier acht woonwagenstandplaatsen, waarop huurders een eigen wagen hebben geplaatst. Op de negende standplaats is de woonwagen eigendom van de gemeente en is deze gelijktijdig verhuurd met de standplaats. Daarnaast zijn de aanwezige sanitaire units eigendom van de gemeente. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de verkoop in het voorjaar van 2011 kan worden afgerond.
28
•
•
•
Centrum voor Jeugd en Gezin In de afgelopen periode is intensief overleg gevoerd over de vestiging van het Centrum voor Jeugd en Gezin in het pand aan de Lijtweg 3-7. Inmiddels is ambtelijke overeenstemming bereikt met de huidige eigenaar van het pand over prijs en voorwaarden voor de verwerving van het pand. Momenteel wordt gewerkt aan een programma van eisen om de gewenste vestiging van het centrum in het pand mogelijk te maken. Na "financiële vertaling" van het Programma van Eisen zal een totaal-voorstel (aankoop-verbouwing-exploitatie) ter besluitvorming worden aangeboden aan het bestuur. Centralisatie gemeentelijk vastgoed In de raad van 25 november jl. is de startnotitie "Vastgoed onder één dak" vastgesteld. Momenteel wordt gewerkt aan de inventarisatie van al het gemeentelijk vastgoed, waarna strategische afwegingen en keuzes kunnen worden gemaakt over nut en noodzaak van het in eigendom hebben/houden. Ook het optimaliseren van de gebruiksmogelijkheden wordt geïnventariseerd. Nota Grondprijzen In het kader van de periodieke herziening van de nota Grondprijzen is een begin gemaakt met de inventarisatie van grondprijzen en grondprijsbeleid bij de omliggende gemeenten. Er wordt gestreefd naar het aanbieden van de herziene nota in het eerste kwartaal van 2011.
Moties en amendementen Motie 1 (kadernota): Centrale verantwoordelijkheid voor gemeentelijke huisvesting Motie 12: veiligheid buitenruimte winkelcentra
Gerealiseerd Ja, november 2010 Nee, in uitvoering
Toelichting Motie 1: Centralisatie gemeentelijke verantwoordelijkheid voor gemeentelijke huisvesting In de raad van 25 november jl. is de startnotitie "Vastgoed onder één dak" vastgesteld. Momenteel wordt gewerkt aan de inventarisatie van al het gemeentelijk vastgoed, waarna strategische afwegingen en keuzes kunnen worden gemaakt over nut en noodzaak van het in eigendom hebben/houden. Ook het optimaliseren van de gebruiksmogelijkheden wordt geïnventariseerd. Motie 12: Veiligheid buitenruimte winkelcentra Naar aanleiding van het overleg op 25 november 2010 met bezoek aan winkelcentrum Lange Voort zijn er diverse opties naar voren gebracht om de veiligheid te verbeteren. De mogelijke oplossingen zijn fysieke maatregelen in combinatie met handhaving. Vanuit verkeer volgt in 2011 een voorstel ten aanzien van de fysieke maatregelen. Investeringen Geen.
29
Programma 4
Sociale infrastructuur
Beleidsthema Veiligheid Oegstgeest is een veilig dorp met grote sociale samenhang, waar iedereen kan participeren in de maatschappij, iedereen zich kan ontwikkelen en de ondersteuning ontvangt die nodig is.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
R
R
G
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Weinig criminaliteit Veilige omgeving Goede kwaliteit brandweer
Streefwaarde 2010 Daling van het aantal inbraken ten opzichte van 2009. Meer dan 50% van de bevolking vindt Oegstgeest veilig. Meer dan 50% van de bevolking is tevreden over de brandweer (rapportcijfer 6)
Resultaat Niet gerealiseerd Gerealiseerd Niet gerealiseerd, deze streefwaarde kan niet worden gemeten
Toelichting resultaat Weinig criminaliteit Het aantal inbraken is lastig te beïnvloeden. Enkel door aan de activiteitenkant te blijven inzetten door informatieavonden, blauw op straat en informatiecampagnes kan worden geprobeerd de negatieve effecten zo laag mogelijk te houden. In het jaarplan Politie Hollands-Midden 2011 wordt expliciet aandacht besteed aan inbraken en overvallen. Goede kwaliteit brandweer De stelling dat meer dan 50% van de inwoners tevreden is over de kwaliteit van de brandweer kan niet worden gemeten, omdat te weinig inwoners met de brandweer te maken hebben gehad om een representatief beeld te verkrijgen. Vanaf 2011 is de brandweer geregionaliseerd en zullen dienstverleningsovereenkomsten en voortgangsrapportages aan de gemeentelijke opdrachtgevers worden uitgebracht. Prestaties Prestatie-Indicator Paraatheid en kennis bij rampen Verbeterde kwaliteit brandweer
Streefwaarde 2010 Oegstgeest voldoet aan het wettelijk niveau voor paraatheid en kennis • 90% uitrukken brandweer binnen de normtijd • 100% uitrukken met voldoende personeel, tenminste 6 man
Resultaat Gerealiseerd •
Niet gerealiseerd
•
Gerealiseerd
Toelichting resultaten Verbeterde kwaliteit brandweer • Uitrukken brandweer De brandweer heeft in de periode augustus 2010 tot december 2010 74 alarmeringen gekregen. Het aantal prio 1 brandmeldingen (normtijd van 8 minuten na melding op brandadres) die voor registratie in aanmerking komen is dertien. Van deze brandmeldingen waren drie uitrukken die de achtminuten-norm overschreden en tien brandmeldingen zijn binnen de normtijd gebleven. De norm is landelijk op 90% gesteld. Brandweer Oegstgeest was in deze periode 77% binnen de normtijd van acht minuten aanwezig op het brandadres. • Uitrukken met voldoende personeel De brandweer heeft over de periode van 1 augustus 2010 tot 1 december 2010 niet met onvoldoende personeel hoeven uitrukken. De bovenstaande doelstelling 90% uitrukken brandweer binnen de normtijd is niet gehaald vanwege een aantal redenen. 30
Ieder lid wordt bij een brand of hulpverlening via zijn persoonlijke pager opgeroepen en komt na een melding zo snel als mogelijk, met inachtneming van de verkeersregels, vanaf huis, werk of andere bezigheden naar de kazerne toe. Bij sommige uitrukken zit op dat moment het verkeer tegen of moet men wachten op personeel wat zich verder weg van de kazerne bevindt bv. Men kan bezig zijn met boodschappen of kinderen naar school brengen, etc. De opkomsttijd wordt dan langer en daardoor komt men niet binnen de normtijd van 8 minuten op het brandadres aan. Daarnaast zijn er in de loop van de tijd steeds meer verkeerbelemmerende maatregelen genomen in de gemeente op het aantal ongevallen en overlast veroorzaakt door verkeer dat te snel rijdt terug te dringen. Deze verkeersbelemmerende maatregelen, afzettingen, etc., zijn ook van negatieve invloed op de aanrijdtijd naar een brandadres binnen de gemeente Oegstgeest. Van de drie overschrijdingen van 8 minutennorm waren alle twee de uitrukken binnen de negenminuten na de oproepmelding. De regionalisering van de brandweer zal vanaf 1 januari 2011 tot een verbetering van bovenstaande doelstellingen moeten leiden. Het zal het tot minder overschrijdingen van acht minutennorm en tot vermindering van het aantal uitrukken met onvoldoende personeel moeten leiden. Activiteiten Activiteiten 2010 Integrale veiligheid Advisering Openbare Orde en Veiligheid Handhaving Coördinatie rampenplannen Brandweer Uitvoering geven aan brandweertaken op uitvoeringsniveau en invulling van deze taken op beleidsniveau door onder andere: • Uitvoering perspectiefnota van de Regionale Brandweer • Preparatie • Repressie
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd
•
Nee
• •
Ja Nee
Toelichting activiteiten Integrale veiligheid Gerealiseerd conform planning. Brandweer • Uitvoering perspectiefnota van de Regionale Brandweer • Repressie Na de regionalisering per 1 januari 2011 zullen deze activiteiten worden uitgevoerd. Overig Regionalisering brandweer De brandweer is per 1 januari 2011 overgaan in de regionale brandweer Hollands-Midden. Brandweer OVSW is dan opgeheven. Al het personeel, zowel beroeps als vrijwillig, is overgenomen door de nieuwe brandweerorganisatie Hollands-Midden.
31
Moties en amendementen Motie X: Opleidingsgemeente Tarieven OZB woningen en niet-woningen niet verhogen Motie 3: Calamiteitenbereikbaarheid Poelgeest Motie 1: Kostenverhaal loze uitrukken brandweer Motie 12: Veiligheid buitenruimte winkelcentra
Gerealiseerd Ja (zie 1e VR) Ja (zie 1e VR) Ja (zie 2e VR) Nee, in behandeling (wordt gerealiseerd in 2011) Nee, deels gerealiseerd
Toelichting Motie 1: Kostenverhaal loze uitrukken brandweer De motie van de gemeenteraad om de automatische brandmeldingen binnen de gemeente Oegstgeest aan te pakken is overgedragen aan de nieuwe brandweerorganisatie HollandsMidden. De reden hiervoor is dat de afstemming met de gemeentelijke handhavingdiensten problematisch kan gaan verlopen in verband met nieuw op te richten afdelingen risicobeheersing, denk aan ander personeel, software-afstemming etc. Het beleid zal dan niet uitvoerbaar zijn. Tussentijds zijn de eigenaren en/of gebruikers van gebouwen met een brandmeldinstallatie die automatisch doormelden aan de gemeenschappelijke meldkamer Hollands-Midden aangesproken op hun verantwoordelijkheden betreffende onechte en ongewenste brandmeldingen. Motie 12: Veiligheid buitenruimte winkelcentra Overleg met de winkeliersvereniging Lange Voort heeft inmiddels plaatsgevonden. De vereniging vindt de fietsers in het voetgangersgebied een urgent probleem. Naast structureel toezicht en handhaven is de oplossing volgens de winkeliersvereniging gelegen in een duidelijkere weergave van het voetgangersgebied. Nu ontbreekt volgens de winkeliers een duidelijk onderscheid tussen stoep en straat. Dit zou betekenen dat er fysieke maatregelen nodig zijn. Team Verkeer van afdeling VROM is gevraagd mogelijke fysieke maatregelen in kaart te brengen. Investeringen De volgende investering wordt afgesloten: • Uniformen brandweer De onderschrijding is ontstaan door minder mutaties aan de uniformen en minder nieuwe leden.
32
Beleidsthema Welzijn en zorg Oegstgeest is een veilig dorp met grote sociale samenhang, waar iedereen kan participeren in de maatschappij, iedereen zich kan ontwikkelen en de ondersteuning ontvangt die nodig is.
Effect
Prestaties
Activiteit
G
G
G
Motie
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Een inkomensbasis voor inwoners van de gemeente Oegstgeest die daarvoor in aanmerking komen Uitkeringsgerechtigden, die daarvoor mogelijkheden hebben, worden zo snel mogelijk naar werk begeleid Inwoners van Oegstgeest, jong en oud, leven conform de WMO zo lang als mogelijk zelfstandig en nemen deel aan het maatschappelijk leven Geestelijk en lichamelijk welzijn van de burgers en de goede leefbaarheid van het dorp
Streefwaarde 2010 "Een voldoende basis is aanwezig voor een menswaardig bestaan" wordt door de meerderheid van de betrokkenen onderschreven Dit wordt door de meerderheid van de betrokkenen onderschreven Dit wordt door de meerderheid van de bevolking onderschreven Rapportcijfer 7
Resultaat Gerealiseerd
Gerealiseerd Gerealiseerd
Gerealiseerd (7,4 in 2009))
Toelichting resultaat Geestelijk en lichamelijk welzijn van de burgers en de goede leefbaarheid van het dorp Dit wordt jaarlijks gemeten in een SGBO-onderzoek. Het onderzoek over het jaar 2010 vindt begin 2011 plaats. Prestaties Prestatie-Indicator Bereiken van de doelgroep voor deze regeling (WWB) en aanvragen worden binnen de daarvoor vastgestelde wettelijke termijnen afgedaan. Arbeidsintegratie Goede uitvoering van de WMO
Streefwaarde 2010 100% van de aanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld
Resultaat Gerealiseerd (100%)
Uitstroom van 15% van de groep bemiddelbare cliënten binnen het klantenbestand WWB Rapportcijfer 7 of hoger voor de klanttevredenheid en de aanvragen afhandelen binnen de wettelijke termijnen.
Gerealiseerd (38%)
•
Gerealiseerd (7,6 in 2009)
•
Gerealiseerd (84% in 2009)
Toelichting resultaat Aanvragen WWB Sommige aanvragen worden onvolledig ingediend. Hierdoor moet bij 5% van de incomplete aanvragen gebruik worden gemaakt van de wettelijke verlengingstermijn. Arbeidsintegratie Op 1 januari 2010 waren er 164 uitkeringen (waarvan 158 WWB, drie WIJ, twee IOAW en één Bbz). Op 31 december 2010 waren er 185 uitkeringen (waarvan 160 WWB, 21 WIJ, twee IOAW en twee Bbz). Het gemiddeld aantal uitkeringen bedraagt 175, waarvan twintig gehuwden. In totaal zijn er 195 cliënten, van dit aantal zijn ongeveer 50 personen bemiddelbaar. Van deze groep zijn er negentien uitgestroomd naar werk. Dit is een resultaat van 38 %. Dit zijn voorlopige cijfers. De definitieve cijfers zijn begin maart 2011 bekend. Goede uitvoering van de WMO De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten in een SGBO-onderzoek. Dit onderzoek over het jaar 2010 vindt begin 2011 plaats. Dit onderzoek zal plaatsvinden op het gebied van vrijwilligersbeleid i.p.v. individuele voorzieningen.
33
Activiteiten Activiteiten 2010 Inkomen Middels actieve voorlichting via internet, gerichte mailing en klantenkrant informatie verstrekken over de regelingen aan de inwoners van Oegstgeest. Werk Middels actieve begeleiding van de uitkeringsklanten ervoor zorgen dat klanten uitstromen naar werk. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Uitvoering geven aan beleidsplan WMO (inclusief vrijwilligersbeleid) Welzijn Uitvoering nota ‘En morgen gezond weer op’ Uitvoering nota Subsidiebeleid Uitvoering nota Accommodatiebeleid Uitvoering nota Ouderenbeleid
Gerealiseerd Ja
Ja
Ja
Ja Ja Ja Ja
Overige Ontwikkelingen WWB In de tweede voortgangsrapportage berichtten we al dat het budget in 2010 lager zou uitvallen dan geraamd. Uiteindelijk is het definitieve budget een kleine 8,5% lager dan het voorlopig toegekende budget. Desondanks is het budget nog altijd ruim 20% hoger dan in 2009. Hierdoor is het door de economische crisis gestegen aantal WWB-gerechtigden gecompenseerd. Er blijft, net als voorgaande jaren, sprake van een tekort. Het Ministerie van SZW heeft een herziene beschikking voor 2010 gestuurd. De toegekende subsidie is verhoogd tot € 2.092.920. Met deze beschikking behoren ook de kosten van de uitkeringen die in het verleden separaat verstrekt werden tot dit budget; het betreft de IOAW en IOAZ (Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte Werklozen en Zelfstandigen) en gedeeltelijk de Bbz (Bijstandsbesluit zelfstandigen). De begroting wordt (inkomsten en uitgaven) daarom verhoogd met € 466.354. Het bijstandsbestand bestaat (december 2010) uit 186 partijen (alleenstaanden, alleenstaande ouders met kinderen en gezinnen). Dit kan nog tot een bijstelling leiden. Ontwikkelingen Wsw Januari 2010 was het Wsw-bestand 53,04 SE (standaardeenheden). Hiervoor ontving de gemeente een Rijkssubsidie van € 1.436.322. Dit bedrag is inmiddels herzien naar € 1.355.082 (korting van € 81.240). Opnieuw heeft intercollegiale uitruil van SE (onder andere wachtlijstplaatsen) plaatsgevonden en is het aantal SE nu 50,04.
34
Beleidsthema Jeugd en onderwijs Oegstgeest is een veilig dorp met grote sociale samenhang, waar iedereen kan participeren in de maatschappij, iedereen zich kan ontwikkelen en de ondersteuning ontvangt die nodig is.
Effec t
Prestaties
A c tiv iteit
Mo tie
G
G
G
G
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator De jeugd van Oegstgeest groeit op in een veilige omgeving die talenten stimuleert en bijdraagt aan het opgroeien tot volwaardig participerende burgers.
Streefwaarde 2010 Meer dan 70% van de bevolking onderschrijft dat de jeugd van Oegstgeest opgroeit in een veilige omgeving die talenten stimuleert
Resultaat Gerealiseerd (80%)
Toelichting resultaat Uit een dit jaar gehouden onderzoek is gebleken dat 80% van de inwoners het eens is met de stelling dat de jeugd opgroeit in een veilige omgeving. Prestaties Prestatie-Indicator Hoge kwaliteit van de kinderopvang Behaalde doelstellingen van de nota speelvoorzieningen 2004 en het jaarlijkse plan van aanpak. Behaalde doelstellingen van het Plan voor jeugdparticipatie ‘Leren meedoen, durven luisteren’. Verder ontwikkelen van de jongerenruimte Friendz
Streefwaarde 2010 70% van de centra scoort op alle onderzochte items positief. 80% van de doelstellingen van de nota en het plan van aanpak zijn behaald. 80% van de doelstellingen van het plan zijn behaald. •
•
80% van de bezoekers is tevreden met aanbod van Friendz. Groei van het aantal bezoekers met 10% t.o.v. het eerste jaar (2007).
Resultaat Gerealiseerd (90%) Gerealiseerd (80%) Gerealiseerd (100% )
•
Gerealiseerd
•
Gerealiseerd
Toelichting resultaten Plan voor Jeugdparticipatie Alle activiteiten in het plan zijn in 2010 uitgevoerd of in gang gezet. Het plan is in het najaar van 2010 geüpdate. Het aangepaste plan 2011-2015 is besproken met betrokkenen. Ontwikkeling jongerenruimte Friendz • Het tevredenheidsonderzoek heeft in mei 2010 plaatsgevonden. Dertien bezoekers hebben een korte vragenlijst ingevuld. De tendens is grote tevredenheid. Verbeterpunten (volgens de bezoekers) zijn o.a.: meer uitjes, een pooltafel en alcohol schenken (op 16+ avonden). Het jongerenwerk bespreekt in overleg met de bezoekers de verbeterpunten en maakt een plan om wat mogelijk is te verbeteren. • Groei aantal bezoekers: het aantal bezoekers is ten opzichte van het eerste jaar (2007) ten minste met 10% gegroeid. De jongerenruimte Friendz is opengegaan in het jaar 2007.
35
Activiteiten 2010 Jeugd Plaatsing/vervanging speelvoorzieningen realiseren volgens jaarlijks door college geaccordeerde plan Uitvoeren van het Plan voor jeugdparticipatie “Leren meedoen, durven luisteren” De GGD opdracht geven alle kindercentra te inspecteren en dit te rapporteren middels inspectierapporten Het jongerenwerk opdracht geven een tevredenheidonderzoek onder bezoekers van Friendz te houden en het aantal bezoekers te registreren. Onderwijs Basisschool De Vogels uitbreiden voor kinderopvang en extra lokalen voor het onderwijs Voor de Dr.K. Schilderschool een nieuwe vestiging realiseren In 2010 worden de plannen voor het nieuw te bouwen brede-schoolcomplex in Nieuw- Rhijngeest (school, kinderopvang, peuterspeelzaal en multifunctionele ruimte) verder uitgewerkt. Invoering van Jeugdmaatschappelijk werk voor 4-12jarigen, aansluitend op zorgstructuur in het basisonderwijs
Gerealiseerd In uitvoering volgens planning Ja Ja
Ja
In uitvoering volgens planning In uitvoering volgens planning In uitvoering volgens planning
Ja
Toelichting activiteiten Plaatsing/vervanging speelvoorzieningen Vanwege weersomstandigheden zijn twee speeltoestellen nog niet geplaatst. Plan voor jeugdparticipatie Eind 2010 is het activiteitenplan geüpdate voor 2011 en verder. Uitbreiding basisschool De Vogels De bouw zal begin 2011 van start gaan. Het doel is de uitbreiding na de zomervakantie 2011 in gebruik te nemen. Vervangende nieuwbouw Dr.K. Schilderschool De bouwvergunning is verleend. Volgens de planning is de nieuwe school eind 2011 gereed. Brede School in Nieuw-Rhijngeest De raad heeft in juni 2010 een krediet beschikbaar gesteld. Volgens de planning zal de bouw begin 2012 van start gaan en kan het gebouw in augustus 2013 in gebruik worden genomen. Moties en amendementen Motie 1. Onderzoek en inrichting natuurspeelplaats (2009)
Gerealiseerd In uitvoering genomen. Er is een ontwerp in voorbereiding.
Toelichting Motie 1: Onderzoek inrichting natuurspeelplaats Er is al een aantal locaties bekeken. Wij zijn afhankelijk van de grondeigenaren. Die lopen er nog niet echt warm voor. Op dit moment onderzoekt de gemeente de mogelijkheid in NieuwRhijngeest. Hiervoor wordt ook goed gekeken naar veiligheid, beheer en de financiële consequenties. Er is een ontwerp in voorbereiding.
36
Investeringen: De volgende investeringen worden afgesloten: • Aanpassen Pabogebouw De overschrijding is ontstaan door onvoorziene beveiligingsmaatregelen en onvoorzien adbestonderzoek. • Tijdelijke Brede School Nieuw-Rhijngeest • Aula Leo Kannerschool De overschrijding is ontstaan door het geheel moeten vervangen van de cementdekvloer, het aanschaffen van licht en geluid en meer dagelijkse begeleiding van de projectleider. • Aanpassen accommodatie De overschrijding is ontstaan door vervanging radiatoren en nieuwe wateraansluitingen. • Omgeving Brede School De onderschrijding is ontstaan doordat geen gebruik is gemaakt van de post onvoorzien die was opgenomen. De volgende investeringen worden doorgeschoven naar 2011: • Overige voorzieningen onderwijs 2010 Uitbreiding fietsenstalling Joris de Witte/Springplank is uitgevoerd en de buitenzonwering De Kring en vervanging buitenzonwering Hofdijckschool is afgehandeld. De uitvoering van de buitenbergingen De Kring vindt in 2011 plaats. • 1e inrichting/uitbreiding De Vogels De uitbreiding van het gebouw is pas in 2011 gereed. • 1e inrichting OHP 2010 De 1e inrichting 17e en 18e groep De Kring en de 1e inrichting 16e groep Montessorischool zijn afgehandeld. De 1e inrichting 9e en 10e groep De Vogels vindt in 2011 plaats.
37
Beleidsthema Kunst & Cultuur en Sport Het bevorderen en meer toegankelijk maken van de kunst door het gevarieerd aanbieden van cultuurvoorzieningen. De burgers meer actief naar eigen keuze deel laten nemen aan sport, beweging- en recreatieactiviteiten.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
G
G
Maatschappelijk effect Geen. Prestaties Prestatie-Indicator Burgertevredenheid aanbod kunst en cultuur Structurele inbedding Kunst- en Cultuureducatie in basisonderwijs.
Burgertevredenheid aanbod sport Veel mensen sporten
Streefwaarde 2010 Rapportcijfer 7
Resultaat Niet gerealiseerd (6,8)
Verhoging deelname aantal basisscholen naar 6 aan het project Kunstmenu en het aantal deelnemende kinderen boven de 1000. Rapportcijfer 7,5 70% van de bevolking
•
Gerealiseerd (7)
•
Gerealiseerd (2.267)
Gerealiseerd (7,5) Niet gerealiseerd (66% in 2009)
Toelichting resultaat Burgertevredenheid aanbod kunst en cultuur Gemiddeld geven de inwoners uit Oegstgeest het aanbod kunst en cultuur een 6,8 (in 2009 een 6,6). Om tot een oordeel over dit cijfer te komen zou nader onderzocht kunnen worden hoe de burger tot dit cijfer gekomen is en waar verbeterslagen te maken zijn. Inbedding Kunst- en Cultuureducatie in basisonderwijs In het schooljaar 2010-2011 nemen zeven scholen deel met een bereik van 2.267 kinderen. Hiertoe is een werkgroep ‘Kunstmenu’ ingesteld voor het bespreken en afstemmen van activiteiten met betrekking tot cultuureducatie. Daarnaast nemen alle basisscholen uit Oegstgeest met meerdere klassen deel aan het project Museum en School. Hierbij bezoeken de leerlingen één van de musea in de gemeente Leiden. Veel mensen sporten Is dit jaar niet onderzocht. In 2011 zal opnieuw een sportdeelnameonderzoek plaatsvinden. Activiteiten 2010 Gerealiseerd Kunst & cultuur Incidentele subsidies beschikbaar stellen voor Ja culturele projecten. In Nieuw-Rhijngeest werken aan nieuwe beeldende In uitvoering volgens planning kunst Aula Leo Kannerschool Hazenboslaan opknappen ten Ja behoeve van sociaal culturele activiteiten Actiepunten geactualiseerde nota Kunst en Cultuur In uitvoering volgens planning uitvoeren Sport Actiepunten 2010 van de sportnota uitvoeren Ja
Toelichting activiteiten Incidentele subsidies culturele projecten In 2010 zijn zes culturele projecten gesubsidieerd. Ook het Osgerweekend heeft met gemeentelijke subsidie plaatsgevonden.
38
Nieuwe beeldende kunst Nieuw-Rhijngeest De kunstadviescommissie heeft de voorbereiding op de opdracht tot nieuwe beeldende kunst even opgeschort vanwege de stagnatie in de voortgang van het gehele project. In 2011 wordt dit verder opgepakt. Opknappen aula Leo Kannerschool Het opknappen van de aula is in de zomer- en de herfstvakantie afgerond. De opening van de Mozaïekzaal heeft op 29 oktober jl. plaatsgevonden. Actiepunten nota Kunst en Cultuur De nota kunst en cultuur heeft een looptijd van meerdere jaren. De planning voor een nieuw kunstwerk in Nieuw-Rhijngeest is uitgesteld, omdat de bouwplannen vertraging hebben opgelopen. Sport Actiepunten sportnota Activiteiten voor 2010 zijn afgerond, waaronder de Giro ‘d Italia en school schaatscursussen op school. Overige: Garantstelling LOHC Het college heeft voor de zomer besloten garant te staan samen met Sport Waarborgfonds Sport (SWS), ieder voor een bedrag van € 175.000. LOHC zet dit geld in voor de realisatie van een waterveld op het sportcomplex De Krogt. Gelet op de financiële situatie van LOHC en de gedeelde garantstelling met SWS is het risico voor de gemeente vrijwel nihil. Het veld is in augustus 2010 gerealiseerd en de garantstelling is bij de notaris vastgelegd. Moties en amendementen Amendement H begrotingsraad november 2009 De investering van € 145.000 voor renovatie van de kleedkamers van LOHC schrappen.
Gerealiseerd Ja, de investering is per 1 januari 2010 geschrapt
Investeringen: De volgende investeringen worden afgesloten: • Vervangen skatevoorziening De onderschrijding is ontstaan wegens gunstiger inkoopprijzen en omdat er minder toestellen zijn geplaatst en er geen promotionele activiteiten zijn georganiseerd. • Renovatie veld 1 ASC De volgende investering wordt doorgeschoven naar 2011: • Voorbereidingskrediet nieuw zwembad De initiatiefase is in 2010 afgerond. In 2011 zal besluitvorming plaatsvinden over de voortgang van het zwembad en de daarbij behorende stappen en kosten.
39
Programma 5 Bestuur Beleidsthema Dienstverlening Het leveren van toegankelijke, betrouwbare en goede diensten op efficiënte wijze.
Effect
Prestaties
Activiteit
Motie
R
R
R
R
Maatschappelijk effect Prestatie-Indicator Goede dienstverlening Verbeterde toegankelijkheid van informatie
Streefwaarde 2010 Klanttevredenheidscijfer is 7 Klanttevredenheidscijfer is 7
Resultaat Gerealiseerd (7,1) Niet gerealiseerd (6,7)
Toelichting resultaat Het communicatiebeleid 2011 -2014 is eind 2010 in de raad vastgesteld. Vanaf 2011 wordt hier uitvoering aan gegeven. Uit het onderzoek is gebleken dat de dienstverlening aan de burgers van Oegstgeest een ruim voldoende scoort. De toegankelijkheid van de informatie is qua cijfer iets teruggelopen. Hier is geen aanwijsbare oorzaak voor gevonden. De fraai verbouwde publieksruimte draagt nog eens op een positieve manier bij aan de hele entourage waarbinnen wij onze klanten behulpzaam kunnen zijn. De communicatiekanalen waaronder de balies worden verder geoptimaliseerd. Prestaties Prestatie-Indicator Goede dienstverlening
Verbeterde toegankelijkheid van informatie
Streefwaarde 2010 • 25 % stijging van digitale aanvragen voor producten • Van 11 naar 30 digitale beschikbaar gestelde producten Plaats in top 100 op website OverheidAdvies.nl
Resultaat • Gerealiseerd •
Gerealiseerd
Niet gerealiseerd
Toelichting resultaten Deze indicator en streefwaarde geven geen goed beeld van de toegankelijkheid van informatie. Goede dienstverlening Het eerste half jaar van 2010 heeft in het teken gestaan van optimalisering van de publieksruimten en de invoering van een nieuwe GBA-systeem. Dit heeft veel energie en aandacht gevraagd. Beide projecten werden met een positief resultaat afgerond. Het laatste trimester is de telefonische dienstverlening in uitvoering genomen. De nieuwe telefooncentrale is in gebruik genomen. Medewerkers hebben dubbele trainingen (zowel techniek als procesmatig) ondergaan Het TIP (telefonisch informatiepunt) is ingericht en bemensd, servicenormen t.a.v. het communicatiekanaal telefonie zijn opgesteld. Activiteiten Activiteiten 2010 Publiekscontacten / Publiekszaken Aan de hand van het dienstverleningsconcept, zal met name de gewenste kwaliteit en kwantiteit van dienstverlening via de verschillende kanalen worden vastgesteld. Vervolgens worden serviceniveaus via verschillende tussenfases en met gebruikmaking van diverse instrumenten ingevoerd. Invoering Digi-D, verbeteren van de telefonische
40
Gerealiseerd Nee
Ja
dienstverlening Invoering BurgerServiceCode, Start inrichting KCC Juridische dienstverlening Het vereenvoudigen van aanvragen van vergunningen en het vergemakkelijken van het doorlopen van procedures door deregulering Bestuursondersteuning Organisatorische ondersteuning Representatie Financiële aangelegenheden Griffie Ondersteunen van de raad door o.a. RaadsInformatieSysteem en Documentair Management Systeem Communicatie Implementeren nieuwe website, uitbreiding webformulieren Implementeren verbeterpunten evaluatie interactieve besluitvorming Intergemeentelijke samenwerking Samenwerken in het verband Holland Rijnland Samenwerken op het gebied van shared services met Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude
Nee Ja Ja
Ja Ja Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Toelichting activiteiten In januari wordt de gemeentelijke website getoetst aan landelijk vastgestelde webrichtlijnen. Indien deze toets positief is ontvangt de gemeente een keurmerk. Indien de website niet aan de richtlijnen voldoet, worden herstelacties ondernomen in de eerste helft van 2011. Het laatste trimester is de centrale publiekshal, het KCC is ingericht. Het TIP (telefonisch informatiepunt) als onderdeel van het KCC is ingericht en bemensd. Voor telefonie zijn de servicenormen opgesteld. Het eerste half jaar is prioriteit gegeven aan het project GBA en de voorbereidingen om te komen tot de herinrichting van de centrale publiekshal. Dienstverleningsconcept Vanwege een tweetal zware projecten waarmee de afdeling Publiekszaken is geconfronteerd, is dit project in het eerste half jaar niet opgepakt. Het laatste trimester is vooral prioriteit gegevens aan het verder inrichten van het KCC en TIP. De servicenormering voor telefonie is opgesteld. Voor de overige communicatiekanalen dient dit nog te gebeuren. Invoering BurgerServiceCode De BSC is de paraplu over de service-normen. Dit is nog niet afgerond. Bij de feitelijke invoering en vaststellingen van de servicenormen is de hele organisatie betrokken. Wordt betrokken bij de verdere ontwikkeling van de dienstverleningskanalen. Dit ronden we af in 2011.
41
Moties en amendementen Motie 15: Optimalisatiescenario’s Motie 18: Financiële instrumenten Amendement N: Opleidingsgemeente Amendement K: Tarieven OZB woningen en niet-woningen niet verhogen
Gerealiseerd Nee, in behandeling Nee, in behandeling Ja (zie 2e VR) Ja (zie de begroting 2011-2014)
Toelichting Motie 15: Optimalisatiescenario’s In het kader van het opstellen van de meerjarenbegroting 2011-2014 wordt aan de raad een pakket van maatregelen voorgelegd gericht op een sluitende begroting. Hierin zijn naast bezuinigingen, ook optimalisaties en mogelijkheden voor zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke financiële instrumenten opgenomen. Motie 18: Financiële instrumenten In feite maakt motie 18, net als motie 15, onderdeel uit van de ombuigingsoperatie die nodig is om tot een sluitende meerjarenraming te komen. Investeringen De volgende investeringen worden afgesloten: • Akte/rijbewijs printer Om diverse technische redenen (waaronder invoering nieuw GBA-systeem) is niet tot aanschaf overgegaan. • Bavak clientbegsysteem Deze investering kan komen te vervallen. De investering gaat over het oude clientbegeleidingssyteem van BAVAK. Echter een nieuwe clientbegeleidingssyteem is aangeschaft via een krediet vanuit het programma dienstverlening. Dit betrof een vervangingsinvestering. Met de aanschaf van het nieuwe systeem wordt hiervan afgezien. • BAG De overschrijding wordt verklaard door verantwoording van meer uren ambtelijke organisatie dan geraamd. • Aanschaf i-Pads Door een goede onderhandeling zijn de i-Pads goedkoper ingekocht. • Vervangen telefooncentrale De dekking voor de overschrijding komt uit het dienstverleningsbudget. • Vervangen geb.beheersysteem Door een goede onderhandeling is dit systeem goedkoper ingekocht. • Vervangen Stemmachines Na het verbod op gebruik stemmachines is reeds gereserveerd budget aangehouden om ontwikkelingen rond toepassing stemmachines af te wachten. Het gebruik van stemmachines nog steeds niet toegestaan. • Baliesysteem Het baliesysteem is goedkoper uitgevallen dan voorzien. • Rijbewijs/akteprinter De aanschaf van een nieuwe printer is niet noodzakelijk gebleken door onder andere de invoering van een nieuw GBA-systeem. • DURP/RO (dienstverlening) • Herinrichting hal gemeentehuis • Vervangen telefooncentrale • Meubilair werkplek 2008
42
De volgende investeringen worden doorgeschoven naar 2011: • Brandmeldinstallatie De brandmeldinstallatie is wel aanbesteed maar nog niet vervangen. De reden hiervan is dat de bespreking tussen de leverancier, de brandweer en de gemeente omtrent het plan van aanpak nog niet heeft geleid tot vaststelling van dit plan. De verwachting is dat het plan van aanpak in het 1e kwartaal 2011 wordt vastgesteld. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011. • Servers De investeringen zijn afhankelijk van de verdere ontwikkelingen omtrent de inrichting van de ICT bij het Servicepunt71. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011. • PC-netwerk Er zijn voor de investering PC-netwerk in 2010 veertien switches aangeschaft. De overige investering in het PC-netwerk is afhankelijk van de verdere ontwikkelingen omtrent het Servicepunt71. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011. • Meubilair vergaderzalen De deel van de investering is reeds gebruikt voor de inrichting van de vergaderzalen. In 2011 zal ook de Raadzaal opnieuw worden ingericht. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011. • Tapijt gemeentehuis De aanbesteding heeft in december 2010 plaatsgevonden. Uitvoering van deze investering zal in het 1e en 2e kwartaal van 2011 plaatsvinden. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011. • Kantoor Meubilair 2009 Het afgelopen jaar en het komend jaar wordt deze investering gebruikt voor de vervanging van de bureaustoelen. Derhalve wordt voorgesteld om deze investering door te schuiven naar 2011.
43
Lijst met definities
Bijlage 1
Burgertevredenheid schone leefomgeving Het rapportcijfer dat door de doelgroep gegeven wordt in de burgertevredenheidsenquête. Beeldkwaliteit Het handboek beheer openbare ruimte beschrijft de beeldkwaliteit van de buitenruimte. Voorbeelden van visuele criteria zijn: vuilaanslag, staat recht en in het lood, overhangend groen, sluitend beplant. De criteria worden ingedeeld in vijf niveaus, waarbij het hoogste niveau een hoge beeldkwaliteit representeert en het laagste niveau een lage kwaliteit. Gescheiden inzamelen grof huishoudelijk afval Het percentage van het grof huishoudelijk afval dat gescheiden wordt ingezameld aan de bron. Aantal afvalstromen Aantal deelstromen huishoudelijk afval. Bebouwingen > 20 meter Onder bebouwing wordt verstaan elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. SVBP Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen. Aantal beschermde dorpsgezichten Bij een beschermd dorpsgezicht dienen in het bestemmingsplan regels te worden opgenomen om de waardevolle karakteristieken van het gebied te beschermen. Actualiteit bestemmingsplannen Ieder stuk grond in Nederland heeft of krijgt een bestemming. Grond in Nederland is schaars. Daarom stelt de overheid regels voor het gebruik van de ruimte. De gemeenten leggen deze regels vast in bestemmingsplannen. Planologische medewerking Een procedure tot het verlenen van planologische medewerking aan een project wordt gevoerd naar aanleiding van een verzoek aan de gemeente om in strijd met het geldende bestemmingsplan een bepaald bouwwerk te mogen realiseren of de ruimte op een bepaald manier te mogen gebruiken. Het gaat daarbij om een bouwwerk dat – of een vorm van ruimtegebruik die – de omvang heeft van een project. Buitenplanse ontheffing Tot 1 juli 2008: een bestemmingsplanvrijstelling ex artikel 19 lid 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Deze geeft toestemming voor afwijking van een bestemmingsplan in bepaalde ‘lichte’ gevallen, zoals genoemd in artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). Vanaf 1 juli 2008: een ontheffing van het bestemmingsplan ex artikel 3.23 lid 1 van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (WRO). Deze geeft toestemming voor afwijking van een bestemmingsplan in bepaalde ‘lichte’ gevallen, zoals genoemd in artikel 4.3.1 van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Op basis van genoemde wetsartikelen kan vrijstelling / ontheffing worden verleend voor het (ver)bouwen van een bouwwerk of voor het gebruik van een bouwwerk of perceel in strijd met het bestemmingsplan. Het gaat daarbij om een bouwwerk of een vorm van ruimtegebruik met een beperkte omvang.
44
Subjectieve verkeersveiligheid De veiligheidsbeleving van burgers tijdens deelname aan het verkeer. Verkeersslachtoffers Aantal personen dat als gevolg van een verkeersongeval opgenomen wordt in het ziekenhuis of komt te overlijden. Overstortingen Voorziening die bij regenval het teveel aan afvalwater (regenwater al dan niet vermengd met afvalwater) dat niet in het stelsel kan worden geborgen, loost in een bergingsvijver, bergbezinkbassin of op het oppervlaktewater. Veiligheidsbeleving Sociale veiligheid wordt ook wel aangeduid met “veiligheidsgevoel” of “veiligheidsbeleving”. Sociale veiligheid bevat de mate waarin mensen zich veilig voelen in een bepaalde omgeving. Het is dan ook in hoge mate subjectief. Er zijn oneindig veel factoren die invloed hebben op de sociale veiligheid. Vertaald naar gemeentelijke invloedsferen kun je denken aan wijkinrichting, straatverlichting, (hang)jongerenbeleid, communicatiebeleid, etc. Aandeel uitrukken brandweer binnen normtijd De opkomsttijd is het aantal minuten dat ligt tussen de melding en het moment dat de brandweer arriveert. Die norm is in de meeste gevallen gesteld op acht minuten. Er zijn ook panden waarvoor deze tijd zes minuten is: oudere etagewoningen. Ook tien minuten komt voor: industrieterreinen. Voor Oegstgeest mag een gemiddelde van acht minuten worden aangehouden. Binnen die tijd moeten er drie dingen gebeuren: 1. de centralist verwerkt de melding en alarmeert het brandweerkorps dat uit moet rukken: verwerkingstijd; 2. de leden van het gealarmeerde korps gaan van huis of werk naar de kazerne en kleden zich om: uitruktijd; 3. een brandweerauto rijdt vanaf de kazerne naar het brandadres: rijtijd. Brede School In Oegstgeest staat de term Brede School voor diverse samenwerkingen tussen basisonderwijs en andere instanties die samen werken aan de ontwikkeling/opvang van kinderen. Speelvoorzieningen Bij speelvoorzieningen gaat het om veilige speelruimte met voldoende spelvariatie voor kinderen. Spelen draagt bij aan een evenwichtige ontwikkeling van kinderen. Deelname jongeren bij kunst en cultuur Onderwijsactiviteiten gericht op het gebied van alle vormen van kunst (beeldende kunst, muziek, dans, theater, film, literatuur en nieuwe media), erfgoed en bibliotheken. Ouderenparticipatie Het voor ouderen makkelijker maken om volwaardig te kunnen participeren en zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Klanttevredenheid WMO Het rapportcijfer dat door de doelgroep gegeven wordt in de burgertevredenheidsenquête. Sportdeelnemers Een sportdeelnemer is iemand die minimaal 12 keer per jaar een sport beoefent.
45
Burgertevredenheid sportaanbod Het rapportcijfer dat door de doelgroep gegeven wordt in de burgertevredenheidsenquête. Burgertevredenheid cultuurvoorzieningen Het rapportcijfer dat door de doelgroep gegeven wordt in de burgertevredenheidsenquête. Klanttevredenheid dienstverlening Het rapportcijfer dat door de doelgroep gegeven wordt in de burgertevredenheidsenquête. Aantal gevallen dat er niet binnen de wettelijke termijn is gereageerd In 1994 is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking getreden, waarin de eisen staan voor de behandeling van aanvragen, bezwaar- en klaagschriften. Deze termijnen zijn dwingend voor alle overheidsinstellingen. De Awb onderscheidt dus aanvragen, bezwaar- en klaagschriften. Daarnaast zijn er "andere" brieven. Dit zijn brieven die niet zijn aan te merken als aanvraag, bezwaarschrift of klaagschrift in de zin van de Awb. De Awb bevat geen bepalingen voor de behandeling van deze correspondentie. VOG Verklaring omtrent het Gedrag, verstrekt door het Centraal Orgaan VOG (COVOG).
46
VOORTGANG INVESTERINGEN
Omschrijving Voorber. nw zwembad BSObij De Vogels Brede School NR Uitbr Vogels Aanp. Pabogebouw Tijd Brede school NR Verv. Schilderschool Aula Kannerschool Ov voorz onderw.2010 Aanp. De Vogels 2010 Aanp. accommodaties VV brandmeldinstalla Herinr. hal gemhuis Verkeerstellers 2010 Extra overstorten 08 Vv riolering 09 Afkopppelen lang Ongeriol. panden 10 Verv. riolering 2010 Opp.water H. Kraemer Opp.water ASC Drainage Oude Dorp 30km zone Apollo Rat wegbeheer 09 Lichtmasten 09 Armaturen/tech 09 Vv VRI Endegeesterst Omg. brede school Herinr.Kempstr. 2009 Rat wegbeheer 2010 Verv. brug Dorpstr. Armaturen/tech 2010 Lichtmasten 2010 Renov Boerhaaveplein Terrein De Vogels Omgev. begraafplaats Renovatie veld 1 ASC Vv skatevoorziening Ren. jeu de boules VW multicar 77-VZ-HZ Hoogwerker groen Hoogwerker Mercedes Vv gemalen 09 Vv gemalen 2010 Gemaal Leidsestraatw Uniformen brw Bavak clientbegsyst Verv. stemmachines Printers burg. stand Verv. hogedrukreinig Tractor 760-a Holder Verv. motormaaier Kunstmeststrooier Vv servers 2009 Vv pc-netwerk 09 Vv telefooncentrale Ondergr. papier/glas Ondergr. papier/glas Ondergr. bakken 2010 Ren. kleed ASC Kleedacc. LOHC 1e inr/uitbr Vogels 1e inr meub Vogels09 1e inr OLP Vogels 09 1e inr br.school NRG Aanschaf IPads Software GBA-wetgev Baliesysteem BAG DURP/RO GIS ontsluiten Omgevingsvergunning Mid office GBA proj dienstverle Meubilair werkplek Meubilair verg.zalen Vv rijbewijs/aktepri Vv koffieautomaten Vv tapijt gemhuis Kantoormeubilair 09 Vv geb.beheersysteem 1e inr. OHP 2010
BIJLAGEN 2
Oorspr. t/m '07
Oorspr.
'08
Oorspr. '09
Oorspr.
'10
0
0
40.000,00
0
0
0
0,00
550.000,00
Totaal oorspr. 40.000,00 550.000,00
100.000,00
0
0,00
300.000,00
300.000,00
0,00
350.000,00
0,00
225.000,00
0,00
0,00
360.000,00
0,00
0,00
515.261,00
0,00
0,00
0,00
0,00
170.000,00
875.000,00
0,00
0,00
0,00
250.000,00
0,00
0,00
0,00
103.800,00
0,00
0,00
0,00
40.000,00
0,00
0,00
50.000,00
0,00
0,00
15.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
348.000,00
0,00
575.000,00 360.000,00 515.261,00 1.045.000,00 250.000,00 103.800,00 40.000,00 50.000,00 15.000,00 348.000,00 10.000,00 50.000,00 923.000,00 0,00 50.000,00 1.060.500,00 180.000,00 350.000,00 102.500,00 75.000,00 681.000,00 125.000,00 42.000,00 26.000,00 99.105,00 550.000,00 729.048,00 867.000,00 94.529,00 70.420,00 925.000,00
0,00
0,00
0,00
10.000,00
0,00
50.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
823.000,00
100.000,00
0,00
0,00
100.000,00
0,00
0,00
0,00
50.000,00
0,00
0,00
0,00
1.060.500,00
0,00
0,00
0,00
180.000,00
0,00
0,00
0,00
350.000,00
0,00
0,00
0,00
102.500,00
75.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
681.000,00
0,00
0,00
0,00
125.000,00
0,00
0,00
0,00
42.000,00
0,00
0,00
0,00
26.000,00
0,00
0,00
99.105,00
0,00
0,00
0,00
0,00
550.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
729.048,00
0,00
0,00
0,00
867.000,00
0,00
0,00
0,00
94.529,00
0,00
0,00
0,00
70.420,00
0,00
0,00
0,00
925.000,00
0,00
0,00
0,00
10.000,00
10.000,00
0,00
0,00
0,00
335.000,00
0,00
125.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
80.000,00
0,00
0,00
0,00
7.000,00
0,00
0,00
29.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
52.000,00
0,00
0,00
0,00
94.000,00
0,00
0,00
7.200,00
0,00
0,00
0,00
0,00
75.000,00
0,00
0,00
0,00
10.000,00
0,00
0,00
15.000,00
0,00
0,00
15.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
27.000,00
0,00
0,00
0,00
5.750,00
5.790,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
70.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
49.800,00
0,00
0,00
0,00
6.000,00
0,00
0,00
227.000,00
0,00
0,00
0,00
79.100,00
0,00
0,00
0,00
82.000,00
0,00
0,00
25.000,00
0,00
-25.000,00
0,00
0,00
25.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
145.000,00
0,00
0,00
0,00
670.000,00
0,00
24.622,00
0,00
0,00
0,00
0,00
12.500,00
0,00
0,00
0,00
12.500,00
0,00
0,00
0,00
70.720,00
0,00
0,00
0,00
0,00
24.150,00
0
0
0
0
0,00
0,00
30.000,00
0,00
0,00
0,00
150.000,00
0,00
0,00
0,00
135.000,00
0,00
0,00
0,00
50.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
200.000,00
0,00
0,00
0,00
210.000,00
0,00
0,00
0,00
250.000,00
0,00
60.000,00
0,00
0,00
0,00
50.000,00
0,00
0,00
0,00
6.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
17.200,00
0,00
0,00
0,00
151.000,00
0,00
0,00
0,00
40.000,00
0,00
0,00
0,00
27.500,00
0,00
0,00
0,00
0,00
53.979,00
335.000,00 125.000,00 80.000,00 7.000,00 29.000,00 52.000,00 94.000,00 7.200,00 75.000,00 10.000,00 15.000,00 15.000,00 27.000,00 5.750,00 5.790,00 70.000,00 49.800,00 6.000,00 227.000,00 79.100,00 82.000,00 0,00 0,00 0,00 145.000,00 670.000,00 24.622,00 12.500,00 12.500,00 70.720,00 24.150,00 0,00 30.000,00 150.000,00 135.000,00 50.000,00 200.000,00 210.000,00 250.000,00 60.000,00 50.000,00 6.000,00 17.200,00 151.000,00 40.000,00 27.500,00 53.979,00
1.334.988,00 4.545.720,00
9.037.476,00
14.998.974,00
180.790,00
-100.000,00
-25.000,00
(Restant) Budget
Uitgaven 2010 Ruimte
32.493,91 34.064,54 550.000,00 155.083,90 323.368,60 71.798,24 562.253,91 159.734,16 360.000,00 395.366,46 20.159,30 16.974,85 1.027.898,10 212.898,55 250.000,00 266.847,49 103.800,00 32.821,71 40.000,00 0,00 49.150,00 58.993,92 15.000,00 577,24 328.599,44 331.165,03 10.000,00 6.160,00 45.132,00 0,00 775.608,30 610.800,83 0,00 0,00 50.000,00 24.677,30 1.060.500,00 231.185,43 180.000,00 1.500,00 350.000,00 8.678,98 102.500,00 23.645,55 75.000,00 74.407,91 489.681,55 490.739,24 116.052,30 103.030,21 28.940,60 29.538,60 26.000,00 27.524,99 99.105,00 78.637,16 189.114,21 37.270,74 729.048,00 554.139,35 867.000,00 22.687,50 94.529,00 5.723,00 70.420,00 51.158,90 925.000,00 954,00 10.000,00 3.420,00 335.000,00 0,00 125.000,00 121.270,23 80.000,00 60.000,00 7.000,00 0,00 29.000,00 36.878,61 52.000,00 0,00 94.000,00 0,00 7.200,00 14.650,00 75.000,00 7.396,80 10.000,00 0,00 6.612,53 2.586,79 15.000,00 0,00 27.000,00 0,00 5.750,00 0,00 5.790,00 0,00 69.850,00 56.500,00 49.800,00 59.757,00 6.000,00 3.938,00 205.561,03 13.431,55 79.100,00 50.675,80 81.218,00 86.307,74 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 145.000,00 0,00 670.000,00 0,00 24.622,00 0,00 12.500,00 0,00 12.500,00 0,00 61.406,54 0,00 24.150,00 20.798,47 0,00 166.346,48 30.000,00 28.513,66 107.653,25 56.088,00 85.816,50 -13.038,50 50.000,00 0,00 188.256,00 -217,50 210.000,00 0,00 225.000,00 41.498,32 17.568,28 16.495,54 37.637,13 6.840,06 6.000,00 0,00 16.188,00 8.001,06 150.632,00 6.367,41 39.505,50 13.440,93 27.500,00 10.955,46 53.979,00 25.248,90 13.518.149,98
Realisatie 2010
5.022.936,59
45%
47
-1.570,63 394.916,10 251.570,36 402.519,75 -35.366,46 3.184,45 814.999,55 -16.847,49 70.978,29 40.000,00 -9.843,92 14.422,76 -2.565,59 3.840,00 45.132,00 164.807,47 0,00 25.322,70 829.314,57 178.500,00 341.321,02 78.854,45 592,09 -1.057,69 13.022,09 -598,00 -1.524,99 20.467,84 151.843,47 174.908,65 844.312,50 88.806,00 19.261,50 924.046,00 6.580,00 335.000,00 3.729,77 20.000,00 7.000,00 -7.878,61 52.000,00 94.000,00 -7.450,00 67.603,20 10.000,00 4.025,74 15.000,00 27.000,00 5.750,00 5.790,00 13.350,00 -9.957,00 2.062,00 192.129,48 28.424,20 -5.089,74 0,00 0,00 0,00 145.000,00 670.000,00 24.622,00 12.500,00 12.500,00 61.406,54 3.351,53 -166.346,48 1.486,34 51.565,25 98.855,00 50.000,00 188.473,50 210.000,00 183.501,68 1.072,74 30.797,07 6.000,00 8.186,94 144.264,59 26.064,57 16.544,54 28.730,10 8.495.213,79
Onder/ Overschrijding
Afgesloten per
Doorgesch. naar 2011
-€ 1.571 € 394.916 € 251.570 € 402.520 -10%
3e VR 3e VR
-7%
3e VR
-20%
3e VR
38%
3e VR 3e VR
Doorgesch. per
Doorgesch. nr 2012
3e VR 1e VR
€ 815.000 € 70.978 € 40.000
3e VR
€ 14.423
3e VR
€ 45.132 € 164.807
3e VR 3e VR
€ 25.323 € 829.315 € 178.500 € 341.321 € 78.854
3e VR 3e VR 3e VR
1e VR 3e VR
3e VR 10%
21%
25%
3e VR 3e VR 2e VR 3e VR 2e VR € 174.909 € 844.313 € 88.806 € 19.262 € 924.046 € 6.580 € 335.000
3e VR 2e VR 3e VR 3e VR 3e VR 2e VR
€ 52.000 € 94.000
3e VR 3e VR
€ 67.603 € 10.000
3e VR
3e VR 3e VR 2e VR 1e VR
1e VR
27% 100% 100%
3e VR 3e VR 3e VR € 5.750 € 5.790 1e VR 1e VR 2e VR
-6%
€ 192.129 € 28.424
3e VR 3e VR
€ 145.000 € 670.000 € 24.622
2e VR 2e VR 3e VR
€ 61.407
1e VR
3e VR 1e VR 1e VR 1e VR
2e VR 2e VR 14%
3e VR
5% 34% 73%
3e VR 3e VR 3e VR € 50.000 € 188.474 € 210.000 € 183.502
3e VR 2e VR
3e VR 100%
60%
€ 30.797
3e VR
€ 144.265 € 26.065
3e VR 3e VR
€ 28.730
3e VR
3e VR 1e VR
3e VR
€ 8.256.770
OPENBAAR
1
Adviseur: F. Kromhout (GRIFFIE, tst. 872)
11.02754
INITIATIEFVOORSTEL van het Presidium Politieke Ronde d.d. 12 april 2011 Raadsvergadering d.d. 28 april 2011 Voorstel nr. 32/11 Programma en product 5.4 Bestuur – Griffie
Oegstgeest, 31 maart 2011 Aan de raad
Onderwerp Nieuwe Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest Beslispunten Ø de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 vast te stellen. Samenvatting Onlangs is een evaluatie gemaakt over de rekenkamercommissie. Uitkomst was onder meer dat het de voorkeur verdient te gaan werken met een kleinere commissie, bestaande uit drie leden, een voorzitter en een plv. voorzitter. Dit vergt aanpassing van de verordening. Voor het overige zijn de verordening en de toelichting op ondergeschikte punten gewijzigd. Vaststelling van de verordening in de drie gemeenten in april is noodzakelijk om nog vóór het zomerreces te kunnen werven en op die manier te voorkomen dat er per 1 juli a.s. geen quorum in de commissie meer is. Inleiding Zie samenvatting. Beoogd effect Wijziging in samenstelling rekenkamercommissie mogelijk maken. Argumenten Uitkomst evaluatie in de drie gemeenten.
Kanttekeningen Geen Alternatieven Verordening niet aanpassen. Financiën Geen financiële consequenties. Communicatie Publicatie verordening in CVDR en op site gemeente. Gevolgen inspraak / interactieve beleidsontwikkeling n.v.t. Uitvoering In handen griffie. Bijlage (in bundel): Conceptverordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest, en toelichting. Het Presidium van de gemeenteraad van Oegstgeest,
F. Kromhout griffier
E.M. Timmers – van Klink voorzitter
2
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het initiatiefvoorstel van het Presidium d.d. 31 maart 2011, nr. 32/11; besluit: Ø
de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 april 2011.
, voorzitter
, griffier
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest
De Raad der gemeente Oegstgeest; overwegende, dat ingevolge de Gemeentewet elke gemeente dient te beschikken over een rekenkamer of rekenkamerfunctie en dat met de gemeenten Voorschoten en Wassenaar door middel van een samenwerkingsovereenkomst is afgesproken een gezamenlijke rekenkamerfunctie in de vorm van een rekenkamercommissie in te stellen; gezien het initiatiefvoorstel van het Presidium d.d. 31 maart 2011, nr. 32/11; gelet op het bepaalde in artikel 81o van de Gemeentewet en op de inhoud van de tussen de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest gesloten samenwerkingsovereenkomst; b e s l u i t: vast te stellen de volgende Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder: a. de rekenkamercommissie: de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest ten behoeve van de uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o van de Gemeentewet; b. doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van beleid ook daadwerkelijk worden behaald; c. doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen; d. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
1
Artikel 2 1. 2.
De rekenkamercommissie
Er is een commissie die wordt aangeduid als rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter, een plv. voorzitter en drie leden.
Artikel 3
Bevoegdheid van de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet. Artikel 4 1.
2.
3.
4.
5.
6. 7.
Benoeming leden
De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden of uit externen. Benoeming vindt plaats op voordracht van de gemeenteraden van Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest, elk voor één lid. De raad benoemt de voorzitter en de plv. voorzitter van de commissie uit externen op een gezamenlijke voordracht van de gemeenteraden van Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. De voorzitter, de plv. voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van maximaal vier kalenderjaren en kunnen maximaal éénmaal worden herbenoemd. Benoeming in een tussentijds ontstane vacature vindt plaats op voordracht van de gemeenteraad of –raden op wiens/wier voordracht benoeming van het vertrokken lid heeft plaatsgevonden. Niet tot voorzitter of lid van de commissie kunnen worden benoemd ambtenaren, door het bestuur van één van de gemeenten Wassenaar, Voorschoten of Oegstgeest aangesteld. De voorzitter, de plv. voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan een onderzoek indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding komt. De voorzitter, de plv. voorzitter en de leden van de commissie leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad op wiens voordracht zij zijn benoemd en voor wat betreft de voorzitter en plv. voorzitter in een vergadering van de raad van één van de drie gemeenten, in handen van de voorzitter van de raad de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid (voorzitter/plv. voorzitter) van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
2
Artikel 5 1.
2.
Het lidmaatschap van de voorzitter, de plv. voorzitter of een lid van de commissie eindigt: a. aan het einde van de periode waarvoor hij is benoemd; b. op eigen verzoek; c. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie; d. wanneer de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; e. indien de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad op voordracht van de gemeenteraad of –raden op wiens/wier voordracht de benoeming heeft plaatsgevonden worden ontslagen bij gebleken ongeschiktheid, of wanneer zij door ziekte of gebreken niet meer in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.
Artikel 6 1.
2.
Verboden handelingen en nevenfuncties
Het is de voorzitter, de plv. voorzitter en de leden van de commissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in het eerste lid van artikel 15 van de Gemeentewet, met dien verstande dat als daar gemeente of gemeentebestuur staat vermeld bedoeld worden (het bestuur van) de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. Het tweede lid van genoemd artikel 15 is eveneens van toepassing. De raad kan op voordracht van de gemeenteraad of –raden op wiens/wier voordracht benoeming heeft plaatsgevonden en gehoord de rekenkamercommissie, de voorzitter of een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod uit zijn functie ontslaan. De voorzitter, de lv. voorzitter en de leden overleggen jaarlijks per 1 januari aan de raad een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.
Artikel 7 1.
Einde van het lidmaatschap
Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden
De leden en de (plv-) voorzitter van de rekenkamercommissie die geen lid zijn van de raad van de gemeente Wassenaar, Voorschoten of Oegstgeest, ontvangen per maand voor de werkzaamheden voor de gezamenlijke rekenkamercommissie de volgende vergoeding: - € 170,00 per maand voor leden; - € 200,00 per maand voor de plaatsvervangend voorzitter - € 230,00 per maand voor de voorzitter. Deze bedragen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeeerd met het percentage dat in tabel IV (vergoeding commissieleden) van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt gehanteerd.
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
3
2.
3.
Aan de voorzitter, de plv. voorzitter en de leden, die geen lid zijn van de raad van de gemeente Wassenaar, Voorschoten of Oegstgeest wordt een vergoeding in de reis- en verblijfkosten toegekend: a. voor reizen met eigen vervoermiddel: het bedrag als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de Reisregeling binnenland; b. voor reizen met het openbaar vervoer: op basis van de werkelijk gemaakte kosten; c. voor verblijfkosten: de noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies. De in lid 1 en 2 genoemde vergoedingen komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.
Artikel 8a 1.
De voorzitter
De voorzitter draagt zorg voor: a. het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie; b. het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze; c. het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming; d. het tot stand komen van een onderzoeksrapport met conclusies en aanbevelingen; e. het onderhouden van de contacten met de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie, pers en anderen; f. de aansturing van de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie. g. de overige arbeidsrechtelijke zaken met betrekking tot de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie.
Artikel 8b
De plv. voorzitter
De plv. voorzitter vervangt de voorzitter indien deze niet aanwezig kan zijn bij vergaderingen van de rekenkamercommissie en ondersteunt i.c. vervangt de voorzitter bij de overige taken zoals vermeld in artikel 8a. Artikel 9 1. 2.
3.
De ambtelijk secretaris
De raad wijst een ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie aan. Aanwijzing gebeurt in overleg met de rekenkamercommissie. De ambtelijk secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde en draagt daarbij onder meer zorg voor: a. de procescoördinatie van de onderzoeken; b. de organisatie van de vergaderingen in overleg met de voorzitter, de verslaglegging van de vergaderingen en de correspondentie van de commissie; c. de vorming van dossiers. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
4
Artikel 10
Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad. Artikel 11 1. 2.
3.
Besluiten worden door de rekenkamercommissie genomen bij meerderheid van de leden, inclusief de voorzitter en de plv. voorzitter. Besluiten kunnen alleen worden genomen in een vergadering waarin meer dan de helft van de leden, de voorzitter en plv. voorzitter meegerekend, aanwezig zijn. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter of bij diens afwezigheid de plv. voorzitter doorslaggevend.
Artikel 12 1.
2. 3.
2. 3.
Onderwerpselectie en opdrachtverlening
De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. Bij de keuze van het onderzoeksonderwerp worden de volgende richtinggevende criteria in acht genomen: a. onderwerpen moeten op effectiviteit van beleid en/of efficiency van de uitvoering kunnen worden getoetst; b. onderwerpen moeten bestuurlijk relevant zijn, waarbij het maatschappelijk effect zwaar weegt; c. de onderwerpen moeten bruikbare resultaten kunnen opleveren (aanbevelingen); d. de onderwerpen dienen betrekking te hebben op een (deels) afgerond bedrijfsonderdeel, waardoor de relatie met de beleidsdoelen en gewenste resultaten gelegd kunnen worden. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd. De raden van de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest kunnen gezamenlijk of ieder voor zich de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
Artikel 13 1.
Besluitvorming
Werkwijze
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet. De commissie overlegt met de raden over de onderwerpselectie. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
5
4. 5.
6. 7. 8.
9.
gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De commissie kan openbare vergaderingen beleggen. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.
Artikel 14 1.
2.
3.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen het aan haar beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van: a. de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de voorzitter en de leden van de commissie; b. de ambtelijk secretaris; c. externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld; d. overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording schuldig aan de raad.
Artikel 15 1. 2. 3.
Budget
Slotbepalingen
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011”. Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2011. De Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest, zoals vastgesteld in 2005, laatstelijk gewijzigd in 2009, vervalt met ingang van 1 juni 2011.
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
6
Bijlage: Toelichting op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011.
Oegstgeest, De Raad voornoemd, de Griffier,
de Voorzitter,
Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest dd. 31 maart 2011
7
TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.
Algemeen Ingevolge de Gemeentewet dient elke gemeente per 1 januari 2006 te beschikken over een rekenkamer of een rekenkamerfunctie. De gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest hebben elk gekozen voor een rekenkamerfunctie in de vorm van een rekenkamercommissie en afgesproken voor deze drie gemeenten één gezamenlijke commissie in te stellen en dat door middel van een samenwerkingsovereenkomst te regelen. Het vorenstaande houdt wel in, dat elke gemeenteraad zelf tot de instelling van de commissie moet besluiten en ook de (plv.) voorzitter en de leden benoemt. Daartoe is deze verordening ontworpen. Voordat tot een artikelsgewijze behandeling wordt overgegaan, zullen de op de rekenkamerfunctie betrekking hebbende artikelen worden vermeld. De rekenkamercommissie is gebaseerd op artikel 81o van de Gemeentewet, dat luidt als volgt: “Artikel 81o 1. Als geen rekenkamer is ingesteld als bedoeld in hoofdstuk IVa, stelt de raad bij verordening regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. 2. De artikelen 182 en 185 zijn voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie van overeenkomstige toepassing. 3. Op personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, is artikel 81f, behoudens het eerste lid, onder j (wordt hersteld in k) en o (wordt hersteld in p), van overeenkomstige toepassing.” Artikel 182 van de Gemeentewet is dus ook van toepassing op de rekenkamercommissie, heeft betrekking op de bevoegdheid van de rekenkamer(commissie) en luidt als volgt: “Artikel 182 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid. 2. Op verzoek van de raad kan de rekenkamer een onderzoek instellen.” Artikel 185 van de Gemeentewet geldt ook voor de commissie en geeft enkele verplichtingen voor de rekenkamer(commissie). Het artikel luidt als volgt: “Artikel 185 1. De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn. Toelichting behorende bij: Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 dd. 31 maart 2011
1
2.
3. 4.
5.
De rekenkamer deelt aan de raad, het college en, indien van toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen. De rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. De rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en haar verslag aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 184 een onderzoek heeft ingesteld, zendt de rekenkamer tevens een afschrift van het rapport aan de betrokken instelling. De rapporten en de verslagen van de rekenkamer zijn openbaar.”
Artikel 81f van de Gemeentewet noemt een aantal functies die de in de rekenkamer te benoemen personen niet mogen uitoefenen. Deze gelden ook voor de leden van een rekenkamercommissie met uitzondering van het lid zijn van de raad of een commissie van de gemeente waarvoor de rekenkamercommissie is ingesteld. Hetgeen hiervoor vermeld is, is in principe alles waaraan de gemeente gebonden is bij de instelling en invulling van een rekenkamercommissie. Voor het overige zijn gemeenten vrij, waardoor er vele varianten van een rekenkamercommissie denkbaar zijn. De keuzes voor de invulling van de gezamenlijke commissie voor de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest komt tot uitdrukking in de hierna volgende artikelsgewijze toelichting. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. Er is voor gekozen om ook de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid hierin op te nemen. De begrippen doelmatigheid en doeltreffendheid komen overeen met dezelfde begrippen in de financiële verordeningen. Het begrip rechtmatigheid is breder gedefinieerd dan in de controle verordening en volgt de juridische definitie van dit begrip. Artikel 2 Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. Gekozen is voor een rekenkamercommissie met een externe voorzitter en plv. voorzitter en met drie leden, die zowel raadslid als externen kunnen zijn ter beoordeling van de raad die hen benoemt en/of voordraagt. Artikel 3 Voor de volledigheid is hier de tekst van het eerste lid van artikel 182 van de Gemeentewet overgenomen om de bevoegdheid van de rekenkamercommissie aan te geven. Artikel 4 De benoeming van de voorzitter, de plv. voorzitter en alle leden dient door elk van de drie gemeenteraden te gebeuren. Wel is het zo geregeld, dat elke gemeenteraad één lid aanwijst en deze zelf benoemt en voor benoeming voordraagt aan de andere twee Toelichting behorende bij: Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 dd. 31 maart 2011
2
gemeenteraden. De voorzitter en plv. voorzitter worden in onderling overleg voorgedragen. Iedere raad bepaalt zelf de termijn van benoeming voor de door hem voorgedragen leden van de rekenkamercommissie. In het derde lid is een termijn van maximaal vier jaar genoemd, die steeds ongeveer halverwege de reguliere raadsperiode begint. Dit zal geen probleem opleveren voor eventueel in de commissie benoemde raadsleden omdat deze niet qualitate qua benoemd zijn en dus in de commissie kunnen blijven zitten als zij niet opnieuw tot raadslid gekozen worden. Lid 4 regelt de benoeming ingeval van een tussentijdse ontstane vacature. Een kandidaat wordt voorgedragen door de raad van de gemeente door wie ook het vorige commissielid is voorgedragen. De voorzitter en plv. voorzitter zullen door de gemeenteraden gezamenlijk worden voorgedragen. Ingevolge het hiervoor genoemde artikel 81f van de Gemeentewet kan een gemeenteambtenaar niet benoemd worden in de rekenkamercommissie van de gemeente waar hij werkt. In het vijfde lid is dit uitgebreid tot ambtenaren van alle drie de gemeenten waarvoor de commissie werkt. In het zevende lid is conform de verplichting voor de leden van een rekenkamer geregeld, dat leden van de rekenkamercommissie een eed of verklaring en belofte afleggen voordat zij in de commissie aan het werk gaan. Er is voor gekozen de commissieleden de eed of verklaring en belofte af te leggen in de raad, waardoor zij zijn voorgedragen om te voorkomen dat zij dat in alle drie de gemeenteraden moeten doen. De voorzitter en plv. voorzitter zullen de eed of verklaring en belofte afleggen in de raad van één van de drie gemeenten. Artikel 5 Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid om hen in bepaalde situaties ongevraagd te ontslaan. Het einde van het lidmaatschap van de raad heeft geen gevolgen voor het lidmaatschap van de rekenkamercommissie. Artikel 6 Het wordt gewenst geacht om de verboden handelingen, die voor gemeenteraadsleden gelden ook van toepassing te verklaren op de (externe) leden van de rekenkamercommissie. Het betreffende artikel 15 (leden 1 en 2) van de Gemeentewet, deze luidt als volgt: “Artikel 15 1. Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: 1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente;
Toelichting behorende bij: Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 dd. 31 maart 2011
3
d.
2.
rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente; 2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; 3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; 4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; 5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente. Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.”
In dat kader is het eveneens wenselijk als de leden van de rekenkamercommissie hun nevenfuncties bekend maken. Dat is geregeld in het tweede lid van artikel 6. Artikel 7 In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. Raadsleden mogen buiten hen als raadslid toegekende vergoedingen geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de eigen gemeente ontvangen. Artikel 8 Dit artikel regelt de taak van de voorzitter en zijn vervanging. Artikel 9 De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de ambtelijk secretaris ten opzichte van de commissie. De kosten van de ambtelijk secretaris komen ten laste van het (gezamenlijke) budget (zie artikel 14). Artikel 10 In het reglement van orde kunnen zaken als de verhouding ambtelijk secretaris voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts worden geregeld. Artikel 11 Voor de duidelijkheid is hier de besluitvorming vorm gegeven. Artikel 12 De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van Toelichting behorende bij: Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 dd. 31 maart 2011
4
de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren. Periodiek overlegt de rekenkamercommissie met de raden over de onderwerpselectie. Artikel 13 Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport, Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de commissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de commissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. Artikel 14 De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht. Door elk van de drie gemeenten wordt een budget ingebracht. De uiteindelijke verdeling van de kosten over de gemeenten wordt geregeld in de samenwerkingsovereenkomst. Artikel 15 Dit artikel behoeft geen toelichting.
Toelichting behorende bij: Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest 2011 dd. 31 maart 2011
5
OPENBAAR
1
Adviseur: N.C. Kager (WSO, tst. 439) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte
11.02248
INFORMATIENOTA POLITIEKE RONDE d.d. 12 april 2011 Programma en product 4.9 Sociale Infrastructuur - Welzijn en Zorg Oegstgeest, 29 maart 2011 Aan de raad
Onderwerp Gemeentelijk verslag Wet kinderopvang verslagjaar 2010 Kennis nemen van Ø het gemeentelijk verslag Wet kinderopvang 2010. Inleiding De gemeente ziet toe op de naleving van de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteiteisen peuterspeelzalen. Het college van burgemeester en wethouders heeft de directeur van de RDOG Hollands Midden aangewezen als toezichthouder. Jaarlijks stelt het college van burgemeester en wethouders een verslag vast van de toezicht- en handhavingsancties die de gemeente in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen heeft verricht. Dit verslag moet vóór 1 mei 2011 verzonden worden naar de Inspectie van het Onderwijs en ter informatie aan de raad worden voorgelegd. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt de informatie uit de gemeentelijke jaarverslagen om een “Landelijk Oordeel” over het toezicht en de handhaving kinderopvang op te stellen. Ieder jaar zendt de minister aan de Tweede Kamer het Landelijk Oordeel over de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang. Het model “Gemeentelijk verslag Wet kinderopvang 2010” is samengesteld door de Inspectie van het Onderwijs Samenvatting/mededeling De gemeente heeft op goede wijze haar taak volbracht om toe te zien op de naleving van de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de aanvullende regels. De GGD voert in opdracht van de gemeente jaarlijks inspecties uit. Uit het jaarverslag blijkt dat bij een 8-tal kindercentra gehandhaafd moest worden conform het handhavingsbeleid (zie onder vraag B4 van het gemeentelijk verslag Wet kinderopvang). De gemeente heeft op alle tekortkomingen bij deze kindercentra gehandhaafd. De afgesproken termijn om de tekortkomingen op te heffen is voor een aantal tekortkomingen nog niet afgelopen. De termijn voor het opheffen van deze tekortkomingen loopt tot 1 mei 2011. De meeste tekortkomingen betroffen veiligheid en gezondheid.
Consequenties n.v.t. Communicatie Het gemeentelijk verslag Wet kinderopvang 2010 is opgestuurd naar de Inspectie van het Onderwijs. Vervolg De kindercentra worden in 2011 opnieuw door de GGD geïnspecteerd. Hierbij zal in het bijzonder worden gekeken naar de in 2010 geconstateerde tekortkomingen. Uitvoering n.v.t. Bijlage (in bundel): Gemeentelijk verslag Wet kinderopvang verslagjaar 2010.
2
Model gemeentelijk verslag Wet kinderopvang VERSLAGJAAR 2010
vóór 1 mei 2011 inzenden
Gebruik de knoppen 'Terug' en 'Verder' onderaan de pagina om door deze vragenlijst te navigeren. Zodra en alleen als u op 'Verder' klikt worden de ingevulde gegevens bewaard. Gebruik niet de navigatieknoppen van uw browser, er zullen dan gegevens verloren gaan.
Gemeente Oegstgeest
Contactpersoon binnen gemeente: Bereikbaar op telefoonnummer: E−mailadres:
N.C. Kager 071 5191439
[email protected]
Inleiding Met dit document doet u verslag van het gevoerde toezichts− en handhavingsbeleid in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in het jaar 2010. Het college zendt dit jaarverslag aan de gemeenteraad. Een afschrift van het jaarverslag verzendt u aan de Inspectie van het Onderwijs. Door de invulling van dit gemeentelijk verslag voldoet u aan uw verplichting volgens art. 1.67, lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. U verantwoordt zich hiermee over het door u gevoerde toezichts− en handhavingsbeleid. De minister gebruikt deze informatie bij de beleidsontwikkeling. De gegevens uit het jaarverslag staan voor de Inspectie van het Onderwijs ter beschikking voor de uitoefening van het tweedelijnstoezicht. Naast de verantwoordingsvragen draagt een deel van de vragen het karakter van beleidsinformatie. Deze komen tot stand in overleg met het ministerie van SZW. Zij hebben tot doel de minister beter in staat te stellen om zich bij de beleidskeuzes te baseren op de uitvoering in de gemeentelijke praktijk. Het verslag dient te worden ondertekend door het college van B&W c.q. de gemeentesecretaris namens het college, of door het Bestuur van het Openbaar Lichaam. U wordt verzocht het verslag vóór 1 mei 2011 in te vullen en te verzenden aan: Inspectie van het Onderwijs Team Kinderopvang Postbus 2730 3500 GS Utrecht
Verkorte verklaring Wanneer er in uw gemeente in het hele jaar 2010 geen kinderopvanglocaties of gastouderbureaus aanwezig waren, kan worden volstaan met een verkorte verklaring. Ook indien u in 2010 een rapport heeft ontvangen van een onderzoek uit 2009 is alleen de verkorte verklaring nodig.
Vindt in uw gemeente in 2010 kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) plaats? Ja, vul het formulier geheel in Neen, onderteken de verkorte verklaring en verzend deze
1. Bestuurlijke mededeling College van burgemeester en wethouders
1
Het College van burgemeester en wethouders verklaart dat over de uitvoering van de toezichtstaken in dit gemeentelijke verslag naar waarheid is gerapporteerd en dat dit verslag is gezonden aan de gemeenteraad.
Datum: ...... /........................ / 2011.
Ondertekening college van burgemeester en wethouders (of gemandateerde)
De burgemeester / de gemeentesecretaris
2. Bestuurlijke mededeling (bij gezamenlijke uitvoering in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr−verband), waarbij het Wgr−verband ook de taak van de gemeente heeft overgenomen)
De voorzitter/secretaris van het Dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam ................................................. (naam van het Openbaar Lichaam) verklaart dat over de uitvoering van de toezichtstaken in dit verslag naar waarheid is gerapporteerd en dat dit verslag is gezonden aan het algemeen bestuur van de Wgr.
Namen van de deelnemende gemeenten in het Wgr−verband
1) .......................................................................................... 2) .......................................................................................... 3) .......................................................................................... 4) .......................................................................................... 5) ..........................................................................................
Datum: ...... /........................ / 2011
Ondertekening Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam:
De voorzitter
De secretaris
2
A. Algemeen Bijzonderheden toelichten Indien er in de ingevulde gegevens bijzonderheden zijn, kunt u dit in een toelichting vermelden. Dat helpt de inspectie bij de interpretatie van de cijfers en voorkomt het opnieuw benaderen van uw gemeente voor nadere uitleg. Indien u vragen hebt over het invullen van dit jaarverslag kunt u per mail contact opnemen met
[email protected] A.1 Beschikt uw gemeente over een door het college van B&W vastgesteld handhavingsbeleid en zo ja, op basis van welke regelgeving? Ja, aangepast aan de regels vanaf 1 augustus 2010 (Wet OKE/peuterspeelzalen) Ja, aangepast aan de regels vanaf 1 januari 2010 (Wijziging Wet kinderopvang vanwege gastouderopvang) Ja, aangepast aan de regels vanaf 1 april 2008 (Aanscherping beleidsregels) Ja, maar niet aangepast aan de gewijzigde regelgeving vanaf 1 april 2008 Nee, de gemeente heeft geen handhavingsbeleid Ruimte voor toelichting Het handhavingsbeleid gebaseerd op de actuele regels en wetgeving (regels vanaf 1 augustus 2010 (Wet OKE/peuterspeelzalen) is in maart 2011 vastgesteld door het college van B&W en de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest.
A. Algemeen Toelichting Vraag A.2 Voorschoolse educatie Bij het invullen van de cijfers geldt dat één plaats bestemd is voor één kind. A.2 Aantal beschikbare plaatsen en bezette plaatsen voor voorschoolse educatie per 31−12−2010 waarvan in waarvan in kinderdag− peuterspeel− verblijven zalen
Totaal aantal 1.Het aantal door de gemeente bekostigde plaatsen voor voorschoolse educatie dat voldoet aan de eisen vanuit de OKE−wet, zoals geschoolde leidsters, een dubbele bezetting en voldoende dagdelen VVE.
0
0
0
2. Het aantal door de gemeente bekostigde plaatsen voor voorschoolse educatie dat niet helemaal voldoet aan de eisen vanuit de OKE−wet.
0
0
0
3. Het aantal doelgroeppeuters volgens de gemeentelijke definitie.
0
0
0
4. Het aantal doelgroeppeuters volgens de gemeentelijke definitie dat bereikt wordt met VVE (het aantal bezette plaatsen).
0
0
0
Ruimte voor toelichting Voor augustus 2011 zal het beleid m.b.t. VVE in de gemeente Oegstgeest bepaald worden.
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij vraag B.1 Afgeronde rapporten in 2010 Bij de bepaling van het aantal jaarlijkse rapporten worden alleen de afgeronde rapporten meegeteld. De datum van verzending van het rapport door de GGD aan de gemeente is hiervoor bepalend en niet de datum van het onderzoek/de inspectie. Een gecombineerd rapport over twee locaties (bv dagopvang en buitenschoolse opvang) telt als twee rapporten. • Een afgerond rapport telt ook mee als de kinderopvang locatie niet in exploitatie is genomen. • Het onderzoek binnen drie maanden na start exploitatie geldt als jaarlijks onderzoek. • Een verhuizing of uitbreiding van een locatie is geen nieuwe melding, omdat er geen nieuwe inschrijving is. • Bij twijfel of er sprake is van een jaarlijks onderzoek, een eerste meldingsonderzoek, een incidenteel onderzoek of een nader onderzoek, is de omschrijving in het GGD−rapport leidend. • In de situatie dat in het GGD−inspectierapport naast het jaarlijkse onderzoek ook een ander type onderzoek (bv incidenteel) wordt genoemd, dan telt dit rapport alleen mee als rapport jaarlijks onderzoek. • Locaties die geen inspectie op locatie hebben gekregen in 2010 omdat deze in 2009 op de kernvoorwaarden voldoende scoorden (versobering/maatwerk) tellen bij B.1 niet mee als afgerond rapport jaarlijks onderzoek. Deze dienen verantwoord te worden onder punt B.2.2 B.1 Aantal afgeronde rapporten in 2010 naar aanleiding van een jaarlijks onderzoek Dagopvang
Buitenschoolse opvang Gastouderbureaus
1. Aantal in 2010 afgeronde rapporten jaarlijks onderzoek
7
10
1
2. Aantal locaties welke wel door de GGD in 2010 zijn onderzocht, maar waarvan de rapporten niet in 2010 zijn afgerond
0
2
0
Ruimte voor toeliching
A. Algemeen
3
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij vraag B.1.1 vorm van toezicht In opdracht van het ministerie van OCW heeft GGD Nederland een landelijk model ontwikkeld voor risicogestuurd toezicht voor dagopvang en buitenschoolse opvang. Het model betekent dat er intensiever geïnspecteerd wordt waar dat nodig is, en minder intensief waar is gebleken dat dit kan. Gemeenten konden vanaf 1 september 2009 gebruik maken van het landelijke model voor risicogestuurd toezicht (RGT). In 2010 is er daarnaast de mogelijkheid van versobering/maatwerk. Voor het kalenderjaar 2010 betekende de wijziging van de Wet kinderopvang namelijk een fors aantal extra GGD−onderzoeken (gastouderopvang in de woning van de opvang). Om de GGD daartoe beter in staat te stellen, is daarom tussen OCW, VNG, GGD Nederland en IvhO afgesproken dat locaties dagopvang en bso die in 2009 op de kernwaarden (volgens het Landelijk Model Risico Gestuurd Toezicht (RGT) van GGD Nederland) een voldoende scoorden, in 2010 overgeslagen mogen worden. Dit wordt ook wel ?versobering of maatwerk 2010? genoemd. B1.1 Hoe heeft uw gemeente in 2010 toezicht op de kinderopvang toegepast? (meerdere antwoorden mogelijk) Versobering/ maatwerk (locaties die op kernpunten in 2009 voldoende zijn, zijn in het jaar 2010 niet bezocht) Risico gestuurd toezicht volgens het landelijk model van GGD Nederland (alle locaties zijn onderzocht, een deel aangekondigd en een deel onaangekondigd, op kernwaarden) Risico gestuurd toezicht volgens een andere invulling dan het GGD Nederland model (graag bij de toelichting uitleg) Regulier toezicht, zonder toepassing van RGT of versobering/ maatwerk Ruimte voor toelichting Risicogestuurd toezicht is voorgekomen bij 1 Dagopvang in 2009, waarvan het rapport is afgerond in 2010 en bij 4 BSO waarvan inspecties in 2009 hebben plaatsgevonden, maar de rapporten in 2010 zijn afgerond. Allemaal onaangekondigde inspecties Deze 5 inspectierapporten zijn beschouwd als afgeronde rapporten, zoals omschreven door de GGD in desbetreffende rapporten. Daarom meegenomen als zodanig in de volgende vragen.
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij vraag B.2 Aantal in 2010 locaties versobering/maatwerk en niet onderzochte locaties Er kunnen meerdere redenen zijn waarom locaties niet onderzocht zijn. U geeft bij deze vraag het aantal locaties op die ofwel vanwege versobering/maatwerk in 2010 niet op locatie zijn onderzocht, ofwel vanwege andere redenen (zoals het niet halen van de planning). In het geval van versobering/maatwerk wordt een brief aan de houder verzonden. B.2 Aantal in 2010 locaties maatwerk/versobering en niet onderzochte locaties
1. Aantal in 2010 locaties versobering/maatwerk
Dagopvang
Buitenschoolse opvang
4
3
Dagopvang 2. Aantal in 2010 niet onderzochte locaties vanwege andere redenen
0
Buitenschoolse opvang Gastouderbureaus 0
0
Ruimte voor toelichting
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij Vraag B.3.1 en B.3.2 Domeinoordelen Vraag B.3 betreft de scores van de GGD op de voorwaarden per domein, zoals weergegeven in de afgeronde onderzoeken. Het gaat hierbij dus niet om de aantallen rapporten, maar om het totaal aantal tekortkomingen op de domeinvoorwaarden. Het aantal voorwaarden per domein is achter de domeinnaam opgenomen. Als er in uw gemeente drie afgeronde rapporten dagopvang zijn in 2010, dan zal bij B.3.1 bij ?ouders? het totaal aantal oordelen op 60 moeten uitkomen(3x20, indien de drie onderzoeken het toetsingskader 2010 betreffen). Voor zover u rapporten heeft uit 2009, die zijn afgerond in 2010, kan het zijn dat het aantal domeinoordelen afwijkt van de domeinoordelen uit 2010. Daarom zijn ook in de eerste kolom zowel de aantallen domeinoordelen van 2009 vermeld als die van 2010 vermeld. U kunt bij de toelichting onderaan aangeven in hoeveel gevallen bij dagopvang en/of bso het om een inspectie uit 2009 is gegaan. We realiseren ons dat het goed invullen van vraag B.3 relatief veel tijd kost, maar beantwoording van deze vraag levert veel nuttige informatie op over de kwaliteit van de kinderopvang. Voor het invullen van de domeinoordelen kan de informatie worden overgenomen uit het GGD inspectierapport, uit het gedeelte ?Overzicht van bevindingen?. Voor het verslagjaar 2010 wordt vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang en vanwege de impact op het toezicht gastouderopvang geen informatie uitgevraagd over het toezicht op de gastouderbureaus. De inspectie wil zo bijdragen aan de beperking van uw informatiedruk.
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010
4
Ter illustratie onderstaand een voorbeeld. Domein Ouders heeft in toetsingskader 2010 bij dagopvang totaal 20 voorwaarden. Dit vindt u terug in het GGD− inspectierapport. De essentie is dat u per locatie alle voorwaarden (20) telt. Stel dat er van drie locaties dagopvang inspectierapporten zijn. Voor locatie 1 geldt bij het domein ouders Aantal voldaan (ja)
Aantal niet voldaan (nee)
Aantal niet beoordeeld (n.b.)
Totaal aantal oordelen
17
1
2
20
Aantal voldaan (ja)
Aantal niet voldaan (nee)
Aantal niet beoordeeld (n.b.)
Totaal aantal oordelen
15
3
2
20
Aantal voldaan (ja)
Aantal niet voldaan (nee)
Aantal niet beoordeeld (n.b.)
Totaal aantal oordelen
20
0
0
20
Aantal voldaan (ja)
Aantal niet voldaan (nee)
Aantal niet beoordeeld (n.b.)
Totaal aantal oordelen
52
4
4
60
Voor locatie 2 geldt bij het domein ouders
Voor locatie 3 geldt bij het domein ouders
Op de volgende pagina vult u de door u berekende totalen in: Domeinoordelen dagopvang 1. Ouders (20 in 2010, 19 in 2009)
Het aantal in de totaalkolom is altijd: het aantal inspectierapporten x het aantal voorwaarden per domein, in dit geval 3 x 20 = 60
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 B.3.1 Domeinoordelen Dagopvang Aantal voldaan
Aantal niet Aantal niet voldaan beoordeeld
Totaal aantal oordelen
0. Kindercentrum Wko (3 in 2010, 0 in 2009)
12
0
0
12
1. Ouders (20 in 2010, 19 in 2009)
73
29
35
137
2. Personeel (8 in 2010, 6 in 2009)
38
0
12
50
3. Veiligheid en gezondheid (23 in 2010, 30 in 2009)
98
48
36
182
4. Accomodatie en inrichting (10 in 2010 en 2009)
60
0
10
70
5. Groepsgrootte en beroepskracht−kind−ratio (12 in 2010 en 2009)
66
0
18
84
6. Pedagogische beleid en praktijk (24 in 2010 en 2009)
163
0
5
168
7. Klachten (12 in 2010 en 2009)
64
4
16
84
B.3.2 Domeinoordelen Buitenschoolse opvang Aantal voldaan
Aantal niet Aantal niet voldaan beoordeeld
Totaal aantal oordelen
0. Kindercentrum Wko (3 in 2010, 0 in 2009)
18
0
0
18
1. Ouders (20 in 2010, 19 in 2009)
91
7
98
196
2. Personeel (8 in 2010, 6 in 2009)
56
4
12
72
3. Veiligheid en gezondheid (23 in 2010, 30 in 2009)
88
62
108
258
4. Accomodatie en inrichting (10 in 2010 en 2009)
63
7
30
100
5. Groepsgrootte en beroepskracht−kind−ratio (9 in 2010 en 2009)
69
1
20
90
6. Pedagogisch beleid en praktijk (25 in 2010 en 24 of 25 in 2009)
217
8
25
250
7. Klachten (12 in 2010 en 2009)
64
0
56
120
Ruimte voor toelichting − 3 rapporten van de Dagopvang dateren van 2009, maar zijn afgerond in 2010 4 rapporten van de BSO dateren uit 2009, maar zijn afgerond in 2010 − 2 rapporten BSO die afgerond zijn in 2011, zijn niet meegeteld. − De reden waarom er een aantal zaken niet beoordeeld zijn ligt aan de risicogestuurde inspecties en de inspecties gedaan 3 maanden na start exploitatie. Het aantal inspecties gedaan 3 maanden na start exploitatie zijn de volgende: Dagopvang : 3 , Buitenschoolse opvang: 2 Het aantal risicogestuurde inspecties zijn (zie ook toelichting vraag B 1.1): Dagopvang : 1 (uit 2009, afgerond in 2010), Buitenschoolse opvang 4 (uit 2009, afgerond in 2010).
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010
5
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij Vraag B.4 Handhavingsadviezen Vraag B.4 gaat over de in 2010 afgeronde rapporten jaarlijkse onderzoeken, zoals ingevuld bij B.1. Per rapport is er één advies. Het advies ?niet handhaven? betekent dat de GGD of de gemeente geen actie hoeft te ondernemen. U noemt alleen het aantal handhavingsadviezen uit de jaarlijkse onderzoeken. Voor 2010 is vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang deze vraag niet opgenomen voor gastouderbureaus. B.4 Aantal adviezen van de GGD aan de gemeente naar aanleiding van de afgeronde rapporten jaarlijkse onderzoeken in 2010 Dagopvang Buitenschoolse (totaal) opvang (totaal) Advies aan de gemeente Niet handhaven
5
4
Handhaven conform handhavingsbeleid
2
6
Totaal
7
10
Ruimte voor toelichting
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij Vraag B.5 Handhavingsacties Bij B5 gaat het om alle ingezette handhavingsacties die voortvloeien uit de in 2010 afgeronde rapportages van de jaarlijkse onderzoeken. Handhaving die in 2011 wordt ingezet op grond van een in 2010 afgerond rapport telt dus mee in dit verslag. Handhavingsacties uit afgeronde rapporten in 2010 die na 1 april 2011 worden ingezet neemt u op bij ?inzet op een later tijdstip dan 1 april 2011? (vraag B.5.2).
Let op: • Eén inspectierapport van een locatie kan leiden tot de toepassing van meerdere handhavingsacties. Er kan eerst een waarschuwing gegeven worden, vervolgens een aanwijzing en daarna nog een zwaardere handhavingsactie. Al deze acties dient u op te nemen. • De inzet van één handhavingsactie kan betrekking hebben op meerdere tekortkomingen. Bijvoorbeeld één waarschuwing over vijf tekortkomingen telt als vijf. • Bij schriftelijke waarschuwingen dienen ook de vooraankondigingen van een aanwijzing meegeteld te worden. Tenzij er daadwerkelijk een aanwijzing uit volgt, want dan telt deze actie mee als aanwijzing. Voor 2010 is vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang deze vraag niet opgenomen voor gastouderbureaus. B.5.1 Aantal handhavingsacties/instrumenten naar aanleiding van de afgeronde jaarrapporten in 2010 van de jaarlijkse onderzoeken Dagopvang
Buitenschoolse opvang
3. Schriftelijke waarschuwingen aan houder (ook vooraankondigingen, behalve wanneer hier een aanwijzing uit volgt)
16
4
4. Aantal aanwijzingen gegeven door B&W
28
51
Inzet acties tot 1 april 2011 1. Overleg en overreding door GGD uitgevoerd 2. Overleg en overreding door gemeente uitgevoerd
5. Aantal keren inzet van de volgende handhavingsinstrumenten (schriftelijk bevel, verlenging van de schriftelijke bevelen, verboden om in exploitatie te nemen, verboden om exploitatie voort te zetten, bestuurlijke boeten, uit register verwijderde centra) 6. Aantal keren inzet van de volgende handhavingsinstrumenten (Hanteren bestuursdwang, opleggen dwangsom, strafrechtelijke opsporing) Ruimte voor toelichting De voorwaarden waaraan niet voldaan is en waarop gehandhaafd moet worden, worden als tekortkomingen beschouwd. Vooraf aan de aanwijzingen heeft meestal een gesprek met de GGD en gemeente en betreffende lokatiehouder plaatsgevonden om e.e.a. door te nemen. Dit wordt niet beschouwd in deze context als overleg en overreding
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010
6
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 B.5.2 Aantal nog niet ingezette handhavingsacties/instrumenten naar aanleiding van de afgeronde jaarrapporten in 2010 van de jaarlijkse onderzoeken Dagopvang
Buitenschoolse opvang
0
0
Op 1 april 2011 nog geen actie Aantal rapporten waar handhaving geadviseerd is, maar nog niet is ondernomen op 1 april 2011 Ruimte voor toelichting
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010 Toelichting bij Vraag B.6 Resultaat ingezette handhavingsacties Om het effect van de ingezette handhaving te kunnen bepalen, is inzicht in de behaalde resultaten van belang. Deze vraag betreft het resultaat van de ingezette handhavingsacties tot 1 april 2011 uit de afgeronde rapporten in 2010. Per afgerond onderzoek, en dus per locatie, kunnen meerdere handhavingsacties gelden en dus ook meerdere resultaten. B.6 Wat is het resultaat van de ingezette handhavingsacties (tot 1 april 2011) voortvloeiend uit de afgeronde rapporten jaarlijkse onderzoeken 2010 Dagopvang Buitenschoolse (totaal opvang (totaal aantal) aantal) Resultaat actie 1. De tekortkoming is opgeheven binnen de afgesproken termijn
16
9
28
46
44
55
2. De tekortkoming is opgeheven, maar na de afgesproken termijn 3. De afgesproken termijn om de tekortkoming op te heffen is nog niet afgelopen 4. De tekortkoming is niet opgeheven, er is een volgende handhavingsactie ingezet 5. De tekortkoming is niet opgeheven, er is geen volgende handhavingsactie ingezet 6. Geen inzicht 7. Anders namelijk 8. Totaal Ruimte voor toelichting De afgesproken termijn onder punt 3 is : uiterlijk 1 mei 2011
C. Onderzoeken na melding (nieuwe meldingsonderzoeken) Toelichting bij Vraag C.1 en C.2 Onderzoeken na melding Voor 2010 is vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang deze vraag niet opgenomen voor gastouderbureaus. Dit onderdeel C betreft alleen de in 2010 afgeronde rapporten naar aanleiding van een nieuwe inschrijving in het register. Een melding van een verhuizing van een locatie of een uitbreiding of een verbouwing van een locatie leidt niet tot een meldingsonderzoek, maar tot een incidenteel onderzoek of een (vervroegd) jaarlijks onderzoek. • Het onderzoek binnen 3 maanden na start exploitatie is geen onderzoek na melding, maar een jaarlijks onderzoek. • Het totaal aantal bij vraag C.2 moet gelijk zijn aan het aantal bij C.1 ?aantal afgeronde rapporten onderzoeken na melding?. C.1 Aantal afgeronde rapporten in 2010 naar aanleiding van onderzoeken na melding Dagopvang
Buitenschoolse opvang
1. Aantal afgeronde rapporten onderzoeken na melding
2
2
2. Aantal locaties die wel door de GGD in 2010 zijn onderzocht, maar waarvan de rapporten niet in 2010 zijn afgerond
0
0
3. Aantal locaties die niet in 2010 zijn onderzocht om andere redenen
0
0
Ruimte voor toelichting
B. Jaarlijkse onderzoeken afgerond in 2010
7
C. Onderzoeken na melding (nieuwe meldingsonderzoeken) C.2 Wat is de uitkomst van het onderzoek na melding (afgeronde rapporten in 2010) Dagopvang
Buitenschoolse opvang
1. Wel opnemen in landelijk register
2
2
2. Niet opnemen in landelijk register
0
0
3. Anders
0
0
4. Totaal
2
2
Ruimte voor toelichting
D. Incidentele onderzoeken Toelichting bij de vragen D.0 t/m D.2 Incidentele onderzoeken Het gaat bij de incidentele onderzoeken om de afgeronde rapporten in 2010. Een incidenteel onderzoek is een onderzoek dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van een klacht, signaal of bijvoorbeeld gemeentelijk beleid rondom een thema. Ook kan de uitbreiding van een locatie, verbouwing, verhuizing, etc. aanleiding zijn voor het uitvoeren van een incidenteel onderzoek. Een nader onderzoek (herinspectie) is een onderzoek dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van uitkomsten van een eerder onderzoek (meestal het jaarlijks onderzoek). De nadere onderzoeken moeten onder E worden opgevoerd. Bij D1 dienen de onderzoeken ingedeeld te worden zoals deze in het GGD−inspectierapport zijn opgenomen (reden onderzoek). In de situatie dat in het GGD−inspectierapport 2 soorten onderzoeken worden genoemd is het jaarlijks onderzoek (regulier inspectiebezoek) leidend. In dit geval alleen het jaarlijkse onderzoek opnemen. Voor 2010 is vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang deze vraag niet opgenomen voor gastouderbureaus. D.0 Zijn in 2010 rapporten afgerond van incidentele onderzoeken? Ja Nee, u gaat door naar onderdeel E
E. Nadere onderzoeken Toelichting bij vragen E.0 t/m E.4 Nadere onderzoeken Net als bij de jaarlijkse onderzoeken gaat het bij de nadere onderzoeken om de afgeronde rapporten. (Zie definitie bij B jaarlijkse onderzoeken) Een nader onderzoek (herinspectie) is een onderzoek dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van uitkomsten van een eerder onderzoek (meestal het jaarlijks onderzoek). Dit kan een domein zijn, maar ook meerdere domeinen. De onderzoeken dient u in E.1 in te delen zoals het bij het GGD−inspectierapport is opgenomen. In de situatie dat in het GGD−inspectie rapport twee soorten onderzoeken worden genoemd is het jaarlijks onderzoek (regulier inspectiebezoek) leidend. In dit geval alleen het jaarlijkse onderzoek opnemen. De reden van het onderzoek is opgenomen in het GGD−inspectierapport. Bij E.1 gaat het om de aanleiding van het nadere onderzoek. De aanleiding kan ook tekortkomingen op meerdere domeinen zijn. Voor 2010 is vanwege de wijziging van de Wet kinderopvang deze vraag niet opgenomen voor gastouderbureaus. E.0 Zijn in 2010 rapporten van nadere onderzoeken afgerond? Ja Nee, u gaat door naar onderdeel F
E. Nadere onderzoeken E.1 Aantal afgeronde rapporten in 2010 naar aanleiding van nadere onderzoeken naar domein Dagopvang
Buitenschoolse opvang
0. Kindercentrum Wko
0
0
1. Ouders
1
2
2. Personeel
0
0
3. Veiligheid en gezondheid
1
2
4. Accomodatie en inrichting
0
0
5. Groepsgrootte en beroepskracht−kind−ratio
0
0
6. Pedagogische beleid en praktijk
0
0
7. Klachten
0
0
Domein (GGD−inspectierapport)
8. Anders
C. Onderzoeken na melding (nieuwe meldingsonderzoeken)
8
9. Totaal
2
4
Ruimte voor toelichting 1X nader onderzoek Dagopvang beoordeeld op : − domein 1 ouders waarbij 1 voorwaarde is herinspecteerd en 19 voorwaarden niet beoordeeld. − domein 3 Veiligheid en gezondheid, waarbij 6 voorwaarden zijn herinspecteerd en 17 voorwaarden niet beoordeeld. 2x nader onderzoek Buitenschoolse opvang, beoordeeld op: −domein 1 ouders waarbij 3 voorwaarden zijn herinspecteerd en 37 voorwaarden niet beoordeeld −domein 3, veiligheid en gezondheid, 18 voorwaarden geinspecteerd, 28 voorwaarden niet beoordeeld.
E. Nadere onderzoeken E.2 Aantal afgeronde rapporten in 2010 van nadere onderzoeken, waarbij het onderzoek door de GGD wel of niet is aangekondigd Dagopvang Buitenschoolse (totaal opvang (totaal aantal) aantal) Aangekondigd
1
2
Onaangekondigd
0
0
Totaal
1
2
E. Nadere onderzoeken E.3 Wat is de uitkomst van de afgeronde rapporten in 2010 van de nadere onderzoeken Dagopvang
Buitenschoolse opvang
1
2
E.3.1 Geen handhavingsactie nodig Geen nadere handhavingsactie noodzakelijk
E.3.2 Wel handhavingsactie nodig, inzet acties tot 1 april 2011 1. Schriftelijke waarschuwingen aan houder (ook vooraankondigingen, behalve wanneer hier een aanwijzing uit volgt) 2. Aantal aanwijzingen gegeven door B&W 3. Aantal keren inzet van de volgende handhavingsinstrumenten (schriftelijk bevel, verlenging van de schriftellijke bevelen, verboden om in exploitatie te nemen, verboden om exploitatie voort te zetten, bestuurlijke boeten, uit register verwijderde centra) 4. Aantal keren inzet van de volgende handhavingsinstrumenten (Hanteren bestuursdwang, opleggen dwangsom, strafrechtelijke opsporing) E.3.3 Aantal nog niet ingezette handhavingsacties/instrumenten naar aanleiding van de afgeronde rapporten in 2010 van de nadere onderzoeken Dagopvang
Buitenschoolse opvang
Aantal rapporten waar handhaving geadviseerd is, maar nog niet is ondernomen op 1 april 2011 Ruimte voor toelichting
E. Nadere onderzoeken E.4 Wat is het resultaat van de ingezette handhavingsacties voortvloeiend uit de afgeronde rapporten nadere onderzoeken in 2010 Dagopvang Buitenschoolse (totaal opvang (totaal aantal) aantal) Resultaat actie 1. De tekortkoming is opgeheven binnen de afgesproken termijn 2. De tekortkoming is opgeheven maar na de afgesproken termijn 3. De afgesproken termijn om de tekortkoming op te heffen is nog niet afgelopen 4. Geen inzicht 5. Anders namelijk 6. Totaal Ruimte voor toelichting
E. Nadere onderzoeken
9
F. Controle op de ingevulde gegevens en algemene toelichting Controleer de gegevens volgens de controlepunten opgenomen in de toegestuurde controletoets. Deze controle moet u voor verzending van de jaarverantwoording aan de Inspectie van het Onderwijs uitvoeren. Hieruit volgt direct of de verantwoording consistent is ingevuld. Als dit niet het geval is, moet u de gegevens verbeteren. F.1 Is de gemeentelijke verantwoording na uitvoering van de controletoets consistent? Ja Nee
F. Controle op de ingevulde gegevens en algemene toelichting F.2 Algemene toelichting Indien u nog behoefte heeft aan een korte toelichting op de gegeven antwoorden, dan kunt u dat hier aangeven.
F. Controle op de ingevulde gegevens en algemene toelichting U bent aan het einde gekomen van de vragenlijst. Wij danken u vriendelijk voor het invullen van het Jaarverslag Kinderopvang 2010. Als u de vragenlijst eenmaal heeft verzonden, is deze niet meer beschikbaar. U kunt onderaan de pagina de ingevulde vragenlijst printen of downloaden als pdf. Wij raden aan voor een goede afdruk gebruik te maken van de optie ?pdf downloaden?. U kunt het verslag dan ook digitaal bewaren. Klik op ?Verstuur? om de vragenlijst naar de inspectie te verzenden.
E. Nadere onderzoeken
10
OPENBAAR
1
Adviseur: N.C. Kager (WSO, tst. 439) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte
11.02259
INFORMATIENOTA POLITIEKE RONDE d.d. 12 april 2011 Programma en product 4.7 Sociale Infrastructuur - Onderwijs Oegstgeest, 29 maart 2011 Aan de raad
Onderwerp Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland Kennis nemen van Ø het jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland 2009/2010. Inleiding Het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (“RBL”) voert voor de regiogemeenten, waaronder Oegstgeest, de leerplichtwet uit. De resultaten van het afgelopen schooljaar 2009/2010 zijn in het jaarverslag verwerkt. De belangrijkste punten uit dit jaarverslag voor de gemeente Oegstgeest staan in deze raadsinformatienota. In het jaarverslag van het RBL wordt informatie gegeven over de behaalde resultaten van de leerplichtfunctie, de kwalificatieplicht, de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC-functie) en de leerlingenadministratie. Het RBL maakt als organisatie deel uit van de Sociale Agenda van Holland Rijnland. Het RBL heeft een beleidsplan opgesteld voor leerplicht voor de periode 2009 t/m 2012. In het beleidsplan heeft het RBL haar missie, visie en speerpunten geformuleerd. In het verslagjaar is gestart met het uitvoering geven aan deze punten. Zo hebben de leerplichtambtenaren het afgelopen schooljaar schoolbezoeken afgelegd (basisscholen eenmaal, voortgezet onderwijs driemaal) om het verzuimbeleid en verzuimregistratie te bespreken. In de schooljaren hiervoor werden de scholen ook regelmatig bezocht, maar vanaf dit verslagjaar gebeurt dit op vaste momenten. Omdat deze werkwijze helemaal nieuw is, zijn nog niet alle scholen volgens schema bezocht. De scholen die bezocht zijn, hebben grotendeels positief gereageerd op deze bezoeken van de leerplichtambtenaar. Het RBL heeft in de “handreiking voor schoolbezoeken” uitgewerkt wat besproken moet worden met de scholen, zodat de gesprekken op een eenduidige manier gevoerd worden. Leerplichtambtenaren werken meer en meer op locatie en kunnen daarbij gebruik maken van een laptop en mobiele telefoon. In het najaar van 2009 is de Halt-afdoening van licht schoolverzuim (spijbelen en te laat komen) gestart, als aanvulling op andere maatregelen die de leerplichtambtenaar kan nemen. Halt is een prejustitiële sanctie die zich richt op leerplichtige jongeren van 12
tot en met 17 jaar. In de periode januari tot en met juni 2010 zijn 28 jongeren uit de regio naar Halt verwezen, hiervan zijn 17 Halt-verwijzingen inmiddels afgerond. Samenvatting/mededeling Leerplichtadministratie De registratiemedewerkers van het RBL houden de leerlingenadministratie bij van de gemeente Oegstgeest. Leerplicht Tabel 70: Behandelde jeugdigen Oegstgeest 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) 3.966 Behandeld door RBL 100 Percentage 2,52%
2008/2009 3.985 115 2,89%
Tabel 71: Schoolverzuim Oegstgeest Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 0 Luxe 17 18 Signaal 41 37 Tabel 72: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Oegstgeest Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 1 0 3B 0 0 5 sub A 7 5 5 sub B 2 0 5 sub C 6 10 5A 0 0 11C 0 0 11G 1 2 15 1 2 Totaal 18 19
Artikel
5 sub a 5 sub b
: :
5 sub c 11 g 15
: : :
lichamelijke en psychische ongeschiktheid bezwaar tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning inschrijving school in het buitenland verzoek om vrijstelling voor meer dan 10 dagen vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs
2
Tabel 73: Justitiële afhandeling Oegstgeest PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 0 2 Boete 0 2 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 7 6 Boete 0 2 Dagvaarding 5 2 Trip 2 3 Sepot 0 1 Lopend 0 0
Van de 100 behandelde jeugdigen waren er 41 gevallen van signaalverzuim. Voor 7 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 17 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is geen proces-verbaal opgemaakt. Er zijn geen gevallen van absoluut verzuim geconstateerd. Er zijn 18 aanvragen voor vrijstelling ingediend, waarvan 6 voor artikel 5 sub c (volgen van onderwijs in het buitenland) en 7 voor artikel 5 sub a (vrijstelling vanwege psychische of lichamelijke gronden). De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. De leerplichtambtenaar heeft in het verslagjaar deelgenomen aan het ZAT voor de basisscholen en de ZAT’s van het Rijnlands Lyceum, het Teylingen College en het Wellant College. De onderlinge contacten verlopen soepel, men weet elkaar goed te vinden voor overleg. De leerplichtambtenaar neemt ook deel aan de door de gemeente opgezette Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid, waarin onder andere de gemeente, scholen, politie en jongerenwerk vertegenwoordigd zijn. In deze stuurgroep worden trends, ontwikkelingen en knelpunten gesignaleerd en nagedacht over een integrale aanpak. Daarnaast heeft de leerplichtambtenaar een bijdrage geleverd aan de organisatie van de informatiemarkt voor (ouders van) 10+ jeugd. Op deze informatiemarkt konden ouders en jongeren allerlei informatie krijgen op het gebied van onderwijs, hulpverlening en vrije tijd. Deze informatiebijeenkomst is in het verslagjaar voor de tweede keer georganiseerd . Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 176 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 109 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 67 nieuw. In het verslagjaar zijn 84 jongeren afgemeld als vsv’er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 92.
3
Tabel 74: Voortijdig schoolverlaters Oegstgeest naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 0 1 1 16 jaar 2 3 5 17 jaar 2 22 24 18 jaar 10 21 31 19 jaar 23 9 32 20 jaar 19 5 24 21 jaar 21 3 24 22 jaar 32 2 34 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 109 67 176 Tabel 75: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Oegstgeest Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 13 33 15 5 7 11 84
Ontwikkelingen Wanneer de leerplichtcijfers worden vergeleken met het voorgaande schooljaar, levert dit het volgende beeld op: Het aantal behandelde leerlingen is ongeveer gelijk gebleven. De invoering van de kwalificatieplicht in 2007 is inmiddels goed ingebed en scholen en onderwijsinstellingen blijven het belang van het melden inzien. Het aantal meldingen vanuit het VO is gestegen ten opzichte van het jaar hiervoor. Met name het aantal 17-jarigen dat gemeld is, is enorm gestegen. Een oorzaak hiervan kan zijn dat scholen meer het belang zijn gaan zien van het melden van te laat komen en licht verzuim. Na aanvankelijk een enorme toename van het aantal meldingen vanuit het mbo zijn er uiteindelijk toch minder meldingen geweest dan het schooljaar hiervoor. Het RBL signaleert dat het registreren en het melden van verzuim extra aandacht behoeft. Wanneer de vsv-cijfers worden vergeleken, levert dit het volgende beeld op: Het totale aantal vsv’ers is licht gestegen: van 4125 in het schooljaar 2008/2009 naar 4215 in het afgelopen schooljaar. Het is moeilijk te verklaren hoe dat komt. Het RBL heeft veel inspanningen gepleegd om het aantal vsv’ers terug te dringen. Zo is het verlenen van vrijstellingen bij 16- en 17-jarigen sinds de invoering van de kwalificatieplicht sterk gereduceerd. Het aantal vsv’ers in die groep is gedaald, 4
terwijl het aantal schoolverlaters zonder startkwalificatie gestegen is bij de 18jarigen. We zien dus een verschuiving. Ook is het zo dat de grootste groep uitvallers afkomstig is uit het mbo. Het registreren van verzuim, het melden van verzuim en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten blijft lastig. Knelpunten leerplicht Melden van verzuim Hoewel het vanaf 1 september 2009 verplicht is gesteld dat VO scholen het schoolverzuim melden via het digitaal loket van DUO (voorheen IB-groep), maken nog niet alle scholen hier gebruik van. Scholen zijn wettelijk verplicht hun meldingen digitaal via DUO te doen en het RBL wordt er vanuit het ministerie van OCW op aangesproken dat nog niet alle scholen dit doen. LBA Doordat de invoering van het nieuwe registratiesysteem niet aan het begin van het schooljaar kon plaatsvinden, maar per 1 december gerealiseerd is, konden een aantal wensen en ambities niet (volledig) doorgevoerd worden. Er is een start gemaakt met het aanleggen van schooldossiers. Leerplichtambtenaren zijn in het verslagjaar begonnen met het periodiek afleggen van schoolbezoeken (bo eenmaal per jaar, vo driemaal per jaar). In de schooldossiers wordt onder andere gekeken naar het aantal meldingen per school in verhouding tot het aantal leerlingen. Maar ook meer kwalitatieve informatie zoals verlofaanvragen en verzuimbeleid. Halt Nog niet alle scholen in de regio doen mee aan de Halt-afdoening. Dit gegeven is onderdeel van de evaluatie die het RBL heeft met bureau Halt in het najaar van 2010. Samenwerking Curium VO/SVO Als een leerling geplaatst wordt in één van de afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum Curium, is het zo dat de leerling als dit traject afgerond wordt, snel weer een onderwijsplek zou moeten hebben. Door knelpunten in de samenwerking tussen Curium en het onderwijs gebeurt dit nog onvoldoende. Het RBL tracht hier met partijen oplossingen voor te vinden. Absoluut verzuim Bij het digitaal inlezen van de in- en uitschrijvingen van de basisscholen is de leerlingenadministratie geconfronteerd met een aantal tegenslagen op technisch gebied. Hierdoor was er pas laat in het schooljaar goed zicht op het aantal absoluut verzuimers in het basisonderwijs. In het nieuwe schooljaar verloopt dit voorspoedig. Schooldossiers Het aanleggen en gebruiken van de schooldossiers wordt komend schooljaar verder uitgewerkt. Doorlooptijden Het nieuwe registratiesysteem maakt het meten van en het sturen op doorlooptijden mogelijk. Het gaat hierbij om doorlooptijden waar het RBL zelf verantwoordelijk voor is, bijvoorbeeld het verlenen van vrijstellingen. Voor een aantal doorlooptijden is het RBL afhankelijk van ketenpartners zoals Bureau Jeugdzorg en het OM. 5
Knelpunten VSV Verzuim 18+ Het MBO heeft de wens dat verzuim 18- en 18+ op dezelfde manier opgepakt wordt. Doordat er voor een student van 18+ geen sanctiemiddelen zijn als het gaat om verzuim is dit lastig. Er is sinds dit voorjaar een start gemaakt met het in behandeling nemen van verzuimmeldingen 18+ en dreigend voortijdig schoolverlaten 18+. Met de scholen zijn wij aan het zoeken hoe we ook deze groep verzuimende studenten kunnen aanspreken op hun gedrag met als doel om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Bewustwording Uit de vsv-cijfers blijkt dat de groep vsv’ers van 18 jaar flink gestegen is. De noodzaak van een sluitende aanpak om voortijdig schoolverlaten juist bij deze groep tegen te gaan, is niet altijd in de werkwijze van het RBL tot uiting gekomen. De leerplichtambtenaren moeten zich meer bewust gaan worden van hun rol bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten bij 18 jarigen. Zowel bij een individuele leerling als tijdens hun periodieke schoolbezoeken. In de scholenbezoeken is voortijdig schoolverlaten onderwerp van gesprek. Er wordt per school gekeken hoeveel vsv’ers die school in een bepaalde periode heeft en wordt besproken wat daaraan gedaan kan worden. Op deze manier is ook op de scholen voor voortgezet onderwijs vsv onder de aandacht. Aanbevelingen Scholenbezoeken De scholenbezoeken worden komend schooljaar voortgezet. Doel hiervan is het beter in beeld krijgen van de individuele leerling zowel voor school als voor de leerplichtambtenaar. Daarnaast versterkt het de samenwerking tussen school en leerplicht. Nieuw werkproces nieuwe voortijdig schoolverlaters Er is een apart werkproces gemaakt voor nieuwe voortijdig schoolverlaters. Met deze werkwijze wil het RBL jongeren beter in beeld krijgen en sneller terugleiden naar onderwijs of werk in combinatie met leren. Iedere week worden de nieuwe vsv’ers administratief gecontroleerd, gaan we informatie opvragen bij de laatste school en wordt de vsv’er gebeld of bezocht door een RMC-medewerker van het Jongerenloket. Deze nieuwe werkwijze is bij de start van het nieuwe schooljaar besproken met de mbo’s in de regio, contactgemeente Leiden en het Jongerenloket. Ontwikkelen prestatie-indicatoren Het nieuwe registratiesysteem werkt op dit moment nog niet volledig. De komende tijd worden er nog aanpassingen gedaan. Het RBL zal het ontwikkelen van prestatieindicatoren verder uitwerken. Aandacht verzuim mbo Om beter in beeld te krijgen hoeveel leerlingen er verzuimen en welke aanpak gekozen wordt heeft het RBL de wens dat tijdens elk zorgoverleg op het mbo het verzuim van alle leerlingen, dus 18- en 18+ besproken wordt met de leerplichtambtenaar. Consequenties n.v.t.
6
Communicatie De in deze nota beschreven informatie zal ook besproken worden in de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid van Oegstgeest op 24 mei 2011. Vervolg n.v.t. Uitvoering n.v.t. Bijlage (ter inzage): Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL) 2009/2010.
7
Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht 2009/2010 Concept 16 november 2010
Het RBL voert de leerplicht- en rmc-taken uit voor: Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse,, Noordwijk, Noordwijkerhout,
Oegstgeest, Teylingen,Voorschoten, Zoeterwoude.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal Bureau Leerplicht Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden T (071) 523 90 00
[email protected] [email protected] www.rbl-hollandrijnland.net
Jaarverslag 2009/2010
Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
1
Woord vooraf
3
Inleiding
4
1
Ontwikkelingen in 2009/2010
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
Uitvoering leerplichtfunctie voor Holland Rijnland Uitvoeren beleidsplan en werkplan 2009-2012 Extra aandacht voor het MBO Jongerenloket voor Onderwijs en Werk Holland Rijnland Aanval op de uitval Digitalisering en herinrichting werkprocessen Vaststellen ambtsinstructie 2010 Kwaliteitsverbetering Voorlichting en communicatie Samenwerking met partners
2
Regionale informatie leerplicht en voortijdig schoolverlaten
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Taken en werkwijze Preventie en nazorg Schoolverzuim Aanvragen vrijstelling/vervangende leerplicht Wie heeft gemeld Wie zijn er behandeld Justitiële afdoeningen Thuiszitters Voortijdig schoolverlaten
3
Informatie per gemeente leerplicht en voortijdig schoolverlaten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
5 5 5 6 7 7 8 8 9 10 11 13 13 13 14 17 18 19 22 23 24 26 26 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47
4
Ontwikkelingen, knelpunten en aanbevelingen
4.1 4.2 4.3 4.4
Ontwikkelingen Knelpunten leerplicht Knelpunten VSV Aanbevelingen
50 50 50 51 51
Bijlage 1
Afkortingen
53
Bijlage 2
Leerplichtwet en RMC-wetgeving
54
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
2
Woord vooraf Voor u ligt het jaarverslag 2009/2010 van het RBL Holland Rijnland. In dit jaarverslag wordt informatie gegeven over de behaalde resultaten van de leerplichtfunctie en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten (RMC-functie) van het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL). Het RBL is onderdeel van de Sociale Agenda van Holland Rijnland. Het afgelopen schooljaar zijn weer meer meldingen dan het vorige schooljaar behandeld. Vooral vanuit het Voortgezet onderwijs was er sprake van een toename van het aantal meldingen, waarbij met name bij de 17-jarigen een forse groei was van de meldingen. Opvallend daarentegen dat in het mbo sprake was van stagnatie of zelfs daling van het aantal meldingen. Dit terwijl het aantal voortijdig schoolverlaters uit het mbo het afgelopen schooljaar niet substantieel is gedaald. Dit noopt tot het sterker met elkaar verbinden van de leerplichtfunctie met de RMC-functie. Sinds het RBL op de huidige wijze is ingebed in Holland Rijnland en onderdeel uitmaakt van de sociale agenda is er veel gebeurd om de uitoefening van taken te verbeteren. Het RBL is verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerplichtfunctie, de leerlingenadministratie en de Regionale Meld- en coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten. In 2008 heeft de nadruk gelegen op het integreren van alle gemeentelijke leerlingenadministraties bij het RBL. In 2009, doorlopend in 2010, heeft de nadruk gelegen op professionalisering van de leerplichtfunctie door middel van het opstellen van een beleidsplan en het scholen van de leerplichtambtenaren. Daarnaast is het afgelopen jaar flink geïnvesteerd in het verbeteren van de administratieve organisatie door middel van het invoeren van een nieuw werkprocesondersteunend registratiesysteem. De opgave voor de komende periode is nu om de RMC-functie flink te verbeteren. De ontwikkelingen van de afgelopen tijd hebben laten zien dat deze functie steviger en proactiever moet worden opgepakt. Het is nu zaak om met de scholen tot een werkelijk sluitende aanpak van individuele uitvallende leerlingen te komen. We zullen daarom scholen directer aanspreken op hun functioneren waar het gaat om het tegengaan van schooluitval en meer gebruik maken van de gegevens die in het registratiesysteem beschikbaar zijn om scholen en gemeenten te informeren. De leerplichtambtenaren zullen hier naar de scholen toe ook een taak in krijgen. Graag werken we samen met u aan verbetering van de aanpak van voortijdig schoolverlaten.
Ik wens u veel plezier met het lezen van dit verslag. Betty van Oortmerssen, lid Dagelijks bestuur Holland Rijnland, portefeuillehouder Regionaal Bureau Leerplicht.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
3
Inleiding Het jaarverslag start in hoofdstuk 1 met een beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen bij het RBL in het verslagjaar, waaronder het in gebruik nemen van een nieuw registratieprogramma en het uitvoering geven aan het beleidsplan 2009-2012. In hoofdstuk 2 staan cijfers van de regio Holland Rijnland op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten (voor 12 gemeenten) over het schooljaar 2009/2010. Hoofdstuk 3 bevat cijfers per gemeente op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Op deze manier is in één oogopslag per gemeente te zien hoeveel leerlingen verzuimden, hoeveel vrijstellingen zijn verleend en hoeveel processen-verbaal zijn opgemaakt. Ook wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel VSV-ers er geregistreerd zijn. De cijfers zijn voorzien van een korte toelichting. Aanvullend zijn cijfers van het voorgaande jaar opgenomen, om een vergelijking te kunnen maken. In hoofdstuk 4 worden de cijfers vergeleken met voorgaande jaren. Waarneembare trends worden toegelicht. Aan het eind van het hoofdstuk wordt ingegaan op de knelpunten, die in het verslagjaar zijn geconstateerd, en worden aanbevelingen gedaan. In de bijlagen vindt u informatie over de leerplichtwet, de RMC-wetgeving en andere relevante wetgeving. Ook is een lijst met gebruikte afkortingen bijgevoegd.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
4
1
Ontwikkelingen in 2009/2010
1.1 Uitvoering leerplichtfunctie voor Holland Rijnland Het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerplichtfunctie, de kwalificatieplicht, de regionale meld- en coördinatiefunctie en de leerlingenadministratie. Het RBL voerde in het verslagjaar voor het eerst voor alle twaalf gemeenten in RMC-regio 026 de leerplichtfunctie uit. Dit zijn de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Ook de leerlingenadministratie werd voor deze 12 gemeenten gevoerd. De RMC-regio 026 Zuid Holland Noord bestaat uit de 12 gemeenten waarvoor het Regionaal Bureau Leerplicht de leerplichtfunctie uitoefent. De gemeente Leiden is formeel RMC contact gemeente en aanspreekpunt voor het ministerie van onderwijs. De gemeente Leiden heeft haar RMC taken belegd bij Holland Rijnland. De gemeenten Alphen a/d Rijn, Rijnwoude en Nieuwkoop, die per 1 april 2010 deel uitmaken van Holland Rijnland, voeren zelf de leerplichtfunctie uit en maken onderdeel uit van RMC-regio Gouda.
1.2 Uitvoeren Beleidsplan en werkplan 2009-2012 Het RBL heeft een beleidsplan opgesteld voor leerplicht voor de periode 2009 t/m 2012. Ketenpartners en inwoners van Holland Rijnland hebben gelegenheid gekregen hun zienswijze kenbaar te maken. Het beleidsplan is in oktober 2009 vastgesteld in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland, en daarna gedrukt en verspreid onder alle ketenpartners van het RBL. In het beleidsplan heeft het RBL haar missie, visie en speerpunten geformuleerd. In het verslagjaar is gestart met het uitvoering geven aan deze punten. Zo hebben de leerplichtambtenaren het afgelopen schooljaar schoolbezoeken afgelegd (basisscholen eenmaal, voortgezet onderwijs driemaal) om het verzuimbeleid en verzuimregistratie te bespreken. In de schooljaren hiervoor werden de scholen ook regelmatig bezocht, maar vanaf het verslagjaar gebeurd dit op vaste momenten. Omdat deze werkwijze helemaal nieuw is, zijn nog niet alle scholen volgens schema bezocht. De scholen die bezocht zijn, hebben grotendeels positief gereageerd op deze bezoeken van de leerplichtambtenaar. Het RBL heeft in de “handreiking voor schoolbezoeken” uitgewerkt wat besproken moet worden met de scholen, zodat de gesprekken op een eenduidige manier gevoerd worden. Leerplichtambtenaren werken meer en meer op locatie en kunnen daarbij gebruik maken van een laptop met dongel en mobiele telefoon. In het najaar van 2009 is de Halt-afdoening van licht schoolverzuim (spijbelen en te laat komen) gestart, als aanvulling op andere maatregelen die de leerplichtambtenaar kan nemen. Halt is een prejustitiële sanctie die zich richt op leerplichtige jongeren van 12 tot en met 17 jaar. In de periode januari tot en met juni 2010 zijn 28 jongeren uit de regio naar Halt verwezen, hiervan zijn 17 Haltverwijzingen inmiddels afgerond.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
5
1.3 Extra aandacht voor het MBO Sinds de invoering van de kwalificatieplicht (1 augustus 2007) moeten alle jongeren tot 18 jaar naar school tot zij een startkwalificatie hebben. In de praktijk blijkt de overgang van VMBO naar MBO een kwetsbare stap te zijn. Dit leidt niet alleen tot veel verzuim, maar ook het risico op uitval is groot. In deze paragraaf wordt beschreven welke activiteiten het RBL in het verslagjaar heeft ondernomen op dit gebied. De vier leerplichtambtenaren die de verschillende units van ROC Leiden in hun pakket hebben, hebben in het verslagjaar deelgenomen aan de interne zorgoverleggen die sinds het schooljaar 2009-2010 op de verschillende units gehouden worden. Daarnaast is er ook 2 keer het afgelopen schooljaar een ROC breed ZAT geweest. Ook daaraan hebben de leerplichtambtenaren deelgenomen. De leerplichtambtenaar van het ROC ID College heeft een keer per drie weken het verzuimoverzicht doorgenomen met het schoolmaatschappelijk werk, de verzuimmedewerker en iemand van het onderwijs service centrum om de aanpak te bespreken. Gedurende het schooljaar was er ook een ZAT waar de leerplichtambtenaar aan heeft deelgenomen. De leerplichtambtenaren die het mbo in hun pakket hadden, waren niet zoals voorgaande jaren standaard een dagdeel aanwezig op het mbo, maar hebben wel gesprekken op de verschillende locaties gevoerd met jongeren, deelnemerbegeleiders en ouders. Eén van de leerplichtambtenaren van het RBL is gedurende het schooljaar gedetacheerd geweest bij ROC Leiden. Hij heeft als presentiespecialist ROC Leiden geadviseerd bij het invoeren van een presentieprotocol. Daarnaast heeft hij zich bezig gehouden met begeleiden van de deelnemerbegeleiders bij het melden van verzuim en voorlichting gegeven op de verschillende locaties. In het kader van de kwalificatieplicht en het behalen van een startkwalificatie is het belangrijk dat jongeren na het behalen van een vmbo-diploma een mbo-opleiding gaan volgen. Het RBL heeft daarom in de maanden mei t/m augustus 2010 het project sluitende keten uitgevoerd in samenwerking met het “Ons Platform” (Platform aansluiting VMBO-MBO-HBO). Dit is een breed samenwerkingsverband waarin de scholen voor vmbo, mbo en hbo in de regio samenwerken. Tijdens het project Sluitende Keten hebben decanen en leerlingbegeleiders van vmbo-scholen de leerlingen die hun examen gehaald hadden, en van wie nog niet bekend was of ze een vervolgopleiding gingen doen, aangemeld bij het RBL. De leerplichtambtenaren van het RBL hebben naar aanleiding van de lijsten die de decanen hebben aangeleverd, in totaal 119 leerlingen benaderd. Van hen hebben 104 alsnog laten weten waar ze zich hebben ingeschreven, 15 leerlingen hebben een tweede brief gekregen. In september 2010 stonden uiteindelijk nog 5 van de aangemelde leerlingen niet ingeschreven op een school. Zij worden door de leerplichtambtenaar bezocht. Verzuimmeldingen van leerlingen vanaf 18 jaar worden vanaf het voorjaar 2010 door het Jongerenloket in behandeling genomen. De RMC- functie en ROC Leiden hebben in het schooljaar 2009/2010 samen inzet gepleegd om de vsv’ers in beeld te krijgen met als doel ze terug te leiden naar onderwijs. Er is extra RMC- inzet vanuit het Jongerenloket gepleegd om alle vsv’ers van ROC Leiden en ROC ID College uit het hele schooljaar administratief te checken. Het ROC Leiden en de extra medewerker van het jongerenloket hebben vervolgens gezamenlijk de vsv’ers die uitgevallen zijn bij het ROC Leiden gebeld. Tevens heeft deze medewerker van het Jongerenloket voor het ROC ID College de uitgevallen jongeren gebeld. De resultaten van deze actie zijn nog niet samen met ROC Leiden in beeld gebracht. De ervaringen van de belactie hebben er toe bijgedragen dat we voor komend schooljaar een nieuw RMC werkproces hebben ontwikkeld. Doel hiervan is het directer benaderen van de vsv’er en scholen meer confronteren met de leerlingen die hun school zonder startkwalificatie verlaten.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
6
1.4 Jongerenloket voor Onderwijs en Werk Holland Rijnland De RMC-trajectbegeleiders van het RBL werken in het Jongerenloket voor Onderwijs en Werk Holland Rijnland. Bij het Jongerenloket kunnen jongeren van 16 tot 23 jaar terecht voor advies en begeleiding naar school, werk of een combinatie van werken en opleiding. Wanneer dat nodig is, verwijst het Jongerenloket naar (gezondheids)zorg instanties. De trajectbegeleiders van het Jongerenloket begeleiden de jongeren gedurende het hele traject totdat ze aan het werk zijn of weer op school zitten. Het Jongerenloket is een samenwerking van de gemeenten in Holland Rijnland, de (inter)gemeentelijke sociale diensten, UWV Werkbedrijf Leiden, UWV Werkbedrijf Lisse, ROC ID College, ROC Leiden en Regionaal Bureau Leerplicht. Jongeren kunnen een afspraak maken of binnen lopen bij een van de loketten in UWV Werkbedrijf Leiden of UWV Werkbedrijf Lisse. Ook is het mogelijk dat hulpverleners en scholen de jongeren doorverwijzen naar het Jongerenloket. Door een goede overdracht (de zogenaamde ‘’warme overdracht’’ tussen onderwijs en Jongerenloket) hoopt het Jongerenloket jongeren sneller weer op de rit te kunnen hebben en te voorkomen dat ze uit beeld raken. Begin 2010 is het Jongerenloket begonnen met een actieve benadering van niet leerplichtige leerlingen die in verband met verzuim via DUO gemeld worden. Er wordt zoveel mogelijk telefonisch contact gezocht met de jongeren. Indien nodig wordt ook contact opgenomen met de meldende school. De leerplichtambtenaren werkten in het verslagjaar nauw samen met het jongerenloket. Bij leerplichtige jongeren van 16 of 17 jaar die bijvoorbeeld een verkeerde schoolkeuze hebben gemaakt, blijkt begeleiding door het jongerenloket onder regie van de leerplichtambtenaar een goede werkwijze. De medewerkers van het Jongerenloket hebben veel kennis van leer/werktrajecten en hulpverlening. Daarnaast geven de trajectbegeleiders advies en ondersteuning zodat de jongere zijn/haar doel kan bereiken.
1.5
Aanval op de uitval
Schooljaar 2009-2010 was het derde jaar dat in het kader van het convenant voortijdig schoolverlaten met extra rijksmiddelen de aanval op voortijdig schooluitval is ingezet. Het Rijk stelt naast convenantmiddelen extra subsidie aan de RMC-regio beschikbaar om op regionaal niveau maatregelen in te zetten. In de laatste twee convenantjaren (2010 en 2011) zal de focus verschoven worden naar die plekken waar de meeste uitval plaatsvindt: (de overgang naar) het MBO. Met de volgende maatregelen is in het afgelopen schooljaar een start gemaakt: Opvanggroepen in het mbo voor leerlingen die een verkeerde opleiding hebben gekozen Presentieaanjager in het mbo Motivatieprogramma workskills Programma loopbaandenken t.b.v. oriëntatie op de juiste studie Versterking zorgstructuur ROC Leiden Naast maatregelen die uitval (in de overgang naar) het mbo moeten voorkomen werd de inzet van schoolmaatschappelijk werk en orthopedagogische ondersteuning in het voortgezet onderwijs gecontinueerd. Ook zijn er voor 2010 en 2011 vanuit het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld voor een Plusvoorziening voor overbelaste jongeren. Contactschool ROC Leiden heeft met alle betrokken partijen in de regio (zowel onderwijs, gemeenten als zorgverlening) een plan hiervoor opgesteld. Deze ‘plusvoorziening’ is geen fysieke voorziening, maar er wordt gewerkt met coaches vanuit zorginstellingen voor deze zorgleerlingen. In mei 2010 is de plusvoorziening van start gegaan en op 13 september 2010 is deze formeel geopend. Holland Rijnland heeft de laatste maanden van het schooljaar gewerkt aan een visie vsv in de regiegroep vsv. Hierbij zijn op basis van de analyse van de vsv-cijfers prioriteiten benoemd. Deze worden uitgewerkt in een meerjaren programma.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
7
1.6 Digitalisering en herinrichting werkprocessen Voor het uitoefenen van de leerplicht- en RMC-functie is het van belang dat het RBL de beschikking heeft over een sluitende leerlingenadministratie van leerplichtige leerlingen en van niet-leerplichtige leerlingen tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dan kan absoluut verzuim van leerplichtige leerlingen en voortijdig schoolverlaten snel gesignaleerd worden, en kan er passende actie ondernomen worden. In augustus 2006 is het RBL begonnen met het namens de gemeenten bijhouden van de gemeentelijke leerlingenadministraties. Dit is gefaseerd per gemeente overgenomen en aan het begin van het verslagjaar waren alle administraties overgeheveld. Dit betekent dat scholen nu één loket hebben voor de hele regio Holland Rijnland om zowel hun in- en uitschrijvingen als hun verzuimmeldingen en voortijdig schoolverlaten door te geven. Alle in- en uitschrijvingen van de VO-scholen en MBO-instellingen komen via de Dienst Uitvoering Onderwijs bij het RBL terecht en worden daar eens per twee weken verwerkt. De in- en uitschrijvingen van de basisscholen werden nog door de scholen zelf aan het RBL doorgegeven. In de loop van het schooljaar is het RBL begonnen met het digitaal inlezen van de inen uitschrijvingen van de basisscholen. Gedurende het verslagjaar hebben steeds meer scholen hun administraties zodanig ingericht dat de gegevens digitaal ingelezen kunnen worden door het RBL. Op dit moment worden de in- en uitschrijvingen van vrijwel alle basisscholen digitaal verwerkt. Het RBL is op het landelijke GBA aangesloten. Lastig punt is dat het RBL geen GBA-informatie van 18 tot 23-jarigen ontvangt (ten behoeve van de vsv-registratie). Dit knelpunt wordt door Ingrado en het Ministerie van OCW besproken met BPR. In het verslagjaar heeft het RBL een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt door een nieuw registratiesysteem, LBA, in gebruik te nemen. Dit vervangt de registratieprogramma’s G4lpa en G4RMC. Hieraan voorafgaand zijn samen met adviesbureau Radar de bestaande werkprocessen opnieuw geordend en beschreven. Het nieuwe registratiesysteem is op 1 december 2009 door het RBL in gebruik genomen. LBA ondersteunt de leerplichtambtenaren bij het registreren van hun werk, het bewaken van termijnen, het sturen op doorlooptijden etc. Ook biedt LBA meer mogelijkheden voor het uitdraaien van rapportages, en dus het leveren van management- en beleidsinformatie. Doordat in het verslagjaar informatie uit het oude systeem (G4lpa) en het nieuwe systeem LBA samengevoegd is, geven de cijfers een iets ander beeld dan voorgaande jaren. Een aantal meetpunten is moeilijker met voorgaande jaren te vergelijken. Verder zijn sommige rapportagewensen nog niet te realiseren, bijvoorbeeld de doorlooptijden zijn nog niet te rapporteren. Met ingang van 1 september 2009 zijn VO-scholen en MBO-instellingen verplicht verzuim te melden via het digitale loket voor Verzuim en VSV van DUO (voorheen Informatie Beheer Groep).In het verslagjaar hebben nog niet alle VO-scholen gebruik gemaakt van dit loket. Zij gebruikten liever het bestaande meldingsformulier van het RBL, waarop zij veel meer informatie over de leerling en diens situatie kwijt kunnen. Dit knelpunt is doorgegeven aan DUO. Er is nu een koppeling mogelijk met het eigen registratiesysteem van de school. Daarnaast is DUO steeds aan het zoeken hoe het systeem geoptimaliseerd kan worden, onder andere door het houden van enquêtes om erachter te komen wat de wensen van gebruikers zijn.
1.7 Vaststellen ambtsinstructie 2010 Artikel 16 van de Leerplichtwet stelt dat er een ambtsinstructie moet worden vastgesteld voor de leerplichtambtenaar. Hierin moet vermeld worden hoe de wettelijke taken die de gemeente zijn opgelegd worden uitgevoerd. Tevens wordt hierin aangegeven met welke instanties de leerplichtambtenaren bij de uitvoering van hun taken dienen samen te werken. Dit alles heeft tot doel om ervoor te zorgen dat leerplicht het karakter heeft van maatschappelijke zorg. Kort na de start van het RBL, in maart 2003, heeft de toenmalige stuurgroep RBL een vrij beknopte ambtsinstructie voor het RBL vastgesteld.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
8
Met de inbedding van het RBL bij Holland Rijnland (per 1 januari 2007) en het opstellen van het beleidsplan leerplicht 2009-2012 werd het zaak de ambtsinstructie aan te passen. Daarnaast hebben een aantal landelijke wijzigingen (zoals de invoering van de kwalificatieplicht en de invoering van het digitale loket DUO), geleid tot een nieuw format. Dit format is gemaakt door Ingrado, de landelijke vereniging voor leerplicht en RMC. Het Dagelijks Bestuur heeft op 3 juni 2010 een nieuwe ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaren van het RBL vastgesteld. De nieuwe ambtsinstructie biedt de medewerkers van het RBL een duidelijk kader waarbinnen de taken uitgevoerd moeten worden. Het stuk is opgenomen in het kwaliteitshandboek van het RBL. Ook voor de ketenpartners met wie het RBL samenwerkt, geeft de ambtsinstructie een duidelijk inzicht in de taken van het RBL. Op dit moment spelen er nog enkele ontwikkelingen die wellicht invloed hebben op de ambtsinstructie. Het gaat om de volgende zaken: • •
•
In de regio wordt gewerkt aan de verwijsindex. Dit heeft ook consequenties voor de werkwijze van de leerplichtambtenaren. Dit moet nog uitgewerkt worden en zal te zijner tijd worden toegevoegd aan de ambtsinstructie. Onlangs is de wijziging van de Kinderbijslagwet (waarbij verzuim van kwalificatieplichtigen gemeld kan worden bij de SVB) van kracht geworden. Het RBL vraagt zich af of het wenselijk is dat de leerplichtambtenaren dit instrument ook daadwerkelijk in gaan zetten. Bij de besluitvorming hierover zal worden gekeken of het intrekken van de kinderbijslag bij kwalificatieplichtigen bijdraagt aan het oplossen van het schoolverzuim. Landelijk wordt gekeken naar de mogelijkheden voor het toepassen van een dwangsom bij leerplichtzaken. Dit bestuursrechtelijke handhavinginstrument is op het vlak van de leerplichttaken nog niet veel toegepast. Uit jurisprudentie is wel gebleken dat de bevoegdheid daartoe bestaat. Deze sanctie kan onder bepaalde omstandigheden effectiever zijn dan het opmaken van proces-verbaal, vooral wanneer voor voortzetting van de overtreding, dan wel herhaling daarvan, gevreesd moet worden. Alhoewel de gemeenten binnen Holland Rijnland hun bevoegdheden op het terrein van de Leerplichtwet hebben overgedragen aan Holland Rijnland, hebben zij niet expliciet de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang (op grond van artikel 125 Gemeentewet) overgedragen aan Holland Rijnland. Dus is Holland Rijnland ook niet bevoegd om een dwangsom op te leggen in verband met een overtreding van de Leerplichtwet. In de toekomst zal besluitvorming plaatsvinden aan de hand van een notitie waarin nader wordt uitgewerkt in welke gevallen dit middel toegepast kan worden. Daarbij dient zorg gedragen te worden voor aanpassing van de Gemeenschappelijke regeling op dit punt, alvorens dit onderwerp op te nemen in de ambtsinstructie.
1.8 Kwaliteitsverbetering Ook in het schooljaar 2009/2010 heeft het RBL weer gewerkt aan het beheer van het interne kwaliteitssysteem. Deze inspanningen hebben ertoe geleid dat het kwaliteitsysteem van het RBL op 17 augustus 2010 is beoordeeld door de externe auditor, waardoor het RBL de certificering volgens NEN-EN-ISO 9001:2008 behoudt. In het kader van de ISO-certificering is ook een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder scholen, gemeenten en ouders en jongeren. Er kan worden geconcludeerd dat over het algemeen alle betrokken partijen tevreden zijn met de diensten van het RBL. Vooral het contact met de leerplichtambtenaren, de bereikbaarheid en informatievoorziening worden positief ervaren. Het RBL is blij dat de maatregelen om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren (betere bezetting van de receptie, mobiele telefoons voor de leerplichtambtenaren), resultaat hebben gehad. Punten waar verbetering in kan worden gebracht zijn voor elke partij verschillend. Zo ontvangen niet alle gemeenten een nieuwsbrief en zijn niet alle basisscholen voorgelicht over het meldingsprotocol. Wat de ouders/verzorgers betreft gaat het vooral om sneller contact dat moet worden gemaakt na de melding van school. Gemiddeld krijgt het RBL het rapportcijfer 7,5 (vorig jaar een 8,1, toen hebben alleen ouders/jongeren een rapportcijfer gegeven).
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
9
In het verslagjaar is 1 klacht ingediend, deze is volgens het klachtenreglement van Holland Rijnland afgehandeld. Er zijn ook bezwaren ingediend tegen (de inhoud van) besluiten van de leerplichtambtenaren. Deze zaken zijn behandeld in de Commissie Beroep en Bezwaar van de gemeente Leiden. In het verslagjaar is uitvoering gegeven aan het opleidingsplan. Drie medewerkers hebben opnieuw de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) gevolgd, omdat hun bevoegdheid niet langer geldig was. Zij zijn inmiddels weer beëdigd als BOA, zodat zij bij overtredingen van de leerplichtwet een proces-verbaal kunnen opmaken. Een medewerker heeft de vakopleiding leerplicht afgerond. Twee nieuwe medewerkers volgden, vooruitlopend op de vakopleiding, de beginnerscursus leerplichtambtenaar, zodat zij over basiskennis van de leerplichtwet beschikken. Drie medewerkers volgend een ciep-cursus, zodat zij op dezelfde wijze als de collega’s hun digitale en papieren werkarchief beheren. Alle leerplichtambtenaren, de teamleider, de manager en een secretariaatsmedewerker volgden een agressietraining, om te leren omgaan met eventuele agressie in gesprekken, en te leren ingrijpen volgens het agressieprotocol van Holland Rijnland. Alle leerplichtambtenaren en de teamleider hebben daarnaast in het verslagjaar een intensief opleidingstraject van BMC gevolgd, dat was gericht op het adviseren van scholen, het aanspreken van scholen op hun verantwoordelijkheid passend onderwijs te bieden en intervisie binnen het team. In het werkoverleg wordt gezamenlijk casuïstiek besproken, hier kunnen de leerplichtambtenaren elkaar consulteren en tot een afgestemde aanpak komen. Verder zijn enkele organisaties te gast geweest in het werkoverleg van de leerplichtambtenaren om iets te vertellen over hun werkzaamheden en nadere afspraken te maken over de samenwerking met leerplicht. Zo zijn er medewerkers geweest van Key to Success en Halt. Ook was een werkoverleg op locatie met medewerkers van Workskills en heeft een themabijeenkomst plaatsgevonden met medewerkers van het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdreclassering over zorgleerlingen. De juridisch medewerker van Holland Rijnland heeft in het werkoverleg een korte uitleg gegeven over de Algemene Wet bestuursrecht. In het verslagjaar hebben medewerkers van het RBL deelgenomen aan bijeenkomsten van Ingrado, de beroepsvereniging voor leerplicht en RMC.
1.9 Voorlichting en communicatie Leerplichtambtenaren hebben in het verslagjaar een groot aantal scholen en directeurenoverleggen in de regio bezocht, om voorlichting te geven over leerplicht en de kwalificatieplicht. Op donderdag 18 maart 2010 vond de Dag van de Leerplicht plaats. Ook dit jaar stond het thema ’School? Bekijk ‘t... eens anders!’ centraal. Want naar school gaan is niet alleen een plicht maar vooral ook heel erg leuk. Kinderen hebben het recht om zich te ontwikkelen en een diploma te halen. Om zoveel mogelijk leerlingen, ouders en scholen hiervan bewust te maken, heeft het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland een tekst over leerplicht gemaakt, die scholen konden gebruiken om op te nemen in hun schoolkrant of nieuwsbrief, of op de website van hun school konden plaatsen. In het verslagjaar is driemaal een Nieuwsbrief verzonden naar alle deelnemende gemeenten, alle scholen in de regio en de ketenpartners van het RBL. Tot slot heeft het RBL op verzoek van enkele gemeenteraden presentaties verzorgd in raadscommissies.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
10
1.10 Samenwerking met partners Voor de uitvoering van de taken op het gebied van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten is samenwerking met de scholen en instellingen noodzakelijk. Er zijn veel factoren die de schoolloopbaan van een leerling kunnen beïnvloeden. Het is aan het RBL en de ketenpartners om eventuele belemmeringen te signaleren en waar mogelijk weg te nemen. Met dit doel heeft het RBL in het verslagjaar samengewerkt met de volgende partijen. Regiogemeenten De leerplichtambtenaren hebben contact met de beleidsmedewerker onderwijs in de gemeenten, over de gang van zaken in de gemeente, het plaatsen van leerlingen in door de gemeente bekostigde trajecten, etc. Zij hebben ook deelgenomen aan signaleringsnetwerken en veiligheidsoverleggen in de diverse gemeenten. Naast het jaarverslag zijn in januari 2010 en augustus 2010 halfjaarrapportages verzonden aan de gemeenten, om hen tussentijds op de hoogte te brengen van de stand van zaken m.b.t. leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Scholen en onderwijsinstellingen In het verslagjaar hebben de leerplichtambtenaren van het RBL de scholen en mbo-instellingen bezocht om het melden van verzuim onder de aandacht te brengen. Ook tijdens de schoolbezoeken die de leerplichtambtenaren afgelegd hebben (VO drie maal, PO eenmaal per schooljaar) is hier over gesproken. In het verslagjaar was er in de regio Holland Rijnland een vrijwel dekkend netwerk van Zorg- en Adviesteams (ZAT’s) voor jeugdigen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. De leerplichtambtenaren van het RBL namen deel aan ZAT’s in het (speciaal) basisonderwijs en het (speciaal) voortgezet onderwijs. Ook werd deelgenomen aan enkele ZAT’s in het voortgezet onderwijs buiten de regio, in een ZAT van een REC-school. In het verslagjaar namen de leerplichtambtenaren voor het eerst op grote schaal deel aan zorgoverleggen binnen het MBO. De leerplichtambtenaren brachten in het ZAT hun kennis over de Leerplichtwet in (bijvoorbeeld de regels rond schorsen en verwijderen), adviseerden over te nemen maatregelen (hoe ouders of leerling ertoe te brengen om hulp te accepteren) en dachten mee over juiste doorverwijzing. Ook participeerden zij in besprekingen volgens de methodiek van 1gezin/1plan of namen zij het initiatief hiertoe. De meeste REC-scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs hebben geen ZAT, maar een eigen zorgstructuur waarin regelmatig overleg is met externe partners. De leerplichtambtenaar die contactpersoon is voor deze scholen, bracht regelmatig een bezoek aan deze scholen om leerlingen te bespreken bij wie schoolverzuim dreigde. De ZAT-regiegroep voor de regio Holland Rijnland, waarin ook het RBL vertegenwoordigd is, houdt zich bezig met kwaliteitsbevordering van de ZAT’s. In het verslagjaar heeft het RBL regelmatig contact gehad met het Zorgloket. Het Zorgloket heeft een dienstverlenende en ondersteunende taak voor de scholen in het Samenwerkingsverband VO/SVO Leiden e.o. Het Zorgloket adviseert over aanvullende zorg, over een geschikte onderwijsvorm of andere school, kan geconsulteerd worden bij leer- en gedragsproblemen of schoolverzuim en verricht diagnostisch onderzoek. Het gaat hierbij om problemen die niet langer binnen de school (en/of in het ZAT) kunnen worden opgelost. Ook was er regelmatig contact met VIA. VIA is een loket voor onderwijs en jeugdzorg in Leiden en is bedoeld voor leerlingen in het primair onderwijs, voor wie geen passende onderwijsplek voorhanden is. VIA probeert op maat oplossingen te zoeken, zodat de leerling niet thuis komt te zitten. Twee leerplichtambtenaren hebben het afgelopen schooljaar deelgenomen aan de VIA overleggen waarin casuïstiek besproken werd om zo snel tot de beste oplossing te komen.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
11
Onderwijs- en hulpverleningstrajecten In het verslagjaar hebben de leerplichtambtenaren samengewerkt met een groot aantal instellingen, die onderwijs- of hulpverleningstrajecten bieden aan jongeren, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, Cardea, het Curium, Parnassia, het Oriëntatiejaar, De Witte Poort en de Reboundvoorziening. Sommige trajecten worden aangeboden binnen de MBO-instellingen, zoals Key to Succes en Workskills. Het RBL heeft zich ingespannen om afspraken te maken tussen onderwijs en zorgvoorzieningen, waar het RBL knelpunten signaleerde. Openbaar Ministerie en Raad voor de Kinderbescherming Een belangrijke ketenpartner bij het handhaven van de Leerplichtwet is uiteraard het Openbaar Ministerie. In het verslagjaar heeft het RBL de bijeenkomsten van het platform leerplicht bijgewoond. Dit is een overleg van het OM met alle leerplichtambtenaren in het arrondissement Haaglanden. Het platform bespreekt eventuele knelpunten bij de handhaving van de leerplicht. Ook heeft het RBL deelgenomen aan bijeenkomsten van de klankbordgroep van het OM. Deze groep maakt beleidsafspraken en bereidt gezamenlijk het platform leerplicht voor. Verder hebben de leerplichtambtenaren van het RBL regelmatig het Justitieel Casusoverleg bezocht om de door hen opgemaakte processen-verbaal in te brengen en te bespreken met de Officier van Justitie en parketsecretaris. Ter plekke wordt bepaald hoe de processen-verbaal worden afgedaan. Bijvoorbeeld door een TRIP-zitting, een terechtzitting bij de kantonrechter, een boete of een sepot. In het verslagjaar waren er 11 zittingsmiddagen op de Rechtbank, sectie Kanton, waarbij gemiddeld 10 tot 12 zaken werden behandeld. Ook heeft het RBL deelgenomen aan het Veiligheidshuis Leiden. De leerplichtambtenaren die scholen in Leiden hebben, hebben deelgenomen aan het Jeugd Veiligheids Overleg waar tweewekelijks risico jongeren en jongeren die al in aanraking met politie zijn geweest worden besproken. De teamleider leerplicht heeft deelgenomen aan de regiekamer van het Veiligheidshuis.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
12
2
Regionale informatie leerplicht en voortijdig schoolverlaten
In dit hoofdstuk staan cijfers van de regio Holland Rijnland op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten over het schooljaar 2009/2010. In de eerste paragraaf worden ter verduidelijking kort de taken van het RBL op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten beschreven. Meer informatie over de Leerplichtwet en RMCwetgeving vindt u in bijlage 2.
2.1 Taken en werkwijze De registratiemedewerkers van het RBL houden de leerlingenadministratie bij van de gemeenten, die inmiddels allemaal hun administratie hebben overgeheveld. Dit betekent dat de registratiemedewerkers de in- en uitschrijvingen van de scholen verwerken en vermoedelijk absoluut verzuim bij de leerplichtambtenaar melden. Verder houden de registratiemedewerkers de vsv-registratie bij. In het verslagjaar benaderden zij voortijdig schoolverlaters door middel van een brief met antwoordformulier, waarop de jongere kon vermelden of hij in aanmerking wilde komen voor trajectbegeleiding. Wanneer dit het geval was, dan werd dit doorgegeven aan het Jongerenloket, zodat de jongere werd uitgenodigd voor een gesprek. Het Jongerenloket voert begeleidingstrajecten uit en registreert dit in de vsv-registratie. De taken van een leerplichtambtenaar hebben het karakter van maatschappelijke zorg én wetshandhaving. De leerplichtambtenaar handelt preventief, curatief en repressief. Onder preventie valt het geven van voorlichting en advies aan ouders, leerlingen en scholen, en andere activiteiten die zijn gericht op het voorkomen van schooluitval, zoals het deelnemen aan Zorg- en Adviesteams op de scholen. Curatief is het instellen van een onderzoek bij meldingen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim en het bestrijden van geconstateerd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten, met als doel verzuimende jongeren zo snel mogelijk weer terug te leiden naar school. Ook worden aanvragen voor vrijstelling en verlof behandeld. Repressief houdt in dat de leerplichtambtenaar een proces-verbaal kan opmaken. Een belangrijk onderdeel in de dienstverlening van het RBL aan ouders en scholen is het geven van voorlichting en advies. Er worden veel algemene vragen over leerplicht beantwoord, en scholen te woord gestaan die willen overleggen met een leerplichtambtenaar over het verlenen van verlof of een schorsing. Soms leidt dit alsnog tot een melding. De leerplichtambtenaren van het RBL werken per school, zodat elke school een vaste leerplichtambtenaar heeft. Om ook zicht te blijven houden op de leerplichtsituatie per gemeente is voor elke gemeente een contactpersoon aangewezen, die tevens de meldingen van absoluut verzuim behandelt (leerlingen die wonen in de desbetreffende gemeente en niet staan ingeschreven op een school). Deze contactpersoon neemt desgevraagd deel aan de (wijk)signaleringsoverleggen e.d. en is daardoor goed bekend met de plaatselijke netwerkpartners. Bij kwalificatieplichtige jongeren wordt door de leerplichtambtenaren nauw samengewerkt met de trajectbegeleiders van het Jongerenloket. De leerplichtambtenaar blijft verantwoordelijk voor deze jongeren, maar kan gebruik maken van de kennis van de medewerkers van het Jongerenloket wanneer het gaat om (combinaties van) werk en opleiding. Wanneer er meerdere kinderen uit een gezin (die op verschillende scholen zitten) in behandeling zijn bij leerplicht, wordt één behandelende leerplichtambtenaar aangewezen. In de volgende paragrafen wordt het totaal aantal van 2.131 behandelde dossiers nader uitgesplitst in preventie, geconstateerd schoolverzuim en vrijstellingen. De cijfers van de verschillende figuren kunnen niet altijd bij elkaar opgeteld worden. Bij een leerling kan er bijvoorbeeld tegelijk sprake zijn van relatief verzuim en een vrijstelling. De gegevens van deze leerling zijn dan in verschillende figuren opgenomen.
2.2
Preventie en nazorg
In het verslagjaar zijn 973 leerlingen behandeld bij wie er (nog) geen sprake was van schoolverzuim, of bij wie nazorg is gepleegd.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
13
Wanneer is nu sprake van preventief optreden? De school kan de leerplichtambtenaar bijvoorbeeld inschakelen om advies in te winnen. Ook kan de leerplichtambtenaar een bemiddelende rol vervullen tussen ouders en school, om te voorkomen dat een leerling door de ouders wordt thuisgehouden of wordt geschorst door de school. Ook hadden de leerplichtambtenaren in het verslagjaar te maken met leerlingen die in de ZAT’s worden besproken. Vaak is er bij deze leerlingen (nog) geen sprake van verzuim, maar is het duidelijk dat er problemen zijn. Zij worden dan door de school aangemeld bij het ZAT van de desbetreffende school. Bij sommige van deze leerlingen dreigt er wel verzuim, in deze gevallen wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld om mee te denken over oplossingen, of om bijvoorbeeld een gesprek met ouders te voeren. Scholen hebben ook leerlingen bij het RBL gemeld, bij wie het vermoeden bestond dat zij onterecht ziek waren gemeld door de ouders. In dergelijke gevallen stelde de leerplichtambtenaar een onderzoek in, eventueel in samenwerking met de schoolarts of sociaal verpleegkundige van de GGD Hollands Midden. Van nazorg is bijvoorbeeld sprake, als in het verslagjaar een zaak uit het voorgaande schooljaar op een terechtzitting komt. De leerplichtambtenaar informeert dan naar de situatie van de leerling, treedt op als getuige bij de zitting en registreert de uitkomst van de zitting. Soms wordt een leerling na de overstap naar een andere school nog een tijdje gevolgd in het nieuwe schooljaar. Er is dan geen sprake van verzuim, maar nazorg.
2.3
Schoolverzuim
Bij de 2.131 behandelde dossiers is in 1.008 gevallen ongeoorloofd schoolverzuim geconstateerd. Er is sprake van absoluut verzuim wanneer een leerplichtige leerling niet staat ingeschreven op een school. Er is sprake van relatief verzuim wanneer een leerplichtige leerling wel staat ingeschreven, maar lessen verzuimt. Binnen het relatief verzuim onderscheiden we twee categorieën: luxe verzuim en signaalverzuim. Van luxe verzuim is sprake wanneer ouders geen verlof hebben aangevraagd voor hun kind en toch buiten de schoolvakanties weggaan, of wanneer de aanvraag is afgewezen en de betreffende leerling toch afwezig is. In de overige gevallen spreken we van signaalverzuim: wanneer achterliggende problemen de oorzaak zijn voor het schoolverzuim van de leerling, bij spijbelgedrag, bij een verkeerde schoolkeuze etc. Tabel 1: Geconstateerd ongeoorloofd schoolverzuim per woongemeente Absoluut Luxe Signaal Absoluut Luxe Signaal Leeftijd 2009/2010 2009/2010 2009/2010 2008/2009 2008/2009 2008/2009 Hillegom 2 4 47 5 5 34 Kaag en Braassem 0 0 53 2 8 28 Katwijk 1 50 195 5 64 135 Leiden 3 24 333 4 74 280 Leiderdorp 1 2 68 2 5 61 Lisse 0 17 37 0 1 30 Noordwijk 0 2 60 0 2 39 Noordwijkerhout 4 1 15 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Oegstgeest 0 17 41 0 18 37 Teylingen 1 17 68 1 21 51 Voorschoten 1 23 52 2 21 52 Zoeterwoude 0 1 10 1 2 16 Totaal 13 158 981 22 221 765
Toelichting Het aantal meldingen van signaal verzuim is in vrijwel alle gemeenten afgelopen schooljaar gestegen. Het voeren van verzuimgesprekken op scholen door leerplichtambtenaren heeft bijgedragen aan de bewustwording op de scholen van het belang van (vroegtijdig) melden van verzuim. Het aantal gevallen van geconstateerd luxe verzuim is gedaald. Dit is lastig te verklaren. In een aantal gemeenten is het aantal gemelde en geconstateerde gevallen van luxe verzuim gedaald en in een aantal gemeenten gestegen. Een aantal gemeenten heeft de afgelopen tijd erop in gezet om het aantal gevallen van luxe verzuim terug te dringen. Het is de wens van het RBL dat alle gemeenten hierop in gaan zetten. Dit alles geeft aanleiding om het luxe verzuim bij alle scholen
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
14
nogmaals op de agenda te zetten bij de scholenbezoeken die de leerplichtambtenaren ook komend schooljaar weer zullen afleggen. Tabel 2: Geconstateerd absoluut verzuim naar schoolsoort
1
2 0 1
4
geen BO SO VO MBO Overig
5
Toelichting: Door het digitaal verwerken van de in- en uitschrijvingen heeft het RBL een beter inzicht in de schoolhistorie van de leerlingen. Van enkele absoluut verzuimers is geen schoolsoort bekend (2). Een deel van het absoluut verzuim betreft jongeren die voorheen op het MBO zaten (4). Dit is lager dan het voorgaande jaar (7). Tabel 3: Geconstateerd signaalverzuim naar schoolsoort
0 5 222
95
18 geen BO SO VO MBO Overig
631
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
15
Toelichting: Het merendeel van het signaalverzuim betreft jongeren uit het voortgezet onderwijs (ten opzichte van vorig jaar een toename van 325 naar 631). Sinds het verslagjaar is de Halt afdoening in de regio Holland Rijnland ingevoerd. Hoewel niet alle scholen hieraan meedoen zijn scholen meer te laat komen en spijbelen gaan melden. Dit heeft geleid tot meer geconstateerde gevallen van verzuim in het VO. Uit het MBO zijn ook veel gevallen van geconstateerd verzuim afkomstig, hoewel we wel een daling zien ten opzichte van het schooljaar hiervoor (een daling van 248 naar 222). We zien een stijging van geconstateerd signaalverzuim in het basisonderwijs (53 vorig jaar, 95 dit schooljaar). Dit komt onder andere doordat er betere voorlichting gegeven wordt aan scholen over hoe het RBL in een vroeg stadium kan bijdragen aan het verminderen van verzuim. Hierdoor melden ook de basisscholen meer verzuim. Tabel 4: Geconstateerd luxe verzuim naar schoolsoort
0 0 22
0
1 geen BO SO VO MBO Overig 133
Toelichting: Bij luxe verzuim wordt bij verzuim van ten hoogste drie schooldagen eerst een waarschuwing gegeven. Bij een tweede melding van luxe verzuim of bij verzuim van meer dan drie aaneengesloten dagen wordt een proces verbaal opgemaakt. Het merendeel van het luxe verzuim betreft kinderen uit het basisonderwijs: ten opzichte van het voorgaande schooljaar is er een lichte daling te zien van 140 naar 125. Ook in het VO is deze daling te zien, van 47 geconstateerde gevallen vorig schooljaar naar 22 in het verslagjaar. Deze daling is te verklaren. In voorgaande jaren werd er ieder jaar meer luxe verzuim gemeld. Mede op verzoek van scholen en gemeenten is het RBL stringenter om gegaan met het geven van waarschuwingen en het opmaken van processen verbaal bij luxe verzuim. Gezien de cijfers lijkt de uitvoering van dat beleid nu voor het eerst effect te sorteren.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
16
2.4 Aanvragen vrijstelling/vervangende leerplicht De leerplichtwet biedt verschillende mogelijkheden tot vrijstelling of vervangende leerplicht. In de regel dienen de ouders een dergelijke vrijstelling aan te vragen. De vrijstelling wordt soms voor een korte periode verleend (wanneer er bijvoorbeeld sprake is van gewichtige omstandigheden), soms voor een jaar (wanneer een kind bijvoorbeeld tijdelijk in het buitenland naar school gaat) of voor de hele leerplichtperiode (wanneer een kind lichamelijk of psychisch nooit in staat zal zijn om naar school te gaan). Meer informatie over de verschillende wetsartikelen op grond waarvan een vrijstelling verleend kan worden, vind u in bijlage 2. Tabel 5: Aantal behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht per gemeente 3A 3B 5subA 5subB 5subC 5A 11C 11G Hillegom 0 0 8 0 1 0 0 0 Kaag en 0 6 0 2 0 0 3 Braassem 0 Katwijk 1 5 33 0 4 0 0 3 Leiden 7 12 19 1 24 0 0 6 Leiderdorp 0 0 4 0 0 0 0 0 Lisse 0 0 6 0 0 0 0 1 Noordwijk 0 0 13 0 0 0 0 1 Noordwijkerhout 1 0 4 0 0 0 0 1 Oegstgeest 1 0 7 2 6 0 0 1 Teylingen 0 0 7 0 1 0 0 2 Voorschoten 0 0 3 0 7 0 1 0 Zoeterwoude 0 1 7 0 2 0 0 0 Totaal 10 18 117 3 47 0 1 18
15 0
Totaal 9
5 22 17 3 1 2 3 2 2 4 1 61
16 68 86 7 8 16 9 18 12 15 11 275
Toelichting Opvallend is dat er ook dit schooljaar weer veel meer aanvragen artikel 5 sub A zijn ingediend dan voorgaande schooljaren (schooljaar 2009/2010 waren het er 117, in het voorgaande jaar 77). Dit komt doordat het RBL ook het afgelopen schooljaar weer met een aantal instellingen voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking in de regio afspraken heeft gemaakt over het aanvragen van vrijstellingen voor kinderen die op grond van lichamelijke of psychische ongeschiktheid niet in staat zijn onderwijs te volgen. Voorheen werden deze vrijstellingen niet altijd aangevraagd, maar werden de ouders van deze kinderen ook niet aangeschreven vanwege absoluut verzuim omdat bekend was dat de betreffende kinderen op een instelling verbleven. Het RBL heeft gezocht naar een manier om ervoor te zorgen dat deze kinderen formeel een vrijstelling krijgen, maar zonder het kind en de ouders te belasten met een extra onderzoek. Het RBL was dus ook in het verslagjaar nog bezig met een inhaalslag. Er zijn in het verslagjaar minder aanvragen artikel 15 ingediend. Artikel 15 van de Leerplichtwet biedt de mogelijkheid tot vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs aan kwalificatieplichtigen. Het RBL is hier het afgelopen schooljaar terughoudender mee omgegaan. Zowel richting scholen en onderwijsinstellingen, als ook richting ouders en jongeren hebben de leerplichtambtenaren al in een vroeg stadium aangegeven dat een beroep op deze vrijstelling niet zonder meer gehonoreerd zou worden, maar dat het eerste doel altijd moet zijn het halen van een startkwalificatie. Dit is waarschijnlijk een van de oorzaken dat er minder aanvragen zijn ingediend. Ook heeft het RBL meer de samenwerking met het Jongerenloket opgezocht. De trajectbegeleiders van het Jongerenloket proberen ook, waar mogelijk, te stimuleren dat alle jongeren hun startkwalificatie halen. Daarnaast zijn er in Leiden nog steeds het meeste aanvragen artikel 5 sub c ingediend. Opvallend is wel dat het er veel minder zijn in het schooljaar 2009/2010 dan voorgaand schooljaar (een daling van 44 in schooljaar 2008/2009 naar 24 in het verslagjaar). Eén van de oorzaken daarvan is de leerplichtambtenaren vorig schooljaar alle aanvragers hebben uitgenodigd voor een gesprek. In gevallen waar dat geëigend was, heeft een aantal aanvragers naar aanleiding van dit gesprek toch besloten de kinderen uit te schrijven uit de GBA. Dit betrof dan kinderen die niet (meer) in Nederland wonen.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
17
2.5 Wie heeft gemeld Tabel 6: Percentage scholen en onderwijsinstellingen dat contact heeft gezocht met RBL Soort Onderwijs aantal scholen in Scholen dat % 2009/2010 regio contact heeft gehad met RBL Basisonderwijs 146 107 73% Speciaal basisonderwijs 6 6 100% Voortgezet onderwijs 37 35 95% Middelbaar beroepsonderwijs 6 6 100% REC-scholen 15 14 93%
% 2008/2009
65% 86% 89% 100% 100%
Toelichting De tabel geeft weer hoeveel scholen contact hebben gezocht met het RBL voor overleg over een zorgleerling. Het aantal basisscholen is dat in het verslagjaar contact heeft gehad met de leerplichtambtenaar over een individuele leerling is in het verslagjaar gestegen van 65 naar 73%. In het verslagjaar is alleen geregistreerd welke MBO-instelling gemeld heeft, en niet welke units binnen die instellingen. Dit hangt samen met de wijze waarop de gegevens geregistreerd staan in DUO. Tabel 7: Percentage scholen en onderwijsinstellingen dat verzuimmelding heeft gedaan Soort Onderwijs aantal scholen in Aantal scholen % meldingen regio dat melding heeft 2009/2010 gedaan Basisonderwijs 146 70 48% Speciaal basisonderwijs 6 6 100% Voortgezet onderwijs 37 32 86% Middelbaar beroepsonderwijs 6 5 83% REC-scholen 15 11 73%
Toelichting Het aantal scholen dat een melding van vermoedelijk ongeoorloofd verzuim heeft gedaan ligt lager dan het aantal scholen dat over een leerling contact heeft gezocht met de leerplichtambtenaar. Tabel 8: Percentage basisscholen dat contact heeft gezocht met RBL per gemeente Gemeente Basisscholen Meldende Percentage basisscholen meldende 2009/2010 scholen t.o.v. totale aantal basisscholen 2009/2010 Hillegom 8 5 63 % Kaag en Braassem 14 6 43 % Katwijk 25 19 76 % Leiden 30 27 90 % Leiderdorp 11 7 64 % Lisse 9 5 56 % Noordwijk 10 8 80 % Noordwijkerhout 5 5 100 % Oegstgeest 9 4 44 % Teylingen 13 10 77 % Voorschoten 8 8 100 % Zoeterwoude 4 3 75 % Totaal 146 107 73 %
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
Percentage meldende scholen t.o.v. totale aantal basisscholen 2008/2009 56 % 53 % 74 % 73 % 92 % 44 % 73 % n.v.t. 67 % 39 % 70 % 50 % 65 %
18
Tabel 9: Percentage basisscholen dat melding heeft gedaan per gemeente Gemeente Basisscholen Basisscholen die melding van verzuim hebben gedaan 2009/2010
Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
8 14 25 30 11 9 10 5 9 13 8 4 146
3 3 17 17 4 3 5 2 3 7 5 1 70
Percentage meldende scholen t.o.v. totale aantal basisscholen 2009/2010 38 % 21 % 68 % 57 % 36 % 33 % 50 % 40 % 33 % 54 % 63 % 25 % 48 %
2.6 Wie zijn er behandeld Tabel 10: Aantal behandelde jeugdigen per woongemeente Gemeente Jongeren 5-17 jaar * Hillegom 3.079 Kaag en Braassem 4.350 Katwijk 10.737 Leiden 14.693 Leiderdorp 4.468 Lisse 3.609 Noordwijk 3.631 Noordwijkerhout 2.579 Oegstgeest 3.966 Teylingen 6.485 Voorschoten 3.887 Zoeterwoude 1.391 Totaal 62.875
Behandeld door RBL 118 119 382 680 138 99 107 59 100 159 137 27 2.125
percentage 3,83% 2,74% 3,56% 4,63% 3,09% 2,74% 2,95% 2,29% 2,52% 2,45% 3,52% 1,94% 3,38%
* Bron: CBS 1-1-2010, leeftijdsgroep 5 t/m 17 jaar Toelichting In de 12 gemeenten in de regio Holland Rijnland waarvoor het RBL de leerplichttaken uitvoerde waren er op 1 januari 2010 in totaal 62.875 leerplichtige leerlingen (5- t/m 17-jarigen). Uiteindelijk zijn 2.125 jeugdigen bij de leerplichtambtenaren van het RBL in behandeling geweest. Dit zijn er zes minder dan vorig jaar. Na een toename van behandelde leerlingen vorig schooljaar is het totale aantal behandelde leerlingen dit jaar stabiel gebleven.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
19
Tabel 11: Momenten van melding/aanvraag 300 250 200 150 100 50 55
132
117
220
187
193
189
251
215
115
166
51
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
0
Toelichting De meeste behandelingen startten in november en maart/april. Tabel 12: Meldingen/aanvragen per onderwijssoort
1000 900 800 700 600 Meldingen
500
Aanvragen
841 400 300 418 200
285 20
100 0
26
31 23
30
40
BO
SO
VO
MBO
20 1 SBO
115
1 40
geen
overig
Toelichting De meeste leerlingen waren afkomstig van VO-scholen. Vergeleken met het voorgaande schooljaar is aantal behandelde dossiers van MBO-leerlingen enigszins gedaald, vorig jaar 492, nu 458. Het aantal meldingen en aanvragen uit het voortgezet onderwijs is toegenomen: van 736 naar 871. Het aantal meldingen en aanvragen uit het basisonderwijs is gedaald vorig jaar 388, dit jaar waren het er 311. In 176 gevallen is de schoolsoort niet geregistreerd. Bij 135 meldingen/aanvragen voor vrijstelling was geen school bekend op het moment van de melding/aanvraag. In de categorie “overig” zijn de aanvragen en meldingen verzameld van kinderen die op psychische en lichamelijke gronden geen onderwijs kunnen volgen. Het grootste deel hiervan betreft voorschoolse meldingen, dus kinderen die nog niet leerplichtig zijn.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
20
Tabel 13: Leeftijd gemelde leerlingen 600 500 400 300 200 100 71
69
68
77
75
63
88
80
117
225
266
366
560
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
0
Toelichting Dit figuur toont globaal hetzelfde beeld als vorig jaar, de meeste meldingen betreffen leerlingen van 15,16 en 17 jaar. We zien wel dat er aanzienlijk meer 17 jarigen gemeld zijn (afgelopen schooljaar 560 en in het schooljaar 2008/2009 waren dat er 299). Met name in het vo is meer aandacht voor de registratie en het melden van te laat komen en spijbelen. Tabel 14: Afdoeningen
800 700 600 500 400 300 200 100 59
192
230
758
13
151
2
26
59 r ijt
ba a
zo ek
er w
de r
et v
on Ve
rz u
im
ni
In
Zo
rg m el
di n
g
PV st
on G ec
be ie t N
at e
m id de
er d:
lb
w hu rs c wa a
er d:
G ec on
st
at e
aa r
in g
en ra k af sp
er d: at e st on
G ec
Ve
rz u
im
ni
O nt
et g
ec
er ec
on
ht
st at
ge m
ee r
el d
d
0
Toelichting De tabel geeft aan voor welke afdoening er in het proces gekozen is. Een aantal leerlingen bleek onterecht gemeld te zijn, dat wil zeggen dat de leerplichtambtenaar bij navraag bij school te horen kreeg dat de leerling gewoon aanwezig was of ziek was, waarbij geen tussenkomst van leerplicht nodig was. Bij verzuim niet geconstateerd bleek tijdens het onderzoek door de leerplichtambtenaar dat het verzuimoverzicht dat door de school was aangeleverd niet klopte. Bijvoorbeeld de afwezigheid van de jongere door ziekte was niet goed geregistreerd of er waren veranderingen in
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
21
het rooster van de jongere opgetreden. De meldende school of instelling corrigeerde het verzuim dan achteraf. Bij een groot aantal meldingen is voor de afdoening van een formele waarschuwing gekozen. Hierdoor kan bij een volgende melding worden overgegaan tot het opmaken van een proces verbaal.
2.7 Justitiële afdoeningen De leerplichtambtenaar dient erop toe te zien dat de Leerplichtwet wordt nageleefd. Bij overtreding van de wet kan proces-verbaal worden opgemaakt. In de praktijk gebeurt dit wanneer ouders en/of leerling niet meewerken aan het vinden van een oplossing, doordat zij bijvoorbeeld vrijwillige hulpverlening of een onderzoek weigeren en het schoolverzuim blijft voortduren. Een procesverbaal kan worden opgemaakt tegen het kind (in de leeftijd van 12 jaar en ouder), de ouders, maar ook de directeur van de school indien deze het ongeoorloofd verzuim niet meldt bij de leerplichtambtenaar. Bij luxe verzuim wordt volgens bepaalde criteria in sommige gevallen eerst een waarschuwing gegeven. Niet alle gevallen van luxe verzuim worden dus afgehandeld met een proces-verbaal. Tabel 15: Afhandeling processen-verbaal door het OM, verdeeld per soort verzuim
Absoluut Luxe Signaal Totaal
Opgemaakt 3 26 92 121
Boete Dagvaarding Tripzitting 0 3 0 23 1 0 0 73 18 23 77 18
Sepot 0 0 0 0
Lopend 0 2 2 4
Toelichting In het verslagjaar is naar aanleiding van 121 overtredingen een proces-verbaal opgemaakt. Dit aantal is lager dan het voorgaande jaar. Toen zijn er 166 p.v.’s opgemaakt. Met ingang van het schooljaar 2009/2010 is er een extra afdoeningsmogelijkheid voor kwalificatieplichtigen bijgekomen, namelijk de TRIP-zitting (transactie in persoon). Dit houdt in dat de leerling op redelijk korte termijn (2 à 3 weken) opgeroepen wordt voor een gesprek met de Officier van Justitie. De ouders worden ook uitgenodigd. De Officier van Justitie kan een werkstraf van ten hoogste 20 uren opleggen. Er zijn in het verslagjaar geen zaken geseponeerd. Dit komt waarschijnlijk door de wijze van afhandeling via het Justitieel Casus Overleg (JCO) leerplichtzaken bij het Openbaar Ministerie. Doordat de p.v.’s worden besproken met de parketsecretaris en Officier van Justitie is het voor de leerplichtambtenaar duidelijk wat van belang is om tot vervolgbare feiten te komen. Bij 23 processen-verbaal (bijna allemaal vanwege luxe verzuim) is een boete opgelegd, die varieert van 50 tot 500 euro. Er zijn 18 zaken afgedaan door middel van een TRIP-zitting. In totaal 77 zaken hebben geleid tot een terechtzitting van de kantonrechter. Deze procedure vergt normaal ongeveer drie maanden. In het verslagjaar zijn door de rechter (een combinatie van) de volgende straffen opgelegd: geldboeten; taakstraffen (zoals de spijbelmodule en sociale vaardigheidstraining); jeugdreclassering (maatregel hulp en steun); maatregel van justitiële jeugdbescherming (ondertoezichtstelling of voogdij). Van 4 zaken is (nog) niet bekend voor welke afdoening is gekozen. Halt afdoeningen Op 1 januari 2010 is gestart met de Halt afdoeningen in de regio Holland Rijnland. Wanneer er sprake is van licht spijbelverzuim of te laat komen, kan de leerplichtambtenaar een Halt PV opmaken. Een verwijzing naar de alternatieve straf (de Halt afdoening) betekent in eerste instantie geen strafvervolging. Wanneer de leerplichtige naar tevredenheid de Halt straf heeft volbracht, wordt de overtreding geseponeerd.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
22
Tabel 16: HALT afdoeningen
gemeente Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
opgemaakt 3 3 10 11 0 2 1 0 0 0 0 0 30
positief 2 2 7 8 0 2 1 0 0 0 0 0 22
negatief 0 0 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 3
nog open 1 1 1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 5
Toelichting Per gemeente is te zien hoeveel HALT pv’s er zijn opgemaakt. In de kolom “positief” staat het aantal Halt afdoeningen dat positief is afgerond, dat wil zeggen de jongere heeft de taakstraf volgens de aanwijzingen van Bureau Halt afgerond. De kolom daarnaast geeft aan hoeveel Halt straffen niet goed afgerond zijn. Wanneer niet wordt meegewerkt aan de Halt straf of wanneer de Halt afdoening negatief wordt teruggemeld bij het RBL wordt een regulier proces verbaal opgemaakt.
2.8 Thuiszitters In het verslagjaar heeft het RBL de bij haar bekende thuiszitters geregistreerd. Het gaat hierbij om leerplichtige jongeren (5 tot 18 jaar) die zonder geldige reden (zoals ziekte) meer dan 4 weken verzuimen zonder dat zij ontheffing hebben van leerplicht. Tabel 17: thuiszitters
Woonplaats leerling Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
Leeftijd 5-12 0 0 0 4 1 0 0 0 0 0 0 0
Leeftijd 12-18 7 1 16 30 5 4 4 5 6 7 9 4
Er is ook onderzocht wat de reden van thuiszitten is. In een aantal gevallen is er sprake van redenen die te maken hebben met de situatie van de leerling, bijvoorbeeld psychische- en/ of gedragsproblemen; onwelwillendheid van leerling en/of ouders of problemen in de thuissituatie. Voor de leerlingen uit het mbo is er vooral sprake van problematiek rond school- en beroepskeuze. Maar er is ook sprake van thuiszitten omdat er geen passende school te vinden is, of indicatietrajecten die niet lopen. In deze gevallen ligt de verantwoordelijkheid bij scholen en ketenpartners. De leerplichtambtenaar zal bij deze leerlingen uiteraard een snelle terugkeer naar school proberen te bewerkstelligen.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
23
2.9 Voortijdig schoolverlaten Sinds de jaren negentig moeten contactgemeenten aan het Ministerie van OCW rapporteren over de door de RMC-functie behaalde resultaten en de stand van zaken in de regio met betrekking tot de uit te voeren functies. In de regio Holland Rijnland wordt de effectrapportage opgesteld door het RBL. Als gevolg van o.a. de invoering van het onderwijsnummer in het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs kan OCW uit het basisregister onderwijsnummer (BRON) landelijk cijfers genereren over het aantal VSV-ers. De cijfers die OCW hanteert voor o.a. de vsv convenanten en de vsv verkenner zijn gebaseerd op aantallen vsv in BRON na 1 oktober van dat jaar. De RMC-functie rapporteert over aantallen vsv per schooljaar van 1 augustus tot 31 juli. Daarom kan er verschil zijn in aantallen vsv. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de functie en de opzet van de regionale RMC-effectrapportages. Aanvankelijk was de rapportage een instrument om beleidsinformatie te verzamelen. Nu wordt de rapportage een instrument voor de gemeenten om de doeltreffendheid en doelmatigheid van hun aanpak van voortijdig schoolverlaten (en op termijn de uitvoering van de leerplichtwet) te toetsen en onderling te vergelijken. In de effectrapportage wordt vooral gevraagd naar de samenwerking in de regio, good practices, knelpunten en succesfactoren. Op kwantitatief gebied ligt de nadruk op de behandeling en herplaatsing van vsv-ers. In dit jaarverslag blijft het RBL wat breder rapporteren en ook kwantitatieve gegevens opnemen over de totale groep voortijdig schoolverlaters, steeds uitgesplitst naar Oud en Nieuw. Deze treft u aan in onderstaande tabellen. De term Nieuw betreft jongeren die in het schooljaar 2009/2010 gemeld zijn als voortijdig schoolverlater. Oud wil zeggen dat het voortijdig schoolverlaters betreft die in voorgaande schooljaren zijn gemeld, en nog niet terug naar school zijn gegaan. Tabel 18: totaal aantal voortijdig schoolverlaters
Nieuw Oud Totaal
2008/2009 1366 2759 4125
2009/2010 1491 2724 4215
Tabel 19: totaal aantal schoolverlaters naar laatste opleiding
Laatste opleiding Basisonderwijs LWOO Praktijkonderwijs REC-onderwijs VMBO Brug AVO HAVO bovenbouw HAVO/VWO (klas 4-6) VWO BVE BOL BBL Internationaal onderwijs ISK VAVO VAVO, bovenbouw HAVO/VWO VAVO, VMBO Volwasseneducatie (incl. inburgering) Overig Geen opleidinginformatie bekend Totaal
Oud Nieuw 0 78 54 6 356 14 66 6 18 161 932 730 22 0 62 13 14
0 14 28 4 127 6 25 3 7 319 314 200 2 0 22 23 1
45
9
77 70 2724
353 34 1491
Totaal Totaal 2008/2009 2009/2010 1 0 101 92 67 82 10 537 483 28 20 124 91 15 9 59 25 86 480 1402 1246 1033 930 34 24 0 0 96 84 11 36 14 15 67 54 185 265 4125
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
430 104 4215
24
Tabel 20: Totaal aantal schoolverlaters en afgemelde voortijdig schoolverlaters naar leeftijd
Leeftijd
Oud Nieuw Totaal
< 15 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar > 22 jaar Totaal
3 3 30 87 324 554 573 589 561 0 2724
21 30 119 308 392 247 176 143 55 0 1491
24 33 149 395 716 801 749 732 616 0 4215
Afgemeld oud
Afgemeld nieuw
Afgemeld totaal
3 2 24 36 94 131 108 98 560 0 1056
16 11 61 96 118 66 41 29 52 0 490
19 13 85 132 212 197 149 127 612 0 1546
Eindstand vsv verslagjaar 5 20 64 263 504 604 600 605 4 0 2669
Eindstand vsv vorig jaar 5 24 85 343 571 579 611 543 11 0 2772
Hoewel het totale aantal voortijdig schoolverlaters gedurende het schooljaar hoger lag dan vorig schooljaar, is het uiteindelijke aantal voortijdig schoolverlaters door herplaatsingen en door niet beïnvloedbare factoren (leeftijd, verhuizing) iets lager uitgekomen. Tabel 21: Totaal aantal schoolverlaters naar geslacht
Geslacht Man Vrouw Totaal
Oud Nieuw Totaal 1638 885 2523 1086 606 1692 2724 1491 4215
Tabel 22: In de verslagperiode afgemelde leerlingen
Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Overleden Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 391 572 174 2 55 146 188 1546
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
25
3
Informatie per gemeente leerplicht en voortijdig schoolverlaten
3.1 Hillegom Leerplicht Tabel 23: Behandelde jeugdigen Hillegom 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 3.079 118 3,83%
Tabel 24: Schoolverzuim Hillegom Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 2 Luxe 4 Signaal 47
3.140 96 3,06%
5 5 34
Tabel 25: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Hillegom Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 0 0 5 sub A 8 2 5 sub B 0 0 5 sub C 1 0 5A 0 0 11C 0 0 11G 0 0 15 0 3 Totaal 9 5 Tabel 26: Justitiële afhandeling Hillegom PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 1 0 Boete 0 0 Dagvaarding 1 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 1 0 Boete 1 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 4 12 Boete 3 7 Dagvaarding 0 0 Trip 0 4 Sepot 0 0 Lopend 1 1
Van de 118 behandelde jeugdigen waren er 47 gevallen van signaalverzuim. Voor 4 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 4 gevallen van luxe verzuim, en 2 gevallen van absoluut verzuim. Hiervoor is 1 PV voor luxe en 1 PV voor absoluut verzuim opgemaakt. Er zijn 9 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
26
In het verslagjaar heeft de leerplichtambtenaar in intensieve samenwerking gehad met het Jongerenloket locatie Lisse, politie en gemeente. De leerplichtambtenaar voerde vaak gesprekken op het gemeentehuis van Hillegom. Ook heeft de leerplichtambtenaar weer deelgenomen aan het POBB (platform onderwijs en bedrijfsleven Bollenstreek). De leerplichtambtenaar heeft deel genomen aan de signaleringsoverleggen, de ZAT’s en heeft ook een periodiek overleg met leerplichtambtenaren van andere regio’s bijgewoond. Bovendien is de leerplichtambtenaar ook een aantal keer bij het ZAT van het Nova en het ZAT van het HVC (Nieuw Vennep) aanwezig geweest, omdat daar veel jongeren uit Hillegom naar toe gaan. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 209 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 134 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 75 nieuw. In het verslagjaar zijn 86 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 123. Tabel 27: Voortijdig schoolverlaters Hillegom naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 0 2 2 16 jaar 0 3 3 17 jaar 3 16 19 18 jaar 12 22 34 19 jaar 29 12 41 20 jaar 28 11 39 21 jaar 26 7 33 22 jaar 36 1 37 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 134 75 209 Tabel 28: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Hillegom Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 20 34 3 6 12 11 86
3.2 Kaag en Braassem Leerplicht Tabel 29: Behandelde jeugdigen Kaag en Braassem 2009/2010 2008/2009 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) 4.350 Behandeld door RBL 119 Percentage 2,74% Tabel 30: Schoolverzuim Kaag en Braassem Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 Luxe 0 Signaal 53
4.347 96 2,21%
2 8 28
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
27
Tabel 31: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Kaag en Braassem Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 1 3B 0 0 5 sub A 6 2 5 sub B 0 0 5 sub C 2 1 5A 0 0 11C 0 0 11G 3 0 15 5 2 Totaal 16 6 Tabel 32: Justitiële afhandeling Kaag en Braassem PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 0 4 Boete 0 2 Dagvaarding 0 2 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 6 2 Boete 0 0 Dagvaarding 6 1 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 1
De gemeente Kaag en Braassem heeft per 1 januari 2009 de leerplichttaken overgedragen aan het RBL. De leerplichtcijfers van het schooljaar 2008/2009 betreffen dus de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 juli 2009. Van de 119 behandelde jeugdigen waren er 53 gevallen van signaalverzuim. Voor 6 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren geen gevallen van luxe verzuim en ook geen gevallen van absoluut verzuim. Er zijn 16 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. In de gemeente Kaag en Braassem zijn twee ZAT’s voor het basisonderwijs. De leerplichtambtenaar heeft deelgenomen aan het ZAT van de Stichting Samenwerkende Basisscholen Alkemade (SSBA). De leerplichtambtenaar heeft niet deelgenomen aan het ZAT van de drie basisscholen die vallen onder De Veenplas, Stichting Katholiek basis onderwijs. De leerplichtambtenaar heeft wel deelgenomen aan de ZAT’s van het voortgezet onderwijs en heeft ook regelmatig de ZAT’s VO in Alphen a/d Rijn bezocht omdat daar veel jongeren uit Kaag en Braassem naar school gaan. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 206 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 134 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 72 nieuw. In het verslagjaar zijn 63 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 143.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
28
Tabel 33: Voortijdig schoolverlaters Kaag en Braassem naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 2 2 4 15 jaar 0 0 0 16 jaar 0 7 7 17 jaar 6 20 26 18 jaar 15 17 32 19 jaar 29 14 43 20 jaar 23 6 29 21 jaar 33 5 38 22 jaar 26 1 27 > 22 jaar 0 0 Totaal 134 72 206 Tabel 34: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er kaag en Braassem Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Overleden Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
19 25 6 1 3 3 6 63
3.3 Katwijk Leerplicht Tabel 35: Behandelde jeugdigen Katwijk 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 10.737 382 3,56%
Tabel 36: Schoolverzuim Katwijk Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 1 Luxe 50 Signaal 195
10.817 389 3,60%
5 64 135
Tabel 37: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Katwijk Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 1 2 3B 5 0 5 sub A 33 12 5 sub B 0 0 5 sub C 4 5 5A 0 0 11C 0 0 11G 3 5 15 22 38 Totaal 68 62
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
29
Tabel 38: Justitiële afhandeling Katwijk PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 1 0 Boete 0 0 Dagvaarding 1 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 4 16 Boete 3 16 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 1 0 Signaal opgemaakt 19 17 Boete 0 0 Dagvaarding 14 8 Trip 5 7 Sepot 0 0 Lopend 0 2
Van de 382 behandelde jeugdigen waren er 195 gevallen van signaalverzuim. Voor 19 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 50 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is in 4 gevallen een p.v. opgemaakt. Er is 1 geval van absoluut verzuim geconstateerd, waarvoor een p.v. is opgemaakt. Er zijn 68 aanvragen voor vrijstelling ingediend, vooral op grond van artikel 5 sub A. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. In Katwijk zijn twee ZAT’s in het basisonderwijs die redelijk lopen. Ook is er een ZAT van de basisscholen in Rijnsburg en Valkenburg. De leerplichtambtenaar neemt deel aan deze ZAT’s. Over het algemeen melden de VO-scholen goed. Er is regelmatig contact met het Andreas College, locatie Pieter Groen (deze school is in het verslagjaar aanzienlijk meer gaan melden) en locatie Rijnmond, en met Praktijkschool De Rijn. De samenwerking met de scholen is goed. De leerplichtambtenaar neemt structureel deel aan de ZAT’s in het voortgezet onderwijs. De leerplichtambtenaar participeert in het wijksignaleringsnetwerk van Katwijk. De leerplichtambtenaar heeft veel gesprekken op het gemeentehuis van Katwijk gevoerd. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 856 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 645 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 211 nieuw. In het verslagjaar zijn 278 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 578. Tabel 39: Voortijdig schoolverlaters Katwijk naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 2 2 15 jaar 0 9 9 16 jaar 3 20 23 17 jaar 21 55 76 18 jaar 73 50 123 19 jaar 142 30 172 20 jaar 143 19 162 21 jaar 136 20 156 22 jaar 127 6 133 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 645 211 856
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
30
Tabel 40: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Katwijk Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
76 125 22 8 28 19 278
3.4 Leiden Leerplicht Tabel 41: Behandelde jeugdigen Leiden 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 14.693 680 4,63%
Tabel 42: Schoolverzuim Leiden Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 3 Luxe 24 Signaal 333
14.819 773 5,22%
4 74 280
Tabel 43: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Leiden Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 7 4 3B 12 3 5 sub A 19 24 5 sub B 1 0 5 sub C 24 44 5A 0 0 11C 0 0 11G 6 11 15 17 22 Totaal 86 108
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
31
Tabel 44: Justitiële afhandeling Leiden PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 1 0 Boete 0 0 Dagvaarding 1 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 7 15 Boete 6 8 Dagvaarding 1 0 Trip 0 0 Sepot 0 1 Lopend 0 6 Signaal opgemaakt 28 40 Boete 0 1 Dagvaarding 23 22 Trip 4 11 Sepot 0 0 Lopend 1 6
Van de 680 behandelde jeugdigen waren er 333 gevallen van signaalverzuim. Voor 28 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 24 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is in 7 gevallen een p.v. opgemaakt. Er zijn 3 gevallen van absoluut verzuim geconstateerd, waarvoor uiteindelijk 1 p.v. is opgemaakt. Er zijn 86 aanvragen voor vrijstelling ingediend. Het aantal vrijstellingen op grond van artikel 5 sub c is aanzienlijk gedaald. Dit betreft kinderen die een school in het buitenland bezoeken. De daling is te verklaren doordat het RBL ouders die deze vrijstelling aangevraagd hebben, betere voorlichting heeft gegeven en ouders geadviseerd heeft de kinderen uit te schrijven uit Nederland als tijdens het gesprek bleek dat deze kinderen helemaal niet in Nederland verbleven. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. De leerplichtambtenaren hebben in het primair onderwijs deelgenomen aan de ZAT’s. Er zijn nu schoolgebonden ZAT’s, waar de leerplichtambtenaar op afroep bij aanwezig kan zijn. De leerplichtambtenaren missen hierdoor het structurele contact met de lokale netwerkpartners. De leerplichtambtenaren hebben ook deelgenomen aan de ZAT’s in het voortgezet onderwijs. Er was contact met de beleidsmedewerker onderwijs van de gemeente Leiden. Het RBL nam in het verslagjaar deel aan het tweewekelijkse Jeugd Veiligheidoverleg, waarin Leidse risicojongeren worden besproken teneinde preventief op te kunnen treden en vroegtijdig beginnende criminaliteit te kunnen signaleren. Vanaf september 2009 nam het RBL ook deel aan VIA, het bovenschoolse ZAT voor het primair onderwijs waar op casusniveau met zorgpartners en het onderwijs met elkaar gesproken werd om dreigende schooluitval van kinderen te voorkomen en voor ieder kind naar een passende onderwijsplek te streven. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 1412 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 830 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 582 nieuw. In het verslagjaar zijn 568 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 844.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
32
Tabel 45: Voortijdig schoolverlaters Leiden naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 1 8 9 15 jaar 1 9 10 16 jaar 12 38 50 17 jaar 28 110 138 18 jaar 106 137 143 19 jaar 170 97 267 20 jaar 153 83 236 21 jaar 176 69 245 22 jaar 183 31 214 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 830 582 1412 Tabel 46: In de verslag periode afgemelde leerlingen als VSV’er Leiden Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Overleden Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 153 192 61 1 20 56 85 568
3.5 Leiderdorp Leerplicht Tabel 47: Behandelde jeugdigen Leiderdorp 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 4.468 138 3,09%
Tabel 48: Schoolverzuim Leiderdorp Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 1 Luxe 2 Signaal 68
4.556 159 3,49%
2 5 61
Tabel 49: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Leiderdorp Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 1 3B 0 2 5 sub A 4 10 5 sub B 0 0 5 sub C 0 2 5A 0 0 11C 0 0 11G 0 3 15 3 8 Totaal 7 26
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
33
Tabel 50: Justitiële afhandeling Leiderdorp PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 0 1 Boete 0 1 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 4 6 Boete 0 2 Dagvaarding 3 3 Trip 1 1 Sepot 0 0 Lopend 0 0
Van de 138 behandelde jeugdigen waren er 68 gevallen van signaalverzuim. Voor 4 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 2 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is geen p.v. opgemaakt. Er is 1 geval van absoluut verzuim geconstateerd, waarvoor uiteindelijk geen p.v. is opgemaakt. Er zijn 7 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. Vier basisscholen hanteren voor het verlenen van verlof een systeem, waarbij twee dagen verlof aangevraagd kunnen worden volgens een verkorte aanvraag. Vanuit het RBL is al meerdere malen aangegeven dat dit niet strookt met de Leerplichtwet. De basisscholen in Leiderdorp zijn verdeeld in twee ZAT’s, de leerplichtambtenaar neemt hier ook aan deel. Het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiderdorp meldt goed, evenals de PC Hooftschool. Deze laatste school is een REC-school en heeft geen ZAT waar externe (zorg)partijen aan deelnemen. Er zijn op initiatief van het RBL gesprekken geweest om de samenwerking tussen zorgpartijen en de PC Hooftschool te versterken. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 230 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 142 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 88 nieuw. In het verslagjaar zijn 75 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 156. Tabel 51: Voortijdig schoolverlaters Leiderdorp naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 2 2 15 jaar 0 1 1 16 jaar 2 10 12 17 jaar 7 19 26 18 jaar 17 31 58 19 jaar 28 15 43 20 jaar 38 5 43 21 jaar 26 3 29 22 jaar 24 2 26 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 142 88 230
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
34
Tabel 52: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Leiderdorp Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
17 26 12 2 6 12 75
3.6 Lisse Leerplicht Tabel 53: Behandelde jeugdigen Lisse 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 3.609 99 2,74%
Tabel 54: Schoolverzuim Lisse Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 Luxe 17 Signaal 37
3.649 79 2,16%
0 1 30
Tabel 55: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Lisse Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 0 0 5 sub A 6 1 5 sub B 0 0 5 sub C 0 2 5A 0 0 11C 0 0 11G 1 1 15 1 3 Totaal 8 7
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
35
Tabel 56: Justitiële afhandeling Lisse PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 1 0 Boete 1 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 4 3 Boete 0 0 Dagvaarding 2 1 Trip 2 2 Sepot 0 0 Lopend 0 0
Van de 99 behandelde jeugdigen waren er 37 gevallen van signaalverzuim. Voor 4 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er was 17 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is 1 p.v. opgemaakt. Er zijn geen gevallen van absoluut verzuim geconstateerd. Er zijn 8 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. Er zijn in het verslagjaar minder aanvragen voor luxe verzuim vanuit het basisonderwijs behandeld. Dit komt waarschijnlijk doordat er betere voorlichting is gegeven middels een folder van de gezamenlijke basisscholen met de titel: ‘Leerplicht: iedereen naar school’. De leerplichtambtenaar heeft in het verslagjaar de basisscholen bezocht. De leerplichtambtenaar heeft met alle schoollocaties voor voortgezet onderwijs drie maal per schooljaar overleg en vindt gezamenlijke controle op het verzuim plaats. In september 2009 heeft de leerplichtambtenaar deelgenomen aan de carrouselbijeenkomst over het Centrum Jeugd en Gezin. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 205 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 133 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 72 nieuw. In het verslagjaar zijn 69 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 136. Tabel 57: Voortijdig schoolverlaters Lisse naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 1 2 3 16 jaar 1 7 8 17 jaar 4 10 14 18 jaar 16 24 40 19 jaar 25 13 28 20 jaar 29 6 35 21 jaar 29 6 35 22 jaar 28 3 31 > 22 jaar 0 0 0 Totaal
133
72
205
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
36
Tabel 58: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Lisse Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
16 29 12 1 4 7 69
3.7 Noordwijk Leerplicht Tabel 59: Behandelde jeugdigen Noordwijk 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 3.631 107 2,95%
Tabel 60: Schoolverzuim Noordwijk Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 Luxe 2 Signaal 60
3.664 117 3,19%
0 2 39
Tabel 61: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Noordwijk Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 0 0 5 sub A 13 5 5 sub B 0 0 5 sub C 0 4 5A 0 0 11C 0 0 11G 1 3 15 2 5 Totaal 16 17
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
37
Tabel 62: Justitiële afhandeling Noordwijk PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 1 0 Boete 1 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 6 13 Boete 0 0 Dagvaarding 4 7 Trip 2 5 Sepot 0 0 Lopend 0 1
Van de 107 behandelde jeugdigen waren er 60 gevallen van signaalverzuim. Voor 6 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 2 gevallen van luxe verzuim, voor 1 hiervan is een p.v. opgemaakt. Er zijn geen gevallen van absoluut verzuim geconstateerd. Er zijn 16 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. De leerplichtambtenaar heeft in het verslagjaar de basisscholen van Noordwijk bezocht, er was hierdoor meer contact over verzuim. Ook is er in Noordwijk een folder voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs opgesteld met de titel: ‘Leerplicht: iedereen naar school’. Er is één ZAT voor het basisonderwijs, dit loopt goed. De Northgo, de enige VO-school in Noordwijk, meldt goed. Dit geldt ook voor het Teylingen College locatie Leeuwenhorst. Er is regelmatig contact met de beleidsmedewerker onderwijs van de gemeente. Ook participeert de leerplichtambtenaar in het JOS-overleg (Jongeren op Straat overleg). Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 227 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 159 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 68 nieuw. In het verslagjaar zijn 76 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 151. Tabel 63: Voortijdig schoolverlaters Noordwijk naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 0 0 15 jaar 0 0 0 16 jaar 1 3 4 17 jaar 1 11 12 18 jaar 16 23 39 19 jaar 25 11 36 20 jaar 41 8 49 21 jaar 39 11 50 22 jaar 36 1 37 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 159 68 227
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
38
Tabel 64: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Noordwijk Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
21 34 7 3 7 4 76
3.8 Noordwijkerhout Leerplicht Deze gemeente heeft de leerplichttaken met ingang van 1 augustus 2009 bij het RBL Holland Rijnland belegd. Tabel 65: Behandelde jeugdigen Noordwijkerhout 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) 2.579 Behandeld door RBL 59 Percentage 2,29% Tabel 66: Schoolverzuim Noordwijkerhout Verzuimsoort 2009/2010 Absoluut 4 Luxe 1 Signaal 5 Tabel 66: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Noordwijkerhout Soort vrijstelling 2009/2010 3A 1 3B 0 5 sub A 4 5 sub B 0 5 sub C 0 5A 0 11C 0 11G 1 15 3 Totaal 9
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
39
Tabel 67: Justitiële afhandeling Noordwijkerhout PV 2009/2010 Absoluut opgemaakt 0 Boete 0 Dagvaarding 0 Trip 0 Sepot 0 Lopend 0 Luxe opgemaakt 0 Boete 0 Dagvaarding 0 Trip 0 Sepot 0 Lopend 0 Signaal opgemaakt 2 Boete 0 Dagvaarding 2 Trip 0 Sepot 0 Lopend 0
Van de 59 behandelde jeugdigen waren er 5 gevallen van signaalverzuim. Voor 2 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er was 1 geval van luxe verzuim, hiervoor is geen p.v. opgemaakt. Er zijn 4 gevallen van absoluut verzuim geconstateerd waarvoor geen p.v. is opgemaakt. Er zijn 9 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. Noordwijkerhout heeft het afgelopen verslagjaar voor het eerst de leerplichttaken ondergebracht bij het RBL. Helaas heeft het RBL hier onvoldoende uitvoering aan kunnen geven. De leerplichtambtenaar heeft alle scholen bezocht maar de meldingen vanuit de scholen zijn niet allemaal adequaat opgepakt. Het RBL is een aantal keer aanwezig geweest in het directeurenoverleg, hier is onder andere gesproken over de aanpak van luxe verzuim. De leerplichtambtenaar heeft ook deelgenomen aan het signaleringsoverleg, helaas was ook hier de aanwezigheid onvoldoende waardoor belangrijke informatie over individuele leerlingen te weinig bekend was bij de partners in het signaleringsoverleg. Voor volgend jaar zijn hier nieuwe afspraken over gemaakt tussen de gemeente en het RBL. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 164 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 110 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 54 nieuw. In het verslagjaar zijn 60 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 104. Tabel 68: Voortijdig schoolverlaters Noordwijkerhout naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 0 0 15 jaar 0 1 1 16 jaar 6 2 8 17 jaar 4 12 16 18 jaar 16 16 32 19 jaar 13 13 26 20 jaar 25 4 29 21 jaar 28 4 32 22 jaar 18 2 20 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 110 54 164
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
40
Tabel 69: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Noordwijkerhout Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 22 20 4 1 6 7 60
3.9 Oegstgeest Leerplicht Tabel 70: Behandelde jeugdigen Oegstgeest 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 3.966 100 2,52%
Tabel 71: Schoolverzuim Oegstgeest Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 Luxe 17 Signaal 41
3.985 115 2,89%
0 18 37
Tabel 72: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Oegstgeest Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 1 0 3B 0 0 5 sub A 7 5 5 sub B 2 0 5 sub C 6 10 5A 0 0 11C 0 0 11G 1 2 15 1 2 Totaal 18 19
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
41
Tabel 73: Justitiële afhandeling Oegstgeest PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 0 2 Boete 0 2 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 7 6 Boete 0 2 Dagvaarding 5 2 Trip 2 3 Sepot 0 1 Lopend 0 0
Van de 100 behandelde jeugdigen waren er 41 gevallen van signaalverzuim. Voor 7 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 17 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is geen p.v. opgemaakt. Er zijn geen gevallen van absoluut verzuim geconstateerd. Er zijn 18 aanvragen voor vrijstelling ingediend, waarvan 6 voor artikel 5 sub c (volgen van onderwijs in het buitenland) en 7 voor artikel 5 sub A (vrijstelling vanwege psychische of lichamelijke gronden). De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. De leerplichtambtenaar heeft in het verslagjaar deelgenomen aan het ZAT voor de basisscholen en de ZAT’s van het Rijnlands Lyceum, het Teylingen College en het Wellantcollege. De onderlinge contacten verlopen soepel, men weet elkaar goed te vinden voor overleg. De leerplichtambtenaar neemt ook deel aan de door de gemeente opgezette Stuurgroep Integraal Jongerenbeleid, waarin onder andere de gemeente, scholen, politie en jongerenwerk vertegenwoordigd zijn. In deze stuurgroep worden trends, ontwikkelingen en knelpunten gesignaleerd en nagedacht over een integrale aanpak. Daarnaast heeft de leerplichtambtenaar een bijdrage geleverd aan de organisatie van de informatiemarkt voor (ouders van) 10+ jeugd. Op deze informatiemarkt konden ouders en jongeren allerlei informatie krijgen op het gebied van onderwijs, hulpverlening en vrije tijd. Deze informatiebijeenkomst is in het verslagjaar voor de tweede keer georganiseerd en zal waarschijnlijk komend schooljaar ook weer plaatsvinden. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 176 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 109 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 67 nieuw. In het verslagjaar zijn 84 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 92. Tabel 74: Voortijdig schoolverlaters Oegstgeest naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 0 1 1 16 jaar 2 3 5 17 jaar 2 22 24 18 jaar 10 21 31 19 jaar 23 9 32 20 jaar 19 5 24 21 jaar 21 3 24 22 jaar 32 2 34 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 109 67 176
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
42
Tabel 75: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Oegstgeest Groep
Aantal
Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
13 33 15 5 7 11 84
3.10 Teylingen Leerplicht Tabel 76: Behandelde jeugdigen Teylingen 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 6.485 159 2,45%
Tabel 77: Schoolverzuim Teylingen Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 1 Luxe 17 Signaal 68
6.437 133 2,07%
1 21 51
Tabel 78: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Teylingen Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 0 0 5 sub A 7 5 5 sub B 0 2 5 sub C 1 4 5A 0 0 11C 0 0 11G 2 6 15 2 2 Totaal 12 19
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
43
Tabel 79: Justitiële afhandeling Teylingen PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 5 3 Boete 5 3 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 4 15 Boete 0 0 Dagvaarding 4 6 Trip 0 9 Sepot 0 0 Lopend 0 0
Van de 159 behandelde jeugdigen waren er 68 gevallen van signaalverzuim. Voor 4 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 17 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is in 5 gevallen een p.v. opgemaakt. Er is 1 geval van absoluut verzuim geconstateerd, waarvoor geen p.v. is opgemaakt. Er zijn 12 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. De K.T.S. in Voorhout meldt goed, er zijn goede contacten en overleg, natuurlijk ook tijdens het ZAT. De leerplichtambtenaar heeft deelgenomen aan het signaleringsnetwerk Teylingen, waar jongeren uit Voorhout, Sassenheim en Warmond besproken kunnen worden in multidisciplinair verband. Er was veel tussentijds overleg over bepaalde cases, de deelnemers van dit netwerk weten elkaar goed te vinden. Daarnaast heeft de leerplichtambtenaar het directeurenoverleg p.o. eenmaal bezocht. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 289 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 187 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 102 nieuw. In het verslagjaar zijn 108 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 181. Tabel 80: Voortijdig schoolverlaters Teylingen naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 2 2 15 jaar 0 1 1 16 jaar 0 13 13 17 jaar 3 18 21 18 jaar 26 25 51 19 jaar 38 21 59 20 jaar 43 10 53 21 jaar 47 10 57 22 jaar 30 2 32 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 187 102 289
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
44
Tabel 81: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Teylingen Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 29 31 22 1 9 16 108
3.11 Voorschoten Leerplicht Tabel 82: Behandelde jeugdigen Voorschoten 2009/2010 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) Behandeld door RBL Percentage
2008/2009 3.887 137 3,52%
Tabel 83: Schoolverzuim Voorschoten Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 1 Luxe 23 Signaal 52
3.825 137 3,58%
2 21 52
Tabel 84: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Voorschoten Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 0 0 5 sub A 3 5 5 sub B 0 0 5 sub C 7 3 5A 0 0 11C 1 0 11G 0 2 15 4 6 Totaal 15 16
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
45
Tabel 84: Justitiële afhandeling Voorschoten PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 6 7 Boete 6 5 Dagvaarding 0 2 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Signaal opgemaakt 6 3 Boete 0 0 Dagvaarding 5 0 Trip 1 1 Sepot 0 0 Lopend 0 2
Van de 137 behandelde jeugdigen waren er 52 gevallen van signaalverzuim. Voor 6 hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Er waren 23 gevallen van luxe verzuim, hiervoor is in 6 gevallen een p.v. opgemaakt. Er is 1 keer absoluut verzuim geconstateerd, hiervoor is geen p.v. opgemaakt. Er zijn 15 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. In Voorschoten zijn er schoolgebonden ZAT’s, waar de leerplichtambtenaar op afroep bij aanwezig kan zijn. In het verslagjaar is dit te weinig voorgekomen, waardoor de leerplichtambtenaar soms contacten met netwerkpartners mist. De basisscholen melden wel steeds beter. De leerplichtambtenaar heeft veel contact met het Adelbert College en Rijnlands Lyceum in Wassenaar, hier gaan veel Voorschotense leerlingen heen. De leerplichtambtenaar neemt een tot twee keer per jaar het initiatief om de beleidsmedewerker te informeren. De leerplichtambtenaar heeft ook deelgenomen aan het wijksignaleringsnetwerk in Voorschoten. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 163 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 91 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 72 nieuw. In het verslagjaar zijn 55 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 108. Tabel 85: Voortijdig schoolverlaters Voorschoten naar leeftijd leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 1 4 5 16 jaar 1 7 8 17 jaar 6 12 18 18 jaar 12 18 30 19 jaar 24 8 32 20 jaar 18 13 31 21 jaar 17 5 22 22 jaar 12 4 16 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 91 72 163
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
46
Tabel 86: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Voorschoten Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 14 15 8 4 5 9 55
3.12 Zoeterwoude Leerplicht Tabel 87: Behandelde jeugdigen Zoeterwoude 2009/2010 2008/2009 Jeugdigen 5-17 jaar (CBS) 1.391 Behandeld door RBL 27 Percentage 1,94% Tabel 88: Schoolverzuim Zoeterwoude Verzuimsoort 2009/2010 2008/2009 Absoluut 0 Luxe 1 Signaal 10
1.463 30 2,65%
1 2 16
Tabel 89: Behandelde aanvragen voor vrijstelling/vervangende leerplicht Zoeterwoude Soort vrijstelling 2009/2010 2008/2009 3A 0 0 3B 1 0 5 sub A 7 6 5 sub B 0 0 5 sub C 2 0 5A 0 1 11C 0 0 11G 0 0 15 1 0 Totaal 11 7
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
47
Tabel 90: Justitiële afhandeling Zoeterwoude PV 2009/2010 2008/2009 Absoluut opgemaakt 0 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0 Luxe opgemaakt 1 0 Boete 0 0 Dagvaarding 0 0 Trip 0 0 Sepot 0 0 Lopend 1 0 Signaal opgemaakt 2 0 Boete 0 0 Dagvaarding 1 0 Trip 1 0 Sepot 0 0 Lopend 0 0
Van de 27 behandelde jeugdigen waren er 10 gevallen van signaalverzuim, 1 geval van luxe verzuim en absoluut verzuim. Er zijn 11 aanvragen voor vrijstelling ingediend. De rest van de behandelde leerlingen betrof preventief ingrijpen. In het verslagjaar is er contact geweest tussen de leerplichtambtenaar en de basisscholen in Zoeterwoude. Er is melding gedaan van ongeoorloofd verzuim en er is overleg geweest. De scholen in Zoeterwoude nemen allen deel aan het ZAT. De leerplichtambtenaar is daar ook geweest en heeft adviezen uitgebracht. Een enkele keer is daar een verzuimmelding uit voortgekomen De meeste leerlingen uit Zoeterwoude gaan naar VO-scholen in Leiden, deze scholen melden over het algemeen goed. De leerplichtambtenaar heeft in het verslagjaar een aantal keren contact gehad met de beleidsmedewerker van Zoeterwoude. Voortijdig schoolverlaten Er zijn gedurende het afgelopen schooljaar 78 jongeren geregistreerd geweest als voortijdig schoolverlater. Hiervan zijn 50 afkomstig uit voorgaande schooljaren en 28 nieuw. In het verslagjaar zijn 24 jongeren afgemeld als vsv-er. Het standcijfer aan het eind van het verslagjaar bedroeg dus 54. Tabel 91: Voortijdig schoolverlaters Zoeterwoude naar leeftijd Leeftijd Oud Nieuw Totaal < 15 jaar 0 1 1 15 jaar 0 0 0 16 jaar 2 6 8 17 jaar 2 3 5 18 jaar 5 8 13 19 jaar 8 4 12 20 jaar 13 6 19 21 jaar 11 0 11 22 jaar 9 0 9 > 22 jaar 0 0 0 Totaal 50 28 78
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
48
Tabel 92: In de verslagperiode afgemelde leerlingen als VSV’er Zoeterwoude Groep Geplaatst: opleiding Gestopt: leeftijdsgrens bereikt Onjuiste melding Startkwalificatie behaald Startkwalificatie niet haalbaar Verhuisd naar buiten de regio Totaal
Aantal 9 8 2 1 3 1 24
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
49
4
Ontwikkelingen, knelpunten en aanbevelingen
4.1 Ontwikkelingen Wanneer de leerplichtcijfers worden vergeleken met het voorgaande schooljaar, levert dit het volgende beeld op: •
Het aantal behandelde leerlingen is ongeveer gelijk gebleven. De invoering van de kwalificatieplicht in 2007 is inmiddels goed ingebed en scholen en onderwijsinstellingen blijven het belang van het melden inzien.
•
Het aantal meldingen vanuit het VO is gestegen ten opzichte van het jaar hiervoor. Met name het aantal 17 jarigen dat gemeld is, is enorm gestegen. Een oorzaak hiervan kan zijn dat scholen meer het belang zijn gaan zien van het melden van te laat komen en licht verzuim.
•
Na aanvankelijk een enorme toename van het aantal meldingen vanuit het mbo zijn er uiteindelijk toch minder melding geweest dan het schooljaar hiervoor. Het RBL signaleert dat het registreren en het melden van verzuim extra aandacht behoeft.
•
Het aantal pv’s dat is opgemaakt, is gedaald ten opzichte van vorig schooljaar. Onderzocht wordt wat mogelijke oorzaken hiervoor zijn.
Wanneer de vsv-cijfers worden vergeleken, levert dit het volgende beeld op: Het totale aantal vsv-ers is licht gestegen: van 4125 in het schooljaar 2008/2009 naar 4215 in het afgelopen schooljaar. Het is moeilijk te verklaren hoe dat komt. Het RBL heeft veel inspanningen gepleegd om het aantal vsv-ers terug te dringen. Zo is het verlenen van vrijstellingen bij 16- en 17-jarigen sinds de invoering van de kwalificatieplicht sterk gereduceerd. Het aantal vsv-ers in die groep is gedaald, terwijl het aantal schoolverlaters zonder startkwalificatie gestegen is bij de 18-jarigen. We zien dus een verschuiving. De grootste groep uitvallers is afkomstig is uit het mbo. Het aantal meldingen van verzuim vanuit het mbo is echter gedaald, terwijl verzuim vaak vooraf gaat aan daadwerkelijke uitval. Het registreren en het melden van verzuim behoeft dus aandacht in relatie met het voorkomen van voortijdig schoolverlaten.
4.2 Knelpunten leerplicht Melden van verzuim Hoewel het vanaf 1 september 2009 verplicht is gesteld dat VO scholen het schoolverzuim melden via het digitaal loket van DUO (voorheen IB-groep), maken nog niet alle scholen hier gebruik van. Scholen zijn wettelijk verplicht hun meldingen digitaal via DUO te doen en het RBL wordt er vanuit het ministerie van OCW op aangesproken dat nog niet alle scholen dit doen. Het RBL heeft bij de start van het nieuwe schooljaar alle scholen die nog niet via DUO meldden, aangeschreven. LBA Doordat de invoering van het nieuwe registratiesysteem niet aan het begin van het schooljaar kon plaatsvinden, maar per 1 december gerealiseerd is, konden een aantal wensen en ambities niet (volledig) doorgevoerd worden. Het nieuwe registratiesysteem maakt bijvoorbeeld het meten van en het sturen op doorlooptijden mogelijk. In dit jaarverslag konden doorlooptijden echter nog niet in beeld gebracht worden. Schooldossiers Er is een start gemaakt met het aanleggen van schooldossiers. Leerplichtambtenaren zijn in het verslagjaar begonnen met het periodiek afleggen van schoolbezoeken (po eenmaal per jaar, vo drie keer per jaar). In de schooldossiers wordt onder andere gekeken naar het aantal meldingen per school in verhouding tot het aantal leerlingen. Maar ook meer kwalitatieve informatie zoals verlofaanvragen en verzuimbeleid.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
50
Halt Nog niet alle scholen in de regio doen mee aan de Halt afdoening. Dit gegeven is onderdeel van de evaluatie die het RBL heeft met bureau Halt in het najaar van 2010. Samenwerking Curium VO/SVO Als een leerling geplaatst wordt in een van de afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum Curium, is het zo dat de leerling als dit traject afgerond wordt, snel weer een onderwijsplek zou moeten hebben. Door knelpunten in de samenwerking tussen Curium en het onderwijs gebeurt dit nog onvoldoende. Het RBL tracht hier met partijen oplossingen voor te vinden. Absoluut verzuim Bij het digitaal inlezen van de in- en uitschrijvingen van de basisscholen is de leerlingenadministratie geconfronteerd met een aantal tegenslagen op technisch gebied. Hierdoor was er pas laat in het schooljaar goed zicht op het aantal absoluut verzuimers in het basisonderwijs. In het nieuwe schooljaar verloopt dit voorspoedig.
4.3 Knelpunten VSV Verzuim 18+ Het MBO heeft de wens dat verzuim 18- en 18+ op dezelfde manier opgepakt wordt. Doordat er voor een student van 18+ geen sanctie middelen zijn als het gaat om verzuim is dit lastig. Er is sinds dit voorjaar een start gemaakt met het in behandeling nemen van verzuim meldingen 18+ en dreigend voortijdig schoolverlaten 18+. Dit wordt uitgevoerd door een rmc-medewerker bij het jongerenloket. Met de scholen zijn wij aan het zoeken hoe we ook deze groep verzuimende studenten kunnen aanspreken op hun gedrag met als doel om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Bewustwording Uit de vsv cijfers blijkt dat de groep vsv’ers van 18 jaar flink gestegen is. De noodzaak van een sluitende aanpak om voortijdig schoolverlaten juist bij deze groep tegen te gaan, is niet altijd in de werkwijze van het RBL tot uiting gekomen. De leerplichtambtenaren moeten zich meer bewust gaan worden van hun rol bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten bij 18 jarigen. Zowel bij een individuele leerling als tijdens hun periodieke schoolbezoeken. In de scholenbezoeken is voortijdig schoolverlaten onderwerp van gesprek. Er wordt per school gekeken hoeveel vsv-ers die school in een bepaalde periode heeft en wordt besproken wat daaraan gedaan kan worden. Op deze manier is ook op de scholen voor voortgezet onderwijs vsv onder de aandacht.
4.4 Aanbevelingen Voortzetten en intensiveren schoolbezoeken De schoolbezoeken worden komend schooljaar voortgezet en geïntensiveerd. Doel hiervan is het beter in beeld krijgen van de individuele leerling zowel voor school als voor de leerplichtambtenaar. Daarnaast versterkt het de samenwerking tussen school en leerplicht. Inrichting nieuw werkproces rmc Er is een apart werkproces gemaakt voor nieuwe voortijdig schoolverlaters. Met deze werkwijze willen we jongeren beter in beeld krijgen en sneller terug leiden naar onderwijs of werk in combinatie met leren. Iedere week worden de nieuwe vsv’ers administratief gecontroleerd, gaan we informatie opvragen bij de laatste school en wordt de vsv’er gebeld of bezocht door een RMC medewerker van het Jongerenloket. Deze nieuwe werkwijze is bij de start van het nieuwe schooljaar besproken met de mbo’s in de regio, contactgemeente Leiden en het Jongerenloket.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
51
Het ontwikkelen van prestatie indicatoren Het nieuwe registratiesysteem werkt op dit moment nog niet volledig. De komende tijd worden er nog aanpassingen gedaan. Het RBL zal het ontwikkelen van prestatie indicatoren (o.a. doorlooptijden) verder uitwerken en in het voorjaar met een voorstel komen. Regie over verzuim 18- en 18+ bij leerplichtambtenaar Het verzuim op het mbo vergt nog meer aandacht. Om beter in beeld te krijgen hoeveel leerlingen er verzuimen en welke aanpak gekozen wordt is het noodzakelijk dat tijdens elk zorgoverleg op het mbo het verzuim van alle leerlingen, dus 18- en 18+, besproken wordt met de leerplichtambtenaar.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
52
Bijlage 1 Afkortingen
AMK AMW AOC BO BBL BJZ BOA BOL BVE BOA Cfi CvI CWI GBA GGD GSB IBG ISO JGGZ JGZ JPP JPT LWOO Mbo MLK OCW OM OPDC OTS PHO PO PrO PV RAS REC RMC ROC RPA RvdK SBO SO SVO SZW VAVO Vmbo VO VSO VSV Vwo WMO WSNS ZAT ZMLK ZMOK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemeen maatschappelijk werk Agrarisch Opleidingscentrum Basisonderwijs Beroepsbegeleidend onderwijs Bureau Jeugdzorg Buitengewoon opsporingsambtenaar Beroepsopleidend onderwijs Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Buitengewoon opsporingsambtenaar Centrale Financiële Instellingen Commissie voor de Indicatiestelling REC Centrum voor Werk en Inkomen Gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Grotestedenbeleid Informatie Beheer Groep International Standards Organization Jeugd geestelijke gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Jeugd preventieproject Jeugd preventieteam Leerwegondersteunend onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Moeilijk lerende kinderen Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Openbaar Ministerie Orthopedagogisch Didactisch Centrum Ondertoezichtstelling Portefeuillehoudersoverleg Primair onderwijs Praktijkonderwijs Proces-verbaal Regionale agenda samenleving Regionaal expertisecentrum Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Regionaal Opleidingencentrum Regionaal Platform Arbeidsmarkt Raad voor de Kinderbescherming Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs Speciaal voortgezet onderwijs Sociale Zaken en Werkgelegenheid Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Voortijdig schoolverlaten Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wet maatschappelijke ondersteuning Weer samen naar school Zorg- en adviesteam Zeer moeilijk lerende kinderen Zeer moeilijk opvoedbare kinderen
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
53
Bijlage 2 Leerplichtwet en RMC-wetgeving Het melden van in- en uitschrijvingen Scholen en onderwijsinstellingen zijn volgens de Leerplichtwet verplicht om binnen zeven dagen alle in- en uitschrijfgegevens van hun leerlingen te melden aan de desbetreffende woongemeente, die deze gegevens vervolgens registreert en controleert of alle leerplichtige leerlingen op een school staan ingeschreven. Deze leerlingenregistratie is gekoppeld aan de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Indien blijkt dat een leerplichtige leerling niet op een school staat ingeschreven dan is er mogelijk sprake van absoluut verzuim. De gemeente meldt vermoedelijk absoluut verzuim aan het RBL. Voor het uitoefenen van de RMC-functie hebben gemeenten volgens de RMC-wetgeving de verplichting in- en uitschrijvingen van niet-leerplichtige voortijdige schoolverlaters te administreren. Het betreft jongeren in de leeftijd tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie hebben behaald, of langer dan één aaneengesloten maand zonder geldige reden geen onderwijs volgen. Analoog aan de werkwijze bij absoluut verzuim kunnen de gemeenten controleren of er sprake is van voortijdig schoolverlaten. Is dat het geval, dan meldt de gemeente de leerling bij de RMC-functie, die vervolgens de voortijdig schoolverlater registreert en benadert. Wanneer de leerplichtambtenaar van het RBL een vrijstelling van de inschrijvingsplicht verleent, wordt een afschrift van de beschikking aan de leerlingenregistratie van de desbetreffende woongemeente verzonden. Deze kan de vrijstelling verwerken, zodat de leerling niet langer staat geregistreerd als absoluut verzuimer of als voortijdig schoolverlater. Het melden van schoolverzuim Verder dienen scholen en onderwijsinstellingen door te geven wanneer er sprake is van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Er is sprake van relatief verzuim, indien een leerplichtige leerling zonder geldige reden les- of praktijktijd verzuimt op drie achtereenvolgende schooldagen of in een periode van 4 weken meer dan éénachtste deel van het aantal uren les- of praktijktijd verzuimt. Relatief verzuim kan worden onderscheiden in signaalverzuim (het verzuim is een signaal voor achterliggende problemen) en luxe verzuim (zonder toestemming op vakantie buiten de schoolvakanties). Voor niet-leerplichtige leerlingen tot 23 jaar zonder startkwalificatie geldt voor de melding van ongeoorloofd schoolverzuim een aaneengesloten periode van ten minste een maand (of een door de school of onderwijsinstelling te bepalen kortere periode) waarin de leerling het onderwijs of de educatie zonder geldige reden niet meer volgt. De school moet dit verzuim schriftelijk melden aan het RBL. Hiervoor zijn standaardformulieren beschikbaar, conform het meldingsprotocol, dat is verspreid op de scholen en onderwijsinstellingen en is te downloaden van de website van het RBL. Met ingang van 1 oktober 2009 zal het melden van schoolverzuim door het voortgezet onderwijs en de BVE-instellingen via het digitale loket van de Informatie Beheer Groep gaan lopen. Behandeling van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten Na een melding van schoolverzuim neemt de behandelende leerplichtambtenaar contact op met de ouders, de leerling en de school. Getracht wordt de oorzaak van het verzuim te achterhalen. Ook wordt informatie ingewonnen bij eventuele betrokken instanties, zoals de huisarts of zorgorganisaties. Vervolgens bespreekt de leerplichtambtenaar met de ouders en/of de leerling de diverse mogelijkheden, zoals terug naar de huidige school, op zoek naar een andere opleiding, plaatsing in de spijbelopvang en inschakelen van zorgorganisaties. De leerplichtambtenaar handelt vanuit maatschappelijke zorg, maar maakt in de gesprekken met ouders en/of leerling wel duidelijk dat de aanpak niet vrijblijvend is. Ouders en leerling worden gewezen op de verplichtingen die de Leerplichtwet hen oplegt (te weten inschrijving van hun kind op een school en regelmatig schoolbezoek). Er worden afspraken gemaakt over het vervolg. Er vindt regelmatig een voortgangscontrole plaats. De leerplichtambtenaar maakt gespreksverslagen en houdt van elke gemelde leerling een dossier bij. Plaatsing in trajecten De leerplichtambtenaren plaatsen leerlingen in zorgtrajecten en onderwijstrajecten. Met zorgtrajecten worden diverse vormen van (jeugd)zorg bedoeld. Een aantal jeugdzorgaanbieders kende helaas wachtlijsten, zodat de leerling niet direct geholpen kan worden of gebruik moet maken van overbruggingshulp. Voor sommige leerlingen is het moeilijk een oplossing te vinden. Gezien de zwaarte of complexiteit van hun problemen passen zij niet binnen
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
54
de bestaande trajecten. De leerplichtambtenaar spant zich dan in om samen met de ketenpartners een oplossing ‘op maat’ te vinden. Met onderwijstraject worden trajecten bedoeld waar leerlingen tijdelijk geplaatst of begeleid worden, met als doel terugkeer naar school. Ook kan het gaan om een individueel traject, dat ‘op maat’ door de school aan een leerling wordt geboden. Behandelen van aanvragen voor vrijstelling De leerplichtwet biedt verschillende mogelijkheden tot vrijstelling: Vervangende leerplicht op grond van artikel 3a van de Leerplichtwet. Dit betekent dat een jongere in de leeftijd vanaf 14 jaar een deel van de week praktijktijd heeft, bestaande uit lichte arbeid (de duale leerweg van de Witte Poort of een door de school opgesteld programma). Jongeren, die in het laatste jaar zitten van de volledige leerplicht, kunnen een beroep doen op vervangende leerplicht in het laatste schooljaar (artikel 3b van de leerplichtwet). Het laatste schooljaar wordt dan vervangen door een inschrijving aan een Regionaal Opleidingencentrum (ROC) of een Agrarisch Opleidingscentrum (AOC), waarbij ze één of twee dagen onderwijs volgen en de overige dagen werken. Artikel 5 onder a van de Leerplichtwet stelt dat jongeren die op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt zijn om tot een school te worden toegelaten, niet hoeven worden ingeschreven. Wanneer ouders zich beroepen op deze vrijstelling moet een verklaring van een onafhankelijke arts/psycholoog worden overlegd. Artikel 5 onder b van de Leerplichtwet stelt dat ouders een beroep kunnen doen op vrijstelling van inschrijving, wanneer zij bedenkingen hebben tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand gelegen scholen. Zij moeten wel een verklaring van deze strekking afleggen. Artikel 5 onder c van de Leerplichtwet stelt dat jongeren die staan ingeschreven als leerling van een school buiten Nederland, en die deze school regelmatig bezoeken, niet hoeven worden ingeschreven. De ouders moeten een kennisgeving indienen, samen met een verklaring van de school in het buitenland dat de jongere daar daadwerkelijk is ingeschreven en de betreffende school regelmatig bezoekt. Artikel 5a van de Leerplichtwet stelt jongeren, van wie de ouders een trekkend bestaan leiden waarbij de jongere hen vergezelt, niet te hoeven worden ingeschreven. Dit trekkend bestaan is beschreven in een algemene maatregel van bestuur. Verlofaanvragen voor vakantie wegens de aard van het beroep van de ouders (artikel 11 onder f) en voor gewichtige omstandigheden van 10 of minder schooldagen per schooljaar (artikel 11 onder g) moeten door de directeur van de school worden behandeld. Het RBL hecht eraan dat scholen (zeker die scholen die binnen één gemeente zijn gevestigd) hierin één lijn volgen. Het RBL heeft hiervoor een aantal richtlijnen opgenomen in de folder verlof. Volgens artikel 11 onder g van de Leerplichtwet behandelt de leerplichtambtenaar verzoeken om vrijstelling van schoolbezoek wegens gewichtige omstandigheden wanneer het gaat om meer dan 10 schooldagen. Bij gewichtige omstandigheden moet gedacht worden aan zaken die buiten de wil van de ouders zijn gelegen (zoals wettelijke verplichtingen). Artikel 15 van de Leerplichtwet biedt de mogelijkheid tot vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs aan kwalificatieplichtigen. Vaak betreft het jeugdigen die niet meer op een school staan ingeschreven. Omdat het schooljaar al ver gevorderd is en de meeste ROC’s geen mogelijkheid bieden om tussentijds in te stromen, krijgen zij een vrijstelling onder strikte voorwaarden: zij moeten een inschrijvingsbewijs van het CWI of een arbeidscontract overleggen. Ook moeten zij het bewijs van inschrijving tonen van de opleiding die ze bij de start van het nieuwe schooljaar gaan volgen.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
55
RMC-functie De Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC-functie) is in 1995 ingesteld door het Ministerie van Cultuur, Onderwijs en Wetenschap (OCW) met als doel een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv'ers). Vsv’ers zijn jongeren die het onderwijs verlaten zonder te beschikken over een startkwalificatie (een havo- of vwo-diploma of een diploma op ten minste niveau 2 van het middelbaar beroepsonderwijs). In Nederland zijn de gemeenten verdeeld over 39 RMC-regio’s. Binnen iedere regio fungeert één contactgemeente. In de regio Zuid-Holland Noord is dit de gemeente Leiden en is de RMC-functie sinds 1 september 2002 ondergebracht bij het RBL ZHN, sinds 1 januari 2007 RBL Holland Rijnland genaamd. De RMC-functie heeft drie taken. 1. Het bevorderen van een sluitende melding van voortijdig schoolverlaters in de regio, alsmede het zorgdragen voor een goede registratie van voortijdig schoolverlaters. 2. Het initiëren van een gezamenlijke aanpak en het afstemmen van de activiteiten van de zogenoemde VSV-ketenpartners, gericht op een sluitende aanpak van VSV-ers. VSV-ketenpartners in Leiden en de Duin- en Bollenstreek zijn het Regionaal Bureau Leerplicht, de ROC’s, het CWI, Afdelingen Sociale Zaken van de verschillende gemeenten en de Zorgsector. 3. Het coördineren en realiseren van trajectbegeleiding van en hulpverlening aan VSV-ers gericht op (her)plaatsing in onderwijs, werk en/of zorg. Melding en registratie Het RBL houdt de gemeentelijke leerlingenadministraties bij. Dit gebeurt met behulp van informatie geleverd door de Informatie Beheer Groep. Daarnaast is het RBL op 1 december 20008 aangesloten op het landelijke GBA. Gezamenlijke aanpak Op 13 september 2007 heeft het portefeuillehouderoverleg sociale agenda van Holland Rijnland besloten om de stuurgroep Startkwalificatie en het bestuurlijk overleg Jongerenloket samen te voegen tot één nieuwe regiegroep op bestuurlijk niveau: de regiegroep voortijdig schoolverlaten. Deze regiegroep wordt ambtelijk ondersteund vanuit het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Onder de regiegroep hangt een werkgroep vsv die de taken verder uitwerkt. Trajectbegeleiding van VSV-ers De individuele trajectbegeleiding binnen de RMC-functie heeft ten doel voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie terug te laten keren naar school of ze te begeleiden naar een arbeidsplaats in combinatie met een leerprogramma, zodat uiteindelijk een startkwalificatie behaald kan worden. Deze trajectbegeleiding vindt plaats bij het Jongerenloket Holland Rijnland. Alle voortijdig schoolverlaters die op enigerlei wijze gemeld worden, krijgen een brief met een enquêteformulier. Doel hiervan is na te gaan of de gegevens zoals gemeld bij het RBL nog steeds actueel waren en tevens wordt de behoefte aan begeleiding bij de jongere gepeild. Wanneer een jongere aangeeft voor begeleiding in aanmerking te willen komen, wordt trajectbegeleiding ingezet.
Jaarverslag 2009/2010 RBL Holland Rijnland, versie 1.2. d.d.16-11-2010
56
Aan: de gemeenteraad
Datum Verzonden Ons kenmerk Uw burgerservicenummer Contactpersoon Doorkiesnummer
: : : :
31 maart 2011
: :
E. van Oortmerssen
Onderwerp
:
Vragen LO en stand van zaken Hofwijck
Hofwijck
Geacht raadslid, Door LO zijn vragen gesteld over Hofwijck. Hierbij informeer ik u over de huidige stand van zaken. Het spijt mij u te moeten vertellen dat ondanks de activiteiten die zijn verricht, het plan vertraging oploopt, die niet meer in te halen valt. Op 18 februari 2010 heeft u het bestemmingsplan Oud Poelgeest vastgesteld. Conform de overeenkomst met WMV-Ons Doel is door hen de planontwikkeling ter hand genomen. In de loop van 2010 werden de partners steeds somberder over de financiële haalbaarheid van het plan. Zo leidt het EU-standpunt over duurdere huurwoningen tot een hogere last voor corporaties. De WSW, het borginstituut voor woningcorporaties, verscherpte haar regels, waardoor onrendabele toppen toenemen. Op 22 december deelden WMV en Ons Doel mij mede dat het huidige plan voor hen financieel onhaalbaar is. De achterliggende berekeningen hebben we in januari 2011 gekregen. In het bestuurlijk overleg van 15 februari met realisatoren heb ik, na studie van de financiële gegevens, hen medegedeeld dat deze cijfers ons niet kunnen overtuigen. Om tot een voor haar bevredigend plan te komen studeert de WMV op alternatieven die uitgaan van een vorm van renovatie van Hofwijck en mogelijk temporisering van de duurdere bebouwing. Tegelijk wordt een brede marktverkenning gehouden om het huidige nieuwbouwplan toch te realiseren. Hierbij denk ik aan andere corporaties dan Ons Doel.
Deze studies moeten leiden tot een aantal scenario’s die, volgens de afspraken die zijn gemaakt, in juni 2011 moeten leiden tot een gezamenlijke keuze. Ik hoop dat ik u op deze manier voldoende heb geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Betty van Oortmessen