i
1.111
l=ll':
4e
JAARGANG (Nieuwe reeks) No.
Junl
6
19411
Politiek en Cultuur Hoofdredacteur; J. Schalker Led en van de redactie: F. Baruch, L. Gillieron, Chr. Smit, Red. Seer.: S. Prins, Roemer Visserstroot 4. Amsterdam. Talefoon 83502 en 86453 Adminiatrotie: Uitgeverij PEGASUS, Leidsestr~ 25, A'dom. Tel. 35957. Giro I 73127
Prijs per nnmmer 30 cent
Ahonnementen: per jaar f 3.50, per halfiaar f 1.75. Voor Belgie Bfrs 65.-
noq teveRBaaR
aRthuR cteqq
De geboorte van een Nieuw China De worsteling v-an ihet Chdnese vollk OIIll zijn vrijhelid staat in het middelpunt der belangstelling. De behaalde successen zijn het resultaat van tientallen jaren geoliganiseerd verzet en voOT goed ibegrip van de situatie van nu is het n:oodzaJrelijk, dat men de voorgeschiedenis van deze strijd, die Clegg grond~g !beharu:lelt, leest. '· Prijs f 3.75, geb.
Boukhandel PegasuB
•
Leidsestr. 25, A'dam
IN DE SCHADUW VAN DE CRISIS door F. BARUCH
H
ET in April verschenen verslag van de Nederlandse Bank geeft aanleiding riog eens dieper op de resultaten vim de economische politiek der regering-Drees in te gaan. De president van de Nederlandse Bank verklaart, dat ,de eco:riomische ontwikkeling hier te lande .... in vele opzichten reden (mag) geven tot tevred€nheid", hij verheugt zich er over, dat het tempo van de stijging der productie in industrie en landbouw zowel in 1947 als in 1948 hager was dan in andere landen (van West-Europa), hOEwel West-Europa als geheel genomen volgens hem oak ,verblijdende voortgang" heeft gEo*maakt. Wanneer men dit zo leest, zou men de indruk krijgen, dat de bevolking van West-Europa en in het bijzonder van Nederland in een soort luilekker!and leelft. Helaas, de verdere Iectuur van het jaarverslag leert ons iets anders, hoewel het lang niet de hele waarheid is. Hoewel de koopkracht van de arbeiders achteruit is gegaan, steeg de arbeidsproductiviteit met 8%. Dit is dan een verdere ,positieve factor", althans 1gerekend vanuit de kant der ondernemers. Vanuit het standpunt der arbeiders zou de zaak in orde zijn geweest, indien de koopkracht van hun lonen eveneens met 8% was gestegen. Zij zouden dan begrijpen, dat hun meerdere inspanning hun ook ten goede was gekomen. Het omgekeerde is echter het geval. Maar deze twee dingen - de vermindering van de koopkracht en de verhoging van de arbeidsproductiviteit - zijn slechts een practisch bewijs van de stelling, die men in onze marxistische leerboeken kan vinden, n.l. dat de verarming van de arbeidE!rsklasse toeneemt naarmate de bezittende' klasse zich verrijkt. Met de verhoging van het productiepeil en de verbetering van de arbeidsprodlJ!tiviteit zijn echter de ,gunstige factoren" in wezen uitgeput. (En we zullen direct zien in hoeverre zij ,gunstig" zijn.) De rest van het jaarverslag moet geconfronteerd worden met de doelstellingen, die vo1gens het zeggen van de regeringen Schermerhorn-Drees, Drees-Beel, Drees-van MaarseveenStikker.aan hun politiek ten grondslag hebben gelegen. I
W
AT was de politiek, waarop de P.v.d.A.-minister:.presidenten zich hebben vastgelegd? Zij hebben het Nederlandse volk 'welvaart beloofd, indien het zich voldoende inspanningen geiroost. Zij hebben voor de eerste na-oorlogse jaren ,gelijke verdeling van de armoede" beloofd, meclezeggenschap en nationalisatie. Later werden deze beloften aangevuld. De politiek der regering
zou er op gericht zijn, om aan de toestand, dat Nederland feitelijk op crediet van anderen le-eft, zo snel mogelijk een einde te mak-en. Daartoe diende zogenaamd het Marshall-plan en het doel daarvan was, om onze handels- en betalingsbalans weer in -evenwicht te brengen. Tenslotte werd ons als iets dat bijzonder be.gerenswaard heette te zijn, de -economische unie met Belgie beloofd. Wat is van dit alles terecht gekomen? /J)e ontwikkeling van het ria-uorlogs-e Nederland bevestigt de oude wijsheid, dat in handen van de kapitalisten alles wat op zichzelf van voordee.J voor de mensheid zou kufmen zijn, in een vloek voor de mensheid verandert. Volgens de laatste gegevens werd in Maart 1949 ca. 29% in ons land meer geproduceerd dan in 1938. Merkt de bevolking iets van deze toenemende rijkdom a an •goederen? Men heeft in de kranten kunnen lezen, dat de omzert van textiel en schoenen, van brood, groenten, 'Vlees en bater achteruit gaat. Dit is een andere uitdrukking van het hierboven reeds genoemde feit, dat de massa armer wordt, naarmate de rijkdom der bezitters toeneemt. En deze verarming geldt niet alleen voor de. arbeiders. Zij geldt ook voor de middenstand en de boeren. Het aantal faillissementen neemt schrikbarend toe; het steeg van 168 in het jaar 1945 op 1186 in het vorige jaar. Typerend voor de toestand bij de middenstanders is een mededeling in het blad van de schoenenhandel, dat driekwart van de schoenmakers geen karis meer ziet de verschuldigde omzetbelasting te betalen. Maar de toenemende rijkdom van de bezitters, die tot uitdrukking komt in de hogere winsten en winst-uitkeringen, is volstrekt geen bewijs voor een toenemende macht van het kapitalistische stelsel. Een onderzoek van ·de ifeiten leert het tegendeel. ~
·E'EN
maatstaf voor de stabiliteit van 'het stelsel is het evenwicht van de buitenlandse betalingsbalans. Niettegenstaande Nederland in het buitenland v66r de oorlog veel meer kocht dan verkocht, kwam meer geld binnen dan eruit ~ging. In 1948 gaf Nederland echter 1585 millioen gulden meer uit, dan het ,verdiende" (door export van goederen, scheepvaart, rente op kapitaal in het buitenland, enz.). ' · Zoals gezegd, streeft de r.e1gering er naar het e'Venwicht te herstellen, b.v. door vergroting van de uitvoer. Het tekort (of anders gezegd, het bedrag, dat in het buitenland werd geleend) bedroeg in 1947 ·2392 millioen gulden en in 'het vorige jaar 22'50 millioen gulden. Zo te1 zien, is het tekort dus iets verminderd. Maar de cijfers van de laatste maanden zijn alarmerend. 'Het maandelijkse tekort op de buitenlandse handel bedroeg in J.948 ongeveer 187 millioen en in Maart j .1. was het weer gestegen tot 193 rnillioen. Dit werd veroorzaakt door een stijging van de inv,oer en een vermindering van de uitvoer.
Dit is geen toevallig verschijnsel. Immers, niet aileen Nederland heeft een onclragelijk tekort op de han-delsbalans, aile MarShalllanden kampen er mee. !Het gevo]g ih.iervan is, dat aile Marshalllanden meer will en "uitvoeren en minder van elkaar willen kopen. De onderlinge concurrentie wordt verscherpt en deze ontwikkeling wordt · door het Marshall-plan bevorderd. Alle West-Europese landen werden door het Marshall-plan ·gedwongen hun behoefte ·aan grondstoffen, voedingsmiddelen en machines voornamelijk in .A!merika te de~ken. Amerika hee:ft echter zelf van alles teveel. Ret wil en kan zijn goederen niet ruilen tegen de vom;tbrengselen van West-Europa. Derhalve is in Nederland en elders een ,groot ,,dollar-tekort" ontstaan. Wij kopen in Am erika, maar ·ihebben geen dollars om te betalen. Die dollars kunnen wij 'immers alleen krijgen door naar Amerika te ·verkopen~ Daarom trachten aile W est-Europese landen in de overige Marshall-landen meer te verkopen dan te kopen. Eie zodoende had het Financieel Dagblad volkomeq. gelijk, toen het qnlangs sC'hreef, dat dit 'een ,MarshaU-kwestie" is, d.w.z., dat het Marshall-plan juist tot ver,
president van de Nederlandse 'Bank en trouwens ook de D..E:regering hebben echter nog meer pijlen op hun iboQg, Hun troetelkinderen heten mdustrialisatie en verdere verlaging van de koopkracht. /[)oor voortgezette en krachtige industrialisatie hopen zij aan de middelen te komen om de export te ver.groten en daarmee dus een emde aan de onhoudbare toestand fe maken, dat Nederland ,op de pof" leett. Door verlaging van de koopkracht en opvoering van de prestatie der arbeiders hopen zij de middelen voor de industrialisatie' te krijgen. Noch de geleexde president van de Nederlandse ~ank, noch. de geleerde ministers Drees en Lieftinck hebben in de gaten, dat zij door voortgezette verlaging
""
van de koopkracht en verarming van de massa der hevo1king de tak afzagen, waarop zij zitten, Industrialisatie betekent vergroting van de productie, meer machines om verbruiksgoederen voort te. brengen en voedsel te produceren. W anneer echter de vooruitzichten voor de export van deze grotere ihoeveelheid voedsel en verbruiksgoederen droevig is, dan blijft maar een ding over: n.l. ze in het binnenland te verkopen. Wie moet echter de grotere hoeveelheid waren kopen, wanneer de massa der bevolking steeds minder verdient? 'De gevolgtrekking is, dat wij' ook hier met een van de typische tegenstellingen van het kapitalisme hebben te maken en dat juist de overheidspolitiek van verlaging der koopkracht en industrialisatie de komst van de crisis in ons eigen land verhaast! V anzelfsprekend zien de kapitaalbezitters dat ook. En daardoor is het feit te verklaren, dat in 1948 veel ininder geld voor industrialisatie beschikbaar werd gesteld dan in 1947. In 1947 werden in totaal t,_~r waarde van 3.159 millioen gulden aan obligaties en nleuwe aandelen in ons land geplaatst. In 1948 nog slechts voor 2.789 millioen. Maar dat is nog niet alles. Terwijl het maandelijkse gemiddelde in 1948 232 millioen gulden was, bedroeg het in de ·laatste drie maanden van 1948 nog slechts 35 millioen! Dit betekent, dat de bezitters met het oog op de komende crisis in staking zijn gegaan, omdat zij bang zijn hun geld te verliezen, wanneer de nieuwe fabrieken door de crisis stil komen te liggen, zoals reeds het geval was met de Fittingfabriek te Deventer en de Fabriek voor
D
E regering, die zelfs over een, ,Nationaal Planbureau" be-. schikt, gaat verder op de weg, die ihaar zel£ en haar kapitalisttsche opdrachtgevers in het moeras zal storten. Zo bestaat b.v. een-,plan", uitgewerkt door de P.v.d.A.-professor Tinbergen, om een gedeelte van de winst der grote · ondernemers vrij te stellen van belastingen. Hij wil daardoor de ,reservering" van de winsten in het bedrij£ aanmoedigen. Reservering in het bedrijf betekent echter niet, dat de gelden werkeloos blijven liggen. Dit betekent, dat de drang naar uitbreiding, modernisering en verhetering van de fabrieken groter wordt. Want wat kan men anders doen met de winsten (behalve ze voor. de bevrediging van de luxe-behoeften uit te geven)? lOuder de geschetste omstandigheden zal het plan van prof. Tinbel.'lgen slecihts een resultaat hebben, n.l. dat de. kleine groep van bezitters nog machtiger en rijker wordt dan ze reeds is,
\
ffin in hoofdzaak zullen de vij,£ grote hanken van zulk een politiek profiteren. Want de winsten komen allereerst bij hen terecht. Dit blijkt uit het volgende: Op 31 Jan. j.l. hadden 42 handelsbanken (dat zijn aile belangrijke banken in ons land) ruim vier milliard gulden van hun diverse clienten in bewaring, Van deze vier milliard hadden de grote vijf, n.l. de Rotterdamse Bankvereniging, de Nederlandse Handelmaatschappij, 'de Twentse Bank, de Amsterdamse Bank-Incasso Bank, aileen een bedrag van niet minder dan 3,2 milliard in hun bezit! Practisch gesproken beslisten deze vijf bankreuzen dus over ·de economische politiek van ons land, want hier ge1dt de oude spreuk in zijn voile omvang: wie het geld heeft, heeft de macht! De grote banken konden een dergelijk kapitaal vergaren, omdat de regering Dree~-Lieftinck en haar voo11gangers het als de nationale plicht van de bezitters beschouwden steeds rneer winst te maken. Inplaats van de macht van het financiers-kapitaal, het meest reactionnaire volgens Lenin, te breken, hielpen zij het versterken. En dit is dan een van de belangrijkste ,successen", die onze P.v.d.A.-ministers hebben behaald! Van haar grootscheepse heloften, in de aanhef van dit artikel gememoreerd, is niets terecht gekomen. ZeHs de ,economische unie" met Belgie; die geroemd werd als een redmiddel voor Nederland en Eurppa, ligt reeds voor haar gehoorte op sterven. Daarentegen heeft de regering zowat niets nagelaten, om de komst van det crisis met haar massa-werkloosheid, die reeds door de Amerikaanse depressie en de toenemende concurrentie in West-Europa werd aangekondi.gd, te verhaasten.
deze stand van zaken de innerlijke zwakte van het H OEWEL kapitalisme laat zien, moeten wij aan de andere kant niet vergeten, dat de gevolgen van een nieuwe crisis in de eerste plaats voor reke:ning van de arbeiders komen. Daarom is het nodig, de strijd voor een algehele verandering van de economische politiek met kracht voor.t te zetten, · In de eerste plaats hlijkt uit 'onze uiteenzettilllgen, welke betekenis de strijd voor hoger lonen en voor verhoging van de koopkracht van de werkende bevolking in het algemeen heeft. Grotere koopkracht betekent vertraging van de crisis. Want welk nut hedt b.v. de verthoging van de boterproductie, wanneer de massa der bevolking de boter door de prijsverhoging niet meer kan kopen? Onl~mgs kon men immers in de kranten lezen, dat het boterverbruik na de prijsverhoging met 40% achteruit is gegaan. Zal al deze niet-verkochte boter op de duur ge-exporteerd kunnen worden? Zeker niet, want de grote afnemer van Nederlandse boter, Engeland, koopt liever in Denemarken of in Australie, waar ze goedkoper is. Onverkoopbare boter betekent echter crisis bij de veeboeren en ontslag van de landarbeiders. En ontslagen landarbeiders, die van een schamel werldozensteun moeten leven, kunnen minder bij de kruidenier kopen dan nu
reeds het geval is. i[)it is slechts een voor!he:eld uit de vele, voor het fantastische wanbeleid van de regeri.ng! · Behalve de strijd voor verhog;ing van de lonen, is er nog• een ander, mid del om de situatie ten gunste te keren. 'Dat is de uitbreicFng van het Nederla.ndse ruilverkeer met het Oosten. Nog onlangs verklaarde prof. Myrdal, secretaris van de Europese Economische Commissie, dat verhoging van de welvaart in het Westen slechts mogelijk is door vergroting van het ruilverkeer met OostEuropa. Want uitsluitend daar v;inden wij landen, die niet alleen willen verkopen, maar die hereid zijn hun eigen goederen te ruilen tegen de producten van ons land. Hierbij ontmoeten wij een nieuwe tegenstelling in de boezem van het kapitalisme. Aan de ene kant wordt de sabotage van de handel Il)_et Oost-'Europa en de verkoop van Nederlandse machines gedicteerd door de anti-sowjetpolitiek der Engels-Amerikaanse reactie: Maar aan de andere kant staat de behoefte van dezelfde reactie, om ;p.aar goederen te verkopen. Want tenslotte produceert zij niet om haar goederen op de me'stvaalt te gooien, maar om winst te maken door ze aan de ~nan te ·brengen. De kopers zitten echter niet in de landen van hun politieke vrienden, in Amerika, of in de West-Europese Unie, maar in het Oosten. Uit dit ve11band blijkt duidelijk, dat een verandering van de handelspolitiek ~n gunste van de uitbreiding van het ruilverkeer met de Sowjet-Unie en de volksdemocratische Ianden niet van een regering Drees te verwachten valt. Er hlijkt echter ook uit, dat deze anti-sowjetpolitiek haar met het voortschrijden van de crisis steeds meer in conflict zal brengen met de belangen van de ondernemers-kringen, die hun producten naar !het Oosten wensen te e~porteren. Zodoende werkt juist de anti-sowjetpolitiek der regering haar eigen vel1Zwakking in de hand. Des te dringender echter wordt de eis van het verdwijnen van deze regering, die op alle gebieden van haar politiek, of het mi Indonesie, de ondertekening van het Atlantisch pact, de aansluiting bij het West-Europees oorlogspact of haar economische politiek betreft, heeft gefaald en de huidige onhoudbare toestand iheeft veroorzaakt.
,JHet socialisme kan slechts worden opgebouwd wanneer het berust op een stormachtige groei van de productiekrachten der gemeenschap, op een overvloed van producten en goederen, w een welvarend leven van de arbe·ide1·s en op een melle opvoering van het culturele peil. Immers, het socialisme, het marxistisch socialisme, betekent niet een vermindering van de persoonlijke behoeften,, maar hun toename en bloei in alle opzichten, geen beperking of afstand-doen van de bevrediging dier behoeften, maar alzijdige en volledige bevrediging van alle behoeften van cultureel ontwikkelde werkende mensen." (J. Stalin, geciteerd door L. Opatzki in Wopro.si Ekonomiki, nr. 5 _.,
19~)
SCHOlEN OF KAZERNES door
J. VAN WIESEL onderWijs in 't algemeen en ons lager onderwijs m 't !bijONS zonder lijdt aan de gevoLgen: ' a. van de chaos, die ontstolld door de bezuinigingspolitiek, die door de vooroorlogse regermgen wel"(f gevo_£rd; b. van de desorganisatie, die gedurende de 1bezettingsjaren is opgetreden; . c. van het ~rra-oorlogs beleid, waarbij niet alleen :in de ogen van de regering, maar met name ook in die van de rege:dngspartijen, kanonnen belangrijker woud'en gevond(m dan ooter, waarbij men de bouw· van kazemes prefereerde boven de bouw van schoollokalen en militairen 1boven leerkrachten. IDe begroting voor het jaar 1949 geeft dit beeld heldter weer: Voor oorlog, marine en militaire doelstellingen in Indonesie werd circa 37% van de Rijksbegroting gevraagd, terwijl daarentegen voor de post onderwijs, kunsten en wetenschappen IIJ.IaUWelijks 8% werd genoteerid'. Hieruit blijM wei heel -du~delijk, dat er niet gebouwd worclt aan de jeugd, maar vernield en vernietigd, Aan de hand van de nieuwste gegevens will.en we dit nu verder uiteen zetten. Op 't ogenblik functionneert het onderwijs !Il!og, ai is ihet uiterst · stroef. IDe veel te grote ldassen maken goed onderwijs· onmogelijk en h.et tekort a.all onderwijzend personeel en lklasse-lokalen brengt reeds stagnatie. Er zijn al, vooral op het plattelan.d, scholen, waar een gedeelte van de jeugd alleen 's morgens en een ander gedeelte alleen 's middags naar school ,gaat, het z.g. rouleer-systeem. Duurt een dergelijke toestand lang, da."'l moet voor d~e kinderen een gedeelte Vlail het ond'erwijs-programma vervallen. Voor kinderen, die niet meer dan lager onderwijs ontv·am.gen, wordt dit een schade voor hun gehele 1even .. Weliswaru- zal volgens de bestaande wetten het achtste ieerja:ar in 1950 weer als verplicht leerjaar hersteld worden, maar de regering tracht aa-:1. de conseqlllenties ih1ervan te onfkomen, door het nijverhe.i:dSonderwijs reeds op de zesde klas te laten aansluiten. Hierdoor wordt niet alleen het weer opnieuw in te voeren achtste leerjaar, maar zelfs het zevende tot een fictie. Bij de motivering hiervan tracht de regering een han.dlig -gebruik te maken van de door ha.ar eigen verarmingspolitiek ontstane noodtoestand, waarin de werkende ;bevolki.ng verkeert. Op hlz. 5 van de Memorie van Antwoord bij d'e Onderwijsbegroting 1949 lezen we: , .... dat vele van de leerlingen, die na zes jaar lager onderwijs de poort van de ambachisschool gesloten vonden, naar de U.L.Q. gingen en aldus voor het nijverheidsonderwijs verloren gingen. Veel ernstiger was, dat vele jongens na 7 leerjaren te hebben doorlopen, geen verder v
onderwijs ambieerden, omdat ze moesten of wilden gaan verdienen. - De ·Vrij hoge loneri (sic!) en d~ moeilijkheden in vele gezinnen bevorderden deze gang van zaken."
[)uidelijker erkennin:g van de rampzali-ge ·gevldlgen van de loon- en prijspolitiek van deze regering is wel olllffiogelijk. Wij willen hierbij npg aantekenen, dat ook de langduri,ge dienstplicht, die de jongens later hoven het hoofd hangt, velen van hen ervan weerhoudt, om •eerst de ambachtsschool te dhorlopen. Is dit beeld van de toesta,nd van het ogenblik al verre van rooskleurig, verontrustend wordt het, als we een bli,k in de nabije toekomst van het volksonderwijs werpen. Er zijn nu scholen tekort- als er nu gerege1d wat bijgebouwd worden, komt •clit ·toch in orde, nietwaar? In 't geheel niet! Om het :gevaar, 1dlat het voLkiS<mderwijs bedreigt, in te zien, moeten we het gebool"'iiecijfer. van de laatste jaren nagaan. Dit vertoont n.l. gedurende de jaren 1938-'42 een geringe stijging, dan een plotselinge grote toename. Stellen we 1938 op 100, dan is het verloop: Jaar: Gehele land Amsterdam Rotterdam
1938 100 100 100
~H~
~
1942 107 100 100
m
1943 110 117 110
w
1944 124 133 120
m
1945 118 109 ,95 1 07
1946 160 183 190
m
1947 146 167 160 ~
Op 't ogenblik wordt de school bevolkt door de kinderen, die geboren zijn in de jaren 1937 t/m 1942. Stellen we de geboorte .in 1938 op 100, dan is het totaal over d'ie zes jaren ongeveer 600. [n 1955 za1 de school bevolkt zijn door de kinderen geboren in de jaren 1943 t/m 1948. Vo.or zover de gegevens heschikbaar zijn, is het geboortecijfer in 1948 gelijk aan of iets hoger dan b. 1947. Rekenen we op het eerste, -dan is het aantal geboorten over de zes jaren voor 't gehele land 804, voor Amsterdam 87u, voor Rotterdam 835 en voor Den Haag 956, een toename resp.: gehele lancf 34%, Amsterdam 46%, Rotterdam 39% en Den Haag 59%. Dat wil zeggen, dat over 't gehele land genomen de schoolbevolking met ongeveer 1/3 zal toenemen; waar er nu 3 zitten en eigenlijk al plaat& tekort hebben, moeten er dan 4 zitten. En voor de grote steden nog meer. We ik.unnen dus in 't geheel niet met de aanwezige scholen volstaan, maar er zal enorm moe ten worden uitgebreid! W at heeft de regering, die milli:oenen besteedt aan de bouw van kazernes, opleiding van militairen en aanschaf van oorlogstuig, nu gedaan om deze eoorme udtbreiding voor te bereiden:? Ronduit gezegd: N~ets! De twee voor.naamste maatregeien, die genomen moeten worden, zijn: bouw van nieuwe scholen en opleiding van onderwijzers, waarbij we dan niet spreken van de aanschaf en aanmaak van schoolmeubelen en onderwijsmateriaal, waaraan nu al een schromelijk tekiort bestaat, Wat de behoefte aan scholen betreft, ·geeft het volgende staatje een overzicht van de drie grootste gemeenten van ons land:
Leerlingen in 1955 meer dan nu :
Aantal klasselokalen nodig te vord. te bij 40 leerl. p. bouwen klas.
~~~
w~
~
~
~
Rotterdam den Haag
32 000 22 000
550 800
77
473 800
Hierbij zijn niet gerekend de loiklalen voor gymnastiek, handwerken, enz., omdat het bouwen hiervan, door de regering als een overbodige luxe wordt beschouwd. Aan de gemeenten is altha:::IS (met terzijdestelling van de gemeentelijke autonomie) een verbod • hieromtrent opgelegd, De behoefte over het gehele land wordt door deskundigen geschat op ruim 1700 scholen tot 1952. En het bouwen van scholen, hoe is het daarmee gesteld? Men oordele zel£, In Den Haag worden in de eerste 10 jaar (dus tot 1959) 15 .. scholen met 90 klasselokalen bijgebouwd, dat is 11% van wat In 1955 nodig is. In Amsterdam komen een luitel aantal houten noodscholen. b. Rotterdam is het niet veel beter. Daar is door die gemeenteraad toestemming vetleend voor de bouw van 13 noodscholen met 91 lokalen, maar ruemand weet wanneer ze klaar zullen zijn, Wat de opleiding van onderwijzers hetreft het volgende: De opvoeding van de na-oorlogse jeugd en de veel te grote klassen maken 1dle taak van de o:J.derwijzer steeds zwaarder en de geldelijke belonin.g is in 't geheel niet in overeenstemming met het zware en verantwoordelijke werk. Het gevolg is, dat het aantal liefhebbers voor de kweekscholen steeds meer afneemt .. Volgens minister Gielen was het aantal leerlingen in 1947 al met 40% verminderd. Voor 1949 zijn 2500 onderwijzers nod1g, Het aantal leerlingen, dat nu de hoogste klassen van aile iklweekscholen in ons land bezoekt is 1500. Daarnaast levert ·een spoedculrsus, waar jonge mensen in een jaar tijds tot onderwijzer opgeleid worden, nog eens 1000 candidaten. Als al deze mensen bij ,het onderwijs kwamen, zou het aantal net voldoende zijn, maar van deze leerlingen zal natuurlijk een ;gedeelte niet slagen voor het eindexamen, een vrij groot gedeelte zal, aangeldkt door de betere salarH~ring, niet bij het onderwijs terecht komen, maar kantoorwerk e.d. gaan &oen. En vrijwel het gehele manlijke gedeelte (ongeveer 40%) voor zover zij gezond van lij£ en Ieden zijn, zal onder dienst geroepen worden en naar Indonesie gaan. 0£ ze terug zullen komen en zo ja, of ze dan nog voor het subtiele werk van opvoeder van de jeugd geschikt zullen zijn, is nu natuurlijk nog niet met zekerheid te zeggen. Als we echter letten op de berichten, die reeds nu doorsijpelen, begrijpen we, dat er niet -.reel geschikte onderwijskrachten teru:g zullen komen. Het beschikbare · aantal zal dus in 1949 verre onder het benodigde blijven. Voor de vdlgende jaren is de behoefte veel grater. Hier-
onder volgt reen opgave Vian het aantal onderwijwrs, dat in de eers~omen1dle jaren IliOdig zal zijn: 1949 2500
19501 2800
1951 3600
195e 4200
Uit dit alles blijkrt duidelijk, dat 7i0wel !h:et · a:antal klasse:loikalen a1s ihet aa:ntal cmderwijzers in: de naaste toe'komst een ontstelJe:nJd tekort zal aanwijzen. Een tekort, dat alleen · met drastische maatl'egelen zou kunnen worden i:ngehaald. ~n zal natuurlijk beginnen met de bestaande klasse-lokalen vol te proppen, waardoor de ·taak van d'e onderwijzer nog zwaarder zal. Wlorden en het vak 'lliOg minder aantrekkelijk. De regermg ulli na<ar alle waarschijnHjkheid op de onderwijs-sarlar.issen blijven hekniihbelen, gezien het feit, rdat op 22 Maart het ovedeg met de A1gemene Nederlandse Onderwijzers Federatie voorlopig afgelbroilren werd. !Daardoor zal dle toeloop naar de kweekscholen zeker nog meer afuemen en notg meer onderwijzers zullen ander w:erk weken. _ Wanneer zulke dmstisclhe maatregelen, a:ls de bouw' van een groot aantail. schlolen en het aantrekken van veel jonge mensen naar de kvveekscholen en van aile bevoegden naar !h:et onderwijs, niet direct genomen worden, dan kunnen we met ze'kerheid voorspel!len, dlat ih:et volksonderwijs 'V'eel slechter zal worden en dat voor 20 a 25% van de jelligd in 't ge:heel ~een plaats zal zijn of 40 a 50% zich met halve dagen tevreden ~ moeten stellen. D.w.z. Of 20 a 25% analfabeten, of 40 a 50% krijgt volkomen on:voldoende onderwijs. Een toestand, slechter dan die van voor de invneri.ng van de Jeerpl:ichtwet. Natuurlijik zullen de arbe1ders, rdle iboeren en de middenstanders in de eerste rplaats de 'CLupe worden, want de welgestelden zullen ongetwijfeM, desn:oods o;p etgen kosten, voor hun kinderen onderwijs weten te ik.open. Deze noodlottige toestand' is bij de regering en de regeringspiartijen genoegzaam hek:end. Om de groe:iende onrust weg te nemen wol'd~n door de regeringspartij.en vele radicaiT:e WIOorden gesproken. Zndlra het echter op daden annkomt, geven hnn vertegenw:ooroLgers niet tihuis. Zro !loon: het gebeuren, dat de Partij van rdle Arheid het met veel tam-tam aarngekondigde congres onder de schoonklinkende naam ,actieve cultuJur-politiek nu" hield, terwijl haar vertegenwoordigers in de Tweede Kamer het mogelijk maakten, dat in de eerste 9 maanden vnn: 1947 vroor de oouw van kazemes ruim 22 millioen gulden werd hesteed en voor de bouw van sciholen s]echts 2.4 millioen. Ook ten aanzien van de ondlerwijzerssaJarissen volgen zij een zelfde politiek, veel waaxderende woorden, maar wa:nneer een krachtitg optreden tegen die regermg, om ook financiEHe wamderin:g af te dwingen, inod~g .is, lrruipen :ce in ihun schulp. Vtan de regertng, noch van de regeringspartijen is dan rook een oplossiil1ig van deze crisis, waarin het onderwij'S verkeert, te verwachten. Het is dus voor de a:rheiJd!ers, de boeren en de middenstanders
van het .groo"t:.$te belan:g de strijd aan te binden tegen deze regering, om haar 1Je dwmgen de vereiste maatregelen te nemen, opdat niet een groot deel van de volgende gen:eratie onder de catastro:fale ~VJo1gen van de oorlogspolit~ek van d!e huid.ige regering te lijde~ zal hebben. Want deze :gehele ramp is slechts ihet gevolg van · de dorlog in Indoll!esie en die verdere oorlogsvoo:r!bereidi.n:g; immers een c1ag oor1o,g in I!Ilic:'lonesie ikiost 5Yz millioen gulden, daa'I'Van kunnen minsten 13 scholen .ge:bouwd w101xlen. De minister beroept zioh steeds op de herooi!dle toestand van 's lands Hnancien. Dat dit onzm is, blijkt al uit het feit, dat de ibelastingen over 1948 iheel rwat meer opgebracht ihebben dan de raming was, maar de regerh11g vetknloeit ihet geld aan oorlogsu:itgaven. Het is geen onni.acht, maar verkeerde politiek en tegen die verkeerde politiek moet gestreden worden, daarvoor moeten de ibrede massa's in h:et ,geweer :geroepen worden! Het is, zoails onie partijgenoot ·Henik Gortzak in de TWeedle Kamer zo juist zei: ,,Indien ons volk goed onderwijs voor 't volkskind wil hebben, indien het volk wil, dat het onderwijs in ieder opzicht verbetering zal ondergaan, dan is het noodzakelijk dat onderwijskrachten, ouders en werkend volk een gesloteh front vormen, die door hun strijd er zorg voor dragen, dat deze regering vervangen wordt door een werkelijk democratische regering, die bereid en in staat zal zijn om aan het onderwijs van het volk in het algemeen en van het volkskind in 't bizonder rech1l te doen."
HET EENV'OUDIGE LEVEN ,Hoe prijzenswaardig, dat de middelboer en de kleine boer zo vlijtig, zo ijverig zijn, ·dat zij zo eenvoud'ig leven, geen kwaad stichten, niet aan het socialisme denken, maar aan hun bedrijf! Niet naar de arbeiders overhellen, die tegen de bourgeoisie stakingen organiseren, maar met de rijken samengaan en fatsoenlijke 1nensen trachten te worden. Ja, als zij maa1· allen zo vlijtig, zo ijverig, zo eenvoudig zoudert leven, niet dronken zijn en meer geld zouden sparen, minde1· katoentjes kopen en minder kinderen ter wereld brengen - dan zouden allen goed leven en zou er helemaal geen ellende en nood besiaan!" ,.Zulke mooie praatjes verkoopt de bourgeoisie den middelboer en eT zijn onnozele Heden, die in deze praatjes geloven en ze napraten. In werkelijkheid zijn deze mooie praatjes puur bedrog, aileen maar een honen van de boeren. De nood, de bittere nood, die de middelboer en de arme boer dwingt van 's mo1·gens VToeg tot 's avonds laat te werken, elke snee b1·ood te tellen, van elke nog zo kleine gelduitgave af te zien - dat noemen deze mooiprateTs een goedkoop en voordelig bedTijf. Zeker, wat is ,goedkoper" en ,,voordeliger" dan. drie jaar met een broek te doen, 's zomers geeni schoenen te dragen, de houten ploege~ met een touwtje vast te binden en de koe met verrot stroo van het dak te' voeren. Men zou de een of andere bourgeois of rijke boer in zulk een ,,goedkoop" en ,,voordelig" bedrijf moeten zetten - dan zou hij wel gauw zijn moO'ie redevoeringen vergeten!" ~Lenin, ,,Aan de dorpsarmoede")
DE TOESTAND VAN DE DRENTSE VEENARBEIDERS door
J. HAKEN kent verschillend.e noodgebieden. Een van die NEIDERLAND gebieclen, waar de ergste ellende geleden wordt, niet aileen
in vroeger tijden, maar ook nu nog, is wei de gemeente Emmen. De gemeente Emmen bestaat uit ·een hele serie veendorpen, waar de bewoners hun bestaan trachten te vinden i:]. de veencampagne. Die veencampagne is seizoenarbeid, zodat het niet te verwonderen valt, dat er vooral in de wintermaanden een enorme werkloosheid heerst. Zo waren in December van verleden jaar bijv. bij de Arbeidsbureaux in Zweelo, Odoorn, Sleen en Emmen 3500 werklozen geregistreel~. 2800 daarvan kwamen u1t de gemeente Emmen. Tegen het voorjaar steeg dit aa."ltal zelfs tot 3800. Als men nu weet, dat er in de gemeente Emmen plusminus 6000 veena["beiders zijn, dan krijgt men een idee, hoe groo,t de werkloosheid bier is. Ongeveer anderhal£ duizend veemmbeiders worden dit jaar helemaal niet meer in de veencampagne betrokken. Zij komen of iil1 de D.U.W. terecht, of in de overbruggingsregeling, In beide gevalle:h betekent het voor ihen een pauperbestaan. De gemiddelde steunuitkering voor een gezin bedraagt namelijk ongeveer 26 a 27 gulden (kind.erbijslag .inhegrepen). De:oe omstandigheclen hi aanmerklng genomen is het niet verwonderlijk, dat de winkeliers van Emmen en omgeving in de winter '47-'48 een adver..tentie in de Emmer-couLrant plaatsten, waarin ze mededieeld'en voortaan niet meer te zullen b01rgen. De trooste1oze armoede, dli'e uit zo'n werklozenbestaan voortvloeit, lromt ook tot uitdrukking in het laatste gemeenteraadsversl·ag, waarin wordt voorgesteld om er voor zor.g .te dragen, dat meer slagers paaroenvlees kunnen verkopen, omdat de veenarbeiders het d'ulre varkens- en rundrvlees niet hekostigen kunnen. Deze armoede is niet aileen tekenend voor dliegenen, die helemaal niet meer in de veencampagJne aan de slag komen, want ook de anderen, die w:el dit •geluk hebben, verkeren in bijna ·gelijke omstandigheden. De campagne duurt immers slechts 15 tot 20 weken, dus een hetrekikelijk korte periode waarin zij iets kunnen overleggen, Voor de ~est van het jaar zijn ook zij aangewezen op D.U.W. of overbruggin·gssteun. In 1939 heeft de S.D.A.P. een rapport uitgegeven over de toestanden hi de gemeente Emmen, waarbij de nadruk werd gelegd op de schrijnende ellende, d'ie daar heerste. Men leest hoeveel k1eding gemidde1d een gezin hezat, hoeveel handdoeken, 1akens en slopen. Het schetst de e11gerlijke WIOningen, waarin de veen-
I 1
I
\
a11be:ders gedwongen · zijn te verblijven. Het ziet voor dit gebied s}eohts een op}ossing, een Op}ossing, die ongetwijfe}d onderschreven kan worden, n.l. onteigening van de woeste gronden, ·grootscheepse ontginnmg en industrialisatie. Destij-ds publiceerde de S.D.A.P. dit rapport als een soort propagandastUint tegen de toen aan het bewind zijnde regering. De P.v.d.A. van 1949 heeft dit rapport diep ond1er h~t stof hegraven. Want wanneer zij nu de conclus;e, die to en getrokken werd, ten uitvner zouden leggen, dan zouden zij inbreuk moeten maken op het heiHge princ.pe van het particuliere bezit. En dat zou in het Nederland van 1949, waar de Dreesjes en Vermeers wel ma:gen paraderen, maar waar de touwtjes stevig in handen zijn van de Philips- en Unilever-magnaten, niet getolereerd worden, Die erbarmelijke toestand bestaat ondertussen nog steeds. De won::ngnood bijv. is ontstellend. Op 31 Mei 1947 hadden 2615 huisgezinnen, dat is 22~% van de bevolking, geen wo::1ing. Voor het hele Rijk is dit percentage 13%. Het aantal krotwonin.gen en eenkamerwoningen - veel verschil is er niet tus'sen - ~gaart; de duizend verre ie hoven. Interessante cijfers bevat het laatste gemeenteraadsverslag ook over de kindereri, die een verdere opleiding dan de lagere school o::1tvangen. 60% der leerlingen, die de lagere school verlaten, krijgen .geen verder oll1!derwijs. Niet ·omdat de kind'eren der veenarheiders minder intelligent zouden zijn, maar omdat de ouders ·de verd:ensten van deze kindoeren niet kunnen ontberen. Welke mogelijkheden biedt de gemeente Emmen nu om het steeds groeiende aantal werklozen en de tijdelijk werklozen werkgelegenheid te bieden tegen volwaardig loo=1? In de venen zelf ligt nog voor enige tientallen jaren veen. De grootste bedreiging voor Emmen is dan ook niet het opraken van het veen, maar het opheffen van de kolendistributie, die rampzalige gevolgen kan hel:)ben. Met nieuwe industri~vestiging gaat het slecht, in ieder geval is er van industrievestiging op grote schaal, .zodanig d'at er een groot 001t1tal arbeiders in de industrie geplaatst zou kunnen worden, geen sprake. Spijtig constateert Emmen's bur.gemeesteT, dat zelfs het grote reservoir van werkzame en goedtwillende arbeidskrachten niet meer in staat is de industrii:Hen naar Emmen te lok!ken. Hongstens wo~rdt er wat uitbreiding van &e bestaande industrieen verwacht, die z,ou kunnen leiden tot het opnemen van 1000 a 1500 man in het productieproces. IBij een consequent doorgevoerde sociale politiek, zou er ove!I'igens ook. in Emmen zelf de eerste jaren wel werkgelegenheid zijn. Als we aileen maar denken aan het fe.t, dat de gemeente nQg ongeveer 200 km. zandwegen omvat, wier -verharding zeer urgent is. Zo urgent, cfat hierover zelfs in het verkiezingscourantje van de P.v.d.A. wordt geschreven. Zelfs zij vinden het wel een heetje gort~g, dat de bewoners aan deze zandwegen geen kans zien met
·ckoge v.oeten 1Jhuis ;f;e komen. Daar ,ons land zo an.-m is" verzoeken zij echter de Emmenaren vriendielijk; om dit ll.O'g maar zo lang· te a:anvaarden. W·erk:ge1egen!heid zou er eveneens zijn, in'd:ien men ,de ih:onderden ha. woeste wond cuilituUTrijp liet maken. Voor de oorlbg werd di.t werk op tamelijk grote schaal ui'tgevoerd, de tientaUen w:elvarende boerderijen a:an de hoo:fdka:nalen lkiunnen ervan ·getuigen. Deze ontginnirugen ·Werden uitgevoerd met overheidssuhs.i.die. Een politiek, wa.ru
DE BREUK IN HET W.V.V. EN DE OORLOGSVOORBEREIDING door
B. BLO KZ IJL
E
V®NALS de a:t1beidersbeweging in het a1gemeen, is ook de vaJkbewe,gmg in wezen in t e r n a t i o n a a 1. Na de opheffmg van de le Intem.ationale vnn Marx en Engels, in de jar.en van internationale reactie rna de val van de Commune van Parijs, w>aren er nationale vakbonden en centrales ontstaan in diverse landen. Zij haddlen slechts sporaldische i.ntemationale oontacten bij wederzijdse bezoeken van bestwurders aan nationale con:gressen. De behoefte a:an in:terrmtionale samenw&king der vakbonden .deed zich echter voortduren:d voe}en. Zo zien we, tegelijkertijd met ihet herstel va:n tde samenwerki.ng tussen de politieke pa:rtij.en der arbeidersbeweging m 1889 in Parijs door de opriohting van de tHe Internationale, een eerste internationaal secretariaat van vakbonden in een bepaald beroep tot stand komen. Het zou echter tot 1903 du['en, :voor er een :internatiorullie organisatie van nationale vakcentralen werd opgericht. Dit was. het Internationale Vakverenigimlgssecretariaat (•I.V!S.), waan:van de to:el1JITlalige 'Leider der Dui:tse vakhonden, Carl Legren, secretaris werd'. IDeze organisatie beperilde zich tot de ibestudJering van verschihlende v~dskwesties, tot de uitwisseling van gegevens van de a:an:gesloten centralen en - dit was een bela:ngrijke I positieve zijdle - ttot een rz;ekere solidariteit in geval van gu:ote stakingen. Zo werd reeds in de eerste jaren van het bestaan van hiet I.V.S. voor stakende Zweedse metaalarbe:iders een ibedlrag van 217.456 >Duitse Marken bijeengebracht. Bij een grote uitsluiting .in ZwedJen in 1909 ibedroeg ·die 'bijd!rage van ihet I.V.S. niet minder dan 2.662.232 Zweedse kronen. Niet aHeen het bedra;g was natuurlijk van belang, ma:ar ook de versterki!ng van de idee va:n de inter:nationa:le solidariteit, .die er het gevolg van was. Als een andere vorm vam. activiteit, die in d!ie tijd van ibelang WlaS, moet het besluit ,genoemd wo11den, dat ·in 1907 op een con£erentie te Christiania (Noorwegen) we11d ,genomen, om de uitvoer V'aJll onderkruipers te helet~n. In •die tijd wer
-----------------------------
om op cleze wijze de s1rijd' te lbreken. Tegen deze export van onderkruipers voerde het I.V.S. verschillende succ~srijke acties. De zwakheden-. van deze internationale organisatie sprbgen echter direct in het oog. In zekere zin droeg zij de titel ,internationaal" ten orurechte. Het I.V.S. verenigde slechts een klein aantal nat~onale vakcentrales van West.. en Centraal-Europa en: later van Amerika, waar de A.F.L. onder leiding van de heruchto Gompers zich bij aansloot, niet omdat zij ermee sympathiseerde, maar o~ te voor'komen, dat het concurrerende I.W.W. internationaal verbonden zou worden. Bovendien begon ten tijde van het ontstaa."l van het I.V.S. het reformisme reeds merkbaar door te werken in verschei&me aang.esloten centralen, o.a. in de leid'inggevende Duitse. Deze leiders beperkten hun activiteit tot zuiver economische eisen en wezen elke politieke strijd van het proletariaat tegen het kapitalisme, die daarmede onverhrekelijk verhonden is .en er uit voortvloeit, van de hand. Zo weigerde men op ·de conferentie te Amsterdam in 1905 th.et voorstel van die - di~stijds syndicalistische - Franse ~.G.T., om de kwestie van het anti~militarisme en de algemenJe staking te bespreken, zelfs maar op de agenda te plaatsen. De strijd voor de vrede, die ook in die tijd van dreigende conflicten noodzakelijk was, werd volkomen overgelaten aan de politieke Internationale. Uit dit standpunt, d:at met allerlei formele argumenten werd gemotiveerd, bleek duidelijk het overheersen van de opportunistische opvattingen van de toenrnalige leiders. De bourgeoisie maakte in die ·tijd enorme winsten door de uitbuiting, vooral van de millioenenrnassa's in de kolonien, en schonk aan een bovenlaag 'van arbeiders !in West-Europa en hun !eiders een bevoorrechte positie. Deze groep, die zich in wezen verzoend had met het kapit.alisme en volkomen tevreden was met een geleidelijke verbetering van eigen positie, drukte zijn stempel op de al':beid'ersbeweging van die tijd en ook op de vakbeweging. Het samengaan met de ,eigen" !bourgeoisie ging hoven de inter. natioo.ale klassenbehmgen van het proletariaat. ·Dit bleek zonneklaax tijdens de eerste wereldoorlog, toen bijv, de iDuitse vakbon.d.sleiders verlangden, dat stakingen onwettig zouden worden verklaard en - zoals I. Borstsjentko in het Maart-mummer van het orgaan der Sowjet-vakbonden schreef: ,, . . . . dat stakers uit de bedrijven zouden worden gehaald en naar het front zouden worden gestuurd, dat onbeperkte overuren zouden worden 1 gemaakt, enz."
Het ii.V.S. verdwijnt dan ook in het kanongebulden.- van de eerste werekloorlog, terwijl de !lnternationale Beroeps-Secreta.riaten ihun werkzaamheden stopzetten. De reformistische vakverenigingsle,ders aan ooide kanten van ihet front hadden andere
r
!
I
I
zorgen aan hun hoofd. Zij ondersteunden hun :bourgeoisie in die imperialistische oorlog regen de bourgeoisie van een ander land. Op de slagveld:en van Europa ontmoetten de arbeiders elkatar, die vel'enigd waren in de I.B.S.-en en ihet I.V.S ..... ,,Het is practisch bewezen", schree£ Lenin, ,,dat de leiders in de arbeidersbeweging, die de opportunistische richting zijn toegedaan, betere verdedigers der bourgeoisie zijn dan de bourgeoisie zelf".
In de oorlog van '14-'18 zijn de opportunistische vakverenigingsleid'ers definitief naar het !kamp van het imperialisme overgegaan. Tezelfdertijd werd het imperialisme echter een zware slag toegebracht. Onder leiding van Lenin en Stalin brachten de arbeideTs, boeren .en soldaten de Russische. bourgeoisie ten val. Op 1/6 deel van de aarde werd de heerschappij van het kapitalisme gebroken en een begin gemaakt met de opbouw van ihet socialisme in een land. v ana£ dat ogerrblik is de wereld in twee kampen verdeeld, het kamp van het imperialisme en het kamp van het anti-imperialisme. Dit veroorzaakte een diepgaande verandering in de internationale vakbeweging. Weliswaar werd' in 1919 te Amsterdam het Internatilonaal Vak Verbond opgericht in de plaats van het vooroorlogse I.V.S., weliswaar hervatten een groot aantal beroepssecretariaten hutn arheid, weliswaar stonden aan het hoofd van deze organisaties itn overgrote meerderheid opportunistische vakverenigingsleiders, doch in tal van landen tekende zich onder indruk van de gebeurtenissen in Rusland een scherpe oppositie af in de arbeidersklasse. Deze oppositie richtte zich tegen de politiek van samenwerking met de internationale bourgeoisie, een p91itiek, die bed!l'even werd door het LV.V. en de I.B.S.-en. ne oppositie constitueerde zich onder !Leiding van de vakbewegmg van de Sowjet-Unie in de Revolutionnaire Va:kverenigings-Internationale. Onder leiding van de R.V.I. werd een onverzoenlijke klassestrijd gevoero tegen het kapitalisme. Aan deze strijd namen ook omvarigrijke .groepen van arbeiders deel, die georganiseem waren in de reformistische vakbonden en derhalve officieel aangesloten wro;-en bij het I.V.V. en de I.B.S.-en. Een vergelijking van de led.entaHen tussen het I.V.V. en de R.V.I. is dan ook nJet maatgevend voor de invloedsverhoudingen van beide organdsaties. Omstreeks '1933 verenigJ
cisme een vrij sterke stromiing onrtwikkeld, die opnembg van de Sowjet-vakbewegirng in het I.V.V. voorstondl. Op ihet congres in Zfuich was de stemve11houding 46 tegen opname en 37 voor qpD!ame. De tegenstanders varn de ;iJn!ternationale va!kverEm.igingseenh:eid konden niet ibeweren, dat zij ihun leden in deze kwestie ve;rtegenwoordj,gden. De Zweed Lh:lJdihei1g verklaarde zelfs: ,,Het is waar, dat de werkers van alle landen zuiver gevoelsmatig voor de samenwerking met de Sovjet-vakbonden zijn. Dat is niet slechts .in Engeland het geval, maar ook in de Skandinavische staten";
Lindberg was echter een van 1dle .grootste tegenstanders van de internationale vakverenigings-eenheid. Hij en de zijnen, waartoe ook Kupers van het N.V.V. gerekenld kan worden, waren: mede sehuldi,g aarn het uitbreken van de 2e wereldoorlog. Zij vonnden de .voorna:amste him:demis in de eensgezinde strijd tegen het fascisme, med:e · ·rus gevolg waarvan kort daama millioenen soldaten en burgers hun leven verloren. Dit werd door de refurmist Jauihaux 1n Fehruari 1945 te Louden erkend, toen lhij zei: ,,Het is zeker, dat de houd.ing, aangenomen door het I.V.V. in zekere mate bijgedragen heeft tot de ontwikkeling van het fascisme. ; .. "
Het streven van de werkers uit alle la:nden varn de wereld om met de arbeklers van de SoWjelt-Unie de in:ternationale vakverenTgiil1!gseenheid tot standi t~ hrengen, werd hezegeld met het bloed van de rode soLdaten in: de puinlhopen van Stalinga."ad. In Februairi 1945,. aan de vooravond van het eindie van · de tweede wereldoorLOig, kwamen te Londen vakverenigingsvertegenwoorcligers uit 40 land'en bijeen en ibesloten 2lO spoedig mogelijk een Wereld Vakverbond op te richten. Dit ,g.eschi:edde in het najaar van 1945 te Parijs. 67 millioen georgcmiseeT\dle werkers, aang:esloten bij 65 1!1Jationa1e vakcentraies uit 56 ,land~n, vererugden zich op 3 October 1945. Zij kwamen o.m. plechtig overeen: ,Het voortzetten van de strijd voor de uitroeii:ng van alle fascistische regeringsvormen en van alle uit.ingen van het fascisme, onder we1ke vorm het ook werkt en onder welke naam het ook ·bekend is; ·de oorlog en de oorzaak van de oorlog te ·bestrijden en te werken voor een stabiele en duurzame vrede; het voortzetten van de strijd tegen de reactie en voor de volledige uitoefening van de democratische rechten en vrijheden van alle volkeren".
de eerste wereldoorlog. werd de imperialistische keten T lJIDENS verlbroken en werd op 1/6 deel van de a'lll'dle doar een mil-
lioenenvolk de weg :inJgeslagen maar het socialisme. Hierdoor werd nriet aileen een zwa;re slag toegebracht aan het imperialisme zelf, maar tevens taande de invloed van de opportunistisehe leiders van de intel"l1la:tionale vrumbeweging. Dit kon 'echter het aan de macht komen van het fascisme in eniige ·landen niet veminderen. Het verhinderen door de opportunistiscJhe leiders van de vakbe-
weging Valll de eensgezinde strijd tegen het fascisme, hun samenwetking met de bourgeoisie, hun prediking van de klasseiWTede, bevorderd'e !het uitbreken van. de 2e wereldborlog, Tijdens na die oorilog nam echter de kracht van de internationale arbe1d1ersk1asse haJ11d o'V'er ihand toe. Zij was door haruoffennaaroige en vaak. beshssenide rol in de strijd tegen :h~t fascisme, zowel in de bezette gebieden als in de vrije landen, de spil geworden van de democratische kraohten in de wereld. In een reeks van landen, zoals Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije, RoemenU:!, ..Mbanie en iBulgarije wel'!d de heerschappij van ihet lkapitalisme ten vchl. gebracht. Ln deZJe lainidien Tialllen de volkeren hu....-. lot in eigen handen en lbouwen ·dagelijks aan een socialistische samenJ:eving. Het Chinese volk. verdTijft zijn onderdTukkers; in tal van kolornale gebied:en, waaronder I111donesie, laait de strijd voor vrijheid en zelfstancligheia hoog op en Wlorden dagelijks success:en geboekt. In Italie en Frankrijk beschikken de aroeid'ers over siffke vakverenigingen, aan het hoofd waarvan bekwame en betrouwbare bestururders staarn. Hoe volkomen versch1lt het wereldbee1d na 1945 van ihet wereldbeeld na 1918. Het kamp van het soeialisme, de democratie en de vrede is thans onnoemelijk veel sterkler; 'het kamp van het imperialisme en de oorlogsstolrers in beslissend'e mate verzwakt. Het W.V.V. staat irn het kamp van het socialisme, de democratie en de vrede en ds dieilJOvereenkomstig voortdlurend aa'llJgevallen door de krachten van het imperialisme en !hun lmechten in de • akbeweging, De American Federation of Labor weigerde reeds tijd'ens de oorlog deel te nemen aan het oprichten van het W.V.V., omdat hierbij ook de vakverenigimgen van de 1Sowjet-Uil1ie betrok'ken waren. Het reactiooma:ire kaiL'akter van deze Amerikaarnse vakbewegmg i!llustreerd'e zich roods tijden:s het stichtingscongres van het I.V.V. m 1919. Onder druk van de overweldigende sym~ pathle van de a·rbe1dlersmassa's ·m de lmpi'taiistische landen met de he1denstrijd van de jonge .SOciaJistische Sowj·et-ftepuiblielken tegen de interventielegers van Ohurc'hill, c.s., steLde de resolutiecommissie aa:n het co[}Jg;res voor:
en
,,de georganiseerde blokkade van de geallieerde regeringen tegeu Rusland te veroordelen, verklarende dat het de plicht is van de betroroken nationale organisaties in hun respectievelijke landen zo te handelen dat de blokkade ten spoedigste opgeheven wordt".
r>it voorstel we11d door de vertegenwoord.i.gers varn d'e A.F.L. fel ibestred'en, evenaJs een andere resolutie, die over de sociaHsatie handeldle. Aa:n het einde va:n dit congres werd een liefd'esverklaTing aiigelegd, waarin geze;gdi wem: ,,Ondanks de reserves die de A.F.L. heeft tegen bepaalde resoluties, hebben wij, Amerikaanse werkers, de vaste wil aan de strijd van het I.V.V. mede te werken en kan het I.V.V. op ons rekenen".
\
De A.F.L. verscheen echter niet op die volgende congressen. Eerst toen het I.V.V. [)'aar ha:ar oordeel voldoend.'~ 'samenwerkte met de bourgeoisie en volledig het masker had afgeworpen, keerde die A.F.L. weer in de gelederen van het I.V.V. terug. Het was dan ook niet te ver\vonderen, dart de A.F.L. het voomaamste gereeldschap was (en nog is) v~ het imperialisme bij ihet verrichten van oooermijningsarbeid in het W.V.V. Deze organisatie onde1'hi<eld verbindiJngen met reformistische vakverenigingsleiders in andere hmden, rdie weliswaar hun medewerking ver}eenden bij het. tot stand komen van het W.V.V., maar rd'1t niet van ganser harte deden. Terwijl het I.V.V. na de oorlog niet weer in het leven werd .geroepen, waren het deze reformistische leiders, die de Internationale Beroepssecretariaten stelselmatig nieuw leven probeerden in te blazen en de opneming van deze organisaties in het W.V.V. verhind:el1den. Dit was mogelijk, doordat de I.B.S.-en autolrlJome orgooen zijn, die weliswaar vriendschappelijke ibetrekkingen met het I.V.V. ornderhielden, op tal van punten daarmee samenwerkten, doch geen organisch deel van· het I.V.V. uitmaakten. In de statuten van het W.V.V. is echter ibepaald, dat er Internatiornale Bedrijfs-Bonden opgericht zullen worden, ·die enerzijds een v:olledige zelfstandigrheid zuillen genieten bij het verrichten van him werkzaamheden, doch anderzijds daarbij niet in tegenspraak mogen, komen met de algemene politiek van het W.V.V. Deze bepaling in de statuten droeg de volledige goedkeuring van de Kupersen, doch in de practijk is gebleken, dat deze houdi::rg slechts een mallloeuvre was. De onderhandelingen tussen de Uitvoerendle Organen van. het W.V.V. en die van de vooroorlogse I.'B.S.-en werden door de laatsten stelselmatig gesahoteerd, zonder dat Kupers c.s. zich daar krachtig tegen verzetten. Tot goed en juist begrip van deze situatie dient erop gew~zen te wror&m, dat de I.B.S.-en uitsluitend die natiornale beroepsbornden verenigen, welke aangesloten zij~ bij reformistische nationale vakcentrales van het N.V.V.-type, Hier ontstond een toestand, waarbij Kupers en zijn vrienden in de bestuursorganen van het W.V.V. telkens de voorwaarden, waarop er 0111d:erha.ndeld zou worden met de I.B.S.-en, goedkeuvden, doch deze do'Or middel van hun ibij de I.B.S.-en aangeslvten boruien va."1 de hand lieten wijzen. Zo verklaarde de Nederlandse iheer Bolle, vertegenwovm1ger van de Intemationale Federatie van Ambtenaren tijdens een gemeenschappelijke zitting van het W.V.V. ·en de l.B.S.-en: ,Ik geloof niet, dat er in deze zaal veel mensen zijn, die werkelijk denken, dat bet probleem van de opname van de International€ Beroeps-Secretariaten werkelijk gelegen is in een kwestie van overcenstemming of onenigbeid over de artikelen 3, 6 of 9 van bet OntwerpReglement, dat opnieu w a an ons is voorgelegd. !.. "
I
l
Oldenb11nek van de Inroernation:a.le Fooeratie van Transportarbeiders vulide hem aan. Hij liet de vertegenw.~ordigers van het W.V.V. weten: ,,Als gij op dit moment berei~ zoudt zijn, ons het beste reglement aan te bieden, dat wij ons maar voor kunnen stellen, dan zouden wij nog niet met U tot overeenstemming kunnen komen".
Het is alleszins duddelijk, dat de Kupersen een boJ1Jdigenootschap gesloten hadden met hun hanillangers in de I.B.S.-en, overblij£selen van het vooroorlogse' I.V.V. Terwijl zij aldu.s het inrichten van het W.V.V. tot een alzijdige internatiJonaJ.e vakbeweging, toegerust met de nodige. organen, die in sta:at zouden zijn het llevenspeil van de werkers over de gehele wereld te verded1gen en 1Je verhogen, zel£ saboteerden, beschuldigden zij tegelijkertijd het W.V.V. van ma:chteloosheid. Dit ging gepaard met de verdachtmakmg, dat het W.V.V. in drienst zou sta:an ,va'lll de buitenlandse politiek van de Sowjet-Unie" Het W.V.V. staat slechts in dienst van die internatiOIIl:ale arbeiderS.klasse en baseert zijn werkzaamheden uitsluitend op de besluiten van haaa: oprichtingsccmgres, gehouden in 1945 en op de 'Latere besluiten van de besturende orga..'len van h.et W.V.V. Deze besluiten werden zonder uitzondering goedgekeurd en aanvaard door Kupers en de overlge scheurmakers. Zij hebben echter verzudmd ~e uit te voeren en zelfs nagelaten daarmee een begin te maken. Voor wat het N.V.V. betreft ondersteunt deze organlsatie de kploruale oorlog m Indonesie, 'hetgeen in strijd is met de doelemden van h:et W ere1dvakvel'b0!11d, waarin gesproken wordt ,,het voortzetten van de strijd tegen de reactie en voor de volledige uitoefening van de democratische rechten en vrijheden van alle vol--: keren".
Het N.V.V. heeft verzuimd in overeenstemming met de ibesluiten van het W.V.V. te protesteren tegen de gepleegde gruwelen in Griekenland en liet na h.ulp en ibijstand te verlenen aan de Griekse zeelieden, mdien deze tot in Nederland8e havens verv.oJ.gd werden door het politie-regiem van hun land'. Deze vooribeelden zijn met tal van andere te vermeerderen. De werkelijke doeleinden van Kupe:rs c.s. en hun vrienden in de ovel'blijfselen van het vooroorlogse I.V.V., de I.B.S.-en, zijn geen am:dere dan de eenheid van Idle in.ternationale arbeidersklasse te verstoren. Hun opdrachtgever huist in W allstreet en is het Amerikaanse imperialisme, dat vastbesloten is een oorlog te ontlreienen tegen de Sowjet-UIIl!ie. Daartoe client een bres geschoten te ~orden in de internationale solidariteit van de arbeidersklasse. Het is zeker geen toevalligheid, dat het on:d!ertekenen van het Atlantisch Pact vrijwel samenvalt met het uitta-eden van de Kupersen uit het W.V.V.
I
Het imperialisme mobiliseert zijn agenten in de arbeidersbewegtng, Zoals de bourgeo.isi~ in 1914 zich verze'kerd wist V'an de steun der refonnistische vakverenigmg.sleidlers in de oorlog tegen de :bomgeoisie V'an andere Landen, zoals dleze re£ormistische leiders bij het aan de macht k.omen V'an het fasci5mle weigerden tegen "dit vandalisme de eensgezinde strijd van de wbeidersklasse te organiseren en in die plaa:ts daarv•an hun samenwerkmg met het lmpitalisme p~efere~rden, zo poogt ihet ver,zwak.te imperialisme th:all1iS een dlerde wereh:lioorlog te olllJI;ketenen en verzekert zich daa.I'toe thans wn de actieve hulp van degenen, die het W.V.V. verlaten en bez1g zijn een nieuiWe mternationale op te richten. De eerste wereldoorlog eindigde eohter met het verbreken van de imperiaHstische wereldketen .en de vestiging van het socialisme in een' ~and. ne tweede wereldoorlog leidde tot een o!Ililletelijke versterking van ,cfe krach:f:en van het socia1isme, de democratie en de v:rede. Het tot ondergailllg gedoemde imperia.&me zal een d~rde wereldoor1og niet overleven. MilHoenen mannen, vrouwen en kinderen en evenzovele soldaten zullen er echter het ~even bij laten. !Daarom moet een herhalmg van een mensenslachting met al~e kracht hestt:eden worden. Daarbij mogen de Nederlandse arbeiders l!lliet ten achter lblijven. Op de communisten rust de taak hen te rno'hil.iseren in de strijd voor de vrede en daarl:oe in het bijzonder de Kupersen te ontmaskeren. Het is de ta:ak van aile partij.genoten voornamelij~ de le
l
I
!
DE ONTWIKKELING VAN HET TROTSKISME door
G. H A R tv1 S EN 1. Een vergelijking WannJeer we in ,ged'achten terug 'gaan naar de jaren, dat in ons la!ll'cll de Hitler-£ascisten de scepter zwaa~den, dan herinneren we ons weer, ihoe we met spanning uitzagen naar de vorming van het tweede front, hioe we zarten te wachten op de invasie. Immers, het totstandkomen van een front in W es~Europa zou steun betekenen aan de gewe1dige strijd, die de Sowjet-legers voeliden tegen het fascisme en een bespoediging van de bevrijding der ondlerdrukte volkeren. Het was in die moellijke dagen van de bezetting, dart; we via de Hitler-zen.ders 1(21 en 25 November 1942) het vo1gende, bestemd voor de Engelse arbeiders, k<mden horen: ;,,Als we (het E~g. volk nl.) geen honderd procent socialisme hebben maakt het voor ons niets uit of Hitler of Churchill wint, en dat is de reden waarom de werkers moeten proberen in een algemene staking de regering omver te werpen. Churchill en zijn kapitalistische bende voeren een imperialistische oorlog .. Wij arbeiders kunnen er een eind aan maken door staking en vestiging van een arbeidersregering."
Dit waren de wool'dien van een fasc.istische zender, diie dOiOr het demag01gisch ,g:ebruik van sodaUstische £razes, stammende uit de eerste werekloorlog, d'i:e i:mmers een geheel ander karakter had, de weerstcmdl van de arheidersklasse tegen ihet fascisme wilde verzwakken. !In d!eze zelide Novemlbermaa!ll'd konden we in het Engelse bladl ,Socialist Appeal" de volgende uhlati:ngen vinden: ,,De oorlog van Rusland is progressief .... , die van Amerika en Engeland is imperialistisch .... Er kan geen gemeenschappelijk strijdplan bestaan tussen Amerika en de Sowjet-Unie, omdat zij zich baseren op twee verschillende systemen en daarom vechten voor tw~e radikaal verschillende doeleinden.... Slechts een arbeidersregering kan de grondslag leggen voor een werkelijk gemeenschappelijke strategie. Teneinde deze imperialistische oorlog in een werkelijke strijd tegen het fascisme om te zetten, is het noodzakelijk voor de arbeidersklasse de macht te grijpen.''
Wanneer de lezer de iheide citaJten ver.gelijkt vaJt het op, dat het starudpu:nt aJalllgaande idle tweede wer.eldoorlog iJn heidie gevallen gelijk is. Beide verklaren, dat h~t een imperialistische aorlog is en ·tevens. zijn beide van men:i:ng, dat de Engelse arbeidlersklasse een algemene staking moet ol'ganiseren ()[ll de regering omver te werpen en, •een arbeidersmacht te vestigen. Wat ibete:kenen d~e · woorden ·echter in dle practijk? Indien de Engelse ·arbe1diersklasse · deze politiek zou volgen, zou zij ,Cioor sabotage van de IOiOrlogs<productie en het verwe:kken van hinm.enl<ml~Clse strijd de weg vrij-
ma:ken voor de onderd'rukking van Engeland dloor het Hitlerfascisme. Dat de Hitler-radio dit doel nastreefde en met de meest bedriegelijke middelen trachtte te bereiken is vanzelfsprekend, maar wat was de aard van het Engelse bla.d, dat het met Hitler zo roerend eens was, zoals uit het boven.staande onomstotelijk blijkt? Dit was het blad der Engelse trotskisten. Het waren echter niet alleen Engelse trotskisten, die er zo over dachten. Oak in Nederland voerden de trotskisten in het blad Spartacus ondex leiding vam. Sneevliet dezelfde politiek. In een manifest, dat deze groep in December 1941 uitgaf, lezen we a1s leuzen: ,,Overwinning of nederlaag van een der ini'perialistische fronten is niet het doel, waarop het wereldproletariaat zich kan richten. Weg met de imperialistische veroveringsoorlog. Op voor de verovering van de politieke macht der arbeidersklasse door massa-actie onder leiding van proletarische strijdcomitt~'s".
Dat is dus precies wat Hitler wilde, de {)[)Jderlinge strijd, opdat het nationale veTzetsfront verzwakt en 1gebroken zou worden. Hitler en de trotskisten spanden zich beide in om de grate waarheid voor de arbeiders te verbergen, d'at zij bij een overwinning van het fascisme meer te verliezen hadden dan weLke klasse oak, en d:at de overwinni:n:g over het fascisme voor hen meer winst inhield dan v;oor wie ook. Deze verbijsterende houding van de trotskisten is de consequentie van ihaar sowjet-vijandige politiek, d'ie- uiteindelijk aileen maar tot een versterking van het fascisme kan leiden. Laten we kort de voorgeschieden1s memoreren.
Sabotage van het anti-fascistische eenheidsfront Toen het fascisme opkwam streden de communisten voor een zo :breed: mogelijk ·eenheidsfront tegen deze grootste bedreiging van de vooruitgang. Op de meest misdadige wijze saboteerden d'e trotskisten echter de totstandkomi:ng van dit front. Ondanks ·de groeiende macht van het fascisme ,gingen ze door met hun hetze tegen de Sowjet-Unij·e en riepen ze er toe op, niet met ,rechtse elementen" samen te gaan in de strijd tegen het fascisme. ,Klasse tegen klasse" was hun leuze, Ze gooiden met £razes over revolutie enz. Daarmee ihielden de •trotskisten de arbeiders a£ van de concrete taak om te vechten voor hun vrijheden, die door het fascisme bedreigd werden. Hiervan een. paar voorbeelden. Tijdens d'e strijd van d'e Spaanse republikeinen tegen het francofascisme ging het er eveneens om aile krachten te verenigen in de strijd tegen het fascisme. De trotskistische organisatie in Spanje, de P.O.U.M., viel echter door haar opstand in Mei 1937 de democratische krachten in de rll!g aan. In de brochure ,Het geval Jef Last" beschrijft Nico Rost de s1tuatie als volgt:
't J]
2.
Zij stonden op bet punt hun misdadige Mei-opstand in- Barcelona te ontketenen, juist op het ogenblik, dat Franco zijn offensief tegen het Baskenland begon. Tijdens deze putsch bracht een Poum-bende talrijke kanonnen, die de Spaanse kust tegen de Italiaanse en Duitse zeerovers zouden verdedigen - naar Barcelona en gebruikte ze om de Amerika-bioscoop, waar zich de troepen der Catalaanse Nationale Militia bevonden, te beschieten. De bioscoop werd totaal verwoest en
+
talrijke soldaten gedood. Intussen hadden dus de oorlogsschepen van Franco, Hitler en Mussolini kunnen Ianden zonder op tegenstand te stuiten .... Misschien was bet dan oak geen toeval, dat de Poumrebellen bet oorlogsmateriaal, dat de vijand de weg moest versperren, tegen de Catalaanse bevolking en de nationale milities richtten en op die manier de taak van Franco en zijn bondgenoten vergemakkelijkten? Ik denk aan de verschrikkelijke tonelen op de hoek van de ,,Plaza de Catalunia" en ,,Palayo", waar lieden van de Poum hun machinegeweren afvuurden, dus niet aan het front, niet tegen de fascisten, maar op de menigte, die hoofdzakelijk uit vrouwen en kinderen hestand. Terwi_;l tijdens deze misdadige putsch de !eiders van aile anti-fascistische organisaties zich door de radio tot de opstandelingen richtten en hen s.ommeerden om de strijd te beeindigen, verspreidde de Poum strooibiljetten, waarin ze de oproerlingen aanried verder te vechten en het heft in handen te nemen. Honderden slacht. offers heeft deze opstand gekost, waarvan de Poum en haar bondgenoten de oorzaak waren. Deze elementen waren agenten van Franco, hetgeen trouwens aan de hand van talrijke documenten - ten overvloede - is bewezen."
Een andex voorbeeld levert die {){[ltwikkeling in China, waar de communisten streden voor de totstandkoming van een eenheidsfront tegen de Japanse fascisten, die het land trachUen te veroveren. Het gmg hier in de e'erste plaats om de strijd vooir nationale onafhankelijkhe.id, als de voorwaard'e voor iedere verdere vooruitgang. Natuurlijk trachtten de Japanners de totstandkoming van een nationaal front te voorkomen. Over de rol, die de trotskisten ook hie.r speelden, zegt Clegg in zijn hoek ,De geboorte van een nieuw China" (biz. 79 en 80): ,,En tenslotte probeerden Japanse agenten elke kloof in het volk te verwijden, zij bliezen het vuur van de haat a an. . . . Tegelijkertijd huurden zij, na de verklaring van Trotsky in 1932 tegen de politiek der Chinese Comm. Partij van nationaal verzet, zoveel trotskistische al(enten als zij maar konden, die zich tussen de arbeiders en boeren moesten begeven om ,,anti-kapitalistische" leuzen te verkondigen en erop moesten aandringen, dat de burgeroorlog zou worden voortgezet. Zij probeerden zelfs hun agenten in de rijen der Communistische Partij te plaatsen, ofschoon deze uiterst waakzaam was (en met succes)."
En op biz. 148: ,Trotskisten gingcn rand om onrust fe veroorzaken onder het motto; Tsjiang Kai Sjek Is de ergste vijand van de Chinese arbeiders''.
Ell: op blz. 149: ,,Tsjoe Foe hai's lt>opbaan is kenmerkend voor 'die van veel trotskisten. Hij brak met de cC';:1munisten na 1927 en werd eerst ,links" lid van de Kwomintang, toen lid der rechter vleugel en tenslotte agent van Japan."
Deze feiten laten duidelijk de misdadige rol van het trotskisme uitkomen. Wanneer d'e Chinese Communistische Partij van haar !kant niet alles ~daan zou hebben ,,m de strijd met bet Kwominta'll'ghewind 1e vermijden, zolang het Japanse fascisme :1.iet verslagen was, dan zou zij nu niet ln staat zijn met eeri dergelijke kracht en snelheid het reactionnaire China ::1.een te doen storten. 3. Het trotskisme in zijn na-oorlogse gedaante De juistheid van de eenb.eidsfront-poHtiek der commun:isten en
&e nederlaa,g van het fascisme, die tort; een ~grote versterking van die socialistisohe kTachten :in ide wereld leidde, verzwakten de invloed van het tr
Het ltrotskisme is een wapen m ihanden Vain die boUl'geoisie, waarvan zij een steeds ibeWiu(Sier gebruik maakt, rnaarmate haar bevoorrechte positie ernstiger bedrei:gd wordt. Zeer duidelijk zi:en we. dit voorru in Ameri:k.a. Zo verkondig.den b.v. die Amerikaanse trotskisten in talrijik,e :radio-uitzendlingen, tijdens ,die la:atste presid:entsverldezin!gen, dat Wallace ook een kapitalist was, net a:ls Trulman en d'at de oobeiders er dus ,geen belang. ibij hadden om Wall:lace rte steunen, enz. Tot s1ot werd.en nartuurlijk steeds en.ige fmzes over de wereMrevolutie ten ibeste gegeven. De Amerikaa!TISe kap~t:alisten LZijn vao11gega:arn in het :bewust benutten en o11gani.seren van het trotskisme a1s wapen tegen de arheiders . in de klasserustrij1
II I
4
de reehtse Jeklers van de P.v.d.A. te zeer gecomrpromitteerd zijn. Voor politiek onervarenen is ihet va.ak moeilijk Qffi te zien, dat het o.-evolutionnaire ,gewaad van d'e trotskisten slechts dient om die arheidiers te hedriegen. Het feit, d:ait de rtrotskisten de reactie dlienen, terwijl .zij zich VIOOr revolutionnJairen uitgeven, verleent hun hele optreden een dubbelzinn"ig en huiohelachtig kaJra:kter. iOit .dubhe} spel moeten we 'dloorzien. rDat rev:olutio11.111.aire taal geen :e~ele wa.arblo~g is, heeft o:ns het fuscisme geleerd, dat immers ooik:J aan revolutionnaire frazes 1geen gebrek had en ook over socialisme sprak, omdat ihet zonder dat nu eenmaaJ. niet meer ging. Wat revolution.Illair klinkt, heMeft nog 111iet revvillwtiorma&r te zijn, maru- ka111 integendeel aartsreactiOiliDak zijn. Om te laten zien, dat een eoonomiscihe crisis het gevaar van het trotskisme vergroot, kunnen we het voorhee1d! van die grote crisis 'a8JI1ihalen, die in 1929 in Amerika inzette. Deze crisis vaagde met een s:l'ag aTie leugens van de rechtse sociaal-d'emocratie over de voorspoedige ontwikk.eling van het ikapitalisme en het langzamerhand overwinnen Valll 'de crises door toenemende organisatie van het kapiltalisme weg. Talrijke aroeiders begonnen het verraad; en de leugenachti:gheid van ~die S.D.A.P.-leiders te doorzien en de ontevred'enheid groeide ~allerwegen. Hoe verliep toen de ontwikke1ing in de S.D.A.P.? In een reeks op el'kaar vo:l:gend~ tijdschriften (,Eenheid'', ,De sociaHst", ,De sociaal-democraat", en ,De Faiklkel") kon de ontevredlenheidJ zich uiten. De ontevredenheid werd echter zo sterk, dat ze zioh niet meer liet opvangen door de artikel'en van De Kadt en Schmidlt. Toen een deel der ontevredenen daden lhegcmnen te eisen,- wel'dl ze dloor de S.D.A.P.-leiding buiten de deur gezet en dlit leidde
Het is eohter niet aTieen de econJOmische crisis, die het .gevaar van het trotskisme ve1'groot, maar ook de groeien:d'e macht van d'e vredesikrachrt:en, onder leiclill,g van de Sowjet-Uinie, dlie de ooruo,gsdri}verijen van de Amerikaanse reactie ontmaskert. De heersende kiasse heeft dus oorlogsoph1tsers nocliig, die lasteren tegen de Sowjet-Unie. Ook d!it is ·een taak, die steeds hela.."1grijker wovdrt,
hoogste wijsheid waar.toe de O.S.P. ihet hracht en die haar ook tot fusie deed overgaan met de .gelijkgezinde R.S.P. De arbeidersvijandige politiek leidde echter tot steeds sterker afbrokkeling van de hieruit voortgekomen R.S.A.P. en reeds voor de oorlog kwamen enkele der belangrijkste trotskisten, o.a. De Kadt, weer terug in de S.D.A.P. Zodat P. de Groot het trotskistische gevaar in 1938 1als volgt beoordeelde: . ,De trotskisten in Nederland zijn lang niet aileen de betrekkelijk kleine groep Sneevlietianen in de RS.A.P. en N.A.S. Tot op zekere hoogte gevaarlijker zijn de trotskisten, die de _S.D.A.P. en het apparaat van het N.v.v. als operatie-basis hebben gekozen."
lDe houd:IDg van de R.S.A.P. in die oorlog vernietigde ihaaT laatste invloed. De betekenis van R.C.P., Spartacus en ,Socialisme van onderen op" is minima:al, veel belangrijker zijn .ere trotskisten in de P.v.d.A. (Parool, De Vlam). Ook 111u1 weer heeft de P.v.d.A.-leiding de trotslcisten de· taak toebedacht, de grr-oe:ende ontevredlenheid aols gevolg ~an economische verslechteringen, koloniale oorlog, enz. op te vangen door hun critiek. Als bewij'> hiervoor de volgerud1e redactionele opmerking in ,Socialisme en Demooratie" (Nov. 1948): , Wij hebben, wetende wie wij vroegen, aan De Kadt de Binnenlandse kroniek ter verzorging opgedragen, en daannee bewust ruimte gegeven aan de onmisbare kritiek."
Van deze ,critiek" een vooriheeLd. Naar aanleidbg van de koloniale kerstoorlog schrijft De Kadt: ,Onze toekomst in Indonesie hebben we aan Spoor, Beel en Sassen in handen gegeven. En die toekomst is dus verspeeld. Maar Drees en de P.v.d.A. dragen de volledige verantwoordelijkheid hiervoor. Wij zullen moeten erkennen, dat we een volledige nederlaag hebben geleden. En we moeten ons ernstig afvragen . of er nag voldoende overblijft om een verder werken te i:echtvaardigen." (Jan. 1949)
In woorden lbeweert De Kadt het one:ens te zijn, maar in de practijk is hij het volkomen met hen een:s. Hij ~orgt slechts voor ,,de ornnisbare critiek". De verworoing van het trotskisme gaat echter verder. Voor de oorlog poogden de trotskisten hnn arbeidlersvijandige politiek veel meer achter klinlkende zinnen over de wereldrevolutie te venbergen en toen b1eek ihun steun aan het fascisme vooral uit · hnn 1daden. Nu echter laten ze ihnn voorkeur voor lhet fascisme open:lijk blijken. Het PaTool, de vool'IIW.amste spreekbuis van het Nlederlandse trotskisme, schrijft op 20 Oct. 1948: . ,Hoe ernstig een Gaullistische overwinning oak mage zijn, een communistische overwinning is voor de gemiddelde Fransman nag veel ernstiger. . . . Een overwinning van de Gaulle zou ongetwijfeld betekenen, dat al de afkeurenswaardige . toestanden ontstaan, die nu eenmaal het gevolg zijn van een halve of hele generaalsdictatuur. Maar Frankrijk zou aan de kant blijven staan van de democratie en dat zou allerlei mogelijkheden open houden. In een oorlog zou het aan de goede kant staan.''
Het oen~ge en allesbeheers:ende dloel van de trotskisten is verruietiging van die S.U. en daaraan wordt alles ondergeschikt gemaakt. Noemde ,,Het Volk" ih.et Atlantisch Pact niet een voor-
•
I i
waaxde voor het socia:lisme? Om de mensen tegen de S.U. op te zetten, moet zij a1s bron van alle kwaad worden aangewezen. Wist u bijv., d.at de armoede in de wereJd pas begonnen is in 1917 na de October-revolutie? Luistert u maar naar de d'iepzinnige wijsheid van De Kadt in het ,theoretisch" orgaan van de P.v.d.A. van November 1948: ,,De voornaamste oorzaak van de wereldarmoede is niet het kapitalisme, maar het Moskouse communisme."
Dit is het theoretisch niveau van de vijanden der Sowjet-Unie.
4. Het trotskisme in de vakbeweging Zolang de trotskisten zich op politiek terrein ibewegen, zijn ze door de verwording van het kapitalisme gemakkelijk •te herkennen. Maar dit is niet hun enig werkterrein. Een zo mogelijk nog gevaarlijker rol spelen ze in die vakbeweging. Reeds direct na de bevrijding werd in Rotterdam op onverantwoordelijke wijze het stakingswapen gehanteerd, op een voor de arbeiders ongunstig tijdstip. Toen echter de gehele politieke situatie een staking mogelijk en n;oodzakelijk maakte 'Op 24 Sept. 1946, a1s protest tegen de troepentrcun.si>orten naar Indonesie, blee£ een staking b Rotterdam udt. In het eerste geval heweren ze, dat de arbeidersklasse niets over zijn kant kan laten gaan en de boel er dh-ect bij neer moet gooien en in het laatste geval willen ze wachten tot de hele arbeiderSklasse zover is om een algemene staking te heginnen. Altijd doen ze datgene, wat de strijd van de arbeiders afbreuk doet, d.w.z. het tegenov~rgestelde van wat de objectieve vntwikkelbg eist. Als het nodig is om te staken zijn ze er tegen en trachten ze de staking te saboteren en te breken. Als het een ongunstig moment is · voor een staking trachten ze deze met ahle middelen te provoceren en het strijdbare deel der arb eiders ge'isoleerd hi de strijd te brengen. W aarom is vooral Rottercllam het werkterrein van de wotskisten? Deze stad lheeft zich pas laat in de 19e eeuw rtvt ·een wereldstad ontwikke1d', in tegenstelling met Amsterdam, dat reeds in de 17 e eeuw een helangrijke en voor die tijd grote stad was. Rotterdam ontwikke1de zich pas tot werelcllh:aven in de tijd van de grote industrialisatie van West-Duitsland na 1870. Het proletarisch bewustzijn van de plattelanders uit Zeeland en Noord-Brabant, die naar Rotterdam trokken om in deze havenstad te gaan werken,. kwam hun natuurlijk niet aanwaaien. Zij brachten een kleinburgerlijke gedachtenwereld mee, ihiervan uitgaande proheerden zij hun nieuwe positie te begrijpen. Op de ellende van crisis en werklooshe1d, reageerden dezen, onervaren a:ls ze waren, radicaal en ,zonder remrning en het liefst zouden ze het kap:.talisme direct en met hun vuisten willen verbrijzelen. Dat hiervoor lange en taaie strijd nod'ig is, is een gedachte, die nog moet groeien. Hierdoor ontstond een dankbaar werkterrein voor de profeten van de ,were1d):evoluitie", de trortskist:sche fraseurs. Ongetwijfeld zullen de kapitalisten in de, voor hen zo uiterst hela.."lgrijke, haven
aJ.1es doen om met behu:lp van agen1Jen de strijd dfe.r wbeiders afureuk te doen, verdeeldheid onder ihen te zaaien, en~Z, Het trotskisrne zccl zich ook in Rotterdailll a1s h:andil.angeT van die reactie ontmaskeren. iin woorden kan men ibeweren wat men wil, maar in de practijk blijkt de rwaxe aard. Toen die ltrotskisten in de E.V.C. in Rotterdam niet lan~ger hnn 1gang konden gaan, stuuxden ze op scheuring aan. Als resuMaat hiervan :kiwam de O.V.B. tot stand: De O.V.B. zet de sleohtste tradities van ihet N.A.S. voort en zeer bewust, zoals hlijkt uilt de woorden van td!e inleider op ihet oprichtingscolll@'es van 17/18 Oct.--1948, Albert de Jo:ng: ,Het N.A.S. was ook een onafhankelijke vakbeweging, met dezelfde grondslag, die wij voorstaan." ·
:Het N.A.S. was ,de vaikbewegi111g, waar de trots'kisten zich 11.1:a 1928 van meester hadden gemaakt en die ze misbruikten om de strijd der arbeidiers afbreuk te doen. Ze maaMen daarbij ,gebruik van de anarchisti,sche en synd'icalistische gedachten, die reeds tientallen jaren hun o'l1Jdeu~delijkheid :bewezen ihadden. iin de O.V.B. zien we 'een !gebxuik maken van deze zelfde ten>Cfune:en. In de congres-inleiding werd o.a. geiegd: ,,Zij moet zicb organiseren volgens de beginselen van bet federalisme onder afwijzing van bet centralisme; geen centraal macbtsapparaat, omdat de beslissing bij de ·})asis moet liggen."
Hetgeen in feite de a~be~drers tot machteloosheid veroordeelt in een periode van g:meiend sta.ats- en mont>polie-kapitalisme, dart aileen 'door hechte en centraal ~ele~de organisaties met succes bestredlen kan worden. Tot slot nog .een citaat, waarin ihet syndicalisme aan het woord komt, dat de po11tieke partij door de vakbeweging wil vervangen, die da:ardoor geen van beide taken meer limn. vervuillen, n.l. ,Wanneer wij een economische strijdorganisatie willen vormen, zal zij tevens een politieke beweging zijn."
Het is kenmerkend voor ihet trotskisme, dat het van iedere tendens, die de arbeidersbeweging zou kunnen verzwakken, gebruik maakt. naarvoor gebruikt het ook het anarchisme, ~Zoals in de Poum in Spanje en hier in de O.V.B. Bij de hervattinlg .van 1dle loofoo.iale oorlog in Dec. 1948 deed de O.V.B. een ,samenwerki111gsaanbod" aaa.• de E.V.C. voor het organiseren van e'en proteststaiki.nlg, om haar ,Tevolurtionnaire" karakter te tbewijzen. Terstand deed! de KV.C. het voorstel tot een 24-urtiJge prorteststakin;g in de haven. A. v. d. Berg, die het aanbod ~een maar als fraze bedoeld had en ,d!ie voor een staking op een ju~t ogeillblik niets voelt, anrtwoordde aJs volgt: ,(dat) 1 o. tot nu toe alleen uw organisatie reageerde op onze oproep, en o.a. alle mogelijkheden tot zo groat mogelijke deelname nag niet zo volledig mogelijk zijn uitgeput en wij daarvoor nag even de gelegenheid. open moeten Iaten. 2°. In dit stadium van de zaak de basis van alleen de E.V.C. met de O.V.B. nag te smal, is om een goede succesrijke actie te kunnen ontwikkelen.''
l
Weer nieuwe fuazes dus om de aftooht te deklken. Misdadiger nog was de hJouding van de O.V.B. tijdens Idle laatste havenstaking in Amsterdam. Het O.V.B ..fuestuUT heeft toen al:fes gedaan om deze staking 'verloren te dven gaan, omdat zij hoopte, dat dan de omstandigheden grmstig zouden zijn om in AmsteOO'am een O.V.B.-afdeling op te richten. Men ihield de arheiders i111 Rotter~ atf van de solidariteHsbeweging, men liet rustig hesmette schepen lvssen, enz. Zelden is de ware aard van het trotskisme zo duidielijk ien toon gespreid. Natuurlijk brengen de~gelijke practijken de O.V.B. steedls meer in discred:iet. ¥ol verontwaardiging keren de arbeiders zicih af van een organisatie, die tot alles hereid is, ccls thet maar tegen de a11be:iders gaat. Hier zien zij in de practijk, dat ihet trotskisme n.i:et een politieke stroming is, maar verwo:rden: is fut banidlitisme. . Nu de zaken slecht gaan. met de O.V.E. krij,gen de trotskisten ook o.nderHng ruzie ovter wat hUJU nu te doen staat en hoe ze hun persoonlijke bela:ngen het heste m veiligheid ibTengen. ,Van de Berg wil de zaak redden door de Q.V.B. aan de Ieiding van bet N.V.V. over te doen. Zijn collega-scheurmakers, die zich ,,revolutionnaire communisten" noemen willen de O.V.B. opheffen en weer in de E.V.C. kruipen. De arbeiders zelf zullen al deze plannetjes moeten doorkruisen en de intriganten, baantjesjagers en agenten van zich afschudden." (De Waarheid - Een scheurmakersbortd in zinkende toestand)
Trots:kisten zijn mensen, die ihet .in theorie oneens zijn met de heersende' k1asse en haar steun en toeverlaart, de rechtse sociaal,democratie, en &e dit met ikil.inkende woond.le:n trachten te ibewijzen, maar die ihet in de practijk met de reactie v.olkomen eens zijn, :zxmls hun. daden aantonen. Alles wat ze dOen is emp gericht de eenheid van. de aubeidersldasse te verzwaiklken. Ze moedigen iedler sectarisme aan., 2!e ondersteunJen i'e
r,
Theorie voor het pracfische werk
DE ROL VAN DE POLITIEK-SECRETARIS VAN HET DISTRICT door
M. THOREZ Uit een redevoering op het Organisatie Congres van de C.P.F. op 9 en 10 April 1949.
Districts-Secretaris is de functionaris van de Partij, die DEbinnen het raam van de organisatie van de Partij, van het District, het meeste gevoel van verantwoordelijkheid, van zijn verantwoordelijkheid tegenover de Partij in ihet a1gemeen, tegenover de arbeidersbeweging, tegenover de bevolking van zijn District moet hebben. Hij is de functionaris, die het meeste initiatlef en organisatie-vermogen moet ontwikkelen. De Districts-Secretaris verbeeldt zich soms, dat hij slechi:S redevoeringen behoeft te houden, hetzij binnen de Partij, in de afdelingen, voor het Districtsbestuur, op de Districts-conferenties, hetzij ill'aar ibuiten op openbare meetings en vergaderingen; dat de organisatorische taken aan de Organisatie-Secretaris toevallen; de kaders, dat is de zaak van de kameraad, die voor het kader · verantwoordelijk is; de vakverenigingen, dat is de zaak van de kameraad, die voor de Partij de strijd in de vakverenigingen voert. Wat blijft er dan over voor de Districts-Secretaris? Redevoeringen :Q.ouden. Dat is een echte sociaal~d:emocratische opvatting, -vDe Districts-Secretaris, dat is, nogmaals, de functionaris, op wie de grootste veraniwoordelijkheid moet rusten voor al het werk van de- Partij in zijn District. Dat wil zeggen, dat de Districts-Secretaris niet alleen een politieke leider moet zijn, maar de beste organisatO'l' voo zijn District. Hij moet in de eerste pl·aats in staat zijn, zijn eigen werk te organiseren. Want er zijn nog iheel wat Districts-Secretarissen, d'ie nog moeten 'leren hun eigen werk te organiseren. Zij besteden vaak teveel tijd: aan bijlromstigheden en te web.ig aan de ihoofdzaken. De voorwaarden scheppen voor
g~enlijik.e
arbeid
De Districts-Secretaris moet niet aileen in staat zijn, zijn eigen werk ~e organ:iseren, maar ook en vooral het werk van de anderen, het werk vail zijn kameraden. Hij moet de V'OOrwaarden. scheppen voor gez:amenlijke alibeid, in de leidende organen, in een cohlectief secretariaat, in een collectief bureau, een Districtshestuur, oot collectief werkt. D.istricts-.Secretarissen ~ggen soms: Ik kan niet alles dloen. Ik sta aileen VDOr ·alles .... Ik moet dit aileen doen, dat aileen doen .... En als men ibepaalde problemen met hen wil doomemen, ant-
r I
!·,
,. \
I
! ..
\
WJOiorden. ze: Ik1 zie er •geen kans toe, rk mJOet op de sch:rijf~ machine tikken (dat lromt voor), ik moet zelf pakjes maken. Ik moet ze zelf naar het postkantoor :bren:gen! Jk moet vergaderingen organiseren op 20 km. afstanod. Ik moet de·. biljetten aanplakken. W elnu, zulke Districts.,Secretarissen weten hun werk en dat van huh kameraden met te organiseren, want ze hebben -geen ibegJ"ip van hun eigen verantwool'ldielijkheid, ze hebben er geen slag van om 'hun eigen werk en dart van hnn lkiameraden te organiseren, -geen benul van collectief werk. Omdat hij geen lbenul heeft van collectief werk, beklaagt de Districts-Secretaris zich over de anderen en de anderen over hem. E.en kameraad, die d'eze of gene taak heeft, wordt ond:ervraagd. Dan an'twoordlt hij, !ll!Og wei niet daoolijk: 0, die Districts-SecretaTis, die trek.t zich niets van ons aan; je ziet hem !ll(){)it en als hij iklomt, is hij ongem.aakbaar. A1s je met een idee komt, snauwt hij je af; er is geen overleg met hem mogelijk. De pers, de financien, het werk onder de massa's · De [)istricts-Secretaris .is verantwoordelijk voor 'het werk in d€ bedrijven en :niet aileen voor &e mganisatie van de Partij. Sommige Districts-Secretarissen overzien niet hun werk ten opzichte van die neven-ol'lgarusaties en va111 ihet werk in de massaorganJsaties. Wat de pers •aanga.at - somm1ge Districts-Secretarissen 'hebben .geen · idee van alles wat daa.raan vast zit. Vraag hepaalde Districts-Secretarissen eens hoe groot de oplaag van de krant iri hun District is. Ze weten eP niets van! Wat er in de ikrant staat evenmin. Als daar bij gelegenheid iets over opgemerkt wordt, dan zeggen ze, dat d'it niet voor hun verantwoording is, maar voor die van de redacteur van d:e krant. Er is 01nvoldoende ibegrip van de veram:twoordelijkheidl voor de financien van de Partij, voor het werk van de kaders, voor het vormen van nieuwe 'kaders, dingen, d:ie toch tot de hoofdtalren van !Districts-Secretaris behoren. Waken over het kader en de opbouw daarvan Er zijn Districts-Secretarissen, die niet aile a:fldelings-secretarissE!n van hu."l District kettmen :(persoonlijk 'loonnen), zodat er afdelings-secretarissen zijn, die ze nog nooit 1gesproken hebben. Er. zijn Districts-Secr~tarissen, die zich niets aantrekken van het kader 'van de Partij, die niet weten hoe nodig het is elke man afzoru:lerlijk rte kennen, hem bij zijn werk, bij zijn scholing te helpen, zodiat misstappen voorlromen kunnen women, hem kameraadschappelijk te helpen om zijn fourt:en te vetbeteren, hem zijn zelfvertrouwen terug te geven, W's hij zich niet opgewassen voelt tegen de moeilijkheden. Het ,goott erom d:e £unctionarissen, die er op eigen gelegen:heid: niet meer uit kunnen komen, een stukje ,bhtuwe lucht te laten zien, wat licht op hun pad te laten schijnen; zodat ze weer vol moed v•erder gaan.
•
De Districts-Secretarissen moeten lrlliet aileen aan politieke problemen denken, aan de hulp, die hij moet verlenen om de organisatorische moeilijkheden te overwinnen, maar oo'k. aan de dikwijls moeilijke firuuncii:He omstandtgheden van d!e strijdmakkers. Het leven is vaak geen pretje v:oor hen. Ook op dit gebied moeten ze geholpen worden. Stalin heeft •gezegd: ,De mens is het waardeVJolste kapitaal." Ons strijdhaar kad'er is oru; !kostbaarste lbezit.
•
De strijd tegen de famiLie- en kliek-geest A1s de Districts-Secretaris niet toeziet op h.et collectieve werk, als hij zich laat he'invloeden Klioor zijn min of meer persoonlijke voo1r:keur bij de beoordelmg van functionarissen, als hij deze · functio.narissen noiet helpt, :dan loopt dat op grote moeilijkheden uit. Wij iiebben een voorbeeld van een District, waa:r de tO'esta.'l
an de~ tmoeilij'k.heden op te sporen, 'inplaats van na te gaan hoe men vasbberaden· die politiek van de Partij ikanJ dborvoeren, doqr de werkwijze van de Partij te verbete~ren in de geest van collectiviteit en collectief werk, in persoonJ.ijke, beginselloze ruzies over bijkomst1ghed~m. De LDistricts-Secretaris is de spil van de Parlij, a'1s hij zich tenminste hewust is van zijn phcht, van zijn zending, en zijn werk op ibolsj ewistische wijze weet rte doen . Enige tijd geleden ihe'!Jhen wij een discussie .gelhad! in het District Alpes-Maritimes. Wij voe1den, dart; hler ie1s niet klopte. Waru.· was die discusSie uit voortgekomen? Ik vestig in het bij:oonder de aa.ndaclht op dlit punt. Volgens de f[)istricts-Secretaris was alles, wat 1goed ging, zijn weliki en alles, wat verkeerd gmg, de schukl! van de and'eren, ,die niets ibegrepen; niet werkten, enz." Die redenocing deed on:s dadelijk lonJi; ruiken. Tijd vrij maken om te lerzen en te studeren De Distric~Secretaris moet het District leiden en voorlichten. Ongelutlcldgel"Wijze zijn er Districts-Secretarissen, die ternauwernood hun Waarheidi (FraniS: ,rHumanite") lezen. En P.olitiek en Cultuur (Frai11S: ,les Cahiers") wordt even ~keken.
Men komt ertoe de he:lft van de ih.Joa:fdiartikelen te l~n, dan lromt hij op een hoek. vam. de schrij:£ta£el o£ ihet nachtkastje. Men denkt ,dat lees ik larter IWel". En .de d~gen
,,Wij moete~ ons goed voor ogen houden, dat er op het gebied van de Partijorgan'isatie generlei probleem bestaat, dat aan de orde kan worden gesteld los van de politieke activiteit en van de massa der Partij zelf, in a~wachting van het moment, waarop deze activiteit zou moeten worden ontplooid. De Partij organiseert zich.. in het werk in de strijd. In de arbeid en in de strijd organiseren zich - in en random de Partij - de arbeidende ma8sa's. De grenzen zel1 van de problemen kunnen niet worden waargenomen, de problemen kunnen niet worden afgebakend wanneer men niet uitgaat van een juist inzicht, aangepast aan de politieke problemen voor welke wij staan.'' Pahniro Togliatti
UPTON SINCLAIR EEN BAANTJESJAGER EN LASTERAAR door
P. PA WLENKO £ENS coquetteerde U. Sinclair met het socialisme. Nu heeft hij zich · aangesloten bij de voorstanders van het Atlantisch Pact. Niet alleen keurt hij dit nieuwe product van de oorlogsbrandstichters goed, maar hij belastert bovendien bet vooruitstrevende en democratische kamp de Sowjet Unie. Daarbij vertonen zijn lasterlijke aanvallen grate overeenkomst met de propaganda uit bet arsenaal van een Giibbels of Churchill. Amerikaanse zakenlui en beursspeculanten noemen zichzelf graag· een ,,selfmade man". De ,,selfmade man" staat op de hoogste sport van de ladder der fortuinlijke zakertlieden. Hij is het type, dat helemaal opgaat in zijn persoonlijke carriere, die aileen oog heeft voor zijn eigen belang. Upton Sinclair deed zijn hele leven zijn best om bet tot een echte ,selfmade man" te brengen. Daarbij gold voor hem steeds het principe: het doel heiligt de middelen. Reeds ziin eerste gedichten en anecdoten, die hij voor de boulevardpers sebree£ en de sensatieverhalen, die hij hbriceerde voor de vij£ cent-uitgeverij: Street and Smith, getuigden hiervan. Om zijn doel te bereiken maakte hij later gebruik van ideeen, die hij socialistisch noemde. Zijn romans droegen steeds een opzienbarend en actueel karakter. Hij behandelde altijd dingen, · die in bet middelpunt van de belangstelling stonden, waardoor zijn boeken veel werden gelezen en grate oplagen bereikten. Upton Sinclair had dan oak een bizonder fijne neus voor goede zaken. Om carriere te maken en zijn hebzucht te bevredigen sebree£ hij romans· waarin de sociale toestanden werden ,,ontmaskerd". Hiermee had Sinclair een tweeledig doel op 't oo3. Ten eerste het verwerven van de bekendheid en de populariteit van een linkse schrijver - en ten tweede deze ,linkse" populariteit gebruiken als camouflage
voor bet propageren van bet reformisme. · 'Soinclaii' bediende z\ich van een rookgordijn van vooruitstrevendheid en socialisme om het Amerikaanse volk ootmoed, gehoorzaamheid en lankmoedigheid voor te houden. In zijn roman ,De radio voor de ziel" hemelde hij zelfs het spiritisme op. Het duidelijkst openbaarde Sinclair zich als zakenman en baantjesjager in zijn strijd om de gouverneurszetel van Californie in 1934. Hij beloofde zijn kiezers een hemel op aru·de; onder zijn beleid zouden geleidelijk de grootkapitalisten overtuigde aanhangers worden van zijn ,christelijk" of ,nationaal socialistisch" stelscl. Sinclair wist ondertussen iheel goed, welke rol een gouverneur in de V s. speelt. De gouverneur in elke Arne.rikaanse staat is v66r alles de beschermer en lakei van bet monopolie- en grootkapitaal. Om deze kans van zijn IevEn niet door zijn vingers te laten glippen moest Sinclair zijn ,tinkse'.' verleden verloochenen, en hij deed dit door te verklaren, dat het een misverstand was om hem als socialist te beschouwen, want dat hij reeds voorgoed afstand had gedaan van aile socialistische ideeen. In zijn laatste romans over de gebeurtenissen tijdens de tweede wereldoorlog (de z.g. ,Lanny Buddserie") kondigt hij het aanbreken van een ,Amerikaanse eeuw" in de wereldgeschiedenis aan. Amerika zou een grate historische zending in Europa te vervullen hebben. In deze romans ontbreekt volkomen ,,de man in de straat". Volgens hem wordt de loop van de geschiedenis nu eenmaal bepaald door de grate zakenlieden. In de ,historische beschouwing" van Sinclair speculeert de hoofdpersoon in Europese kunstschatten, die hij zeer voordelig in Amerika van de hand doet. De vader van dit personage doet goede zaken in de wapenhandel, de moeqer is de geliefde van een Duitse spi{m. Dit zijn de drie ,wereldburgers" van groat formaat,
l
waarmee Sinclair, volgens de Amede cultuur en de kunst vertegen~ rikaanse pers, ,met treffende zekerwoordigden. Wanneer het er op aanheid de grootsheid van ons tijdperk komt is deze propagandist van het uitbeeldt". Atlantisch Pact voor "de oorlog. Niet aileen op literair gebied slooft Vol verachting volgen wij de !evensSinclair zich uit om zijn politieke loop van U. Sinclair, de man die betrouwbaarheid jegens het grootzich ter beschikking stelde van de kapitaal te tonen. Op gevorderde handelaren in mensenlevens. Hij was leeftijd wil hij nog eens zijn geluk bereid elke laster en leugen te aanbeproeven ten opzichte van de gouvaarden, mits zijn eigen carriere en verneur.szetel. Nu zijn anti-sowjetzijn eigen zaken er maar mee gebaat propaganda en laster de geijkte hulp- . waren, middelen om dit doel te bereiken. Nog eens - Sinclair verdient .de Het was dan ook niet verwonderlijk, verachting van aile eerlijke strijders dat hij niet op het internationale voor de vrede, vredescongres te New York verscheen, waar ruim 2000 deelnemers (Literatoernaja Gdzeta)
Economische notifies TWEE BEGROTINGEN De Amerikaanse hegroting voor 1950 vermeldt voor directe oorlo.gsuitgaven 14,3 milliard do1lar. Dat is bijna 10 maal zoveel alsl in 1940 (1,5 milliard). De uitgaven voor ,,internationale hulp en credieten", dit zijn de indirecte oorlogsuitgaven, 'bedragen 6,7 milliard. In ruime zin hedragen dus de bewapeningsuitgaven van de Verenigde Staten 21 milliard dollar. De overeenk.ornstige uitgaven in 1940 bedroegen 1,6 milliard. Deze uitgaven zijn dus volgens de officiele cijrers dertien maal grater geworden. De oorlogsuitgaven in ruime zin zijn drie en vijfti~ maal grater daili de uitgaven voor onderwijs (0.4 milliard) en negen maal grater dan de JSOC.iale uitgaven. Meer dan 50% van de totale Amerikaanse begroting wordt in beslag genamen door militaire imperialistische uitgaven, in 1940 hed.roegen deze laatste minder dan 16% %. · De militaire uitgaven van de Sowjet-Unie vormen 19% van de totale begro.tingsuitgaven, de sociale diensten vergen 28% van de begroting. Bij de waardering van het laatste meet er rekeni~ mee worden gehouden, dat een zeer ·belangrijk drel van de wciale uitgaven niet op de Staatsbegroting, maar op gemeentelijke en provincia~ ibegrotingen. voorkomt. Relatief is deze factor zeer zeker grater dan in de Verenigde Staten. De totale militaire uitgaven in de S.U. bedragen 50 milliard roe-bel, in de Verenigde Staten 21 milliard dollar. Indien men de koopkracht van dollar en !l'oebel vergelij·kt, dan komt men tot de gevolgtrekking, dat de Amerikaanse regerilllg drie keer zoveel voor de ·bewapeniillg uitgeeft dan de Sowjet Unie voor haar verdedigi.ng.
FINANCIELE MACHTSCONCENTRATIE Het Financieel Economisch Kwartaaloverzicht van de Amsterdamsche Bank dd. April 1949, publiceert de winstcijfers van 70 ondememingen (bl. 34). Hieruit blijkt, dat de totale winst in 1947 dan ve.rd.rievoudigd is ten opzichte van 1938. No.g frappanter is de toename van de gereserveerde winsten. Deze is bijna 4% maal zo groot als in 1938. ' Deze laatste illustreert een financiiHe machtsconcentratie van 't grootkapitaal, welke blijkens gegevens uit het buitenland van internationaal karakter is. Het is moeilijk, de zeer gevaarlij'ke ophoping van financiiHe mac>ht, die uit deze cijfers spreekt, te overschatten. Deze machlloconcentratie geschiedt ten koste van de kleine bezitters en is door de financiele politiek van de Regering be-
meer
vorderd. De Belasthrgwet 1946/47 van Minister Lieftinck schiep de nodige faciliteiten om de:re kapitaal-ophoping .te lbevorderen. De verwhuiving van de financiele macht ten nadele van de kleinbul1g€rij spreekt nog ~uidelijker, indien men er zich van vel'gewilst, dat de terugbetalingen van de Bondsspaarbanken, Rijksposlspaar:bank en van de Boerentleenbanken de inleggingen in 1948 met niet mmder dan 195 mi1lioen overtroffen. In het Tijke Amerika spreekt men reeds van een ,ineenstorting van het rparticuliere sparen". De teruggang van het particuliere sparen gaat gepaard met een concentratie van besparingen ibij de pensioenfondsen, rijksfondsen en levensver·zekeringmaatsdhappijen. TengeV'Olge van deze reeks factm-en ontwikkelt rzich het aanbod van geldkapitaal in monopolistisahe zin. , De na-oorlogse structurele veranderingen in het spaarproces leggen een afnemende •betekenis van de lbeurs bloot. (Lenin wijst de afnemende betekenis van de ''beurs aan als eem van de ik.enmerken van de imperialistisclhe ontwikkeling.) ONZE GULDEN
De na-oorlogse economische woordenschat is verrijkt met enkele nieuwe uitdruk!kingen. Een daarvan is de uitdrukking ,,harde" en ,zachte" va1uta's. De laatste zijn de geldeen!hed:en van de zwakkere breeders in het imperialistisah bestek, de eerste die van de economisch machtigen, waartoe natuurlijik. in de eerste plaats de Veren~gde Staten behoren met de dollar. De .,zachtheid" en ,hardiheid" wordt respectievelijik. beoordeeld door de overwaardering en de onderwaardering van de betreffende valuta's. Zo is de Nederlandse gulden o.a. te hoog ,gewaardeerd" en de Amerikaanse dollar te laag ,gewaardeerd". Anders gezegd: in werkelijkheid is de waarde van onze gulden lager dan de officiele wisse1koers aangeeft, lbij de Amerikaanse dollar is het 0Ing€keerde ihet geval. Het -geV'01g is, dat de Nederlandse producten op de illternationale marik.t duurder zijn dan met de werikelijkheid strodkt, de Annerikaanse zijn goed-' koper, dan overeen zou komen met de reeiHe 'ITerhoudingen. Tw~ede 'gevolg: de eX]lorten •van Nederland, en die van de overige zwakk.e economisohe breeders in Europa, worden belemmerd naar het doHargebied. De Annerikaanse excportenl naar de .Valu>tair zwakke gebieden worden kunstmatig bevorderd. Derde gevolg: de Nederlandse export-industrie wordt kunstmatig benadeeld ten gunste van de Amerikaanse export. Vierde gevolg: Naarmate de onder- resp. overwaardering van valuta's aanhoudt zijn allerllei ingewikkelde ikunstgrepen (deviezen-controle, reglementering van de internationale !handel enz.) onvermijdelijk. Vijfde gevolg: Bij de te verwachten ommekeer in de conjunctuur zal het voortzetten van deze wantoestand des te sterker geV'Qeld worden door machtige Amerikaanse groepen, die belang hebben bij de z.g. ,export-drive" (geforceerde uitvoer). Zesde gevolg: !Met name versohillende internationale concerns en andere financier.-, van Amerikaanse kom-af ihe11ben daarentegen weer belang bij een daling van de· waarde van de .gul]_den, omdat dit laatste de voorwaarden van de ik.apitaa·l-export en de aankoop van grondstoffen gunstig be"invloedt. Zowel de Nederlandse al'beidskracht als de Nederlandse productiemiddelen worden dan nl. goedkoper en !het is dus gemakkelijker in Nederland w~t te maken. !Eindconclusie : !Er komt een diepgaande tegenstelling in de strijd om de waardevermindering van ihet West-Europese geld te 'Voorschijn: somm.ige Amerikaanse kapitaals-
r
r
DE STRIJD OM DE PROGRESSIEVE FILM door·
J. DE LEEUWE JN ons land worden niet veel vporuitstrevende films vertoond. Oorzaak hiervan is het feit, dat het filmbedrijf in handen is van de bourgeoisie. Deze betrekt films uit de burgerlijke Ianden en slechts in Iuttele gevallen slaagt de arbeidersbeweging er in, de vertoning van· progressieve films in ruimere kring af te dwingen. Dat dit niet vaker Iukt, ligt geenszins aan een gebrek aan belangstelling bij de arbeiders, maar aan de grote moeilijkheden, welke de vertoning van vooruitstrevende films in de. weg worden gelegd. Vooruitstrevende films zijn tegen het kapitalisme gericht en dat is voor de grote filmondernemers al voldoende om zulke rolprenten niet onder de massa te brengen. Zelfs de omstandigheid, dat de ondernemer op sommige anti~kapitalistische films veel winst zou kunnen maken, brengt hem er niet toe, ze regelmatig te vertonen, daar de directe winst niet opweegt tegen het nadeel van stelselmatige ondermijning van zijn machtspositie. Daarom brengt de grote ondernemer zulke films slechts zelden in circulatie: hij doet het in gevallen, dat hij op andere wijze zijn winst niet voldoende kan vergroten. Door de tegenstellingen onder de kapitalisten en de strijd der arbeiders krijgen vooruitstrevende films hier een kans. Enerzijds moet er een uitgebreid publiek zijn, dat deze films verlangt. Anderzijds moet de concurrentiestrijd onder de kapitalistische film~ex ploitanten sommigen hunner nopen die vooruitstrevende rolprenten te vertonen. Arbeiders moeten deze film gaan zien! In het algemeen zijn het de kleine filmverhuurkantoren en de kleine bioscoop-eigenaren, die het eerst tot het draaien van progressief werk overgaan. Een en ander bewijst, dat, hoewel onder kapitalistische verhoudingen het merendeel der vertoonde films nooit van progressieve aard kan zijn, de arbeiders ook op dit gebied met succes strijd kunnen voeren. Zij kunnen de ontwikkeling, die leidt tot de revolutionnaire verandering van de kapitalistische samenleving in een socialistische, helpen versnellen door de progressieve film zo veel mogelijk te steunen en de reactionnaire film waar mogelijk tegen te werken. De arbeiders moeten het . gel G., jat zij voor bioscoopbezoek bested en, aan progressieve films uitgeven en tegelijk moeten zij ijveren voor de cipenbare vertoning van zulke films. Deze films zijn leerzaam en steunen hen in hun strijd. Daarom moeten de arbeiders een geschoold en georganiseerd filmpubliek gaan vormen. Censuur. De heersende kapitalistenklasse beschikt over vele middelen om de vooruitgang te bemoeilijken. Mag er bij uitzondering een grote ondernemer zijn, die ten koste van alles winst wil maken en die daarom een film gaat exploiteren, welke meer of minder tegen hem gericht is en mag er dan al een aantal kleine ondernemers zijn, dat zich sterker bedreigd voelt door de monopolistische ,vrienden". dan door de arbeidersklasse, zodat deze kleine ondernemers trachten van zo'n vooruitstrevende film een kassucces te maken, het kapitalistendom-als-geheel verzet zfch
met hand en tand en wil deze ,verraders" het liefst spoedig de nek breken. Een der middelen hiertoe is de censuur. Het is de arbeidersklasse, die steeds weer haar stem moet verheffen tegen de censuur, die een instrument is in handen der bourgeoisie. In de Nederlandse Centrale Commissie voor de Filmkeuring (de Nederlandse Filmcensuur) zijn de communisten de enigen, die het aantal zetels, dat hun op grond ·van hun aanhang onder de Nederlandse bevolking rechtens toekomt, nooit hebben gekregen! De communistische pers en de kleinst mogelijke communistische minderheid -in de Nederlandse Filmkeuring moeten zich voortdurend verzetten tegen de reactionnaire beslissingen van de Nederlandse filmcensuur, die arbeidersvijandige films, zelfs a:Is die direct gevaar voor de verhouding met de bevriende Sowjet-Unie vormen, strijk en zet toelaat. (Denk aan ,Het IJzeren Gordijn"). Vooruitstrevende films worden echter zo mogelijk verboden. (Denk aan onze verkiezingsfilm). Meer dan een jaar lang hebben regering en Filmkeuring gezamenlijk (twee handen op een buik) de openbare vertoning van Duitse films verhinderd, omdat de eerste films, die na de tweede wereldoorlog in - Duitsland vervaardigd zijn, · uit de Oostelijke zone kwamen en een vooruitstrevend karakter dragen. Eerst toen onder auspicien van de Amerikanen ook de nodige r e act i on nair e Duitse en Oostenrijkse films gereed waren voor de exploitatie in Nederland, wilde de Nederlandse bourgeoisie de Duitse film weer toelaten. De filmcritiek. Wij zullen ons ditmaal niet bezig houden met de bijzonderheden van het gevecht, dat geleverd moest worden, voordat progressieve Duitse films zoals ,De moordenaars zijn onder ons" en ,Huwelijk in de schaduw" in Nederland voor openbare vertoning werden vrij gegeven. De bourgeoisie was echter geenszins verslagen op het moment, dat de arbeidersbeweging, gesteund door alles, wat zich enigszins bewust is geworden van de monopolistische dwang, deze progressieve films door de censuur had gesleept. De volgende hindernis was de reactionnaire filmcritiek, welke een !mitengewoon groot gevaar vormt. Want deze tracht onder allerlei voorwendsels de vdoruitstrevende films bij het publiek in discrediet te brengen. IHier is een erns•tige waarschuwing op zijn plaats, want het blijkt, dat sommige reactionnreire meningen ook hebben post gevat in onze kringen. · ,De moordenaars zi]n onder ons". De film ,De moordenaars zijn onder ons", komende uit de Oostelijke zone van Duitsland, behandelt het probleem van de schuld van het Duitse volk aan de misdaden tegen de mensheid tijdens het Hitlerregiem. Een uit de oorlog terugkerend Duitse arts is, doordat hij zich van zijn schuld bewust is, zenuwziek geworden. Weliswaar heeft hij zelf geen vrouwen en kinderen neergeschoten, maar hij heeft zich (zoals vele anderen) ook niet krachtig verzet. Dit erkent hij nadrukkelijk en wanneer hij (bij het einde van de film) op het punt staat zijn vroegere kapitein, die een geheel dorp heeft laten ultroeien, neer te schieten, dankt hij de vrouw, die hem van deze daad terughoudt, omdat hij (naar hij terecht zegt) het recht mist om de moordenaar te doden, maar wei de plicht heeft hem aan te klagen·. De kapitein, die het dorp uitmoordde, is een oud-nazi en een lid dcr
I n
bezittende klasse. Natuurlijk wordt in deze film, geheel in overeenstemming met de feiten, de klasse der kapitalisten als de h o o f dschuldige uitgebeeld. Dit heeft uiteraard niet aileen moeilijkheden bij de filmcensuur veroorzaakt, maar heeft ook de arbeidersvijandige filmcritiek in het geweer· gebracht. Het zijn de T r o t z k i s t e n, die verkondigen, dat ,De moordenaars zijn onder ons" een misleidende film zou zijn, omdat het Duitse volk daarin van schuld vrijgepleit zou worden. Een brutale Trotzkistische Ieugen, welke wordt bestreden door ieder eerlijk mens, die de film gezien heeft en er over heeft nagedacht. Het is de Trotzkisten er evenwel om begonnen stemming te maken tegen ·films, die de werkelijke verhoudingen weergeven en die dus o.a. het kapitalisme als hoofdschuldige aan de kaak stellen. Onze vijanden Iaten geen middel onbeproefd. Zij belasteren bijvoorbeeld ook de maker van de film, Wolfgang Staudte, e!m man, die. reeds lang in de Oostelijke zone van Duitsland gezuiverd is, aangezien hij blijk heeft gegeven, een tegenstander van het Nazi-dom te zijn. Het is zaak; dat de arbeidersklasse zich door deze gruwelpropaganda tegen vooruitstrevend filmwerk geen rad voor ogen laat draaien. · ,De Iaatste etappe". Een andere film, waar de reactionmtire filmcritiek tegen van leer trekt, is het Poolse meesterwerk ,De laatste etappe", handel end over het Nazi-uitroeiingskamp Auschwitz, maar vooral over de illegalE' strijd tegen de fascistische moordenaars. Een aarts-reactionnair als Anton Koolhaas van ,De Groene Amsterdammer", die ,De Iaatste etappe" niet rechtstreeks durft neer te halen, aangezien deze film onbetwist oen klasse op zichzelf vormt, schrijft, dat het massa-leed in deze film onvoldoende tot uiting zou zijn gebracht. Hij zou graag een film gezien heb.ben, waarin a II e en massa-leed en geen strijd was uitgebeeld. Ieder, die in het concentratiekamp heeft gezeten - ongeacht zijn geestesrichting erkent evenwel, dat de werkelijkheid met in beg rip. van de i II e g a I e s t r ij d volkomen juist is weergegeven in deze film. Het is echter juist de strijd tegen het nazi-dom, waarbij de communisten aan de kop gingen, die de reactionnaire critiek graag anders had zien verlopen. Anton Koolhaas van ,De Groene" is de man, die in zijn kwaliteit vah redacteur van het bioscoopnieuws van Polygoon geweigerd heeft, een reportage van de monumentale massa-meeting van De Waarheid te Birkhoven in 1947 in het filmjournaal op te nemen. Hij vond het geval niet ,algemeen" genoeg. Processies e.d., die een zuiver· plaatselijk kara.kter hebben, vindt hij echter wei algemeen. Het is het anti-communisme, dat lieden als Koolhaas tot laster tegen films als ,De laatste etappe" brengt. Het brengt hun ertoe, de beste burgerlijke films, zoals bijv. Orson Welles' ,Vrouw uit Sjanghai" in hun filmrubriek omlaag te halen en pessimistische, eenzijdige, sombere films Eoals ,Zo'n aardig klein badplaatsje" hemelhoog te verheffen. Wij moeten riiet aileen strijd voeren tegen de reactionnaire film, maar ook tegen de reactionnaire filmbeoordeling en onze partijgenoten en vrienden daartegen met nadruk 'waarschuwen.
l Een Griekse novelle
GEVAARLIJKE OPDRACHT door
ANDRE KEROS
DE
soldaten zagen de morgen grauwen en trachtten niet weer te denken aan het ravijn, noch aan de rebellen, noch aan het lot dat hen wachten zou als zij hun in handen vielen. Maar de onrust was hun te machtig, en na een lang stilzwijgen zei Kolokoevaros: Mogen ze tot in der eeuwigheid in de bel braden ...... ! - Wie? vroegen de anderen. - Die lui, die ons in zo'n nacht in een jeep laten rondhossen ..... . Marinakis sloeg woest op zijn machinegeweer. - Laat ze maar komen! riep hij opgewonden, terwijl hij om zich been keek, als kon hij de vijanden al onderscheiden. - Laat ze maar komen! Ik schroei ze de huid stuk, ik zal hun bewijzen wie Marinakis is ...... ! - Ik heb in ieder geval - zei Kolokoevaros - mijn laatste wilsbeschikking· naar mijn vrouw gestuurd; je weet wel, toen in dat olijvenbos. Hij boog zich naar de sergeant over: Zeg eens, Samaras, hoeveel kilometers is bet nog? Samaras gaf geen antwoord en Kolokoevaros ' jeremieerde: ____:_ 0 je, o je, we komen er niet meer uit! Ik voel bet wel, dit is mijn laatste nacht. Hij spande zich in om met de ogen het duist~r te doorboren,. en maakte toen een luchtsprong: Daar! Kijk! zei hij doodsbenauwd. - Daar beweegt iets! - Waar dan? - Daar daar! Zien jullie bet niet? Achter die grote boomstam waar de bliksem ingeslagen is ...... ! De mannen richtten zwaar ademhalend hun wapens op de aangewezen plek. De maan knipperde door de wolken. De rotsen en de zware sparrebomen met de verwrongen wortels schenen bezield door een onwezenlijk leven. Grote nachtvogels, die door de nadering van bet voertuig waren opgeschrikt, fladderden geruisloos weg. - Ik zie niks, zei Dzavalas. - Absoluut niks! - Ik ook niet! riepen de anderen. Samaras, die de jeep had laten hobbelen als een gewond beest, vertraagde de vaart en veegde zijn tronie met een zakdoek af. - De angst doet bet, zei Dzavalos, terwijl hij zich naar Kolokoevaros toe keerde. - Je begint spoken te zien, kerel. Kijk eens bier, ik ben niet zo bang voor die rebellen. Het zijn ten slotte mensen net 'als wij ...... Ik zal je daa~ een goeie van vertellen, maar· dat blijft onder ons, he? Geen woord tegen de hoge pieten, ze kunnen me daarvoor hangen. - Ik beloof het! Geen kik! - Mooi zo. Nou, ik heb een neef die bij de Andartes*) is en hij heeft me een brief geschreven. - Een brief? - Jawel, ze zijn dezer dagen neergedaald naar Livadia, en terwijl ze *) Griekse partisanen.
de stad bezet hielden heeft hij doodgewoon de brief in de bus gegooid ..... , - Wat heeft-ie je geschreven? - Als ik ooit tot de conclusie kom, dat ik een arme sodemieter ben in dienst van buitenlanders en van idee verander, dat ik' dan maar bij hen komen moet. Dat is precies wat-ie me geschreven heeft. Dzavalas had de woorden met een kwalijk verhalen trots uitgesproken. Loop, zei Samaras, - geloof jij nou, omdat je een neef bij de rebellen hebt, dat ze je zullen sparen, als ze je te grazen krijgen ...... ? Dzavalas had a! spijt van zijn mededeelzaamheid. Men moest bij regeringsgetrouwen niet met zulke verhalen aankomen. Geen woord tegen de hoge pieten, zei hij smekend; dat is toch afgesproken, he? Vooral niet tegen Pitzakis, dat is zo'n bee~:~t! Kolokoevaros sloeg een groot kruis. - God geve, dat we nog eens kunnen afrekenen met Pitzakis! zei hij dreigend. Ze waren nu over de eerste heuvelrug heen en de weg daalde af in het ravijn. Het terrein was nog rotsig en onder het- koepeldak der sparren hotste de jeep ongemakkelijk en slingerde .dikwijls uit de koers. Eensklaps schokte er een hard geluid door het dal en zette zich voort in eert reeks van verwarde echo's. De mannen trokken instinctief het hoofd in, en zocht beschutting achter de zijwanden van de jeep. Daar heb je 't! zei Samaras en liet het voertuig stoppen. - Wat? Wat is er? - Lekke band! zei Samaras. De mannen zuchtten opgelu'cht. - We hebben het extra wiel nog! kwam Marinakis. - Idioot! Dat is het niet! Natuurlijk gaan we de band plakken! - Natuurlijk! zei Kolokoevaros. Hij werd woedend van binnen. Dit is geen oorlog meer. Neen, dit is geen oorlog ...•.. Dit is a! wat je wilt, maar geen oorlog ..... . Vooruit, ik zal dat zaakje wei opknappen, zei Samaras. Ga jullie daar ginder staan en houdt de ogen open. Bij de minste beweging ..... .
*
DE mannen waren nauwelijks weg, of Dzavalas kwam hardlopend terug. - Er brandt Iicht in het dal, zei hij buiten adem. Samaras liet zijn gereedschap met een verwensing vallen. - Waar dan? Dzavalas maakte een gebaar dat Samaras hem volgen moest. Hij bleef vlak daarop op de rand van een klein plateau staan, vanwaaruit men het landschap kon overzien. Tussen de bomen door, enkele honderden meters verder, brandde een Iicht. Midden in die woeste natuur, in een ravijn dat nu door het lawaai van een bergstroom vervuld werd, deed dit Iicht zo onwaarschijnlijk aan, dat het achterdocht wekte. De' mannen beraadslaagden gedempt: - Een kampvuur ..... . - Neen, een hut ..... . -Herders? Ik hoor toch geen honden? - Dat is waar, de honden zouden a! aangeslagen hebben. - Ik vind dl:l.t link, een hut zonder honden ..... . . - Als daar binnen eens ..... .
-
Ik zou wei graag eens op onderzoek gaan! Ben je knettergek? Het hoi van de leeuw binnenwandelen ...... ? En als we ze nu eens gevangen namen? - Gevangen? - Jawel, gevangen...... levend of dood ...... Marinakis kookte van ongeduld, maar hij vond bij Kolokoevaros een ferme tegenstand. - Luister eens! zei de laatste. -We zijn er op uit gestuurd om een dossier over te brengen naar het hoofdkwartier en niet om gevangenen te maken. Wat mankeert jullie? Vooruit, Iaten we voortmaken ...... Maar Samaras schaarde zich aan de zijde van Marinakis. - Als daar nu rebellen zaten, zouden ze ons horen naderen en ons de weg afsnijden. Het is daarom beter, dat we de boel onder vuur nemen en opruimen ...... De commando's van Samaras opvolgend, die al van een medaille droomde, verdeelden de mannen zich waaiervormig, om de hut met het machinepistool in de vuist te besluipen. Marinakis moest vervolgens op zijn eentje op verkenning gaan en er achter komen, hoeveel rebellen er waren. Op een overeengekomen teken zouden ze allemaal op de deur af stormen en met aile wapens tegelijk schieten. Van dichtbij gezien leek de hut op de herdershuisjes, die men van tijd tot tijd in deze dorre en weinig gastvrije bergstreken aantrof. Aan de ene zijkant zat een klein venstertje, waar een gelig Iicht uit scheen, en aan de andere kant was een soort stal, waarin zich een troepje geiten verdrong die met regelmatige tussenpozen klagelijk blaatten. Marinakis, die als voorpost verdwenen was, kwam al spoedig terug. Tot grote verbazing van zijn ·makkers nam hij geen enkele. voorzichtigheid in acht. · - Niets te vrezen! zei hij op zijn gewoonste toon. - Stil toch, bij God ...... ! zei Kolokoevaros, die plat op zijn buik was gaan liggen en wiens tanden lichtjes op elkaar klapperden. - Niets te vrezen, zeg ik je! Drie ouwe wijfjes ...... dat is alles! Marinakis keek ietwat geergerd. - Ben je daar zeker van? Zit er niemand verborgen? - Niemand! 2;ei Marinakis. - Kom, gaan we er naar toe? De mannen kwamen uit hun schuilhoeken en Kolokoevaros plukte zorgzaam de dennennaalden weg, die zich in zijn uniform hadden gehecht. Toen schopten ze de deur van het huisje open.
*
JN een kaal vertrekje zaten drie vrouwen gehurkt rondorp. een kookpot, die onder een primitieve schouw was bevestigd. Ze keken nauwelijks verbaasd naar de indringers en een van hen bleef kalm doorgaan 'ctode takjes op het vuur te gooien, terwijl de andere de houten pollepel door de soep roerde en de derde boven de kookpot een klein blokje zout fijn wreef dat smetteloos' wit leek in contrast met haar vuile vingers. Samaras liep naar de vrouwen toe. J - Hei, ouwe heksen! zei hij op dreigende toon. Zitten er hier in de buurt geen Andartes verstopt? Lieg niet! voegde hij er bij, terwijl hij op veelzeggende manier de loop van zijn machinepistool streelde. Dat zou je duur te staan komen ...... ! · De jongste van de ·drie, wier rimpels toch wei van een zestig levensjaren gewaagden, haalde de schouders op en vestigde haar slimme oogjes op de mannen:
l
- Er. zijn bier geen Andartes, zei ze op een krakende en wonderlijk · forse toon, --,--- wij zijn bier de Andartes ...... ! - Jullie? zei Samaras stomverbaasd en de wenkbrauwen fronsend. Toen barstte hij in bulderend Iachen uit. - Ha! ha! ha! zei hij en sloeg zich op de knieen. - Dat is een goeie mop! Marinakis, Dzavalos, kijk die Andartes eens aan! ...... Ook de andere mannen barstten in een woest gelach uit, dat hen de ribben deed schudden. Kolokoevaros vooral stikte bijna van vrolijkheid. Hij wilde iets zeggen, maar kon geen woord uitbrengen en wees aileen maar met de vinger op de vrouwen in een nieuwe uitbarsting · van hilariteit. De oudjes, aangestoken door de algemene vrolijkheid, grinnikten ook mee, waarbij ze hun zwarte tandstompjes ontblootten en de vrouw met de pollepel het voorwerp op kluchtige wijze boven bet hoofd zwaaide. - Zo is 't mooi genoeg! zei Samaras eindelijk, zijn ernst hervindend. Die soep van jullie ruikt niet slecht, moedertje! Mag iedereen er van mee eten? Hij liet zich op een half-natte hoop stro neerploffen. Zijn manschappen volgden bet voorbeeld. Ze legden hun wapens weg en staken een sigaret op. Kolokoevaros trok zijn laarzen weer met een zucht van antspanning aan. Tijdens de verstreken uren waren zijn zenuwen ruw op de proef gesteld. De aanwezigheid van de vrouwtjes, de primitieve schouw kalmeerde en stemde rustig, liet hem de nacht en de angst vergeten. - Als we bier eens even uitrustten? vroeg hij, vol spanning wat zijn · makkers zouden antwoorden. Maar de vraag bleek, overbodig. De mannen dachten er niet aan, om bet onverwachte toevluchtsoord weer zo snel te verlaten. De vrouwen kwamen dichterbij. Hun houding was half angstig, ha~f begerig. Samaras begreep bet al en gooide hun een paar sigaretten toe, die de vrouwtjes in de Iucht opvingen, met vlugge handige gebaren. - Zindelijkheid is niet je sterkste eigenschap, is 't wel, moederlje ? spotte Samaras en wees op bet vuile stro, waarin nag geitenmest zat. - Dat komt omdat we niet altijd bier zijn, - zei een van de oudjes, die - ondanks haar zonderling knikkend hoofd ---,- nag stevlg rer been scheen. - We zijn bij de mannen in de bergen en moeten dan de geiten bier wel opslulten ...... - Hou je mond, Smaro! riep de jongste van de drie gemelijk uit. - ' Je bent een dam schepsel, een echt dam schepsel! Ze keerde zich naar de mannen toe en tikte zich met de vinger· tegen bet voorhoofd om aa:n te duiden, dat de andere niet goed snik Wf!-S. - Toe maar! toe maar! zei Kolokoevaros spotziek. - We snappen het wel. - Hij knipoo~de. - Jullie gaan met de Andartes om, en jullie zijn bet, die onlangs de aanslag hebt gepleegd op de_ politiepost in Janitza. - Marinakis, zei de sergeant, ga naar de auto terug en maak eens een toertje om de hut been. Deze oudjes zijn wel halfsnik, maar je kunt nooit we ten ...... ! Hij schudde de revers van zijn tuniek op wantrouwende w:ijze. - En jullie grijskoppen, wendde hij zich tot de vrouwen, - geef eens kwiek wat te bikken. - We kunnen u niets geven, zeiden de vrouwen bijna uit een mond. - Wij zijn arm, voegde de jongste er aan toe. - Komaan, geen sabotage, zei Samaras boosaardig. Jullie hebt tach geiten. Dat wil zeggen, dat er op zijn minst melk moet zijn! - Dan moe ten we ze eerst melken ......
-
Nou, waar wacht je .dan op? Moet ik je eerst een schop onder je · geven? Vooruit wat! En geen gedonder of ik zal je haast leren maken! De oudjes keken elkaar aan, stamelden iets onbegrijpelijks, spuwden hoorbaar de tabak uit waarop ze waren gaan kauwen, en de zestigjarige verdween met sloffende blote voeten in de stal, terwijl de twee ouderen hun plaatsje bij de kookpot weer innamen.
-
*
DE mannen die half leunend .OP het stro Iagen zwegen vermoeid. Een dommelige stilte omzwachtelde hen, de soep sudderde op het ·vuur, men hoorde de vrouw scharrelen in de stal. Marinakis kwam terug van zijn rondje, gooide zijn schietwapen in een hoek en strekte zich naast de anderen uit. - Het begint buiten te nijpen, zei hij en wreef zich de handen warm. - Hier zit je, lekker. - Ja, bier zit je lekker, zei Samaras op slaperige toon. En het hoofdkwartier? vroeg Dzavalas zonder veel geestdrift. - Kan de pip krijgen! zei Samaras en trok. zich de soldatenmuts over de ogen. - Die moeten maar even ·wachten! - Ik heb honger, zei de sergeant even later. - Ik verrek van de honger! zei Dzavalas. - Marinakis, neem eens poolshoogte van wat die ouwe heks uitspookt, zei Samaras. - Ze is al een eeuw daar buiten. Marinakis strekte zich in voile lengte uit. - Ik niet. Ik heb mijn ronde gedaan, ik verroer me niet meer. - AI goed! al goed!. zei Dzavalas, een poging doende om op te krabbelen. Op dit ogenblik ging de deur wijd open, en een krakende schelle stem commandeerde: - Handen omhoog! De oude vrouw stond op de drempel en hield in elke bevende hand een groot boerenpistool. - Wat moet die vertoning, gromde Samaras en stak instinctmatig de hand uit· naar het machinepistool, dat maar een pas van hem af ;ag. - Handen omhoog! zei de oude vrouw nog eens, en loste een schot. Samaras hoorde de kogel vlak langs zijn oor gieren en haastte zich, te gehoorzamen. Ook zijn kameraden hadden de armen opgestoken, en hun ogen staarden naar de loop van de revolver. Het wapen had in de bevende en onzekere handen van. de zestigjarige iets zeldzaam dreigends. Het werd bezield door een eigen soort leven, en scheen elk ogenblik te kunnen afgaan, gehoorzamend aan zijn eigen grillen. - 'Smaro! Golfo! Raap die boel daar bij elkaar I beval de oude vrouw met haar bitse stem. De oudjes, die zachtjes giechelend bij het vuur zaten, haastten zich bij de soldaten neer te knielen en maakten zich meester van hun ·machinepistolen. - Wat zullen de jongens te spreken zijn! zei het oudje dat Smaro heette: Ze sleepte de wapens, die te zwaar voor haar armen waren naar de hoek tegenover de deur, en de vreugde liet bet speeksel door de gapingen van haar verlepte 'mond naar buiten lop en. - Fouilleer ze! zei vervolgens de zestigjarige, die met een ongetemde aandacht de bewegingen van de mannen gadesloeg. De vrouwen stelden zich achter de soldaten op en hun smerige vingers doorzochten vlug de kleren van de mannen. - Niets! zei Smaro.
- Goed dan; kleed je uit! commandeerde de oude vrouw, zich inzonderheid naar Samaras wendend. De ·mannen keken elkaar weifelend en verontrust aan. Neen, dat niet! zei Kolokoevaros en wierp haar een smekende blik toe. - Vooruit, wees niet bang! Wij zijn oud, daar hebben we geen zin meer in! zei de vrouw spottend. - Die kleren zijn voor onze jongens, die geen hemd aan hun lijf hebben. Vooruit, wat vlugger! zei ze met een plotselinge dreiging. En weer gierde een -kogel, als bij toeval, in de schouw boven de soldaten. · Zander Ianger te wachten voerden de mannen het bevel uit. Smaro en Golfo, die een aanval van zedigheid kregen, Jieten een paar grijze, dunne strengetjes haar voor hun gezichten vallen. Dat belette hen niet om door die gei'mproviseerde sluier toe te kijken, hoe de mannen zich uitkleedden, elkaar in de ribben te staten en te stikken van de Iach. - Dat ktm je aanhouden! zei de oude, terwijl ze met de loop van de revolver op hun onderbroeken wees. Het wapen began zwaar in haar opgeheven vuisten te wegen. Ze raapte haar Iaaste restjes energie bijeen. - En smeer 'm nu, vooruit, of ik zal je mores leren! riep ze toornig uit. - En pas op! Blijf hier niet in de buurt rondzwerven! Wij wachten op onze jongens, en als die jullie hier tegen het lijf !open ..... . Zij keerde zich behoedzaam !)!, nog altijd met het vuurwapen in beide handen, en Iiet de uitgang vrij. De mannen bogen het hoofd en verdwenen, met de haartjes rechtop in hun -kippevel en klappertandende in de kille nacht ...... [Vert. Th. de Vries)
Boekbespreking ,Het Rassenprobleem, de onaergang van een mythe", door Prof. Dr. w.· F. Wertheim. (Uitg. Albani, f 3.-)
mers een oplossing voor de rassenond!1rdrukking kunnen we aileen aangeven ala we deze zien in verband met de klassenstrU:ctuur van onze maatschappij. De economische VERAL ter wereld rijst het pro- onderdrukking der gekleurde volbleem van minderheden, die -hun keren tracht de heersende klasse te levenspeil willen beschermen door rechtvaardigen door te trachten haar het schaars houden van hun eigen geestelijke meerderwaardigheid te Ievensniveau. De enige oplossing bewijzen. In feite draait zij de zaak voor vele wereldvraagstukken is echter om en geeft zij voor, haar echter: er gezamenlijk naar streven, • recht om de koloniale volkeren te dat het niveau overal ter wereld onderdrukken te ontlenen aan haar geestelijke meerderwaardigheid. omhoog .gaat". Vele burgerlijke geleerden slagen er Deze uitspraak zou een vruchtbaar uitgangspunt kunnen bieden niet in het vraagstuk op zijn benen bij de bestudering van het rassen- neer te zetten alvorens zij zich aan vraagstuk, d.w.z. bij het zoeken een oplossing wagen. Zo ziet b.v. Gunnar Myrdall het negerprobleem naar de factoren, die er toe hebben geleid, dat de ene huidskleur in als een moreel vraagstuk en gaat hager aanzien staat dan de andere' het er voor hem om vooroordelen op te ruimen. Het rassenvraagstuk en dat dit ·in maatschappelijke weistand tot uitdrukking komt. Im- is echter niet primair een subjec-
Q
tief psychologisch vraagstuk, maar de 19e eeuwse rassenmythe uit ons een objectief economisch vraagstuk. midden te verdrijven, voordat het Wat het uitgangspunt van zijn on- ons te grande zal richten. De wederzoek betreft laat Wertheim ons tenschap is tot dusverre het sterkin het onzekere. Hij Iaat zich zeer ste wapen gebleken in de strijd waarderend over Myrdall uit (biz. tegen spoken". · 55) en in de Iiteratuuropgave noemt Juister is het om te zeggen, dat hij zelfs de critische werken over vooruitstrevende wetenschap dient om de arbeidersklasse te steunen in Myrdall niet. Het boek houdt zich in hoofdzaa.k bezig met het vraag- haar strijd en haar wetenschappestuk van de Indo-Europeanen en Iijk wereldbeleid te helpen vormen. Indo-Chinezen en confronteert dit Immers het is niet slechts. een voormet de resultaten van het reeds oordeel, dat de rassendiscriminatie vee! beter bestudeerde negervraag- · in stand houdt. Deze wordt in de stuk in de V.S. eerste plaats gehandhaafd omdat Belangrijk is het boek in zover de belangen van het monopolie-kahet duidelijk Iaat zien, dat er geen pitaal dit eisen. Daarom is de openkele samenha.ng bekend is tussen heffing van de klassenmaatschappij geestelijke capaciteiten en 'n bepaald tegelijk de opheffing van iedere rassen-ongelijkheid en nationale onras. Wertheim citeert met instemderdrukking. In dit Iicht gezien doet ming Hogben, die opgemerkt heeft, dat datgene wat wetenschappelijk het merkwaardig aan, dat Wertheim het noodzakelijk acht het vaststaat omtrent het verband tussen Iichamelijke kenmerken en cul- historisch materialisme erbij te slepen en het in een bladz~ide (biz. 72) turele prestaties van menseHjke samenlevingen aan de achterzijde van af te doen. Daar zegt hij o.a.: ,Uit zuiver economische overweeen postzegel geschreven kan worgingen zou het kunstmatig handha~ den. Vooral gaat W. in op de wetenschappelijke waarde van de in- ven van deze lage Ievensstandaard, die ook het levenspeil van vele telligentie-test bij verschillende rasrepresentanten der heersende klassen en het feit dat allerlei gewoonten de test diepgaand kunnen be- se ongunstig be'invloedt, niet te verklaren zijn ...... Een minstens even invloeden. Zo zouden wij geneigd belangrijke rol blijkt ook hier het z~in te trachten een zo goed mogestreven naar sociaal aanzien, naar Iijk figuur te slaan bij het onderprestige te vervullen". zoek. Het bleek echter, dat Indiaan_ Deze kunstmatige tegenstelling se kinderen van bepaalde stammen, vertroebelt de oplossing van het de neiging hadden eerst te antwoorden wanneer aile anderen net vraagstuk, doordat het van de antwoord eveneens wisten. Een hoofdoorzaak afleidt. Het gaat niet om subjectieve gevoelens, maar om verregaande solidariteit dus ...... de daden, die daar het gevolg van Voor zover Wertheim de principHHe gelijkheid van de· volkeren en zijn en die het objectieve gebeuren bepalen. rassen bepleit, is het een zeer waarWertheim wijdt geen woord aan devol boek, door het vele bewijsmateriaal, maar wanneer het om het land van het Socialisme, waarde oplossing van 't vraagstuk gaat van Paul Robeson zei, dat hij zich daar voor het :eerst werkelijk vrij wordt de schrijver vaag. Hij komt tot een overschatting van het rede- voelde. De socialistische samenleving laat lijk denken in die zin dat hij te ons de oplossing zien, die Wertheim veel verwacht van het overtuigen, ons onthoudt. het redelijk argumenteren. Op biz. 10 immers zegt hij: ,Dit boekje wil een paging zijn om het spook van G.H.
Over problemen
van vandaag en morgen .
ne
••
!!!!Je Directeur: M. d• SW AAN
'
Tot de redactie en de vaste medewerkers behoren o.m. Mr. Petra E. Eldering, Marius Flothuis, Lucas van der Land, A. F. Mellink. L. Mok. W. Ph. Pos, dr. A. Romein-Verschoor, Theun de . Vries. Mr. H. P. L. Wiessing, A. F. Willebrands Jr. Abonnementsprijs per jaar f 8.-: buitenland f 11. 50. Losse nummers f 0.75. Proefnummers toegezonden.
worden op aanvraag gratis
Ad res red. en adm.: Keizersgracht 520. Amsterdam-C. Tel. 30700.
In de Pegasus Roman Reeks 1949 verschijnt binnenkort: De chinese roman TSCHIFOENG
,DORP IN AUGUSTUS" van T'jen
Tsjun
270 pag. in het bekende keurige bandje,
'Boekhandel
....
prijs
PEGASUS
f
2.25