Welke bedrijfstakken gaan de ‘app stores’ voor mobiele toepassingen nog meer op zijn kop zetten na muziek, video en boeken? Gaat 3D-printing de maakindustrie naar Nederland terugbrengen? Wat is er nodig om ervoor te zorgen dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen gezondheid? Produceren we straks zelf onze eigen energie en leveren we aan onze buren zonder energiemaatschappij die er tussen zit? Is er straks één bedrijf dat onze mobiliteit bepaalt en net als Facebook of Marktplaats een ontmoetingsplaats is voor vraag en aanbod? Kunnen burgers en ‘communities’ van enthousiaste amateurs helpen om de ontwikkeling van nieuwe medicijnen te versnellen? Worden kunst, cultuur en ontwikkelingssamenwerking straks volledig gefinancierd door middel van crowdfunding?
Dit is een greep uit de vele vragen en maatschappelijke uitdagingen die op dit moment leven en ‘schuil’ gaan achter de gadgets en ict-nieuwtjes die we terugzien in kranten, tijdschriften en nieuwssites. We zien een trend dat verschillende spelers (zoals grote en kleine ondernemingen, overheden, gebruikersgroepen, zelfstandigen, kunstenaars, ontwerpers) gezamenlijk in netwerken innoveren en via platformen kennis, competenties, risico’s en kosten delen. Platformen kunnen een impuls geven aan innovatie en daarbij bestaande bedrijfstakken wezenlijk veranderen. Tegelijkertijd ligt monopolisering op de loer. Met het project ‘Platformen voor Innovatie’ wil het Rathenau Instituut deze ontwikkelingen en de bijbehorende dynamiek in kaart brengen, de kansen die het oplevert, de maatschappelijke vragen die het oproept en de nieuwe verdienmodellen die erbij horen. En op basis daarvan overheden en bedrijven (sectoren) adviseren hoe zij kunnen hierop kunnen inspelen. Hieronder vind je een verdere toelichting en een overzicht van onze eerste inzichten. Voor vragen en meer informatie kunt u contact opnemen met de projectleider, Maurits Kreijveld (m.kreijveld[at]rathenau.nl, 070 342 1542).
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
Platformen Bekende voorbeelden van platformen zijn te vinden in het ICT-domein op het gebied van software (Windows en Linux, Android en iOS, Playstation en Wii), hardware (Intel, ARM) en standaarden (GSM, DECT). In andere sectoren komen we ook platformen tegen, zoals in de auto-industrie, de biotechnologie (o.a. Nanobody technology, BioBricks), en financiële dienstverlening (VISA, MasterCard).
Definitie en eigenschappen Uit literatuuronderzoek blijkt dat ‘platformen’ een relatief nieuw en opkomend verschijnsel zijn. Op basis van diverse bronnen1,2 definiëren we een platform als: de gemeenschappelijke basis van technologieën, regels en afspraken (zoals standaarden) en instituties waarop verschillende spelers samen kunnen innoveren en aanvullende technologieën, producten of diensten ontwikkelen. Kennis, competenties, risico’s en kosten kunnen worden gedeeld vanwege gestandaardiseerde interfaces. Platformen kunnen een basis zijn voor veel en snelle innovaties doordat gemakkelijk kan worden voortgebouwd op bijdragen van andere spelers met aanvullende competenties. Platformen faciliteren de transactie tussen kopers en verkopers. Platformen profiteren van het zogenaamde netwerkeffect: hoe meer functionaliteiten worden toegevoegd en hoe meer gebruikers een platform kent, hoe waardevoller het wordt en hoe interessanter voor nieuwe gebruikers en deelnemers. Ook sociale aspecten van het samenwerken en uitwisselen van kennis spelen een belangrijke rol rond platformen. Platformen zijn er op verschillende schaal: binnen één bedrijf of groep van bedrijven (zo bouwen enkele autofabrikanten verschillende modellen op hetzelfde onderstel), binnen toeleveringsketens en als een industrieplatform. Vaak is hier sprake van een evolutionair proces: de schaal van een platform groeit bijvoorbeeld doordat bedrijven hun platform steeds meer openstellen voor andere partijen: hun toeleveranciers, concurrenten en gebruikersgroepen. Daarbij groeien platformen uit tot ecosystemen met een stevige basis,
1
A. Gawer. Platforms, Markets and Innovation (2009). Massachusetts: Edgar Elgar Publishing. D. Evans, Invisible Engines. How software platforms drive innovation and transform industries (2006) MIT. 2 D. Evans, Invisible Engines. How software platforms drive innovation and transform industries (2006) MIT. 2
2
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
een variatie aan gespecialiseerde aanbieders en spelers met aanvullende competenties en toegevoegde waarde en een grote gebruikersgroep. Hiermee krijgt het platform eveneens een grotere economische en maatschappelijke impact.
Architectuur Platformen kennen een zekere gelaagdheid en zijn er verschillende spelers met verschillende rollen, zoals: •
•
•
een basis van gestandaardiseerde, generieke technologieën en uitwisselingsprotocollen: een industrie-brede standaard, een ‘superplatform’, zoals internet. Hier is vaak een complexe governance structuur aanwezig waarin diverse stakeholders betrokken zijn zoals overheden, bedrijven, kennisinstituten en standaardisatieorganisaties; daar bovenop een laag met gestandaardiseerde bouwstenen die in beperkte mate modificeerbaar zijn en waarop producten en diensten kunnen worden ontwikkeld door derden. Dit is het domein van de zogenaamde platformen en hun providers; een derde laag wordt gevormd door de producten en diensten die worden gebouwd op basis van het platform en de productontwikkelaars en dienstverleners die een gevarieerd aanbod van producten en diensten levert aan de eindgebruikers van het platform. Er kunnen talloze klant-dienstverlener relaties bestaan, zogenaamde multisided markets3.
Platformen kunnen naast de genoemde lagen meerdere (tussen)lagen hebben.
Dynamiek De innovatiedynamiek rond platformen wordt in belangrijke mate bepaald door technologische mogelijkheden en de strategische keuzes die de verschillende spelers rond het platform maken. We zien dat daarbij de volgende ontwikkelingen een rol kunnen spelen: •
•
globalisering en felle concurrentie in bepaalde sectoren geven een prikkel om samen te werken met andere partijen (zowel concurrenten als ‘complementors’) en daarbij een deel van hun kennis en technologie te delen, kosten verder te verlagen en dienstverleners toegang te geven tot het platform om zo aantrekkelijker te zijn voor gebruikers. Dat kan door onderdelen van producten te standaardiseren en verschillende producten op te bouwen uit dezelfde bouwstenen die grootschaliger kunnen worden geproduceerd en productieprocessen worden vereenvoudigd. Daarbij kunnen de stabiliteit en betrouwbaarheid toenemen. Deze ontwikkeling speelde eerder in de elektronica-industrie en komt momenteel sterk op in de auto-industrie: in eerste instantie doordat fabrikanten eigen modellen op hetzelfde onderstel bouwen. Er is nu een ontwikkeling gaande waarbij de platformen tussen fabrikanten gedeeld gaan worden4; bedrijven kunnen via platformen profiteren van netwerkeffecten en standaarden zetten om daarmee marktmacht te verwerven en een controlerende sleutelpositie in
3
D. Evans. Platform Economics. Essays on Multi-Sided businesses (2011) Competition Policy International. http://www.economist.com/news/special-report/21576217-carmaking-can-still-be-highly-profitablemanufacturers-have-work-it-running 4
3
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
•
•
•
•
•
te nemen in de markt en op basis daarvan inkomsten te verwerven (denk aan Google). Om het gebruik van hun platform te stimuleren, geven bedrijven in bepaalde gevallen (een deel van) hun technologie of gereedschappen gratis weg aan ontwikkelaars of bieden zij, al dan niet met hulp van externe sponsors (zoals adverteerders), hun producten en diensten gratis aan de eindgebruikers aan. de toegenomen complexiteit van producten en diensten en hoge snelheid van innoveren: er is steeds vaker multidisciplinaire kennis nodig die niet door één organisatie zelf kunnen worden ontwikkeld. Dat maakt het aantrekkelijker om kosten, risico’s en competenties te delen rond een technologie en de bouwstenen ervan te standaardiseren. Rondom platformen ontmoeten spelers met complementaire competenties elkaar; technologische ontwikkelingen, in het bijzonder digitalisering, maken het mogelijk om producten uit kleine bouwstenen op te bouwen die gemakkelijk kunnen worden hergebruikt, veranderd, toegevoegd en geherconfigureerd. Deze ontwikkeling die vooral in de ICT-industrie een belangrijke drijver is geweest, lijkt de komende jaren ook in andere sectoren een belangrijke rol te gaan spelen zoals de biotechnologie (synthetische biologie), financiering (crowdfunding en micro payments) en productietechnologie (mechatronica, 3D printing); door voortdurende innovatie en dankzij internet zijn de middelen voor productie, distributie, financiering en ontwerp van producten en diensten veel toegankelijker geworden voor een breed publiek. Dat geeft (groepen van) eindgebruikers de mogelijkheid om zelf producten te ontwikkelen. Op diverse terreinen zijn ‘DIY communities’ actief. In deze gebruikersgroepen spelen sociale motieven om samen te werken (delen, reputatie, helpen) een belangrijke rol; bedrijven, op hun beurt, kunnen deze middelen gebruiken om gebruikersgroepen te betrekken bij hun innovatieprocessen (crowdsourcing) of door als een ‘platformprovider’ generieke en gestandaardiseerde bouwstenen te leveren waarmee gebruikers hun eigen producten kunnen ontwikkelen. Sociale netwerksites zijn een voorbeeld hiervan: zij helpen gebruikers om contact te maken, samen te werken en content te creëren en verspreiden; platformen kunnen voortdurend evolueren waarbij de onderste technologielagen van het platform worden geconsolideerd: op één technologische basis kunnen meerdere toepassingen ontwikkeld en komen er meer varianten beschikbaar vanuit dezelfde technologische oorsprong5. Vervolgens wordt de ‘wildgroei’ na selectie van de beste onderdelen en door afspraken weer teruggebracht tot een nieuwe basis. Daarop kunnen opnieuw toepassingen worden ontwikkeld. Zo kan een platform evolueren en voortdurend op zoek gaan naar de voordelen van standaardisatie (werkt overal hetzelfde, focus en massa) en diversiteit.
Politieke en beleidsmatige implicaties De platformen roepen maatschappelijke en politiek-bestuurlijke vragen op het gebied van mededinging en marktregulering, innovatiestimulering, intellectueel eigendom en veiligheid.
5
Bij software wordt gesproken van ‘forges’, vertakkingen Zie o.a. de community Github.
4
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
We noemen hier enkele voorbeelden.
Mededinging (M&E) Bij platformen bestaat als gevolg van netwerkeffecten het risico op monopolisering waardoor concurrenten moeilijker kunnen toetreden en gebruikers moeilijker kunnen overstappen. Platformproviders kunnen steeds machtiger worden zeker wanneer zij steeds meer diensten aan hun platform koppelen6. Dit kunnen zowel eigen diensten zijn als die van partners. Platformen hebben unieke eigenschappen die de bestaande strategieën van overheden en regulerende instanties om monopolisering uitdagen. Zo zien we onder andere dat: •
•
•
traditionele economische wetten zoals de uitruil van ‘economies of scale’ en ‘economies of scope’ niet opgaan: platformen kunnen zowel een grote schaal en bereik hebben. Het toevoegen van nieuwe functies kan met een relatief kleine investering de waarde van een platform enorm doen toenemen. Zo zijn de ‘app stores’ voor mobiele toepassingen inmiddels gekoppeld met zoekmachines, locatiediensten, muziek, film en boeken en sociale netwerken. Er kan dan op den duur sprake zijn van machtsmisbruik7; het technologische ontwerp van een platform bepalend kan zijn voor de economische impact en de ruimte voor competitie. Er kan grote discussie zijn over de vraag wanneer er sprake is van ‘koppelverkoop’ en wanneer het essentiële, onlosmakelijke, onderdelen van een product betreft. Microsoft werd in Europa beboet voor het benadelen van Netscape navigator en het integreren van de eigen Internet Explorer. In Amerika kwamen de mededingingsautoriteiten tot de conclusie dat er onvoldoende grond voor machtsmisbruik was. Microsoft gebruikte daar met succes het argument dat reguleerders zich niet moesten bemoeien met het ontwerp van producten en diensten. De Europese Commissie vroeg juist om een technische aanpassing en dwong af dat Internet Explorer als een los onderdeel was te installeren en verwijderen en dat daarbij ook concurrerende internetbrowsers moesten worden aangeboden middels icoontjes op het bureaublad8; overheidsbemoeienis bij het zetten van standaarden levert discussie op. Volgens veel economen dient dit aan de markt te worden overgelaten. De strijd die daar kan ontstaan is echter hard en kan consumenten benadelen. Een bemiddelende rol van overheden kan het proces van standaardisering bevorderen en voorkomen dat gebruikers (consumenten, overheden, andere bedrijven) later alsnog moeten overstappen naar het winnende platform. In het verleden hebben overheden standaarden opgelegd om daarmee de eigen industrie te bevoordelen. Tegelijkertijd namen zij daarmee het risico dat de eigen burgers en bedrijven op achterstand kwamen te staan wanneer het platform geen wereldwijde standaard wordt. De standaardisatie door Europese Commissie bij GSM en DECT, wordt gezien als een succes. Deze zijn later uitgegroeid tot de facto wereldwijde industriestandaarden. Dit
6
Zie o.a. P. Simon. The Age Of The Platform (2011) hij noemt toegevoegde diensten ‘planks’. Op dit moment loopt er een onderzoek naar vermeend machtsmisbruik door Google op het gebied van zoekmachines en advertenties en het voortrekken van eigen producten zoals Google Maps en Google+ zie: http://webwereld.nl/nieuws/113992/microsoft--google-misbruikt-android-macht.html 8 Recentelijk kreeg Microsoft opnieuw een boete van de EC omdat het de alternatieve internetbrowsers niet voldoende had weergegeven in Windows 8. 7
5
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
heeft bedrijven als Nokia, Siemens en Philips marktvoordeel opgeleverd ten opzicht van andere continenten waar nog versnippering van ‘standaarden’ was.
Eigendomsrechten Daarnaast hangt de innovatiedynamiek rond platformen nauw samen met de manier waarop met intellectueel eigendomsrechten wordt omgegaan. Dat kan zowel bevorderend als belemmerend zijn voor innovatie. We zien daarbij verschillende benaderingen door spelers, variërend van gratis ‘open source’ bouwstenen, licenties voor niet-commercieel gebruik, tot het verlenen van cross-licenties op elkaars octrooien tot en met harde patentstrijden. In bepaalde gevallen moet de rechter er aan te pas komen of is overheidsingrijpen noodzakelijk. Dat kan het geval zijn in bijvoorbeeld de volgende situaties: •
•
wanneer eigendomsrechten worden ingezet om concurrenten af te schrikken. Zo schermt Microsoft al jaren met enkele patenten richting de Linux-gemeenschap. Dat maakt ontwikkelaars voorzichtig om Linux-toepassingen te ontwikkelen en eindgebruikers schuw om Linux in te zetten ter vervanging van Microsoft-producten9. Google lanceerde onlangs een voorstel om haar patenten rond de openbroncode van Android niet in te zetten om andere partijen aan te vallen en hief daarmee een potentiële dreiging op10; wanneer bedrijven producten van concurrenten proberen te weren van de markt door een oneigenlijk beroep te doen op intellectueel eigendomsrechten. Zo oordeelde de rechter in de strijd tussen Apple en Samsung (met Google)11, die beide een verbod op elkaars producten wilden, dat beide partijen elkaar een licentie moesten geven op de patenten tegen een redelijke vergoeding. Het Amerikaanse Ministerie van Justitie dwong - met het oog op mededinging - Microsoft om een deel van haar Linuxpatenten die het had gekocht, onder een publieke licentie (GNU GPL) beschikbaar te maken voor een breed publiek om te voorkomen dat de ontwikkeling van Linux, een concurrent voor Windows, kon worden geremd12;
De machtsstrijd rond platformen lijkt vooral het spel voor de grote jongens met grote patentportfolio’s13. Kleine partijen en gebruikers kunnen amper op tegen dit geweld. Bij hen leeft de cultuur van gebruiken en remixen van elkaars materiaal, zonder dat daarbij een vergoeding wordt gegeven aan de oorspronkelijke maker. Deze ‘remix culture’ kan een enorme impuls geven aan innovatie (snel en veel nieuwe toepassingen, goed gebruik van de content). maar de vraag opleveren hoe makers nog een boterham kunnen verdienen aan hun creaties. Met name de content- en uitgeefindustrie is daarom naarstig op zoek naar nieuwe verdienmodellen. Zeer strikte handhaving van het eigendomsrecht kan een belemmering zijn voor het innoveren van verdienmodellen, die beter kunnen aansluiten bij de behoeften van consumenten. Zo bleven innovaties in de muziekindustrie jarenlang uit.
9
http://www.zdnet.nl/linux/99011/microsoft-klaagt-tomtom-aan-over-linux/ http://www.zdnet.nl/nieuws/148419/google-openbronpatenten-enkel-voor-verdediging-niet-voor-aanval/ 11 http://en.wikipedia.org/wiki/Apple_Inc._v._Samsung_Electronics_Co.,_Ltd. 12 http://webwereld.nl/open-source/53512-microsoft-moet-linux-patenten-terugverkopen 13 Om die reden kocht het relatief jonge (en weinig patenten bezittende) Google in 2012 Motorola Mobility dat duizenden essentiële patenten op mobiele communicatie bezit. 10
6
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
Toegang (T) Wanneer platformen dominant worden of een vrijwel onmisbare schakel in de dienstverlening door bedrijven en overheden, dan kan toegang14 en voorzieningsgraad een vraag worden. In bepaalde gevallen kan overheidsingrijpen noodzakelijk zijn om een minimale toegang, keuzevrijheid of de totstandbrenging van publiek goederen te garanderen. Zo werd begin 2013 een langlopende discussie over de vrije toegang tot internet (aangeduid als ‘netneutraliteit’) beslecht en wettelijk vastgelegd. Providers mogen concurrerende internetdiensten en applicaties, zoals Skype en WhatsApp, niet meer blokkeren of vertragen en hiervoor ook geen extra geld vragen. Er loopt nog een discussie of internet dezelfde status moet krijgen als telefonie, ziektekostenverzekering en bankrekening. Hier heeft de overheid een ‘aansluitplicht’ in het leven geroepen voor deze diensten: aanbieders moeten elke burger die dat wil toelaten tot deze dienstverlening. Het is de vraag of er nieuwe platformen (in wording) zijn die in de toekomst essentieel gaan worden zodat toegang afgedwongen of gegarandeerd moet worden.
Veiligheid en vrijheid (V&V) Doordat er rond platformen meerdere spelers met verschillende rollen en nationaliteiten betrokken zijn, is handhaving van maatschappelijke waarden als (nationale) veiligheid en vrijheid van meningsuiting complex. Onder welke jurisdictie vallen deze platformen en welke speler heeft welke verantwoordelijkheden? Met name bij internet levert dat voortdurend governance vraagstukken op. Is een platformprovider bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de producten en diensten die via zijn platform worden verhandeld? Dus ook voor kwaadwillend gebruik van generieke technologieën als synthetische biologie (virussen), ict (hacking en diefstal), 3D-printing (wapens produceren)? Of hij is slechts een doorgeefluik? Internetproviders hoefden jarenlang het internetverkeer niet te controleren omdat zij slechts doorgeefluik waren analoog met de post (briefgeheim). Vanuit nationale veiligheid, de opsporing van kinderporno en het terugdringen van de illegale verspreiding van content, wordt het internetverkeer inmiddels gefilterd en gemonitord. Meerdere nationale overheden verplichten YouTube en Google om video’s en zoekresultaten te censureren, die door andere gebruikers (contentproviders en gebruikers van het platform) worden aangeboden. Dat botst met de eigen waarden van Google om zijn gebruikers vrij van informatie te voorzien en met het universele recht op vrijheid van meningsuiting. Google verzette zich meerdere malen met succes tegen filtering, met als belangrijkste argument dat het technisch haast onmogelijk bleek om in elk land de juiste filtering toe te passen en de juiste rechthebbenden te betalen. Tegelijkertijd censureert Facebook, vanuit zijn Amerikaanse kuisheidsregels, foto’s met al te blote lichamen . Dat leidde tot discussie in Frankrijk toen bleek dat foto’s van beroemde Franse kunstwerken werden geblokkeerd. Vanuit nationale veiligheid kan de Amerikaanse overheid inzage eisen in computerbestanden op Amerikaanse bodem en van Amerikaanse dienstverleners, terwijl daarbij de rechten van gebruikers volgens Europese maatstaven worden geschonden. Recentelijk werden ontwerpen voor het produceren van een wapen via
14
The Age of Access: The New Culture of Hypercapitalism, Where all of Life is a Paid-For Experience. Jeremy Rifkin (2001). Toegang wordt gezien als nieuw businessmodel tegenover bezit (ownership).
7
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
3D-printing offline gehaald op last van de Amerikaanse overheid.
Maatschappelijk gewenste innovatie (MTS) Verder kunnen maatschappelijk gewenste innovaties (zoals in de gezondheidszorg, sociale zekerheid, veiligheid of onderwijs) een noodzaak voor platformen opleveren15. Het ontbreken ervan kan een belemmering zijn voor deze innovaties, bijvoorbeeld doordat er teveel versnippering in aanbod is, of omdat er te weinig andere gebruikers en dienstverleners zijn die met kennis, competenties en financiering aanhaken. Naast zelf proberen een platform op te zetten kan de overheid ook een faciliterende rol spelen als ‘launching customer’ of door standaarden te zetten.
Globalisering Platformen maken nieuwe arbeidsverdelingen in innovatie mogelijk waarbij meerdere spelers tot zelfs eindgebruikers aan toe betrokken zijn (co-creatie). Daarmee kunnen ze de globalisering van innovatie en innovatieketens versterken. Dat levert nieuwe kansen en bedreigingen op voor nationale overheden. En daarmee uitdagingen voor nationaal (economisch) beleid. Productie, ontwikkeling en onderzoek kunnen meer van elkaar los gekoppeld worden en verspreid over spelers wereldwijd. Daarmee kan industrie mee ‘footloose’ worden dus ook verdwijnen. Tegelijkertijd bieden platformen de mogelijkheid voor kleinere spelers en gebruikers om aan te haken met dienstverlening. Sommigen voorzien een terugkeer van de maakindustrie naar het Westen (uit het goedkopere Azië) door de opkomst van de 3D-printer. Een continent als Afrika zou gemakkelijker kunnen aanhaken op het gebied van ICT en life sciences door de opkomst van platformen. Creativiteit, dienstverlening en oog voor verdienmodellen lijken belangrijker te worden voor het economische succes van een land ten opzichte van focus en massa en grote investeringen. Bij ICT zien we echter dat enkele grote spelers, zogenaamde platformproviders zoals Google, Amazon, Apple en IBM, een zeer sterke positie hebben dankzij de door hen opgezette platformen, en een belangrijk deel van de inkomsten genereren. Buitenlandse spelers en overheden hebben weinig grip op deze grote platformen.
Voorbeelden van platformen (in ontwikkeling) We zien interessante ontwikkelingen waarbij de dynamiek van platformen een rol speelt of kan (gaan) spelen in de volgende domeinen (niet limitatief): Ontwerp en Fabricage o.a. 3D-printing (additive manufacturing), rapid prototyping en ontwerp-gereedschappen; Hardware en elektronica: bijv. Android + Arduino, DIY Drones, DIY robotica.
• • •
M&E: monopolisering fabrikanten 3D printer? V&V: wapen productie MTS: toekomst maakindustrie, rol creatieve industrie
15
zie de sociale innovatie initiatieven van o.a. Scandinavische overheden, bijvoorbeeld http://socialinnovation.se/sv/taking-the-best-out-of-the-private-public-and-non-profit-sector/
8
Rathenau Instituut - Platformen voor innovatie
Data en sensoren bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid (quantified self, life style coaching), milieu en de publieke ruimte, open overheid (bijv. smart cities platformen, open data), internet der dingen;
Financiering crowdfunding en alternatieve muntsystemen (social currencies, credits), financiering kunst, cultuur, muziek, film, ontwikkelingssamenwerking.
Vervoer en logistiek o.a. RFID, Internet der Dingen, elektronicaplatformen in auto’s al dan niet in combinatie met ‘apps’, logistieke processen;
• • • •
M&E: op dit moment nog veel wildgroei in platformen T: toegang tot financiering en kredieten V&V: fraude en diefstal MTS: nieuwe vormen van waarderen en financieren, alternatieven bij gebrek aan kredieten en financiering door banken, hoe omgaan met belastingheffing?
•
•
M&E: versnippering in aanbod en eilandjes die nog niet samenwerking vanuit gebruiker gedacht T: minimale voorziening en toegang voor alle gebruikers van publieke diensten naast commercieel aanbod V&V: privacy
•
MTS: innovatie gezondheidszorg, overheid als platform
•
M&E: enkele dominante partijen in de RFID maar echte toepassing wil nog niet van de grond komen, meerdere gebruikers nodig. NL is sterk in logistiek en vervoer maar de innovatie komt uit ICT (VS) en auto-industrie. T: publieke dienstverlening m.b.t. vervoer, investeringen in infrastructuur. V&V: veiligheid infrastructuur
•
• •
•
MTS: toekomst vervoersindustrie, vooravond van nieuwe innovatiegolf: logistiek en vervoer.
Bio-engineering
•
o.a. synthetische biologie (biobricks) en DIY biology, plug-n-bug, plantveredeling, energie- en grondstoffenproductie;
• • •
Nog veel versnippering en kleinschalige initiatieven o.a. vanuit wetenschap T: patentering van levensbouwstenen, of open source V&V: ontwikkeling van biologische virussen MTS: toekomst medicijnontwikkeling (farma sector) en gezondheid , impact NBIC-techn.
Educatie open lesmateriaal, beschikbaar maken van college-videos, online taalles, MOOCs.
Energie en clean tech technieken waarmee gebruikers zelf energie kunnen produceren (zonnepanelen, brandstofcellen, microturbines, zonneboilers, biomassa, algen);
• • •
V&V: kwaliteitsborging, diplomafraude MTS: onderwijsvernieuwing, leven lang leren Nieuwe business models voor universiteiten
•
M&E: consumenten mogen nu nog niet zelf energieleverancier worden V&V: leveringszekerheid, stabiliteit netwerk MTS: schone energie, duurzaamheid, kans om doelstellingen te halen met inbreng burgers
• •
Mobiele toepassingen en diensten
• •
app stores, inclusief: content en publishing, cloud computing services
•
Modelvoorbeeld platform, ICT, convergentie van markten. Sluit aan bij literatuur m.b.t. ICT-hard en software platformen (Windows, Intel, videogames). Diversie vraagstukken: publieke en culturele goederen, privacy, vrijheid van meningsuiting, macht van VS.
9