PLANOLOGISCHE CONTEXT
Deelruimte rond N11 en N111
De beekvallei van ’s Hertogendijkse beek is aangeduid als lokale ecologische verbinding en langs het Anti-tankkanaal is een natuurverbindingsgebied aangeduid. Dit impliceert de ecologische inrichting van een strook aan weerszijden ervan; het behoud, herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen; het behoud van een goede waterkwaliteit. Dit telkens in evenwicht met de omringende functies zoals recreatief medegebruik. Voor het vrijwaren van de karakteristieke openheid van het polderlandschap wordt een verdere aantasting door bebouwing tegengaan. De tennis- en voetbalvelden van ’t Kooike zijn vlakbij de woonkern gelegen en tasten de belevingswaarde van het landschap niet of nauwelijks aan. Deze infrastructuur kan worden opgenomen in een gemeentelijk gebiedsgericht RUP terzake, waarbij er bovendien verdere uitbouw van de locatie kan voorzien worden voor herlokalisatie van andere zonevreemde terreinen voor sport en recreatie en eventueel nieuwe recreatieve infrastructuur indien de behoefte hiervoor kan aangetoond worden. De gemeente wil voor de woonkern Putte voldoende sport & recreatie voorzien. Zij neemt de optie om ’t Kooike verder uit te bouwen als sportcluster. Deze locatie sluit aan bij de woonkern Putte en ligt bovendien bij een belangrijke as (N11) voor openbaar vervoer en langzaam verkeer, zodat er ook een vlotte bereikbaarheid vanuit de woonkern Kapellen kan geboden worden. Als alternatieve locatie voor deze recreatiepool werd ook het aangetaste en versnipperde verwevingsgebied ten oosten van Putte overwogen. Dit gebied kent echter een zeer versnipperde eigendomstoestand. Bovendien is het gebied voor een groot deel aangeduid als waterwingebied, dat in de toekomst ook intensiever zal geëxploiteerd worden door de PIDPA. Als ontwikkelingsperspectief voor dit gebied werd bovendien al gesteld dat het vrijwaren van de openheid van de nog niet bebouwde ruimte vanwege het landschappelijk waardevol karakter een zeer belangrijk aspect is.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 21 van 41
PLANOLOGISCHE CONTEXT
Het inplanten van nieuwe of te herlokaliseren recreatieve infrastructuur valt daarom beter te verantwoorden aan ’t Kooike. Gepaste inrichtingsprincipes kunnen ervoor zorgen dat de impact op de open ruimte beperkt wordt. In de eerste plaats moet er een corridor voorzien worden voor het Antitankkanaal, zodat deze zijn natuurverbindingsfunctie kan vervullen. De uitbreidingen van de terreinen moeten in de richting wég van het kanaal gezocht worden. De manège ten zuiden van het Antitankkanaal kan enkel behouden blijven, hier is geen uitbreiding gewenst. Enkel de terreinen ten noorden kunnen uitbreiden. Deze uitbreiding moet dan bij voorkeur aansluiten bij het bestaande woongebied. Het afgelegen voetbalterrein wordt ook best verplaatst hiernaartoe. Ontsluiting van de terreinen is gericht op de N11. Hier is er aansluiting met het lokaal fietsroutenetwerk en het openbaar vervoer mogelijk.
Zonevreemde bedrijven De bestaande, vergunde zonevreemde bedrijven kunnen getolereerd worden indien de impact op de omgeving beperkt is en de draagkracht ervan niet overschreden wordt en indien de schaal verzoenbaar is met de omgeving. Ook zal rekening gehouden worden met de landschappelijke waarde en de graad van versnippering.
Gewenste toeristisch-recreatieve structuur Volgende visie en concepten worden vooropgesteld:
• • • •
Geen nieuwe grootschalige recreatieve aantrekkingspolen Nieuwe recreatie of uitbreidingen bij kernen en bestaande concentraties Raster van toeristische fiets- en wandelpaden met bovenlokale vertakkingen Een oplossing aanreiken voor de problematiek van zonevreemde infrastructuur voor sport, recreatie en jeugdwerking • Voldoende mogelijkheden voor plaatselijke recreatie Mogelijke gemeentelijke maatregelen:
• Recreatief fietspad langs Anti-tankkanaal • Uitbouw van recreatie ’t Kooike In een gemeentelijk gebiedsgericht RUP worden ’t Kooike en omgeving omgevormd tot recreatiegebied, waarbij er tevens ruimte wordt voorzien voor eventuele herlokalisatie van bestaande zonevreemde terreinen voor sport en recreatie en mogelijk nieuwe recreatieinfrastructuur, indien de behoefte hiertoe kan aangetoond worden. Al deze opties dienen in evenwicht te zijn met de nabij gelegen natuurverbinding van het Anti-tankkanaal. Bij de opmaak van dit RUP zal dus een behoeftenonderzoek in de gemeente gebeuren, waarbij enerzijds wordt nagegaan of er behoefte is aan herlokalisatie bij bestaande verenigingen en of er behoefte bestaat aan uitbreiding van het aanbod aan sport en recreatie in de gemeente.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 22 van 41
PLANOLOGISCHE CONTEXT
Gewenste toeristisch-recreatieve structuur
Belangrijke selecties voor de ontwikkeling van het plangebied • ’s Hertogendijkse Beek: gemeentelijk beekvallei als ecologische verbinding • Putte-Kapellen: woonkern 4.3
Andere plannen
4.3.1
Landschapsbeheerplan Anti-tankkanaal – versie juni 2007
Conform het landschapsbeheersplan van het Anti-tankkanaal heeft het beschermd landschap een belangrijke historische waarde. De belangrijkste elementen zijn het profiel van de gracht, de laterale wegen, de forten, schansen, sluizen, sluisbunkers en bunkers. Het behoud van de historische waarde door conservatie en herstel van de nog aanwezige elementen staat voorop. De inrichting en het onderhoud van de gracht en militaire kunstwerken moeten steeds gebeuren met respect voor het oorspronkelijke karakter en eventuele natuurwaarden (muurbegroeiing, vleermuizen). Ook het behoud van de esthetische waarde staat voorop. De gracht wordt getypeerd door de aanwezigheid van houtkanten langs weerszijden. De esthetisch meest waardevolle stukken zijn deze met een goed ontwikkelde watervegetatie. Door achterstallig beheer is de esthetische waarde op verschillende plaatsen echter sterk achteruit gegaan. Te sterk uitgegroeide houtkanten beschaduwen de gracht waardoor er zich nauwelijks watervegetatie kan ontwikkelen. Een aangepast beheer van de houtkanten moet opnieuw de ontwikkeling van een diverse en esthetisch waardevolle begroeiing mogelijk maken. De impact van elementen zoals zwerfvuil, geïmproviseerde steigers, bebouwing,… die de esthetische waarde negatief beïnvloeden dient geminimaliseerd te worden door verwijderen of afschermen. Het beschermd landschap Antitankgracht dankt zijn wetenschappelijke waarde aan de aanwezigheid van een groot aantal planten-, paddenstoelen- en diersoorten. Met een aangepast beheer wordt het behoud en de verdere ontwikkeling van de natuur(wetenschappelijke)waarde beoogd.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 23 van 41
PLANOLOGISCHE CONTEXT
Door hun sterke concurrentiekracht vormen enkele exoten monotone vegetaties. Het beheer moet gericht zijn op het verminderen van de negatieve invloed van uitheemse woekerende plantensoorten op de diversiteit. De negatieve invloed van uitheemse diersoorten dient geminimaliseerd te worden. Het beheer moet meer structuur en diversiteit brengen in de vegetatie en een zo divers mogelijke flora en fauna nastreven. Waardevolle elementen zoals beperkte verlandingen, verzakte oever, …moeten behouden blijven en verder kunnen ontwikkelen waar mogelijk. Het beheer moet gericht zijn op het creëren van een optimale toestand van winterverblijfplaatsen (forten, bunkers) voor vleermuizen. Een degelijk uitgewerkt geleidingsnetwerk met voldoende handhaving moet ervoor zorgen dat de recreatiedruk de draagkracht van het ecosysteem en het landschap niet overschrijdt. Paden die binnen het geleidingsnetwerk vallen moeten het hele jaar door goed toegankelijk zijn voor alle gebruikers. Daartoe kan eventueel (half)verharding aangebracht worden. Hierbij wordt uiteraard gekozen voor materialen met een minimale impact op het landschap en het ecosysteem. Oversteekplaatsen moeten veilig ingericht worden. Schadelijke neveneffecten van recreatie zoals zwerfvuil en overbetreding moeten geminimaliseerd worden. Educatie d.m.v. leerpaden kan een meerwaarde bieden voor de recreanten en tegelijk een sensibiliserende functie hebben.
4.3.2
Sportbeleidsplan 2008 - 20133
Ter voorbereiding van dit plan is een inventarisatie en enquêtering gevoerd bij de verenigingen en scholen waaruit gebleken is dat er een grote nood is aan polyvalente sportruimten in openlucht, overdekte tennisvelden en een bijkomende sporthal. De vraag naar voorzieningen voor individuele sporten in open lucht (zoals een loopparcours) is eveneens aanzienlijk toegenomen. Ook is er duidelijk behoefte aan deze activiteiten in de diverse kernen en niet enkel in Kapellen waar het merendeel van de activiteiten momenteel gehuisvest zijn. Op basis hiervan kan de locatie te Putte mede gemotiveerd worden. De voornaamste ruimtelijke behoeften uit het sportbeleidsplan zijn: • bijkomende ruimte voorzien voor indoor-sportactiviteiten te Putte • bijkomende ruimte voorzien voor sportactiviteiten in open lucht Het betreft nieuwe sportactiviteiten alsook bestaande sportactiviteiten aangezien de verenigingen in Kapellen momenteel op een zeer beperkt aanbod aan indoorfaciliteiten kunnen beroep doen.
3
Het sportbeleidsplan is integraal toegevoegd in bijlage 1
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 24 van 41
5
VISIE OP HET PLANGEBIED
5.1
Analyse
5.1.1
Bebouwing en infrastructuur
De bebouwing situeert zich in hoofdzaak langs de steenwegen N11 en N111 onder de vorm van een woonlint. Net ten zuiden van het Anti-tankkanaal bevindt zich een vrijstaande woning die achteraan grenst aan een voormalige boerderij die is omgezet in een dancing. Ten zuiden van de woning en de dancing strekt zich een kasteeldomein uit. Achter het kasteeldomein is een paardenfokkerij gelegen. Centraal in het plangebied zijn al sportactiviteiten aanwezig. Het betreft een voetbalveld, 3 outdoor tennisvelden en bijhorende accommodatie.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 25 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
5.1.2
Landschap en open ruimte
Inzake landschap en open ruimte kenmerkt het gebied zich door een langgerekte perceelsstructuur die geaccentueerd wordt door structurerende bomenrijen. Binnen deze structuur zijn er in het plangebied verspreid een aantal bosfragmenten, weilanden, akkers en een bomenkwekerij aanwezig. Ook bevindt er zich een strook van (volks)tuintjes en weilanden.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 26 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
5.1.3
Ontsluiting
Het plangebied wordt omsloten door de gewestwegen N11 (Ertbrandstraat) en N111 (Klinkaardstraat) die over een bovenlokale verbindingsfunctie beschikken. Momenteel worden de functies in het plangebied ontsloten via erfontsluitingswegen. Voor de woningen en de bijhorende tuinstrook is een doorsteek voorzien op de N11; deze doorsteek loopt parallel met de N111 en sluit verderop ook op deze weg aan. De sportzone wordt ontsloten via een doorsteek die op de noordelijke oever van het Anti-tankkanaal gelegen is. Aansluitend bevindt zich een parking; ook aan de tennis zijn er een beperkt aantal parkeerplaatsen. De toegang tot de dancing is voorzien op de zuidelijke oever van het Anti-tankkanaal met achter het gebouw een parking. De uitrit verloopt via een bruggetje over het Anti-tankkanaal naar de noordelijke oever.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 27 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
5.2
Structuurbepalende elementen
Vanuit bovenstaande analyse kunnen een aantal elementen worden aangeduid in en rond het plangebied die structuurbepalend zijn voor de inrichting van het gebied. Op landschappelijk en natuurlijk gebied vormen enerzijds de langgerekte perceelsstructuur en anderzijds het Anti-tankkanaal belangrijke lijnen en randen. Ook de aanwezigheid van bosfragmenten en eerder open velden geeft uiting van het typisch Kempisch landschap met blokvormige percelen. De noordelijke grenzen van het plangebied worden hoofdzakelijk bepaald door het woonlint en de tuinstrook. In het oosten vormt de boomkwekerij de grens.
5.3
Programma
Binnen het plangebied dient een lokale cluster voor sport en recreatie te worden uitgebouwd waar ruimte wordt geboden voor:
• • • • •
behoud tennis- en voetbalterrein(en) sporthal en bijhorende parkeerruimte: finse looppiste multifunctionele sportvelden in open lucht vertrekpunt fiets- en wandelroutes
Ook op bovenlokaal niveau worden een aantal programma-elementen vooropgesteld:
• doortocht fietstoerisme (fietsdoorsteek op de noordelijke oever van het Anti-tankkanaal)
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 28 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
5.4
Inrichtingsschetsen
Op basis van bovenstaande elementen is een eerste inrichtingsschets voor het plangebied opgemaakt. Er is een scenario op korte en op lange termijn opgemaakt.
Aangepaste inrichtingsschets – op korte termijn
Aangepaste inrichtingsschets – op lange termijn
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 29 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
Bebouwing en infrastructuur De nieuwe sporthal en bijhorende parking worden zo dicht mogelijk bij de bebouwing van Putte ingeplant zodanig dat een maximale concentratie van bebouwing en infrastructuur wordt nagestreefd. Door de parking tussen de sporthal en de toegang te positioneren kunnen de verkeersbewegingen zo kort mogelijk blijven en wordt intern een veilige omgeving gecreëerd doordat in het gedeelte met outdoor-activiteiten gemotoriseerd verkeer vermeden kan worden. Concreet betekent dit dat de sporthal wordt ingeplant achter de bestaande parking op de plaats van het huidige voetbalveld. Om het gebied duidelijker te structureren en de gebruiker te oriënteren wordt tussen de parking en de sporthal een centrale ontmoetingsruimte voorzien waarlangs de sporthal en de achterliggende sportvelden bereikbaar zijn. Op lange termijn wordt een uitbreiding van de sporthal in oostelijke richting mogelijk gemaakt; dit in functie van de verschuiving van de faciliteiten voor de tennis (zowel voor de kantine met sanitaire voorzieningen alsook voor een eventueel overdekte tennishal). Ook voor de voetbal kunnen bijkomende indoorfaciliteiten voorzien worden. De tennisbanen blijven behouden (maar worden op termijn meer noordwaarts verschoven – weg uit de op plan aangeduide groenstrook) en aan de oostzijde kunnen een aantal multifunctionele sportvelden en andere outdoor-activiteiten bijkomend voorzien worden. In het sportgebied is bijkomend voldoende ruimte voor een inrijpunt voor fietsers, speeltuin, Finse piste en/of fit-ometer.
Ontsluiting Er wordt gekozen voor een duidelijke toegang en interne ontsluitingsstructuur. De toegang tot de recreatiezone blijft behouden aan de Ertbandstraat en meer bepaald op de noordelijke oever van het Anti-tankkanaal. Aangezien hier de uitbouw van een degelijkere groene en landschappelijke strook wordt vooropgesteld, wordt op termijn een (gedeeltelijke) verlegging van de toegangsweg in noordelijke richting overwogen en dit in combinatie met de aanplant van een meer dense groenstrook langsheen het kanaal. Voor fietsers en voetgangers wordt het gebied ook toegankelijk gemaakt via de Klinkaardstraat en via het Anti-tankkanaal (vanuit het oosten en het zuiden). Gelijktijdig met de ontsluiting van de recreatiezone wordt ook de ontsluiting van de bijgebouwen van de woonpercelen langs de Klinkaardstraat en de tuinstrook bekeken. Momenteel is de aansluiting dicht bij het kruispunt gelegen met problemen inzake verkeersveiligheid tot gevolg. Het opzet is om de rijrichting te gaan bepalen zodanig dat deze doorsteek niet langer in beide richtingen wordt opengesteld. Bijkomend wordt de doorsteek toegankelijk gemaakt via de parking van de recreatiezone en de doorsteek richting Klinkaardstraat. Op die manier wordt het verkeer meer gespreid en ontstaat een duidelijkere ontsluitingsstructuur. Enkel aangelanden kunnen hier met gemotoriseerd verkeer gebruik van maken. Voor het overige zijn de doorsteken enkel bestemd voor fietsers en voetgangers. De doorsteek aan de Klinkaardstraat wordt voor fietsers en voetgangers doorgetrokken tot aan het Anti-tankkanaal en ook langsheen het volledige traject van het Anti-tankanaal is het behoud van de paden in functie van een fietsdoorsteek voorzien. Het bestaande bruggetje over het Anti-tankkanaal wordt enkel nog toegankelijk gemaakt voor fietsers en voetgangers; dit om lichtverstoring op het Anti-tankkanaal te vermijden. 4
Landschap en open ruimte Door het voorzien van een ruime bouwvrije groenstroken langs weerszijden van het Antitankkanaal, die supplementair aan de huidige groene oevers worden voorzien, is de verdere uitbouw van de groene corridor langsheen het Anti-tankkanaal mogelijk. Door het meer noordwaarts verplaatsen van de toegang voor gemotoriseerd verkeer krijgt de groene corridor alle ruimte. Ten aanzien van de bestaande private tuinen en weilanden wordt een groenbuffer voorzien zodanig dat een optimale landschappelijke overgang kan gerealiseerd worden. 4
Concreet betekent dit dat de bezoekers van de dancing ook geen gebruik meer kunnen maken van dit bruggetje en dat de verkeersafwikkeling volledig op eigen terrein moet opgelost worden.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 30 van 41
VISIE OP HET PLANGEBIED
In het gebied wordt ruimte voorzien voor een landschappelijke inkleding van de sportzone en dit in de vorm van bomenrijen, houtkanten en/of struwelen. Door de inplanting van de bebouwing en de sportvelden kan gewerkt worden met bomenrijen die de link leggen naar de langgerekte perceelsstructuur die eigen is aan het landschap.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 31 van 41
6
VERTALING VAN DE VISIE IN HET GRAFISCH PLAN
Bovenstaande globale visie is in het RUP vertaald in 5 zones: • Zone 1: zone voor wonen: Deze zone omvat de bestaande woonlinten langsheen de Ertbrandstraat en de Klinkaardstraat. De reden voor opname van deze woonlinten is: ° het creëren van een groene achterwand door ‘groene’ afsluitingen op te leggen op de achterste perceelsgrens ° het verruimen van de parkeermogelijkheden voor de bewoners in de Klinkaardstraat - deze mogelijkheden situeren zich achteraan op de percelen (door een bouwvrije strook van 6m (bv als parking) op te leggen en over de volledige breedte een bijgebouw toe te staan) ° het vastleggen van duidelijke voorgevelbouwlijnen die toekomstige infrastructurele ingrepen niet hypothekeren ° het verduidelijken van de ontsluitingsmogelijkheden voor de bijgebouwen achteraan op de percelen Gelijktijdig worden de goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen door middel van dit RUP opgeheven. Op die manier wordt meer uniformiteit nagestreefd in het vergunningenbeleid. Aan de Ertbrandstraat worden een 2-tal percelen onteigend. De reden hiervoor is het mogelijk maken van een verschuiving van de toegangsweg in noordelijke richting (weg van het Anti-tankkanaal). Ook wordt aan deze percelen een voorkooprecht voor de gemeente toegekend. • Zone 2: zone voor hobby-landbouw en tuinen Deze zone omvat de bestaande (volks)tuinen en weilanden die achter de woonpercelen in de Klinkaardstraat gelegen zijn. Het opzet is deze te behouden als overgang tussen de woonomgeving en de recreatiezone. Inzake bebouwing worden duidelijke beperkingen en richtlijnen opgelegd. Om doorsteken te kunnen realiseren tussen de doorsteek voor de ontsluiting van de bijgebouwen en de recreatiezone wordt voor al de percelen binnen deze zone aan de gemeente een voorkooprecht toegekend en wordt gelijktijdig een onteigeningsplan opgemaakt. Enkel deze percelen die hiervoor in aanmerking kunnen komen, zijn opgenomen in het onteigeningsplan. Ook zijn aan oostelijke zijde een aantal percelen opgenomen in het onteigeningsplan; dit voor het realiseren van een rechtstreekse doorsteek tussen de Klinkaardstraat en het Anti-tankkanaal. Ook voor deze laatste percelen is bijkomend een voorkooprecht aan de gemeente toegekend. • Zone 3: zone voor sport en recreatie Deze zone wordt ingericht ten behoeve van lokale sport- en recreatie-activiteiten. Het gaat zowel om outdoor- als indoor-activiteiten. Om het gebied optimaal in te passen in de omgeving wordt ten aanzien van de woonzone een groenbuffer voorzien en langsheen het Antitankkanaal een aaneengesloten ruime groenstrook. Ook intern wordt het nodige groen voorzien dat rekening houdt met de kenmerken van de omgeving. De ontsluiting wordt beter gestructureerd en integraal benaderd met aandacht voor verkeersveiligheid. Om deze recreatiezone te kunnen realiseren wordt voor de percelen binnen deze zone aan de gemeente een voorkooprecht toegekend en wordt gelijktijdig een onteigeningsplan opgemaakt. Voor de bestaande activiteiten van de tennis worden overgangsbepalingen opgenomen. Deze activiteiten kunnen voorlopig behouden blijven. Wel is het de bedoeling dat op langere
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 32 van 41
VERTALING VAN DE VISIE IN HET GRAFISCH PLAN
termijn deze activiteiten meer noordwaarts (en dus verder weg van het Anti-tankkanaal) verplaatst worden. • Zone 4: zone voor water en natuur Deze zone heeft betrekking op het Anti-tankkanaal. • Zone 5: zone voor natuur Deze zone heeft betrekking op de strook ten zuiden van het Anti-tankkanaal. Momenteel wordt deze zone deels benut als ingang tot de dancing en als parking. Om de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van het Anti-tankkanaal te versterken wordt op termijn een verplaatsing van de toegangsweg en parking opgelegd in zuidelijke richting.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 33 van 41
7
DECRETALE BEPALINGEN
7.1
Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die worden opgeheven
Ten gevolge van voorliggend RUP wordt agrarisch gebied, woongebied en natuurgebied (KB 28 december 1972), zoals vastgelegd op het gewestplan Antwerpen (KB 3 oktober 1979) opgeheven.
• Woongebied Volgens ART. 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen: 1. De woongebieden: 1.0. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
• Agrarisch gebied Volgens ART. 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen: 4.1. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
• Natuurgebied Volgens ART. 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen: 4.3. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. 4.3.1. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 34 van 41
DECRETALE BEPALINGEN
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
• Parkgebied Volgens ART. 14 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen: 4.4. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
De goedgekeurde, niet-vervallen verkavelingen binnen het plangebied worden gelijktijdig opgeheven:
• • • •
200819: 4 loten 20072: 2 loten 19634: 2 loten
19904: 2 loten De verkavelingen 200819 en 20072 worden slechts gedeeltelijk opgeheven. Enkel de laatste 15,00m wordt door middel van dit RUP opgeheven. De reden hiervoor is dat het om nog niet verkochte loten gaat en er nog geen kadastrale afsplitsing van percelen is gebeurd. Om de onderverdeling in loten niet op te heffen, wordt enkel de achterste strook van de verkaveling opgeheven met tot doel aan de achterzijde tot een uniforme afwerking van het woonlint te komen. De 15,00m is bepaald door de som van de voorziene bouwvrije strook van 6,00m (waarop wagens geparkeerd kunnen worden) met de maximale bouwdiepte van het bijgebouw van 9,00m.
7.2
Ruimtebalans
Bestemming gewestplan
Oppervlakte (m²)
Agrarisch gebied
74.007
Woongebied
35.313
Natuurgebied
17.563
Parkgebied
303 TOTAAL
Bestemming RUP
127.186
Oppervlakte (m²)
Zone 1: zone voor wonen
35.313
Zone 2: zone voor hobby-landbouw en tuinen
15.210
Zone 3: zone voor sport en recreatie
57.589
Zone 4: zone voor water en natuur
16.560
Zone 5: zone voor natuur
2.514 TOTAAL
127.186
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 35 van 41
DECRETALE BEPALINGEN
7.3 7.3.1
Watertoets Algemeen kader
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed. Het besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Het besluit, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2006 (Nr. 350 - pag 58326), trad in werking op 1 november 2006. 7.3.2
Toepassing op het RUP Omgeving ’t Kooike
Binnen het plangebied liggen geen overstromingsgevoelige gebieden, met uitzondering van de contouren van het Anti-tankkanaal die als mogelijk overstromingsgevoelig zijn aangeduid. Samengevat voor alle watertoetskaarten geeft onderstaande tabel resultaat voor het plangebied: Type kaart Hellingenkaart Erosiegevoelige gebieden Winterbed Overstomingsgevoelige gebieden Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoelige gebieden samenvatting watertoetskaarten
Conclusie Zwak hellend: van < 0,5 % tot 0,5 - 5 % Niet-erosiegevoelig Niet gelegen in een winterbed van een grote waterloop Niet overstromingsgevoelig Deels wel, deels niet infiltratiegevoelig Matig gevoelig
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 36 van 41
DECRETALE BEPALINGEN
watertoetskaart - overstromingsgebied
Legende gemeentegrens Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
watertoetskaart – grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Globaal worden voor de totaliteit van het plangebied alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheer toegestaan. De uitwerking van het plan zal een beperkte toename van verharding met zich meebrengen ten opzichte van de bestaande toestand. Binnen het plangebied wordt in de zone voor sport en re-
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 37 van 41
DECRETALE BEPALINGEN
creatie bijkomende parkeergelegenheid en een sporthal voorzien. De sporthal kan in delen gebouwd worden; op korte termijn wordt een sporthal met een netto sportoppervlakte van circa 1.050m² opgericht. Deze sporthal wordt zo ver mogelijk van het Anti-tankkanaal, dat is aangeduid als mogelijks overstromingsgevoelig gebied, opgericht. Voor de aanleg van de parking worden in hoofdzaak waterdoorlatende materialen opgelegd. De toegangsweg in deze zone is eveneens verhard. Ook voor de doorsteken worden waterdoorlatende materialen opgelegd. Inzake afvalwater wordt meegegeven dat de huidige kantine van de tennisclub in het zoneringsplan is opgenomen als individueel te zuiveren (door middel van een IBA). Wat de geplande sporthal betreft, is het de bedoeling van de gemeente om aan te sluiten op de riolering van de Ertbrandstraat. Als de gemeente de aansluiting realiseert voor de sporthal is het mogelijk om de kantine hier eveneens op aan te sluiten. Verdere gedetailleerde uitwerking gebeurt bij de vergunningsaanvraag van de sporthal. Bovenstaande toont aan dat er geen lozing van afvalwater op het Anti-tankkanaal is voorzien. Voor (proper) regenwater kan wel een rechtstreekse lozing in het Anti-tankkanaal voorzien worden voor zover het enkel water van dakoppervlakten (en niet van parkings) betreft. Naast een rechtstreekse lozing van proper regenwater kan ook voorgesteld worden te lozen in de langsgrachten naast het Anti-tankkanaal. In de zone voor tuinen, achter het woonlint, zal de verharding beperkt worden tot de toegang tot de percelen. Ook de oppervlakte van de toegelaten gebouwen wordt beperkt tot 10 m² of 30 m² (indien voor agrarisch gebruik) en er is maximaal 1 gebouw per perceel toegelaten. De zone voor wonen voorziet geen wijziging in verharding ten aanzien van de huidige toestand. Wel zal een minimaal aandeel worden opgelegd dat niet verhard of bebouwd mag worden. Op basis van bovenstaande argumenten kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect van deze planoptie, conform de bepalingen inzake integraal waterbeheer, beperkt is.
7.4
Conclusie van het planmilieueffectenrapport
7.4.1
Algemeen kader
Door de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 dient in het planproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) formeel rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r (milieueffectrapportage)’ dient uitgevoerd te worden. Hierbij gaat men na of het plan of programma aanzienlijke effecten kan hebben ten opzichte van de bestaande situatie voor mens en milieu. Dit onderzoek houdt een beoordeling in aan de hand van de in bijlage I opgesomde criteria van het Decreet van 05 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).
7.4.2
Voornaamste conclusies van de te verwachten milieu-effecten
In onderstaande wordt per discipline meegegeven wat de voornaamste milieu-effecten zijn die verwacht worden ten gevolge van voorliggende planoptie en welke maatregelen getroffen kunnen worden om de impact ervan te beperken: • Discipline water en bodem: ° geen overstromingsgevoelig gebied ° aandeel bebouwing en verharding beperken ° zo veel mogelijk waterdoorlatende materialen gebruiken en mogelijkheden inzake waterbuffering bieden ° geen afvalwater afvoeren naar het Anti-tankkanaal
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 38 van 41
DECRETALE BEPALINGEN
• Discipline fauna en flora: ° het Anti-tankkanaal dient landschappelijk en ecologisch versterkt te worden; specifiek voor vleermuizen is het kanaal een belangrijk biotoop
° langsheen het Anti-tankkanaal dient een ruime groenstrook te worden voorzien ° bestaande bebouwing nabij het kanaal dient op termijn meer noordwaarts bij de geplande sporthal gebundeld te worden ° eventuele verlichting op de site mag niet gericht worden naar het Anti-tankkanaal ° het gemotoriseerd verkeer dient zo ver mogelijk verwijderd te worden van het Antitankkanaal; om die reden is het bestendigen of verruimen van het gebruik van het brugje over het Anti-tankkanaal voor gemotoriseerd verkeer niet gewenst. ° binnen de recreatiezone dienen groenstructuren te worden voorzien die afgestemd zijn op de omgeving (bomenrijen, heide-ontwikkeling, etc.) • Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: ° het huidige landschap wordt bepaald door de aanwezigheid van langgerekte percelen die benadrukt worden door bomenrijen en bosfragmenten alsook door de woonlinten. Binnen dit landschap is het Anti-tankkanaal als landschappelijk en historisch relict aanwezig. ° benadrukken van het blokvormige landschap ° het versterken van de aanwezigheid van het Anti-tankkanaal ° het landschappelijk inpassen van de recreatiegebied door groenstructuren en de oriëntering van constructies en sportvelden • Discipline mens – socio-organisatorische aspecten: ° het huidige landbouwgebruik in het gebied wordt opgeheven in functie van de uitbreiding van de lokale sportvoorzieningen ° in het gebied wordt een clustering van sport- en recreatie-activiteiten gerealiseerd ° dDe geluidsproductie wordt als minimaal beschouwd en kan gemilderd worden door het voorzien van een groenbuffer ° de verkeersontsluiting wordt gestructureerd met aandacht voor de zwakke weggebruiker en de aanwezigheid van potenties inzake fietstoerisme Op basis van de conclusies van het onderzoek tot m.e.r. en rekening houdend met de uitgebrachte adviezen en de opgenomen aanvullingen op het onderzoek meent de initiatiefnemer dat er geen plan-MER nodig is. De dienst MER heeft op 22 oktober geoordeeld dat is aangetoond dat het aangepaste RUP geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat derhalve de opmaak van een planMER niet nodig is.5
7.5
Het register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie betreffende het grond- en pandenbeleid
Zie bijgevoegd plan
5
De onderzoeksnota en de beslissing van de dienst Mer zijn in bijlage 2 toegevoegd.
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 39 van 41
8
BIJLAGE 1: SPORTBELEIDSPLAN
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 40 van 41
9
BIJLAGE 2: ONDERZOEK TOT M.E.R. EN ONTHEFFING PLANMER-PLICHT
264259_02_toel_, Revisie b Pagina 41 van 41