Bouwhandleiding Galileoscope
Open om te beginnen de zijkanten van de buitenste doos om bij de binnenste doos te komen. Onder een van de flappen vindt u twee gaten, zoals te zien op de afbeelding hieronder.
Plaats een vinger en een duim in de gaten en trek de binnenste doos uit de buitenste doos. De onderdelen zijn in verschillende lagen verpakt. Als eerste ziet u een vel met instructies (in het Engels) voor het in elkaar zetten van de telescoop en een plastic zakje met een papieren sticker, een metalen moer en vier rubberen ringen. Haal ze eruit en leg ze op het werkblad of tafel waarop u de telescoop in elkaar zet. Haal de bovenste laag karton uit de doos en leg deze weg. De doos ziet er nu zo uit:
1
De buis in het midden bevat een plastic zak met enkele lagen wit schuimplastic. Haal de zak en het schuimplastic eruit. Er zijn twee blokken schuimplastic, een vrij ‘zware’ blok en een kleiner lichter blokje. Het grote blok bevat een grote ronde lens verpakt in vloeipapier. Het kleine blokje is afgesloten met twee stukjes doorzichtige tape. Haal er een voorzichtig af of maak er voorzichtig een sneetje in met een mes om bij de zes kleine lensjes te komen die in vloeipapier verpakt zijn. Plaats beide blokken schuim op het werkblad bij de andere kleine onderdelen. Haal nu de middelste laag karton uit de doos, maar haal de onderdelen die eraan bevestigd zijn nog niet los. Leg het karton bij de andere onderdelen. Onderin de doos ziet u een groot vel vloeipapier. Haal dit weg om bij de lange buizen die op de foto met A zijn aangeduid. Haal ze eruit en leg ze op het werkblad bij de andere onderdelen, ongeveer zoals op de foto hieronder.
2
Onderdelen A ‐ hoofdbuis in twee helften (2) K ‐ oculairbuisje in twee helften (2) B ‐ V‐vormige steun/standaard (2) L ‐ extra oculairbuisje, twee helften (2) C ‐ 50 mm glazen objectieflens M ‐ kleine hoofdlenzen voor het oculair (4) D ‐ moer voor driepoot N ‐ Kleine diafragma‐ring voor oculair E ‐ Focusseerbuis, twee helften (2) O ‐ Bevestingsring voor hoofdoculair F ‐ Kleine bevestigingsring voor hoofdbuis P ‐ Kleine ringen voor oculair (2) G ‐ kleine rubberen O‐ringetjes (2) Q ‐ Kleine lenzen voor extra oculair (2) H ‐ sticker met waarschuwing voor zon R ‐ buis van Barlowlens I ‐ dauwkap voor grote lens/objectief S ‐ kapje voor oculair J ‐ grote rubberen O‐ringen (2) Stap 110 Samenstellen van de telescoopbuis Stap 1 Leg een van de helften van de hoofdbuis (A) op het werkblad of op een van de V‐vormige steunen (B). Bestudeer de 50 mm objectieflens (C), houdt hem alleen aan de rand vast, het beste met een stukje van de tissue waarin de lens verpakt was. De lens bestaat eigenlijk uit twee lenzen die aan elkaar zijn gekit. De een is dunner dan de andere. Plaats de objectieflens in de groef aan de brede kant van de halve hoofdbuis van de telescoop met de dunne lens aan de voorzijde, naar buiten, zoals te zien op het plaatje.
Stap 2 Plaats de moer (D) in de gleuf in het midden van de vergrendeling van de buis, zoals op de afbeelding.
Let erop dat een van de punten van de zeshoek van de moer naar boven wijst (niet een vlakke kant) dan zal hij stevig vast komen te zitten. 3
Stap 3 Leg de twee helften van de focusseerbuis (E) waarmee u straks de kijker scherpstelt, op het werkblad met de binnenkant naar boven.
Merk op dat de ene kant van de buis aan de binnenkant ruw is en het andere einde glad. (Op een van de helften bezit het gladde einde twee U‐vormige groeven, links onder op de foto.) Leg de helften zo neer dat aan een kant de gladde einden naast elkaar liggen en aan de andere kant de ruwe. Zie de afbeelding hierboven. Stap 4 Plaats de twee helften van de focusseerbuis tegen elkaar en houdt ze vast. Schuif de kleine bevestigingsring van de hoofdbuis (F) over de focusseerbuis waarbij het bredere uiteinde van de ring (F) af wijst van het eind van de buis waarin zich de U‐vormige groeven bevinden.
Stap 5 Maak de einden van de focusseerbuis vast door de twee kleine rubberen ringen (G) om de buis in de groeven aan beide kanten van de buis te leggen. Zie de afbeelding.
4
Stap 6 De focusseerbuis is nu gereed; leg hem in de achterzijde (de smalle kant) van de hoofdbuis, die op het werkblad ligt of op een van de V‐vormige steunen. Zoals te zien is op de foto hieronder, moet het eind van de focusseerbuis met de twee U‐ vormige groeven ongeveer 5 cm uit de achterzijde, de smalle kant, van de hoofdbuis steken. Ook de bevestigingsring van de focusseerbuis steekt nog uit. Het andere eind van de focusseerbuis moet komen tussen de twee tussenschotjes in de buis die zich het dichtst bij het smalle eind van de telescoopbuis bevinden.
Stap 7 Haal de bescherming van de sticker en plak de sticker op de andere helft aan de buitenkant van de hoofdbuis (A), ongeveer 25 mm van het einde. Zie de volgende foto.
Stap 8 Leg de andere helft van de hoofdbuis over de helft die al op het werkblad ligt. Let erop dat de objectieflens en de moer voor de driepoot goed in de gleuven van de tweede helft passen. Stap 9: dit is een optie: het wordt aanbevolen, maar stap 9 is geen noodzaak. Leg de grote rubberen ringen (J) om de hoofdbuis van de telescoop in de groeven die daarvoor aanwezig zijn: zie de pijltjes op de foto op de volgende bladzijde. Daarmee wordt de Galileoscope steviger in elkaar gehouden. De ringen mogen niet te ver uitgerekt worden. Haal de ringen daarom voorzichtig over de viziernokjes.
5
Stap 10 Bevestig de helften definitief aan elkaar door de bevestigingsring (F) aan de smalle achterzijde en de dauwkap (I) aan de bredere voorzijde (bij de hoofdlens) op de buis te schuiven. De Galileoscope ziet er nu zo uit: Stap 1115 Samenstellen van het hoofdoculair Er zijn vier (twee maal twee) helften van het buisje voor de oculairs Het dikkere paar (K) met een grote opening is voor het hoofdoculair dat 25x vergroot. De dunnere paar (L) met een kleine opening is voor het extra oculair waarover later meer. Stap 11: Bekijk de vier hoofd‐oculairlensjes (M) van ongeveer 14 mm diameter. Om vingerafdrukken te vermijden, is het beter ze met het vloeipapier aan te pakken. Twee van die lensjes zijn vlak aan de ene kant en hol aan de andere kant. De andere twee zijn bol aan beide kanten. Neem een exemplaar van elke soort en voeg ze samen zoals in de tekening te zien is.
Maak aldus twee sets van twee lensjes. Stap 12 Neem een helft van het buisje van het hoofdoculair (K). Plaats de twee paren lenzen in de gleuven in de buishelft. Daarbij moeten de vlakke lenszijden aan de buitenkant zijn, dus van elkaar afwijzen. Zie de afbeelding hierboven.
6
Stap 13 Plaats de klein dunne ring (N, diafragma) in de smalle gleuf in de halve buis van het hoofdoculair *). Zie de afbeelding hierboven.
*) U mag de ring weglaten: dan wordt het beeldveld wat groter, maar de rand van het beeld zal er wat rafelig uitzien en de buitenste delen van het beeld kunnen niet scherp zijn wanneer de rest wel scherp is afgebeeld.
Stap 14 Plaats de andere helft van de oculairbuis over de eerste waarbij de lenzen en de ring goed in de gleuven moeten passen. Maak de helften vast met de grote ring voor de hoofdoculairbuis (O) over de kant waar zich de lenzen bevinden en een van de twee kleinere ringen (P; eentje bij stap 14 en een bij stap 19) over het andere eind. Alle onderdelen voor dit oculair beschreven in stap 11 tot 14 zijn in de afbeelding hieronder te zien:
7
Stap 15 Schuif het oculair volledig in het einde van de focusseerbuis, zoals de afbeeldingen laat zien:
De Galileoscoop is nu een kant en klaar instrument waarmee u kunt waarnemen. De vergroting is dan 25x. Hij geeft nu een omkerend beeld. Stap 1623. Het samenstellen van de Barlowlens en het Galileooculair. Uw Galileoscope kan in meerdere samenstellingen gebruikt worden. Met het hoofdoculair geeft het een vergroting van 25x (tot en met stap 15) en een beeldveld met een diameter van 1,5 graden, de breedte van drie Volle Manen naast elkaar. Met de extra oculaironderdelen kunt u een 2x Barlowlens samenstellen die de vergroting verdubbelt tot 50x maar dan is er een kleiner deel van de hemel te zien, dus het beeldveld is dan kleiner. Maar ook een 17x Galileo‐oculair kan gemaakt worden. Het hoofdoculair (met of zonder de Barlowlens) geeft een beeld dat op zijn kop staat, het Galileo‐oculair zet het weer recht maar heeft wel een erg klein beeldveld. U zult moeite hebben om met het Galileo‐oculair waar te nemen, maar dat was voor Galileo Galilei 400 jaar geleden niet anders! Stap 1622 De Barlowlens Stap 16 Neem de twee kleinste lenzen (Q) met een diameter van ongeveer 10 mm. De ene is dun in het midden en beide kanten zijn hol. De andere lens is aan de ene kant vlak en bol. Zet ze tegen elkaar aan zoals op de afbeelding.
8
Stap 17 Zet het paar in de gleuf van een van de helften van het extra oculair (L) dat nauwer is en een kleinere opening heeft dan het hoofdoculair. De lens die in het midden dun is (en beide kanten hol) moet naar de smalle kant van het oculair wijzen, dat is naar rechts beneden op de afbeelding hierna.
Stap 18 Plaats de andere helft van de lensjes en zorg dat het geheel goed in de gleuf past. Stap 19 Maak de helften van het buisje aan elkaar vast met de tweede kleine oculairring (P); een soortgelijke ring werd in stap 14 gebruikt. Stap 20 Schuif de smalle kant van het Barlowoculair zo ver mogelijk in de smalle kant van de buis van de Barlowlens (R). Samen zien ze er uit zoals op de afbeelding hieronder. Nu is de Barlowlens klaar. Stap 21 Door de Barlowlens te combineren met het eerder gemaakte hoofdoculair (zie stap 11‐15) krijg je een vergroting van 2x25 = 50x. Stap 22 Schuif daartoe het eerder samengestelde hoofdoculair (stap 14, hier rechts op de linker afbeelding) zo ver mogelijk in de brede kant van de buis van de Barlowlens. Zie de afbeelding hierna, geheel rechts.
9
Stap 2325 Het Galileooculair Het Galileo‐oculair is een optie. Hij is niet noodzakelijk voor gebruik van de Galileoscope. Stap 23 Haal de het lensdeel uit de smalle kant van de buis van de Barlowlens en leg de (Barlow)buisje opzij. Stap 24 Schuif het kapje (S) voor het lensdeel of ‘extra oculair’ zoals op de afbeelding hieronder over het smalle einde van de buis van het extra oculair. U hebt nu een Galileo‐oculair, zie de afbeelding geheel rechts.
Stap 25 Schuif het Galileo‐oculair in de focusseerbuis van de telescoop. Hiermee krijgt u een vergroting van 17 x en een rechtopstaand beeld. Dat is handig bij het kijken naar aardse objecten. Het beeldveld is echter erg klein. NB. Als u de Barlowlens weer wilkt gebruiken, eerst het kapje (S) weer van het lensdeel afhalen en het lensdeel terugplaatsen in de Barlowbuis. Scherpstellen Om de Galileoscope te scherp te stellen schuift u de focusseerbuis voor‐ of achteruit terwijl u door het oculair kijkt. Fijnstellen gaat makkelijker als u de focusseerbuis bij het schuiven langzaam ronddraait.
10
Richten Kijk langs de bovenkant van de buis. Het doel moet op een lijn liggen met de bovenkant van de enkele nok aan de achterkant en de V die gevormd wordt door de twee nokken aan de voorkant. Zie de afbeelding, het doel wordt hier als een rode stip voorgesteld.
Statief
Omdat de telescoop een sterk vergroot beeld laat zien, zal de kleinste trilling op een flinke aardbeving lijken. Met een vergroting van 25x is de kijker maar moeilijk in de hand stil te houden. Bij 50x gaat dat helemaal niet. De Galileoscope moet dus stabiel en stevig bevestigd zijn. Het beste is een hoog fotostatief of anders een klein tafelstatiefje (zie de afbeeldingen hierboven). De driepoot moet een kop hebben die soepel horizontaal en verticaal verstelbaar is om elke plek aan de hemel te kunnen waarnemen. De bijgeleverde moer onderaan de telescoop past in elk standaard driepoot fotostatief. Als u de telescoop staande wilt gebruiken ‐ zittend is wel zo comfortabel ‐ bevelen we aan een statief te gebruiken dat tenminste 150 cm hoog is. Als u een tafelstatief gebruikt, zet dat dan op een verhoging (kast/trap/muurtje), een tafel is meestal te laag. Anders moet u veel moeite doen om een object hoog aan de hemel te kunnen zien. 11
Andere oculairs, andere vergrotingen Omdat de opening van de focusseerbuis (waar u het oculair in plaatst) een binnenmaat heeft van 31,75 mm ofwel 1,25 inch zijn bijna alle oculairs met een 1,25 inch vatting ‐ het meest voorkomende type ‐ gewoon bruikbaar. Dan kunt u dus ook andere vergrotingen maken. De vergroting berekent u door de brandpuntsafstand van de Galileoscope (500 mm) te delen door de brandpuntsafstand van het oculair. Voorbeeld: met een 5 mm oculair krijgt u een vergroting van 500:5 = 100x. De vergroting van 100x is trouwens tevens de maximaal zinvolle vergroting voor de Galileoscope. Sterker vergroten heeft weinig zin, want dan is het beeld niet meer scherp. Doorgaans betekent een sterkere vergroting wel een kleiner beeldveld, tenzij het gaat om een (duurder) groothoekoculair. Omdat de focussering door middel van wrijving op zijn plaats wordt gehouden en niet met stelschroeven of een ander mechanisme, zijn alleen lichte oculairs geschikt voor de Galileoscope. Leveranciers van telescopen hebben doorgaans veel soorten en maten oculairs op voorraad. De prijzen van oculairs lopen sterk uiteen. De goedkoopste kosten rond € 40,–, de luxere versies meer dan honderd euro. Ook Stichting ‘De Koepel’ levert dit soort oculairs. Geen zenitspiegel of zenitprisma Voor waarneming van objecten hoog aan de hemel wordt bij telescopen vaak een zenitspiegel of zenitprisma gebruikt. De constructie van de Galileoscope is echter ontworpen om er recht doorheen te kijken. Het is helaas niet mogelijk bij deze kijker een zenitspiegel of zenitprisma te gebruiken, want het oculair komt dan niet meer bij het brandpunt en je krijgt het beeld dus niet scherp. Als u een object hoog aan de hemel wilt waarnemen, bevelen we aan om zittend waar te nemem met een hoog grondstatief of via een hoog geplaatst tafelstatief. Meer informatie U kunt met vragen – ook over extra oculairs – terecht bij Stichting ‘De Koepel’:
[email protected] www.dekoepel.nl Voor een Engelstalige instructie zie: https://www.galileoscope.org/gs/sites/galileoscope.org.gs/files/Galileoscope‐Instructions‐ 20090710rtf.pdf Voor een instructie met alleen plaatjes, zonder tekst: http://unawe.org/joomla/images/materials/instruments/galileoscope.pdf
12