Handleiding
Licht (de conventionele lichtset van TT/PM FC) Jan Hoekstra
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1. Algemeen. Hoofdstuk 2. De conventionele lichtset. 2.1. Algemeen. 2.2. De lampen (fixtures). 2.3. De besturing. 2.4. De energievoorziening. 2.5. Aansluiten. 2.6. Inhangen lampen en veiligheid. Hoofdstuk 3. Het vervangen van een lamp. 3.1. Algemeen. 3.2. De profielspot. 3.3. De PC (Plano Convex) of Fresnel. 3.4. De par56.
3 3 4 4 4 5 5 5 7 8 8 8 9 9
Met dank aan Dirk die zijn handen voor de foto’s beschikbaar stelde.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
2
Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1. Algemeen. De lichtset van de afdeling Theatertechniek en Pop en Media bestaat uit een conventionele lampen en een aantal intelligente lampen. Deze handleiding richt zich op het gebruik van de conventionele lichtset. Voordat je zelfstandig met deze set aan de slag kunt is het van belang dat je weet uit welke onderdelen de set is opgebouwd en hoe deze componenten worden aangesloten. Daarnaast is het van belang dat je weet hoe een lamp te vervangen mocht deze onverhoopt kapot gaan. Hoofdstuk 2 beschrijft de verschillende componenten en legt uit hoe deze aan te sluiten. Hoofdstuk 3 beschrijft voor de verschillende lampen de procedures die je moet volgen om een lamp te vervangen.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
3
Hoofdstuk 2. De conventionele lichtset. 2.1. Algemeen. In dit hoofdstuk worden kort de verschillende componenten besproken. Tevens wordt uitgelegd hoe de verschillende componenten op elkaar aan te sluiten. 2.2. De lampen (fixtures). De set kent de volgende lampen: 1. 2. 3. 4.
De PC (Plano Convex) De Fresnel De profielspot De par56
De PC (Plano Confex). De PC is een eenvoudige lamp die is te herkennen aan zijn halfbolle lens. Deze lens is aan de binnenzijde plat en aan de buitenzijde bol. De afstand van de lamp t.o.v. de lens kan m.b.v. een stelschroef worden aangepast. De lichtbundel zal hierdoor groter of kleiner worden. De lichtbundel is niet scherp, out of focus.
De Fresnel. De Fresnel lijkt sprekend op een PC maar heeft een geribbelde lens. Door deze lens is de lichtbundel nog minder scherp dan die van de PC. Deze Fresnel is uitgerust met een barndoor (verstelbare kleppen).
De profielspot. De profielspot bestaat uit een lamp met parabolische reflector die de bundel omhoog straalt. Via een spiegel wordt de bundel naar voren gericht en via vier messen, een iris en twee lenzen naar buiten gestraald. De lamp wordt vaak toegepast om een object of persoon duidelijk in het licht te zetten, een speciaaltje. M.b.v. deze lamp is het mogelijk een scherpe homogene bundel te maken die in allerlei vormen en grote kan worden geprojecteerd.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
4
De par56. De par56 is de meest eenvoudige lamp uit onze collectie. De lamp zelf bestaat uit een eenvoudige aluminium behuizing met daarin een persglaslamp. Deze persglaslamp bestaat uit een lamp, parabolische reflector en lens. De par geeft veel licht. De vorm van de bundel daarentegen is onscherp en onregelmatig van vorm. De vorm wordt bepaald door de geplaatste lamp.
2.3. De besturing. Voor het aansturen van de lampen wordt gebruik gemaakt van dimmerpacks, zes dimmers in één behuizing. Elke dimmer kan een vermogen van 2000Watt regelen. Deze dimmerpacks worden aangestuurd vanuit een programmeerbaar lichtbesturingsapparaat. 2.4. De energievoorziening. De dimmerpacks worden gevoed vanuit een driefase krachtstroom aansluiting. De dimmerpacks zijn uitgerust met een 32Ampere krachtaansluiting. Voor de distributie van de krachtstroom wordt gebruikgemaakt van een powersplitter, een zogenaamde paddo (paddestoel). Deze is voorzien van een aardlekschakelaar en automatische zekeringen. 2.5. Aansluiten. De paddo wordt aangesloten aan de drie fase aansluiting in de zaal waar de klus moet worden geklaard. Maak, indien mogelijk, altijd gebruik van de kabel met de CEE32A stekkers. Er zijn verloopjes naar normale 230Volt stekker maar die zijn er alleen voor om een dimmerpack te kunnen testen. De paddo heeft 3 CEE32A kracht aansluitingen en 6 normale 230V aansluitingen.
De twee dimmerpacks worden aangesloten op de CEE32A aansluitingen van de paddo.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
5
De resterende apparatuur zoals bijvoorbeeld het lichtbesturingsapparaat of een PA-installatie kan worden aangesloten op de 230V aansluitingen.
De lampen kunnen op twee manieren worden aangesloten aan de dimmerpacks. Er kan gebruik worden gemaakt van “normale” 230V aansluitingen of er kan gebruik worden gemaakt van een multiconnector aansluiting. De multiconnector aansluiting wordt gebruikt indien er gebruik wordt gemaakt van b.v. een sixbar. Dit is een metalen balk waaraan zes lampen kunnen worden gehangen voorzien van zes wandcontactdozen. In plaats van zes afzonderlijke kabels kan gebruik worden gemaakt van één multikabel.
Door middel van klemmen wordt de connector vast geklemd. Maak gebruik van gaffatape om de kabel aan het statief vast te plakken. De wandcontactdozen op de balk zijn voorzien van een nummer zodat gemakkelijk kan worden bepaald welke lamp door welke dimmer wordt aangestuurd. Indien gebruik wordt gemaakt van normale 230V verlengkabels kan een eenvoudige knoop voorkomen dat stekkers gemakkelijk worden losgetrokken. Plak ook deze kabels met behulp van gaffatape vast aan het statief.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
6
Voor de communicatie tussen het lichtbesturringsapparaat en de dimmerpacks wordt gebruik gemaakt van het DMX512 protocol. Met behulp van dit protocol is het mogelijk om op grote afstand een groot aantal dimmers en intelligente lampen aan te sturen. DMX-apparatuur maakt gebruik van 3 of 5 polige XLR aansluitingen en gebalanceerde afgeschermde kabel. In sommige situaties wordt gebruik gemaakt van standaard microfoonkabel. DMX kent een doorlussysteem. Dit betekent dat alle DMX bestuurbare apparaten voorzien zijn van een DMX-in aansluiting en een DMXout (DMX-through) aansluiting. In onze situatie betekent dit dat de DMX-out van het lichtbesturingsapparaat wordt aangesloten op de DMX-in van het eerste dimmerpack. Deze wordt vervolgens aangesloten op de tweede dimmerpack. Officieel moet het laatst DMX-apparaat worden voorzien van een afsluitweerstand, een zogenaamde terminator. Dit wordt niet altijd gedaan maar mochten er zich storingen voordoen dan is het verstandig om een terminator te plaatsen. 2.6. Inhangen lampen en veiligheid. Veiligheid voor jezelf en voor anderen gaat voor alles. Je werkt met zwaar materiaal vaak op hoogte en maakt gebruik van spanning. Maak nooit gebruik van ondeugdelijk materiaal. Kom je kabels tegen met kapotte stekkers, of kabels waarbij de mantel beschadigd is, leg deze dan ter zijde en gebruik ze niet. Meld dat een kabel defect is. Maak voor het inhangen van een lamp in het grid of in een truss gebruik van een PipeClamp. Gebruik, voor het inhangen van lampen aan een bar, altijd de daarvoor bestemde schroeven (met vleugel).
NB
Gebruik te allen tijde de safety. Dit is een metalen kabeltje waarmee wordt voorkomen dat e lamp naar beneden valt indien de lamp losschiet.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
7
Hoofdstuk 3. Het vervangen van een lamp. 3.1. Algemeen. In dit hoofdstuk worden voor de verschillende lampen de procedures besproken die je moet volgen indien er een lamp moet worden verwisseld. Let op. Zorg ervoor dat je de lamp los haalt van de spanning, stekker eruit! Houd er rekening mee dat de lamp heet kan zijn.
3.2. De profielspot. Stap 1
Kantel de spot enigszins naar voren. Draai de lampvoet los.
Stap 2
Trek de lamp rustig los. Let op, tijdens het trekken wil de lamp nog wel eens blijven steken achter de reflector.
Stap 3
Vervang de lamp. Raak daarbij de nieuwe lamp nooit met je vingers aan. Gebruik de verpakking van de lamp of een vetvrij doekje. Indien je de lamp toch hebt aangeraakt kan deze het beste met alcohol worden gereinigd. De lamp moet goed droog zijn voordat deze wordt aangezet.
Stap 4
Nadat de lamp is geplaatst is de kans erg groot dat deze niet juist in de lens gepositioneerd is. Dit levert licht en donkere vlekken op in de bundel. Door gebruik te maken van de stelschroeven onder de lamp kan de lamp worden afgeregeld. De drie buitenste stelschroeven bepalen de plaats van de lamp binnen de reflector terwijl met de grote centrale schroef de hoogte van de lamp kan worden ingesteld. Uiteindelijk moet er een mooie homogene bundel overblijven.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
8
3.3. De PC (Plano Confex) of Fresnel. Stap 1
Kantel de lamp dusdanig dat deze naar boven is gericht. Maak gebruik van de handvatten om dat de lamp nogal heet kan zijn.
Stap 2
Open de lamp door op de ontgrendeling te drukken tegelijk de kap te openen.
Stap 3
Plaats de nieuwe lamp. Zorg ervoor dat je de lamp niet met je handen aanraakt. Let op de lamp kan maar op een manier in de fitting worden geplaatst.
3.4. De par56. Stap 1
Trek de sluiting, waarmee de achterkap is bevestigd, naar buiten.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
9
Stap 2
Trek de connector los van de lamp.
Stap 3
Haal de veerring achter de lamp weg en verwijder de lamp.
Stap 4
Plaats de nieuwe lamp in het huis en breng de veerring aan. Sluit de connector aan.
Stap 5
Plaats de kap achter op de lamp. Let op, de pen aan de onderzijde van de kap moet in het gat aan de onderzijde van het huis worden gestoken.
Stap 6
De lens van een par zorgt ervoor dat de bundel niet mooi rond is maar ovaal. Afhankelijk van de toepassing moet deze worden gesteld. Dit doe je door aan de connector te draaien. Let op! Doe dit alleen indien de lamp nog niet echt warm is.
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
10
Handleiding lichtset TT/PM Friesland College Leeuwarden, 19 september 2003 Jan Hoekstra
11