Pluricentricity revisited: the case of Dutch Ulrike Vogl (Universität Wien) Janneke Diepeveen (Freie Universität Berlin)
Inleiding sandwich [sentwitsj, BN santwitsj]
Inleiding sandwich [sentwitsj, BN santwitsj] 1.
tweetal dunne sneetjes brood, vaak zonder korst, met daartussen beleg
Inleiding sandwich [sentwitsj, BN santwitsj] 1.
2.
tweetal dunne sneetjes brood, vaak zonder korst, met daartussen beleg BN: zacht broodje dat aan twee kanten puntvormig toeloopt
Inleiding puntje NN: langwerpig broodje dat aan beide uiteinden puntig toeloopt
Het Nederlandse taalgebied
Inleiding Surinaams puntbroodje
Inleiding Martin & Smedts (2009: 8) „zijn er wel van overtuigd dat ze door het Belgisch-Nederlands en vooral ook door het Nederlands-Nederlands als natiolecten te beschrijven, volledig recht doen aan de variatie in het Nederlands en dat ze op die manier de gebruikers een nuttig instrument bieden voor een meer genuanceerd taalgebruik.“ Nederlands als pluricentrische taal
Opzet van de lezing 1.
Pluricentriciteit: het klassieke model zoals voorgesteld voor het Duits en het Engels en zijn overdraagbaarheid op het Nederlands;
2.
Bezwaren bij de klassieke opvatting van pluricentriciteit en voorstel voor een alternatieve benadering vanuit actuele inzichten over taal;
3.
Implicaties voor Nederlands, Duits en Engels met toepassing op het taalonderwijs.
Pluricentriciteit Clyne (1992: 1, 455) Pluricentrische talen = „languages with several interacting centres, each providing a national variety with at least some of its own (codified) norms“ Nationale variëteiten (natiolecten) = „varieties that are somewhere between ‚national language‘ and ‚regional variety‘“
Pluricentriciteit Clyne (1992: 1, 455) Pluricentrische talen = „languages with several interacting centres, each providing a national variety with at least some of its own (codified) norms“ Nationale variëteiten (natiolecten) = „varieties that are somewhere between ‚national language‘ and ‚regional variety‘“ Ammon et al (2004: XXXI) „Von einer plurizentrischen Sprache spricht man dann, wenn diese in mehr als einem Land als nationale oder regionale Amtssprache in Gebrauch ist und wenn sich dadurch standardsprachliche Unterschiede herausgebildet haben.“ bv. Duits: officiële taal in 7 landen „Zentren einer plurizentrischen Sprache sind allerdings nur die jenigen Länder oder Regionen, die eigene standardsprachliche Besonderheiten herausgebildet haben.“
Ammon et al (2004: XXXIII) • „Von einem Vollzentrum spricht man dann, wenn die standardsprachlichen Besonderheiten in eigenen Nachschlagewerken, vor allem Wörterbüchern, festgehalten und autorisiert sind.“ • „Beim Fehlen eigener sprachlicher Nachschlagewerke spricht man von nationalen Halbzentren einer plurizentrischen Sprache.“
Pluricentriciteit: Nederlands (1) Pluricentriciteit van Nederlands lijkt ondertussen tot de ‚received opinion‘ te behoren (Smits 2012: 330):
Nederlands komt voor in meerdere landen; Nederlands is officiële taal in meerdere landen en regio‘s; Er zijn meerdere natiolecten met eigen ‚standaardtalige varianten‘; De natiolecten zijn (gedeeltelijk) gecodificeerd.
Pluricentriciteit: Nederlands (2) Bezwaren tegen de aanname van pluricentriciteit van het Nederlands:
Functie van natiolecten?
“Een Belgisch-Nederlandse standaardtaal past weliswaar goed in het concept van een pluricentrische taal [...] maar de duidelijke aanwezigheid van het Verkavelingsvlaams vertekent het beeld van de standaardtaalpoot in Vlaanderen.” (Boonen & Harmes 2012:368)
Pluricentriciteit: Nederlands (3) Bezwaren tegen de aanname van pluricentriciteit van het Nederlands:
Hoe veel (nationale) centra zijn er?
2 centra (Smits 2012); bi-centriciteit (De Caluwe 2012) Voll- vs. Halbzentrum (vgl. Ammon et al 2004) Suriname: „the degree of standardisation of the Surinamese variety is very limited“ (Geerts 1992: 75) Caribisch Nederlands: “Taal [...] en rekenen zijn op peil. [...] Dat voorkomt dat de overgang naar Nederlandstalig voortgezet onderwijs [...] een struikelblok wordt [...]” (Onderwijsagenda Caribisch Nederland 2011) 4 centra? “Er is niet één standaard van het Nederlands. Nederlands is een bundeling van gelijkwaardige variëteiten: het Nederlands in de Antillen, Nederland, Suriname en Vlaanderen (België).” (Algemeen Secretariaat NTU 2012:11)
Bezwaren bij pluricentriciteit (1)
Klassieke pluricentrische model hangt nauw samen met de voorstelling van een ideale standaardtaal „The dominant ideology of language today is ‚standard language‘. It simultaneously shapes and hides many of the actual practices of speakers, especially minorities and migrants.“ (Gal 2009:14) Historisch: standaardtaalideologie hiërarchie van talen (‚one best variety‘) één-taal-één-natie moedertaalideologie
Bezwaren bij pluricentriciteit (2) Nieuwe inzichten uit (internationaal) onderzoek; herconceptualisatie van taal / meertaligheid:
einde van de renaissancetaalcultuur (Van der Horst 2008) languaging (Lüdi 2010), repertoires pluricentric practices (Lüdi 2012)
Alternatief: Pluricentric practices Prescriptive norm
Descriptive norm
Explicit (fixed, codified)
Implicit
Norm setters
Normative authority
“relevant others” in social interaction
linguists
Content
Selection of legitimate features
What is normal/trendy in a speech community
Common practice
Criteria
Use of model speakers/writers
Use of trend setters; solidarity
frequency
Binding force
Infractions lead to sanctions
Evaluation by the interlocutor, in/exclusion from a group
none
Judgements
±wrong, ±grammatical
Correspondence with practice, ‘we (don‘t) say that’; ‘s/he doesn‘t belong to us’
± used
Tuition
Educational system
Unguided acquisition
none
Tabel 1: Lüdi 2012: 222
Alternatief: Pluricentric practices Prescriptive norm
Descriptive norm
Explicit (fixed, codified)
Implicit
Norm setters
Normative authority
“relevant others” in social interaction
linguists
Content
Selection of legitimate features
What is normal/trendy in a speech community
Common practice
Criteria
Use of model speakers/writers
Use of trend setters; solidarity
frequency
Binding force
Infractions lead to sanctions
Evaluation by the interlocutor, in/exclusion from a group
none
Judgements
±wrong, ±grammatical
Correspondence with practice, ‘we (don‘t) say that’; ‘s/he doesn‘t belong to us’
± used
Tuition
Educational system
Unguided acquisition
none
Tabel 1: Lüdi 2012: 222
Alternatief: Pluricentric practices Prescriptive norm
Descriptive norm
Explicit (fixed, codified)
Implicit
Norm setters
Normative authority
“relevant others” in social interaction
linguists
Content
Selection of legitimate features
What is normal/trendy in a speech community
Common practice
Criteria
Use of model speakers/writers
Use of trend setters; solidarity
frequency
Binding force
Infractions lead to sanctions
Evaluation by the interlocutor, in/exclusion from a group
none
Judgements
±wrong, ±grammatical
Correspondence with practice, ‘we (don‘t) say that’; ‘s/he doesn‘t belong to us’
± used
Tuition
Educational system
Unguided acquisition
none
Tabel 1: Lüdi 2012: 222
Alternatief: Pluricentric practices Prescriptive norm
Descriptive norm
Explicit (fixed, codified)
Implicit
Norm setters
Normative authority
“relevant others” in social interaction
linguists
Content
Selection of legitimate features
What is normal/trendy in a speech community
Common practice
Criteria
Use of model speakers/writers
Use of trend setters; solidarity
frequency
Binding force
Infractions lead to sanctions
Evaluation by the interlocutor, in/exclusion from a group
none
Judgements
±wrong, ±grammatical
Correspondence with practice, ‘we (don‘t) say that’; ‘s/he doesn‘t belong to us’
± used
Tuition
Educational system
Unguided acquisition
none
Tabel 1: Lüdi 2012: 222
Implicaties en toepassing
Tot nog toe ging de discussie over de toepasbaarheid van het Duitse en Engelse model van pluricentriciteit op de Nederlandse taalsituatie Alternatief: vertrekken vanuit een actueel concept van taal dat recht doet aan de realiteit van taalgebruik, bv. pluricentric practices relevant voor Nederlands, Duits en Engels!
Toepassing: taalonderwijs Awareness: bewustmaking van variatie bv. Dutch++
Slot
Literatuur (1)
Absillis, Kevin; Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.). De manke usurpator: over Verkavelingsvlaams. Gent: Academia Press. Algemeen Secretariaat Nederlandse Taalunie (red.) (2012). Meerjarenbeleidsplan: De Nederlandse Taalunie 2013-2017. Anker voor het Nederlands Baken voor wie Nederlands gebruikt of leert. Ammon, Ulrich; Bickel, Hans; Ebner, Jakob (2004). Variantenwörterbuch des Deutschen. Die Standardsprache in Österreich, der Schweiz und Deutschland sowie in Liechtenstein, Luxemburg, Ostbelgien und Südtirol. Berlin: de Gruyter. Bies, Renata de (2009). Prisma woordenboek Surinaams Nederlands. Houten: Prisma Woordenboeken en Taaluitgaven. Boonen, Ute K. & Ingeborg Harmes (2012). Welk Nederlands voor Duitstaligen? Nederlandse taalverwerving en Nederlandse taalkunde vanuit Duits perspectief. In: Absillis, Kevin; Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.) (2012), 349-370. Caluwe, Johan de (2012). Dutch as a bicentric language: a lexicographic (r)evolution. In: Muhr, Rudolf (red.) (2012). Clyne, Michael (red.) (1992). Pluricentric languages. Differing norms in different nations. Berlin/New York: Mouton de Gruyter.
Literatuur (2)
Clyne, Michael (1992). Pluricentric languages - introduction. In: Clyne, Michael G. (red.) (1992), S. 1–9. Clyne, Michael (1992). German as a pluricentric language. In: Clyne, Michael G. (red.) (2012), 117–147. Clyne, Michael (1997). Epilogue. In: Clyne, Michael (red.) (1992), 477–502. Fierens, Laura (2006). Taalattitudes van Surinaamse jongeren ten opzichte van het Nederlands. Scriptie voorgelegd aan de Katholieke Universiteit Leuven. (http://www.scriptiebank.be/sites/default/files/f280f98d1f2fc886 03814646dca43cb0.pdf) Geerts, Guido (1992). Is Dutch a pluricentric language? In: Clyne, Michael (1992), 71-85. Horst, Joop van der (2008). Het einde van de standaardtaal. een wisseling van Europese taalcultuur. Amsterdam: Meulenhoff. Hüning, Matthias; Vogl, Ulrike; Moliner, Olivier (red.) (2012). Standard languages and multilingualism in European history. Amsterdam, Philadelphia: John Benjamins.
Literatuur (3)
Leitner, Gerhard (1992). English as a pluricentric language. In: Clyne, Michael G. (red.) (1992), 179–238. Lüdi, Georges (red.) (2010): Le plurilinguisme au travail entre la philosophie de l'entreprise, les représentations des acteurs et les pratiques quotidiennes. Basel: Uni Basel (ARBA, 22). Lüdi, Georges (2012): Traces of monolingual and plurilingual ideologies in the history of language policies in France. In: Hüning, Matthias; Vogl, Ulrike; Moliner, Olivier (red.) (2012), 205–230. Muhr, Rudolf (2003). Die plurizentrischen Sprachen Europas - ein Überblick. In: Gugenberger, Eva (Hg.): Vielsprachiges Europa. Zur Situation der regionalen Sprachen von der Iberischen Halbinsel bis zum Kaukasus. Frankfurt am Main: Lang, 191–231. Muhr, Rudolf (red.) (2012). Non-dominant varieties of pluricentric languages. Getting the picture; in memory of Michael Clyne. Frankfurt am Main: Lang. Rijksdienst Caribisch Nederland (red.) (2011). Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland: samen werken aan kwaliteit. http://www.rijksdienstcn.com/publicatie/43/onderwijsagenda.html (5/1/2013).
Literatuur (4)
Smedts, Willy & Willy Martin (2009). Prisma Handwoordenboek Nederlands. Derde, herziene druk met onderscheid tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands. Houten: Prisma Woordenboeken en Taaluitgaven. Smits, Tom (2012). Substandaardtaal: tussen dialect-Ersatz en Ersatz-dialect. Regionaliseringsprocessen in het Duitse en het Nederlandse taalgebied. In: Absillis, Kevin; Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.) (2012), 327-348. Vogl, Ulrike (2012). Multilingualism in a standard language culture. In: Hüning, Matthias; Vogl, Ulrike & Olivier Moliner (red.) (2012), 1-42.
Projectgegevens
Examples and new models for learning and teaching pluricentric languages https://dutch-beta.ned.univie.ac.at/ (website in opbouw)
Dutch++ wordt gefinancierd met de steun van de Europese Commissie (Grant Agreement-nr. 2011 – 4037 / 001 – 001) http://ec.europa.eu/education/lifelong-learningprogramme/doc78_en.htm