Plannersboekje Periode 2 4 Mavo
1
Inhoudsopgave Nederlands……………………………………………………………………………………………………………………….….3 Engels…………………………………………………………………………………………………………………………….…….6 Wiskunde ………………………………………………………………………………………………………………………….…11 Nask 1……………………………………………………………………………………………………………………………….…14 Economie…………………………………………………………………………………………………………………………….17 Scheikunde………………………………………………………………………………………………………………………….21 Geschiedenis………………………………………………………………………………………………………………….……24 Frans…………. …………………………………………………………………………………………………………………….…26 Lichamelijke opvoeding………………………………………………………………………………………………….……28
2
NEDERLANDS Schooljaar: 2015-2016
Week 47
48
Periode: 2
Hfst. 2: ‘Consumeren’ Klas: 4 MAVO
Docent: RSC
Activiteiten 1
2
Afronding
Lezen “Lay-out”: opdr.1, 2, 3, 5* Taak Lezen: ‘De allerbeste reclame’
portfolio
Toets Lezen
TOETS
Spreken/ Kijken/ Luisteren “Vragen na een presentatie”: opdr. 1, 2 en 3 Taak SKL: ‘Hoe erg ben jij te beïnvloeden?’
49
3
portfolio
Schrijven “Artikel” en “Pers. schrijven”: opdr. 2 + 4
Toets Schrijven: Taak Schrijven: ‘Dat hebben we getest’
50
4
Spelling en grammatica: “De spelling- en grammaticacontrole”: opdr.1 t/m 9
51
5
Taal en wrd.schat “Kleine lettertjes”: opdr. 1 t/m 7
01
6
Toets Grammatica, Spelling, Taal & Woordenschat
02
7
Test hfst.2: 1 t/m 12
TOETS
TOETS
Inleveren: fictiedossier fictiedossier 03
8
TOETS (zie PTA)
TOETS
Hfst. 2 Fictie “Fictie beoordelen”: opdr. 1 t/m 4 3
04
9
Hfst.2 Examen doen “Samenvatten” opdr. 1 t/m 3
Let op: Landelijke examens van eerdere jaren zullen ook regelmatig worden geoefend!
Heb je tijd over, dan ga je verder met de huiswerkopdrachten, je portfolio, je boekverslag en/of andere opdrachten!!
Nederlands 4 MAVO
Periode 2
2015-2016
Leerdoelen hfst. 2 “Consumeren”
1. Elke tekstsoort heeft zijn eigen lay-out.
2
2. De lay-out (opmaak) bestaat uit: titel, tussenkopjes, alinea’s, lettertype, lettergrootte, afbeeldingen, enz.
2
3. Bedenk goed wat je na een presentatie wilt vragen.
2
4. Wacht even voordat je een vraag beantwoordt.
2
5. Een artikel is een tekst voor een krant of tijdschrift.
2
6. Doel artikel: informeren, amuseren, overtuigen of overhalen.
2
7. Lees kleine lettertjes kritisch om vervelende zaken te voorkomen.
2
8. Een homoniem is een woord met verschillende betekenissen.
2
9. Lees de tekst die je moet samenvatten precies door.
2
10. Maak van ieder element in de opdracht een vraag en streep in de tekst de antwoorden op deze vragen met potlood aan.
2
11. Maak van deze antwoorden een goedlopende tekst in volledige zinnen.
2
4
5
Year 4 Mavo
English
Periode 2
Chapter 3 Talents Chapter 4 The world around you Leerdoelen JE KENT/WEET:
X
1. Je kent woorden en uitdrukkingen waarmee je iets over jezelf kunt vertellen 2. Je kent woorden die te maken hebben met werk en banen 3. Je kent woorden en uitdrukkingen waarmee je een sollicitatiebrief kunt schrijven 4. Je weet woorden en uitdrukkingen waarmee je een curriculum vitae kunt schrijven 5. Je weet wat meer over het Guinness Book of World Records 6. Je weet hoe en wanneer je vragende voornaamwoorden gebruikt 7. Je weet hoe je in het Engels vragen maakt 8. Je kent woorden en uitdrukkingen waarmee je om toeristische informatie kunt vragen 9. Je kent uitdrukkingen waarmee je vragen kunt stellen en beantwoorden in een bar of restaurant 10. Je kent uitdrukkingen waarmee je vragen kunt stellen en beantwoorden over landen en culturen 11. Je kent uitdrukkingen waarmee je zegt wat iemand moet doen of laten 12. Je weet wat meer over culturele verschillen in de wereld 13. Je weet hoe en wanneer je korte antwoorden met yes en no gebruikt 14. Je weet hoe en wanneer je de gebiedende wijs gebruikt
JE KUNT:
X
15. Je kunt iets over jezelf vertellen 16. Je kunt vragen over een baan stellen en beantwoorden 17. Je kunt een sollicitatiebrief schrijven 18. Je kunt een curriculum vitae schrijven 19. Je kunt om toeristische informatie vragen en die geven 20. Je kunt vragen stellen en beantwoorden in een bar of restaurant 21. Je kunt vragen stellen en beantwoorden over landen en culturen 22. Je kunt zeggen wat iemand moet doen of laten
6
LES
DATUM
1
wk.46
VAKINHOUD
IN DE LES
Start Chapter 3 Introduction
Toetsbespreking
Opdracht A Listening
Ex. 1 t/m 4 Leren voca A
2
Opdracht B Reading
Exercise 5,6,7
3
Opdracht C: Speaking
Stone 10 Exercise 8 t/m 13 Leren voca AC
4
wk.47
Opdracht C: Speaking
Exercise 14 Stone 11 ex. 15, 16, 17
5
Countries & Culture
Ex. 18, 19
Opdracht D: Listening
Ex. 20, 21 Leren voca AC + C&C
6
Opdracht D: Listening
Ex. 22A, 22B
Grammar
Page 63/64 TB, ex 1 en 2 p.91 WB
Opdracht F: Reading
Ex. 24 t/m 27 Leren voca DF
7
wk.48
Opdracht G: Listening en writing
Ex. 28 Stone 12 en 13 ex. 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35 Leren Stone voca G
8 18/11
Opdracht E: Watching
Ex. 23 + handout
Afmaken: Ch. 3
Nakijken hoofdstuk 3 Leren voca A t/m G
9
Boektoets
Boektoets
Start Chapter 4 Introduction
Exercise 1, 2, 3, 4
Opdracht A: Listening
Exercise 5 t/m 8B
Opdracht B: Reading
Leren voca A + B
20/11 10
wk.49
7
11
Opdracht C: Speaking en Listening
Stone 14 / 15 Ex. 9 t/m 14
12
Countries en Culture
Ex. 19 t/m 19B
Opdracht D: Listening
Ex. 20 t/m 22 Leren voca C t/m D
13
wk.50
Opdracht F: Reading UK and USA
Ex. 24 t/m 26
Opdracht E: Watching
Ex. 23 Leren voca F en herhalen A t/m E
14
Grammar
Ex. 1 en 2
Reading G: Aid for India?
Stone 16 Ex. 27A t/m 29 + ex 31 + 32A/B
Opdracht G: Writing en listening 15
Opdracht G: Writing en listening
Stone 17 Exercise 33 t/m 35 Extra ex. I clips stone on computer Leren voca A t/m G + Stone 14 t/m 17
16
wk.51
SO ch.3 + 4 voca A t/m G
SO ch.3 + 4 voca A t/m G
Finish chapter 4
Nakijken chapter 4
17
Kijk/Luistervaardigheid
Kijk/Luistervaardigheid (oefenen)
18
Kerstviering wk.52
Kerstvakantie
wk.53
Kerstvakantie
wk.1
Spreekvaardigheid
Handout teacher
23
Schrijfvaardigheid
Handout teacher
24
Kijk/Luistervaardigheid (oefenen)
22
wk.2
28
wk.3
29
Test yourself chapter 3 en 4
p. 92 en 93 WB en WB A p. 27 t/m 29-
Leesvaardigheid
Laptop mee
Schrijfvaardigheid
Handout teacher
Herhalen ch. 3 en 4
Laptop mee
Start SE
Leren: Voca en grammar ch. 3 en 4 en irr. verbs nr. 1 t/m 62 (zie p.158/158TB)
30 31
SE-WEEK 20/1/16 wk.4
SE-WEEK 8
32
SE-WEEK
33
SE-WEEK + Project EINDE PERIODE 2
1
wk.5
SE CITO KIJK EN LUISTEREN
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGING
Boektoets
Wk 48
1
SO woorden Chapter 3 en 4
Wk 51
1
SE 6 Chapter 3 + 4
Wk 3/4
2
CE Kijk- en luistertoets (Per.3)
Wk.5
4
9
M-CIJFER
10
Wiskunde
4 mavo
oktober 2015 – P2
Aandachtspunten: 1. 2. 3. 4. LES
Het werk van de vorige les hoort aan het begin van de les af te zijn. Gebruik de samenvatting en ‘test jezelf’ om je voor te bereiden op de toetsen en SE’s. Hou de planning van rekenen ook in de gaten. Lever je oefenopdrachten in om nagekeken te worden of kijk het zelf even na. VAKINHOUD
DATUM
1
H3 Extra opdrachten blz 74, 75
2
H3 Verwerken en toepassen blz 76, 77
3
H4 Opstap – ‘Huis te koop’ opdracht doornemen
4
§4-1 en §4-2
5
§4-3 en Test jezelf
6
H4: Extra oefening en Verwerken en toepassen
7
H5 Opstap
8
§5-1 en §5-2
9
§5-3 en §5-4
10
§5-5 en Test jezelf
11
H5: Extra oefening en Verwerken en toepassen
12
Toets Hoofdstuk 3 tm 5
13
REKENEN
14
WEKSTUK INLEVEREN
15
EXAMENOPDRACHTEN
BIJ DEZE OPDRACHTEN HEB IK EXTRA UITLEG NODIG:
11
16 Hoofdstuk 1 t/m 6 herhalen! 17 Hoofdstuk 1 t/m 6 herhalen! 18 Hoofdstuk 1 t/m 6 herhalen! 19
REKENTOETS 20
Werkstuk – huis te koop inleveren
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGING
Toets Hoofdstuk 3 tm 5 Rekentoets Werkstuk – huis te koop Se2 – Hoofdstuk 1 tm 6
12
CIJFER
13
Nask 1
Periode 2
Hoofdstuk 8: Kracht en beweging 2 Hoofdstuk 10 Het weer Leerdoelen Hoofdstuk 8 Kracht en beweging 2 KENNISDOELEN 23. Ik kan km/h omrekenen naar m/s en andersom
X
24. Ik kan de gemiddelde snelheid berekenen van een bewegend voorwerp 25. Ik weet hoe een grafiek van een beweging met constante snelheid eruit ziet 26. Ik kan een s,t-diagram aflezen en tekenen 27. Ik kan een v,t-diagram aflezen en tekenen 28. Ik kan de samenhang interpreteren van een s,t- en een v,t-diagram 29. Ik kan uit een v,t-diagram de afgelegde afstand berekenen 30. Ik weet wat een (eenparig) versnelde beweging is 31. Ik weet wat een (eenparig) vertraagde beweging is 32. Ik weet wat nettokracht is 33. Ik kan bij een rijdend voertuig de verschillende krachten benoemen, tekenen en de nettokracht berekenen 34. Ik weet wat met druk wordt bedoeld en kan de druk van een voorwerp berekenen bij ten minste:
Veiligheidsgordel – Veiligheidshelm – Rijplaten – Rupsbanden – Tractorbanden – Mes – Punaise
35. Ik ken de begrippen reactietijd, stopafstand, reactieafstand en remweg en kan hiermee rekenen 36. Ik kan uit een diagram de begrippen van leerdoel 13 aflezen. 37. Ik kan de werking van constructies uitleggen die nadelige effecten van een botsing verminderen, ten minste:
Veiligheidsgordel – veiligheidshelm – kreukelzone – hoofdsteun – kooiconstructie – airbag
38. Ik kan omstandigheden herkennen die invloed hebben op de veiligheid tijdens het rijden, ten minste:
Reactietijd - rijsnelheid – staat van de banden en van het wegdek – weersomstandigheden
BINAS A. Ik kan in BINAS de formules opzoeken van snelheid en druk
X
ALGEMENE VAARDIGHEDEN B. Ik kan eenheden uit H8 omrekenen van en naar SI-eenheden
X
C. Ik kan een onderzoek opzetten, uitvoeren en verslagleggen
14
Leerdoelen Hoofdstuk 10 Het weer KENNISDOELEN 1. Ik kan een temperatuur omrekenen naar K en omgekeerd
X
2. Ik kan een de temperatuur met een thermometer met een geschikt meetbereik meten. 3. Ik ken 4 verschillende thermometers en uitleggen hoe deze werken 4. Ik kan uitleggen hoe je een thermometer ijkt. 5. Ik weet wat luchtdruk is en ken de bijbehorende eenheden 6. Ik kan uitleggen wat de kenmerken van lage- en hogedrukgebieden zijn 7. Ik weet met welk meetinstrument luchtdruk wordt gemeten 8. Ik kan de kringloop van water uitleggen 9. Ik kan de faseovergangen van water uitleggen 10. Ik weet wat dauwpunt is 11. Ik ken verschillende vormen van neerslag en kan vertellen hoe ze ontstaan 12. Ik weet wat onweer is en kan uitleggen hoe het ontstaat 13. Ik weet wat je moet doen bij onweer 14. Ik weet hoe het weebericht wordt gemaakt, wat en hoe je het presenteert BINAS A. Ik kan in BINAS de formules opzoeken
X
ALGEMENE VAARDIGHEDEN B. Ik kan eenheden uit H10 omrekenen van en naar SI-eenheden
X
C. Ik kan rekenen met oppervlaktematen
TOETS OF OPDRACHT Opdrachten H8 en H10 werkboek af en nagekeken
DATUM
WEGING *
CIJFER V NV
Practicumverslag H8
*
V
NV
Extra oefenmateriaal en aantekeningen H8 en 10
*
V
NV
Uitwerking van de leerdoelen P2
*
V
NV
Handelingsdeel 6*
0
V
NV
SE6 H8 en H10
2
Presentatie H10 (kan doorlopen tot in periode 3)
1
* Handelingsdeel Nask 1 inleveren in je Dropboxmap Op uiterlijke aftekendatum voor SE de opdrachten voldoende afgesloten en afgetekend bij docent!
15
1
VAKNHOUD 8.1 Snelheid berekenen
LD: 1, 2, A
2
8.1 Snelheid berekenen
LD: 3, 4, 5
3
8.2 Sneller en langzamer
LD: 6, 7, 8
4
8.2 Sneller en langzamer
LD: 9, 10, 11
5
8.3 Kracht en druk
LD: 12, A
6
8.4 Onderzoek veilig rijden
LD: 13, 14, C
7
8.5 Veilige auto’s ontwerpen
LD: 15, 16
8 9
Examentraining H8 Uitloop
10
10.1 Temperatuur
LD: 1 t/m 4
11
10.2 Luchtdruk
LD: 5, 6, 7
12
10.2 Luchtdruk
13
10.3 Neerslag
LD: 8, 9, 10, 11
14
10.4 Onweer
LD: 12, 13
LES
DATUM
Week 52/1 15 16 Week 3/4 17
10.5 Het weerbericht
IN DE LES
kerstvakantie LD: 14
Examentraining H10 SE-week SE6 H8 en H10
18
16
Werkplanner Economie Mavo 4 Periode 2 - Week 46-04 Stof: Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 3 Kies je voor zeker? Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 4 Hoe wordt er gewerkt? Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 5 Aan de slag!
Altijd nodig: Pincode Tekstboek, schrift en rekenmachine Leerdoelen – Hoofdstuk 3 JE KENT/WEET:
X
Je weet welke verzekeringen er behandeld zijn en waarvoor ze dienen. Je weet wat premie en eigen risico inhouden. Je weet wat een dekking is en een schade uitkering. Je kent het verschil tussen een basisverzekering en een aanvullende verzekering. Je weet wat het verband is tussen de verzekerde waarde en werkelijke waarde. Je weet waarvoor de bonus-malusladder is en hoe deze werkt. Je weet wat een indexcijfer is. Je weet waar een maximale huurprijs voor dient. Je kent het verschil tussen nominaal en reëel. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt de premie van een verzekering berekenen. Je kunt een tabel en een grafiek interpreteren. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg Je kunt de verzekerde waarde berekenen. Je kunt bepalen welke verzekering bij welke schade hoort. Je kunt de schade vergoeding berekenen. Je kunt het eigen risico berekenen.
17
X
Leerdoelen - Hoofdstuk 4 JE KENT/WEET:
X
1 2 3 4 5 5 6 7 8
Je weet wat een arbeidsovereenkomst is en wat erin is opgenomen. Je kent de arbeidsmotieven. Je kent het verschil tussen, omscholing, bijscholing en nascholing. Je weet wat maatschappelijke kosten en bedrijfskosten zijn. Je kent de verschillende functiesoorten. Je weet de Arbowet doet. Je weet wat een bedrijfskolom is. Je kent de 4 veranderingen in een bedrijfskolom. Je kent het verschillen tussen loonkosten, brutoloon en netto loon JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt de verschillende productiefactoren uit teksten halen. Je kunt een bedrijfskolom interpreteren en zelf maken. Je kunt verband leggen tussen maatschappelijke kosten en bedrijfskosten. Je kunt onderscheid maken tussen uitvoerende en leidinggevende functies. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg
X
Leerdoelen - Hoofdstuk 5 JE KENT/WEET:
X
Je kent het verschil tussen nettoresultaat en brutowinst. Je kent het begrip marktaandeel. Je weet hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogt of verlaagt. Je kent het verschil tussen economische en technische levensduur. Je kent de verschillende soorten werkloosheid. Je weet wat afzet is en wat omzet is. Je weet wat motieven zijn om de prijs van iets te verhogen of te verlagen. Je weet wat koopkracht inhoud en een verband leggen met inflatie. Je kent het verschil tussen vaste krachten en flexwerkers. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt het nettoresultaat berekenen. Je kunt de omzet berekenen van een bedrijf. Je kunt de arbeidsproductiviteit per werknemer berekenen. Je kunt de werkloosheid berekenen. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg
Weekplannen
18
X
Week
Les
Vakinhoud
In de les
46
1
Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 3: Kies je voor zeker?
Aantekeningen maken Vragen maken
Inleiding blz 66-69 tekstboek, introvragen a-c + weet je het nog vraag 1-14 Par 3.1 blz 70-73 tekstboek, vraag 1-11. 2
Par 3.2 blz 74-77, vraag 12-23.
Aantekeningen maken Vragen maken
47
1
Par 3.3 blz 78-81, vraag 24-32.
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Par 3.4 blz 82-85, vraag 33-41
Aantekeningen maken
Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 4: Hoe wordt er gewerkt?
Vragen maken
Inleiding blz 96-99 tekstboek, introvragen a-c + weet je het nog vraag 1-15 48
1
Par 4.1 blz 100-103 tekstboek, vraag 1-11.
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Par 4.2 blz 104-107, vraag 12-21.
Aantekeningen maken Vragen maken
49
1
Par 4.3 blz 108-111, vraag 22-32.
Aantekeningen maken Vragen maken
2
50
1
Par 4.4 blz 112-115, vraag 33-44.
Aantekeningen maken
Inleveren schrift H3+H4
Vragen maken
Inleveren schrift H3+H4
Aantekeningen maken
Toets voorbereiden
Vragen maken
Test, herhalingsopgaven, examenopgaven
51
2
Toets H3 + H4
Rekenmachine mee!
1
Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 5: Aan de slag!
Aantekeningen maken Vragen maken
Inleiding blz 126-129 tekstboek, introvragen, weet je het nog? vraag 1-15 2
Par 5.1 blz 130-133 tekstboek, vraag 1-15
Aantekeningen maken Vragen maken
19
52
1
Par 5.2 blz 134-137 tekstboek, vraag 16-26
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Par 5.3 blz 138-141 tekstboek, vraag 27-38
53-01
Kerstvakantie
2
1
Par 5.4 blz 142-145 tekstboek, vraag 39-52
Boeken mee!
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Inleveren schrift H5
Aantekeningen maken
Test, herhalingsopgaven, examenopgaven
Vragen maken
SE voorbereiden H3+H4+H5 3
1
SE voorbereiden H3+H4+H5
2
SE week
Pincode hoofdstuk 3, 4 en 5 Rekenmachine mee!
4
1
SE week
Toets of opdracht
Datum
Weging
Toets H3+4
Week 50
2
Inleveren schrift H3+4
Week 49-50
1
Inleveren schrift H5
Week 2
Schoolexamen 6:
Week 3-4
Pincode hoofdstuk 3, 4 en 5
Let op! Schrift moet uiterlijk de laatste les voor de toets ingeleverd worden.
20
6
Scheikunde M4
Periode 2
Hoofdstuk 9 Reactiesnelheid Hoofdstuk 10 zouten II Leerdoelen Hoofdstuk 9 Reactiesnelheid KENNISDOELEN H9 1. Je weet welke 5 factoren de reactiesnelheid kunnen beïnvloeden
X
2. Ja kan aangeven hoe je de reactiesnelheid kunt veranderen als je gebruik wilt maken van temperatuur of concentratie 3. Je kunt uit een grafiek of een tabel de massa verhouding bij een reactie bepalen 4. Je kunt mbv tabel 30 uit je BINAS ook massaverhouding bepalen door te berekenen wat de molecuulmassa’s zijn in een reactievergelijking 5. Je kunt aan de hand van een reactievergelijking met hulp van het stappenplan een berekening maken wat de massa’s zijn van de betrokken stoffen 6. Je kan afronden volgens de regels en antwoorden geven op het juiste aantal belangrijke getallen 7. Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen, je kan tussen verschillende eenheden omreken. 8. Je kan van een neerslagreactie de juiste concentratie en ontstane stof berekenen. BINAS 9. Ik kan in BINAS de eigenschappen van een stof opzoeken
X
10. Ik kan in Binas de veel gebruikte gevarensymbolen opzoeken 11. Ik kan in BINAS atoomassa opzoeken 12. Ik kan in BINAS in het periodiek systeem stoffen opzoeken en eigenschappen bepalen 13. Ik kan in BINAS de juiste formule van een ion opzoeken, waarbij ik de namen geleerd heb 14. Ik kan in BINAS de massa van atomen opzoeken ALGEMENE VAARDIGHEDEN 15. Ik ben in staat om een verslag te maken van experimenten.
X
16. Ik kan samen met willekeurige mensen aan het werk zowel theoretisch als ook praktisch bij scheikunde. Ik doe mijn best om met verschillende mensen te kunnen samenwerken. 17. In mijn manier van werken heb ik oog voor veiligheid. 18. Ik kan op een veilige manier samen met andere kleine experimenten uitvoeren. Dit gebeurt in een redelijk tempo. 19. Ik volg de planning en noteer wat ik af heb en wanneer dat gebeurd
Leerdoelen Hoofdstuk 10 Zouten 2 KENNISDOELEN H10 1. Je kan met hulp van de oplosbaarheidstabel in BINAS opzoeken of een combinatie van ionen (zout) een goed, matig of slecht oplosbaar zout zal gaan vormen 2. Je kan ‘nieuwe slecht oplosbare zouten’ maken door goed oplosbare zouten bij elkaar te doen 21
X
3. Je kan bij het maken van ‘nieuwe zouten’ beredeneren welk residu er na filtratie ontstaat en welk filtraat; je weet wat tribune ionen zijn 4. Je kan een specifiek ion aantonen door gebruik te maken van zijn oplosbaarheid; je kan aangeven dat er ook ionen zijn die op die manier niet aan te tonen zijn 5. Je kan aangeven hoe ongewenste ionen uit een oplossing verwijderd kunnen worden door gebruik te maken van een neerslagreactie. 6. Bij al deze bepalingen geldt dat hierbij de juiste reactievergelijkingen kan opstellen volgens het stappenplan; HEEL BELANGRIJK! 7. Je weet wat hard water is, hoe het ontstaat (reactievegrelijking); hoe hard water wordt uitgedrukt; wat er gebeurt als je hard water kookt (reactievergelijking); hoe je water kunt ontharden (3 manieren) 8. BINAS 20. Ik kan in BINAS de eigenschappen van een stof opzoeken
X
21. Ik kan in Binas de veel gebruikte gevarensymbolen opzoeken 22. Ik kan in BINAS atoomassa opzoeken 23. Ik kan in BINAS in het periodiek systeem stoffen opzoeken en eigenschappen bepalen 24. Ik kan in BINAS de juiste formule van een ion opzoeken, waarbij ik de namen geleerd heb 25. Ik kan in BINAS de massa van atomen opzoeken 26. Ik kan de oplosbaarheidstabel gebruiken ALGEMENE VAARDIGHEDEN 27. Ik ben in staat om een verslag te maken van experimenten.
X
28. Ik kan samen met willekeurige mensen aan het werk zowel theoretisch als ook praktisch bij scheikunde. Ik doe mijn best om met verschillende mensen te kunnen samenwerken. 29. In mijn manier van werken heb ik oog voor veiligheid. 30. Ik kan op een veilige manier samen met andere kleine experimenten uitvoeren. Dit gebeurt in een redelijk tempo.
LES
VOOR DE LES
DATUM
1
4/11
SE-week
2
8/11 Week 46
9.1 reactiesnelheid
3
Week 47
9.2 Snelle reacties
4
Week 48
9.3 Massa’s bij een reactie
IN DE LES
SE bespreken 9.1 maken Proef 1,2,3 Uitleg grafische verbanden; gasopvang Nakijken 9.1 Maken 9.2 Proef 1+2 Verslag maken Uitleg verhouding; atoommassa en molecuulmassa; berekenen massa verhouding in een reactievergelijking 9.2 nakijken 9.3 maken 22
5
Week 49
9.4 Rekenen aan reacties 9,5 en rekenen aan neerslagen
6
Week 50
10.1 Oplosbaarheidstabel
3 voorbeelden op het bord 9.4 maken HW: Leren molecuulmassa’s Oefentoets molecuulmassa's Uitleg gebruik oplosbaarheidstabel; combinatie van ionen Uitleg neerslag nieuwe zouten stappenplan
10.2 nieuwe zouten maken
7
Week 51 18/12
Zouten Practicum Oefenen voor PO 10.3 Ionen aantonen
Aantekeningen maken in schrift Nakijken 10.2 Uitleg ionen aantonen; verontreiniging Werken aan 10.3
Kerstvakantie Week 52 en 1 8
4/1 Week2
9
10
20/1
10.4 Ionen verwijderen 10.5 Hard water
Werken aan 10.4 Nakijken 10.4 Toelichting 10.5
Uitlooples
Waarin: - 9.5 nakijken - Leerdoelen uitwerken - Examentraining maken - Rondje kritische vragen Voorbeeld sommen oefenen
Toets Hf 9-10
SE-week
TOETS OF OPDRACHT Opdrachten H9/10 af en nagekeken
DATUM
WEGING *
CIJFER V NV
Aantekeningen en verslagen HD
*
V
NV
Uitwerking van de leerdoelen P6
*
V
NV
Toets Hoofdstuk 9-10
5
23
Geschiedenis Week 46-3
Periode 2
Altijd nodig: Geschiedenis Werkplaats Tekstboek, schrift Leerdoelen hoofdstuk 3: Politiek in Nederland en Europa JE KENT/WEET:
X
1. De gevolgen van de fragmentatie van de Nederlandse samenleving voor de politiek. 2. Verzuiling als verklaring voor politieke verschijnselen te hanteren. 3. De ontwikkeling van de politieke verhoudingen na de 2e wo. 4. Ontzuiling als verklaring voor politieke verschijnselen te hanteren. 5. hoe kabinetten tot stand komen. 6. De doelen van de Europese integratie. 7. De redenen waarom Nederland deelnam aan de Europese integratie. JE KUNT:
X
De instructie over te gebruiken materiaal maken De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Beeld als bron hanteren De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De de deeltoets maken Het tijdvak plaatsen in de chronologie.
Leerdoelen 4: Van oorlog tot oorlog (1900-1945) Je kent/weet:
1. 2. 3. 4. 5.
x
De oorzaken van het ontstaan van de eerste wereldoorlog. De totalitaire systemen uit het interbellum. De gevolgen van de eerste wereldoorlog. De oorzaken van het ontstaan van de eerste wereldoorlog. De rol van het Nationaal Socialisme in de 20e eeuw.
Je kunt:
•
x
Bronnen in de juiste tijd plaatsen De instructie over te gebruiken materiaal maken De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Historische verschijnselen hanteren om het heden te verklaren. De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De eindtoets maken Je kunt tijdsindelingen gebruiken (kalenders, jaartellingen etc.) Het tijdvak plaatsen in de chronologie.
24
Week Vakinhoud 46 1. Introductieles Schrift inleveren 2. Par 3.1, vraag 1-12. 47 1 Par 3.2 vraag 1-8. 2 Par 3.3, vraag 1-8. 48 1 Oefenen met vaardigheden vraag 1- 13. 2 Zicht op de tijd (jaartallen) leren 49
50 51 1 2
3
1 Hoofdrolspelers en begrippen leren 2 Toets Geschiedenis Werkplaats hoofdstuk 3 Paragraaf 1,2,3. 1 Introductieles. 2. Par 4.1, vraag 1-13 1. Par 4.2, vraag 1-13 2. Par 4.3, vraag 1-9 1. Par 4.4, vraag 1-12 2. oefenen met vaardigheden vraag 1-13 1. Toets Geschiedenis Werkplaats hoofdstuk 4 Paragraaf 1,2,3,4. 2. Jaartallen, personen en begrippen van H4 Toetsweek
TOETS OF OPDRACHT Toets Gwp hoofdstuk 3 Paragraaf 1,2,3 Toets Gwp hoofdstuk 4 Paragraaf 1,2,3 Inleveren schrift Gwp h3 Inleveren schrift Gwp h4 Eindtoets Gwp H 3 en H4.
DATUM Week 49 (2 december) Week 1 (12 januari) Week 48 Week 2 Week 3
25
In de les Vragen maken Vragen maken Vragen maken Vragen maken leren en Schrift inleveren leren Toets maken
Vragen maken Vragen maken Vragen maken Vragen maken Toets maken en Schrift inleveren leren Eindtoets GWPH 3.1-3.3 H 4.1-4.4
WEGING
4
Frans
Mavo 4
Periode 2
Chapitre 8: Paris, ville vivante Leerdoelen (herhalen chap 7 + chapitre 8) JE KENT/WEET: 39. De présent van regelmatige werkwoorden op –er, -ir en -re 40. De vervoeging van het onregelmatige werkwoord prendre (nemen) 41. De vormen van de impératif (gebiedende wijs) 42. Woorden waarmee je de weg kunt wijzen 43. Namen van gebouwen 44. De vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord 45. De vervoeging van het werkwoord mettre (zetten, leggen) 46. De vergelijkingen en de overtreffende trap 47. Namen van kledingstukken/ kleuren 48. Woorden waarmee je voorwerpen kunt om schrijven 49. Woorden waarmee je iemands uiterlijk kunt beschrijven 50. JE KUNT: 51. Je kunt naar telefoongesprek luisteren 52. Je kunt een voicemailbericht begrijpen 53. Je kunt een folder / waarschuwingsborden / internetsite lezen 54. Je kunt om informatie vragen 55. Je kunt vragen om meer uitleg als je iets niet begrijpt 56. Je kunt de weg vragen en wijzen 57. Een korte memo schrijven 58. Een e-mail schrijven waarin je informatie vraagt en een hotelkamer reserveert 59. Informatie vragen in een winkel 60. Vertellen over kledingstijl 61. Een persoon beschrijven 62. Een voorwerp omschrijven 63.
26
X
X
Les 1
Datum
Voor de les
In de les Inleiding: 1 en 2 bron A: 3 (), 4 bron B: 5, 6 (), 7 bron C: 8, 9, 10 Nakijken 1 t/m 10
2
Leren voca 8.1
3
Leren voca 8.2 Herhalen voca 8.1
bron D: 11, 12, 13
4
Leren Grammaire D Herhalen woordgeslacht.
bron E: 14 (), 15 bron F: 16, 17 () Nakijken 11 t/m 17
Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés E
5
6
7
Week 49
8
Week 50
Meer oefenen I-clips Leren vervoeging mettre Leren voca 8.3 en 8.4 Herhalen voca 8.1 en 8.2
bron J: 22, 23, 24, 25
Leren Grammaire J Herhalen woordvolgorde
bron K: 26 (), 27, 28 Nakijken: 18 t/m 28
Meer oefenen SO Leren Phrases-clés K
Tâche: stap 1 t/m 4
Meer oefenen 9
10
Week 3/4
bron G: 18 () bron H: 19, 20 bron I: 21 ()
werkwoorden x2
Spreektoets + schrijfopdracht inleveren
Herhalen grammatica, vocabulaire, Phrases-clés
D-toets () Arrêt
D-toets
SE chapitre 7 en 8
TOETS OF OPDRACHT SO werkwoorden
DATUM Week 49
Schrijftoets luistervaardigheid SE Chapitre 7 en 8
Week 50 Week 50 Week 3/4
WEGING 2
M-CIJFER
o
27
2 2 3
v
H-CIJFER
g
o
v
g
Lichamelijke Opvoeding PTA en leerdoelen Mavo 4 PTA MAVO 4
Vak: LO
Opgesteld door: Sectie LO periode 1
Stofomschrijving Turnonderdeel 1
Cohort: 2015 Datum: augustus 2015 wijze van Herkansing toetsing Praktijk
nee
Spelonderdeel 1
2
Bewegen en regelen
Turnonderdeel 2
Praktijk
nee
Cijfer 1-10
Praktijk
Nee
Atletiekonderdeel SportOriëntatieKeuz e
Cijfer 1-10
Spelonderdeel 2
3
resultaat opmerkingen
Cijfer 1-10
Verslag
Ja
Alle onderdelen worden beoordeeld als PO met weging 1.0 Behalve sportoriëntatie, dit wordt afgesloten met een verslag Alle onderdelen worden buiten de toets week afgesloten.
28
o/v/g
Leerdoelen Mavo 4, periode 1 t/m 3 Aan het einde van periode 3 voldoe je aan de volgende eisen: Je kent/weet: • de regels die we hanteren bij een les L.O. • de regels van (school) voetbal, in zoverre als ze behandeld zijn in de les. • de regels van (school) volleybal, in zoverre als ze behandeld zijn in de les Je kunt*: • samenwerken • zelfstandig een bewegingsactiviteit op ganghouden. Je kunt op de grote trampoline in ongeveer 1 minuut een serie neerzetten waarbij je verschillende sprongen en ‘trucjes’ laat zien. Deze worden in verschillende lessen je aangeleerd. • Dubbelspringen: Tijdens deze activiteit, waarbij je begint met bokspringen, kan je laten zien dat je 2 sprongen op een mini tramp achter elkaar kan maken. Tussen de mini trampolines worden er 2 bokken neergezet waardoor het om een dubbele sprong gaat. • samen (of alleen) een activiteit aanbieden (denk aan tik en/of spel spelen) en deze op gang houden voor je klasgenoten. aan het einde van het jaar kan je het vak L.O. afsluiten met een gemiddelde van minimaal een voldoende (5.5).
29
x
x