SOCIAAL HUIS INGELMUNSTER
FUNCTIENAAM : VERZORGENDE contractuele DIENST : GEZINS- EN BEJAARDENHULP O.C.M.W. NIVEAU : C1 -C2 VROEGERE FUNCTIE : Gezins- en bejaardenhelpster FUNCTIEBESCHRIJVING PLAATS IN HET ORGANIGRAM Werkt in de dienst gezins- en bejaardenhulp onder leiding van de teamverantwoordelijke. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE Het creëren van een zo comfortabel en aangenaam mogelijk leven voor de hulpvrager, door optimale en deskundige hulp en verzorging. FUNCTIE-INHOUD t.a.v. cliënten: gezinnen, bejaarden of specifieke doelgroepen I.
Praktische huishoudelijke hulpverlening A.
Maaltijden - voeding
bereiden (koken) van een gewone dagelijkse maaltijd voor de gezinsleden en voor diegenen die gewoonlijk de maaltijd in een gezinsverband gebruiken bereiden (koken) van maaltijden voor meerdere dagen een extra bereiden bij bijzondere gelegenheden bereiden van zout-, vet- en suikerarm dieet bereiden van specifieke baby & kindervoeding inmaak en bewaren van levensmiddelen in funktie van het gezinsverbruik informatie verschaffen rond gezonde voeding, nieuwe methoden, rationeel koken en bevoorraden oogsten van fruit en groenten in funktie van het gezinsverbruik verwijzen naar en/of contacteren van diensten voor maaltijdenbedeling aan huis B.
Vaatwas
de vaatwas van de dag
de vaatwas van voorbije dagen als gevolg van opstapeling van vaat omdat de hulpvrager zelf niet in staat is dit te doen en geen andere oplossing voorhanden is het betrekken van huisgenoten bij de vaatwas C.
Was en strijk
de bonte en fijne was en strijk ongeacht de technische hulpmiddelen de kookwas en strijk in kleine hoeveelheden ongeacht de technische hulpmiddelen de kook- en bonte was en strijk in grote hoeveelheden en zonder technische hulpmiddelen wordt naar een oplossing toe met de hulpvrager besproken. Te bespreken oplossingsalternatieven: aanschaffing technisch hulpmiddel, wasserij, mits meer uren hulp, indien hulpvrager onmogelijk één van drie voorgaande oplossingen kan aanvaarden om reden dat de hulpvrager daar financieel niet toe in staat is, dient men eerst contact te zoeken met eventuele familieleden en ten slotte, of desnoods met het O.C.M.W. om naar en oplossing uit te zien naar de wasserij of wasserette gaan ontvlekken en opfrissen van kledij D.
Verstellen
alle verstelwerk en klein naaiwerk van het gezin met hand en machine (enkel als machine in het gezin voorhanden is) Indien er geen machine voorhanden is en er regelmatig moet versteld worden, wordt met de hulpvrager de mogelijkheid van aankoop besproken. Is de hulpvrager er financieel niet toe in staat, dient men eerst contact te zoeken met eventuele familieleden en ten slotte of desnoods met het O.C.M.W. om naar een oplossing uit te zien. E.
Onderhoud
Onder onderhoud wordt verstaan: - bedden opmaken en verversen - schoonmaak van sanitair en toestellen - stof afnemen en stofzuigen - vloeren schuren en dweilen - houtwerk en metaal stoffen, afzemen en boenen - ramen wassen (binnen-buiten) - schoonmaak stoep en/of pad rondom de woning - schoenen poetsen - planten verzorgen - kleine tuinwerkjes. ‘ dagelijkse en wekelijkse onderhoud’ van de bewoonde plaatsen, t.t.z. datgene wat onder onderhoud wordt verstaan met uitzondering van kleine tuinwerkjes en boenen bij langdurige en/of intensieve hulpverlening wordt een extra onderhoud in acht genomen, t.t.z. datgene wat onder onderhoud wordt verstaan doch niet enkel t.a.v. de bewoonde plaatsen maar eveneens t.a.v. niet-bewoonde en gebruikte plaatsen en ruimten van de woning, dit laatste met dien verstande dat dit evenwichtig dient gespreid over de duur van de hulpverlening indien bij het begin van een hulpverlening sterke verwaarlozing wordt vastgesteld en in het vooruitzicht van een langdurige hulpverlening kan een grondige schoonmaak van de
woning gebeuren, mits het voorzien van intensievere hulp of het tijdelijk inschakelen van twee verzorgenden II.
Hygiënische en verzorgende en elementaire verplegende hulpverlening ‘Dagelijks en wekelijks toilet’ t.t.z. volledig wassen, helpen bij het aankleden, oog hebben voor een algemeen verzorgd voorkomen haarverzorging: wassen en inleggen baardverzorging: scheren en bijknippen voet- en handverzorging: wassen, nagels knippen, eelten wegvijlen tandverzorging: stimuleren van het tanden poetsen, vals gebit onderhouden indien hulpvrager dit zelf niet kan Hygiënische verzorging van ziekenkamer en ziekbed t.t.z. goede en aangepaste verluchting in acht nemen extra aandacht besteden aan opmaak en verversen van het ziekbed klaarzetten van nachtemmer - bedpan - bekken en al datgene wat noodzakelijk is voor de zieke dit binnen het bereik nachtemmer of bedpan reinigen en ontsmetten Een beperkte en elementaire verpleging t.t.z. het verzorgen van smetten (huidirritaties) het voorkomen van doorligwonden het verzorgen van een volledig genezen kunstmatige anus E.H.B.O. op vraag van dokter en/of dienst voor thuisverpleging temperatuur en pols volgen toedienen van voorgeschreven geneesmiddelen inhoud van de huisapotheek kennen en controleren als medewerkster de verpleegster van de thuisverplegingsdienst helpen Een algemene hygiënische opdracht informatie geven over besmettingsgevaar ontluizen ontsmetten van gebruikt materiaal en gerei Baby- en kinderverzorging Indien de zieke een dieetvoeding is voorgeschreven deze klaarmaken. Indien de zieke niet in staat is zelfstandig te eten, eten geven. Er over waken dat voorgeschreven bewegingen en therapeutische oefeningen gebeuren, eventueel helpen en samen oefenen. Informatie geven en/of verwijzen en/of contacteren van :
uitleendiensten gadgets diensten voor thuisverpleging gespecialiseerde diensten en voorzieningen zoals: pedicure, kinesitherapie, antigifcentrum, gezondheidscentra, huisarts Het nodige doen zowel administratief als t.a.v. het familiaal verband bij een acute opname van een alleenstaande of van een lid van het gezin, wanneer geen andere mogelijkheid voorhanden is, in een instelling. Hulp bij lijktooi. III.
Morele steungevende hulpverlening
Aandacht en begrip voor menselijke problematiek is typerend voor de helpende houding van de verzorgende. Het concreet maken van deze helpende houding kan niet als dusdanig in gedetailleerde deeltaken worden vastgelegd, daar deze helpende relatie bepaald wordt door de subjectieve beleving van de problematiek door de hulpvrager. Wel kunnen wij de grenzen ervan vastleggen en er een aantal mogelijke fasen in onderscheiden. Eerste fase: Opvang van menselijke problematiek, t.t.z. vanuit een ‘gevoelig’ zijn voor menselijke beleving, een luisterbereidheid ontwikkelen en deze actief maken t.a.v. de hulpvrager. Tweede fase: Bewustmaking van aanwezige problematiek en stimuleren van het belang te zoeken naar oplossingen zonder zelf een standpunt dienaangaande in te nemen of te suggereren. Derde fase: Verwijzen naar gespecialiseerde diensten en personen dit mits uitdrukkelijk akkoord van de hulpvrager. Vierde fase: Als medewerkster meewerken aan de begeleiding van het probleem naar een oplossing toe dit onder verantwoordelijkheid en supervisie van de gespecialiseerde dienst of persoon die de begeleiding waarmaakt. IV.
Algemene en familiale hulpverlening
contacten met ‘dienstensector’ boodschappen doen zinvolle tijdsbestedingsactiviteiten meewerken aan opvoeding aandacht voor de eigen leefwereld van de hulpvrager een verantwoord gebruik van het huishoudgeld ziekenbezoek of kraamvisite bij de hulpvrager, alleen of samen met andere gezinsleden hulpvrager vergezellen naar doktersconsultatie V.
Bepalen van prioriteiten Specifieke aandachtspunten in verband met de inhoud van de hulpverlening worden bij het begin van elke hulpverlening door de woonzorgverlener of woonbegeleider gelegd en aan de verzorgende meegedeeld.
Tijdens de duur van de hulpverlening is het de verzorgende die in samenspraak met de hulpvrager de prioriteit vastlegt, met uitzondering van: - het bespreken met de hulpvrager rond de ‘grote was’ in grote hoeveelheid en zonder technische hulpmiddelen - opstapeling van vaatwas als gevolg van bezoek - inmaak en bewaren van levensmiddelen in funktie van het gezinsverbruik - oogsten van fruit en groenten in funktie van het gezinsverbruik - de 2de, 3de en 4de fase binnen de morele steungevende opdracht In deze situaties wordt de prioriteit bepaald in samenspraak woonzorgverlener/vaardigheden. In geval van discussie is het de teamverantwoordelijke die de prioriteit legt. Indien er vragen rijzen rond de prioriteitsbepaling, hetzij vanuit de kant van de hulpvrager, hetzij vanuit de kant van de verzorgende , dan dient dit aan de administratief verantwoordelijke voorgelegd. Ter gelegenheid van de tussentijdse evaluatie rond de hulpverlening tussen de woonzorgverlener of woonbegeleider en de verzorgende wordt het globaal pakket aan deeltaken bekeken, besproken en eventueel bijgestuurd. t.a.v. collega’s participeren aan dienstoverleg nuttige informatie doorgeven aan collega die inspringt t.a.v. de administratief medewerker verantwoordelijk voor de thuiszorg afspraken maken m.b.t. werkrooster, vakantieregeling,... indien nuttig en/of noodzakelijk voor het welzijn van de cliënt : ervarings- en informatie-uitwisseling omtrent een cliënt rekening houden met de instructies en adviezen van de administratief medewerker en problemen naar aanleiding van het werk, van welke aard ook, worden besproken met de administratief medewerker t.a.v. de sociale dienst indien nuttig en/of noodzakelijk voor het welzijn van de cliënt: ervarings- en informatie-uitwisseling omtrent een cliënt met de woonzorgverlener of woonbegeleider in overleg met de administratief medewerker VERRUIMENDE BEPALINGEN uitzonderlijk ook andere taken, wanneer die onmogelijk door de cliënt of iemand uit zijn omgeving kunnen uitgevoerd worden, en na overleg vooraf met de administratief medewerker bereid zijn andere taken waar te nemen op vraag van de administratief medewerker of secretaris in het belang van het O.C.M.W. MIDDELEN & METHODES Voornaamste te hanteren middelen Hulp- en verzorgingsmiddelen Onderhoudsmaterialen en -producten
Voornaamste geëigende methodes Verzorgingstechnieken Onderhoudstechnieken afhankelijk van doel, beschikbaar materiaal en producten
FUNCTIE-PROFIEL KENNIS basisverzorging (van bejaarden) de psychologie (van de bejaarde) werking en nevenwerkingen van de courante medicatie (bij bejaarden) E.H.B.O. plichtenleer VAARDIGHEDEN empathisch en assertief kunnen omgaan met valide, invalide en demente bejaarden/personen uit specifieke doelgroep en hun familie kunnen werken in teamverband, en constructief kunnen bijdragen aan de teamgeest zelfstandig taken kunnen afwerken en beslissingen kunnen nemen praktische vaardigheden m.b.t. linnenbehandeling, ontsmettingsmiddelen, incontinentiemateriaal en andere hulpmiddelen voor bejaarden en mindervaliden Bijzondere vaardigheden: onder bijzondere vaardigheden verstaan we vaardigheden verworven door specifieke opleiding, hobby, ervaring en die niet behoren tot de beroepsopdracht van de verzorgende. Deze vaardigheden mogen door de verzorgende aangewend worden indien de intensiteit en de duur van de hulpverlening het mogelijk maakt op voorwaarde dat: - geen prioriteit bij de keuze van de verzorgende t.a.v. de hulpvrager - de hulpvrager geïnformeerd wordt dat deze vaardigheid niet behoort tot de beroepsopdracht van de verzorgende - de helpster geen prioriteit mag geven aan deze vaardigheid t.o.v. haar taak als verzorgende - deze vaardigheid geen invloed mag hebben op de duur en de intensiteit van de hulpverlening ATTITUDES Affiniteit hebben met bejaarden en of de specifieke doelgroep vriendelijk en behulpzaam zijn zin voor orde, netheid en hygiëne flexibiliteit en creativiteit
beroepsgeheim respecteren, tact, discretie, respect en verantwoordelijkheidszin solidair zijn met collega’s eerbied voor de menselijke persoon, de vrijheid van opvatting en de levensbeschouwing van de cliënten stiptheid en afspraken nakomen langdurig individueel en zonder de nabijheid van collega’s of leiding kunnen werken ANDERE PERSOONSKENMERKEN de fysieke belasting bij heffen en tillen van bejaarden aankunnen verzorgd voorkomen Datum: Exemplaar bestemd voor: Voor akkoord,
Auteur: Joost Vandeweghe, O.C.M.W. secretaris