PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1 Voorbereiding van de uitvoering van het project OostvaardersWold
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
Plan Plan van van Aanpak Aanpak Realisatiefase Realisatiefase –- deel deel 11 Voorbereidingvan vande deuitvoering uitvoeringvan vanhet hetproject projectOostvaardersWold OostvaardersWold Voorbereiding
Projectorganisatie OostvaardersWold Projectorganisatie OostvaardersWold 4 4februari 2010 februari 2010
1
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
2
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
5
2
Doel
7
3
Hoofdlijnen van de volgende fase van het project
9
4
Inhoudelijke Sporen 4.1 Identiteit en imago 4.2 Grondverwerving 4.3 Juridisch-planologisch 4.4 Voorbereiding van de uitvoering 4.5 Projectfinanciering
11 11 12 13 15 15
5
De organisatie van het project 5.1 De relatie tussen GS en PS en projectorganisatie 5.2 Relatie met gebiedspartners 5.3 De projectorganisatie 5.4 Monitoring en verantwoording
17 17 18 18 20
6
Planning
23
3
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
4
1 INLEIDING
Het project OostvaardersWold gaat zijn derde en laatste fase in: de realisatiefase die loopt van oktober 2009 tot en met december 2014. Deze fase wordt opgeknipt in twee gedeeltes. Allereerst de periode tot en met december 2010. In deze periode worden vooral de voorbereidingen getroffen voor de uitvoeringswerkzaamheden. In het tweede gedeelte, van januari 2011 tot en met december 2014 vindt de daadwerkelijke aanleg van het gebied plaats. Deel 1 van het Plan van Aanpak behandelt de eerste periode en geeft inzicht in de tweede periode. Eind 2010 volgt deel 2 van het Plan van Aanpak.
In het tweede deel van de planvormingfase is de inrichting van het OostvaardersWold beschreven in de structuurvisie. Deze structuurvisie is daarmee het richtinggevende kader voor de realisatie van het OostvaardersWold. In oktober 2009 hebben Provinciale Staten de structuurvisie unaniem vastgesteld. Tijdens de planvormingsfase, op 11 december 2008, hebben Provinciale Staten ook de verordening groenblauwe zone OostvaardersWold vastgesteld. In deze verordening is juridisch vastgelegd hoe de inrichting van het OostvaardersWold moet worden uitgewerkt in een bestemmingsplan.
De ontstaansgeschiedenis van project OostvaardersWold voert terug tot 2004. In november van dat jaar begon de initiatieffase met het vaststellen van het Startdocument project Middengebied, waarin de gezamenlijke overheden de opgaven van het gebied hebben beschreven. Daarop aansluitend is in het eerste deel van de planvormingsfase de locatie voor het OostvaardersWold in het Omgevingsplan 2006 vastgelegd. Om het belang van het OostvaardersWold aan te geven voor Zuidelijk Flevoland en de gehele Noordvleugel, hebben Provinciale Staten het OostvaardersWold aangemerkt als één van de speerpunten in het Omgevingsplan 2006.
Als start van de realisatiefase is in december 2009 de Samenwerkingsovereenkomst door de publieke partijen getekend. Met de gemeente Almere is afgesproken om na de besluitvorming over de RAAM-brief en het Integraal Afsprakenkader Almere (IAK) te komen tot een aanvulling op de Samenwerkingsovereenkomst.
5
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
6
2 DOEL
Dit Plan van Aanpak is bestemd voor Provinciale Staten. Na vaststelling van het Plan van Aanpak door Provinciale Staten is dit het kader waarbinnen het college van Gedeputeerde Staten de uitwerking van deze fase dient te laten plaatsvinden.
Het doel is om het OostvaardersWold aan te leggen zoals in de structuurvisie is beschreven, namelijk de ontwikkeling van een gebied in Zuidelijk Flevoland dat grootschalige nieuwe natuur, water en recreatie combineert. Met de realisatie van OostvaardersWold ontstaat samen met de Oostvaardersplassen en het Horsterwold een aaneengesloten natuur- en recreatiegebied van 15.000 hectare, het Oostvaardersland.
Het OostvaardersWold wordt een voor Nederland uniek natuurgebied van internationale betekenis waar mensen vlak bij de stad de wildernis kunnen ervaren. Het vormt de verbinding tussen grote natuurgebieden en versterkt daarmee de samenhang en kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het biedt nieuwe recreatiemogelijkheden voor de Noordvleugel van de Randstad en biedt een oplossing voor de toenemende kans op wateroverlast als gevolg van klimaatverandering en bodemdaling.
7
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
8
3 HOOFDLIJNEN VAN DE VOLGENDE FASE VAN HET PROJECT
Vanaf het allereerste begin was duidelijk dat OostvaardersWold voor Nederland een uniek project is. Uniek in omvang, kwaliteit, integraliteit en gevolgen voor mens, dier en landschap. In de realisatiefase zal het bijzondere karakter van het project voor iedereen zichtbaar worden. De feitelijke transformatie van het huidige grootschalige landbouwgebied naar een gebied waarin natuur, recreatie en water een plek krijgen, vindt de komende vijf jaar plaats. In 2010 en 2011 zullen eerste (voorbereidende) werkzaamheden voorzichtig starten, vanaf 2012 zullen graafmachines het beeld in het plangebied van OostvaardersWold gaan bepalen. Er zal bos worden aangeplant, watergangen worden gegraven, dijklichamen aangelegd en er komen kilometers nieuwe wandel- en fietspaden.
binnen als buiten de provincie. Grondverwerving Een tweede spoor dat in de realisatiefase een grote rol speelt, is de grondverwerving. Het is belangrijk nu voortvarend met de grondverwerving door te gaan. Tot nu toe is op basis van vrijwilligheid en op verzoek van grondeigenaren grond aangekocht. Op weg naar de aanleg is een omslag nodig naar actieve grondverwerving. De provincie zal zelf het initiatief nemen voor een gesprek met alle grondeigenaren, met het voorstel om een minnelijk verwervingstraject aan te gaan. Het is de verwachting dat het aantal bedrijfsverplaatsingen na de vaststelling van de structuurvisie OostvaardersWold fors zal toenemen. Bovendien is de complexiteit van bedrijfsverplaatsing dusdanig dat meer inzet en aansturing gewenst is. De grondverwerving zal om die reden verder geprofessionaliseerd moeten worden. Hiervoor zal onder meer een coördinator grondverwerving worden aangetrokken.
In dit Plan van Aanpak zijn de vijf sporen uitgewerkt, die gevolgd worden om de realisatie van het OostvaardersWold mogelijk te maken: Identiteit en Imago, Grondverwerving, Juridisch-planologisch, Voorbereiden van de Uitvoering en Projectfinanciering.
Juridisch-planologisch De provincie is de regisseur van het project OostvaardersWold. De aansturing vindt - zoals afgesproken in de Samenwerkingsovereenkomst plaats door de provincie. Geheel in de geest van het Omgevingsplan en het Hoofdlijnenakkoord wordt de stap gezet van beleid naar uitvoering De komende fase zal een integrale bestemmingsregeling worden gemaakt door de projectorganisatie. Voor het juridisch-planologisch spoor lag tevens de vraag voor of er een bestemmingsplan komt waarvan de verschillende onderdelen door de gemeenten wordt vastgesteld of dat er een inpassingsplan komt dat de provincie Flevoland vaststelt. Deze vraag is in paragraaf 4.3 beantwoord.
Identiteit en Imago Nu de inwoners van Flevoland de wording van het OostvaardersWold daadwerkelijk gaan meemaken, worden Identiteit en Imago van het gebied steeds belangrijker. Hoe ziet het OostvaardersWold er nu echt uit en hoe kijkt men er tegenaan? Cruciale vragen voor een uiteindelijk succesvol beheer van het gebied. In de afgelopen fase was er vooral aandacht voor participatie gericht op het maken van plannen. De participatie in de komende fase richt zich nadrukkelijker op het borgen van de uitgangspunten die in de structuurvisie zijn vastgelegd. Omwonende boeren willen weten of ze inderdaad geen last zullen hebben van kwelwater of onkruidverspreiding. Voor inwoners van de omwonende steden en dorpen is van belang dat er aantrekkelijke recreatievoorzieningen komen. Daarnaast zal het OostvaardersWold ook buiten Flevoland aandacht trekken van toeristen en natuurliefhebbers, zeker omdat dankzij de verbinding van Oostvaardersplassen met Horsterwold een uniek natuurgebied ontstaat met een grote variëteit aan recreatiemogelijkheden. Als zodanig draagt het OostvaardersWold nadrukkelijk bij aan de beeldvorming over Flevoland, zowel bij mensen
Voorbereiding van de uitvoering In 2010 wordt daadwerkelijk gestart met de (voorbereiding van) de uitvoering van het project. Voor de provincie Flevoland is het OostvaardersWold een project dat in oppervlakte en geld uitgedrukt groter is dan welk voorgaand project dan ook. Tot 2010 zal daarom alles op alles worden gezet om de aanleg van het OostvaardersWold zo goed mogelijk voor te bereiden. Denk aan het opstellen van onder meer een
9
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
definitief ontwerp en bestekken, een calamiteitenplan en een beheerplan. De producten van dit spoor zijn grotendeels nieuw voor de provincie.
partners is afgelopen jaren hard gewerkt. Voor het vervolg wordt bekeken hoe de betrokkenheid verder kan worden versterkt. Verkend zal worden of het oprichten van een maatschappelijke adviescommissie voor het Oostvaardersland tot de mogelijkheden behoort.
Projectfinanciering Tot slot wordt in het spoor van projectfinanciering uitgewerkt hoe de risico’s gemanaged worden en volgens welke fasering het project wordt uitgevoerd. Voordat daadwerkelijk wordt gestart met de uitvoering zal komend jaar een uitvoeringsstrategie worden bepaald. Welke middelen zijn op welk moment beschikbaar, wat is de volgorde van realisatie en wat is de fasering van de uitvoering? De beantwoording van deze vragen resulteert uiteindelijk in een realisatieovereenkomst, waarbij afspraken worden vastgelegd over de wijze van realisatie van het project en wie waarvoor verantwoordelijk is. Projectorganisatie Het project OostvaardersWold is hét voorbeeld van beleid in uitvoering en daarmee een meer dan interessante leerschool. Het project kan als pilot dienen voor de bestuurlijke ambitie om een omslag te maken naar een uitvoeringsgerichte aanpak. Aangezien de projectorganisatie is ingebed in de provinciale organisatie zal de uitvoeringsgerichtheid van de projectorganisatie ook zijn positieve weerslag hebben op de collega’s. Doelgericht wordt zowel intern als extern gewerkt aan een professionele organisatie die transparant, zelfbewust en ondernemend is. Onderdeel daarvan zijn heldere afspraken tussen het college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten over de verdeling van de verantwoordelijkheden. In dit plan van aanpak wordt deze verdeling beargumenteerd en concreet uitgewerkt, met als doel een voortvarende realisatie binnen de tot nu toe gestelde kaders, die tegelijk recht doet aan de controlerende functie van Provinciale Staten. In de voorgaande fasen van het project OostvaardersWold is er een goede verhouding ontstaan tussen de provincie en de verschillende publieke partners. Voor deze fase resulteert dit in participatie van medewerkers van de gebiedspartners in de projectorganisatie. Ook aan de relatie met de maatschappelijke
10
4 INHOUDELIJKE SPOREN
4.1 Identiteit en imago
(Inter)nationale publicaties over de unieke transformatie van het OostvaardersWold gepaard met een toeloop van steeds meer bezoekers uit de noordelijke Randstad en uiteindelijk van over de hele wereld zal ook de polderbewoners zelf trots maken op hun nieuwe aanwinst.
Wat willen we bereiken? In de structuurvisie is een goed beeld vastgelegd van de specifieke kwaliteiten van het OostvaardersWold en deze kwaliteiten moeten gedurende de hele uitvoeringsfase letterlijk in beeld blijven. Het gaat om: • de verbinding van unieke natuurgebieden (Oostvaardersplassen en Horsterwold voor mens en natuur) en daarmee het ontstaan van het Oostvaardersland. De brugfunctie van het OostvaardersWold komt fysiek o.a. tot uiting in de zes ecoducten en in de nieuwe waterlopen. • topnatuur in het gebied zelf, met vrij rondtrekkende kuddes en uitgestrekte water- en moerasnatuur • vrije toegankelijkheid in grote delen van het gebied en ruime voorzieningen voor fietsen, kanoën en andere vormen van natuurbeleving Deze drie elementen moeten in de realisatiefase steeds in onderlinge samenhang worden gecommuniceerd. Wanneer stappen gezet worden in de aanleg en natuurontwikkeling (aanleg waterlopen, fiets- en wandelpaden, aanplant bos e.d.) dienen de inrichtingsmaatregelen de identiteit van het gebied te versterken.
De agrarische sector beleeft de realisatie van het OostvaardersWold anders. Boeren zien het gebied direct of indirect als een bedreiging. Dat geldt in ieder geval voor de 35 boerengezinnen die moeten plaatsmaken voor het OostvaardersWold. Voor hen is het belangrijk dat ze weten waar ze aan toe zijn, wat vereist dat er rekening wordt gehouden met zowel de zakelijk als persoonlijke en sociale aspecten. De landbouwadviseurs, die sinds najaar 2008 veel contacten hebben gelegd met de bewoners van de groenblauwe zone, zullen hun rol van bemiddelaar en aanspreekpunt voortzetten. Deze aanpak is effectief gebleken en heeft een bijdrage geleverd aan het normaliseren van de verhoudingen tussen boeren en projectorganisatie. De boeren die rondom het OostvaardersWold wonen en werken, willen vooral zeker gesteld hebben dat hun bedrijfsvoering geen hinder ondervindt. Zij worden actief meegenomen in het uitvoeren van de maatregelen die in de structuurvisie zijn opgenomen om de negatieve effecten voor de landbouw te beperken. Doorlopende participatie op basis van wederzijds respect is daarvoor de sleutel.
De betekenis van het OostvaardersWold strekt zich uit over een veel groter gebied dan alleen Flevoland. Het is een icoon voor het natuurnetwerk dat door heel Nederland wordt aangelegd als dé infrastructuur voor kwalitatief hoogwaardige natuur, recreatie, wonen en waterbeheer. Juist door haar ligging in het jonge Flevoland staat het OostvaardersWold symbool voor de dynamiek van ons land waar, na nog geen 20 jaar van intensief agrarisch gebruik, alweer een nieuwe ruimtelijke keuze wordt gemaakt voor de verbinding van stad, natuur en waterbeheer. Tevens laat het internationaal befaamde natuurgebied de Oostvaardersplassen zich straks op geen andere plek beter beleven dan in het OostvaardersWold. De unieke beelden die nu nog van de Oostvaardersplassen de wereld overgaan, zullen straks ook afkomstig zijn uit het OostvaardersWold, simpelweg omdat in dit gebied mens en natuur veel dichter bij elkaar komen.
In de praktijk zullen de meeste communicatieactiviteiten gericht zijn op OostvaardersWold als gebied, vooral als het gaat om de uitvoering, de grondverwerving en de bijbehorende planologische procedures. Uit het oogpunt van promotie is het tegelijk van belang om te vertellen dat OostvaardersWold niet op zich staat, maar de verbindende schakel is voor het Oostvaardersland. Daarom zal op informatieborden, op de website, in brochures en andere uitingen altijd aandacht zijn voor het Oostvaardersland dat juist dankzij de verscheidenheid van Oostvaardersplassen, OostvaardersWold en Horsterwold zo’n geweldig gevarieerd en aantrekkelijk gebied wordt voor zowel mens als natuur. Ook in de realisatiefase blijft de informatievoorziening richting volksvertegenwoordigingen en gebiedspartners van groot belang.
11
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
Een zorgvuldige verantwoording van de voortgang en transparante besluitvorming dragen bij aan het draagvlak in de samenleving.
kwaliteitsplan (zie spoor Voorbereiding van de Uitvoering). • Een participatieplan om de inwoners van Flevoland te betrekken bij (het opstellen van) de producten van de realisatiefase. Voor de producten die alleen de direct omwonenden aangaan, vindt participatie specifiek met hen plaats. • Een promotieplan om bekendheid te genereren bij mensen die in de toekomst gebruik gaan maken van het OostvaardersWold. De promotieactiviteiten gericht op inwoners Flevoland starten in 2010 en nemen in de loop van de jaren in intensiteit toe. • Een documentatieplan waarin wordt uitgewerkt hoe de eerste grote herinrichting van Flevoland wordt gedocumenteerd.
Wat gaan we hiervoor doen Als het OostvaardersWold is gerealiseerd zal het gebied voor een belangrijk deel zichzelf verkopen. Maar voordat het zover is, zal er sprake zijn van een continue communicatie-inspanning in de vorm van promotieactiviteiten, die steeds concreter kunnen worden naarmate het project vordert. Referentiebeelden van elders maken steeds meer plaats voor beelden uit het gebied zelf. Struinkaarten van het gebied kunnen steeds verder worden ingekleurd. Flyers en brochures over hoe het kan worden, worden vervangen door folders die steeds meer laten zien wat er al te zien en te beleven is. Het zichtbaar maken van de uitvoering start al in 2010. Daarmee wordt voorkomen dat de grootschalige inrichtingswerkzaamheden, die in 2012 starten, tegen die tijd worden ervaren als een “overval” na een periode van relatieve stilte. Zo is in 2010 bijvoorbeeld de bouw van een fraaie uitzichttoren voorzien op een strategische plek in het gebied. Die biedt een continue mogelijkheid aan het grote publiek om de vorderingen van het project met eigen ogen te volgen. Hetzelfde geldt voor een website met nieuwtjes over het project en over de voortschrijdende inrichting. Door enkele malen per jaar een (digitale) nieuwsbrief onder belangstellenden en omwonenden te verspreiden worden eveneens de communicatielijnen met het publiek open gehouden. Ook wordt bekeken of het mogelijk is om de huidige ecologische verbinding De Grote Trap op korte termijn met een wandelroute te ontsluiten. En tot slot starten er al inrichtingswerkzaamheden in het Horsterwold en Kotterbos.
Het eerste deel van de realisatiefase (eind 2009-begin 2011) wordt benut om de huidige communicatiemiddelen en -activiteiten uitvoeringsgericht te maken. Daarbij vindt in de praktijk veel kruisbestuiving plaats tussen de vier bovengenoemde plannen.
4.2 Grondverwerving Wat willen we bereiken Eind 2009 zijn 10 bedrijven aangekocht, met een totale oppervlakte van circa 450 hectare. In 2010 worden naar verwachting 7 bedrijven aangekocht, met een totale oppervlakte van circa 300 hectare. Provinciale Staten hebben benadrukt dat de grondverwerving de komende periode voortvarend ter hand moet worden genomen. Tot nu toe zijn gronden verworven op basis van vrijwilligheid, waarbij het initiatief daartoe grotendeels lag bij de grondeigenaar. Er zal nu een omslag nodig zijn naar actieve grondverwerving, waarbij de provincie het initiatief zelf neemt voor een gesprek met alle grondeigenaren met het voorstel om een minnelijk verwervingstraject aan te gaan. Het is de verwachting dat het aantal bedrijfsverplaatsingen na de vaststelling van de structuurvisie OostvaardersWold fors zal toenemen. Bovendien is de complexiteit van bedrijfsverplaatsing dusdanig dat meer inzet en aansturing gewenst is, zodat de periode tussen
Om deze continue communicatie-inspanning planmatig te borgen zullen vier producten worden gerealiseerd waarin de inzet van communicatiemiddelen en –activiteiten concreet wordt uitgewerkt: • Een imagoplan. Hierin worden de kernwaarden voor het gebied en de gewenste beeldvorming verder uitgewerkt. Het plan dient als paraplu voor alle communicatieactiviteiten en voor producten uit andere sporen zoals het beeld-
12
het eerste contact met een agrariër en de daadwerkelijke bedrijfsverplaatsing zo kort mogelijk zal zijn. De grondverwerving zal om die reden verder geprofessionaliseerd worden. Om dit te realiseren zal een coördinator grondverwerving worden aangetrokken.
plaats moeten maken voor het OostvaardersWold en de projectorganisatie. Het is van waarde gebleken dat boeren terecht kunnen bij de landbouwadviseurs op momenten dat zij om wat voor reden dan ook niet rechtstreeks contact willen hebben met de provinciale organisatie, danwel dat boeren van mening zijn dat de projectorganisatie tekort schiet. Tevens vervullen de landbouwadviseurs de rol van intermediair tussen LTO Noord en provincie.
Wat gaan we hiervoor doen In deze fase zijn voor grondverwerving de volgende producten of activiteiten aan de orde: • Actieve grondverwerving Tijdens de planvormingsfase is sprake geweest van ‘passieve’ grondverwerving: er werd onderhandeld met grondeigenaren die hun grond wilden verkopen, op basis van aankoopkansen. Nu Provinciale Staten de structuurvisie voor OostvaardersWold hebben vastgesteld zal een omslag plaatsvinden naar ‘actieve’ grondverwerving. Nog steeds is sprake van vrijwilligheid, maar in tegenstelling tot de voorgaande periode wordt het initiatief niet alleen overgelaten aan de grondeigenaren zelf. Alle grondeigenaren waarmee nog geen onderhandelingen gevoerd worden zullen actief door de provincie worden benaderd met het voorstel om een minnelijk verwervingstraject aan te gaan. • Administratieve procedure t.b.v. onteigening Er zal maximaal worden ingezet op minnelijke verwerving. Echter er zal rekening mee gehouden moeten worden gehouden dat voor een deel van de te verwerven gronden in de toekomst onteigening noodzakelijk zal zijn. Om tijdig over alle gronden te kunnen beschikken, is het noodzakelijk om in de fase van voorbereiding van de uitvoering de administratieve procedure ten behoeve van de onteigening op te starten. Er zal een onteigeningsdossier worden gevormd, dat alle documentatie bevat over de inspanningen die zijn verricht voor minnelijke verwerving. Daarnaast zal een ontwerpbesluit tot onteigening worden voorbereid en vastgesteld, op basis waarvan een Koninklijk Besluit tot onteigening zal worden genomen, zo snel mogelijk na de vaststelling van het bestemmingsplan. • Landbouwadviseurs Zoals al beschreven bij het spoor Identiteit en Imago blijven de landbouwadviseurs hun intermediaire rol vervullen tussen boeren die
4.3 Juridisch-planologisch Wat willen we bereiken In de planvormingsfase is een structuurvisie opgesteld waarin het ontwerp voor het gebied is vastgelegd. Op basis daarvan wordt nu een integrale bestemmingsregeling opgesteld. Voor 1 januari 2011 zal er (zoals vastgelegd in de verordening Groenblauwe Zone OostvaardersWold) een vastgestelde bestemmingsregeling moeten zijn. In 2010 stelt de projectorganisatie een integrale bestemmingsregeling op. De vraag ligt voor of een provinciaal bestemmingsplan (inpassingsplan) door de provincie Flevoland wordt vastgesteld of dat er een bestemmingsplan komt waarvan de verschillende onderdelen door de gemeenten worden vastgesteld. Voor het vaststellen van een bestemmingsregeling is er een keuze tussen: • Het vaststellen van de onderdelen van het bestemmingsplan door de gemeenten; • Een inpassingsplan, een provinciaal bestemmingsplan voor het gebied, vast te stellen door Provinciale Staten. • Een combinatie van voorgaande mogelijkheden (bv. een bestemmingsplan door een gemeente en een inpassingsplan voor het overige gebied) • Eén van bovenstaande opties waarbij tevens de coördinatieregeling van de Wro wordt toegepast om plannen en/of vergunningen gelijktijdig in procedure te brengen en vast te stellen. Deze keuze moet uiterlijk in december 2009 worden gemaakt, omdat begin 2010 duidelijk zal moeten zijn wie het voornemen tot het opstellen van de besluitMer zal publiceren en als bevoegd
13
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
gezag zal functioneren. Dat gebeurt conform eerdere afspraken in overleg met de betrokken gemeenten. Inmiddels is aan de hand van de keuzenotitie door de colleges van B en W van Lelystad en Zeewolde gevraagd een inpassingsplan op te stellen.
concept besluitMER. • Inspraak ontwerp inpassingsplan en concept besluitMER Op het ontwerp inpassingsplan en concept besluitMER zal gedurende zes weken inspraak mogelijk zijn. Deze inspraak heeft de status van wettelijke beroep- en bezwaarprocedure. • Vaststellen inpassingsplan en besluitMER door bevoegd gezag. Na de inzagetermijn zullen Provinciale Staten het inpassingsplan en de bijbehorende besluitMER definitief vaststellen. • EHS-kaart aanpassen Tegelijkertijd met het inpassingsplan moet de begrenzing van de nieuw te ontwikkelen EHS in het OostvaardersWold worden begrensd door Provinciale Staten.
Wat gaan we hiervoor doen In deze fase zijn voor het juridisch planologisch spoor de volgende producten of activiteiten aan de orde (omdat het noodzakelijk is dat het inpassingsplan vóór het eind van 2010 is vastgesteld, is dit overzicht gedetailleerder uitgewerkt dan in de andere sporen): • Keuzenotitie In een keuzenotitie worden de argumenten geleverd om te bepalen welk type bestemmingsregeling het meest wenselijk is: een bestemmingsplan vastgesteld door de betrokken gemeenten of een inpassingsplan vastgesteld door Provinciale Staten. • Startnotitie besluitMER Gekoppeld aan het inpassingsplan dient een besluitMer te worden opgesteld. Deze procedure gaat van start met het vaststellen van een startnotitie door Provinciale Staten. De besluitMER zal moeten aansluiten bij het abstractieniveau van het inpassingsplan. Door de commissie voor de M.e.r. is aangegeven dat er op veel onderdelen al sprake is van voldoende niveau in de huidige PlanMER voor een besluitMER. • Ontwerp inpassingsplan en concept besluitMER Bij het inpassingsplan moet het abstractieniveau worden bepaald (globaal of gedetailleerd) en een keuze worden gemaakt voor welk gebied het plan zal worden opgesteld. Er is in de structuurvisie nu al sprake van een behoorlijk uitwerkingsniveau. Slechts op een enkel onderdeel zal er nog wat uitgebreider onderzoek moeten worden gedaan, omdat in de vorige fase al veel noodzakelijk onderzoek is verricht. De insteek is dat er een globaal eindplan wordt opgesteld waarin de ruimtelijke hoofdstructuur van het OostvaardersWold is opgenomen en waarbij voor een beperkt aantal onderdelen naar een gedetailleerder abstractieniveau moet worden gekeken. Dit wordt vastgelegd in een ontwerp bestemmingsplan en
14
4.4 Voorbereiding van de uitvoering
• (Strategisch) beheerplan In het (strategisch) beheerplan wordt vastgelegd op welke wijze, door middel van beheer, de inrichting van het OostvaardersWold zoals aangegeven in de structuurvisie wordt gerealiseerd. Onder andere moet de vraag worden beantwoord op welk moment de grote grazers het gebied in gebruik (kunnen) nemen en wat de voorwaarden daarvoor zullen zijn. • Calamiteitenplan Voor de bereikbaarheid van hulpdiensten in het gebied zullen afspraken gemaakt moeten worden. Deze afspraken zullen neerslaan in het calamiteitenplan. Ook zal aangegeven worden hoe wordt omgegaan met dierziekten. • Acquisitieplan Oostvaardersland Voor (de omgeving van) het Oostvaardersland wordt een acquisitieplan opgesteld. In dit plan wordt beschreven welk soort bedrijven in de omgeving van het Oostvaardersland wenselijk zijn en wat er wordt gedaan om deze bedrijven te interesseren.
Wat willen we bereiken Tot nu toe is gewerkt aan het ontwerp voor het OostvaardersWold. Nu volgt de fase van (de voorbereiding van) de uitvoering en de uiteindelijke realisatie die gereed moet zijn in 2014. De producten van dit spoor zijn grotendeels nieuw voor de provincie. Belangrijk is het benutten van ervaring van de uitvoering vanuit DLG maar ook onze afdeling WVV om te zorgen voor een goede en professionele voorbereiding van de uitvoering. Naast voorbereiding van de uitvoering en de uitvoering zelf, zijn ook een goed functionerend natuur- en waterbeheer en de economische ontwikkeling belangrijke aandachtsvelden binnen dit spoor. Doel is om in een vroegtijdig stadium initiatieven te ontlokken van marktpartijen in de recreatiesector en andere economische sectoren, die een bijdrage kunnen leveren aan de werkgelegenheid in Flevoland. Kenmerkend voor het uitvoeringsspoor is dat er allerlei activiteiten gaan spelen waarvoor intensieve afstemming noodzakelijk is.
4.5 Projectfinanciering
Wat gaan we hiervoor doen In deze fase zijn voor de (voorbereiding van de) uitvoering de volgende producten of activiteiten aan de orde: • Beeldkwaliteitsplan In het beeldkwaliteitsplan wordt een beschrijving gegeven van de uitstraling die het gebied of onderdelen daarvan moeten krijgen; • Definitief ontwerp Voor de uiteindelijke aanbesteding zal de structuurvisie op onderdelen (in ieder geval infrastructuur) verder moeten worden uitgewerkt. Mede op basis van het definitief ontwerp zal een verdere uitbreiding van het programma van eisen plaatsvinden. • Strategie marktbenadering De strategie marktbenadering beschrijft de inhoudelijke keuzes die te maken zijn ten aanzien van aanbesteding. • Natuurbeheerplan In het natuurbeheerplan worden de natuurdoelen en kenmerkende natuurwaarden voor het gebied beschreven.
Wat willen we bereiken Het spoor van projectfinanciering is zowel praktisch als strategisch van karakter en geeft tevens aan hoe de risico’s worden gemanaged. Voordat daadwerkelijk wordt gestart met de uitvoering zullen de uitvoeringsstrategie en de financieringsstrategie moeten worden bepaald. Daarbij is met name van belang welke middelen wanneer beschikbaar zijn en wat de volgorde van realisatie zal zijn. Uiteindelijk zal dit moeten resulteren in een realisatieovereenkomst, waarbij ook afspraken gemaakt worden over de governance van dit project. Voor de proceskosten in deze planfase heeft de Provincie Flevoland, vanwege haar regierol, financiële middelen beschikbaar gesteld. Met deze procesgelden kan de inzet van de nieuwe projectorganisatie in deze fase volledig worden bekostigd. Wat gaan we hiervoor doen In deze fase worden de volgende producten opgesteld voor het spoor projectfinanciering:
15
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
• SSK-raming De kostenraming zoals die is opgesteld voor OostvaardersWold (bijlage 3 bij de Samenwerkingsovereenkomst) zal in de komende projectfase worden omgezet naar een raming volgens de Standaard Systematiek Kostenraming (SSK). Tegelijkertijd wordt er een SSK-raming opgesteld voor het Definitief Ontwerp. In deze systematiek is de opbouw van een raming en de manier waarop daarbij wordt omgegaan met onzekerheden, gestructureerd en geüniformeerd. Door een SSK-raming op te stellen en daarin tevens een aantal posten uit de huidige kostenraming nader te specificeren en/of te detailleren ontstaat een beter beeld van de te verwachten kosten, en worden de marges voor onvoorziene kosten kleiner. Overigens is deze SSK-raming dynamisch, dat wil zeggen dat regelmatig nadere specificatie kan plaatsvinden door voortschrijdend inzicht gedurende deze projectfase. • Strategie voor de uitvoering Voordat daadwerkelijk wordt gestart met de uitvoering zal een strategie voor de uitvoering moeten worden bepaald. Basis daarbij is de vraag wanneer de middelen beschikbaar komen, wat de volgorde van realisatie zal zijn en hoe de uitvoering gefaseerd kan worden. In de stuurgroep is afgesproken dat de ambitie uit de structuurvisie moet worden gerealiseerd. Mocht er op een gegeven moment tijdelijk onvoldoende geld beschikbaar zijn, dan zal worden bekeken of het project in delen is te realiseren. • Realisatieovereenkomst Met de gebiedspartners zijn in de planvormingsfase afspraken gemaakt t.a.v. hun financiële bijdrage aan OostvaardersWold. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst (SOK). Naast concrete verplichtingen zijn in de SOK ook inspanningsverplichtingen en randvoorwaardelijke inspanningsverplichtingen opgenomen. In de komende projectfase worden nadere financiële afspraken gemaakt met de gebiedspartners. Deze afspraken worden in 2010 nader geconcretiseerd in de realisatieovereenkomst. Uiterlijk eind 2010 moeten de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst zijn vertaald in de realisatieovereenkomst. In deze realisatieovereenkomst zullen ook afspraken
moeten worden vastgelegd over de risicoverdeling en de governance (wijze van aansturing en verdeling van de verantwoordelijkheden) van dit project. • Risicomanagement De risicomatrix van OostvaardersWold beschrijft alle projectrisico’s, inclusief impact, gevolgen en beheersmaatregelen. De huidige versie van de risicomatrix is opgesteld tijdens de planvormingsfase. De risicomatrix zal bij het begin van de realisatiefase worden herzien middels een risicosessie. De actuele risico’s zullen tijdens de volgende fase aan de hand van geformuleerde beheersmaatregelen door de projectorganisatie adequaat worden gemanaged.
16
5 DE ORGANISATIE VAN HET PROJECT
Voor de komende fase wordt een projectorganisatie voorgesteld die voor wat betreft de structuur een voortzetting is van de huidige structuur. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken besturen en bestuursorganen in de realisatiefase.
en dat tegelijk recht wordt gedaan aan de onafhankelijke rol van volksvertegenwoordigingen. In dat kader loopt er op dit moment binnen de provincie een separaat proces waarin, in algemene zin, deze afspraken en spelregels in het kader van grote projecten worden opgesteld. Dit proces wordt in samenspraak tussen GS, griffie en PS ingevuld en uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn ook van toepassing op het project OostvaardersWold.
Belangrijk uitgangspunt voor het gehele project is dat het tot stand wordt gebracht door een samenwerking tussen een aantal partijen. Dit zijn de provincie Flevoland, de gemeenten Almere, Zeewolde en Lelystad, Waterschap Zuiderzeeland, het ministerie van LNV en Staatsbosbeheer. Tussen deze partijen is in de samenwerkingsovereenkomst afgesproken dat in de fase van de uitvoering de provincie Flevoland de rol van trekker en opdrachtgever krijgt. Daarnaast is belangrijk te benoemen dat draagvlak nodig is bij een aantal maatschappelijke en belangenorganisaties. Deze organisaties zijn tot nu toe ook betrokken geweest en hebben in de nieuwe organisatie opnieuw een belangrijke plek. Het voorstel is ze samen te brengen in een Maatschappelijke Adviescommissie.
Vooruitlopend op de resultaten van dit proces worden voor het project OostvaardersWold de volgende voorlopige voorstellen gedaan: • Voorafgaand aan de realisatiefase van het OostvaardersWold stellen Provinciale Staten het Plan van Aanpak vast, waarin onder meer aandacht is voor kaderstelling door PS tijdens de Realisatiefase. • De inhoudelijke kaders van het project in de uitvoeringsfase hebben Provinciale Staten vastgesteld in de Structuurvisie OostvaardersWold. De procesmatige kaders zijn door de algemeen besturen van de gebiedspartners vastgesteld in de daarbij behorende Samenwerkingsovereenkomst. • Het college van GS informeert Provinciale Staten periodiek over de voortgang van het project OostvaardersWold in de realisatiefase. Dat gebeurt via de commissie Ruimte. Om te voorkomen dat de reguliere agenda van de commissie Ruimte te zwaar wordt belast, wordt voorgesteld om in beginsel viermaal per jaar een bijeenkomst te beleggen voor de leden van de commissie Ruimte, waarbij informatieve en opiniërende onderwerpen ten aanzien van het project OostvaardersWold aan de orde kunnen komen. Deze bijeenkomsten zijn aanvullend op de reguliere commissievergaderingen. • De agenda van de extra bijeenkomsten van de commissie Ruimte voor OostvaardersWold wordt in overleg met de griffie bepaald en kan de volgende elementen bevatten: • Informatie over stand van zaken en voortgang van plan, planning en financiën • Opiniërende discussie over actuele onderwerpen • In overleg met de griffie wordt daarnaast aan
5.1 De relatie tussen GS en PS en projectorganisatie Gelet op de aard (provincie is regisseur namens een aantal gebiedspartners) en omvang van dit project verdient de invulling van de verantwoordingsverplichting van GS aan PS bijzondere aandacht. Het gehele proces zal vooraf duidelijk moeten zijn, onderscheiden naar de te nemen stappen en daaraan gekoppelde besluiten door Provinciale Staten. Om goed voorbereid te kunnen zijn om deze verschillende besluiten te nemen, stelt dit bijzondere eisen aan de informatievoorziening. Tegelijkertijd is het in uitvoeringsprojecten uiterst relevant dat de verschillende betrokken gremia (PS, GS en externe partijen) zich bewust zijn van hun onderlinge relatie en daaraan verbonden verantwoordelijkheden. Het is van belang deze rollen goed te definiëren en afspraken te maken over de spelregels die tussen de verschillende gremia daarvoor gelden. Doel van deze afspraken is dat de voortgang van het project is gewaarborgd
17
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
5.2 Relatie met gebiedspartners
het begin van de realisatiefase een termijnkalender gemaakt met onderwerpen die in de tijd geagendeerd worden in de commissie Ruimte. De fasering in dit plan van aanpak is daarbij richtinggevend. • Tweemaal per jaar vindt verantwoording van het project plaats op voortgang, financiën en risicobeheersing in de commissie Ruimte. Deze voortgangsrapportages worden gelijktijdig met voorjaars- en najaarsnota opgeleverd. Op beide momenten wordt zowel teruggekeken als vooruitgekeken.
In de Samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de relatie tussen de gebiedspartners. Deze heeft zijn vertaling gekregen in de projectorganisatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedspartners die mee ontwikkelen en gebiedspartners die belangen of deelbelangen vertegenwoordigen. Gebiedspartners die direct bijdragen aan de ontwikkeling van het plan hebben een positie in de Bestuurlijke Begeleidingscommissie. Verder worden zij uitgenodigd zo mogelijk projectmanagers, projectleiders of projectmedewerkers te leveren voor de projectorganisatie. Gebiedspartners die belangen of deelbelangen vertegenwoordigen, hebben een positie in de Maatschappelijke Adviescommissie.
5.3 De projectorganisatie De structuur van de projectorganisatie is als volgt:
PS
Maatschappelijke advies commis sie
Projectteam Identiteit en Imago
Projectteam Grondwerving
GS
Bestuurlijke begeleidingscommis sie
Project Management Team (PMT)
Strategisch kernteam
Projectteam Juridisch/ planologisch
Projectteam Uitvoering
18
Projectteam Projectfinanciering
De rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende gremia worden hieronder uitgewerkt:
gemeenten Almere, Zeewolde en Lelystad, Waterschap Zuiderzeeland, ministerie LNV en Staatsbosbeheer). Ieder lid behartigt de belangen van zijn organisatie. De projectgedeputeerde van de provincie Flevoland fungeert als voorzitter van de commissie en als inhoudelijk vertegenwoordiger namens de provincie. De BBC komt gemiddeld viermaal per jaar bijeen. De vergaderingen worden voorbereid door het Project Managementteam (PMT) en afgestemd met het Strategisch Kernteam (SKT).
Provinciale Staten (PS): Provinciale Staten stellen de kaders en geven aan het college van Gedeputeerde Staten (GS) de opdracht om het project OostvaardersWold uit te voeren. De kaders zijn bepaald door dit plan van aanpak, de Structuurvisie OostvaardersWold en daarbij behorende Samenwerkingsovereenkomst tussen provincie en gebiedspartners. PS worden periodiek geïnformeerd door GS over de voortgang, de planning en de financiën via de Statencommissie Ruimte. Gelet op de aard en omvang van het project is het voorstel om 4 maal per jaar de agenda voor deze commissie alleen het project te laten bevatten. Overweging daarbij is om hiervoor extra commissiebijeenkomsten te organiseren. Op deze wijze is er ook ruimte voor opiniërende discussies binnen de commissie. Daarvoor worden separaat met de Statengriffie afspraken gemaakt. In het proces van uitvoering zal een aantal producten ter besluitvorming aan Provinciale Staten worden voorgelegd. In het planningsschema (hoofdstuk 6) staat aangegeven om welke producten het gaat en wat hierbij de planning is. Dit besluitvormingsproces wordt in overleg met de griffie voorbereid.
Maatschappelijke Adviescommissie (MAC) De Maatschappelijke Adviescommissie is het externe adviesorgaan voor OostvaardersWold en geeft gevraagd en ongevraagd advies in de realisatiefase. De adviezen zijn gericht op afgewogen inpassing van het OostvaardersWold in de Flevolandse samenleving. In eerste instantie is de rol van de MAC voornamelijk beperkt tot het plangebied van OostvaardersWold. Waarschijnlijk ontwikkelt de MAC zich de komende jaren tot een platform voor het Oostvaardersland (met een schaalomvang van een Nationaal Park). In de Maatschappelijke Adviescommissie hebben partijen zitting die een speciaal belang hebben bij de realisatie van OostvaardersWold. Daarbij wordt gedacht aan de partijen die in de vorige fase in de klankbordgroep zaten (ANWB, KvK, Flevolandschap), LTO Noord en mogelijk aangevuld met belangenorganisaties zoals natuurorganisaties, terreineigenaren, kanobond, ENFB, bewonersvertegenwoordiging etc. De leden moeten in staat zijn hun achterbannen te vertegenwoordigen. Gemiddeld zal de commissie viermaal per jaar bijeenkomen of zoveel vaker als de leden dat noodzakelijk achten. De MAC wordt voorgezeten door de huidige onafhankelijke voorzitter van de Klankbordgroep, de heer Gabor.
Gedeputeerde Staten (GS): Het college van GS ontvangt de opdracht van Provinciale Staten en voert deze uit binnen de kaders en het mandaat dat door PS is gesteld. Zij formuleert de bestuurlijke opdracht. Binnen GS wordt de portefeuillehouder OostvaardersWold als bestuurlijk opdrachtgever (BOG) aangewezen. Bestuurlijke Begeleidingscommissie (BBC) Zoals afgesproken in de Samenwerkingsovereenkomst geeft de Bestuurlijke Begeleidingscommissie ‘zwaarwegende’ adviezen aan GS binnen de kaders van de vastgestelde structuurvisie en de Samenwerkingsovereenkomst voor de realisatiefase van OostvaardersWold. De BBC adviseert GS over conceptproducten van de projectorganisatie. De producten zijn in dit plan van aanpak genoemd.
Strategisch Kernteam (SKT) Het Strategisch Kernteam is het ambtelijk voorportaal voor de Bestuurlijke Begeleidingscommissie en kent dezelfde vergaderritmiek als de BBC. Het SKT heeft de volgende taken: • beoordelen of producten van het Project Managementteam passen binnen de ontwikkel-
In de BBC zitten de portefeuillehouders van de samenwerkende partijen (provincie Flevoland,
19
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
kaders van de structuurvisie, de Samenwerkingsovereenkomst en dit plan van aanpak; • beoordelen of de producten rijp zijn voor bestuurlijke advisering.
Het deel van de realisatiefase dat dit in dit Plan van Aanpak is beschreven, de voorbereiding van de uitvoering, loopt van oktober 2009 tot en met december 2010. Zo’n meerjarige fase brengt een eigen ritme met zich mee voor monitoring en verantwoording, die kan afwijken van de reguliere P&C-cyclus.
Het Strategisch Kernteam bestaat uit vertegenwoordigers op managementniveau van de betrokken gebiedspartners (provincie Flevoland, gemeenten Almere, Zeewolde en Lelystad, Waterschap Zuiderzeeland, ministerie LNV en Staatsbosbeheer). De programmamanager OostvaardersWold is voorzitter van het SKT.
Relevante aspecten Voor monitoring en verantwoording van een groot project als OostvaardersWold zijn de aspecten tijd, geld en risico’s van belang. Voor elk van deze aspecten wordt de Deming-cyclus doorlopen. Hieronder wordt dit verder uitgewerkt. • Tijd: de planning en daadwerkelijke voortgang van het project in de fase van de voorbereiding van de uitvoering. Bij aanvang van de fase van de voorbereiding van de uitvoering zijn de geplande activiteiten in deze fase in de tijd uitgezet. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in de masterplanning voor OostvaardersWold, en in de werkplannen per spoor. De voortgang van deze activiteiten wordt bewaakt door de projectmanagers. Bij afwijkingen bepaalt het PMT welke actie nodig is: bijsturing, zodat de voorgenomen planning gerealiseerd kan worden, of aanpassing van de planning voor deze fase. • Geld: de voor het project benodigde financiële middelen. Daarbij is een onderscheid tussen de proceskosten (kosten voor de projectorganisatie binnen de provincie) en de kosten voor grondverwerving en inrichting van OostvaardersWold (uitvoeringskosten, gedragen door de provincie en haar gebiedspartners). Proceskosten Bij aanvang van de fase van de voorbereiding van de uitvoering is een begroting gemaakt voor de periode oktober 2009 tot en met december 2010. Provinciale Staten hebben deze begroting vastgesteld in de Najaarsnota 2009 en het financieel kader voor 2010. Voor 2009 werd een bedrag van € 1,1 miljoen gereserveerd. Voor 2010 werd € 2,2 miljoen gereserveerd. De projectorganisatie bewaakt de werkelijke uitgaven gedurende deze fase. Indien nodig wordt de begroting tussentijds aangepast bij de Voorjaars- en de Najaarsnota. Kosten voor grondverwerving en inrichting
Projectteams (PT) Ieder spoor kent, afhankelijk van de in te vullen opgave, een eigen projectteam onder leiding van een projectmanager. Deze teams zijn verantwoordelijk voor de op te leveren (deel)producten binnen ieder spoor. Deze zijn in het Plan van Aanpak benoemd. Binnen ieder spoor zijn projectleiders verantwoordelijk voor het tot stand brengen van de producten In de projectorganisatie is ruimte voor gebiedspartners om projectmanagers, projectleiders of –medewerkers te leveren. Juist in de fase van uitvoering is dit belangrijk omdat de partners specifieke expertise hebben op het vlak van uitvoering.
5.4 Monitoring en verantwoording Deze paragraaf beschrijft de systematiek voor monitoring en verantwoording van het project OostvaardersWold in de realisatiefase. De voorgestelde systematiek past binnen de provinciale P&C-cyclus en sluit aan bij de afspraken en regels ten aanzien van de sturing op grote projecten, zoals die momenteel in samenspraak tussen GS, de griffie en PS worden ontwikkeld (zie paragraaf 5.1). Cyclus OostvaardersWold bevindt zich in een permanente cyclus van plannen, realiseren, controleren en corrigeren (‘Deming-cyclus’). De dynamiek van deze cyclus wijkt af van de ‘normale’ cyclus binnen een beleidsafdeling, die gebaseerd is op kalenderjaren. Een groot project als OostvaardersWold is opgedeeld in een aantal meerjarige fasen.
20
Rapportage De ambtelijk opdrachtnemer rapporteert twee maal per jaar aan de bestuurlijk opdrachtgever over de voortgang van het project (zie ook paragraaf 5.3). De rapportagemomenten vallen samen met het opstellen van de Voorjaarsnota en Najaarsnota. De bestuurlijk opdrachtnemer rapporteert op basis van deze rapportage aan PS ten aanzien van afwijkingen ten opzichte van het door PS gestelde kader. De rapportage vormt tevens de basis voor de bijdrage van OostvaardersWold aan de Voorjaarsnota en de Najaarsnota. In de Voor- en Najaarsnota worden alleen afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting verantwoord.
Met de gebiedspartners zijn in de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) afspraken gemaakt over de bijdrage van elke partner aan de kosten voor grondverwerving en inrichting. • Risico’s: de identificatie en beheersing van de projectrisico’s in de fase van de voorbereiding van de uitvoering. Bij aanvang van de fase van de voorbereiding van de uitvoering vindt een risicosessie plaats, waarbij de risicomatrix zoals die is opgesteld tijdens de planvormingsfase wordt geactualiseerd. De geformuleerde risico’s worden geclassificeerd en per risico worden één of meer beheersmaatregelen geformuleerd. De projectorganisatie bewaakt de benoemde risico’s tijdens de voorbereiding van de uitvoering, en beheerst deze waar nodig.
21
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
22
6 PLANNING
Op hoofdlijnen kan de realisatiefase in twee delen worden opgesplitst. Van oktober 2009 tot en met december 2010 ligt de nadruk op het voorbereiden van de uitvoeringswerkzaamheden. Vanaf januari 2011 tot eind 2014 vindt de daadwerkelijk aanleg van het gebied. In dit plan van aanpak is voor het eerste deel van de realisatiefase een planningsschema uitgewerkt. Voor de sporen 1, 2, 4 en 5 is deze planning op hoofdlijnen en productniveau uitgewerkt. Voor spoor 3 (juridisch-planologisch) is de planning gedetailleerder uitgewerkt, omdat het noodzakelijk is voor het eind van 2010 een inpassingsplan vast te stellen en de daarbij behorende termijnen een kritisch pad vormen voor het project. Het planningschema maakt tevens duidelijk welke producten door Provinciale Staten worden vastgesteld en welke ter kennisname worden aangeboden aan PS. In overleg met de griffie wordt op basis van deze planning een termijnkalender opgesteld waarin agendering van besluitvorming, informatie en opiniërende onderwerpen inzichtelijk worden gemaakt voor Provinciale Staten.
23
24
*
x
x
concept besluit MER
• Inspraakperiode ontwerp inpassingsplan en concept besluit MER
• Verwerken inspraakreacties door project organisatie
x
Vaststellen aanpassing EHS-kaart
Acquisitieplan Oostvaardersland
Calamiteitenplan
(Strategisch) beheerplan OostvaardersWold
Natuurbeheerplan
Strategie marktbenadering
Definitief ontwerp OostvaardersWold
Beeldkwaliteitsplan
x
Risicosessie
Realisatieovereenkomst
Strategie voor de uitvoering
SSK raming
okt
= niet ter kennisname of ter besluitvorming naar PS
nov
2009
Alleen GS-besluit vereist; wordt ter advisering voorgelegd aan Statencommissie Ruimte
x
5. Projectfinanciering
x
x
x
x
x
4. Uitvoering
x
Vaststellen inpassingsplan
Advies commissie op ontwerp inpassingsplan en
x1*
Startnotitie besluitMer
Keuzenotitie
x
x
Ontwerp besluit tot onteigening
Dossiervorming t.b.v. onteigening
3. Juridisch-planologisch spoor
x
x
Documentatieplan
Promotieplan
Participatieplan
Imagoplan
x
x
x
2. Grondverwerving
x
1. Identiteit en Imago
Besluit PS Planning OostvaardersWold t/m december 2010
x
x
Kennisname PS
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2010
jul
aug
sep
okt
nov
dec
PLAN VAN AANPAK REALISATIEFASE - DEEL 1
COLOFON Tekst en redactie: Projectorganisatie OostvaardersWold DTP/opmaak: MultiCopy Lelystad Provincie Flevoland maart 2010