Pinksterproject 50 dagen met God Het Evangelisch Werkverband vroeg ons of wij kindermateriaal wilden maken bij het project over het gebed. Allerlei aspecten van het gebed, inhoudelijk en praktisch, komen daarin aan de orde. In grote lijnen volgen wij de teksten die gekozen zijn door de werkgroep. Soms echter richten we het kindermateriaal op de tweede lezing en kiezen we voor de jongste kinderen een bijbelgedeelte dat hetzelfde thema behandelt, maar niet abstract is. Met andere woorden: beter vertelbaar. De keuze van het EW vindt u tussen haakjes vermeld. De predikanten en anderen die met ‘50 dagen met God’ aan het werk gaan verwijzen we naar de preekschetsen die het Evangelisch Werkverband heeft gemaakt (voor het adres: zie het artikel dat op deze inleiding volgt). Wij hebben voor uw gemak de doelstelling van de verschillende zondagen hieronder opgenomen. Deze correspondeert met die van het project. Van de Paaszondag wordt het materiaal (verhalen en verwerkingen) op onze website wordt geplaatst www.vertelhetmaar.nl. U kunt dit kosteloos downloaden. 20 april: Pasen In Pasen ligt het fundament van het gebed, het antwoord op de vraag: ‘Hoe is het mogelijk dat wij bidden?’ Het antwoord is vanuit de drie-enige God drieledig: 1. De Vader heeft ons gemaakt als mensen die met Hem in een persoonlijke relatie kunnen leven; 2. Nadat de zonde van mensen de relatie met God grondig heeft verstoord, maakt God in de Zoon door zijn sterven en opstanding de weg naar Hem weer open; 3. de Heilige Geest komt in ons wonen om ons te maken tot nieuwe mensen die staan in een vernieuwde relatie, en met Hem op weg gaan naar zijn toekomst. Deze persoonlijke relatie met God betreft het hele leven; gebed is daarvan een wezenlijk onderdeel. De inzet op de eerste zondag (Pasen) is: Jezus leeft! Door Hem is de weg naar God open We kunnen de weg gaan naar God en met God. 27 april: Handelingen 9:10-19a (EW: idem) Thema: Bidden roept je naar God Doel De kinderen ontdekken dat je God moet vertrouwen als je bidt. Toelichting Saulus was er van overtuigd dat hij christenen moest vervolgen en gevangen nemen. Op weg naar Damascus roept Jezus tegen wie hij vecht, hem tot de orde. Een stem uit de hemel en een licht dat Saulus blind maakt. Saulus gaat dan bidden. En Ananias, een christen, krijgt in een visioen een opdracht om naar Saulus te gaan, hem te genezen van zijn blindheid en hem te vertellen dat Hij van Jezus mag getuigen in heel de wereld. Beiden moeten ze iets gaan doen wat ze nooit hadden kunnen bedenken en ze vinden dat moeilijk. Saulus gaat niet meer Christus vervolgen, maar van Hem getuigen; Ananias moet zijn vijand Gods liefde tonen en als gelovige aanvaarden. Als je gaat bidden leg je je leven in Gods handen. Je zegt tegen Hem: Wilt U het zo laten gaan, als U goed vindt. Dan zeg je dat je God wilt dienen, ook als dat voor jezelf niet prettig is. Pinksterproject 2014 | Copyright VHM
4 mei: Psalm 63 (EW: idem) Thema: Bidden om een leven met God Doel De kinderen duidelijk maken dat je door te bidden tot God steeds heel dicht bij Hem bent. Toelichting Het is fijn om iedere dag in je bidden contact te kunnen hebben met je Heer. Je mag Hem alles toevertrouwen en vragen. Het dagelijks leven wordt er anders door. Een bloem is niet ‘alleen maar’ mooi, maar een reden om God ervoor te danken en Hem de eer te brengen als Schepper van die bloem. Als je verdrietig bent zijn er niet altijd mensen om te troosten. Wat is het waardevol, als je dan God mag vragen dichtbij je te zijn. En wanneer je iets helemaal hebt verknoeid, mag je God vragen om vergeving en kracht om opnieuw te beginnen. Bidden geeft het leven iets extra’s: je ziet alle dingen verbonden met je Heer. 11 mei: Psalm 65- jongste kinderen 1 Samuël 17 (EW: Handelingen 12:1-19) Thema: God hoort het gebed Doel De kinderen duidelijk maken dat God altijd luistert naar ons gebed en er iets mee doet. Toelichting Op 27 april, twee weken geleden, hoorden we dat we God moeten vertrouwen om tot Hem te bidden. Als we er niet van uit gaan dat God goed voor ons is, heeft bidden geen zin. De basis voor dat vertrouwen is Gods liefde voor ons die tot een hoogtepunt is gekomen in Jezus Christus. God wil ons redden en tot zijn kinderen maken. Die zekerheid zet Hij nooit op het spel, daarop mogen wij Hem altijd aanspreken. Daarom mogen we vragen om zijn zegen, om vergeving, om hulp en wat dan ook. God luistert en zal vanuit zijn liefde voor ons antwoorden. Zo wordt het leven goed en vol vreugde. 18 mei: Jesaja 58:1-10-jongste kinderen Lucas 18:9-14 (EW: Matteüs 6:5-15) Thema: Bidden is worstelen met Gods weg Doel De kinderen leren dat we trouw Gods geboden doen, ook als ons gebed niet wordt verhoord. Toelichting Bidden is niet gemakkelijk. Juist als we erop vertrouwen dat God goed is voor ons en altijd wil luisteren naar onze gebeden, is het moeilijk te ontdekken dat dingen anders lopen dan wij wensen. Bijvoorbeeld: een zieke geneest niet, een probleem wordt niet opgelost, een wens wordt niet vervuld. Dan kan bidden een gevecht worden. Het is belangrijk te bedenken dat Gods plan soms anders is dan wat wij bidden, maar dat Hij ons nooit in de steek laat. We kunnen Hem blijven vertrouwen, omdat Hij, hoe dan ook, goed voor ons is. En daarom blijven we in alle omstandigheden Gods geboden trouw naleven. Als je tot God wil bidden, moet je ook proberen te leven zoals Hij graag wil.
7
25 mei: Psalm 1 (EW: Lucas 10:38-11:4)
8 juni: Handelingen 2:1-13 (EW: Openbaring 4)
Thema: Bidden is groeien naar God toe
Thema: God werkt door zijn Geest
Doel De kinderen leren dat je bidden kunt leren. Al biddend kom je steeds dichter bij God.
Doel De kinderen ontdekken door de komst van de Heilige Geest de gemeente kon gaan functioneren.
Toelichting Waar kun je bidden en hoe bid je? Praktische vragen die ook belangrijk zijn voor kinderen. Bidden kun je overal, maar het gaat beter als het stil is om je heen. Je kunt best bidden met je ogen open, maar als je niet wordt afgeleid door wat je ziet (ogen dicht), gaat het beter. Bidden vraagt niet om speciale woorden. Je hoeft niet anders te praten dan je altijd doet, maar God is heilig, veel groter en machtiger dan wij. Daarom kies je eerbiedige woorden. Bidden vraagt vooral, dat je naar God toe wilt groeien. Je wilt Hem beter leren kennen door de Bijbel en je wilt alles met Hem bespreken. Psalm 1 vergelijkt dat met een boom die water nodig heeft Dan merk je dat God altijd en overal met je meegaat.
Toelichting De Heilige Geest was de mensen al eeuwen lang beloofd. De profeten hadden al over hem gesproken. De profeet Joël was daar een voorbeeld van. Na de Hemelvaart van Jezus was dat verlangen weer opnieuw leven in geblazen. Jezus had zelf bij zijn aardse leven meer malen over de komst van die Geest gesproken. Als Hij wegging zou de Geest komen en de mens vervullen. En dan is het op Pinksteren zover. Hij komt met het geluid van een windvlaag. Hij komt als een tong van vuur op het hoofd. Er was naar hem uitgekeken. Toch wist geen discipel wat hij precies verwachten moest. En toch was bij zijn komst direct duidelijk dat de Geest dit was en deze dingen deed. Iedereen kon in zijn of haar eigen taal Gods woorden horen. Velen kwamen tot geloof en lieten zich dopen. Met de komst van de Geest ging het werk van Christus door en ontstond de (biddende) gemeente, die Gods Koninkrijk verwacht.
1 juni: Joël 2:12-20- jongste kinderen (EW: Handeling 1:12-14) Thema: Bidden verbindt je met elkaar Doel De kinderen leren dat samen bidden niet alleen de band met God versterkt, maar ook de band met elkaar. Toelichting In de kerk zijn we gewend om samen te bidden, maar meestal verwoordt de voorganger de dank- en voorbeden namens iedereen. De gemeente kan gebedsonderwerpen aandragen bij de kerkenraad of door een gebedenboek. In sommige gemeenten kent men een gebedsgroep, waarin men samen dankt en bidt. Vaak gaat dit in de vorm van een kringgebed. Bidden versterkt de band met God, je groeit daardoor in geloof. Samen bidden versterkt ook de relatie met elkaar. Je bent vanuit je geloof gericht op je Schepper en Verlosser, maar deelt tegelijkertijd dat geloof met elkaar. Vreugde wordt zo dubbele vreugde en verdriet gedeeld verdriet. En het bidden leidt vaak tot een hoopvol en bemoedigend gesprek of tot praktische hulp aan elkaar.
8
Nog een opmerking bij de themaplaten voor iedere zondag. Het is moeilijk om de inhoud van de Psalm of de directe verbinding met het aspect van het bidden in een tekening weer te geven. De tekenaar heeft daarom geprobeerd een aspect van het lied of verhaal te tekenen. Wanneer u het bijbelgedeelte leest, herkent u dat in de tekening. ds. Dick Westerneng, hoofdredacteur Vertel Het Maar
Pinksterproject 2014 | Copyright VHM
Project: 50 dagen op weg met God
• •
• • • •
De Werkgroep Gebed van het Evangelisch Werkverband heeft samen met aantal andere organisaties het project '50 dagen op weg met God' voorbereid, waarin aandacht voor het gebed centraal staat. Het gaat om de 50 dagen tussen Pasen en Pinksteren 2014, van 20 april tot en met 8 juni. Een keur aan materialen voor kinderen, jongeren en volwassenen ondersteunt het project: Dagboek, te gebruiken in het gezin of individueel, met per dag een pagina voor kinderen en voor volwassenen. Handleiding voor Gespreks- en Gebedsbijeenkomsten: Thema’s en suggesties voor gesprek en werkvormen over gebed incl. een achttal gebedsvormen voor de afsluitende Week van Gebed. Speciaal ten behoeve van de leiding van kringwerk, gemeentegroeigroepen, gebedswerk en/of voor het organiseren van gemeenteavonden. Jongeren. Boekje voor het gebed als ontdekkingsreis voor jongeren. Preekschetsen voor de diensten op de zondagen (alleen via de website). Diverse folders: ‘50 dagen op weg met God-project’, Vasten is feesten!, ‘Hoe start ik een Gebedsgroep?’, ‘Gebedstrio’s’, ‘Leidraad voor stille tijd.’ Zeven kamers van gebed. Mapje met zeven kaarten over gebed (in een volwassenen- en een kinderuitvoering).
Pinksterproject 2014 | Copyright VHM
Ook Vertel Het Maar sluit met het materiaal voor de kindernevendienst aan bij dit 50-dagen project. Ds. Adri Bloemendal, Henk van Blitterswijk en Jan Minderhoud zijn het team vanuit de Werkgroep Gebed die het project aansturen. Hier hun uitnodiging aan u/jou:
Wil jij de rijkdom van het gebed ontdekken? Verlang jij er ook naar om God dieper te leren kennen? Doe dan samen met je kerk of gemeente mee met het project ‘50 dagen op weg met God'. Vijftig dagen lang extra aandacht voor het gebed en voor vragen als: • Hoe is het mogelijk dat wij bidden? • Wat doe je nu precies als je bidt? • Is het echt waar dat God met ons bidden aan het werk gaat? • Onverhoorde gebeden, hoe zit dat? • Hoe doe je dat bidden nu concreet, zowel persoonlijk als samen met anderen? Zie ook www.50dagenopwegmetGod.nl voor de laatste ontwikkelingen. Meer informatie: Henk van Blitterswijk,
[email protected] Adri Bloemendal,
[email protected] Jan Minderhoud,
[email protected]
9
10
Pinksterproject 2014 | Copyright VHM
Zondag 27 april 2014
Op weg gaan Handelingen 9:10-19a
27 april 2014 | Copyright VHM
11
Thema: Bidden roept je naar God Doel De kinderen ontdekken dat je God moet vertrouwen als je bidt. Toelichting Saulus was er van overtuigd dat hij christenen moest vervolgen en gevangen nemen. Op weg naar Damascus roept Jezus tegen wie hij vecht, hem tot de orde. Een stem uit de hemel en een licht dat Saulus blind maakt. Saulus gaat dan bidden. En Ananias, een christen, krijgt in een visioen een opdracht om naar Saulus te gaan, hem te genezen van zijn blindheid en hem te vertellen dat Hij van Jezus mag getuigen in heel de wereld. Beiden moeten ze iets gaan doen wat ze nooit hadden kunnen bedenken en ze vinden dat moeilijk. Saulus gaat niet meer Christus vervolgen, maar van Hem getuigen; Ananias moet zijn vijand Gods liefde tonen en als gelovige aanvaarden. Als je gaat bidden leg je je leven in Gods handen. Je zegt tegen Hem: Wilt U het zo laten gaan, als U goed vindt. Dan zeg je dat je God wilt dienen, ook als dat voor jezelf niet prettig is. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: Ik volg de Heer Richtlijnen: Vertel eenvoudig hoe Saulus in de problemen zit in Damascus, nadat Jezus hem heeft geroepen en blind gemaakt. Alles wat Saulus heeft bereikt, lijkt verloren. Dan gaat hij bidden, drie dagen lang. Hij legt zijn leven in Gods hand en vraagt om hulp. God helpt en stuurt Ananias naar Saulus toe. Eerst wil Ananias niet –hij vertrouwt het niet-, maar toch gaat hij. Saulus mag weer zien en de Heer volgen. Net als Ananias is hij nu een kind van God. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Heer, ik vertrouw op U Richtlijnen: Misschien zijn er kinderen die zwemles hebben. Vinden ze het eng om voor het eerst het diepe in te gaan? De badmeester geeft je een plank en een kurk en hij is zelf in de buurt. Misschien gaat hij wel mee in het water. Je moet op de badmeester vertrouwen. Als hij zegt: ‘spring er maar in’, dan kun je dat gerust doen. Bidden lijkt wel een beetje op leren zwemmen. Soms heb je hulp nodig: als iets moeilijk is, als je ziek bent, enz. Dan kun je je handen vouwen en het aan God vragen. Als je bidt, vertrouw je op God: Hij zal luisteren, Hij wil jou helpen en het goede geven. Saulus zit in moeilijkheden. Hij heeft de christenen vervolgd en is nu blind. Zou God hem willen helpen? Saulus bidt, hij vertrouwt erop dat God goed is, zelfs voor hem. Dan komt Ananias. Saulus mag weer zien, mag zelfs kind van God zijn en over Jezus vertellen in verre landen. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Uw wil geschiede Richtlijnen: De jongeren kennen vermoedelijk het Onze Vader wel. Daarin bidden we onder andere: ‘Uw wil geschiede’. Daarmee erkennen we dat God groter en wijzer is dan wij. Hij weet beter wat goed voor ons is, beter dan dat wij dat zelf weten. Als we bidden en God om hulp vragen, spreken we meestal onze wensen uit (zoiets als: dat willen wij graag). Maar het is goed daarbij te zeggen dat Gods wil moet gebeuren. Als je gaat bidden leg je je leven in Gods handen. Je zegt tegen Hem: Ik vertrouw U, wilt U het zo laten gaan als U goed vindt. Saulus bidt: hij vraagt zich waarschijnlijk af, of God hem als vijand van de kerk wel wil helpen. Hij bidt in nood. Ananias krijgt een boodschap van God en vertrouwt het niet. Toch gaat hij naar de biddende Saulus. En zo loopt het voor allebei heel anders dan zij dachten, maar Gods wil geschiedt. Extra bijbelgedeelte: Matteüs 6:9-13 (Het gebed dat Jezus ons leerde)
Achtergrondinformatie Algemene informatie We lezen hier over twee biddende mensen, visioenen en gehoorzaamheid. Ananias, een trouwe volgeling van Jezus in Damascus, wordt in een visioen geroepen door de Heer. Ananias twijfelt er geen moment aan door wie hij geroepen wordt. Hij reageert gelijk: ‘Ik luister, Heer’. Hij krijgt een opdracht. Ananias moet naar de hoofdstraat van Damascus gaan, het huis van Judas zoeken en daar vragen naar Saulus uit Tarsus die daar logeert. Voor Ananias maakt de toevoeging ‘uit Tarsus’ meteen duidelijk om welke Saulus het gaat. Dat laat bij hem alle alarmbellen rinkelen. Om Ananias gerust te stellen voegt de Heer er aan toe: Saulus is aan het bidden. Blijkbaar zoekt hij contact met God. Ook Saulus heeft een visioen gezien. In dat visioen zag hij Ananias binnenkomen, hem de handen opleggen waarna hij weer kon zien. Ananias is echter nog niet gerust gesteld. Want Saulus’ reputatie is al voor hem uit gesneld. Ook in Damascus weten ze dat Saulus toestemming heeft van de hogepriesters om alle volgelingen van Jezus gevangen te nemen. Hoe kan de Heer hem nou naar deze man sturen? Maar in plaats van de opdracht te weigeren legt hij de Heer zijn twijfel voor. De Heer geeft, op zijn beurt, Ananias hier alle ruimte voor. Zo laat Hij zien dat Hij een echte relatie met ons wil. Een relatie die van twee kanten komt. Hij laat Ananias uitpraten en bemoedigt hem door zijn plan met Saulus met hem te delen. Saulus krijgt een zware opdracht van de Heer. Hij zal Gods naam bekend gaan maken onder alle volken, onder de (heidense) heersers en onder de Israëlieten.
12
27 april 2014 | Copyright VHM
En de Heer zelf zal hem laten zien hoe veel hij daarvoor moet lijden. Hoe? Daar hoeft Ananias zich niet mee bezig te houden. Hij hoeft hier ook niets over te zeggen tegen Saulus. Na deze uitleg vertrekt Ananias. Hij vertrouwt de Heer. En gehoorzaam aan de opdracht zoekt hij Saulus op. Spannend voor hem maar ook voor Saulus. Saulus ziet niets, weet niet wie hij voor zich heeft staan, is overgeleverd aan deze onbekende. Maar als Ananias hem aanspreekt als ‘broeder’ wijkt de spanning. Hij laat zo blijken dat hij Saulus erkent als medechristen. Vervolgens legt hij uit dat hij door de Heer gestuurd is om hem de handen op te leggen zodat hij weer kan zien en vol zal worden van de Heilige Geest. Voor Saulus moet dit een heel bijzonder moment geweest zijn. Hij wist dat hij Jezus ontmoet had op de weg van Jeruzalem naar Damascus. Maar als zijn visioen bewaarheid wordt, leert hij nog meer kennen van deze Jezus. God wil hem zijn gunst bewijzen door hem weer te laten zien (en dat terwijl hij zoveel van zijn volgelingen heeft vervolgd!). En door vol te zijn van de Heilige Geest zal hij aanspraak kunnen maken op alle gaven die hij nodig heeft voor zijn opdracht. Op het moment dat Ananias zijn handen op Saulus legt gebeurt het wonder, Saulus kan weer zien. Hij staat op en het eerste wat hij wil is zich laten dopen. Alle schuld die hij door zijn verleden met zich meedroeg wordt op dat moment vergeven. En hij mag met Jezus opstaan in een nieuw leven. Toegerust om aan zijn opdracht te beginnen. Vers voor vers Vs 10 ‘leerling’: een volgeling van Jezus. ‘Visioen’: een beeld dat je op bovennatuurlijke wijze waarneemt en dat een boodschap bevat. Vs 11 ‘ga naar’: Ananias moet meteen in actie komen. ‘de Rechte Straat’: verwijst naar de hoofdstraat van Damascus die van Oost naar West door de stad loopt. ‘Iemand uit Tarsus die Saulus heet’: Saulus was een veelvoorkomende naam. Door erbij te zeggen dat hij uit Tarsus komt weet Ananias meteen om welke Saulus het gaat. Vs 13 ‘uw heiligen’: de mensen die Jezus willen volgen, die apart gezet zijn om getuigen van Jezus te zijn. Vs 15 ‘instrument’: een werktuig, God heeft hem uitgekozen om het goede nieuws van Jezus verder te vertellen aan de mensen. ‘Mijn naam uit te dragen’: hier wordt mee bedoeld zwaar dragen, zwoegen. Het zal moeite en inspanning kosten. ‘heersers’: de heidense overheden zoals Felix, Festus, Agrippa en keizer Nero. Vs 18 ‘schellen’: vergelijkbaar met vliezen die voor Saulus ogen leken te zitten en er vanaf vielen. Doordenkers • Samuël (1 Samuël 3) had pas de derde keer door dat hij door de Heer geroepen werd. Ananias wist het meteen. Hoe zou dat komen? En zou u/jij de stem van de Heer herkennen? Zou u/jij dat willen? En hoe zou u/jij daarin kunnen groeien? (sleutelwoord: ‘intimiteit’ met de Heer! • Begrijpt u/jij de twijfel van Ananias om Saulus op te zoeken? Kunt u blij zijn, en liefdevol omgaan, met iedereen die zich bekeert? Ongeacht zijn/haar verleden? Auteur: HJV
Liederen Psalm 51: 1, 4 en 5 Gezang 365 Gezang 361 Saul van Tarsus ‘k Stel mijn vertrouwen Sta’ s even op als je Jezus lief hebt Ik volg de Heer Wie durft het aan? Open mijn oren Vertel het aan de mensen Als je bidt
-
Alles wordt nieuw - Hanna Lam en Wim ter Burg deel 4: 29 Evangelische liedbundel 188 Evangelische liedbundel 468 Opwekkingsliederen voor kinderen 22 Lef – Chr. Kinderboeken Liedjes voor de kinderen deel 2 Elly en Rikkert Zuiderveld Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld
Auteur: PZ
27 april 2014 | Copyright VHM
13
Ik volg de Heer Introductie Wim was een niet zo aardig iemand. Hij maakte altijd ruzie. Hij had een gebouw in de brand gestoken. En hij ging overal geld en dure dingen stelen. Hij deed dingen die God niet goed vond. Totdat hij een dominee sprak. Die vertelde hem over de Here God en de Here Jezus. Wim ging geloven in de Here Jezus. Wim doet nu geen verkeerde dingen meer. En hij vertelt iedereen over de Here Jezus. Dat is een grote verandering of niet? Vandaag horen we ook over een man die allemaal slechte dingen deed, maar toch in de Here Jezus gaat geloven. Kern ‘Die mensen die in de Here Jezus geloven, die moeten weg!,’ denkt Saulus. ‘Jezus was helemaal niet zo bijzonder als al die mensen zeggen. En de Zoon van God was Hij al helemaal niet. Die praatjes over Jezus moeten stoppen!’ Daarom reist Saulus naar door het hele land. Hij gaat op zoek naar mensen die in Jezus geloven. Die wil hij weg hebben! Zo is hij nu op weg naar de grote stad Damascus. Ook daar buiten Israël wonen veel mensen die in Jezus geloven. Maar wat is dat? Plotseling komt er een groot licht vanuit de hemel. Saulus valt op de grond. Hij hoort een stem: ‘Saul, Saul, waarom geloof je niet in Mij en wil je alle mensen die in Mij geloven weg hebben?’. ‘Wie bent U?’, vraagt Saulus. ‘Ik ben Jezus die je zo graag weg wil hebben’, zegt de stem. ‘Ga nu naar de grote stad Damascus. Daar zal Ik precies zeggen wat je moet doen!’
In Damascus woont een man die Ananias heet. Hij gelooft in de Here Jezus. Elke dag bidt hij tot de Here Jezus. Op een dag zegt Jezus tegen Ananias: ‘Ik wil dat je bij Saulus op bezoek gaat. Hij is blind en kan niet meer zien. Jij kunt hem beter maken’. ‘Maar Jezus’, zegt Ananias, ‘Saulus is toch die man die alle mensen die in U geloven weg wil hebben? Hij doet zoveel slechte dingen. Ik ga hem toch zeker niet beter maken? Ik zal wel gek zijn!’ Maar Jezus zegt dat Ananias toch moet gaan. Ik heb Saulus veranderd. Ananias gaat naar het huis waar Saulus woont toe. Hij legt zijn handen op de ogen van Saulus. ‘Saulus, ik ben gestuurd door Jezus. Vanaf nu kan je weer zien. En de Here Jezus wil in jouw hart wonen’. En ja! Saulus kan weer zien! Maar wat nog veel belangrijker is, de Here Jezus woont in zijn hart. Hij gelooft nu in de Here Jezus. Hij is zo blij! Aan iedereen die het wil horen, vertelt hij over de Here Jezus! Afsluiting Saulus volgt nu de Here Jezus, net als Ananias. Zij luisteren naar wat Jezus zegt. Ook wij mogen de Here Jezus volgen. Bid maar tot Jezus en luister naar wat Hij zegt. Auteur: GV
Saulus staat verbaasd op. Maar hij kan niets meer zien! Hoe moet dat nu? De mannen die bij Saulus zijn, pakken hem bij de hand. Zij moeten hem de weg wijzen naar de grote stad Damascus. Wel drie dagen kan Saulus niets zien. Het is helemaal donker om hem heen. Saulus eet niets en hij drinkt niets. Want Saulus wil bidden en nadenken over wat er allemaal gebeurd is.
14
27 april 2014 | Copyright VHM
Heer, ik vertrouw op U Vooraf Voor de inleiding is het leuk om een zwembandje mee te nemen. De kinderen zullen dit herkennen. Ook kun je na het verhaal de zwemband als kapstok gebruiken om de boodschap van vandaag duidelijk te maken. Inleiding Laat de zwemband zien. Wat is dit en waar heb je het voor nodig? Wie gebruikt er wel eens een zwemband? Wie heeft er zwemles? Vond je het spannend toen je voor het eerst van de badmeester in het diepe water moest springen? Of: lijkt het je spannend om in het diepe bad te springen als je dat nog nooit hebt gedaan? Natuurlijk is er iemand die op je let als je het water in springt. De badmeester geeft je een kurk en misschien ook wel een drijfplank, zodat je veilig bent. En de badmeester kijkt goed hoe het gaat. Je kunt hem vertrouwen! In het verhaal van vandaag gaat het ook over hulp die je goed kunt gebruiken. Want soms heb je gewoon echt hulp nodig, bijvoorbeeld als iets moeilijk is, als je bang bent, als je ziek bent of als je niet meer weet hoe het allemaal moet. Wie helpt je dan? De Here God wil je altijd helpen, je hoeft het Hem alleen maar te vragen. Hoe doe je dat? Vouw je handen en bid. Als je God vertrouwt –zoals je ook de badmeester vertrouwt- dan zal Hij altijd naar je luisteren, want Hij wil je helpen. Vertelling Ananias zit in zijn huis. Het is warm, het is bijna midden op de dag, tijd om wat te rusten. Ananias woont in Damascus, een stad in Israël. De laatste tijd zijn er veel mensen in deze stad komen wonen. Deze mensen hebben iets gemeen: ze geloven in Jezus van Nazaret en ze komen uit Jeruzalem of uit de buurt van die stad. Daar zijn ze niet veilig meer. De priesters en farizeeërs willen niets meer horen van Jezus en niets meer met hem te maken hebben. Ze hebben Hem gevangen genomen en aan het kruis gehangen en dachten nooit meer iets van Hem te horen. Maar niets is minder waar. De volgelingen van Jezus beweren dat Hij is opgestaan uit de dood. En niet alleen die volgelingen geloven dat. Er zijn steeds meer mensen die het geloven, ze vertellen er elkaar over. Gelukkig zijn er goede en enthousiaste mannen die de volgelingen van Jezus gevangen nemen en zelfs doden. Dat geeft de farizeeërs een goed gevoel. De vervolging heeft de gelovigen uit Jeruzalem verdreven. En zo zijn er ook veel christenen, zoals de Jezusvolgelingen genoemd worden, in Damascus. Ananias gelooft ook in Jezus. Op deze dag gebeurt er iets heel bijzonders. Ananias krijgt een visioen van de Heer. Plotseling hoort hij de stem van God. ‘Ananias!’ ‘Hier ben ik, Heer,’ antwoordt Ananias. ‘Ga naar de Rechte Straat, naar het huis van Judas, en vraag daar naar een zekere Saulus uit Tarsus. Saulus is aan het bidden. Hij heeft ook een visioen gekregen en hij zag jou binnenkomen Ananias. Hij zag in zijn visioen dat jij je handen op hem legt en hem geneest van zijn blindheid.’ Ananias kan bijna niet geloven wat hij hoort. Die Saulus van Tarsus is een heel gevaarlijke man, hij vervolgt christenen en zorgt dat ze gevangengenomen worden. Even slikt Ananias. Dan zegt hij: ‘Heer, ik heb van verschillende mensen gehoord dat deze man, deze Saulus, heeft veel ellende veroorzaakt bij de gelovigen in Jeruzalem. En nu is hij hier in Damascus met een brief van de priesters om iedereen te arresteren die in uw Zoon Jezus gelooft.’ Ananias kan zijn oren niet
27 april 2014 | Copyright VHM
geloven, hij kan niet geloven dat hij naar die Saulus moet gaan. Dan klinkt nog één keer de stem van God: ‘Ga! Ik heb hem uitgekozen om overal te gaan vertellen over Mij!’ Ananias staat op, pakt zijn mantel en gaat het huis uit. Hij loopt door de straten van Damascus tot hij in de Rechte Straat is. Bij het huis van Judas staat hij stil. Even aarzelt hij, maar dan herinnert hij zich weer wat God tegen hem gezegd heeft. Ananias klopt op de deur en Judas doet open. ‘Ik kom voor Saulus van Tarsus.’ ‘Volgt u mij maar naar zijn kamer,’ zegt Judas. Ananias loopt achter Judas aan. De deur van de kamer van Saulus gaat open. Ananias gaat naar binnen en loopt naar de stoel waar Saulus zit. Saulus is stil, zijn mond beweegt wel, het lijkt alsof hij praat. Ananias kijkt even goed en weet dan dat Saulus praat met God, hij is aan het bidden. En luister, het klinkt heel zacht, maar hij kan verstaan wat deze Saulus zegt. ‘Heer, ik heb veel fouten gemaakt. Ik heb christenen vervolgd en nu ben ik blind. Heer, er is niemand die mij kan helpen, alleen U kunt dat.’ Ananias luistert even en bekijkt Saulus dan nog verder en als hij naar zijn ogen kijkt, ziet hij dat Saulus blind is. Zijn ogen zijn open, maar hij ziet helemaal niets. Langzaam doet Ananias zijn handen omhoog en legt ze op het hoofd van Saulus. ‘Saul, broeder,’ zegt hij, ‘de Heer heeft mij naar je toegestuurd, de Heer is Jezus die aan jou is verschenen toen je op reis was naar Damascus. Hij wil er voor zorgen dat je weer kunt zien en je vol maken met de Heilige Geest.’ Saulus knippert met zijn ogen. Meteen lijkt het wel alsof iemand de luiken voor het raam weghaalt en hij kan weer zien. Hij ziet Ananias staan en zegt: ‘Ik heb u gezien in een visioen. Mijn leven was donker, maar Jezus heeft mij het licht gegeven. Hij heeft mij laten zien wat er echt belangrijk is in het leven.’ Ananias praat nog een tijdje met Saulus en hij weet zeker dat deze Saulus niet meer de Saulus is over wie hij de verhalen heeft gehoord. Deze Saulus is veranderd, hij gelooft in Jezus, de Zoon van God. ‘Ik wil graag laten zien dat ik ook bij Jezus wil horen,’ zegt Saulus, ‘weet u hoe dat kan?’ Ananias knikt en zegt: ‘Dan moet u gedoopt worden.’ ‘Dat wil ik graag,’ zegt Saulus. En zo gebeurt het, Saulus wordt gedoopt en leert veel over de Here Jezus. Afsluiting Pak nog eens de zwemband erbij. Weten de kinderen nog wanneer je een zwemband nodig hebt? Kunnen ze vertellen wat de zwemband met het verhaal te maken heeft? Geef elk kind een zwembandje (gemaakt van karton of geprint via internet) mee met daarop een tekst waardoor de kinderen zich dit verhaal en de boodschap zullen blijven herinneren. Kies als tekst bijvoorbeeld voor het thema van vandaag: ‘bidden roept je naar God’ of kies voor de titel van dit verhaal: ‘Heer, ik vertrouw op U’. Gebed Here God, dank U wel dat U naar ons wilt luisteren, dank U wel dat U altijd luistert als wij bidden. Wij bidden U: wilt U ons helpen als wij dingen moeilijk vinden of als we problemen hebben? Wilt U ons helpen om de problemen op te lossen? Wij danken U dat U er altijd voor ons bent, net zoals U er voor Saulus en Ananias was. Wij vertrouwen op U alleen. Amen. Auteur: JvdM
15
Uw wil geschiede… Doel De kinderen leren dat je God moet vertrouwen als je bidt Inleiding Ga met de kinderen in gesprek over vertrouwen. Hieronder wat suggesties, maar natuurlijk hoeft niet elke vraag te worden gebruikt. Luister vooral naar wat de kinderen zeggen en probeer het gesprek gaande te houden door af en toe een vraag te stellen. In het verhaal zal uiteindelijk duidelijk naar voren komen dat God wel te vertrouwen is, voor honderd procent. Gesprek Wat versta jij onder vertrouwen? Wat betekent het wanneer je iemand vertrouwt. Wanneer kun je iemand vertrouwen? Hoe ga je om met iemand die je vertrouwt? Ken jij mensen die jij helemaal vertrouwt? Waarom vertrouw je deze persoon of personen? Heb je wel eens iemand vertrouwd die jouw vertrouwen heeft beschaamd? Hoe dan? (De kinderen mogen eventueel een voorbeeld noemen, maar let op dat er geen namen worden genoemd van anderen. U kunt eventueel ook een eigen voorbeeld noemen, opnieuw zonder namen te noemen). Bijvoorbeeld, iemand belooft jou dat je een keer zijn I-pad (of iets anders) mag lenen, maar dat gebeurt niet. Je bent teleurgesteld in die persoon. Die persoon is dus eigenlijk niet te vertrouwen. Maar hoe zit het met jou? Ben jij wel te vertrouwen? Waarom denk je dat jij wel te vertrouwen bent? Kun je een voorbeeld noemen? Verhaal Daar zit hij dan, in een kamertje en stekeblind. Af en toe voelt hij de zon op z’n huid schijnen of hoort hij stemmen, maar hij ziet niets. Het is nog maar een paar dagen geleden dat hij nog wel zag, maar nu is hij stekeblind. Hij denkt terug aan wat er gebeurde. Vol van haat en woede was hij op weg gegaan, richting Damascus. Hij zou die leugenaars wel eens een lesje leren. Zijn plan was om alle christenen mee te nemen naar Jeruzalem om hen gevangen te laten zetten. Christenen waren gevaarlijk. Ze verleidden het volk en dat mocht niet gebeuren. Uitgeroeid moesten ze worden. Hij voelt nog hoe de haat zijn hart vervulde. Saulus schaamt zich als hij er nu over nadenkt en kan er niet van eten en drinken. Hij dacht dat hij het goede had gekozen. Hij moest het volk beschermen tegen een valse leer, tegen mensen die zeiden dat Jezus uit de dood was opgestaan. Dat sprookje, die leugen, mocht niet worden doorverteld! Maar…… Jezus riep hem een halt toe. Dat kun je in de Bijbel lezen. (Laat een van de kinderen nu lezen Handelingen 9:3-6). Nog nooit had hij die stem gehoord, de stem van Jezus. En daar zit hij nu, in Damascus, blind. Hij bidt. Bidden? Ja, hij bidt tot Jezus, voor het eerst in zijn leven. Hij weet het nu zeker, de volgelingen van Jezus hebben gelijk. Jezus leeft! Van vervolger is Saulus een volgeling geworden. Maar hoe moet het nu verder met zijn leven?
‘Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden en tijdens zijn gebed heeft hij in een droom gezien, dat er een man bij hem zal komen die hem de handen zal opleggen, waardoor hij weer zal kunnen zien’. Ananias schrikt. Dit is niet te geloven. Er zijn veel mensen in Damascus die Saulus heten, maar Saulus uit Tarsus is berucht, vooral onder de christenen en hij weet dan ook direct over wie het gaat. Ananias begint te praten met God. God wordt niet boos of ongeduldig, nee, Hij luistert gewoon naar de bezwaren van Ananias. Dat vind ik nou zo mooi om te lezen. Ananias heeft echt een relatie met God. Hij vertrouwt Hem en weet dat je gewoon alles met God mag bespreken. Ook met je twijfels en je vragen mag je altijd naar Hem toegaan. ‘Maar Heer’, begint hij zijn gebed, ‘overal wordt verteld dat Saulus naar Damascus is gekomen om de christenen gevangen te nemen. Iedereen is doodsbang voor hem, en eerlijk gezegd, ik ook. Hij heeft zelfs in Jeruzalem van de hogepriesters toestemming gekregen om iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan. En U wilt dat ik naar deze man toe ga?’ Ananias zegt niet: ik ga niet, maar hij wil zeker weten dat God zich niet vergist. Bedoelt God echt die Saulus? Maar God vergist zich nooit, ook nu niet. Het is zijn wil. Als Hij iets zegt kun je er zeker van zijn dat het goed is. Hij is te vertrouwen. Dan spreekt God opnieuw de geruststellende woorden: ‘Ananias, ga maar, want die Saulus ga Ik gebruiken. Hij zal alle volken en regeringsleiders en de Israëlieten over Mij vertellen. Ik zal hem laten zien dat dit hem heel wat zal kosten: hij zal onderweg veel moeten lijden om mijn Naam’. Veel woorden heeft Ananias niet nodig, want hij vertrouwt op God. Hij gaat naar de Rechte Straat, naar het huis van Judas. daar vindt hij de blinde Saulus, in gebed. Ananias loopt naar de blinde man toe en legt, namens God, zijn handen op het hoofd van Saulus. ‘Saulus, broeder, ik ben naar je toegestuurd door de Heer, door Jezus, die aan jou is verschenen toen je op weg was hier naartoe, om ervoor te zorgen dat je weer kunt zien en vervuld wordt met de Heilige Geest’. Saulus heeft stil geluisterd naar het gebed van Ananias. Hij opent zijn ogen en…ZIET!! Of de schellen van zijn ogen zijn gevallen. Hij staat op en vraagt: ‘Kan ik ook gedoopt worden?’ Met grote, verwachtingsvolle ogen kijkt hij Ananias aan. Natuurlijk kan dat. Saulus, de vervolger, wordt gedoopt als volgeling van Jezus. Alle schuld van het verleden, al zijn boze plannen, zelfs zijn opdrachten tot moorden, worden hem op dat moment vergeven. Hij mag met Jezus helemaal opnieuw beginnen. Een nieuw leven is voor hem aangebroken waarin hij met zijn opdracht mag beginnen en waarin hij mag leren volkomen te vertrouwen op de Here om zijn wil te doen.
In een ander huis in Damascus krijgt een volgeling van Jezus een visioen, een boodschap van God. Hij hoort een stem zijn naam roepen: ‘Ananias!’. Die stem kent hij: ‘Ik luister, Heer’, antwoordt hij direct. Wat gaat de Heer zeggen? Ananias luistert aandachtig.
16
27 april 2014 | Copyright VHM
Doordenkers Wie weet nog wat er met Samuël gebeurde toen hij als klein jongetje in de tempel lag te slapen? (1 Sam. 3). Hij hoorde een stem, voor de eerste keer van zijn leven. Pas de derde keer had hij door dat de Heer hem riep. Ananias begreep direct de eerste keer dat de Heer tegen hem sprak. Hoe zou dat komen, denk je? Zou jij de stem van de Heer verstaan als Hij iets tegen jou zou zeggen? Waarom wel/niet? Zou je dat wel willen? Hoe zou je daarin kunnen groeien om te leren de stem van God te verstaan? (Sleutelwoord: intimiteit met de Heer). Dus door te bidden en de Bijbel te lezen leer je Gods stem te verstaan. Auteur: JvN
Verwerkingen
Bij de themaplaat Je hebt nodig:
Werkwijze:
-
voor elk kind 3x een kopie van de themaplaat kleurmaterialen scharen (of vooraf zelf uitknippen) lijm voor elk kind 13 3D foamkussentjes voor elk kind een stevig gekleurd vel A4
- Vooraf kan de leiding het beste de ‘laagjes’ uit de extra themaplaten knippen: - De basislaag is de totale themaplaat. Knip de plaat uit over de buitenste lijnen. - De tweede laag bestaat uit Ananias en Saulus. Knip deze twee figuren uit het tweede exemplaar van de themaplaat. - De derde laag (toplaag) is de mantel van Ananias. Knip deze uit het derde exemplaar van de themaplaat. - Kleur de platen. Let op dat dezelfde kleuren worden gebruikt op de plaatsen waar laagjes worden aangebracht. - Smeer lijm op de achterkant van de basislaag. Plak de basislaag op een stevig vel gekleurd papier. - Plak foamkussentjes op het gezicht van Ananias, op zijn rug, op de onderkant van zijn onderkleed, op zijn voeten en op zijn armen. - Bij Paulus kussentjes plakken op zijn hoofd, zijn rug, zijn onderbenen en op zijn handen. - Plak de tweede laag op de foamkussentjes. - Plak daarna weer foamkussentjes op Ananias bij zijn schouders, de onderkant van zijn mantel en op zijn mouw. - Plak tenslotte de toplaag op zijn plek. Tijdsduur: 15 min.
Tekenen Het verhaal van de roeping van Saulus is geschikt om door de kinderen zelf te laten tekenen. Je hebt nodig:
-
voor elk kind een vel A4 voor elk kind een print met de volgende teksten: Saulus neemt christenen gevangen Groot licht uit de hemel De blinde Saulus bidt met zijn handen voor zijn ogen Ananias gaat naar Saulus toe en Saulus kan weer zien kleur- en tekenmaterialen scharen lijm
Werkwijze:
- Vouw voor elk kind het vel A4 netjes in 4 vlakken, door zowel horizontaal als verticaal te vouwen. Knip de teksten uit de print en plak in elk vakje één tekst. - In elk vak maken de kinderen een tekening van de betreffende scène uit het verhaal. Tijdsduur: 10-15 min.
27 april 2014 | Copyright VHM
17
Je wordt geroepen! Saulus werd geroepen door Jezus, Jezus noemde hem bij zijn naam. Saulus wist dat hij moest luisteren. Je hebt nodig:
- een bal of een ander zacht voorwerp waarmee overgegooid kan worden, zoals een pittenzak
Speelwijze:
- De kinderen staan in een grote kring. Eén kind heeft de bal en gooit de bal, tegelijk met het gooien roept het kind de naam van degene die de bal moet vangen. Hoor jij de roepstem en luister je ernaar? Praat achteraf met de kinderen over de relatie tot het verhaal. Tijdsduur: 5-10 min.
Saulus en Ananias Maak voor elk kind een kopie van werkblad 1. Oplossingen:
- Woordzoeker:
N S U L U A S V S +
V E + + + + A I U G
I + W + + N + S C E
J + + U A + + I S T
A + + N O + + O A U
N + I + + R + E M I
D A + + + + T N A G
S D N I L B + R D E
G E N E Z E N + E N
B I D D E N + + + V
- Zeven verschillen: vogel, steen rechts, haar, rimpel, ogen, mond, knoop. Tijdsduur: 10-15 min.
Leporello Een leporello is een harmonicaboek/kaart. Het is een mooie vorm om in een stripverhaal of platenboek een verhaal vorm te geven. Je hebt nodig:
- voor elk kind een leporello, vooraf gemaakt door de leiding. Hiervoor gebruik je een vel etalagekarton (70x50 cm.). Snijd deze in de lengte in vijf stroken van 70x10 cm. Daar kun je dus vijf leporello’s van maken. Ril elke 10 cm, zodat je goed kunt vouwen. Je krijgt dan een leporello van 7 vakken. - kleur-, teken- en schrijfmaterialen
Werkwijze:
- Vouw de kartonnen strook in een harmonica. Dit is al je leporello. - Nu ga je in elk vakje een stukje van het verhaal afbeelden, je maakt er eigenlijk een soort stripverhaal van. Je kunt schrijven, tekenen, beide of zelfs plaatjes of letters opplakken. - Suggestie voor de opbouw: -vak 1: God roept Ananias in een visioen, hij moet naar Saulus toe; vak 2: Ananias twijfelt en spreekt dat uit naar God; vak 3: God stelt Ananias gerust en vertelt dat Saulus aan het bidden is en dat Hij hem juist als ‘instrument’ heeft uitgekozen; vak 4: Ananias vertrouwt God en gaat Saulus opzoeken; vak 5: Ananias spreekt Saulus aan met ‘broeder’; vak 6: Ananias legt Saulus de handen op en hij kan weer zien; vak 7: Saulus laat zich dopen en hij is klaar voor Gods opdracht. Tijdsduur: 20 min.
18
27 april 2014 | Copyright VHM
Wie/Wat/Waar is het? Je hebt nodig:
Speelwijze:
- 2 bekers of andere markeerpunten - Scorelijst - Zet de bekers ongeveer één meter uit elkaar. Het is de bedoeling dat de kinderen naar de bekers rennen als zij het antwoord weten. Dit spel kan ook goed buiten gespeeld worden. - De leider omschrijft verschillende woorden uit het Bijbelverhaal van vandaag. Hij/zij geeft elke keer één aanwijzing. De aanwijzingen gaan van moeilijk naar makkelijk. - Als voorbereiding mogen de kinderen het verhaal nog één keer doorlezen in de Bijbel. - De kinderen worden in twee groepen verdeeld. Na elke aanwijzing mogen zij proberen het woord te raden. Als zij het woord weten, mag één kind van de groep naar het bekertje rennen. Bij een goed antwoord krijgt de groep 1 punt, maar bij een fout antwoord -1 punt.
Mogelijk te omschrijven personen/dingen/situaties: 1. Saulus - Ik ben ‘iemand’. - Ik kende Jezus eerst niet. ‘ - Veel mensen waren bang voor mij. - Ik ben door Jezus zelf geroepen om de mensen over Hem te vertellen. - Ik was drie dagen blind. 2. visioen - Ik ben ‘iets’. - Ananias en Saulus kregen met mij te maken. - Door mij kan de Heer tegen mensen praten. - Ik lijk op een droom. 3. Damascus - Ik ben ‘ergens’. - Paulus was onderweg naar mij. - Ik ben de woonplaats van Ananias. 4. hogepriester - Ik ben ‘iemand’. - Ik hou niet van Jezus. - Ik heb toestemming gegeven aan Saulus om iedereen die in Jezus gelooft gevangen te nemen. 5. het ‘Onze Vader’ - Ik ben ‘iets’. - Heel veel mensen kennen mij. - Ik sta in de Bijbel. - Je kunt mij heel goed gebruiken als je niet weet hoe je moet bidden. - Jezus heeft mij aan zijn discipelen geleerd. 6. Jeruzalem - Ik ben ‘ergens’. - In mijn plaats heeft Saulus veel mensen vervolgd die in Jezus geloofden. - In mijn plaats staat de tempel. 7. Ananias - Ik ben ‘iemand’. - Ik was bang na een visioen dat ik van de Heer kreeg, maar deed toch zijn wil. - Ik legde Saulus de handen op. 8. Tarsus - Ik ben ‘ergens’. - Ik ben een stad aan de Middellandse zee. - In mijn plaats is Saulus opgegroeid. 9. Jezus - Ik ben ‘iemand’. - Ik heb Saulus geroepen, omdat hij Mij nog niet kende. - Ik heb ervoor gezorgd dat Saulus blind werd, maar na drie dagen heb Ik zijn ogen weer laten openen. 10. de doop / dopen - Ik ben ‘iets’. - Ik heb met water te maken. - Meteen nadat Saulus weer kon zien, liet hij zich… - In de kerk kom je mij vaak tegen Tijdsduur: 15-20 min.
27 april 2014 | Copyright VHM
19
Uw wil geschiede Maak voor elk kind een kopie van werkblad 2. Oplossingen:
- Paspuzzel: Horizontaal: Dopen De rechte straat Schellen Tarsus instrument Saulus Ogen Verticaal: Ananias Visioen Damascus Weg Jeruzalem Uitkomst: God weet wat goed voor je is. - Welke taal? Fries: Us Heit Indonesisch: Bapa Kami Zuid-Afrikaans: Ons Vader Nederlands: Onze Vader Zweeds: Fäder Wår Russisch: Otche Nash Frans: Notre Père Engels: Our Father Spaans: Padre Nuestro Surinaams: Wi Tata Duits: Vater Unser Uitkomst: ik vertrouw U Tijdsduur: 10-15 min.
20
27 april 2014 | Copyright VHM
1
Saulus en Ananias Handelingen 9:10-19a
Woordzoeker De woorden kunnen in alle richtingen staan, ook schuin en achterstevoren: Damascus Ananias visioen vijand Saulus bidden vertrouwen blind genezen getuigen
n s u l u a S v s t
v e r b e t A i u g
i g w r c n o s c e
j d t u a a o i s t
a j l n o r n o a u
n l i m g r h e m i
d a z l l w t n a g
s d n i l b n r D e
g e n e z e n e e n
b i d d e n f k d v
Doolhof Ananias ging in Damascus op weg naar Saulus. Zoek in het doolhof de weg van links naar rechts.
Zoek de 7 verschillen
Alfabet puzzel Vul bij elk cijfer een letter in. 1=a/2=b/3=c/4=d/5=e/6=f/7=g/8=h/9=i/10=j/11=k/12=l/13=m/14=n/ 15=o/16=p/17=q/18=r/19=s/20=t/21=u/22=v/23=w/24=x/25=y/26=z
Als je
,
je op God: 2/9/4/20
22/5/18/20/18/15/21/23
Hij zal
, Hij wil je
en het
geven. 12/21/9/19/20/5/18/5/14
27 april 2014 | Copyright VHM
8/5/12/16/5/14
7/15/5/4/5
21
2
22
27 april 2014 | Copyright VHM
Jongerenpagina
God hoort en verhoort je gebed Ik maakte eens mee op een vergadering dat iemand opstond, de krant opensloeg en zei: ‘Daar moeten wij nu voor bidden: dat het geweld tegen christenen daar stopt’. Het gebeurde eind 2001 toen in Indonesië moslimrebellen kerken in brand staken en christenen vervolgden. Zo gebeurde het in de vergadering dat wij voor onze zusters en broeders in Indonesië baden. Een week later kwam via het nieuws door dat het geweld was gestopt. ‘Zie je wel’, zei de man die opriep om te bidden, ‘God heeft ons gebed verhoord, Halleluja!’. Als je dat voor het eerst hoort sta je misschien met je oren te klapperen. Veel mensen om je heen roepen dan: ‘Dat is toeval’. Maar is dat ook zo? In de loop van de jaren heb ik op meer manieren gezien dat ik God bad om, bijvoorbeeld, wijsheid wat ik in een bepaalde situatie moest doen. En dan moet je wachten of er wat gebeurt. Maar je moet dan ook gelovig wachten dat er wat gebeurt. God hoort je gebed en Hij verhoort het. Maar hoe Hij dat doet, dat weet je niet altijd. Zo kun je bijvoorbeeld voor een zieke bidden dat die beter mag worden. Maar voor hetzelfde geld sterft hij of zij een korte tijd later. Heeft God jouw gebed dan niet gehoord en verhoord? Een moeilijk en zwaar onderwerp, maar toch. God hoort We lazen net van Ananias, een leerling van Jezus uit Damascus in Syrië. En we lazen van Saulus die bij de verschijning van Jezus blind was geworden. De schellen zaten voor zijn ogen. Als je dat zo ineens overkomt, dan wil je wel bidden om je zicht weer terug te krijgen. Wat kon Saulus anders doen, nu Jezus zo onverwacht en heftig in zijn leven is gekomen. Hij kon toch niet anders dan bidden? Maar hoe zou God zijn blindheid kunnen wegnemen? Hoe zou God Saulus de christenvervolger kunnen gebruiken in zijn dienst? God verhoort, maar hoe? God roept Ananias in zijn dienst. Hij moet naar Saulus gaan om hem de handen op te leggen om zijn blindheid weg te nemen. Daar had Ananias helemaal geen zin in. Wist God wel wie die Saulus was? Wist God wel wat Saulus kwam doen in Damascus namens de hogepriesters? Toch wist God Ananias te overtuigen dat hij naar Saulus moest gaan. En zo gebeurde het. Ananias had er niet om gevraagd, maar God gebruikte hem als werktuig om het gebed van Saulus te verhoren.
27 april 2014 | Copyright VHM
God verhoort het gebed van Saulus En zo komt Ananias namens God bij Saulus om zijn blindheid weg te nemen en de Heilige Geest te schenken. Daarmee krijgt Saulus meer dan hij vroeg. Van Ananias had hij nog nooit gehoord. Hij wist ook niet hoe God hem van zijn blindheid zou genezen. Hij wist ook niet dat God mensen op zijn pad zou brengen die hem zouden helpen om te getuigen van Jezus Christus. Gods wil moet gebeuren, Hij zorgt er zelf voor. Verhoort God ook jouw gebed? Ja, zo is God. Maar Hij doet niet automatisch wat jij wilt, op jouw manier. Hij doet wat goed is in zijn ogen. Hij geeft het goede aan je (Lees Matteüs 7: 11 maar eens), wat Hij goed vindt in jouw situatie waarin je staat. Zo deed Hij dat aan Saulus, zo zette Hij Ananias in, zo kwam de boodschap van Jezus Christus in de wereld. Kerntekst ‘Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: ‘Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest.’ (Handelingen 9: 17) Verwerkingssuggesties Bespreek met elkaar het volgende: 1. Wie heeft een gebedsverhoring meegemaakt? Vertel daar eens over. 2. Als jullie van gebedsverhoring horen, wat vind je daar dan van? Hoe beleef je dat zelf? 3. Wanneer bid je, en wat vraag je dan aan God? 4. Hoe denk je dat God je antwoorden kan? 5. Waarom denk je dat God ook weleens niet antwoordt? Auteur: AWE
23
24
27 april 2014 | Copyright VHM
Zondag 4 mei 2014
Een prachtige weg Psalm 63
4 mei 2014 | Copyright VHM
25
Thema: Bidden om een leven met God Doel De kinderen duidelijk maken dat je door te bidden tot God steeds heel dicht bij Hem bent. Toelichting Het is fijn om iedere dag in je bidden contact te kunnen hebben met je Heer. Je mag Hem alles toevertrouwen en vragen. Het dagelijks leven wordt er anders door. Een bloem is niet ‘alleen maar’ mooi, maar een reden om God ervoor te danken en Hem de eer te brengen als Schepper van die bloem. Als je verdrietig bent zijn er niet altijd mensen om te troosten. Wat is het waardevol, als je dan God mag vragen dichtbij je te zijn. En wanneer je iets helemaal hebt verknoeid, mag je God vragen om vergeving en kracht om opnieuw te beginnen. Bidden geeft het leven iets extra’s: je ziet alle dingen verbonden met je Heer. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: God is dichtbij jou Psalm 63 is voor de kinderen van de onderbouw te moeilijk om te vertellen. We kiezen daarom voor een geschiedenis met hetzelfde thema: 1 Samuël 17. Vertel van David die in het veld gewend is om God bij zijn werk te betrekken. Hij geniet van de natuur, de groene weiden en het water die zijn kudden nodig hebben. Daar dankt hij God voor. Hij is ook afhankelijk van God in de strijd met wilde dieren om zijn kudden te beschermen. David vraagt Hem om hulp. En nu staat hij voor Goliat de Filistijn die met zijn God spot. David leeft, zoals iedere dag, met God en verslaat deze reus. Vertel de kinderen dat ook zij de mooie, verdrietige en moeilijke dingen aan God mogen vertellen. Dat God altijd naar hen luistert en ook hun leven belangrijk vindt. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: God is er altijd David is in de woestijn van Juda. Op de vlucht voor Saul of voor Absalom (zie achtergrondinformatie). De kinderen kunnen vertellen wat je niet kunt doen, als je niet thuis bent, maar ergens ver van de bewoonde wereld (geen elektriciteit, dus na een poosje geen (spel)computer; eten klaarmaken wordt moeilijker) David vindt het ergste dat hij niet naar de tempel kan gaan. Hij kan veel missen, maar niet het contact met God. Daarom blijft hij ook in de woestijn bidden. Hij noemt Gods naam en alle fijne dingen die hij heeft meegemaakt. Hij bidt God om ook nu het moeilijk is, heel dichtbij te zijn (schuilen onder zijn vleugels, vs. 8; uw rechterhand houdt mij vast, vs. 9). Zo houdt David het vol. De kinderen mogen weten: God is er altijd, ook voor hen. Als je iets moois krijgt, bedank je niet alleen de gever, maar ook de Heer. Als je verdrietig bent of hulpeloos, noem je ook Gods Naam en vraag je Hem om hulp. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: De dag bespreken met God Je kunt beginnen met de jongeren een soort agenda te maken. Welke dingen die je op de dagen van de week. Vervolgens laat je ze bij de verschillende activiteiten zetten of God daar ook iets mee te maken heeft. En zo ja, hoe dan? Zo maak je praktisch duidelijk wat David bedoelt in Psalm 63. David is op de vlucht voor een vijand. Het ergste vindt hij dat hij niet naar de tempel kan gaan. Het contact met God in offers en bidden kan hij niet missen. Daarom bidt hij ook in de woestijn. Hij noemt Gods naam en alle fijne dingen die hij dankzij God heeft meegemaakt. Hij bidt de Heer om ook nu het moeilijk is, heel dichtbij te zijn (schuilen onder zijn vleugels, vs. 8; uw rechterhand houdt mij vast, vs. 9). Zo houdt David het vol. Het is goed om God bij alles te betrekken. Bij het eten en de dingen die je krijgt of moeilijk vindt, is dat niet zo moeilijk. Maar heel bewust je afvragen wat God van jou verwacht in je vrije tijd, in je sport, in je omgang met vrienden? Heel bewust ook deze dingen in je bidden betrekken, geeft je agenda extra kleur en extra diepgang. Extra bijbelgedeelte: 2 Samuël 15-17 (David op de vlucht voor Absalom, die een staatsgreep heeft gepleegd)
26
4 mei 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Bij het bijbelgedeelte Een lied van David toen hij in de woestijn van Juda was. Daar was hij, toen hij vluchtte voor Saul (1 Sam. 22-24), maar ook toen Absalom naar de macht greep (2 Sam. 15-17). David overnachtte toen bij de doorwaadbare plaatsen van de woestijn, voordat hij de Jordaan overstak (2 Sam. 15:28, 17:16). In het laatste vers van de Psalm wordt gesproken over de koning en dat sluit beter aan bij de situatie rond de opstand van Absalom. Opmerkelijk is dat David tijdens zijn vlucht niet klaagt dat hij huis en haard moest achterlaten maar dat voor hem de toegang tot het heiligdom van God afgesloten is. Hem mist hij meer dan wat of wie dan ook. Dat brengt hij tot uitdrukking in die wonderlijke woorden: uw liefde is meer dan het leven (vs. 4). Rond die woorden cirkelt het hele lied. Vers voor vers Vs. 1 De woestijn van Juda: gebied ten Zuidoosten van Jeruzalem. Vs. 2 Zoals hij fysiek naar water smacht, zo verlangt David naar God. Dat is nog heel zwak gezegd … Hij smacht naar de HEER. Zoals het woestijnland uitgedroogd en uitgeput is zonder water, zo is David dor en dorstig zonder de liefde van de HEER. Vs. 3-4 De liefde van de Heer is hem kostbaarder dan het leven. De Naardense Bijbel vertaalt: Want (een) groter goed dan het leven is uw vriendschap. De trouwe en liefdevolle verbondenheid van God met David is het fundament van zijn leven. Die liefde zag hij in het heiligdom, daarmee wordt waarschijnlijk de tabernakel bedoeld. Kun je de liefde van de HEER zien? Er is één ding dat Gods liefde duidelijk zichtbaar maakt. Dat is het altaar, dat in de voorhof van de tabernakel stond en waarop offers gebracht werden. Offers als teken van de vergeving en verzoening die God geeft aan wie vertrouwt. Daar in die barre woestijn herinnert David zich de vergevende liefde van God. Offers die wegwijzers waren naar het kruis van Christus. Het altaar en nog veel meer het kruis zijn een getuigenis dat God ons niet loslaat en niet uitlevert aan het kwaad. Vs. 5-6 De herinnering aan Gods trouwe liefde brengt David van zijn smeekgebed in vs. 2 naar de lofprijzing – wat een wonderlijke wending. Vs. 7-9 Wie zou er ’s nachts niet wakker liggen wanneer je moet vluchten voor je leven? Dan fluistert David de naam van de HEER, die hem in zijn leven steeds weer geholpen heeft. Zijn helper en redder. David zegt het heel mooi: ik ben aan U vastgekleefd. De liefde en trouw van de HEER zijn een soort tweecomponentenlijm, waarmee Hij ervoor zorgt dat we met Hem verbonden blijven. Die verbondenheid is wederzijds: ik ben aan U gehecht én uw rechterhand houdt mij vast. Vs. 10vv Een gebed om de dood van zijn vijanden. Verzinken in de diepte van de aarde – het dodenrijk dacht men in de diepte onder de aardschijf. David bidt om een omkering van zijn benauwende situatie: zijn vijanden willen hem aan het zwaard rijgen, laat hen dat zelf overkomen zodat ze ten prooi zullen vallen aan de aaseters. Vs. 12 Vertrouwen spreekt hier: de koning zal zich in God verheugen. Opmerking Een psalm als deze brengt kinderliedjes in gedachten, zoals: ‘Je hoeft niet bang te zijn’ of ‘Ik ben veilig in Jezus’ armen’. Geborgen bij Hem, niet omdat alles altijd goed afloopt, maar omdat zijn liefde verder reikt dan het leven en dan de dood. Vijf jaar geleden lag ik op de Intensive Care, totaal verlamd en aan de kunstmatige beademing. Op een dag las mijn vrouw Psalm 63:1 t/m 4. Die woorden ‘Uw liefde is meer dan het leven’ haakten vast in mijn gedachten en brachten mij via het altaar bij het kruis van Christus. Zo diep wilde God gaan in zijn liefde voor ons. Daar heeft David al een glimp gezien. Auteur: RB
Liederen Psalm 63 Gezang 250 Gezang 408 Zoekt eerst het Koninkrijk van God Je hoeft niet bang te zijn Sta’ s even op als je Jezus lief hebt Hij heeft mij gemaakt Prijs de Heer met je handen Prijst God Als je bidt
-
Evangelische liedbundel 58 Evangelische Liedbundel 448 Evangelische liedbundel 468 Opwekkingsliederen voor kinderen 64 Opwekkingsliederen voor kinderen 91 Opwekkingsliederen voor kinderen 229 Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld
Auteur: PZ
4 mei 2014 | Copyright VHM
27
God is dichtbij jou Introductie Stel de volgende vragen aan de kinderen: 1. Ben je wel eens bang? 2. Waar ben je wel eens bang voor? 3. Wat doe je als je bang bent? 4. Wie wil jou altijd helpen als je bang bent, of als je iets moeilijks moet doen? David moest iets heel moeilijks doen. Hij was ook best een beetje bang. Maar hij wist dat de Here God hem zou helpen. Kern Zie je daar die grote man? Het is een reus. Hij draagt een helm en heeft een grote speer en een zwaard bij zich. Zijn naam is Goliat. Hij is een vijand van Israël. ‘Wie durft er met mij te vechten?,’ schreeuwt hij. ‘Nou, jullie zijn toch niet bang?!’ Maar de soldaten van Israël zijn wel bang. Angstig kijken ze elkaar aan. Zij durven niet te vechten met deze grote, stoere man. De broers van David zijn soldaat in het leger van Israël. Op een dag zegt de vader van David: ‘Breng je broers maar wat te eten’. David brengt het eten naar zijn broers. Hij ziet de grote reus. Hij wordt erg verdrietig als hij hoort welke lelijke woorden Goliat zegt.
David zoekt vijf gladde steentjes en doet ze in zijn tas. Hij stapt op Goliat af, met alleen de vijf steentjes en zijn slinger als wapen. ‘Haha’, buldert Goliat’, ‘denk je dat je mij kunt verslaan met een paar steentjes en een slinger! Ik dacht het niet!’ Maar David antwoordt: ‘Jij hebt een zwaard, een speer en een helm, maar ik heb de Here God als hulp. Hij zal mij helpen om jou te verslaan!’. David pakt een steentje uit zijn tas. Hij doet die in zijn slinger. Zijn slinger draait rond en rond, het steentje vliegt door de lucht en het raakt Goliat in zijn voorhoofd! De reus valt op de grond. En zo verslaat David Goliat. Afsluiting David wist dat de Here God hem zou helpen om Goliat te verslaan. God wil jou ook altijd helpen. Als je bang bent, of als je iets moeilijk vindt. God is dichtbij jou en Hij beschermt jou! Auteur: GV
‘Ik durf wel met Goliat te vechten’, zegt David. ‘Haha’, lachen zijn broers, ‘jij kan die reus toch nooit verslaan’. Koning Saul hoort ook wat David zegt. ‘Nee hoor, jij kunt Goliat nooit verslaan’, zegt koning Saul. ‘Jij bent veel te jong, je bent veel kleiner als Goliat en je bent ook geen soldaat’. Maar David zegt: ‘ik ben herder. Als ik op de schapen moet passen, komen er vaak wilde dieren. Leeuwen en beren. Deze kan ik verslaan, omdat God mij helpt en bij mij is. God zal mij ook helpen om Goliat te verslaan’.
28
4 mei 2014 | Copyright VHM
God is er altijd Inleiding Vertel eens wat jij doet als je iets moeilijk vindt? Hulp vragen? Aan wie vraag jij hulp? Bidden tot God? Dat is best een goed idee, want op God kun je vertrouwen (daarover praatten we vorige week ook). Maar wat bid je dan?
Nu weet koning David niet wat hij moet doen. Hij zit maar op die steen en is verdrietig. Hij denkt aan zijn huis, zijn mensen en zijn spullen – hij mist het allemaal zo verschrikkelijk. En het ergste is nog dat hij nu niet meer naar de tempel kan, het heiligdom, het huis van God – dat hij nu niet meer voor God kan zingen in de tempel.
Het verhaal zometeen gaat over koning David. Hij is op de vlucht; hij vreest voor zijn leven. Hij kan geen kant op: hij is in de woestijn en daar is niks – waar hij ook kijkt: overal is zand, zand en nog eens zand. Maar hij gaat niet zomaar bij de pakken neerzitten, hij gaat zitten en hij doet iets: hij maakt Psalm 63 en roept zo tot God. En over die psalm gaat het verhaal: luister maar goed!
In het heiligdom heb ik U gezien, uw macht en uw majesteit aanschouwd. Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof.
Verhaal Koning David zit op een steen – nee, niet op een koninklijke troon... Op een steen middenin de eindeloze woestijn. Waar David ook kijkt, hij ziet overal zand, een ontelbare hoeveelheid korreltjes zand. Zand – daar groeit niks op. En nergens is water. Wat heeft hij een honger en een dorst! En wat is hij is moe! En wat is het heet! Moedeloos blijft hij zitten. Wat moet hij nou nog? Hij kan niets meer. Hij staart maar wat voor zich uit. Maar dan begint hij Psalm 63 te neuriën. De woorden schieten hem zomaar te binnen. Dan gebeurt er langzaamaan toch iets in die verre woestijn: God, U bent mijn God, U zoek ik, naar U smacht mijn ziel naar U hunkert mijn lichaam in een dor en dorstig land, zonder water. David zit daar helemaal alleen in die eindeloze zandwoestijn. En hij denkt aan vroeger: vroeger, een paar dagen geleden nog maar, woonde hij in Jeruzalem in een mooi paleis en was hij gelukkig met zijn volk. Hij deed zijn best een goede koning te zijn. En hij hield heel veel van zijn zoon Absalom. Absalom, een mooie jongen met lange gouden haren en mooie manieren: het hele volk hield van hem. David was heel trots op zijn knappe zoon. Maar het volk hield zoveel van Absalom, dat Absalom vond dat hij koning moest worden. Hij durfde het aan een staatsgreep te plegen tegen zijn vader– en zijn vader, koning David, vluchtte!
4 mei 2014 | Copyright VHM
U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven. Dan wordt mijn ziel verzadigd met uw overvloed jubel ligt op mijn lippen. Mijn mond zal U loven. Al zingend denkt David eraan dat God altijd voor hem heeft gezorgd en van hem houdt. Dus ook nu: God zorgt ook nu voor hem en God houdt ook nu van hem. God is bij hem. God houdt hem staande, ook tegen zijn vijanden. David voelt zich helemaal veilig. David gaat weer rechtop zitten. Zijn ogen gaan weer stralen en hij heeft er weer zin in. Hij weet dat zijn leven moeilijk is, hij zit in de woestijn en hij is best bang voor zijn vijanden – maar hij weet: God is er altijd en Hij zorgt voor mij, we gaan samen op pad – ik ben niet alleen. En nu ziet hij opeens geen eindeloze zandvlakte met heel veel zandkorreltjes meer, maar hij staat op en ziet een prachtige weg om samen met God overheen te wandelen, vol vertrouwen de toekomst tegemoet. Vraag Weet jij wat er verder gebeurde met David? Kwam hij terug bij de tempel? Auteur: AvR
29
De dag bespreken met God Inleiding Maak voor de kinderen een soort weekkalender, een weekagenda. Wat ga ik deze week doen? Heeft God hier iets mee te maken? Hoe dan? Maandag 15 april
Uit school bij Jelmer spelen Computeren
Een echte vriend proberen te zijn Opletten waar ik naar kijk en hoe lang ik computer. Wat wil God?
Dinsdag 16 april
Kleren kopen
De Here God danken voor nieuwe kleren.
Woensdag 17 april
Sportclub Verjaardag Suzan
God vragen of het er vriendschappelijk aan toe zal gaan tijdens de wedstrijd.
Donderdag 18 april
Huiswerk maken Teevee kijken
Gods hulp vragen Waar wil God dat ik naar kijk?
Vrijdag 19 april
Bibliotheek
Zou God alle boeken mooi vinden?
Zaterdag 20 april
Papa helpen Naar opa en oma
Of God wil helpen het zonder mopperen te doen. God danken voor opa en oma.
Zondag 11 mei
Naar de kerk
Meer leren over de Here God.
Hier een verkleinde afbeelding met enkele voorbeelden om u een idee te geven. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is om er iets in te schrijven. Opdracht voor de kinderen Achter iedere dag schrijven ze iets wat ze die dag gaan doen. Natuurlijk kan school worden ingevuld, maar ook andere dingen die de kinderen die week gaan doen. Klaar? De volgende opdracht: schrijf er bij of God iets met die activiteit te maken heeft en wat dan, hoe dan? Geef er verder geen waardeoordeel over, maar vanuit het verhaal zullen ze zien hoe David in zijn leven omging met God en Hem betrok bij zijn leven. Na afloop van het verhaal kunt u nogmaals deze kalender tevoorschijn halen en samen praten over wat er is opgeschreven. Misschien kunnen ze n.a.v. het verhaal nog dingen aanvullen in hun agenda. Vertellen Regelmatig probeer ik de bijbel helemaal door te lezen. Een hele klus, moet ik je zeggen, want sommige stukken zijn zo saai. Je hebt de neiging ze over te slaan, maar dat doe ik niet. Ik lees gewoon door, elk boek, elk hoofdstuk. Soms snap ik het niet en lees gewoon verder. Misschien snap ik het later wel, denk ik dan. Maar goed ook dat ik gewoon alles lees, want op een dag kwam ik zoiets moois tegen. Ik las de geschiedenis van koning David. Je denkt dan misschien gelijk aan het verhaal van David en Goliat, maar ik kan je verzekeren dat er nog zoveel meer over deze koning staat geschreven in de Bijbel. Het zal je maar gebeuren, op de vlucht voor je eigen zoon, op de vlucht voor de koning, op de vlucht voor vijanden. Nergens een plekje om te wonen, dag in dag uit op de vlucht. Slapen in rotsspleten, voortdurend waakzaam. Er kunnen wilde dieren op de loer liggen, maar ook vijanden die het op je leven hebben gemunt. David wist dat hij niet in de handen van koning Saul moest vallen, want dat zou niet best zijn. Je kunt je daar vast wel iets bij voorstellen als je regelmatig op de tv van die vluchtelingenstromen ziet. Ook zij weten niet waar ze heen moeten. In hun eigen land is het te gevaarlijk of er is geen eten meer. David weet precies hoe dat voelt. 30
David is trouwens niet alleen in de woestijn. Een hele groep mannen heeft zich bij hem aangesloten en trekken met hem mee de woestijn door. Maar ik vind het toch ook wel een beetje vreemd om te lezen dat David op de vlucht is geslagen. Heeft God niet zelf gezegd dat David koning zou worden? Heeft God zich misschien vergist? Of is Hij het vergeten? Is God eigenlijk wel te vertrouwen? Dat is toch niet normaal om tot koning te worden uitgeroepen door God zelf en vervolgens als vluchteling door de woestijn te zwerven? Daar ga je je toch over opwinden, lijkt mij. Dat maakt je toch boos en brengt je aan het twijfelen: God, waar bent U nu? Waar is mijn paleis? Waar is mijn troon? Nou, als ik David was….. Nieuwsgierig lees ik verder in de bijbel. Is David het met mij eens? Stelt hij dezelfde vragen? Weet je wat David het ergste vindt? Nee, hij praat niet over een paleis, over een troon, over een bed om in te slapen, hij wordt niet boos en gaat niet twijfelen. Het ergste van alles vindt David dat hij niet meer naar de tempel kan om daar de Here God te aanbidden. Maar David weet dat je ook in de woestijn, terwijl je op de vlucht bent, kunt bidden tot God. Bidden mag je altijd en overal doen en dat beseft David. Hij roept het uit naar God: ‘God, U bent mijn God, U zoek ik, naar U smacht mijn ziel, naar U hunkert mijn lichaam in een dor en dorstig land zonder water’. David bidt en dankt God: ‘U bent mij tot hulp geweest’, roept hij zachtjes uit, want hard kan hij in deze situatie niet roepen. De vijand zou het eens horen… ‘Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof’. Hoe kan hij dat zou zeggen? Hoe kan hij in zo’n situatie nu God prijzen en danken en zeggen dat God hem tot hulp is geweest? Logischer is het dan toch dat je gaat klagen? Als jij het moeilijk hebt, wat doe je dan? Ga je dan luidkeels zingen of God danken? David wel. Hij spreekt elke dag met God en bidt voor elke situatie. Hij weet en gelooft dat God met hem is. Hij houdt van God en hij weet zeker dat God van hem houdt en een plan met zijn leven heeft. Natuurlijk bidt hij ook voor de vijanden, de jakhalzen, zoals hij ze noemt, die hem willen doden, maar hij weet zeker dat God met hem is. Weet je hoe David het volhoudt? Door tegen God te zeggen: ‘U
4 mei 2014 | Copyright VHM
bent altijd mijn hulp geweest, ik juichte in de schaduw van uw vleugels. Uw rechterhand houdt mij vast’. David kan niet anders dan woorden te gebruiken die hem opnieuw moed en vertrouwen geven dat God alles in zijn hand heeft. Hij wil maar één ding: leven met God. Niet alleen als alles voor de wind gaat, maar ook nu het moeilijk is. Er komen nog zoveel onverwachte situaties op David af. Maar welke kant moet hij uit. Geen probleem, David vraagt het gewoon aan de Here God. En als er vijanden in de buurt zijn, wat dan? Geen probleem, David vraagt de Here God wat hij moet doen. En als Saul plotseling heel dicht bij David blijkt te zijn, wat moet hij dan doen? Geen probleem, David vraagt de Here God om raad. En als zijn eigen mannen hem willen doden? Geen probleem, David zoekt een stil plekje op en praat met God. Al lezend in de bijbel kwam ik er achter dat David voortdurend God om raad vroeg. Wat doet God? Hij luistert en geeft raad en antwoordt: ‘Ja, David, ga er maar op af’, of,
‘nee David, wacht tot morgen’. David luistert naar Gods raad. Hij wil leven met God, iedere dag. Daar was ik ondersteboven van, zeker als ik het vergelijk met mijn eigen leven. Ik vraag me dan al lezend af: hoe vaak betrek ik God bij mijn leven? Hoe vaak vraag ik God om raad? Wil ik met Hem leven, elke dag? Is mijn agenda ook zijn agenda? Afsluiting Aan het begin hebben we een weekagenda ingevuld. Hoe ziet jouw week er uit? Hoe ga jij God betrekken bij wat je doet? Wil jij net als David, leven met God? Kijk nogmaals naar je agenda en misschien wil je er wel meer bij schrijven. Zullen we afspreken dat we deze week nog vaak aan David zullen denken? Als je een repetitie hebt, als je ruzie hebt, als je aan het computeren bent, als je…. Noem maar op. Dat is pas echt leven met God. Ik ga er voor! Jij ook? Auteur: JvN
Verwerkingen
God is dichtbij jou Zoals David gewend was om God bij zijn leven te betrekken, zo mogen de kinderen weten dat zij God ook bij alles mogen betrekken, want God vindt hun leven belangrijk. Je hebt nodig:
-
Werkwijze:
-
voor elk kind een kopie van werkblad 1 op stevig papier kleurmaterialen scharen naald en draad OF cadeaulint en perforator
Kleur eerst alles mooi in. Maak een portret van jezelf in de schilderijlijst en schrijf je naam eronder. Knip de ring en de cirkel uit op de dikke lijn. Maak gaatjes op de dikke stippen (met naald of perforator). Maak (met draad of cadeaulint) de cirkel in de ring. Maak ook een draad of cadeaulint aan de ring. - Nu kan het werkje opgehangen worden. - Tijdsduur: 10-15 min.
Bespreek de dag met God De dag overdenken doe je vaak ’s avonds als je in bed ligt. Je kunt ook ’s avonds in je gebed aan God vertellen wat je bezighoudt. Waar was je blij mee of wat maakte je verdrietig? Waar wil je God voor danken? Je hebt nodig:
-
voor elk kind een vel zwart papier vetkrijt/krijt restjes stof, vilt of iets dergelijks wit papier lijm scharen pennen/potloden
Werkwijze:
- Teken op het zwarte papier met vetkrijt een bed. Gebruik een lapje stof/vilt/ gekleurd papier als een dekentje. - Knip uit wit papier een praatwolk en plak deze boven het bed. - In de praatwolk boven het bed kun je neerzetten wat je bezighoudt of je schrijft er een gebed in. Tijdsduur: 10-15 min.
4 mei 2014 | Copyright VHM
31
Liedjes In een gebed mag je alles aan God vertellen: de mooie, maar ook de moeilijke dingen. Hij wil altijd dichtbij je zijn. Daarover zijn ook mooie liedjes gemaakt. Je hebt nodig:
- liedjes op cd of via youtube.com: ‘Je hoeft niet bang te zijn’ en ‘Ik ben veilig in Jezus armen’ - cd-speler of computer
Werkwijze:
- Zing met de kinderen de liedjes. Het liedje’ Ik ben veilig in Jezus’ armen’ kan gezongen worden met gebaren erbij. - Praat met de kinderen na over de tekst van de liedjes. Wat vinden ze van de liedjes? Deze liedjes gaan over moeilijke dingen in ons leven, als je je bijv. eenzaam voelt of als je gepest wordt of buitengesloten. Dat is natuurlijk helemaal niet fijn en daar kun je je behoorlijk rot over voelen. Door dit lied zegt God dat Hij altijd heel dicht bij ons wil zijn, wat er ook gebeurt en hoe je je ook voelt. Dat je altijd tot Hem mag bidden. - Het verhaal van vandaag gaat over David en David leefde ook elke dag heel dicht bij God. Hij dankte God voor de mooie dingen, en hij bad voor kracht voor de moeilijke dingen die hij moest doen, zoals vandaag. Hij moest vechten met die grote reus. God was bij hem en gaf hem kracht en moed om het van de reus te winnen. Zo mag jij ook elke dag weer opnieuw vragen of God met jou mee wil gaan, bij de leuke dingen en ook bij de niet zo leuke dingen. - Sluit af met gebed. Tijdsduur: 5-10 min.
Gemoedsbarometer In Psalm 63 komen verschillende ‘gemoedstoestanden’ voor. We gaan deze verwerken in een soort barometer. Je hebt nodig:
- voor elk kind een kopie van werkblad 2 (twee pagina’s) op stevig gekleurd papier - voor elk kind een splitpen - scharen - evt. lint - evt. kleurmaterialen
Werkwijze:
- Knip de twee cirkels op het werkblad uit. Knip ook het kijkvenster van de voorste cirkel uit. Leg de cirkels op de goede manier op elkaar en plaats daarna op de aangegeven plek de splitpen. Als je de barometer wilt kunnen ophangen, kan het rondje bovenaan de voorste cirkel worden uitgeknipt en hierdoor kun je dan het lint bevestigen. Als er tijd over is kun je de gemoedsbarometer nog kleuren of versieren. Tijdsduur: 10 min.
32
4 mei 2014 | Copyright VHM
Gebedsdagboek We vragen God in onze gebeden vaak veel. Maar soms vergeten we om terug te kijken en te ontdekken of/ hoe God onze gebeden verhoort. Een gebedsdagboek kan helpen om dat te ontdekken. Je hebt nodig:
-
voor elk kind een schrift of multomap met lege bladen kleur- en schrijfmaterialen evt. stevig gekleurd papier evt. lijm en scharen evt. tijdschriften om plaatjes uit te knippen
Werkwijze:
- Probeer schriften met een effen buitenkant te vinden, je kunt dan de kaft versieren naar keuze. Anders kun je ervoor kiezen om de buitenkant van het schrift van een effen (stevige) kaft te voorzien die de kinderen naar eigen idee kunnen versieren. - Het schrift kun je gebruiken om je dag te bespreken met God. Schrijf (of teken of knip plaatjes uit die passen bij) punten op die goed gingen of die je juist wil verbeteren. Het schrift kun je gebruiken bij je gebed. Gebruik het als een gebedsdagboek, waar je ook regelmatig in terugbladert. Hoe is het afgelopen met je gebedspunten? Dank God voor verhoring! Tijdsduur: 10-15 min.
Alles achterlaten Werkwijze:
- Praat met de kinderen over het volgende: Wat is voor jullie het meest waardevol, wat kan je echt niet missen? Stel je eens voor, je gaat naar een onbewoond eiland (wie weet wat een onbewoond eiland is?). Je gaat daar dus naar toe, maar je mag maar drie dingen meenemen, wat zou je meenemen? Vind je het moeilijk om te kiezen wat je meeneemt of niet? In het verhaal van vandaag moet David vluchten, hij moet alles achter zich laten, zijn huis, zijn spullen, zijn werk. Maar wat hij nog erger vindt, is dat hij niet meer naar de tempel kan om God te eren. Hij blijft in de woestijn bidden tot God of Hij hem in deze moeilijke onzekere tijd nabij wil zijn en of Hij hem wil beschermen. Ook wij mogen elke dag aan God vragen of Hij bij ons wil zijn, ons wil helpen, hoe onze situatie ook is. Hoe gaat het met jou, gaat het goed, dan mag je Hem danken voor alle goede en mooie dingen. Heb je het moeilijk, voel je je niet lekker, omdat het niet leuk is op school, dat je gepest wordt of ruzie hebt met je vriend of vriendin, God wil er altijd voor jou zijn, om je te troosten, om naar je te luisteren om je te helpen. - Sluit af met gebed. Tijdsduur: 10 min
4 mei 2014 | Copyright VHM
33
Agenda Hoe ziet je week er eigenlijk uit? Hoeveel tijd heb je ‘over’ voor God? Helemaal niets, een heleboel of zit Hij overal ‘doorheen geweven’? Je hebt nodig:
- voor elk kind een kopie van werkblad 3 - pennen - markeerstiften
Werkwijze:
- Laat de kinderen hun activiteiten voor een week invullen. Laat ze met een stift de activiteiten arceren waar God ook iets mee te maken heeft. - Bespreek met elkaar waarom God met sommige dingen wel of niet iets te maken heeft. - David moet, doordat hij op de vlucht is, de tempeldiensten missen. Hij kan en wil het contact met God niet missen en hij bidt vaak tot God, om hulp om kracht om bescherming. Zo krijgt hij kracht om door te gaan. Elke dag legt hij zijn leven in Gods handen en betrekt hij God in elk aspect van zijn leven, de goede en de moeilijke dingen. - En dat mogen wij ook doen, elke dag weer opnieuw ons leven in Gods hand leggen. Bewust vragen of Hij aanwezig wil zijn in elk deel van ons leven, bij elke activiteit, ieder contact en bij elke keuze die wij moeten maken. - Sluit af met gebed, vraag of de kinderen gebedsonderwerpen hebben. Als de kinderen bidden voor alle dingen die op hun agenda staan, kunnen ze God betrekken bij alle dingen van hun dagelijks leven. Tijdsduur: 10-15 min.
De dag bespreken met God Maak voor elk kind een kopie van werkblad 4. Oplossingen:
- Blokpuzzel: bid zonder ophouden 1Tes5:17. - Psalm 63: God wil dichtbij zijn. Tijdsduur: 15 min.
34
4 mei 2014 | Copyright VHM
1
4 mei 2014 | Copyright VHM
35
2
36
4 mei 2014 | Copyright VHM
2
4 mei 2014 | Copyright VHM
37
middag
avond
38
ochtend
zondag
maandag
dinsdag
Agenda van: ______________________________ woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
3
4 mei 2014 | Copyright VHM
Psalm63
4
Blokpuzzel.ZetdeblokjesopdegoedeplekenjeleesteenBijbeltekst.
O
N
U
7
5
T
E
S
D
E
R
E
B
I
N
D
Z
O
D
P
H
O
1
:
1
ZoekinjebijbelPsalm63op.HieronderziejesteedseenregeluitdePsalm staan,maarelkekeerisereenwoordjeofeenpaarwoordjesweggelaten. Vulhetwoordjein.HetcijferachterhetlijntjegeeŌaanwelkeleƩervanhet woordjemoetinvullenindeonderstevakjes. God,ubentmijn________________(1) Ineen_________________(2)en__________________________(1)landzonder__________________(1) Uw_____________________(2)ismeerdanhet____________________________(1) RoependUwnaam,de____________________________(4)geheven Jubelligtopmijn________________________(2),mijnmondzalUloven Wakendinde_______________________________(3)prevelikUwnaam UbentalƟjdmijn________________________(1)geweest Ik_____________________________(6)indeschaduwvanUwvleugels Ik_________________(1)aanUgehecht,metheel_____________________(2)___________________(1) Uwrechterhandhoudt_________________________(2) Leugenaarswordtde_________________________(3)gesnoerd
4 mei 2014 | Copyright VHM
39
Jongerenpagina
Berichtjes naar God Inleiding Ik verwacht, dat jullie allemaal wel een mobiele telefoon hebben. Dat is ook erg handig. Je bent bereikbaar en kunt zelf bellen, whats appen, sms-en of foto’s uitwisselen met je vrienden en vriendinnen. Bij veel jongeren zit de telefoon ongeveer vastgeketend aan hun hand, lijkt het wel. De hele dag lopen ze ermee. Alle dagelijkse belevenissen worden gedeeld met elkaar. Als je mobiel leeg is of je beltegoed op, dan baal je….geen contact…. En…hoe zit dat met God? Stuur je ook de hele dag berichtjes naar Hem? Deel je de dagelijkse belevenissen met je Vader?
Kerntekst ‘Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven’ Om over door te praten 1. Kun je met David meevoelen? 2. Wat vind je ervan om met God te ‘kletsen’? 3. Je kunt ook een weekoverzicht maken van jou activiteiten en hoe daarin God betrekt (zie bovenbouw) Auteur: RO
Psalm 63 We kijken deze keer naar Psalm 63. David is in de woestijn, want hij is op de vlucht voor zijn eigen zoon Absalom. Absalom wil koning worden. David vlucht voor zijn leven. Waarschijnlijk voelt hij zich behoorlijk eenzaam. En dan schrijft hij dit lied: Psalm 63. ‘Ik zit hier in de woestijn, een dor en droog landschap, waar geen water is en zoals ik naar water verlang, zo verlang ik naar mijn God’ (vs. 1 en 2). David zit behoorlijk in de piepzak, maar toch prijst hij God om zijn liefde en goedheid (vs. 3-6). Dat is toch wel bijzonder! ’s Nachts ligt hij wakker en heeft alle tijd om na te denken (vs 7). Dan denkt hij aan de liefde en trouw van God. God heeft mij altijd geholpen (vs. 8). Ik kan niet zonder U (vs. 9). David klaagt niet over zijn situatie, maar prijst God. Hij vindt het erg, dat hij niet naar de tempel kan gaan (vs 3). Gelukkig kan hij wel bidden, ook in de woestijn. Beltegoed heeft hij niet nodig. Alleen zijn twee geheven handen (vs. 5). Hij deelt alles met God: zijn verlangen, zijn lofprijzing, de dingen waarover hij ligt na te denken en ook de haat, die hij voelt voor zijn vijanden (vs.10 en 11) Vind je het ook herkenbaar? Alles wat jij deelt via je mobiel met je vrienden en vriendinnen, dat deelt David met God. David wil alleen maar heel dicht bij God zijn. Dat is voor ons allemaal een groot voorbeeld. Vriendschappen groeien als je dingen met elkaar deelt, mooie dingen, maar ook de verdrietige dingen. Dat schept een band. Zo is het ook in de relatie met God. Hij weet hoe jij je voelt, maar toch wil Hij graag, dat jij het met Hem deelt. Hem dagelijks in je leven betrekt. Dan zul je merken, dat de relatie met je Vader groeit!
40
4 mei 2014 | Copyright VHM
Zondag 11 mei 2014
Bemoediging onderweg Psalm 65
11 mei 2014 | Copyright VHM
41
Thema: God hoort het gebed Doel De kinderen duidelijk maken dat God altijd luistert naar ons gebed en er iets mee doet. Toelichting Op 27 april, twee weken geleden, hoorden we dat we God moeten vertrouwen om tot Hem te bidden. Als we er niet van uit gaan dat God goed voor ons is, heeft bidden geen zin. De basis voor dat vertrouwen is Gods liefde voor ons die tot een hoogtepunt is gekomen in Jezus Christus. God wil ons redden en tot zijn kinderen maken. Die zekerheid zet Hij nooit op het spel, daarop mogen wij Hem altijd aanspreken. Daarom mogen we vragen om zijn zegen, om vergeving, om hulp en wat dan ook. God luistert en zal vanuit zijn liefde voor ons antwoorden. Zo wordt het leven goed en vol vreugde. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: God verandert zijn plan Psalm 65 is te moeilijk om aan de onderbouw-kinderen te vertellen. Daarom kiezen we voor een geschiedenis, waarin God zich op andere gedachten laat brengen door het gebed. We kiezen voor Exodus 32:1-14. Israël heeft, terwijl Mozes op de berg verblijft, het gouden kalf gemaakt om daarmee de HEER te aanbidden. God is daar woedend over en wil het volk uitroeien en uit Mozes een nieuw volk laten ontstaan. Mozes bidt dan tot God en zegt Hem: ‘Here God, U hebt gezworen trouw te blijven aan Israël. Die belofte kunt U niet breken. U bent betrouwbaar en goed. U zou uw naam op het spel zetten, wanneer U Israël laat vallen.’ Dan verandert God van gedachten. Maak de kinderen duidelijk dat ze God altijd mogen vragen om goed voor hen te zijn en hen verkeerde dingen te vergeven. God houdt onvoorwaardelijk van ons. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: God luistert altijd Hoe vind jij het, als een vriendje/ vriendinnetje net doet of hij/zij je niet hoort? Er komt geen antwoord, wat je ook zegt. Het lijkt net alsof jij niet bestaat voor hem/haar. Waarom zou hij/zij dat doen? Hoe reageer jij? Word je dan boos? Of verdrietig? (Je kunt deze vragen ook in een inleidend verhaaltje verwerken). Vertel de kinderen Psalm 65 in eenvoudige woorden. Leg er daarbij de nadruk op, dat God altijd luistert naar ons bidden. Dat is zeker. Hij hoort het als wij Hem prijzen, maar ook als we om vergeving vragen. God is goed voor ons. Hij geeft ons de wereld: bergen, zeeën en eten op het land. We mogen daarvan genieten en gelukkig mee zijn. Daarom komt Hem de lof toe (vs. 1). Iedere dag opnieuw luistert God naar ons bidden. Hij is het nooit zat om zich met ons te bemoeien. Integendeel: Hij is steeds weer blij als we naar Hem toekomen met onze dank, onze wensen, onze zorgen en ons verdriet. Zo goed is God. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Bidden heeft resultaat Heb jij wel eens de neiging je oren dicht te stoppen voor wat een ander tegen je zegt? Wanneer? Waarom? Geef je aan die neiging toe? Zo nee, waarom luister je toch? In Psalm 65 wordt God genoemd: ‘U die ons bidden hoort’ (vs. 3). Blijkbaar luistert God altijd, ook als gelovigen hebben gezondigd tegen Hem. Hij laat hen niet vallen, maar ‘doet recht en redt hen’ (vs. 6). Van zo’n God word je stil van eerbied. Hoe is het mogelijk, dat God ons nooit zat is? Het is nog mooier: God geeft aan mensen zijn zegen. Hij geeft hun de prachtige wereld, vol met eten. Ze mogen genieten van het leven. God geeft ons nog meer reden om in Hem te geloven en Hem te prijzen. Tegen zo’n goede God kun je toch niet zwijgen? Hem zoek je elke dag in je gebed? Extra bijbelgedeelte: Exodus 32: 1-14 (zie de toelichting bij het onderbouw-verhaal)
42
11 mei 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Bij het Bijbelgedeelte Het gegeven dat de Here God de gebeden hoort is de aanleiding tot grote blijdschap. De Psalm is een lofzang over dat feit, die werkelijkheid. Er zijn in de Psalm drie grote thema’s, die nauw met elkaar samenhangen: God in Sion wordt geprezen, Hij is de Schepper (Hij alleen) en Hij geeft ook de mogelijkheid tot leven op aarde. Vers voor vers vs.1 Dit is een algemeen opschrift. Het lied hoort thuis in de bundel ‘van David’. Het is een lied, dat dus gezongen kan worden alleen of met elkaar. Zo brengt een Psalm altijd gemeenschap. In het zingen is het tot eer van God en in het zingen met elkaar is er ook verbondenheid met elkaar. Wie goed zingt, luistert ook naar de stem en de stemmen van de ander en de anderen. vs. 2-5 De Heer is Hoorder van de gebeden. Als mensen bidden roepen ze niet wat in het wilde weg. Juist in een lied moet er goed op toonhoogte en ritme worden gelet. Anders wordt het vals en ongelijk. De mensen die zingen zijn geen heilige boontjes. Ongerechtigheid had de overhand; niemand gaat vrijuit. Toch roept God juist uit zo’n situatie de mensen op tot zingen. Dat is een voorrecht. Het is een wonder dat de hoge God door lage mensen geëerd wil worden! Geen wonder dus dat de Psalm begint met een oproep tot stilte. Als je stil bent, heel stil, wat hoor je dan allemaal? Kun je in die stilte ook een lofzang voor de Here God horen? God troont in Sion; Jeruzalem als het hart van de wereld. Mensen die zich als kind aan huis bij God mogen voelen, die weten dat God zelf hen voedt, met het goede van zijn huis. De tempel is altijd de offerplaats, Dat herinnert ons aan het offer door de Here Jezus gegeven. vs.6-9 De daden van God zijn het antwoord. Tegenover de ongerechtigheden van gewone mensen staat hier de gerechtigheid van die in het midden van zijn volk tronende en wonende God. Heel de schepping is daarbij betrokken. Dat is straks ook de boodschap met Pinksteren; de verkondiging van Pasen strekt zich vanuit Jeruzalem uit over heel de wereld. In zekere zin stemt heel die schepping in met het loflied, met dat gebed dat onderweg in een mensenleven gezongen mag worden op alle plaatsen. Waar je ook bent, overal wil God de gebeden horen, elke dag opnieuw. vs.10vv De zegen van Gods nabijheid wordt hier heel concreet uitgetekend. De beek Gods vindt zijn bron in de tempel, denk aan de profetie van Ezechiël 47, en maakt het leven en het koren mogelijk. Zo komt er brood en mogen de mensen leven naar lichaam en naar geest. Ten diepste en uiteindelijk is het God die mensen voedt. De landerijen juichen over het leven dat gevierd mag worden. Gebedsleven mag heel concreet zijn, verbonden met je eigen leven. De stilte, maar ook de plaats waar je bent zingt daarin mee. Auteur: GJK
Liederen Psalm 65 Gezang 415 Gezang 410 Een rivier vol van vrede Dank U voor deze nieuwe morgen Hier in uw heiligdom Psalm 8 Groot en geweldig Wij danken U Dank U dat U van mij houdt Dank U, Heer Dank U wel` Als je bidt
-
Evangelische liedbundel 429 Evangelische liedbundel 168 Evangelische liedbundel 297 Ontdekt- Chr. Kinderboeken Dichterbij - Chr. Kinderboeken Opwekkingsliederen voor kinderen 62 Opwekkingsliederen voor kinderen 82 Opwekkingsliederen voor kinderen 302 Opwekkingsliederen voor kinderen 244 Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld
Auteur: PZ
11 mei 2014 | Copyright VHM
43
God verandert zijn plan Inleiding Wie is er wel eens boos? Waarom was je dan boos? Ik ben ook wel eens boos hoor. Vooral die keer, toen ik tegen mijn zoon van zes jaar zei dat hij niet met zijn vingers aan de barbecue mocht komen. En toen ik even niet keek, deed hij het toch. Ik had het nog zó gezegd. Huilen natuurlijk. ‘Oké, zei ik, nu gaan we nooit meer barbecueën’. Dat zei ik natuurlijk omdat ik zo boos was. Zegt mijn man (of vrouw) twee tellen later tegen mij: ‘Ik snap dat je zo boos bent, maar nóóit meer barbecueën, dat is toch wel erg lang. Als hij nu belooft dat hij voortaan heel goed gaat luisteren naar jou en echt niet meer aan de barbecue zal komen?’ Tja, daar had hij (zij) wel gelijk in.’Oké, hij krijgt nog een kans om het beter te doen. We proberen het nog een keer’. Verhaal Het volk Israël is in de woestijn. God heeft hen uit het land Egypte gehaald, waar ze slavenwerk moesten doen. Ze zijn weer een vrij volk. Mozes, Gods dienaar, mag het volk de weg wijzen naar het beloofde land. God weet de weg. Bij de berg Sinaï stoppen ze en slaan ze hun tenten op. Mozes klimt de berg op om met God te praten. God wil dat het volk Israël het goed heeft en God wil zelf Koning zijn van zijn volk. Daarom schrijft hij op twee stenen platen zijn leefregels. Mozes moet die straks aan het volk voorlezen. Als het volk die woorden hoort en er ook naar gaat luisteren, dan zal God hen zegenen in alles.
Als het stierkalf klaar is, komt er een groot feest. Zogenaamd een feest voor de Here, maar ze dansen om dat gouden kalf en brengen er offers voor. Oh, domme mensen. Jullie hebben toch beloofd God te gehoorzamen. Je weet toch dat Hij je hiervoor zal straffen. Natuurlijk ziet de Here God het en Hij hoort het. Op de top van de berg is Mozes bij God. God vertelt Mozes wat daar beneden in het tentenkamp gebeurt en God zegt: ‘Ga nu naar beneden want je volk is héél ongehoorzaam, ik zal iedereen doden, Mozes. Jou zal Ik tot een groot volk maken’. Mozes schrikt verschrikkelijk. En niet te geloven, dan gaat Mozes bidden voor dat ongehoorzame volk. ’Oh Here, het is toch niet mijn volk, het is toch uw volk. Here, denk toch alstublieft aan wat U beloofd hebt. Aan Abraham, Isaak en Jakob. U hebt ze uit Egypte geleid, Here. De Egyptenaren zullen denken dat het uw plan was om uw volk in de woestijn te doden! Och Here, spaar uw volk’. En weet je, dan krijgt de Here spijt van zijn woorden, over het kwaad dat Hij zijn volk had willen aandoen. Hij verandert zijn plan. Hoe is het mogelijk? God heeft zoveel geduld en liefde voor zijn volk, dat Hij luistert naar zijn trouwe knecht Mozes. Dan gaat Mozes naar beneden. Auteur: EdV
Het volk onder aan de berg, wacht tot Mozes terug komt. Hij zal hen vertellen wat hij met God besproken heeft, wat Gods wil is. Ze wachten en wachten en wachten.... Oh, wat duurt dat lang. Een hele boel Israëlieten worden al ongeduldig. ‘Hé, Aäron (dat is de broer van Mozes die hem bij alles helpt) waar blijft Mozes nou? Er is vast iets met hem gebeurd onderweg’. Maar Aäron weet het ook niet. Het volk begint opnieuw aan Aärons hoofd te zeuren: ‘God is ons vergeten, Aäron wij willen een God die we kunnen zien. Die kan dan voor ons uitgaan om ons de weg te wijzen. We willen een feest houden’. Aäron vindt het wel een lastige situatie. Hij is eigenlijk een beetje bang voor het volk. En uiteindelijk geeft hij hen toch hun zin. Hij bedacht een slim plan en zegt: ‘Geven jullie maar al je sieraden, dan maken we daar een gouden stierkalf van, net als de afgodsbeelden in Egypte. Nou de mensen vinden dat helemaal niet erg, ze vinden het een prima plan. Ze rukken de gouden oorringen uit hun oren en verzamelen al de gouden sieraden die ze van de Egyptenaren hebben gekregen en brengen die bij Aäron. Ze doen het graag. Nu kunnen ze van hun God een afbeelding maken en Hem aanbidden. Klopt dit? Kun je van God een afbeelding maken? Een beeld, een tekening of een schilderij? Nee hè? Niemand heeft God ooit gezien. Trouwens dat mag ook helemaal niet. God heeft zelf gezegd dat Hij dat niet wil en dat wat je gemaakt hebt mag je al helemaal niet aanbidden.
44
11 mei 2014 | Copyright VHM
God luistert altijd Inleiding Deze week lezen we weer een psalm, een lied van David. Deze psalm gaat over genieten. Weet jij wat dat is: genieten? Wat doe je dan? En waarom doe je dat? In deze psalm vertelt David dat hij zich vaak voor zijn zonden schaamt. Dan wil hij het liefst heel klein worden en ver weg kruipen in het kleinste uithoekje. Op zulke momenten zingt David steeds voor God. Hij snapt het ook niet, maar hij zingt wel. Daar put hij kracht uit. Hij kijkt om zich heen en ziet dat de bergen, de golven van de zee en alles op het land voor God zingen en juichen. Want God zorgt dat ze bloeien. Ook dat kleine bloemetje ziet Hij. Zo wil God er ook voor jou zijn. Je mag altijd en overal tot God bidden. En dan kan ook jij genieten, zomaar, gratis en voor niets. Lees deze psalm maar: Lezen en zingen met het kleine bloemetje God zorgt met zijn liefde voor het land. Wauw! Wat maakt Hij alles mooi en machtig. Er is teveel om op te noemen (probeer dat maar eens). En Hij zorgt er goed en met liefde voor en geeft de aarde alles wat ze nodig heeft om te bloeien. Hij laat alles zingen en juichen. God maakt de hele aarde en zet daar de hoge bergen op en maakt het gebulder van de golven van de zee zacht. De rennende mensen brengt hij tot rust. Ze mogen om zich heen kijken en gewoon even genieten van wat God allemaal geeft. Het land maakt Hij vruchtbaar en laat Hij druipen van overvloed. Op de weiden laat Hij schapen en koeien dwalen. En op de velden laat hij graan groeien en veel bloemen. Overal waar je ook kijkt is het mooi en goed. En op zo'n groot veld plant God ook het kleine bloemetje. Het kleine bloemetje kijkt naar de machtige bergen en de verten van de zee, en denkt bang: wie-o-wie ziet mij? Ik ben zo klein en onbelangrijk. Ik doe nooit iets goed. Ik sta hier maar te staan. En het bloemetje kijkt naar beneden en probeert zover mogelijk weg te kruipen naar beneden.
11 mei 2014 | Copyright VHM
Niemand mag hem zien. Maar, kiekeboe, God ziet het kleine bloemetje wel en buigt zich voorover, heel dicht bij het kleine bloemetje en trekt het overeind: 'Jij hoort er ook bij. Ik heb jou ook nodig, hoor! Kijk eens om je heen. Laat je fouten maar bij mij – daar hoef jij je niet voor te schamen; die doe ik wel weg. Ik heb jou gemaakt, dus geniet en kijk eens om je heen: ' En God laat het bloemetje zien dat het hele veld vol staat met kleine bloemetjes. En ieder bloemetje heeft zijn eigen kleur en geur. Ieder bloemetje is nodig, want samen zijn ze een heel veld vol bloemetjes en een lofzang voor God. Samen mogen ze om zich heen kijken en Gods trouw bezingen. Doe maar mee! Allemaal! En het kleine bloemetje staat nu gelukkig en tevreden op zijn plekje te stralen en te luisteren en te kijken. Samen met alle andere bloemen, bergen en dalen die God heeft gemaakt. Want wij mogen allemaal weten dat God alle lof toekomt. Als we het even niet zien zitten, hoeven we niet weg te kruipen in het verste hoekje, zoals het kleine bloemetje of zoals David, want God zelf luistert naar ons bidden en trekt ons weer overeind. We mogen zingen van Gods grote daden en blij zijn. Want dat gebeurt altijd: daar kunnen we op vertrouwen. Daarom mogen we gewoon even genieten. Want dat is vast en zeker. Waar je ook bent en wie je ook bent, elke dag wil God jouw gebeden horen, telkens weer. Vraag Wat wil jij nu zingen? Auteur:AvR
45
Bidden heeft resultaat Laten we het er met elkaar nog eens over hebben wat bidden eigenlijk is. Hoe omschrijf je iets wat we eigenlijk wel weten en tegelijkertijd het moeilijk vinden om erover te praten en misschien is het nog wel moeilijker om het eens te doen! Op zichzelf is dat niet zo gek. Bidden kun je samen doen, maar ook alleen en als je het doet is het natuurlijk wel heel persoonlijk. Je kunt niet iedereen laten weten wat je bidt en waarvoor je bidt. Aan de andere kant kan het zo zijn dat je op bepaalde momenten bidt als een gewoonte, voor het eten bijvoorbeeld en voor het slapengaan. Soms kan het dan zo gewoon zijn dat je er niet meer bij stil staat. Vooral in het drukke leven van alledag kan het lastig zijn om tijd vrij te maken voor gebed. Wie herkent dit? Misschien heb je dit weleens: als je iets vertelt aan je ouders of je vrienden, dat er niet goed naar je geluisterd wordt. Andersom kan het ook zo zijn dat jij niet goed luistert naar wat aan jou verteld wordt. Omdat je geen tijd hebt of geen zin, of omdat het niet interessant is. Maar God luistert wel! Altijd weer, wanneer en wat je ook bid, in deze Psalm staat dat God altijd luistert. In de termen van onze tijd kunnen we zelfs zeggen dat God altijd online is. In Psalm 65:3 staat ‘U die ons bidden hoort, tot U komt de sterveling’. Iedereen, wie of wat je ook bent, mag komen en er zal geluisterd worden naar het gebed. Er kunnen wel dingen in de weg staan, tussen God en de mensen. Zoals zonden, dingen die verkeerd zijn, die wij verkeerd hebben gedaan. Dat kunnen kleine dingen zijn, maar ook grote. ‘U neemt weg wat wij misdeden’. God neemt alles wat in de weg zou kunnen staan weg. Stel je voor dat je iemand wilt bezoeken, maar de weg naar hem toe is versperd; er staat een hindernis of de weg is opgebroken. God neemt deze hindernis weg, zodat de weg naar Hem toegankelijk is.
In het begin van de tijd van de kerk, heeft iemand gezegd: Zingen is tweemaal bidden. Zingen is dan zelfs meer dan bidden, hoewel het voor God uiteindelijk niets uitmaakt, als het maar uit het hart komt. In de vele Bijbelverhalen, in alles wat de mensen als David, Salomo, de discipelen van Jezus en Paulus overkomt, altijd wordt er gebeden en gezongen. Zelfs als het leven heel erg moeilijk en zwaar is op een bepaald moment. Voor en door alles wordt er gebeden. God luistert naar ieder gebed, wat er ook aan de hand is, waarvoor en wanneer je ook bidt. Maar in deze Psalm gaat het over alle goede dingen die God geeft. Dat zijn er vaak meer dan je op kun noemen. Probeer er maar eens over na te denken, over alle dingen die je zelf misschien zo vanzelfsprekend vindt, maar die helemaal niet zo gewoon zijn dat iedereen over de hele wereld dit heeft. Zoals een huis om in te wonen, een bed om in te slapen, een vader en moeder, genoeg te eten en drinken, kleren, een fiets en nog veel meer misschien. Dit alles kun je zien als een zegen van God. God zegent ieder mens die daarnaar verlangt. Hij wil ieder van ons zegenen, ons leven en alles wat we daarin mogen en kunnen doen. Toch is er een andere kant in deze Psalm over het gebed en de lofprijzing aan God. God hoort en verhoort ieder gebed, maar niet altijd zoals wij graag zouden willen. God is geen Sinterklaas, geen tovenaar of goochelaar. Nee, Hij is degene die voor ons weet wat het beste is, Hij wil zijn wil aan ons duidelijk maken. Bidden is niet zozeer onze wensen kenbaar maken, maar we vragen aan God of Hij door ons leven heen wil werken, of Hij wil doen wat het beste voor ons is, Daarom is Jezus naar de aarde gekomen, om te laten zien wie God is en wat Hij met ons wil. Jezus’ leven is het voorbeeld voor ons. In Jezus heeft God ons vrijgekocht van alles wat we verkeerd hebben gedaan. Auteur: EvD
‘Gelukkig wie door U gekozen is en U mag naderen, hij mag wonen in uw voorhoven’. De tempel, het huis van God is de juiste plek om te bidden. Zingen en bidden vormen hier een geheel. Het begint met stilte, dan komen zingen en bidden. In de Bijbel is er eigenlijk geen onderscheid tussen bidden en zingen. Als er nood is, dan wordt er gezongen, dat vinden we terug in vele Psalmen. Als er reden tot blijdschap is, wordt er gezongen. Zoals Mirjam, die een lofzang zong toen de Israëlieten door de Rode Zee waren getrokken. En Maria, die toen zij wist dat zij de moeder van Jezus zou worden, eveneens een lofzang zong, die zelfs in ons gezangenboek staat.
46
11 mei 2014 | Copyright VHM
Verwerkingen
Door het gebed van Mozes verandert God zijn plan Het volk Israël heeft een gouden kalf gemaakt om het te aanbidden. God is daar heel boos om en wil eigenlijk niet verder met het volk. Maar Mozes bidt en hij vraagt of God toch van plan wil veranderen. En dat doet God! Je hebt nodig:
-
voor elk kind een kopie van werkblad 1 op stevig papier scharen papiermesje met snijmat lijm evt. kleurmaterialen.
Werkwijze:
- Knip eerst de drie onderdelen uit. Maak met het papiermesje openingen op de rechte en de gebogen dikke lijn (het is handig en veilig als de leiding dit doet). - Schuif de strook van voor naar achter door de rechte opening. Laat de strook via de gebogen opening weer naar voren komen. - Plak het bovenste gedeelte van de strook op het gearceerde deel van de rechthoek met de tekst. - Nu kun je laten zien wat er gebeurt in het verhaal. Tijdsduur: 10 min.
Boekenlegger Een boekenlegger helpt je om te onthouden waar je was gebleven. Deze boekenlegger kan je ook helpen om te onthouden dat God van ons houdt. Je hebt nodig:
- voor elk kind een langwerpig stuk stevig papier/karton (ca. 15x5 cm. Je kunt uit een A4 zo 8 boekenleggers halen) - kleur- en tekenmaterialen - gekleurde touwtjes/wol - perforator - evt. een lamineerapparaat
Werkwijze:
- Voor de jongste groepen kunt u op de papierstrook alvast in de lengte de tekst opschrijven "God luistert altijd". De oudere groepen kunnen dit meestal zelf. - Hierna kunnen de kinderen de boekenlegger versieren, bijv. met kleine gekleurde blokjes zodat het net glas in lood lijkt. Versiering van de boekenlegger het liefst aan beide zijden. Het zou mooi zijn als deze gelamineerd zouden kunnen worden (er kunnen meerdere knutsels op één vel, let dan op voldoende tussenruimte voor het losknippen). Daarna kunt u een gaatje maken aan de onderkant en kunnen de kinderen er wat gekleurde touwtjes aan knopen. Tijdsduur: 20 min.
11 mei 2014 | Copyright VHM
47
Luisterspel God luistert altijd naar ons gebed. Als we stil zijn voor God en de rust nemen, kunnen we God ervaren. God zoekt ons op. Dit is een rustig spel, waarbij we stil zijn. De geblinddoekte speler zoekt een kind op om aan te raken. Je hebt nodig:
- blinddoek - houten lepel
Speelwijze:
- De leid(st)er blinddoekt een kind en geeft hem de houten lepel. De andere kinderen zitten in een kring om hem heen. Het geblinddoekte kind draait drie keer in het rond en loopt dan langzaam vooruit om iemand voorzichtig met de lepel te raken (niet slaan!). Ondertussen luistert dit kind heel goed welke kant hij/zij op moet gaan. De andere kinderen proberen de lepel te ontwijken, maar mogen niet opstaan. - Als iemand is geraakt, moet hij een kuikentje nadoen: "Piep, piep". Als het geblinddoekte kind het kuikentje aan zijn stem herkent of met de lepel kan voelen wie het is, wisselen ze van plaats, anders draait hij opnieuw drie keer in het rond en begint het opnieuw. Tijdsduur: 10-15 min.
Slinger Psalm 65 is een lofzang: we zijn dankbaar dat God altijd onze gebeden hoort. Dit is een reden tot grote blijdschap! Je hebt nodig:
- kopieën van werkblad 2 (2 pagina’s) op stevig wit of licht gekleurd papier (niet noodzakelijk 1 kopie per kind, dit kan de leiding zelf bepalen) - scharen - touw waaraan vlaggen bevestigd kunnen worden. Lengte afhankelijk van het aantal vlaggen welke aangeboden wordt ca. 75 cm. voor 5 vlaggen - lijm of nietmachine - pen of grijspotlood - kleurpotloden
Werkwijze:
- Knip de vlag met de tekst 2x uit. Een voor aan het begin en een voor aan het eind. Knip de overige vlaggen 1x uit. - Teken in elke vlag de zegeningen waarvoor gebeden/gedankt kan worden. Bespreek met de kinderen vooraf wat getekend kan worden. Laat ze daarna zelf aan de slag gaan. - Dank voor alle zegeningen, denk aan de natuur, eten, vriendschap van mens en dier, familie, huis om in te wonen, maar ook het mogen leren. - Kleur de randen en/of tekeningen met kleurpotlood in. - Bevestig de vlaggen aan de lijn: start met de tekstvlag, daarna afwisselend de overige vlaggen en eindig weer met een tekstvlag. - Op deze manier maken de kinderen een gezamenlijke vlaggenlijn en deze in kan in de kerkzaal of de kinderzaal opgehangen worden. In het afsluitende gebed kunnen de gebedspunten van de vlag worden genoemd. Tijdsduur: 15 min.
48
11 mei 2014 | Copyright VHM
Zwaardoefening thema Gebed Je hebt nodig: - Voor elk kind een Bijbel (die in dit spel een zwaard wordt genoemd. - Ef 6:17) Zowel de NBV als HSV kan gebruikt worden. Speelwijze:
- De kinderen zitten op een stoel in rijen zodat de leider de hele groep in één keer kan overzien. Alle kinderen hebben een bijbel op hun schoot. De strijd is het meest eerlijk als er geen bijbels met duimgrepen worden gebruikt en er geen boekenleggers in zitten. - De leider zegt: "Trek je zwaard". De kinderen houden nu hun Bijbel vast bij de rug en houden 'm met een gestrekte arm in de lucht. - De leider zegt het op te zoeken Bijbelvers en de kinderen herhalen het bijv. Psalm 5:12. Je kan het ook op het bord of een vel papier zetten zodat de kinderen tijdens het zoeken nog even terug kunnen kijken. - Zodra de leider zegt: "zoek" begint de wedstrijd tussen de kinderen; wie heeft als eerste de tekst in zijn bijbel gevonden. - Als een kind de tekst heeft gevonden, gaat het staan. Als er drie kinderen staan, laat de leider het eerste kind naar voren komen om te kijken of het klopt. Heeft het kind de goede tekst voor zich, dan is het winnaar van die ronde en mag het meedoen in de finale. Is het niet goed, dan wordt het tweede kind gevraagd naar voren te komen en gaat het eerste kind weer zitten. - Zijn alle Bijbelteksten opgezocht, dan wordt aan de kinderen die vooraan staan gevraagd de tekst voor te lezen. Laat de anderen aandachtig luisteren om het terugkerende thema in al deze teksten te ontdekken. - Alle winnaars zoeken uiteindelijk nog een laatste finaletekst op en wie deze als eerste heeft gevonden, is winnaar.
Bijbelteksten eenvoudig:
-
Finaletekst:
- Psalmen 66:19
Bijbelteksten moeilijk:
-
Finaletekst:
- Handelingen 10:31
Psalmen 69:14 Psalmen 4:2 Psalmen 143:1 Psalmen 17:1 Psalmen 55:2
Daniël 9:17 2 Koningen 20:5 Lucas 1:13 Genesis 25:21 Psalmen 66:19
Tijdsduur: 20 min. Bidden heeft resultaat Maak voor elk kind een kopie van werkblad 3. Oplossingen:
- Woordwolk: Liefde - Puzzelwoordzoeker: God doet iets met ons gebed Tijdsduur: 10 min.
11 mei 2014 | Copyright VHM
49
1
50
11 mei 2014 | Copyright VHM
plak- of nietstrook
plak- of nietstrook
Psalm 65
2
plak- of nietstrook
51
11 mei 2014 | Copyright VHM
plak- of nietstrook
plak- of nietstrook
2 3
plak- of nietstrook
11 mei 2014 | Copyright VHM
52
3
11 mei 2014 | Copyright VHM
53
Jongerenpagina
God hoort het gebed Inleiding Psalm 65 is een loflied van David. David looft en dankt God voor alle goede gaven, waaruit leven mogelijk is. Luisteren Als er iets is dat mensen lastig vinden, dan is het wel luisteren naar elkaar. We hebben het vaak te druk met wat we zelf willen zeggen. Dat is ook te zien aan het succes van bijvoorbeeld nieuwe sociale media als ‘twitter’. Twitteren is niets anders dan kwetteren zoals vogels dat doen. Er zijn zat mensen die dat de hele dag door doen. Luistert daar nou iemand naar? Als je ziet hoeveel volgers sommigen hebben zou je denken van wel…. Tot je ontdekt dat ook die volgers voortdurend twitteren. Vaak volgen ze ook nog elkaar: ik volg jou, jij volgt mij. Daarmee is de cirkel rond. Iedereen heeft het vooral druk met zelf praten…. Danken Psalm 65 is een vaak gelezen psalm op Dankdag. We danken God voor alles wat we hebben gekregen en waarvan we overvloedig leven kunnen. Maar de Psalm begint ook nog met iets anders, namelijk het belijden van onze zonden en de vergeving die we daarvoor van God ontvangen. Dat is het grootste geschenk. Dat maakt het ware leven mogelijk! Als je Psalm 65 leest, lijkt het op het eerste gezicht eenrichtingsverkeer. Dat is het niet. Inderdaad is de gehele Psalm een lofzang van David richting God. Maar God hoeft hier niets terug te zeggen, Hij heeft genoeg gegeven waar Zijn liefde uit spreekt. Sterker nog: wij kunnen God niet genoeg bedanken. Wij weten dat we alles krijgen, terwijl we dit eigenlijk helemaal niet verdienen. Praten Het is heel verleidelijk om over jezelf te praten. Daar hoef je je op zich niet voor te schamen, die neiging heeft iedereen wel. Naast over ons zelf, praten we ook wel over anderen. De vraag is daarbij of we alleen over anderen of ook met anderen praten. Met andere woorden: luisteren we ook naar wat anderen te zeggen hebben, zonder direct zelf weer het woord te nemen? Psalm 65 is praten met God. We kunnen er zeker van zijn dat God luistert. Het is dan wel nodig dat we ons niet groot en belangrijk maken, maar juist beseffen hoe klein we zijn tegenover God.
54
Volgen Op ‘twitter’ zie je vaak accounts met heel veel volgers. Je lijkt natuurlijk erg interessant en belangrijk als je veel volgers hebt. Twitteraars volgen elkaar en krikken zo het aantal volgers wat op. Dat helpt om wat belangrijker over te komen. Daarnaast volgt men mensen die interessant genoeg zijn om te volgen, personen tegen wie men opkijkt. Wat zou het toch handig zijn als Jezus vandaag de dag nog eens een paar wonderen zou verrichten en een twitteraccount opent. Dat zou wel even wat volgers opleveren! Maar dat is helaas niet zo… of misschien toch? In Matteüs 16:24 lezen we: Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen…’. Jezus vraagt ons wel degelijk Hem te volgen. We moeten ons alleen niet groot en belangrijk maken. Maar op een twitteraccount kun je jezelf aanmelden als volger, dat kan nu niet zo gemakkelijk, toch? Ook dat valt te bezien. Lees maar in Matteüs 25:40: ’Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan’. Jezus is te zien en horen in gewone mensen om je heen. Mensen die jou nodig hebben. Belangrijk is wel dat je goed leert luisteren! Kerntekst U die ons bidden hoort –tot U komt de sterveling. Worden onze zonden mij te zwaar, U neemt weg wat wij misdeden. (Psalm 65:3-4) Vragen 1. Kun jij goed luisteren? 2. Merk jij dat God naar jou luistert? 3. Volg jij Jezus al? Auteur: RS
11 mei 2014 | Copyright VHM
Zondag 18 mei 2014
Obstakels op de weg Jesaja 58:1-10
18 mei 2014 | Copyright VHM
55
Thema: Bidden is worstelen met Gods weg Doel De kinderen leren dat we trouw Gods geboden doen, ook als ons gebed niet wordt verhoord. Toelichting Bidden is niet gemakkelijk. Juist als we erop vertrouwen dat God goed is voor ons en altijd wil luisteren naar onze gebeden, is het moeilijk te ontdekken dat dingen anders lopen dan wij wensen. Bijvoorbeeld: een zieke geneest niet, een probleem wordt niet opgelost, een wens wordt niet vervuld. Dan kan bidden een gevecht worden. Het is belangrijk te bedenken dat Gods plan soms anders is dan wat wij bidden, maar dat Hij ons nooit in de steek laat. We kunnen Hem blijven vertrouwen, omdat Hij, hoe dan ook, goed voor ons is. En daarom blijven we in alle omstandigheden Gods geboden trouw naleven. Als je tot God wil bidden, moet je ook proberen te leven zoals Hij graag wil. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: God luistert ook naar jou. Als bijbelverhaal over het thema ‘onverhoord gebed’ kiezen we voor de jongste kinderen voor Lucas 18:9-14, het gebed van de Farizeeër en de tollenaar. De Farizeeër bidt verkeerd. Hij staat midden in de tempel, zodat iedereen hem ziet. Hij vindt zichzelf erg goed en zegt dat tegen God: ik ben beter dan de andere mensen. Hij vraagt God niet om hem te helpen. Eigenlijk vindt de Farizeeër dat hij God niet nodig heeft. Dan is niet gek dat zijn gebed niet wordt verhoord door God. De tollenaar is heel anders. Eigenlijk durft hij niets aan God te vragen. Daar is hij veel te slecht voor. Hij durft nog net in een hoekje van de tempel te gaan staan. Hij vraagt alleen of God hem alles wil vergeven, als dat nog kan. En je kunt het bijna niet geloven: God luistert en wil deze tollenaar helpen om het beter te doen. Hij mag opnieuw beginnen, God vergeeft alles wat hij verkeerd heeft gedaan. De les voor de kinderen: Als jij iets eerbiedig aan Hem vraagt, helpt God je. Het gaat niet altijd precies zoals jij wil, maar God zorgt wel voor je. Hij houdt immers van al zijn kinderen. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Wat je bidt moet je ook doen Neem je uitgangspunt in de gelijkenis die Jezus vertelt in Matteüs 18:23-35. Een slaaf van een koning heeft een erg grote schuld. Hij smeekt de koning hem niet in de gevangenis te gooien en zijn vrouw en kinderen als slaven te verkopen. De heer luistert en is zo goed hem zijn schuld te vergeven. Zo is God voor ons: God wil ons onze schuld vergeven, altijd. Maar het verhaal gaat verder: de slaaf is blij, maar komt een andere slaaf tegen die hem nog wat geleend geld moet terugbetalen. De andere slaaf vraagt om medelijden, maar de eerste wil dat niet. De koning hoort het en wordt erg boos. Als jij hem zo’n klein beetje schuld niet kwijtscheldt, moet je mij ook alles betalen. En de schuld blijft gewoon staan. God vraagt van ons om te leven zoals Hij graag wil: we moeten elkaar vergeven. Alleen dan kunnen we ook echt gemeend God om vergeving vragen van alles wat wij Hem hebben aangedaan. Het gaat erom dat we ook willen doen waar we God om vragen. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Bidden en werken Ieder mens wil dat God dichtbij hem is, want iedereen heeft wel door dat hij soms hulp uit de hemel nodig heeft. Zelfs mensen die niet geloven doen wel eens een schietgebedje (God, help me). Hoe denken de jongeren over zo’n kreet naar de hemel? Is dat echt bidden? Lees met hen Jesaja 58. Jesaja zegt daar namens God, dat mensen wel om Hem roepen (verlangen naar Gods nabijheid), maar dat ze verder niet bezig zijn met leven zoals God wil. Op de sabbat drijven ze handel en laten ze hun knechten keihard doorwerken. Ze komen niet op voor armen en mensen in nood, maar denken alleen aan zichzelf (vs. 6-7). Vind je het dan gek, dat God niet luistert en hun gebeden niet verhoort? Als je probeert te leven zoals God in zijn geboden vraagt (dat lukt niet altijd, maar probeer het!), dan zal God reageren op jouw roep om hulp met: ‘Hier ben Ik’. Dan laat God zien dat Hij goed is voor je. Bidden en werken, vragen om hulp en geven van hulp, horen bij elkaar. Extra bijbelgedeelte: Matteüs 6:5-15 (als je God bidt om vergeving van je zonden moet je ook bereid zijn een ander mens te vergeven wat hij verkeerd deed tegenover jou.)
56
18 mei 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Bij het Bijbelgedeelte Hier ben Ik. Dat klinkt in deze tekst. Dat sluit nauw aan bij de wijze waarop God zich aan Mozes bekendmaakte. Kennelijk is dat het diepste verlangen van de Here God, maar het gedrag, met name het zogenaamd vrome gedrag van de mensen, is daarbij een voortdurend obstakel. Menselijke misplaatste vroomheid maakt gebed tot een schier onmogelijk iets. Het is dus niet de worsteling met God, maar eerder met onze eigen verkeerde ideeën over geloof dat het thema is van deze zondag. Vers voor vers vs.1 De profeet is drager van Gods Woord. Wat God zegt moet hij uitdragen. Het is een uitdaging om het te horen, het laat je in de spiegel kijken en met schrik vraag je jezelf af: Ben ik dat? Het Woord van God is hier uiterst kritisch. Een stem die lijnrecht tegenover onze stemmen en stemmingen staat. vs.2-3 De mensen gedragen zich, vooral in religieus opzicht, precies volgens de regels. Wie alleen naar de buitenkant kijkt heeft niets op of aan te merken. Kledingvoorschriften worden om zo te zeggen keurig in achtgenomen. Het lijkt zelfs alsof die mensen plezier hebben in het kennen van Gods wegen. Het is echter allemaal maar uiterlijke schijn. De apostel Paulus zal later uitgebreid aangeven dat zelfs de grootste vroomheid niets voorstelt als die niet wordt gedragen en gevoed door de liefde. Dat is dan uiteraard voor hem de liefde van God, zoals die in Christus bekend is geworden. In deze tekst klinkt ook de valse suggestie doordat de mensen tegen elkaar zeggen dat het net is alsof God zich afzijdig houdt. vs.4-5 De Here God prikt door die uiterlijke schijn uiteraard heen. Wij mensen menen wel dat Hij er geen acht op slaat, maar het tegendeel is het geval. Denk aan de uitgebreide wetgevingen in het boek Leviticus. Het is niet de bedoeling dat mensen in hun handel met gewichten in hun voordeel gaan rommelen. Wie dat zo lichtvaardig doet verzet zich in feite tegen de Here God, omdat hij de schepping, het geschapene aan de laars lapt, doordat hij meent z’n medemens bij de neus te kunnen nemen. Op een vastendag je werknemers afbeulen is in twee werelden leven. Quasi vroom en quasi godsdienstig, maar feitelijk uit op eigen winst. Het economische denken gaat dan steeds voorop. Wie denkt op die manier God te plezieren bedriegt niet alleen zichzelf, maar geeft daardoor aan dat God hem gestolen kan worden. Die geeft daarmee ook aan dat z’n medemens hem gestolen kan worden. vs. 6-7 Hier wordt het werkelijke vasten, de werkelijke vroomheid getoond. Godsdienst in de meest letterlijke zin als het dienstbaar zijn aan God blijkt in het delen van het brood met hongerige mensen, zwerver een onderdak verschaffen, een naakte kleden en ga zo maar voort. vs.8-10 Dan zal daarin blijken dat God niet de afwezige is, niet de afstandelijke die nergens acht op slaat. Integendeel, dan is Hij je licht, je genezing, dan gaat Hij voor je uit en staat Hij achter je. Dan kan je in je gebeden op Hem terugvallen. Dan klinkt het troostende ‘Hier ben Ik’ zoals Mozes dat als het grote geheim van Gods naam mocht horen. Dan is er zijn voortdurende troostrijke nabijheid. Dan is er leven mogelijk in de gemeenschap met God en met elkaar. Dan breekt het Licht dat Jezus Christus is door! Auteur: GJK
Liederen Psalm 146: 1, 4 en 5 Gezang 124 Gezang 20: 1 en 4 Ik was hongerig en jij gaf mij te eten Toen ik naar mijn naaste zocht Lees je Bijbel,bid elke dag Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn? Waar woont God? Kom aan boord Als je bidt, zal Hij geven
-
Evangelische liedbundel 399 Evangelische liedbundel 402 Evangelische liedbundel 459 Opwekkingsliederen voor kinderen 7 Liedjes voor de kinderen deel 3 Elly en Rikkert Zuiderveld Kom aan boord Chr. Kinderboeken Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld
Auteur: PZ
18 mei 2014 | Copyright VHM
57
God luistert ook naar jou Inleiding Weet iemand wat een belastingambtenaar is? Iemand die namens de regering aan alle mensen in ons land, Nederland, geld vraagt. Dat geld, die belasting, moet je betalen, anders krijg je een boete. En jullie weten wel wat dat is, hè? In de Bijbel noemen ze zo’n belastingambtenaar een tollenaar. De Romeinen zijn de baas in het land Israël. Zij zijn de regering en de tollenaar werkt voor hen. Weet iemand wat Farizeeërs zijn? Een groep Joodse mannen die willen dat alle mensen de oude wetten die Mozes lang geleden heeft opgeschreven, precies naleven. Dat ze precies doen wat er staat. Zelf doen ze dat ook heel streng, ze bedenken er zelfs wetten bij. Ze laten graag aan iedereen zien hoe goed ze hierin zijn. Verhaal ‘Here, hoe moet je nu bidden?’ De Here Jezus geeft niet gelijk het antwoord. Hij vertelt een gelijkenis, een verhaal. Als je daar goed naar luistert, weet je het antwoord. Er waren twee mannen die naar de tempel (een soort kerk) gingen om te bidden. De een is een farizeeër en de andere een tollenaar. De farizeeër zoekt een plaatsje midden in de tempel, waar alle mensen hem kunnen zien en begint daar staande te bidden tot God. Hij zegt: ‘dank U wel God, dat ik niet zo slecht ben als andere mensen. Want ik steel niet, ik lieg niet ik geef veel geld aan de tempel, ik laat mijn vrouw niet in de steek. Nee, Heer, gelukkig ben ik veel beter dan bijvoorbeeld die tollenaar daar, die achter in de tempel staat’. Oh wat is die farizeeër trots op zichzelf. En de tollenaar? Hij voelt zich eigenlijk te slecht om naar de tempel, het huis van God te gaan. In een hoek van de tempel zegt hij tegen God: ‘Oh Here God, ik doe zoveel verkeerde dingen, ik ben een zondaar. Wilt U alstublieft mijn verkeerde dingen vergeven’. De tollenaar schept niet op over wat hij allemaal goed doet. Nee, hij is verdrietig over de verkeerde dingen. Hij bidt God wat hij nodig heeft en dat is vergeving en een nieuw hart.
58
Dan is het verhaal, de gelijkenis van de Here Jezus, uit. Hij vraagt aan de mensen: ‘Wie van deze twee mannen kreeg van God wat hij vroeg? Weten jullie het? De tollenaar kreeg wat hij vroeg: vergeving, genade van de Here God. Toen hij naar huis ging had hij vrede in zijn hart en hij was blij. God had zijn gebed verhoord. De Farizeeër vroeg niks aan God. Eigenlijk was het niet eens bidden wat hij deed. Hij ging alleen maar opnoemen hoe goed wij wel was. Hij verliet de tempel precies zoals hij gekomen was. Hij had niets van God ontvangen. Afsluiting Zo is het ook met ons als wij bidden tot God. Als we over onszelf opscheppen tegen God, luistert Hij niet. Maar als we God vragen wat we nodig hebben, bijvoorbeeld een hart dat heel veel van de Here Jezus houdt of we vragen vergeving over verkeerde dingen die we doen, dan luistert Hij wél. Het is heel goed om veel te bidden. Eigenlijk is dat met de Here Jezus praten. Het maakt niet uit hoe vaak je op een dag met Hem praat: Hij slaapt nooit! God luistert ook naar jou. Auteur: EdV
18 mei 2014 | Copyright VHM
Wat je bidt moet je ook doen Inleiding Teken om te beginnen een grote hand op de flap-over of het bord. Laat de kinderen naar hun eigen handen kijken en vraag hen wat zij met die handen doen of kunnen doen. Praat er een paar minuten over en schrijf wat genoemd wordt in steekwoorden rond de hand. Wie van hen heeft de afgelopen week iemand gefeliciteerd of een mooie dag gewenst? Hoe ging dat met de hand? Wie van hen heeft in de afgelopen tijd iemand ergens de schuld van gegeven? Weet je nog hoe dat ging? Had die ander ook echt de schuld? Vandaag gaan we het daar over hebben. De schuld geven. Hoe doen we dat met onze handen? We wijzen met één vinger naar de ander. Kijk maar zó. ‘Jij hebt het gedaan!’ Kijk daarbij ook eens naar de rest van je hand. Hoe zit het daarmee? Eén vinger wijst naar de ander, maar drie naar jou zelf. Eén vinger geeft de ander de schuld. Drie andere vingers lijken te vragen: ‘En jij dan?’ Hoe zit het eigenlijk bij jou? Durf je daar ook naar te kijken en eerlijk over te zijn? Hebben de kinderen dat wel eens bedacht of gedaan? Als je wijst naar de ander is het belangrijk ook naar jezelf te kijken. Hoe zit het eigenlijk bij mij? Daar heeft de Here God ook iets over te zeggen. Hij vertelt daarover aan de profeet Jesaja. Luister maar. Verhaal De profeet zit op een stille plek op zijn dakterras. Hij kijkt uit over de stad Jeruzalem. Recht voor hem ziet hij het dak van Gods huis boven de huizen van de stad uitsteken. In de kleine, nauwe straatjes beneden hem lopen mensen. Ze zijn onderweg naar de tempel. Hij hoort hen samen praten. Vandaag is anders dan de andere dagen. Deze dag is een vastendag voor God. Er wordt niet gewerkt. Op deze dag willen de mensen laten zien dat God voor hen belangrijk genoeg is om een hele dag aandacht te krijgen. In de tempel zullen ze bidden, luisteren naar wat wordt voorgelezen uit de boekrol en lofliederen zingen voor God, de Enige Echte. Het belooft een mooie dag te worden. Jesaja doet zijn ogen even dicht. Zijn gedachten gaan naar woorden van God die lang geleden door Mozes zijn opgeschreven. Jesaja kent ze uit zijn hoofd. Jesaja begrijpt dat God hem op deze manier iets duidelijk wil maken. Hij zegt zachtjes: ‘Here God, wat wilt U mij laten weten?’ Daar op dat stille dakterras maakt God dingen duidelijk aan Jesaja. ‘Jesaja, ga naar mijn volk en wees niet bang! Laat je stem klinken als een grommende ramshoorn. Zó dat iedereen weet dat je woorden van Mij komen. Zeg hen luid en duidelijk dat Ik niet blij ben met wat zij doen. Ze komen naar mijn huis en Ik hoor de gebeden die ze voor Mij uitspreken. Daarna wijzen ze naar Mij en geven Mij de schuld als niet gebeurt waar zij om vragen. Vertel hen dat het niet klopt, Jesaja! Mijn volk gaat naar de tempel in de mooiste kleren. Ze bidden met prachtige woorden. Dat ziet er aan de buitenkant goed uit. Ze willen dat Ik tevreden ben. En ze willen ook dat Ik hen daarom geef waar zij om vragen. Maar Jesaja, Ik kijk niet alleen naar die buitenkant van mooie kleren en mooie woorden. Ik weet dat onder hun mooie kleren een hart zit dat niet echt om Mij geeft. Een hart dat ook niet echt om de medemens geeft. Daarom klopt het niet hoe zij over Mij denken. Ik zie dingen die niet kloppen met wat zij aan Mij vragen. Ze vragen het goede van Mij. Maar wat doen zij zelf? Terwijl zij voor Mij naar de tempel gaan, laten zij hun medemens keihard als slaaf voor zich werken. Het lijkt of 18 mei 2014 | Copyright VHM
mijn volk alles voor Mij over heeft, maar ondertussen geven ze hun medemensen geen vrije tijd om op adem te komen. Die moeten bij hun huizen keihard werken als slaven om geld te verdienen voor hun baas. Het klopt niet, Jesaja. Zeg het hen zodat zij ervan opschrikken en erover gaan nadenken. Ze zeggen; ‘Wij bidden maar onze God luistert niet!’ Ze wijzen met hun vinger naar Mij en geven Mij de schuld. Ze vergeten naar zichzelf te kijken. Er klopt niks van. Mijn volk denkt Mij zó blij te maken? Echt niet! Vertel hun dat het beter kan. Ik heb, lang geleden, toen ze door de woestijn reisden verteld hoe het beter kan tussen Mij en hen. Ik zie dat mijn volk het brood niet samen deelt met de armen die geen eten hebben. Ik weet dat de daklozen die geen huis hebben, geen slaapplek krijgen bij mijn mensen. En als iemand geen kleren heeft, pakt niemand van mijn volk iets uit zijn eigen kast om het die arme te geven. Ze vragen Mij of Ik hen het goede wil geven en wijzen naar Mij als het niet goed gaat? Ik beloofde altijd bij hen te zijn, maar Ik liet hen ook weten wat Ik van hen verwacht. Er klopt iets niet, Jesaja. Ik ben nog steeds de God die er is, maar mijn volk is vergeten om zelf iets te doen. Ze wijzen naar Mij maar vergeten naar zichzelf te kijken. Zeg hen duidelijk Jesaja dat, als zij zo in een kringetje blijven ronddraaien, het onrecht in het beloofde land niet zal ophouden. Het is beter als mijn volk Israël zelf serieus aan de gang gaat om voor de medemens te zorgen. Pas als ze hun medemens liefhebben en recht doen als zichzelf kan duidelijk worden dat het leven in het land van God goed is. Alleen zo kan er een goede toekomst zijn voor iedereen. Zo heb Ik het bedoeld. Jesaja heeft de boodschap van God goed begrepen. Hij dankt God dat Hij er altijd is en staat dan op. Even later loopt hij door de nauwe straatjes naar de tempel. Het is tijd om de boodschap van God aan zijn volk te vertellen. Afsluiting Zing ter afsluiting van deze geschiedenis uit het lied van Hanna Lam: Als je geen liefde hebt voor elkaar of een lied met dezelfde strekking (Handen heb je om te geven van je eigen overvloed; Ik wil luist’ren naar de stem van Jezus; Jezus, open mijn oren, leer mij uw wil te verstaan.) Gebed Lieve God. Wij kijken naar onze handen. Nu zijn ze gevouwen om met U te praten. Wij hebben gehoord wat U van ons wilt. Niet te doen alsof. Aan de buitenkant alsof wij ons best doen voor U. Aan de binnenkant met alleen gedachten voor ons zelf en het goede voor ons eigen ik. Wij willen U zeggen dat het ons spijt als dat gebeurde. Wilt U dat van toen vergeven zodat wij opnieuw kunnen beginnen? Help ons om elke dag naar onze handen en voeten te kijken en U te vragen wat wij kunnen doen als wij straks klaar zijn met bidden. Wij willen naar U luisteren. Help ons om recht te doen zoals U bedoelt en daarin trouw te zijn. Dan kan er in de wereld, waarin veel mis is, iets worden gezien van uw mooie toekomst. Zoals U hebt bedoeld In Jezus’naam. Amen.
59
Voor wie meer wil Probeer iets praktisch bij de hand te hebben om de kinderen meteen de daad bij het woord te laten voegen. Schrijf een kaart voor een ziek kind uit de kring of doe iets met gebundelde tekeningen voor een langdurig zieke. Laat het kind weten dat er op de nevendienst aan hem wordt gedacht en voor hem wordt gebeden. Laat alle kinderen hun naam op de kaart zetten en spreek met hen af dat als die naam wordt geschreven, er ook een afspraak is voor dat kind (die mens) te bidden. Trouw zijn om die afspraak niet te vergeten hoort daar ook bij. Dit is een voorbeeld. Kijk wat je mogelijkheden voor iets dergelijks zijn in je eigen context. Benadruk eventueel Jezus’ woorden: ‘Heb God lief boven alles (Zet God op 1) en heb je medemens lief want hij is precies als jij. Leer met elkaar die woorden uit het hoofd. Ze zullen zo een levenlang met de kinderen meegaan en voor hen een wegwijzer zijn. (Micha 6:8 kan dit ook onderstrepen). Auteur: JH
60
18 mei 2014 | Copyright VHM
Bidden en werken Soms zijn er momenten dat je niet weet hoe het verder moet. Bijvoorbeeld als je bang bent, als je twijfelt over iets, als je niet weet wat je doen moet in een bepaalde situatie. Misschien als je ruzie hebt met je beste vriend(in), als je moet kiezen tussen twee dingen, als je gepest wordt en nog veel meer. Wie kan hiervan een voorbeeld geven? Natuurlijk kunnen er nog veel heftiger dingen naar voren komen in het leven. Maar als er iets met je is, hoop je dat er iemand is die kan helpen: iemand die naar je luistert, die weet wat je nodig hebt. Zo iemand heeft elke gelovige, dat is de Here God. In alles wat we doen in ons dagelijks leven -of het nu school is, sport, muziek of andere dingen- we hebben altijd de liefde en de zorg van God nodig. Zonder Hem komen we niet tot ons doel, worden we niet wat we worden moeten. Het is een groot voorrecht dat we tot Hem kunnen bidden als we dat nodig hebben. Bidden is tegelijkertijd een gewoonte, voor het eten, op school, in de kerk en op andere momenten. Wat gewoon bidden is, dat weten we wel. Hoewel we ons wel kunnen afvragen wanneer je echt bidt. Even tussendoor, omdat het moet, omdat je iets gedaan wilt krijgen of om andere redenen. Jesaja is de profeet die de tekst die we vandaag lezen geschreven heeft. Een profeet is een boodschapper van God, een profeet is degene die mensen moet vertellen wat God van hen verwacht, maar ook wie God voor hen wil zijn en wat Hij hen geven kan. Jesaja was een profeet in een moeilijke tijd, hoewel anderen in nog veel zwaardere tijden moesten profeteren. Toch was het voor Jesaja niet gemakkelijk. Het volk Israël deed hier wel alles wat gebeuren moest, zoals het vasten en bidden, het brengen van de offers en alles wat erbij hoort. Aan het bidden mankeert niets. Integendeel, de Israëlieten doen dat volop. Toch deugt het niet en wel om één reden: ze handelen er niet naar. Helaas is dit niets nieuws. Steeds weer gaat het volk Israël zijn eigen weg, het doet niet wat God werkelijk van hen verlangt.
In ons land komt het volop in het nieuws als er iets fout gaat in een kerk; en meestal niet op een positieve manier. Mensen verwachten dat het in een kerk anders gaat, dat het beter is. Iedereen kent hier voorbeelden over. Mensen die zondag braaf in de kerk zitten en ondertussen doen ze alles wat God verboden heeft. Er zijn veel voorbeelden van uiterlijke schijn: in de politiek, mensen die zelf veel op televisie komen en weten hoe het moet, maar dan blijkt dat ze het zelf ook niet goed doen. Maar zelf doen we ook niet altijd het goede, wat van ons verwacht wordt. In vers 6-10 laat God zien wat Hij van het volk verwacht. Eigenlijk is het dan heel eenvoudig. Je brood delen met de hongerige, het eten delen met mensen die honger hebben. Mensen die geen huis hebben onderdak geven, je bekommeren om je medemens. Een medemens die eenzaam is, ziek, arm, die nare dingen moet meemaken. In je eigen omgeving kan dat ook. Een klasgenootje dat gepest wordt, kun je helpen. Een zieke buurman of -vrouw, kun je bezoeken. Voor iemand die moeilijk loopt kun je boodschappen doen. Als een vriend of vriendin het moeilijk heeft thuis, vraag diegene eens te eten. Als je iets leuks gaat doen, denk er eens aan iemand mee te nemen. Wie weet nog meer voorbeelden? Er zijn in onze maatschappij allerlei organisaties die dit doen, zoals de voedselbank, het Rode Kruis, het Leger des Heils en nog vele meer. Bidden en werken gaan hand in hand. Bidden is vragen om de wil van God, zoals in het Onze Vader. Daarin bidden we: ‘Uw wil geschiede’. Werken hoort daar helemaal bij. Zoals in hetzelfde Onze Vader staat geschreven: ‘Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’. Bidden en werken zijn niet los van elkaar te verkrijgen. Wie beiden doet, kan rekenen op de aanwezigheid van God, die je zal leiden, je troost en kracht geven op de moeilijke momenten. Het Licht van Jezus breekt dan door, dat zal iedereen aan je merken! Auteur: EvD
Ze roepen God aan en verlangen naar Hem, terwijl ze ondertussen Gods wil totaal niet doen. Ze zijn niet bezig met leven zoals God wil. Op de sabbat drijven ze handel en laten ze hun knechten keihard doorwerken. Ze komen niet op voor armen en mensen in nood, maar denken alleen aan zichzelf (vs. 6-7). Ze zijn alleen op hun eigen winst uit, terwijl ze de wetten van God aan hun laars lappen. Wat ze doen is uiterlijke schijn. Vind je het dan gek, dat God niet luistert en hun gebeden niet verhoort? Als je probeert te leven zoals God in zijn geboden vraagt (dat lukt niet altijd, maar probeer het!), dan zal God reageren op jouw roep om hulp met: ‘Hier ben Ik’. Dan laat God zien dat Hij goed is voor je.
18 mei 2014 | Copyright VHM
61
Verwerkingen
De farizeeër en de tollenaar De farizeeër ging midden in de tempel staan, waar iedereen hem kon zien bidden. De tollenaar wilde helemaal niet opvallen. Hij zocht een opvallende plek om te bidden. Je hebt nodig:
-
Voor elk kind een kopie van werkblad 1 Scharen Lijm Kleurmaterialen
Werkwijze:
- Kleur de plaat globaal in. Kleur de farizeeër en de tollenaar mooi in. Weten de kinderen wie op welk plaatje wordt afgebeeld? - Knip de farizeeër, de tollenaar en het hart uit. - Plak de onderdelen op de goede plek in de grote plaat, op de manier die past bij het verhaal. - Kinderen die snel klaar zijn kunnen ook tellen hoe vaak de letter b van ‘bidden’ voorkomt op de plaat (antwoord: 10x). Tijdsduur: 5-10 min.
Wees oprecht Je hebt nodig:
Werkwijze:
- het liedje ‘Jezus zegt, wees oprecht’ van Elly en Rikkert (staat op CD Bellen Blazen). - Dit liedje zegt het volgende: Jezus zegt, wees oprecht, wanneer je Mij je hart geeft Als je echt alles zegt alles wat in je hart leeft. Dan kan Ik vergeven wat je hebt gedaan Ik wil in jouw leven altijd naast jou staan. Refr: Jezus zegt, wees oprecht...enz Ik zal jou bevrijden waar je ook mee tobt maar Ik kan niet bij je als je iets verstopt. Refr: Jezus zegt, wees oprecht.... - Zing (indien mogelijk) dit liedje met de kinderen.
62
18 mei 2014 | Copyright VHM
- Praat over het volgende: Wat betekent oprecht? Leg uit wat oprecht betekent. Vandaag in het verhaal gaat het over het gebed van de farizeeër en de tollenaar. De farizeeër bad hardop met veel en mooie woorden. Waarom doet hij dat volgens jou? Zodat iedereen hem kan horen en misschien wel denkt: tjonge wat is die man goed zeg, wat kan hij bidden en zo mooi! Is dat oprecht of niet? Waarom wel/niet? En de tollenaar, die staat verborgen in een hoekje en bidt heel zachtjes tot God. Omdat hij weet dat hij slecht is geweest en omdat hij vergeving wil vragen voor zijn verkeerde dingen. Hij meent ieder woord wat hij zegt en hij vertelt eerlijk alle dingen aan God. En er staat dat hij als rechtvaardig voor God naar huis ging. Zo gaat dat ook bij ons, als we echt alles vertellen aan God, verhoort Hij ons. Soms gaat het dan niet precies zoals wij willen, maar God houdt van ons en Hij wil het allerbeste voor ons. Tijdsduur: 5-10 min.
Gebedswaslijn Praat met de kinderen over de verhoring van gebeden. Doet God altijd wat wij van Hem vragen? Kunnen we ook verkeerd bidden? Wat zou ‘bidden naar Gods wil zijn’? Je hebt nodig:
-
Een stuk touw Wasknijpers (ca. 5 per kind) Vouwblaadjes Tekenmaterialen Schrijfmaterialen
Werkwijze:
- Span de ‘gebedslijn’ in de ruimte. - Laat de kinderen naar aanleiding van het voorgesprek een keuze maken waarvoor ze willen bidden. Ze mogen dat gebedsonderwerp tekenen/ schrijven op een vouwblaadje. Als het blaadje klaar is mogen ze hem met een wasknijper aan de gebedslijn hangen en ervoor bidden. Daarna mogen ze verder met het volgende gebedsonderwerp. - Bid aan het eind voor de aangedragen onderwerpen. Tijdsduur: 15-20 min.
Wat je bidt moet je ook doen Maak voor elk kind een kopie van werkblad 2. Oplossingen:
- Spiegelbeeld: God vraagt van ons om te leven zoals Hij graag wil We moeten elkaar vergeven - Van klein naar groot: ook doen - Lijnen volgen: ALS je tot God wilt BIDDEN moet je OOK proberen te LEVEN ZOALS Hij GRAAG wil. Tijdsduur: 10 min.
18 mei 2014 | Copyright VHM
63
Vergeven De koning schold de slaaf zijn schulden kwijt, maar hij verwachtte wel dat die slaaf daarom zelf ook barmhartig zou zijn. Speelwijze:
- Vertel eerst het verhaal van de slaaf die een grote schuld heeft bij de koning. Laat de kinderen het verhaal vervolgens naspelen in een klein toneelstukje. - Praat na over het volgende: Wat vinden jullie van dit stukje? Hoe voelde de man zich toen hij alles terug moest betalen, terwijl hij het geld nog niet had? Wat was hij opgelucht dat hij nog uitstel kreeg van de koning. Wat vinden jullie van de reactie van de man op de ander die nog een schuld bij hem had staan. Goed of niet goed, waarom wel/niet? God wil graag dat we hem gehoorzaam zijn, dus dat betekent ook dat we de ander vergeven als ze ons kwaad hebben gedaan. Natuurlijk is dat soms helemaal niet zo gemakkelijk, want soms gebeuren er echt erge dingen of heeft iemand ons echt gekwetst. Maar ook daar mag je voor bidden, dat God je helpt die ander te vergeven. - Sluit af met gebed.
Zoek God en doe het goede! Maak voor elk kind een kopie van werkblad 3. Oplossingen:
- Wat je niet moet doen: 1. Handeldrijven 2. Arbeiders afbeulen 3. Vechten 4. Kwaadsprekerij - Wat je wel moet doen: 1. Brood delen 2. Onderdak bieden 3. Kleden bieden 4. Je bekommeren 5. Ketenen losmaken - Kruiswoordpuzzel: Horizontaal: 1. Vasten 2. Herbouwer 4. Sabbat 5. Zoeken 6. Heilig 7. Rechtvaardig - Verticaal: 1. Voorschrift 2. Hemel 3. Majesteit - Uitkomst: Hier ben ik Tijdsduur: 15 min.
64
18 mei 2014 | Copyright VHM
Obstakels op de weg Soms zijn er dingen in ons leven die een obstakel vormen op de weg tussen God en ons. Wat is het mooi, dat je zelfs mag bidden of God die obstakels weg wil nemen. Je hebt nodig:
- Voor elk kind minimaal één steen - Watervaste stiften
Werkwijze:
- Laat de kinderen op stenen hun gebed schrijven. Het mag ook een woord zijn waar ze moeite mee hebben of het benoemen van een zonde, een obstakel op hun weg met God. - De kinderen mogen de stenen bewaren en mee naar huis nemen, maar het is misschien ook wel symbolisch om ze in het water te werpen. Laat de stenen ver weg gooien. Zo ver doet God onze zonden weg van ons. - Ter afsluiting een groepsgebed voor alle obstakels die je tegen kan komen in je gebed. Tijdsduur: 10 min. (exclusief ‘reis’ tijd naar een vijver, sloot of meertje)
18 mei 2014 | Copyright VHM
65
1
66
18 mei 2014 | Copyright VHM
2 Matteüs 18:23-35
Spiegelbeeld: Kun je lezen wat hier staat? Je kunt ook een spiegel gebruiken:
Van klein naar groot: Maak de zin af met de letters die hier staan, van klein naar groot:
Wat je bidt moet je . . . . . . . . . . . . . . . . . Lijnen volgen: Volg de lijnen naar de woorden en vul de zin in. Sommige woorden staan in spiegelbeeld.
. je tot God wilt
. moet je
. proberen te
.
. Hij
. wil.
18 mei 2014 | Copyright VHM
67
Zoek God en doe het goede! Jesaja 58:1-10
3
Wat je niet moet doen: De Joden baden en vastten veel, maar naar elkaar toe deden ze dingen niet goed. Het Bijbelgedeelte noemt: arbeiders afbeulen, handeldrijven, kwaadsprekerij, vechten. Welke omschrijving hoort bij welk woord? 1. kopen en verkopen, zaken doen op sabbat. 2. mensen verdrukken: hen hard laten werken voor weinig geld. 3. Ruzie maken en met elkaar op de vuist gaan. 4. Slechte dingen over iemand zeggen.
Ð
1 2
* 3
4 Wat je wel moet doen: Vul twee woorden in om een goede zin te krijgen. De woorden staan rechts.
Voorbeeld: Ieder juk breken. 1. ________ _________ met de hongerige. 2. ________ _________ aan armen zonder huis. 3. ________ ________ wie naakt rondloopt. 4. ____ ______________ om je medemensen. 5. Misdadige _______ ________ en verdrukten bevrijden. Horizontaal:
Kruiswoordpuzzel: 1
2 3 4
1 6
bekommeren ben bieden brood delen ieder iemand je juk ketenen kleden losmaken onderdak
5
ÓÏ 2
1. Een tijd minder eten (om meer tijd te hebben om te bidden). 2. Iemand die opbouwt, wat kapot gegaan was. (door de Assyriërs was veel verwoest en dat moest weer gemaakt worden). 4. De dag waarop God rustte van het maken van de schepping en waarop mensen ook mogen rusten. 5. Wie God
. en doen wat Hij zegt, zullen Hem vinden. 6. Afgezonderd voor God, volmaakt. Weest
, want ik ben heilig, zegt God. 7. Dat is iemand die recht doet, die niet iemand voortrekt en die naar God luistert.
7
Verticaal: Gebruik de oplossingen voor het antwoord! Als je je doet wat God zegt en tot Hem roept, dan geeft Hij antwoord en zegt:
.
.. Lees het woord uit de 1e puzzel onder de pijl, het overgebleven woord uit de 2e puzzel, het woord van de pijltjes uit de 3e puzzel. Zoek op: Jesaja 58: 9
68
1. Wet, regel om je aan te houden. Voor de Joden: het houden van vasten, feestdagen. 2. De plek waar God woont. 3. De heerlijkheid, de hoogheid van God, woord wordt ook gebruikt om de koning(-in) aan te spreken. In te vullen woorden: heilig, hemel, herbouwer, majesteit, rechtvaardig, sabbat, vasten, voorschrift, zoeken.
18 mei 2014 | Copyright VHM
Jongerenpagina
Opruimen! Inleiding Wat kan het soms een geworstel zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Een tijdje geleden wilde ik een extra plank aan een muur bevestigen. De plank had ik al, want die vond ik bij het opruimen op zolder. De plankdragers zijn verdwenen, dus ik spring op de fiets en haal nieuwe bij de bouwmarkt. Daarvoor moet ik 5 km fietsen over een hoge brug met de gebruikelijke tegenwind. Thuis gekomen ga ik direct aan de slag met de boormachine. De kleine boormachine is niet sterk genoeg, maar gelukkig hebben we ook nog een zwaardere, die de klus wel aan kan. Met enige moeite vind ik genoeg schroeven, maar niet de bijbehorende pluggen. Zuchtend stap ik weer op de fiets en haal nieuwe schroeven en bijpassende pluggen. Weer thuis blijkt dat ik net niet de maat boor kan vinden die ik nodig heb. Ik geef het op. Zaterdag mag mijn man de klus afmaken. Wat een gedoe; dan denk je dat je eindelijk alles voor elkaar hebt en nog lukt het niet. Met een hoop gemopper vraag ik 's avonds mijn man om de klus voor me te klaren. Zijn reactie maakt de stemming er niet beter op: ‘Als je de gereedschapskist opruimt, dan vind je vanzelf de goede boor.' Toch had hij wel gelijk. De volgende ruim ik flink op en zoek voor allerlei overbodige rommel een andere plek. Ik vind, naast andere verloren gewaande spullen, ook de goede boor. De plank hangt inmiddels en ik ben blij dat het me is gelukt. De gereedschapskist is netjes en alles wat er in hoort ligt klaar voor gebruik. Verhaal In de geschiedenis die je vandaag leest zie je een soortgelijke situatie. Het volk heeft alle gereedschappen bij elkaar gesprokkeld voor een goed contact met God. Er wordt gevast en de wetten en voorschriften worden in ere gehouden. Elke dag zoekt het volk God op, vol verlangen om te ontdekken wat Hij wil. Wat mankeert er dan nog aan? God luistert niet! Het volk roept Hem verwijtend toe: 'Ziet U niet wat we allemaal voor U doen?' Het komt er op neer dat het volk God maar ondankbaar vindt. Mensen doen toch alles wat Hij wil? God kan dan op z’n minst luisteren. Af en toe een antwoord zou ook wel prettig zijn. O, God luistert wel en geeft zeker wel antwoord, maar niet dat wat mensen verwachten. God laat Jesaja verwoorden waar het fout gaat. ‘Denk je nou werkelijk’, zegt God, ‘dat dit is wat Ik wil?’ Er is geen enkel verschil tussen het bidden van Israël tot God en het bidden van andere volken tot hun goden. Op de sabbat en op andere momenten die gewijd zouden moeten zijn aan contact met God wordt er geruzied, gevochten en handel gedreven. Vreemdelingen worden met de nek aangekeken en armen verwaarloosd.
18 mei 2014 | Copyright VHM
God spoort het volk aan om op te ruimen. Zorg ervoor dat in de relatie tot God en tijdens het gesprek met Hem jij jezelf niet in de weg staat. Weg met jouw eigen belangen. Hou op met geruzie en graaien naar geld en goed. Maak tijd voor God. Dien Hem door je naaste te dienen. Deel je brood, wees gastvrij en gul voor mensen die het niet zo breed hebben. Bekommer je om je medemens. Jesaja moet het met kracht tot het volk roepen: ‘Dát is wat ik wil’. Besluit Als geloven en bidden tot God een beetje tussen de bedrijven door gaat dan blijft het worstelen. Vooral worstelen met jezelf. Dan ben je als mijn gereedschapskist. De goede spullen zitten er heus wel in, maar tussen allerlei andere rommel. Zolang ik mijn kist niet opruim blijf ik heen en weer fietsen naar de bouwmarkt en schiet helemaal niks op. God kan niets met jouw bidden als jouw woorden verdwijnen tussen de rommel van elke dag. Aan de kant met die troep. Je hoeft niet alles weg te gooien, maar geef jouw bezigheden en gedachten een eigen plek en haal ze weg van de plaats of het moment waarop je God zoekt. Maak van je leven weer, of voor het eerst, geloofsleven. Dan ontstaat er ruimte om God en de naaste met hart en ziel te dienen. Ruimte om te bidden, te delen en gastvrij te zijn. Je zult ontdekken dat je opeens de goede gereedschappen vindt om de relatie met God aan te gaan en te verdiepen: rust, tijd, geduld, liefde… Geloven en bidden is dan geen worsteling meer, maar bevrijding. Geef God ruimte om door te dringen tot je hart en neem de tijd om Hem te dienen en je te bekommeren om je medemens. Dan geeft de Heer antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt Hij: ‘Hier ben ik.’ Om over door te praten 1. Grabbel eens in de ‘gereedschapskist’ van jouw geloof. Wat zou er uit kunnen om de relatie met God te verbeteren? Als je overbodige rommel weghaalt, wat houd je dan over? 2. Waarmee zou je jouw ‘gereedschapskist’ aan willen vullen? Auteur: JW-M
69
70
18 mei 2014 | Copyright VHM
Zondag 25 mei 2014
Gaandeweg Psalm 1
25 mei 2014 | Copyright VHM
71
Thema: Bidden is groeien naar God toe Doel De kinderen leren dat je bidden kunt leren. Al biddend kom je steeds dichter bij God. Toelichting Waar kun je bidden en hoe bid je? Praktische vragen die ook belangrijk zijn voor kinderen. Bidden kun je overal, maar het gaat beter als het stil is om je heen. Je kunt best bidden met je ogen open, maar als je niet wordt afgeleid door wat je ziet (ogen dicht), gaat het beter. Bidden vraagt niet om speciale woorden. Je hoeft niet anders te praten dan je altijd doet, maar God is heilig, veel groter en machtiger dan wij. Daarom kies je eerbiedige woorden. Bidden vraagt vooral, dat je naar God toe wilt groeien. Je wilt Hem beter leren kennen door de Bijbel en je wilt alles met Hem bespreken. Psalm 1 vergelijkt dat met een boom die water nodig heeft Dan merk je dat God altijd en overal met je meegaat. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: Handen samen, ogen dicht Deze week kiezen we niet voor een bijbelverhaal, maar voor praktisch oefenen van het bidden. Ook de jongste kinderen weten wel dat bidden iets bijzonders is. (Waarom?) Leg hun uit waarom je je handen samen doet en je ogen dicht (zie toelichting hierboven). Vertel ook dat je tegen God eerbiedig praat. Hoe spreek je Hem aan? Niet op dezelfde manier als je je vriendje roept, maar als iemand die belangrijk is. Zeg je ‘Jij’ of ‘U’ tegen God? Je mag wel boos en verdrietig zijn, maar God uitschelden is niet goed. Leg uit dat het belangrijk is met God te praten. Bidden hebben we nodig. Psalm 1 zegt: Een plant kan niet groeien zonder water. Zo kunnen mensen niet zonder bidden, zonder praten met hun Vader in de hemel. Wat wil jij graag tegen God zeggen? Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Bidden en bijbellezen Wanneer en waar bidden de kinderen? Hierop kunnen allerlei antwoorden komen: bij het eten, voor het slapen gaan, in de kerk. Weten de kinderen ook waarom ze bidden? Dankbaarheid, vragen aan God, verdriet. Speel hierop in door te zeggen dat bidden, als het goed is, iets heel gewoons is, iets voor iedere dag. Vertel in eenvoudige woorden de inhoud van Psalm 1. Wie de woorden van God belangrijk vindt in zijn leven, maakt daar tijd voor. Hij leest in de Bijbel en praat met God. Daardoor ga je Gods liefde beter begrijpen en kom je steeds dichter bij God. Bidden en bijbellezen is net zo belangrijk voor een gelovige als water voor een boom. Als een boom water krijgt verdort die niet, maar bloeit en draagt vruchten. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Stille tijd Nemen de jongeren de tijd voor het lezen in de Bijbel of een bijbels dagboek? En voor het bidden? Vind je dat fijn? Heb je daar iets aan voor jouw leven? En zo nee, hoe komt het dat je dat niet doet? Weinig tijd, geen zin? Lees samen Psalm 1. Wie de woorden van God belangrijk vindt in zijn leven, maakt daar tijd voor. Hij leest in de Bijbel en praat met God. Daardoor ga je Gods liefde beter begrijpen en kom je steeds dichter bij God. Bidden en bijbellezen is net zo belangrijk voor een gelovige als water voor een boom. Als een boom water krijgt verdort die niet, maar bloeit en draagt vruchten. Daarom is het goed om regelmatig stille tijd te houden. Even iets anders dan bezig zijn, even afstand nemen en je afvragen hoe God jouw leven kan verrijken en mooi maken. Zo groei je naar God toe, als een plant naar het licht. (Neem eventueel een gebedenboekje voor jongeren mee om voorbeelden te geven van gebeden van pubers.) Extra bijbelgedeelte: Daniël 6:2-11 (Daniël bidt iedere dag drie keer om zijn leven met God te delen.
72
25 mei 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Bij het bijbelgedeelte Psalm 1 kan en mag gelezen worden als een thematische inzet van de gehele verzameling van de Psalmen. Deze psalm is een leerdicht uit de kring van wijsheidsleraren en wetgeleerden. Wijsheid en wet (tora) zijn de bepalende termen in Psalm 1. In het licht van deze twee begrippen komt de betrekking tussen een rechtvaardige en goddeloze (zondaar, wetteloze) aan de orde en die van beide tot God. Het gebruik van de term ‘wet’ heeft nadere uitleg nodig om misverstanden te voorkomen. Met ‘wet’ (tora) is geen verzameling regels bedoeld waaraan een mens zich heeft te houden om als rechtvaardig te worden gekenschetst. Tora in deze psalm heeft de betekenis ‘leer’ en ‘richtingwijzer’. Het is de genadige openbaring van Gods wil om de mens op de weg ten leven te leiden. Wie naar deze leer leeft en zich op deze weg begeeft, begrijpt dat dit zich in de praktijk vertaalt in geboden en verboden waarin Gods wil zich weerspiegelt. Als openingspsalm voor de gehele verzameling zet ‘de weg ten leven’ waarop de rechtvaardige gaat de toon. Wie geworteld is in Gods tora is een gelukkig mens en heet een rechtvaardige. Psalm 1 kan in drie strofen worden ingedeeld: 1-3 over de rechtvaardige; 4-5 over de goddelozen; 6 samenvatting van het resultaat van beide wegen. De psalm tekent een tweewegenleer: een naar God toe en een van God af. De tora is gegeven om de juiste keuze te (kunnen) maken. Vers voor vers Vs. 1 Dit vers kent een drieslag van werkwoorden – gaan, staan en zitten – waarin een opbouw naar een climax is waar te nemen. De omgang met de goddeloze krijgt een steeds bestendiger karakter: van gaan naar staan en van staan naar zitten. Gelukkig de mens die dat niet doet. Vs. 2 Wet is de vertaling van tora en wil op de boven beschreven wijze opgevat worden. Het tweede deel van dit vers vergelijkt een goede omgang met de wet met het tevreden knorren (spinnen) van een leeuw over zijn buit en het vredige gekir van duiven. Vs. 3 Prachtig beeldende taal voor een vruchtdragend leven waarop Gods zegen rust. Er lopen lijnen naar Ezechiël 47 en Openbaring 22. De betekenis van voldoende water behoeft in Israël geen uitleg. Vs. 4 De vergankelijkheid van goddelozen wordt vergeleken met kaf, een beeld dat ook vanuit Matteüs 3:10-12 bekend is. Vs. 5 Goddelozen en rechtvaardigen vormen geen goed gezelschap en gaan uiteindelijk niet samen. Zij kunnen geen gemeenschap vormen. Van een gezamenlijk gaan, staan en zitten kan ten diepste geen sprake zijn. Vs. 6 De twee wegen worden in hun relatie tot God gewogen. Auteur: JFM
Liederen Psalm 1 Gezang 252 Gezang 259 Welzalig de man die niet wandelt Lees je Bijbel, bid elke dag Psalm 1 Groot en geweldig Uw Woord Een wijs man Lees maar in de Bijbel Zoekt eerst het Koninkrijk van God Lees Gods Woord en berg het in je hart Als je bidt, zal Hij je geven Uw Woord is een lamp voor mijn voet Zoek eerst Het Koninkrijk van God
-
Opwekking 244 Evangelische liedbundel 459 Alle liedjes rond de Bijbel – Jan Visser Dichterbij - Chr. Kinderboeken Opwekkingsliederen voor kinderen 187 Opwekkingsliederen voor kinderen 74 Opwekkingsliederen voor kinderen 201 Evangelische liedbundel 58 Kinderliedjes deel 2 Timotëus 239 Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld Evangelische liedbundel 262 Opwekkingsliederen voor kinderen 128
Auteur: PZ
25 mei 2014 | Copyright VHM
73
Bidden is groeien naar God toe Mark en Milou zitten naast elkaar in de kring. Ze zijn de beste vrienden. Ze spelen altijd samen. Op school en thuis, want ze wonen in dezelfde straat. ‘Zullen we vanmiddag weer in de hut gaan spelen, Mark?,’ vraagt Milou. ‘Ja, dat doen we.’ zegt Mark, ‘Dan gaan we…’ ‘Mark, wees je stil,’ zegt de juf, ‘We gaan bidden. Handen samen en ogen dicht.’ Mark kijkt naar de juf. ‘We gaan praten met de Here God.’ zegt de juf. Mark doet zijn handen samen en zijn ogen dicht. De juf gaat bidden. Met één oog gluurt Mark naar Milou. Ze heeft haar handen voor haar ogen. Mark kan niet zien of haar ogen dicht zijn. Hij kijkt naar Stefan die tegenover hem zit. Stefan kijkt naar Mark, hij trekt een gek gezicht. Mark moet lachen. De juf hoort het, want ze stopt even met bidden. Mark doet vlug zijn ogen weer dicht. De juf bidt verder. Mark denkt aan de hut. Vanmiddag kan hij er weer fijn met Milou in spelen. Er zit een gat in het dak, dat moeten ze nog maken. ‘Amen,’ zegt de juf. Mark schrikt. Ze zijn klaar met bidden. Hij heeft helemaal niet gehoord wat de juf zei. ‘Juf,’ zegt Stefan, ‘Mark deed zijn ogen open onder het bidden.’ Mark kijkt Stefan boos aan. ‘Hij ook hoor juf,’ zegt Mark. ‘Stefan trok een gek gezicht.’ ‘En moest jij daar toen om lachen?’ vraagt de juf. ‘Ja, juf,’ zegt Mark zacht. Hij weet wel dat hij stil moet zijn als ze bidden. ‘Maar Stefan begon, juf,’ zegt Milou. Ze komt haar vriend te hulp. ‘Luister eens, jongens en meisjes.’ zegt de juf. ‘Waarom doen we eigenlijk onze handen samen en ogen dicht als we gaan bidden?’ ‘Dat moet gewoon’, zegt Anne. ‘Dat doen we altijd zo.’ ‘Dan kun je beter luisteren’, zegt Troy. ‘Heel goed, Troy’, zegt de juf. ‘Als je je handen samen doet en je ogen dicht, is het stil om je heen. Je kunt dan beter luisteren als er iemand bidt. En als je zelf bidt kun je beter opletten.’ ‘Ja’, zegt Robbin, ‘En je mag niet lachen onder het bidden.’ Hij kijkt Mark een beetje boos aan. ‘En ook geen gek gezicht trekken’. Mark kijkt Stefan boos aan. ‘Laten we nu geen ruzie maken,’ zegt de juf. ‘Wat doen we als we bidden?’ ‘Praten met de Here God, juf’, weet Thomas. ‘Ja,’ zegt de juf, ‘Als we bidden praten we met de Here God. De Here God is groot en machtig en sterk. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. God is heilig. Als we met Hem praten dan moeten we dat netjes doen, eerbiedig. Daarom zeggen we ook ‘U’ tegen de Here God.’ ‘Mag je alles tegen de Here God zeggen, juf?’ vraagt Janneke. ‘Ja, Janneke, alles’, zegt de juf. ‘Je mag Hem alles vertellen. Hij luistert altijd naar ons.’ ‘Ik bid wel eens als ik op de fiets zit,’ zegt Dennis. De kinderen moeten daar om lachen. ‘Echt waar hoor.’ zegt Dennis. ‘Dat kan niet,’ zegt Stefan, ‘Dan bots je ergens tegen aan’. ‘Ja, maar dan doe ik mijn ogen niet dicht.’ zegt Dennis.
74
‘Dat moet toch juf?’, vraagt Janneke. ‘Als je met God praat als je op de fiets zit, dan kun je je ogen niet dicht doen.’zegt de juf. ‘En dat hoeft dan ook niet. Ik praat ook wel eens met God als ik in de auto rijd. Dan kan ik mijn ogen ook niet dicht doen.’ ‘Nee, want dan bots je tegen een andere auto aan.’ zegt Milou. ‘Kun je dan overal met God praten?’ vraagt Mark ‘Ja, Mark,’ zegt de juf, ‘Overal. Maar als wij hier samen in de kring met God praten, als we samen bidden, gaat het beter als het stil is om ons heen. Als we de handen samen hebben en de ogen dicht. God vindt het fijn als we met Hem praten. Net zoals papa en mama het fijn vinden dat jullie met hen praten. Net zoals het fijn is als wij met elkaar praten. God luistert graag naar ons.’ ‘Maar Hij zegt niets terug.’ zegt Milou. ‘We kunnen zijn stem niet zo horen zoals wij elkaar horen,’ zegt de juf, Maar toch wil God met ons praten. Als we in de bijbel lezen horen we wat God tegen mensen en tegen ons wil vertellen. Als we in de bijbel lezen en als we bidden leren we God steeds beter kennen. Het is fijn om met Hem te praten. We hebben het nodig om met God te praten. Als je blij bent, of boos of verdrietig, alles mag je Hem vertellen. God luistert naar ons, Hij houdt van ons. Net zoals het plantje hier op de tafel water nodig heeft om te groeien, zo hebben wij het bidden nodig.’ ‘Net als het liedje juf, van ‘Lees je bijbel bidt elke dag als je groeien wilt’, zegt Janneke.’ ‘Ja!’ roepen de kinderen en ze gaan gelijk zingen: Lees je bijbel bidt elke dag, bidt elke dag, bidt elke dag. Lees je bijbel bidt elke dag, als je groeien wilt. (zing dit lied samen met de kinderen en vertel dan verder) Als het lied uit is kijken de kinderen elkaar trots aan. Dat klonk mooi, dat was goed bedacht van Milou. De juf lacht. Mark moet er eens over nadenken. God luistert naar hem als hij bidt. Maar dan kan hij ook met God praten als hij in de hut is. Daar is het lekker stil en rustig. Dat moet hij toch eens proberen. ‘Weet je wat,’ zegt de juf. ‘Laten we eens met elkaar bedenken waarvoor we allemaal kunnen bidden, wat we willen vertellen tegen de Here God.’ De juf pakt een groot vel papier uit de kast. In het midden schrijft ze met grote letters ‘Here God we bidden U voor…’ Ze tekent er twee gevouwen handen bij. Om de beurt mogen de kinderen iets zeggen waarvoor ze willen bidden. De juf schrijft het op het papier en de kinderen maken er een tekening bij. Als het klaar is mogen alle kinderen om de beurt bidden wat ze hebben bedacht. Mark vraagt of de Here God wil helpen om het gat in de hut te maken. Mark zucht. Het is fijn om met de Here God te praten, het is fijn om te bidden. Want de Here God luistert altijd naar je.
25 mei 2014 | Copyright VHM
Afsluiting Bedenk samen met de kinderen waarvoor je kunt bidden en schrijf en teken het op een groot vel, net zoals in het verhaal. Bid er samen voor. Geef de kinderen het werkblad ‘Waar wil je voor bidden’. De kinderen kunnen in de praat –en denkwolkjes tekenen waarvoor ze willen bidden. Schrijf erbij wat het is. Auteur: EZD
Waar wil je voor bidden? Teken het maar.
25 mei 2014 | Copyright VHM
75
Bidden en bijbellezen Inleiding Gebruik bij dit thema een flapover met stift/schoolbord en een bijbel. Vouw je handen in een gebaar van bidden. Wie van de kinderen weet wat dit gebaar betekent? Maken ze zelf ook wel eens zo’n gebaar? Waar? Wanneer? Wie kan vertellen ‘waarom’ we eigenlijk bidden? Vinden de kinderen bidden belangrijk? Vraag: ‘Waarom vind jij het eigenlijk belangrijk?’ Geef een paar kinderen hiervoor een beurt. Pak hierna een bijbel. Wie weet wat dit is? Is dit boek voor hen belangrijk? Kunnen een aantal kinderen zelf aangeven of en waarom dit boek voor hen belangrijk is? Waaruit blijkt dat in de komende week bijvoorbeeld? De bijbel is een verzameling belangrijke boeken. Die boeken hebben allemaal een naam. Een van die boeken heet ‘het boek van de Psalmen’. Leg de bijbel open bij dat boek. In dit boek zijn woorden geschreven die 3000 jaar geleden door mensen zijn bedacht en gezongen. De meeste zijn gemaakt om te gebruiken in de joodse synagoge maar ook in de tempel van God. Het zijn dankliederen, gebeden om hulp of troost en klaagliederen. Ook zijn er liederen bij die laten weten wat mensen hebben meegemaakt met God. In de tempel werden die liederen dan gezongen met een snaarinstrument. Bijvoorbeeld een harp of een citer. Dat klonk heel eerbiedig en hielp de mensen te denken aan God. De woorden van die oude psalmen zijn bewaard gebleven. Dat is echt een wonder. Liederen van duizenden jaren oud worden elke week in de kerk, door mensen van deze tijd gezongen! Nog steeds geven de liederen van herdersjongen David, mensen van nu hoop of troost bij verdriet. Is dat niet bijzonder? Vandaag denken we na over de woorden van zo’n eeuwenoude psalm. We gaan samen ontdekken wat deze psalm voor mensen van nu kan betekenen. Psalm 1 De schrijver van deze psalm vertelt in zijn lied over mensen en over bomen. Hij heeft goed om zich heen gekeken en het zelf ontdekt. Ik zal je erover vertellen en het voor jullie tekenen (teken op hoofdlijnen de stam van een boom en takken en teken al vertellend verder). Midden in de tuin staat een boom. In de winter zijn de takken helemaal kaal. Geen blad te zien. Nu, op 25 mei zie je, als je goed kijkt, kleine groene blaadjes aan de takken groeien. Over een maand zijn die blaadjes groter geworden. Die bladeren groeien en worden soms wel zo groot als je hand of nog groter. Die bladeren groeien niet zomaar. Groeien kan alleen als die boom elke dag emmers vol water krijgt. Op een warme zomerdag als mensen graag naar het strand gaan heeft die boom maar één wens: ‘Zoveel mogelijk water drinken’. Soms heeft die boom geluk en komt er een flinke regenbui. Voor mensen op vakantie niet zo fijn, maar voor die boom is dat heel belangrijk. Die boom heeft namelijk niet alleen takken met bladeren, maar onderaan de stam zit een belangrijk systeem dat de boom helpt om te leven. Daar zitten wortels die zich vasthouden aan de grond onder de boom. (teken die) Die wortels zoeken water in de grond. Door dat zoeken groeien ze dieper en breder. Ze helpen de boom stevig te staan. Een harde wind kan die boom dus niet zomaar omblazen. Maar hoe moet het als de bodem droog is omdat er geen regen komt? Als je goed kijkt kun je aan de boom zien, dat het dan niet goed gaat. Wat onder de grond gebeurt zie je niet, maar die wortels drogen uit en worden 76
minder sterk. Boven zie je duidelijker dat het niet zo goed gaat: de bladeren worden een beetje slap en de stevigheid gaat weg. Daarna worden ze een beetje geel. Als de boom nog langer zonder water moet doen, vallen die bladeren zelfs op de grond en kan die boom in de mooiste tijd van het jaar, de zomer, al een beetje kaal worden. Dat is niet de bedoeling maar zo gaat het wel. Als de boom last heeft van veel droogte zullen er ook geen vruchten aan groeien als het daar de goede tijd voor is. Dat heeft de schrijver van de psalm in zijn land gezien, maar hij heeft nog meer gezien. Op een andere plek groeide een boom van dezelfde soort.(teken ook die) In de winter kaal; in het voorjaar kleine blaadjes en in de zomer een dikke jas met bladeren. Die boom zag er prachtig uit in de zomer. Ook als er eens een tijdje geen regen viel bleven die bladeren prachtig groen. Mooi om te zien. Geen slappe, gele bladeren op de grond. En in de herfst? Prachtig, glanzende vruchten aan die boom. Mooi dik en sterk. Glanzend mooi. Wat een verschil. Hoe kan dat? De schrijver van het lied heeft er over nagedacht. Hij ontdekte het geheim. Ik zal het voor je tekenen: (teken een waterstroom in de buurt van de tweede boom). Zien jullie het geheim van die tweede boom? Zien jullie hoe het zit? Precies. Een boom met bladeren of naalden heeft in de warme zomer elke dag honderden liters water nodig. De wortels van de boom zoeken naar water. Als de grond droog is, vinden ze geen water. Als de boom in de buurt van water staat, zoeken die wortels naar water en kijk eens hoe dat gaat. Die wortels groeien in de richting van het water. Ze lijken dan dunne buisjes die het water opzuigen en het naar de stam en de bladeren brengen. Er is water genoeg en in een droge tijd, hoeft de boom niet bang te zijn dat het niet goed gaat met zijn takken en bladeren. Met water in de buurt kan de boom in leven blijven. In het voorjaar, in een droge zomer en ook in een winderige herfst met stormen. De schrijver is naar huis gegaan en heeft over dit geheim een lied gemaakt. Luister maar. Het zijn moeilijke woorden maar als je aan dit voorbeeld denkt begrijp je het vast. Het lied gaat zó: Lees met de volgende woorden uit de bijbel: ‘Gelukkig is de mens die niet meedoet aan kwaad’. ‘Gelukkig is de mens die niet hetzelfde doet als mensen die geen rekening houden met God’, ‘Gelukkig de mens die niet meedoet aan spreken over God zonder eerbied’. ‘Gelukkig is de mens die blij wordt bij het lezen van Gods woorden’. ‘Gelukkig is hij die daarover nadenkt en doet wat hij heeft gehoord’. Dan lijkt hij namelijk op een boom die dichtbij het water groeit. Als het tijd is, groeien er prachtige vruchten aan zijn takken. Zijn bladeren verdorren niet en hij laat zien dat het goed gaat met hem’. Precies anders gaat het met de mensen die zo niet doen. De wind in het leven verwaait het moois aan hun boom.
25 mei 2014 | Copyright VHM
Toepassing Deze psalm gaat dus over een boom met een geheim. Aan de buitenkant zie je het niet. Zonder water in de buurt kan die boom niet leven omdat zijn wortels niks vinden om hem gezond te laten groeien. Als er water is, kan die boom groen en fris blijven ook al is de grond kurkdroog. Zijn wortels zoeken het water. Dat is het bijzondere geheim van een boom. Dit lied is in de bijbel bewaard gebleven omdat er een belangrijke les in zit voor de mensen. Wie kan bedenken waar die les mee te maken heeft? Mensen lijken op een boom. In ons leven gebeurt van alles. Soms is er in ons leven vreugde. Soms verdriet. Soms is het moeilijk en weten we niet hoe we verder moeten omdat er zorgen zijn. Precies als die boom in de wind. De ene dag zon, daarna regen, hagel of harde wind. De schrijver van dit lied zegt: ‘Als je in je hart en je gedachten opneemt wat God zegt, dan lijk je op een boom die dichtbij het water staat. Gods woorden en goede raad helpen je als het leven niet makkelijk is. Gods woorden zijn als water voor de boom. Ze kunnen mooie dingen in je hart laten groeien. Ze brengen je hoop en vrede. Ze helpen je ontdekken dat God liefde geeft. Net als het water geven Gods woorden groeikracht aan je geloof. Dat heb je nodig om je leven te leven. Elke dag. Een mens als een boom word je dan. Dit lied is bij het samenstellen van de bijbelboeken als eerste psalm in het psalmenboek gekomen. Om mensen erop te wijzen dat dichtbij God leven helpt om stevig in het leven te staan. (teken vruchten aan de boom met namen als hoop, liefde, vrede, vreugde en vriendelijkheid) Heeft dit iets te maken met die gevouwen handen en dat kleine boek? Alles!! Dat heeft te maken met het geheim van die wortels. Als je leest van God en bidt met God, dan kan God jou geven wat je nodig hebt. Dat lijkt op wortels die opzuigen wat nodig is om te leven. Water voor elke dag. Mag ik jou vertellen hoe dat geheim ook in jouw leven kan werken? Pak je eigen bijbel en lees daarin elke dag. Denk op een rustige plek na wat die woorden betekenen. Vouw daarna je handen en vraag aan God of Hij je wil helpen om te doen wat Hij belangrijk vindt. Doe dan ook wat je gelezen of gehoord hebt. Dan zal ook jij worden als een frisse, groene boom die krachtig groeit van genoeg water. Zullen we erover zingen?
25 mei 2014 | Copyright VHM
Zing ter afsluiting lied nr. 39 uit opwekking voor kinderen. Het is een toegankelijke versie waarin de betekenis van het hierboven uitgelegde dichterbij kan komen. Zing het lied een paar keer en pas vanwege dit thema de woorden per keer aan. Als je gelooft in de Here Jezus, dan groeit er vrede in je hart (2x) Vrede voor jou en iedereen en voor je mensen om je heen. Enz. Vervang het woord vrede door liefde, blijdschap, vreugde. Wees creatief met bewegingen tijdens het zingen. Je begint met je handen ter hoogte van je hart en strekt je handen uit naar boven zodat de kinderen lijken op een boom met grote takken en hun voeten stevig op de grond. Door het inzetten van zintuigen en lichaam wordt wat gehoord is extra onderstreept. Dat helpt om te onthouden. Gebed Lieve God, Dank U wel dat U ervoor hebt gezorgd dat die oude psalmwoorden niet verloren zijn gegaan. Nu weten wij meer over hoe het zit tussen U en ons. Gelukkig hebt U duizenden jaren geleden al gezorgd dat woorden die met U te maken hebben niet verloren zijn gegaan. Zo zorgt U voor ons. Help ons om die woorden van U serieus te nemen. Elke dag woorden van U lezen en onze woorden met U delen in praten met U. Niet omdat het zo hoort maar omdat wij het nodig hebben om daarvan te groeien tot mooie mensen. Eigenlijk om dichter naar U toe te groeien. Zodat wij straks zó gegroeid zijn dat wij met U in het nieuwe paradijs kunnen leven voor altijd. Auteur: JH
77
Stille tijd Stilte… Daar houd je niet zo van als je jong bent. Je zet liever een muziekje aan met ‘oortjes’ in. Of je nu naar school fietst, huiswerk maakt, of gewoon op je kamer zit. Op je telefoon kun je duizenden liedjes zetten, zodat je nooit zonder zit. Je telefoon heb je altijd bij je, dus… In de stad klinkt muziek op straat. In winkels waar je kleding koopt is er muziek, hard of zacht, net wie er de doelgroep is. De tv aanzetten is net zo gewoon als vroeger de radio aanzetten. Muziek, geluid, overal, de hele dag. Stilte, stille tijd… Dat heb je nodig als je bidt. Doe je dat weleens? Bidden is spreken met God. God heeft je gemaakt, Hij is je Schepper. Hij kent jou nog beter dan dat je ouders je kennen. God heeft een plan voor je. Hij wil je de weg daar naar toe wijzen. Hoe weet je dat en hoe kan je dat zien? Waar ligt die weg en hoe kom je daar? Dat wil God je uitleggen. Daar kun je sowieso op vertrouwen. Hoe gaat dat dan? Dat gebeurt als je met God praat door te bidden. Je weet wel: handen samen, ogen dicht. Zo leerde je dat van je ouders, zo leerde je dat op school en in de kerk. Je kan ook zelf bidden, in je eentje. Op je kamer, in je bed of op je knieën voor je bed. Je kan aan God je vragen stellen, je wensen voorleggen. Je kunt Hem ook bedanken voor fijne dingen. God wil een Vader voor je zijn, want jij bent zijn kind. Hoe krijg je nou antwoord van God op je vragen? Er ligt de volgende dag geen briefje naast je bed met wat je doen moet of wat er gaat gebeuren. Je kunt antwoorden krijgen door mensen met wie je omgaat. God zet die mensen op je weg. Hij maakt je ook veel dingen duidelijk in de Bijbel. God is ook Jezus, die op aarde is geweest. Jezus heeft heel veel verteld over hoe God wil dat wij leven. Dat kun je allemaal lezen. De verhalen van Jezus zijn echt niet saai! Ze zijn vaak erg verrassend zelfs. Vind je de Bijbel moeilijk? Tegenwoordig is het met de nieuwe ‘vertaling’ al veel beter te begrijpen. Er is ook een Bijbel voor jongeren. Misschien vind je die makkelijker te lezen. Een Bijbels dagboekje is ook handig. Dat zijn korte stukjes uit de Bijbel die meteen uitgelegd worden. Waarom is bidden en in de Bijbel lezen nou zo belangrijk? Je weet toch wel dat God voor je zorgt. Dat is waar natuurlijk, maar bidden en lezen is nodig om ‘bij’ te blijven. Bidden en lezen is net als drinken. Dat heb je nodig om te leven, net als eten.
Laten we samen Psalm 1 eens lezen. (Misschien even kopiëren voor de kinderen) 1. Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2. maar vreugde vindt in de wet van de H E E R en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. 3. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. 4. Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. 5. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. 6. De H E E R beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood. En hier nog een gedichtje in je eigen ‘taal’ 1. Als je dorst hebt drink je water of misschien wel chocomel, seven up of coca cola en het liefst een beetje snel. 2. Klok klok klok, zo…. dat was lekker! En je arm gaat langs je mond. Kom, we gaan weer buiten spelen. Je voelt je sterk en heel gezond. 3. Na een uur (wat is het heet, man!) heb je weer zo’n erge dorst. Gauw naar huis om wat te drinken en… voor de trek een stukje worst. 4. Ja, zo gaat dat nou met drinken elke dag en dat is goed, want dat vocht dat heb je nodig omdat je daarvan leven moet. 5. Maar er is ook Levend Water! Daarvan krijg je nooit meer dorst, want dat stroomt gewoon vanbinnen: Water dat nul euro kost. 6. Het geloof in de Heer Jezus in je hart, daar waar Hij woont zorgt er dan voor dat zijn Liefde door jou heen naar buiten stroomt Stille tijd…de muziek voor je leven! Auteur: RvBvdB
In de Bijbel, in het boek Psalmen, begint het daar al mee. Daarin worden wij vergeleken met een boom die geplant is aan stromend water. Die boom geeft op tijd vruchten en zijn bladeren verdorren niet. Als wij zo leven met God komt ook van ons alles tot bloei. 78
25 mei 2014 | Copyright VHM
Verwerkingen
Gieter Psalm 1 zegt: Een plant kan niet groeien zonder water. Zo kunnen mensen niet zonder bidden, zonder praten met hun Vader in de hemel. Je hebt nodig:
- voor elk kind een kopie van werkblad 1 op stevig gekleurd papier - scharen - lijm
Werkwijze:
-
Knip de onderdelen uit langs de buitenste lijn. Vouw de tuit van de gieter dubbel op de vouwlijn. Vouw de flapjes A en B naar buiten. Plak de flapjes A en B op de goede plek. Plak de twee kanten van het handvat op elkaar. Tijdsduur: 10-15 min.
Plantje In Psalm 1 wordt het geloof vergeleken met een plant, die moet groeien. Je hebt nodig:
- voor elk kind een klein (kamer)plantje of stekje. Vraag eens rond, het hoeft niet veel te kosten - potgrond - voor ieder kind een stenen of kunststof potje, geschikt om te versieren (en eventueel een schoteltje voor als er een gat in de onderkant van het potje zit) - satéprikker - kaartje (kan in een leuke vorm, bijv. bloem of gieter, vooraf gemaakt door de leiding). Hierop de tekst: ‘Een plant groeit niet zonder water, zo groeit jouw geloof niet zonder praten met God.’ Het is handig om deze tekst met behulp van de computer te maken - versiermateriaal - lijm, eventueel plakband
Werkwijze:
- Versier het potje naar eigen inzicht met de materialen die beschikbaar zijn. Dit gaat het best als het potje nog leeg is. - Doe potgrond in het potje en zet het plantje erin. - Plak het kaartje aan de satéprikker en prik deze in de aarde bij het plantje. - Zet je plantje thuis op een goed plekje: het heeft niet alleen water nodig om te groeien, maar ook licht! Tijdsduur: 10-15 min.
Stil zijn Het gaat er in dit Bijbelgedeelte om, dat je bidden kunt leren. Belangrijk is dat je stil kunt worden voor God. Dit oefenen de kinderen in een spelletje. Speelwijze:
Variatie:
- Het gaat vandaag over bidden en hoe je dat doet. Belangrijk is dat je stil kunt zijn, zodat je rustig kunt worden en geconcentreerd bent om te bidden. - De leiding legt uit dat we een stiltespelletje gaan doen, waarbij we proberen zo lang mogelijk stil te zijn. De tijd wordt opgenomen. Hoe lang kunnen we stil zijn? Dus: hoe lang kunnen we als groep stil zijn. - Wie (dus welk kind) kan het langste stil zijn, dus wie geluid maakt is af. - N.B. Leiding moet zelf een beetje aanvoelen welke geluiden toegestaan zijn en welke niet (spontaan niezen of expres een geluidje maken, maakt wel verschil). Tijdsduur: 10 min.
25 mei 2014 | Copyright VHM
79
Bidden is groeien naar God toe Maak voor elk kind een kopie van werkblad 2. Oplossingen:
- Rebussen: Gelukkig – bezig – stromende – verdorren – bloei – lukken - Lijnen volgen: Bidden/bijbellezen Tijdsduur: 5-10 min.
Biddende handen Je hebt nodig:
Werkwijze:
- een afbeelding van twee biddende handen als voorbeeld - zelfhardende klei zoals Das of Darwi - een kaartje met de uitgeprinte tekst van Psalm 1. De tekst van het lied ‘Als een boom bij het water’ van Elly en Rikkert is hiervoor ook geschikt. (tekst te vinden op http://www.aanvullingspagina.nl/Teksten/ als%20een%20boom%20bij%20het%20water.htm, het lied staat op de CD Gefeliciteerd). Het kaartje kan eventueel gelamineerd worden - eventueel schildermateriaal - Kneed de klei goed door om scheuren na opdrogen te voorkomen. - Boetseer twee biddende handen, maak ze niet te groot, ongeveer de helft van je eigen handen is een mooi maatje. - Steek het (gelamineerde) kaartje tussen de handen. - Schilder of vernis de handen eventueel. Tijdsduur: 15 min.
Kringgebed Het gaat vandaag over bidden. Het is belangrijk om dat regelmatig te doen, zo groei je naar God toe. Het is goed om hardop uit te spreken waar je voor bidt. Zo word je je er meer bewust van. We willen dit doen door samen een kringgebed te bidden. Werkwijze:
- De leiding begint het gebed en sluit af door te zeggen “om Jezus wil”. Het kind links van de leid(st)er gaat verder en spreekt zijn/haar gebed uit en sluit vervolgens ook af met zeggen “om Jezus wil”. Dit gaat zo door tot elk kind aan de beurt is geweest. - Belangrijk punt bij een kringgebed is dat kinderen niet per sé hoeven mee te doen als ze niet willen. Voor sommigen/velen kan het eng zijn. In dat geval hoeven ze alleen maar te zeggen “om Jezus wil” en gaat de volgende direct door. Er bestaat geen goed of fout, het gaat er om dat kinderen zich durven uitspreken. Dat is wat bidden ten diepste eigenlijk ook is, je uitspreken naar God toe, onder alle omstandigheden. Denk aan de psalmen. Tijdsduur: 10-15 min.
Stille tijd Maak voor elk kind een kopie van werkblad 3. Oplossingen:
- Van a tot z: bid elke dag - Woordzoeker: door bidden en lezen groei je Tijdsduur: 10-15 min.
80
25 mei 2014 | Copyright VHM
1
25 mei 2014 | Copyright VHM
81
2
82
25 mei 2014 | Copyright VHM
Psalm 1
I K
D
G
S
G
R V
E E
O
D
A Y
P
Q
U
T
Van A tot Z.
L
M H
F
E
K
N
C
D L
J
I
B
B
A
3
X
W
Z
Breng deze jongen naar zijn bijbel. Volg de weg langs de letters van het alfabet van A tot Z. Er blijven wat letters over. Als je deze van links naar rechts en van boven naar beneden leest, vind je de oplossing. _______________________________________________________________
In Psalm 1 staat dat we gelukkig zullen zijn als we ons bezig houden met Gods Woord. We lijken dan op een boom die bij het water staat. Deze verdort niet, maar bloeit en draagt vrucht. Wij kunnen geestelijk groeien door regelmatig tijd apart te zetten voor God. Het is goed om dit elke dag te doen. We noemen dat stille tijd. Je zoekt een rustige plek op waar je stil kunt worden om naar God te luisteren door te bidden en in de Bijbel te lezen. Als je begint met bidden, kan je God vragen om je te helpen met het begrijpen van het stukje. In een schrift kan je opschrijven wat je hebt gelezen en wat je hebt geleerd. Staat er misschien een belofte in, een waarschuwing of een goed voorbeeld waar je wat van kan leren? En wat kan je er mee in je eigen leven? Bedank tenslotte de Here God voor wat Hij je heeft geleerd.
W Lees het stukje hierboven. Zoek alle schuinR gedrukte woorden op in
G
D
O
O
N
G
N
I
W
U
H
C
S
R
A
A
O
R
D
L
E
E
B
R
O
O
V
L
E
B
IJ
B
D
P
O
N
D
B
L
R
E
G
E
L
M
A
T
I
G
I
L
D
E
D
D
E
G
I
K
K
U
L
E
G
E
M
vormen een zin.
N
E
E
V
I
N
Z
L
E
T
Z
E
A
N
G
R
O
_____________________________
O
K
E
E
B
E
E
K
IJ
L
E
T
S
E
E
G
O
S
T
I
L
L
E
N
D
R
O
O
W
P
I
J
E
B
het letterveld. De overgebleven letters
_____________________________ _____________________________
25 mei 2014 | Copyright VHM
83
Jongerenpagina
Op de splitsing Vandaag mag ik met jou een stukje lezen in de Bijbel. Ik wil je graag laten zien wat mij in deze psalm zo aanspreekt. Boven de psalm heeft iemand een titel gezet: twee wegen. Zeg maar een kruispunt waar je kunt kiezen welke kant je op gaat. Van allebei de wegen wordt uitleg gegeven, zodat je weet waar de weg naar toe gaat. De ene weg De ene weg wordt geschetst in een prachtig beeld. Een boom bij een beek. Stiekem denk ik dan altijd aan een warme zomerse dag. Lekker met je voeten in het water, net genoeg verkoeling om de warmte te verdragen. Voldoende eten en drinken voorhanden… het lijkt wel vakantie. Heerlijk. Diezelfde beek-boom geeft met een stormachtige wind, regen en kou een heel ander plaatje… Een juist dat plaatje bracht me op de volgende gedachte: een boom heeft houvast in de aarde. Een boom vergroeit met de bodem. En als de wind schade aan de boom geeft, is dat ook te zien in de grond er omheen. Verbazingwekkend hoe omgewaaide bomen gewoon verder leven of opnieuw uitlopen. Dat raakte me omdat je zo met onze God kunt leven. Je mag jouw wortels in zijn grond te laten groeien. Zo geeft Hij je houvast in het leven. Zo kan Hij je voeden. Hij vergroeit met jou.
De andere weg Maar het kan ook anders. De andere weg die geschetst wordt, is een weg zonder God. ‘Wandelen’, ‘staan’ en ‘zitten’ (vers 1)… Er zit een beweging in deze woorden. Het lijkt of je steeds minder bewegingsruimte krijgt. Het wijst op een leven waar andere mensen jouw doen en laten bepalen. De Bijbel noemt ze goddelozen, zondaars en spotters. Zie je hoe weinig de omgeving zich aantrekt van jou? Er is geen spoor meer van je te zien als je weg bent. Net of je er nooit geweest bent. Ze delen niet werkelijk jouw leven. Ze staan ook niet toe dat je deel uitmaakt van hun leven. Kijk maar hoe subtiel het er staat: ‘hun’ raad, ‘hun’ weg, ‘hun’ stoel in mijn eigen woorden. Het is niet ‘onze’ raad, ‘onze’ weg, ‘onze’ stoel. Je bent en blijft een buitenstaander. Wat mij hierin treft is dat dit leven zo ‘voorbij’ is. Het houdt geen stand. Je moet er niet aan denken als er dan zo’n storm komt. Waar moet je naar toe? Alsof je bent weggeblazen door de wind. Zo staat het ook in vers 4: kaf dat de wind wegblaast. Ik begon ermee dat jij mag kiezen welke weg je voorkeur heeft. Wat kies je? Auteur: CK
Het gaat vandaag over het gebed. Dat is niet meer of minder dan praten met God. Iemand die alles wil weten wat jij te vertellen hebt. Die altijd tijd heeft. Die jouw leven wil delen en voeden. Geen probleem is te klein of te groot. Geen verhaal te saai of te lang. Dat praten met God kan op heel veel manieren. Je kunt zingen. Maar ook stil zijn. Je kunt vertellen. Maar ook luisteren. Je kunt vragen. Maar ook antwoorden. En misschien heb jij nog wel een andere manier gevonden. Ik moedig je alleen maar aan: DOEN! En boos zijn op God? Soms zijn er dingen waar je gewoon geen weg mee weet. Mijn dochter heeft het afgelopen jaar in haar directe vriendenkring veel mee moeten maken. Het overlijden van de vader van een van haar hartsvriendinnen, ziekte van de moeder van een vriend, het plotselinge overlijden van de moeder van een andere vriendin, de moeder van een vriendin die zelf een einde aan haar leven maakte… Vreselijk! Soms kun je dan niet eens meer bidden. In ieder geval niet met woorden. God begrijpt je ook zonder woorden. Misschien heb je het ook wel eens meegemaakt, dat iemand je begreep zonder dat je iets zei. Zo vertrouwd mag je met God omgaan. Zo lang je met God verbonden blijft, heb je stevige grond onder je voeten. Het geheim van het gebed is dat je het doet. Het hoeft niet deftig of alleen als je iets moois te vertellen hebt. Ook als jij jezelf tegenvalt, is Hij er. En Hij houdt van je zoals je bent. Kijk dat is dus de ene weg.
84
25 mei 2014 | Copyright VHM
Donderdag 9 mei 2014
Jezus, koning van het heelal Romeinen 8:31-39
9 mei 2014 | Copyright VHM
85
Thema: Jezus, Koning van het heelal Doel De kinderen leren dat de Hemelvaart van Jezus betekent dat Hij Koning is over hemel en aarde. Toelichting Hemelvaart heeft twee kanten. Enerzijds is het verdrietig dat Jezus naar de hemel gaat en zijn vrienden achterlaat. Anderzijds is het nodig dat Jezus weggaat. Hij kan niet op de aarde blijven, omdat Hij daar beperkt is in zijn doen en laten. In de hemel staat Gods troon; daar kan Jezus heel Gods schepping overzien. Alleen door naar de hemel te gaan kan Jezus zijn plaats innemen van waaruit Hij hemel en aarde kan regeren. Jezus pleit voor ons aan Gods rechterhand. Nu weten we zeker dat niets ons kan scheiden van Hem en zijn liefde. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: Koning van hemel en aarde Richtlijnen: Vertel de jongste kinderen de geschiedenis van de Hemelvaart zoals die in Handelingen 1:1-11 en Lucas 24:49-53 beschreven staat. Jezus heeft zijn werk op aarde af. Hij is gestorven en opgestaan uit het graf. Nu mag Hij als overwinnaar teruggaan naar de hemel waar Hij vandaan komt. Daar mag Hij zitten op de troon van God. Daar mag Hij regeren over de hemel en de aarde. Daar kan Hij altijd voor ons zorgen en ons helpen. Jezus is de allerbeste koning. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Troonsbestijging Richtlijnen: Wanneer er in Nederland of een ander land een nieuwe koning of koningin op de troon komt, dan gaan veel mensen kijken op straat. En het wordt uitgezonden op de televisie. De hele wereld mag daar getuige van zijn. Bij Jezus ging dat heel anders. Alleen de discipelen zagen de Hemelvaart, verder niemand. En de discipelen konden het ook niet eens goed zien, omdat een wolk tussen hen en Jezus kwam. De Bijbel vertelt ons dat het belangrijkste van de Hemelvaart is, dat wij weten dat Jezus nu op Gods troon zit. Dat kunnen wij niet zien, maar we weten dat Hij nog steeds om ons geeft. Hij pleit voor ons bij God, Hij vraagt dat God ons nooit in de steek zal laten. En Hij zorgt voor ons door ons alles te geven dat wij nodig hebben. We weten door de Hemelvaart zeker dat niets ons kan losmaken van Gods liefde. Jezus is ook onze Koning. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Het geheim van Gods paleis Het binnengaan van Jezus in de hemel heeft niemand gezien. Zelfs de discipelen zagen alleen maar een wolk waarachter Jezus verdween. Jezus heeft gezegd dat Hij nu de macht heeft over hemel en aarde. Hij is koning over alles. Dat koningschap kunnen we niet zien. Dat is het geheim van Gods paleis. Daarom is Hemelvaart best een moeilijk feest. Kerstfeest en Pasen zijn concreet, hoewel we het ook daar moeten doen met het ooggetuigenverslag van anderen. Bespreek met de jongeren wat wij van Jezus’ koningschap merken. Romeinen 8 zegt dat Jezus als een advocaat voor ons opkomt. Dat Hij ons verdedigt en steeds weer wijst op wat Hij voor ons heeft geleden, hoe Hij verzoening en een nieuw begin heeft gebracht. Omdat Jezus ons verdedigt, weten we zeker dat Gods liefde voor ons blijft bestaan. Er kan veel gebeuren met ons, soms door onze eigen schuld, maar Gods kinderen blijven we altijd. Niets kan ons loswrikken van Gods liefde. Hoe reageer jij op die zekerheid? Hoe vier jij Hemelvaartsdag? Extra bijbelgedeelte: Handelingen 1:1-11
86
9 mei 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Bij het bijbelgedeelte Een tussentijdse samenvattende lofprijzing in de brief aan de Romeinen, zo is dit bijbelgedeelte te lezen. Paulus rondt een thema af alvorens een nieuw thema aan te snijden. Hij benadrukt de reikwijdte van het heilswerk van Jezus Christus waarin de zekerheid voor de gelovige is gelegen. Kenmerkend voor Paulus spreekt hij hoofdzakelijk over lijden en sterven van de Heer, diens opstanding en verhoging. Met name dit laatste is het aangelegen punt op Hemelvaartsdag. Op deze dag staat de verhoging van Christus (zitten aan de rechterhand van God) centraal. Niet alleen om te gedenken maar ook om te vieren want onze Heer pleit voor ons. Hij is nu op de plaats waar Hij zijn volbrachte werk voor de zijnen kan ‘verzilveren’. De Heer moest dus van ons heengaan en verhoogd worden. Paulus staat dan ook niet stil bij de weemoed of verdriet zoals de leerlingen die kenden (zie Hand. 1) maar bij de betekenis van de hemelvaart. Nu Hij aan de rechterhand van God zit kan niets ons meer scheiden van Hem en zijn liefde. Paulus schetst ervaringen van eerste christenen om de zekerheid van het geloof te onderstrepen. Met een persoonlijk getuigenis sluit hij af. Hiermee lijkt hij tegemoet te komen aan een vraag die in onze tijd dikwijls wordt gesteld, namelijk wat het geloof voor jezelf persoonlijk betekent. Paulus getuigt: Jezus Christus is de vaste rots van mijn behoud. Vers voor vers Vs. 31 Eigenlijk is alles gezegd dus het is tijd om samen te vatten. Paulus doet dat vragenderwijs, maar de vragen zijn een krachtige bevestiging van hetgeen hij heeft gezegd. Vs. 34 Voor Hemelvaartsdag is dit vers als kerntekst aan te duiden. Vs 35vv Ervaringen uit het leven van gelovigen worden genoemd. Ervaringen waarvan het niet ondenkbaar is dat ze tot twijfel leiden. Paulus wijst dit krachtig terug op grond van de liefde van Christus. Vs. 38v Meer dan materiële nood en ontbering en lichamelijk gevaar is er ook het krachtenspel en gevaar van de immateriële wereld waaraan een gelovige bloot staat, samengevat in ‘wat er ook maar in de schepping is’. Hiermee wijst Paulus dit alles zijn plaats: het behoort tot de schepping en kan ons (gelovigen) daarom nimmer scheiden van de liefde van God die de Schepper is. Die liefde kennen gelovigen in een persoon, namelijk onze Heer Jezus Christus. Auteur: JFM
Liederen Psalm 21: 1, 2 en 7 Gezang 228 Gezang 229 Hemelvaartsdag Op de wolken Ik leef met U Groot en machtig is Hij Zingen maakt blij Jezus, Hij is Koning King of kings Diep, diep, diep als de zee Jezus is…….
-
Het is feest vandaag – Jan Visser Liedjes voor de kinderen deel 1 Elly en Rikkert Zuiderveld Evangelische liedbundel 491 Evangelische liedbundel 487 Evangelische liedbundel 478 Opwekkingsliederen voor kinderen 13 Evangelische liedbundel 495 Opwekkingsliederen voor kinderen 68 Opwekkingsliederen voor kinderen 46
Auteur: PZ
9 mei 2014 | Copyright VHM
87
Koning van hemel en aarde De leerlingen zijn bij elkaar in Jeruzalem. Ze praten over alle gebeurtenissen van de afgelopen weken. Wat hebben ze veel meegemaakt. Jezus stierf aan het kruis. Ze hebben hem in een graf gelegd. Na drie dagen was het graf leeg. Is Hij dan echt op gestaan? Ze begrijpen er nog niet veel van. Plots klinkt er geroezemoes. ‘Jezus is er.’ ‘Jezus, daar is Hij!’ In het midden van de kamer staat Jezus. De leerlingen kijken Hem aan. Ze zien de wonden aan zijn handen en voeten. Hij is het echt. Zou Hij deze keer wel blijven? Sinds Jezus uit het graf is opgestaan is Hij al een paar keer bij de leerlingen op bezoek geweest. Ze hebben nog zoveel van Hem te leren. Het wordt stil in de kamer. Iedereen kijkt vol verwachting naar Jezus, maar Jezus zegt nog niks. Hij neemt de leerlingen mee naar buiten. Samen wandelen ze naar een berg buiten Jeruzalem, de Olijfberg. Op de berg aangekomen begint Jezus te praten. ‘Blijf in Jeruzalem. Blijf wachten tot de belofte van mijn Vader in vervulling gaat. God zal jullie dopen met de Heilige Geest.’ De leerlingen kijken elkaar aan. Wat bedoelt Jezus? ‘Komt U terug als koning van Israël?’ Jezus schudt zijn hoofd. ‘Jullie hoeven niet te weten wat de plannen van God zijn. De Heilige Geest zal jullie kracht geven. Dankzij zijn kracht kunnen jullie in heel Jeruzalem over Mij vertellen. Jullie gaan over Mij vertellen in het hele land, zelfs op de hele aarde.’ Dan is het stil. Jezus is gestopt met praten. Jezus staat in een witte wolk. De wolk zweeft omhoog naar de hemel. De leerlingen kunnen Jezus niet meer zien. Ze kijken de wolk na, totdat die hoog in de hemel verdwijnt. Plots klinkt er een stem. Naast de leerlingen staan twee mannen in witte kleding. ‘Waarom kijken jullie naar de hemel? Jezus is terug naar de hemel, maar op een dag komt Hij terug naar de aarde.’ Dan zijn de mannen weer verdwenen. De leerlingen lopen de Olijfberg af terug naar Jeruzalem. Daar wachten ze op de Heilige Geest. Het werk van Jezus op aarde is gedaan. Hij heeft onder de mensen geleefd. Jezus is voor onze zonden gestorven en weer opgestaan. Hij heeft de dood overwonnen. Nu gaat Jezus weer terug naar de hemel. Daar zit Hij aan de rechterhand van God. Jezus regeert over hemel en aarde. Hij zorgt goed naar jou en luistert altijd naar je. Door te bidden kun je bij Hem terecht met al je vragen, je verdriet en pijn en met al je blijheid. Jezus is de allerbeste koning!
88
Gebed Here Jezus, dank U wel voor uw liefde voor ons. U bent gestorven voor onze zonden. We kunnen ons niet voorstellen hoe bijzonder dat is. Wij mogen altijd bij U komen. U luistert altijd en troost ons en helpt ons. Wilt u ons helpen bij alles wat we doen? Wilt U onze koning zijn? Amen Auteur: HVM
9 mei 2014 | Copyright VHM
Troonbestijging In het verhaal van vandaag vindt er een troonbestijging plaats. En dat zie je niet zo vaak. Maar afgelopen week heeft koningin Beatrix afstand gedaan van de Nederlandse troon en deze overgegeven aan prins Willem Alexander. Hij is nu koning van ons land en Maxima koningin. Je hebt wel gezien dat er bij zo’n belangrijke gebeurtenis veel belangrijke mensen uit de wereld uitgenodigd worden om erbij te zijn. Daarna wordt er voor de binnen- en buitenlandse gasten een diner georganiseerd. Er is natuurlijk ook veel pers aanwezig die verslag doet en in hotels overnachten. Het is echt een groot spektakel en veel mensen kunnen er wereldwijd getuige van zijn.
Gebed Kom Geest van God, maak ons sterk als we bang zijn, als verdriet en ellende ons machteloos maakt. Kom Geest van God, maak ons sterk als wij ons zwak of klein voelen of als we vervolgd worden. Sterk ons om te zijn zoals we zijn te midden van alle mensen. Kom Geest van wind en vuur en sterk ons om te groeien, om lief te hebben. Geef ons kracht om te leven, nu en in de toekomst en leidt ons naar Uw troon. Amen.
Vandaag is het Hemelvaartsdag en gedenken we dat Jezus de troon heeft bestegen. Niet hier op aarde maar in de hemel. Dat ging er toen heel anders aan toe, er waren alleen maar de discipelen aanwezig. En zelf die mannen konden het niet goed zien want er hing een wolk tussen hen en Jezus. Er is wel een belangrijke boodschap achtergebleven bij de discipelen: als God voor ons is, wie kan dan nog tegen ons zijn? Weten jullie nog hoe het christelijke feest heet voordat Jezus naar de hemel is gegaan? … God heeft zijn Zoon laten sterven, drie dagen later is Jezus opgestaan. En dat allemaal om de christenen te redden, de volgelingen, de discipelen en wij allemaal te geven wat Hij ook aan Jezus heeft gegeven. Vrede, liefde en het eeuwige leven in de hemel waar Jezus op de troon zit naast zijn Vader. Want God heeft ons uitgekozen en spreekt ons vrij van alle verkeerde dingen. De troon is naast die van God de Vader en Jezus zal voor ons zorgen als wij sterven en voor de troon mogen komen. Wat zal ons van de liefde van God scheiden? Onderdrukking, nood of ellende? Vervolging, honger of armoede? Gevaar of de dood? In het Oude Testament, in de psalmen staat dat we als schapen afgevoerd worden. Maar wij overwinnen glansrijk dankzij Jezus die ons zo liefheeft. De dood niet, het leven niet, engelen en andere machten niet, heden en toekomst niet. Hoe hoog we stijgen en hoe diep we zakken: niets in de hele schepping kan ons losmaken van de liefde van God. En deze liefde is ons gegeven door Jezus zijn Zoon. Jezus de pleitbezorger, onze verdediger en advocaat.
Auteur: EtH
9 mei 2014 | Copyright VHM
89
Het geheim van Gods paleis Er zijn heel wat paleizen op de wereld. Ik heb even gegoogled om daar wat meer over te weten te komen. In Nederland vond ik er acht. Drie daarvan worden gebruikt door de koningin. Toen ik in Europa zocht kon ik het al niet meer bijbenen, laat staan in heel de wereld. Pracht en praal, met soms wel 2800 kamers! Op de foto’s kun je dat allemaal zien. Wat een rijkdom straalt er van af! Hoe zullen die koningen, koninginnen, sjeiks, presidenten zich wel niet voelen? Helpt dat allemaal om een goede leider van het volk te zijn? Dat dit niet waar is weten wij maar al te goed. Daar hoef je alleen de tv maar voor aan te zetten en naar het nieuws te kijken. Sommigen zijn alleen uit op macht, ten koste van de mensen voor wie zij verantwoordelijk zijn. Zulke leiders denken dat ze heel wat zijn. Maar weet je, als ze gaan slapen trekken ze hun fraaie kleren uit en doen een pyjama aan. Dan zijn ze net als ieder ander…slapen en even niets meer weten van de wereld om zich heen.
Er zijn christenen in landen waar je dat eigenlijk niet mag zijn. In het geheim moeten de mensen daar bij elkaar komen om een kerkdienst te houden. En niet zonder gevaar… Je kunt gewoon in de gevangenis terechtkomen omdat je zegt dat je in Jezus gelooft. En dat zijn geen luxe gevangenissen. Je kunt ook gedood worden omdat je belijdt dat Jezus Gods Zoon is. Hoe houden zij dat vol, om zo te leven? Ik denk dat zij heel veel kracht ontvangen van God en dat zij voelen dat Jezus dicht bij hen is. Zij weten dat God van hen houdt. Zij zijn overtuigd van zijn liefde voor zijn kinderen.
Over Gods paleis kon ik niets vinden via google. Maar ja, ik heb de Bijbel naast me liggen voor dit verhaal. En in de Bijbel vind je veel over het Koninkrijk van God. Daar is Gods paleis, daar woont Hij. Maar hoe het er uit ziet weet ik niet, dat staat er niet bij. Maar dat er een goede Leider woont, dat weet ik zeker! En Hij, God de Vader, regeert er niet alleen. Jezus is bij hem.
Het paleis van God… Nu nog een geheim voor ons. Maar dat het in het Koninkrijk van God staat is zeker. En dat we het eens zullen zien dat hebben we te danken aan Koning Jezus. Volg Hem maar…blijf dicht bij Hem.
Paulus besluit het stukje in Romeinen met de woorden: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de dood, of het leven engelen, machten of krachten het heden of de toekomst, hoogte of diepte of wat er ook maar in de schepping is ons niet zal kunnen scheiden van de liefde van God. De liefde die hij heeft gegeven in Christus Jezus, onze Heer!’
Auteur: RvBvdB
Jezus is na zijn tijd op aarde teruggegaan naar de hemel. De discipelen waren daarbij. Zij zagen dat Jezus werd opgenomen in de lucht. Doordat er een wolk kwam hebben zij niet kunnen zien waar Hij de hemel binnenging. De hemel is dan ook een plek die wij niet kunnen bevatten. Maar dat wil niet zeggen dat de hemel er niet is. Dat is iets voor later. Dan zijn wij ook anders en dan begrijpen wij het wel. Dat geloof ik zeker. Paulus, je weet wel, die man die eerst christenen wilde uitroeien en opeens door Jezus veranderd is. Jezus verscheen nadat Hij naar de hemel was gegaan aan Paulus, die onderweg was naar Damascus. Paulus werd blind, maar ontdekte dat Jezus echt Gods Zoon is. Gelukkig kon hij na een tijdje weer zien. Daarna leefde hij alleen nog maar voor Jezus. Paulus heeft ook over Jezus geschreven in de Bijbel, in het boek Romeinen. Hij vertelt dat Jezus ons als een advocaat verdedigt bij God. Hij is aan Gods rechterhand. Wij zijn veilig bij Hem, wij zijn bij Hem in goede handen. Wat er ook gebeurt met ons, wat wij ook doen, Jezus zal het altijd goedmaken voor ons bij God. Hij heeft de weg naar God voor ons vrijgemaakt toen hij stierf aan het kruis.
90
9 mei 2014 | Copyright VHM
Verwerkingen Koning van hemel en aarde Maak voor elk kind een kopie van werkblad 1. Oplossing:
- Puntjes volgen: kroon Na het oplossen kunnen de kinderen de plaatjes inkleuren. Tijdsduur: 5-10 min.
Troon in de wolken Toen Jezus naar de hemel ging mocht Hij gaan zitten op de troon van God en van daaruit regeren over hemel en aarde. Je hebt nodig:
-
voor elk kind een vel stevig blauw papier witte verf of watten een spons, in stukjes geknipt goudverf of goudpapier scharen lijm
Werkwijze:
- Stempel met een stukje spons en de witte verf wolken op het blauwe papier. Wil je niet stempelen, gebruik dan watten en plak deze op het blauwe papier. - Knip strookjes goudpapier en maak er een stoel of troon van en plak deze over de gestempelde wolken, of schilder de troon met goudverf. Tijdsduur: 15 min.
Wie zit op de troon? Na zijn hemelvaart zit Jezus op zijn troon bij God. In het nagesprek kun je met de kinderen de link leggen tussen het verhaal en het spel. Je hebt nodig:
- een stoel - koninklijke versierselen
Speelwijze:
- Versier met de kinderen een stoel als troon: er kan bijvoorbeeld een kroon op geplakt worden of mooie goud- of zilverkleurige (kerst)slingers. - De troon komt midden in de kring. De kinderen zitten er in een kring om heen zo ver uit elkaar dat ze elkaar niet kunnen aanraken. - De kinderen zitten met hun handen voor hun ogen of hun hoofd op de knieën, zodat ze niet kunnen zien wat er gebeurt. U loopt rond en tikt een van de kinderen aan, die mag nu heel zachtjes op de troon gaan zitten. - Als het kind zit vraagt de leiding of het kind zelf: "Wie zit er op de troon?" De leiding kan tips geven over hoe oud het kind is, hoe het eruit ziet of welke hobby’s het kind heeft. De andere kinderen mogen om de beurt raden. Dit spel kan een aantal keer herhaald worden. - Na een aantal keren kunt u een nagesprek houden: * wie zit er op de troon in de hemel? * kunnen wij Hem zien? Vanuit het verhaal dat we gehoord hebben mogen we zeker weten dat het zo is. Vergelijk met het raden dat de kinderen in het spel deden op basis van aanwijzingen. Tijdsduur: 15 min.
9 mei 2014 | Copyright VHM
91
Troon Jezus zit als koning van hemel en aarde op de troon. Je hebt nodig:
-
voor elk kind een kopie van werkblad 2 op stevig wit papier (2 pagina’s) kleurmaterialen scharen lijm
Werkwijze:
- Kleur de platen in. - Knip de wolk en het wolkje uit. Knip de twee delen van de troon uit. Bij het gedeelte met de engelen zie je twee driehoeken. Deze moet je uitknippen. Door deze gaten moet het ander gedeelte van de troon worden gestoken. Het deel van de troon met het hart vouw je op de stippellijn. Je vouwt het onderste stuk in de vorm van een driehoek. De rugleuning vouw je naar voren. Vouw Jezus eerst om op de stippellijnen, in een zittende houding. Knip Jezus daarna uit. - Plak Jezus op de zitting van de troon. Steek dan het driehoekige deel in de gaten van het andere deel van de troon. Tenslotte plak je de troon op de grote wolk en ook het kleine wolkje plak je op de grote wolk. Tijdsduur: 30 min.
Koninklijke kleren Je hebt nodig:
- lappen stof (bijv. oude velours gordijnen in rood of blauw, of nieuw - op de markt is velours de panne goedkoop verkrijgbaar) - voor elke mantel een mooi koord - goudkarton - evt. gekleurd papier om edelstenen e.d. te maken of plak-edelstenen van bijv. de Hema - scharen - naald en draad - evt. naaimachines
Werkwijze:
- De meest kenmerkende kleren voor een koning zijn zijn kroon en zijn koningsmantel. Die zijn niet zo moeilijk om te maken. - Laat de kinderen kiezen of ze een kroon willen maken van goudkarton of een koningsmantel van stof.
Kroon:
- Teken het patroon van een kroon op het goudkarton en knip hem uit. Versier de kroon naar eigen idee, met bijv. edelstenen. - Je kunt ook werken via de suggestie op http://www.knutselopdrachten.nl/ knutselen/feestdagen/driekoningen/knutselen_kroon.shtml.
Koningsmantel:
- Knip een rechthoekige lap van de stof, ca. 1.50 x 1.00 m. - Indien nodig maak je een zoom rondom. - Maak een tunnel bovenin de lap, of maak er enkele gaten in, zodat het koord er doorheen gehaald kan worden. Tijdsduur: afhankelijk van hoe moeilijk het gemaakt wordt.
Het geheim van Gods paleis Maak voor elk kind een kopie van werkblad 3. Oplossingen:
- Wolkenketting: Jezus is Koning over alles (Tip: begin achteraan met rekenen en keer de bewerkingen om. Dus 7x2-5+5+1-4=11) - Wolkendomino: Niets kan ons loswrikken van Gods liefde. Tijdsduur: 10 min.
92
9 mei 2014 | Copyright VHM
Dobbelsteenspel Je hebt nodig:
- een dobbelsteen - zandloper - blinddoek
Speelwijze:
- Verdeel de groep in tweeën. - Leg uit hoe het werkt met de dobbelsteen: Als de kinderen 1 of 4 gooien, moet één kind van de groep een woord tekenen, dat de leider op een papiertje laat zien. De overige kinderen van de groep moeten het woord raden. Voor groep 5/6 kan het tekenen zonder blinddoek, voor groep 7/8 met blinddoek om de moeilijkheidsgraad te verhogen. - Er wordt gewerkt met een zandloper; zodra de zandloper op is en de groep het juiste woord nog niet geraden heeft, mag de andere groep nog één keer raden. - Als de kinderen 2 of 5 gooien, moeten zij een quizvraag beantwoorden. - Als de kinderen 3 of 6 gooien, moet één kind uit de groep een liedje neuriën. De groep mag één keer raden welk lied het is. Als de groep het fout heeft, mag de andere groep ook één keer raden.
Opdrachten:
- 1 of 4: tekenen (met of zonder blinddoek, met zandloper). Wolk, kroon, engel, koning, hemel, doop, troon - 2 of 5: quizvraag Hoeveel dagen is Jezus nog bij de discipelen gebleven na zijn opstanding? Maak er eventueel voor groep 5/6 een meerkeuzevraag van: 30 / 40 / 50 dagen. Wat had Jezus aan zijn discipelen beloofd na zijn Hemelvaart? Waarom konden de discipelen Jezus niet meer zien? Wat gebeurde er nadat de discipelen Jezus niet meer konden zien? Wat zeiden de twee mannen tegen de discipelen? Waar zit Jezus in de hemel? Met welk beroep wordt Jezus vergeleken in Romeinen 8:34? - 3 of 6: liedje neuriën: Liedjes uit de suggesties van “Vertel het maar” als voorbeeld, aan te vullen door de leider en/of kinderen zelf. Tijdsduur: 15 min.
9 mei 2014 | Copyright VHM
93
1
94
9 mei 2014 | Copyright VHM
2
9 mei 2014 | Copyright VHM
95
2
96
9 mei 2014 | Copyright VHM
3
9 mei 2014 | Copyright VHM
97
98
9 mei 2014 | Copyright VHM
Zondag 1 juni 2014
Samen op weg Joël 2:12-20
1 juni 2014 | Copyright VHM
99
Thema: Bidden verbindt je met elkaar Doel De kinderen leren dat samen bidden niet alleen de band met God versterkt, maar ook de band met elkaar. Toelichting In de kerk zijn we gewend om samen te bidden, maar meestal verwoordt de voorganger de dank- en voorbeden namens iedereen. De gemeente kan gebedsonderwerpen aandragen bij de kerkenraad of door een gebedenboek. In sommige gemeenten kent men een gebedsgroep, waarin men samen dankt en bidt. Vaak gaat dit in de vorm van een kringgebed. Bidden versterkt de band met God, je groeit daardoor in geloof. Samen bidden versterkt ook de relatie met elkaar. Je bent vanuit je geloof gericht op je Schepper en Verlosser, maar deelt tegelijkertijd dat geloof met elkaar. Vreugde wordt zo dubbele vreugde en verdriet gedeeld verdriet. En het bidden leidt vaak tot een hoopvol en bemoedigend gesprek of tot praktische hulp aan elkaar. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: Samen bidden Wat doen de kinderen als ze moeten wachten of als ze een lange reis maken? Misschien een spelletje? Of zingen met elkaar? Of …? Neem voor de jongste kinderen Handelingen 1:12-14. Vertel hoe de volgelingen van Jezus bij elkaar waren na de Hemelvaart. In een zaal zitten ze te wachten. Ze missen Jezus natuurlijk, want ze hun leraar en leider is naar de Hemel gegaan. Maar Jezus heeft beloofd: nog even wachten en dan komt Gods Geest over jullie. Wat doen ze tijdens het wachten. Ze gaan samen danken voor de mooie tijd met Jezus en bidden of de Heilige Geest snel mag komen. Zo hebben ze samen hetzelfde doel. Ze denken aan Gods goedheid en liefde, met elkaar. Eén groep biddende mensen. Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Samen bidden om vergeving Vertel in verhaalvorm de inhoud van Joël 2:12-20. De profeet Joël mag in een moeilijke tijd aankondigen dat God redding zal brengen. De grote dag dat Hij redding brengt komt eraan. Maar is het volk Israël die redding wel waard? Ze trekken zich vaak niet veel van God aan. Daarom moeten de priesters het hele volk bij elkaar roepen. Alle mensen moeten vasten en bidden en tot God bidden om vergeving voor de dingen die ze verkeerd hebben gedaan. Niemand mag wegblijven: oude mensen en kleine kinderen niet, zelfs de bruidsparen en de baby’s moeten naar de tempel komen. En samen gaan ze bidden: ieder voor zich en samen. Dan zal God zien dat Israël Hem niet vergeten is. En God is wel zo liefdevol, dat Hij dan vergeving schenkt, de vijand zal verslaan en weer zegen zal geven aan zijn volk. Het zal weer welvarend en gelukkig zijn. Samen bidden maakt je één met God en met elkaar. Wanneer bidden wij in onze tijd samen? Thuis, in de kerk. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Samen bidden … of liever alleen Hoe denken de jongeren over samen bidden? Leg hun zo nodig eerst uit wat kringgebed is: ieder kan op zijn beurt een dankof voorbede inbrengen en uitspreken. Of voelen zij zich meer thuis bij de gewoonte dat één persoon de gebeden verwoord, ook die door anderen worden aangedragen? Vertel, eventueel in verhaalvorm, de inhoud van Joël 2:12-20 (zie hierboven bij middenbouw). Je kunt ook samen het gedeelte lezen. De meerwaarde van samen bidden is dat je niet alleen de relatie met God vernieuwt, maar tegelijk elkaar bemoedigt in het geloven. Je leert van elkaar, maar ontmoet elkaar ook van hart tot hart. Vraag ter afsluiting of de jongeren nog net zo denken over samen bidden als voor het bespreken? Wat was voor hen nieuw? Extra bijbelgedeelte: Handelingen 1:12-14 (De volgelingen van Jezus bidden samen op weg naar Pinksteren)
100
1 juni 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Algemeen De dag van de Heer komt en wie zal die dag doorstaan? Met deze vraag eindigt het voorgaande gedeelte. Nu wordt er een antwoord gegeven en een weg gewezen. Want het volk moet op weg gaan. Het is de weg van bekering en verootmoediging, van vasten en gebed. Daarbij wordt Israel gemaand: het moet niet aan de buitenkant blijven allemaal. Echte bekering gaat je niet in de koude kleren zitten. Nee, het moet komen vanuit je hart. Want als je hart open staat voor God, kun je de Heer weer zien zoals Hij is: genadig en liefdevol, geduldig en trouw… en tot vergeving bereid. De geloofsbelijdenis van Israel is hier in deze vier woorden samengevat. Op grond van dit geloof is er altijd vergeving mogelijk bij Israëls God. Maar dan moet Israël zich wel bekeren. Daarom richt de Heer zich hier zo nadrukkelijk op het hart van Israël. Want het hart is de zetel van de wil en het verstand. En ook al is het dan zo, dat God al een vonnis heeft uitgesproken, dan nog kan Hij er op terugkomen. Bij God is altijd redding mogelijk. Daarom worden de priesters opgeroepen om het volk samen te roepen. Heel Israël moet nu gaan vasten. Heel het volk moet zich reinigen. Iedereen moet deelnemen aan de gebeden, die opstijgen vanuit het heiligdom. De oude mensen, de kinderen, zelfs de zuigelingen moeten meekomen. Er kan geen enkele reden zijn waarom je hier zou verzuimen. Zelfs als je bruidegom bent, of bruid, moet je hier deelnemen aan de boete, het vasten en het gebed. Want de dag van de Heer komt en zijn toorn kan alleen bedaren als het volk zich oprecht bekeert. Maar als dat dan ook gebeurt en iedereen weer opnieuw de Heer van harte zoekt in het gewone leven, dat gedragen wordt door geloof en gebed, is daar meteen ook het uitzicht. Want de Heer ontfermt zich op grond van het gebed. Hij zal zegen bereiden. De oogsten zullen goed zijn en de spot van de volken zal verdwijnen. Ieder volk zal zien dat God Israël bevrijdt van de vijand uit het noorden. Deze vijand is voor Joël in de eerste plaats een omschrijving van de sprinkhanenplaag, waar het volk onder te lijden heeft. Deze sprinkhanenplaag doet iedere hoop op een goede oogst in rook opgaan. Maar achter deze plaag ziet Joël de hand van God, die deze sprinkhanen gestuurd heeft. Op grond van bekering en gebed laat God de vijand verdwijnen, alsof deze niet heeft bestaan. Vragen 1. Hoe kijk jij aan tegen de dag, dat de Heer zal komen? Ben je daar bang voor? Zie je ernaar uit? 2. Bidden is belangrijk, dat is wel duidelijk. Krijgt jouw gebed meer gewicht als je met meerdere mensen bidt? 3. Als je denkt aan het woord: bekering, en je denkt aan hoe jij leeft en gelooft: moet er dan iets veranderen? Wat dan? Auteur: GD
Liederen Psalm 51: 1, 5 en 6 Gezang 39 Gezang 463 Als je bidt Lees je Bijbel, bid elke dag Heer, ik kom tot U Samen in de Naam van Jezus Bidden is goed Bewaar je oog Ik buig mij voor U neer Onze Vader Opnieuw, alweer Ik wil doen wat U zegt Mijn God is zo g-o-e-d
-
Evangelische liedbundel 420 Evangelische liedbundel 459 Evangelische liedbundel 302 Evangelische liedbundel 218 Kinderliedjes deel 1 Timothëus 10 Kinderliedjes deel 1 Timothëus 9 Kinderliedjes deel 2 Timothëus 212 Evangelische liedbundel 466 Opwekkingsliederen voor kinderen 296 Opwekkingsliederen voor kinderen 247 Kom aan boord Chr. Kinderboeken
Auteur: PZ
1 juni 2014 | Copyright VHM
101
Samen bidden Inleiding Lotte en Ezra gaan op vakantie. Helemaal naar België. ‘Dat is heel erg ver,’ zucht Lotte. ‘We moeten wel drie uur in de auto.’ ‘Er zijn genoeg dingen te doen om je te vermaken.’ Mama kijkt naar Lotte. ‘Waarom neem je geen boek mee of een spelletje.’ Ezra heeft al een tasje gepakt. Er zit van alles in. Hij laat de tas aan Lotte zien. ‘Ik heb mijn auto’s en dieren. Wat neem jij mee?’ Lotte denkt diep na. ‘Mijn kleurboek en stiften en Emma.’ Emma is de pop van Lotte. Emma gaat overal mee naar toe. ‘Is iedereen naar de wc geweest?’ Papa heeft de autosleutel al in zijn handen. Lotte en Ezra knikken. ‘Goed dan kunnen we gaan.’ Lotte en Ezra lopen naar de auto. Hopelijk duurt het wachten niet te lang. Praat met de kinderen of wachten. Waarom duurt wachten zo lang? Wat doen ze tijdens het wachten? De leerlingen van Jezus wachten ook. Al een paar dagen. Wat doen zij om de tijd door te brengen?
Gebed Dank U Vader voor de Heilige Geest. Dank U voor de kracht en troost die Hij geeft. Soms voelen we ons zo alleen of verdrietig. Dank zij Uw Geest bent U altijd bij ons. U troost ons en helpt ons. Dank U wel voor uw liefde. Amen Auteur: HVM
Verhaal De leerlingen zijn bij elkaar in een huis in Jeruzalem. Jezus is naar de hemel. Ze waren er bij op de Olijfberg. Samen zagen ze hoe Hij in een wolk verdween. Terug naar de hemel. Ze missen Jezus. Hij was hun leraar en leider. Hij heeft hen zoveel geleerd. Allemaal denken ze terug aan de tijd die met Jezus hebben doorgebracht. De wonderen die ze hebben gezien. De vele gesprekken die Jezus met hen heeft gevoerd. Jezus heeft hen niet alleen achtergelaten. Hij heeft een belofte gedaan. Hij beloofde de Heilige Geest. De Heilige Geest zal hun kracht geven om de mensen over Jezus te vertellen. Dat is de opdracht die ze hebben gekregen. Maar ze hebben de Heilige Geest nog niet ontvangen. Nu wachten ze nog. De leerlingen zitten met hun handen gevouwen op een stoel. De ogen zijn dicht. Ze bidden. Ze danken voor de mooie tijd die ze met Jezus hebben gehad. Ze bedanken voor God voor zijn Zoon Jezus. De leerlingen bidden of de Heilige Geest snel komt. Samen hebben de leerlingen hetzelfde doel. Samen denken ze aan de goedheid en de liefde van God. Samen zijn ze een groep biddende mensen. Ook aan ons allemaal geeft God de Heilige Geest. De Heilige Geest helpt je als je dat nodig hebt. Vind je iets moeilijk om te doen of ben je ergens zenuwachtig voor? Je mag altijd om de hulp van de Heilige Geest bidden. God geeft de kracht van de Heilige Geest aan iedereen!
102
1 juni 2014 | Copyright VHM
Samen bidden om vergeving Inleiding De juf heeft tranen in haar ogen en ze draait haar gezicht naar het bord. Ze schraapt haar keel en hoest eventjes en dan zegt ze: ‘Jurren, neem jij de leiding, ik ga even weg.’ Juf loopt door de deur die ze voorzichtig achter zich dicht doet. Jurren staat voor de klas en weet eigenlijk niet zo goed wat hij moet doen. Ze waren vandaag wel heel erg vervelend tegen de juf. Niet alleen maar een beetje plagen, nee het lijkt vandaag toch wel echt op pesten. De klas is stil. Allemaal zijn ze onder de indruk dat juf uit de klas is weggelopen. Jurren vindt dat hij de leiding moet nemen en zegt: ‘We moeten het weer goed maken met de juf, dit mag toch niet zomaar. We zijn eigenlijk heel gemeen geweest.’ In de klas knikken verschillende kinderen. Maar hoe? Hoe kunnen ze het weer goed maken? Anna heeft een idee. ‘Laten we alles weer netjes opruimen en dan de sommen maken waar we mee bezig zijn. Zo kunnen we ook laten zien dat het ons spijt. Enne misschien kunnen we het ook op het bord schrijven en als we dan allemaal onze naam erbij zetten, weet juf dat we het menen’. Zo gezegd, zo gedaan. Hij schrijft in grote letters op het bord: Juf het spijt ons echt dat we zo vervelend zijn geweest, vergeeft u ons. Ondertussen worden alle proppen papier in de prullenbak gemikt en alle tafels weer netjes recht gezet en de stoelen erbij. Dan wordt het stil. Een voor een schrijven de kinderen hun naam op het bord en gaan dan hard aan het werk met de sommen. Na een kwartiertje of zo komt de juf weer binnen. Ze kijkt verbaasd naar de stil werkende klas en dan ziet ze het bord. Weer krijgt ze tranen in haar ogen, maar nu zijn het tranen van blijdschap. Juf loopt naar het bord en schrijft onder alle namen van de kinderen: Alles vergeven, we beginnen opnieuw.
Dat is dat ze helemaal niet mogen eten en moeten nadenken over hun eigen daden. Hij wil dat ze inzien dat hun daden verkeerd geweest zijn, en dat ze zullen beseffen wat ze gedaan hebben. Hij wil dat ze zien hoe zondig ze zijn, zo zondig dat ze daarover in tranen zullen uitbarsten. Vroeger was het de gewoonte dat als iemand heel veel verdriet ergens over had, over zijn eigen zonden bijvoorbeeld, dat die persoon zijn kleren scheurde en zo liet zien dat hij spijt had. Maar de Here God zegt nu eigenlijk dat ze niet hun kleren moeten scheuren, dat is gemakkelijk, dan kan iedereen doen, maar dat ze hun hart scheuren. Natuurlijk niet echt, maar dat de Here God kan zien dat ze er echt spijt van hebben. Want de Here God is genadig en goed, Hij heeft medelijden en Hij wil geen vreselijke dingen uitroepen over het volk. Hij wil het volk zegenen, maar dan moeten ze wel naar Hem luisteren. Daarom wordt het volk bijeengeroepen, de ouderen komen bij elkaar, alle kinderen en baby’s, ook de bruidegommen en bruiden moeten komen. De priesters en de dienaren van de Here moeten tussen de voorhal en het altaar huilen en zeggen: ‘Spaar ons alstublieft, HEER, geef onze erfenis niet weg en laat onze vijanden niet over ons kunnen spotten.’ Heel het volk bidt. Allemaal samen. Dan krijgt de Here medelijden met het volk en Hij antwoordt: ‘Ik zal u koren, druivensap en olie geven, zodat jullie kunnen eten en drinken totdat je genoeg hebt. En ik zal er voor zorgen dat jullie vijanden verdreven worden.’ Auteur: AG
Verhaal Het volk Israel leeft er gewoon op los. Ze weten dat de Here God hun wetten heeft gegeven, maar daar trekken ze zich niet zo heel veel van aan. Ach, zo nu en dan eens een offertje brengen, dan is het toch wel goed? Maar dat is niet zo. De Here God is absoluut niet blij met het volk, maar Hij houdt teveel van hen om hen aan hun lot over te laten. Daarom waarschuwt de Here God het volk. Hij laat hun weten dat ze zich moeten bekeren van hun slechte daden. Hij wil dat ze met heel hun hart weten dat ze verkeerd gedaan hebben. Daarom vraagt Hij hun te vasten.
1 juni 2014 | Copyright VHM
103
jongerenpagina
Samen bidden… of liever alleen Inleiding Veel van jullie hebben als jong kind al leren bidden. Bidden voor het eten: ‘Heer, zegen dit eten, om Jezus’ wil. Amen’ Of bidden voordat je gaat slapen, vaak met een versje: ‘Ik ga slapen, ik ben moe’. Of misschien heb jij een ander gebedje geleerd vroeger. Vertel eens…. Aan tafel wordt ook vaak gebeden. Voor het eten. Misschien doet je vader of moeder dat altijd. Of doen jullie dat thuis misschien om de beurt? Bid je wel eens hardop? En hoe gaat het op school, of op de jeugdclub? Vraagt de juf of meester aan jullie, waarvoor je wilt bidden of danken? En waar denk je dan aan? Als klein kind was het makkelijk. Je leerde de woorden van een gebedje van je vader of moeder, of misschien van opa of oma. Maar nu denk je misschien: ‘Wat moet ik eigenlijk met zo’n kinderachtig versje?’ Of misschien bid je het versje van vroeger nog wel, maar raffel je het een beetje af zonder erbij na te denken. Nu je groter wordt, is het belangrijk dat je ook zelf leert bidden. Niet alleen iets wat je uit je hoofd hebt geleerd, maar ook écht bidden: Praten met God over alle dingen die je bezig houden. Mooie dingen, fijne en gezellige dingen, maar ook dingen die pijn doen, verdrietig zijn, of waarover je boos of teleurgesteld bent. Verhaal In het stukje uit de Bijbel waarover het vandaag gaat, moet het volk Israël gaan bidden. ‘Móet?,’ zul je misschien denken… Ja, het moet. God zegt het zelf tegen zijn volk. De profeet Joël moet de woorden van God aan het volk doorgeven. Het is een moeilijke tijd in Israël. Maar God wil helpen. God wil, dat het volk laat zien dat zij Hem niet zijn vergeten. Ze moeten bij elkaar komen om te bidden. Allemaal. Echt iedereen moet bij elkaar komen, van jong tot oud. De kleinste baby en de oudste oma, iedereen moet erbij zijn. Niemand mag achterblijven. Zelfs als je die dag net je bruiloft viert, móet je komen. Wat moeten ze gaan bidden, dan? Dat is geen gemakkelijk gebed. Niet wat uit-het-hoofd-geleerde woorden. Geen woorden, die God voorzegt en het volk maar hoeft na te zeggen. Nee, iedereen moet bij elkaar komen, en dan moet iedereen, heel het volk, God bidden om vergeving voor de dingen die ze verkeerd hebben gedaan. Ze moeten zich reinigen, mogen niet eten, maar moeten God smeken om vergeving en om hulp. Da’s lastig! Gaan bidden met je eigen woorden kan al lastig zijn. Wat moet je zeggen tegen God? Hoort Hij je eigenlijk wel? Waar kun je eigenlijk allemaal om bidden en voor danken? Allemaal dingen die wij ons wel eens afvragen. Want ja, hoe moet dat nu eigenlijk, bidden? Denk je dan eens in: Met het hele volk bij elkaar komen om God vergeving te vragen voor alle dingen die je verkeerd hebt gedaan. Het gaat soms best makkelijk: ‘Heer, vergeef de verkeerde dingen van vandaag.’ Maar zou God dat bedoelen? Weet je zelf eigenlijk wel, wat je dan bedoelt? Nee, het volk Israël moet echt tegen God gaan vertellen wat ze verkeerd hebben gedaan, en daarvoor vergeving vragen. Maar waarom dan? Zal dat iets veranderen aan de situatie in het land? Het is al moeilijk genoeg, kunnen ze die tijd niet beter gebruiken om er nog het beste van te maken? Nee, lees maar mee, in Joël 2 vers 18: ‘Dan zal de Heer het opnemen voor zijn land en zich ontfermen over zijn volk.’ 104
God geeft zelfs antwoord: ‘Ik zal jullie weer overvloedig voorzien van koren, wijn en olie.’ En: ‘Ik zal jullie bevrijden van de vijand.’ Zien jullie dat? God vraagt iets van zijn volk. Ze moeten bij elkaar komen, niemand uitgezonderd. Ze moeten loslaten waar ze mee bezig waren, en allemaal naar de tempel komen. Daar moeten ze tot Hem bidden. Maar als ze dat doen, dan zal God ook iets doen: Hij zal weer rust en voorspoed geven in het land! Ja, zul je misschien denken, in de Bijbel ging dat inderdaad zo. Het volk vergat God, leidde een zondig leven, dan kwam er weer een profeet, het volk kreeg spijt en ging bidden, en God zegende hen weer. Maar zo gaat het toch nu niet meer? Ik kan zoveel bidden, maar helpt het wel? Lees dan eens mee in een ander stukje uit de Bijbel. Jakobus, hoofdstuk 5 vers 16: ‘Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.’ Zie je wat daar staat? Jakobus schrijft aan een groep christenen, een gemeente zoals wij misschien. Hij roept hen op om bij elkaar te komen, er te zijn voor elkaar. En niet alleen voor de leuke dingen. Nee zeg, ‘beken elkaar uw zonden’. Dat is nogal wat. Moet je tegen elkaar gaan vertellen wat je allemaal verkeerd doet? Dat houd je toch veel liever voor jezelf? Maar toch staat het er. En er staat meer: Het gebed is krachtig! Het is niet zomaar iets, geen lege woorden. Nee, als je bidt, gaat God met jouw woorden aan het werk. En hoe doe je dat nu? Natuurlijk kun je alleen bidden, ’s morgens als je opstaat kun je met God praten over de dingen van de komende dag. Of ’s avonds, vertel God maar alles van die dag, dank Hem voor wat goed ging, en bid voor de dingen die minder goed gingen. Maar toch lees je in de Bijbel op heel veel plaatsen ook dat het belangrijk is om bij elkaar te komen en samen te bidden. Je kunt dan voor elkaar bidden. Je kunt met anderen jouw fijne dingen delen, en daar samen blij om zijn. Maar ook de verdrietige en moeilijke dingen kun je delen, zodat anderen jou daarmee kunnen helpen en voor je kunnen bidden. Zó ben je er ook voor elkaar in een kerk, in een gemeente, of op de club of de kinderkerk. Zullen we het eens proberen? Vertel allemaal maar iets van jezelf, uit jouw eigen leven, waarvoor we met elkaar kunnen bidden of danken. Of bid allemaal om de beurt iets, en breng zo samen al jullie gedachten bij God in één gebed. Misschien vind je het fijn om thuis met elkaar te bidden, met je ouders en misschien broertjes en zusjes. Maar vergeet het nooit, want God heeft het zelf gezegd: Het gebed is krachtig! Het is niet niets, het is spreken met God, en Hij hoort je! Auteur: MvdB
1 juni 2014 | Copyright VHM
Verwerkingen
Samen bidden Je hebt nodig:
Werkwijze:
- Voor elk kind een kopie van werkblad 1 - Kleurmaterialen in bruin, blauw en rood - Kleur de plaat volgens de aanwijzingen. Dan komen tevoorschijn: een hart (God), een kruis (Jezus) en een duif (Heilige Geest). Tijdsduur: 5-10 min.
Handen samen Bij het bidden doen veel mensen hun handen samen, maar als je je handen in die van een ander legt bid je samen met je handen samen. Je hebt nodig:
- Voor elk kind een lange strook papier (bijv. een A4 in de lengte doorgesneden) - Een malletje (van karton, door de leiding gemaakt) van een eenvoudig poppetje. Maak bijv. gebruik van de vorm op http://kids.flevoland.to/ knutselen/slingers-papier.shtml - Potloden - Scharen - Eventueel teken- en kleurmaterialen
Werkwijze:
- Vouw de strook papier in een harmonica. Zorg dat de breedte van de mal precies op de breedte van de gevouwen strook past. - Leg de mal op de gevouwen strook. Trek het poppetje om met potlood; voor de allerkleinsten is het fijn als de leiding helpt. - Knip uit door alle lagen van het papier. - Vouw het geheel uit en teken en kleur eventueel gezichtjes, haar en kleding. - Je kunt ervoor kiezen om de slingers van de kinderen aan elkaar vast te maken, totdat een grote lange slinger ontstaat. Je kunt er ook voor kiezen om per kind een ‘kring’ te maken van de poppetjes, door de hand van het eerste poppetje vast te maken aan die van het laatste poppetje. Tijdsduur: 10 min.
Bidden bindt samen Vandaag gaat het weer over bidden. Bidden versterkt de band met God, maar ook met elkaar. Speelwijze:
- De kinderen en leiding vormen een kring door elkaar een hand te geven. Eén van hen is de leider. Als er een kring is gemaakt, zegt de (spel) leider: "Maak de kring kleiner". Onmiddellijk gaan alle kinderen naar voren en gaan dicht tegen elkaar aan staan om de kring zo klein mogelijk te maken. Dan zegt de leid(st)er: "Maak de kring groter”. De spelers gaan dan zo ver mogelijk uit elkaar staan, maar zonder elkaars handen los te laten. De spelleider geeft allerlei opdrachten die de spelers moeten opvolgen, zoals: "De kring wordt lager, springt, draait…" - Praat met de kinderen na, over wat ze gedaan hebben en hoe ze dat ervaren hebben. Begrijpen ze wat dat met bidden te maken heeft, en met het samenbinden tussen de bidders onderling en met God? Tijdsduur: 10-15 min.
Samen bidden Maak voor elk kind een kopie van werkblad 2. Oplossingen:
- Spreekwolkjes: Samen om vergeving bidden. - In de cirkel: Samen bidden versterkt de band met God en met elkaar. Tijdsduur: 10 min.
1 juni 2014 | Copyright VHM
105
Zonden belijden Werkwijze:
- Vandaag gaat het over 'samen bidden om vergeving'. - De mensen moeten vasten en bidden en vragen om vergeving over de verkeerde dingen die ze hebben gedaan. We gaan met elkaar dingen opnoemen waar we vergeving voor nodig hebben. Als we zeggen 'zonden', dan is het de bedoeling dat we concreet zijn en proberen uit te vinden voor wat dan precies. - De leid(st)er begint. Dit kan bijv. zijn, de gedachte dat hij/zij wel alleen de kinderdienst kon leiden. - Vervolgens komen alle kinderen aan de beurt. Als ze niet durven, niet pushen. - Voorbeelden kunnen zijn: Schelden, net doen of je iemand niet ziet, een vriendje niet mee laten spelen, net niet de hele waarheid vertellen, op een onaardige toon praten tegen iemand, pesten, protesteren thuis als je iets voor je vader/moeder moet doen. - Zorg dat dit gesprek alleen in een veilige sfeer plaatsvindt en dat de kinderen vooraf beloven dat het ‘onder ons’ blijft en dus niet achteraf gaan rondvertellen wat ze gehoord hebben. Tijdsduur: 10 min.
Hand in hand Je hebt nodig:
Werkwijze:
- Zelfhardende klei, of evt. keukenovenklei (zoals Fimo). Houd er dan wel rekening mee, dat dit gebakken moet worden - Eventueel schildermateriaal - Kneed de klei goed om scheuren na het drogen te voorkomen. - Boetseer twee of meer poppetjes (niet te groot, ongeveer 7 cm. is voldoende) en maak ze zó dat ze elkaars handen vast houden. - Schilder of vernis het geheel eventueel. - Als je keukenovenklei gebruikt, geef dan een instructie mee om het thuis af te maken. - Vraag de kinderen: voor welke dingen zouden deze poppetjes bidden? Zijn er zaken waar vergeving voor nodig is? - Sommige kinderen durven niet in de grote groep te vertellen dat er zaken zijn, waarvoor zijzelf vergeving nodig hebben, maar kunnen wel aangeven waar zo’n poppetje om zou bidden. - Bid het gebed samen met de kinderen. Tijdsduur: 15 min.
Samen bidden Maak voor elk kind een kopie van werkblad 3. Oplossingen:
- Paardensprong: Verhoren, vergeven, voorbede - Letterwirwar oneven: God hoort ons gebed - Letterwirwar even: Samen bidden versterkt de onderlinge band. Tijdsduur: 10-15 min.
106
1 juni 2014 | Copyright VHM
1
1 juni 2014 | Copyright VHM
107
2 Joël 2:12-20
Welke zin kun je hiervan maken?
..
Wat staat er in de letters van de cirkel? Kleur alle letters, behalve de letters y en u. Samen bidden met:
Schrijf in de rand van de cirkel met wie je samen kunt bidden of waar je dat doet, bijvoorbeeld: in de kerk of aan tafel bij het eten, weet je er nog meer?
Wat bidden we:
Schrijf in de middelste cirkel wat we samen kunnen bidden, bijvoorbeeld: om God te eren, danken, om vergeving te vragen, weet je er nog meer?
Samen bidden met:
Wat bidden we:
108
1 juni 2014 | Copyright VHM
3
Joël 2:12-20
Paardensprong
Bij een paardensprongpuzzel begin je met de omcirkelde letter. Dit is de eerste letter van de oplossing. Dan maak je een paardensprong. Dit kan zijn 2 vakjes opzij en 1 naar beneden, of 1 opzij en 2 naar beneden, of 1 naar boven en 2 opzij
Zo kom je elke keer bij de volgende letter van de oplossing. De eerste paardensprong is een voorbeeld. Bij de tweede paardensprong beginnen we gemakkelijk door alle sprongen te maken in de richting van de wijzers van de klok. Bij de derde paardensprong kunnen de sprongen alle kanten op zijn. Succes!
V
H
R R
N
E
V
E
V
O
R
G
N
E
V
E
R
E
D
E
O E
O
B
Oplossing:
Oplossing:
Oplossing:
VERHOREN
_____________________
________________________
Letterwirwar In dit letterveld staan twee korte zinnen. Schrijf alle letters uit de vakjes met een oneven nummer achter elkaar. Begin in het vakje met de 1, daarna 3 enzovoort. Doe hetzelfde met de letters uit de vakjes met een even nummer. Oneven: _________________________________________________________________________________________________ Even: _________________________________________________________________________________________________
11
32
46
66
21
31
10
42
1
38
12
72
29
5
56
70
15
2
44
17
14
4
54
8
3
50
64
22
28
48
25
7
60
18
19
24
34
58
68
23
6
9
30
16
40
62
52
13
36
20
27
26
1 juni 2014 | Copyright VHM
109
110
1 juni 2014 | Copyright VHM
Zondag 8 juni 2014
God wijst de weg Handelingen 2:1-13
8 juni 2014 | Copyright VHM
111
Thema: God werkt door zijn Geest Doel De kinderen ontdekken door de komst van de Heilige Geest de gemeente kon gaan functioneren. Toelichting De Heilige Geest was de mensen al eeuwen lang beloofd. De profeten hadden al over hem gesproken. De profeet Joël was daar een voorbeeld van. Na de Hemelvaart van Jezus was dat verlangen weer opnieuw leven in geblazen. Jezus had zelf bij zijn aardse leven meer malen over de komst van die Geest gesproken. Als Hij wegging zou de Geest komen en de mens vervullen. En dan is het op Pinksteren zover. Hij komt met het geluid van een windvlaag. Hij komt als een tong van vuur op het hoofd. Er was naar hem uitgekeken. Toch wist geen discipel wat hij precies verwachten moest. En toch was bij zijn komst direct duidelijk dat de Geest dit was en deze dingen deed…Iedereen kon in zijn of haar eigen taal Gods woorden horen. Velen kwamen tot geloof en lieten zich dopen. Met de komst van de Geest ging het werk van Christus door en ontstond de (biddende) gemeente, die Gods Koninkrijk verwacht. Titel van het ONDERBOUW-verhaal: Het feest van Gods Geest Richtlijnen: Uitleggen wat en wie de Heilige Geest is, blijft moeilijk. Zeker voor de jongere kinderen. Terwijl het een feest is! Laten we daar het accent op leggen. Het is en feest wanneer de Heilige Geest komt…de discipelen hebben er naar uitgekeken. Jezus had het immers beloofd. Als Ik naar mijn Vader terug ga, komt de Heilige Geest. En dan is het net of Ik er toch weer ben. Het wordt een feest als het zover is. Petrus raakt niet uitgesproken. De mensen willen maar blijven luisteren. En velen laten zich dopen! Samen vormen zij een kerk Wat een feest! Titel van het MIDDENBOUW-verhaal: Jezus werkt door de Geest! Richtlijnen: De discipelen wisten niet direct wat zij zich met de komst van de Heilige Geest moesten voorstellen. Die was hen beloofd. Maar wanneer was het dan zover? Ze misten de Here Jezus zelf. Was Hij er nog maar! En dan is het zover…het wordt Pinksteren. Dat is een oogstfeest. Op die dag wordt de Heilige Geest uitgestort op de aarde en in hun harten. En als dat gebeurt, weten en voelen ze het. Dit is het, Jezus’ werk gaat door! Het voelt ook niet vreemd of onbekend. Het voelt alsof Jezus zelf weer bij hen is. Het is zijn Geest die werkt! Nu weten ze zeker dat alles dat Jezus voor de toekomst beloofde waar is… Gods Koninkrijk komt. Daarom danken en bidden we in Gods gemeente. Titel van het BOVENBOUW-verhaal: Gods Geest is er! Richtlijnen: De discipelen hebben moeten wachten op wat hun beloofd was. Jezus had gezegd dat de Heilige Geest kwam. Maar tien dagen wachten op iets waar je eigenlijk geen voorstelling van kan maken…Het duurt lang. Maar dan is het zover. Eindelijk de Heilige Geest! En met de komst van die Geest is het voor hen ook duidelijk wie en wat Hij is. Een kracht die in je woont. Die je terug doet denken aan de tijd van Jezus. Die je samen maakt tot kerk van Christus. De Geest geeft je geloof en moed voor vandaag. De Geest geeft ons woorden om te bidden. Om dankbaar terug te kijken en hoopvol vooruit te zien. Extra bijbelgedeelte: Openbaring 21:1-7 (De kerk is het resultaat van het werk van Christus en verwacht Gods volmaakte Koninkrijk.)
112
8 juni 2014 | Copyright VHM
Achtergrondinformatie Algemeen Op de vijftigste dag na Pesach, feest van de bevrijding uit Egypte, viert Israël het Wekenfeest. Op dit feest, dat een oogstfeest is, viert het volk van God, dat het de Tien Geboden heeft gekregen. Via deze geboden wijst de Heer zijn volk de weg. Het is een weg, die begint met de bevrijding van het volk uit de slavernij. Het is ook een weg, die bewandeld moet worden in gehoorzaamheid aan God. Anders zal het volk opnieuw op een spoor belanden dat uiteindelijk doodloopt. Op de vijftigste dag na Pasen, feest van de Opstanding van Jezus Christus, viert de kerk Pinksteren, feest van de uitstorting van de heilige Geest. Je zou kunnen zeggen, dat wat God gezaaid heeft in zijn Zoon, nu tot volle rijping is gekomen: de Geest van God is de vrucht en Israël en de volken zijn de oogst. Door de Geest komen immers de volken in het vizier. De bevrijding van Israël uit Egypte, de komst van Jezus onze Verlosser, en de uitstorting van Gods Geest staan zo op één lijn, met als enig doel: de redding van wat verloren was. Vol van deze belofte van redding en bevrijding heeft het volk van God in het Oude Testament uitgezien naar de tijd dat het woord van God tot vervulling zou komen. Deze tijd van verwachting maakt op Pinksteren plaats voor de tijd van vervulling. In het Nieuwe Testament worden wij er getuige van gemaakt, dat God zijn woord vervult. Want de Geest vult hier de tijd – mensen hoeven niet meer te wachten op zijn komst. De Geest vult het huis – waar de discipelen van Jezus zich bevinden. En de Geest vult het hart – de discipelen worden zo vervuld, dat zij beginnen te verkondigen, in vreemde talen, zoals het hun door de Geest wordt ingegeven. En de volken? In de pelgrims, die vanuit al die verschillende landen en volken naar Jeruzalem getrokken zijn, ontmoet de kerk de hele wereld. En het wonder is hier, dat die hele wereld de kerk verstaat! Dat kan alleen maar, waar de discipelen zo vol zijn van Gods Geest, dat zij niet anders kunnen en willen dan getuigen van Gods grote daden. Zo wijst God hier de weg, voor de volken, voor Israël en de kerk. Door de uitstorting van zijn Geest leert Hij ons geloven, hopen en liefhebben door zijn kracht. En ja, we kunnen wegkijken, spottend, en proberen het werk van God belachelijk te maken. Ondertussen gaat het werk van de drie-enige God wel door. Alleen al daarom is het wijs om je af te vragen: wat heeft dit toch te betekenen? Vragen 1. Wat heeft geloven te maken met gehoorzamen? Wie moet je gehoorzamen, God? En hoe doe je dat dan? Wijst Hij jou de weg? Hoe? 2. Heb je zelf wel eens kunnen of moeten getuigen van je geloof? Was dat makkelijk of moeilijk voor je? 3. Is de kerkelijke gemeente waar jij lid van bent meer bezig met geloofsopbouw voor de eigen gemeenteleden of met het benaderen van anderen om hen bij Jezus te brengen? Wat vind je daarvan? Auteur: GD
Liederen Psalm 133 Gezang 247 Gezang 249 Een rivier vol van vrede ’t Is feest vandaag Vul mij met uw Geest Vuur uit de hemel De discipelen zaten tezamen bijeen Vlammetjes O Heil’ge Geest Geest van God Trek de wereld in Is je deur nog op slot? Je mag er zijn Hij heeft je niet alleen gelaten Een duif In vuur en vlam
-
Evangelische liedbundel429 Alles wordt nieuw- Hanna Lam en Wim ter Burg deel 1: 28 Opwekkingsliederen voor kinderen 98 Kinderliedjes deel 2 Timothëus 269 Kinderliedjes deel 1 Timothëus 19 Opwekkingsliederen voor kinderen 57 Liedjes voor de kinderen deel 3 Elly en Rikkert Zuiderveld 227 Opwekkingsliederen voor kinderen 206 Opwekkingsliederen voor kinderen 238 Opwekkingsliederen voor kinderen 4 Opwekkingsliederen voor kinderen 180 Opwekkingsliederen voor kinderen 49 c.d. Pzzzalmen 4 kidzzz Kinderkoor “De Bromvlieg” Liedjes voor de kinderen deel 3 Elly en Rikkert Zuiderveld
Auteur: PZ
8 juni 2014 | Copyright VHM
113
Het feest van Gods Geest De leerlingen van Jezus zitten bij elkaar in Jeruzalem. Drie jaar zijn ze met Jezus rondgetrokken. In die jaren heeft Jezus over God verteld. Over zijn Wet en wat God bedoelde. Hij heeft wonderen gedaan en mensen geholpen. Dat was zo fijn! Met Pasen is Jezus gestorven aan het kruis. Wat waren de leerlingen verdrietig. Ze begrepen er niets van... Maar Jezus stond ook weer op! Ze begrijpen nu waarom Jezus moest sterven. Jezus had het vaak uitgelegd, maar nu begrijpen ze het echt. Alleen vinden de leerlingen het wel moeilijk dat Jezus nu naar de hemel is. Wie legt hun nu uit wat God bedoelt? Jezus heeft beloofd dat de Heilige Geest zou komen, in zijn plaats. Dus nu zitten ze in Jeruzalem, te wachten... Wanneer zal deze Heilige Geest komen?
Deze mensen vormen samen de eerste kerk. Nee, Jezus is niet meer hier op aarde om te vertellen wat er in de Bijbel staat. Hij woont nu in de hemel. Maar de Heilige Geest is hier wel! Heel dicht bij ons. Hij woont in ons. Hij helpt je bij het bidden, bij het bijbellezen, bij alle moeilijke dingen. Ook al denk je zelf: ik kan dat niet, dat is te moeilijk. Denk dan maar eens aan de leerlingen. Zij hadden niemand om uit de Bijbel te vertellen. En nu vertellen ze opeens andere mensen uit de Bijbel. Omdat de Heilige Geest hen daarbij hielp. God laat je niet alleen. Zijn Heilige Geest is bij je! Elke dag! Wat een feest! Auteur: AB
En dan, plotseling, gebeurt het! Het klinkt alsof het in het huis heel hard waait. En het lijkt wel of iedereen vlammen boven zijn en haar hoofd heeft. Maar weet je wat het mooiste is? Alle leerlingen vertellen over God. En niet wat ze zelf hebben bedacht, nee, de Heilige Geest vertelt het hun. Niet hardop, maar van binnen. De Heilige Geest komt in de mensen wonen om ze te helpen. Hij helpt hen om Gods Woord te begrijpen. Wat een feest! Iedereen moet dit horen! De leerlingen gaan naar buiten en vertellen over Jezus. Ze vertellen het goede nieuws. Maar tot hun verbazing spreken ze allemaal in een andere taal! Hoe kan dat nu? Ze kennen die andere talen helemaal niet. Dat doet de Heilige Geest! Zo kan iedereen horen over Jezus! De profeet Joël had al heel lang geleden gezegd dat dit zou gebeuren. Wat bijzonder! De mensen luisteren vol verbazing naar de leerlingen. Sommige mensen geloven het niet... Gelukkig komen veel mensen tot geloof. Ze laten zich dopen. Zo wordt het feest nog groter!
114
8 juni 2014 | Copyright VHM
Jezus werkt door de Geest! Het is al weer tien dagen geleden. Tien dagen geleden dat Jezus naar de hemel is opgestegen. Vlak voordat Jezus naar de hemel ging beloofde Hij dat de Heilige Geest zou komen. Vandaag zitten alle discipelen weer bij elkaar. Het is vandaag een feestdag: Pinksteren, een oogstfeest. Mensen uit allerlei plaatsen zijn naar Jeruzalem gekomen om in de tempel te danken voor de goede oogst. Buiten heerst er een drukke en vrolijke stemming. De discipelen zitten binnen en praten met elkaar. Ze missen Jezus. Was Hij nog maar gewoon hier. Dan kon Hij verhalen vertellen. We hebben Hem nodig om te vertellen wat we moeten doen en hoe we dit moeten doen. We kunnen niet zonder Hem leven, denken ze. Hoe lang moeten ze nog wachten voordat zijn belofte uitkomt? Terwijl de twaalf discipelen hierover praten gebeurt er iets opmerkelijks. Het huis wordt ineens gevuld met een stormachtig geluid. Alsof er een keiharde wind door het huis waait. Ook lijkt er een vuur te ontstaan. En de vlammen uit het vuur dalen op de discipelen neer. Wat er dan gebeurt is nog wel het bijzonderste. De discipelen beginnen te praten. Ieder in zijn eigen taal. Er komen steeds meer mensen op af die horen dat er iets bijzonders gebeurt in het huis. De mensen, die zelf allemaal andere talen dan Hebreeuws en Aramees spreken, kunnen de discipelen allemaal verstaan. Iedereen verstaat wat de discipelen vertellen over God en over Jezus.
8 juni 2014 | Copyright VHM
Dit is het dus. Nu is het moment geweest. De discipelen hebben de Heilige Geest ontvangen. Wat Jezus hun beloofd heeft, is nu gebeurd. De discipelen kunnen vanaf nu iedereen op de wereld vertellen over God en over Jezus. Ze kunnen mensen helpen en samenkomen om te danken en te bidden. De discipelen kennen nu de weg die ze moeten gaan en de weg die alle anderen mensen zullen moeten gaan. De groep mensen die naar de discipelen komt luisteren wordt elke week groter. Steeds meer mensen zijn nieuwsgierig en willen luisteren naar het Woord van God. Zo ontstaat de eerste echte christelijke gemeente, mensen die samenkomen en alles delen met elkaar. En omdat er mensen van over heel de wereld komen, kan het goede nieuws over Jezus nu overal verteld worden. Ook bij ons in de kerk. Ook hier zijn jonge en oude mensen blij dat ze Jezus kennen. Ze lezen samen in de Bijbel. Ze danken God voor de mooie dingen die ze krijgen. En ze bidden God of Hij zieke en arme mensen wil helpen. Maar ook of Hij geduld wil hebben met ons, als we dingen verkeerd doen. En in de kerk proberen we elkaar te helpen. Niet alleen met woorden, maar ook met daden. In al die dingen draait het om de Here Jezus. Hij is de belangrijkste in ons leven. Dat zegt Gods Geest iedere dag tegen ons. Auteur: RV
115
Gods Geest is er! Inleiding Vandaag wordt in alle kerken het Pinksterfeest gevierd. Voor veel mensen een beetje een lastig feest. Kerst, daarvan kennen de meeste mensen nog wel de betekenis. Vraag het aan een willekeurige voorbijganger, en de meesten weten nog wel iets over een baby en een stal… Pasen wordt al lastiger. Jezus staat op uit de dood. Voor veel mensen moeilijk te geloven. En dan Pinksteren. Met Pinksteren denken we eraan dat God de Heilige Geest aan de mensen heeft gegeven. Maar wat is nu de Heilige Geest? Je ziet ‘m niet, hoort ‘m niet, bestaat hij eigenlijk wel? Jazeker! Dat wordt duidelijk als we terug gaan naar het allereerste Pinksterfeest. Ga je mee? Verhaal Alle discipelen van Jezus zijn bij elkaar in Jeruzalem. Stil zitten ze om de tafel. Ze kijken elkaar aan. Wat is er veel gebeurd in de afgelopen weken. Ineens begon Jezus over lijden en sterven te praten. Niet lang daarna werd Hij gevangengenomen, terechtgesteld en gedood aan het kruis. Vreselijk… Verraden door een van hen, Judas. Wat waren ze ontredderd. Jezus, van wie zij dachten dat Hij hen zou verlossen van de Romeinen… Jezus, die zoveel wonderen deed, was zomaar ineens dood. Weg. Er was geen wonder gebeurd om Hem te redden. Hoe moest het verder met hun leven? Maar toen was het Paasfeest gekomen. Op die dag stond Jezus op uit de dood. Ze konden het haast niet geloven. De vrouwen, die beweerden dat ze Jezus hadden gezien… Het zou wel waar zijn. Maar toen, die avond, was Hij zomaar ineens bij hen gekomen. Hij leeft! Even hadden ze gedacht dat alles weer net als vroeger zou worden. Maar alles was anders. Jezus had de dood overwonnen, en zou naar zijn Vader in de hemel terug gaan. Opnieuw waren de discipelen alleen achtergebleven, op die wonderlijke dag dat Jezus naar de hemel was gegaan. Maar voordat Jezus opsteeg naar de hemel had Hij iets tegen hen gezegd: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten. De Heilige Geest zal over jullie komen, en jullie zullen kracht ontvangen en van Mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’ Een moeilijke belofte. Wat bedoelde Jezus precies met die Heilige Geest? En hoe zouden ze dan gaan getuigen, nog wel over heel de aarde… De discipelen begrijpen het niet goed. Wat wel duidelijk is, is de opdracht van Jezus: Ga niet weg uit Jeruzalem. Daar zitten ze dan. Wat doen ze? Ze wachten op wat komen gaat. Het is feest in Jeruzalem. Pinksterfeest. Het is een oogstfeest, een groot Joods feest waarvoor veel Joden van ver naar Jeruzalem komen. De discipelen zien en horen de drukte. Ze zuchten. Moeten ze het feest gaan meevieren? Of moeten ze afwachten, en bidden om Gods belofte? Maar dan… Wat is dat? De discipelen kijken elkaar aan. Horen jullie dat ook? Ja, allemaal horen ze dat geluid, alsof er een stevige windvlaag door het huis gaat. Maar het waait helemaal niet, het is stralend weer… En… Petrus kijkt Jakobus aan. Wat is dát? ‘Jakobus, wat heb je daar op je hoofd? Het lijkt wel vuur!’ Jakobus kijkt Petrus vreemd aan. Want precies wat Petrus daar zegt, ziet hij ook op Petrus’ hoofd. En niet alleen bij Petrus, maar ook bij alle anderen. Dan kunnen de discipelen zich niet meer inhouden. Alsof iemand hen naar buiten stuurt. Ze kunnen niet in het huis blijven, maar willen maar één ding: naar buiten, naar al die feestende mensen toe, om hun het goede nieuws van Jezus
116
te vertellen! De discipelen, allemaal, beginnen te vertellen. Ze kunnen niet meer ophouden. Iedereen moet het weten! Er is een kracht in hen gekomen, die hen bijna vooruit jaagt, om de mensen over Jezus te vertellen. Maar dat niet alleen. Als ze beginnen te praten, kunnen alle mensen in Jeruzalem hen verstaan. En dat, terwijl er zoveel buitenlandse Joden zijn, die inmiddels helemaal geen Hebreeuws meer kennen. Iedereen hoort de discipelen in zijn eigen taal spreken, zodat de boodschap van Jezus voor iedereen te begrijpen is! Bijzonder hè? Zie je, wat hier eigenlijk gebeurt? De Heilige Geest zorgt ervoor dat de discipelen in die vreemde talen kunnen spreken. De Heilige Geest zorgt er dus voor, dat iedereen de boodschap kan horen en begrijpen. De Heilige Geest maakt hen allemaal één, ze zijn samen rondom Jezus. De discipelen konden dit niet uit zichzelf. De meesten van hen waren maar vissers, geen mensen die veel talen hadden geleerd. En van zichzelf hadden ze het misschien ook niet gedurfd, bang als ze waren voor de Joodse leiders, die Jezus gevangen hadden genomen. Maar op dat moment komt de Heilige Geest in hen, die kracht geeft en geloof, moed en kennis! De Heilige Geest… Je ziet ‘m niet, hoort ‘m niet, bestaat hij eigenlijk wel? De discipelen weten het nu: Ja! Hij bestaat! En Hij doet bijzondere dingen in mensen! Zie jij ‘m? Hoor jij ‘m? Als je met heel veel mensen samen, allerlei verschillende mensen, een mooi lied zingt voor God? Als je misschien heel verdrietig bent, maar je je ineens, ‘zomaar’, een stuk beter voelt omdat je heel zeker weet dat je niet alleen bent? De discipelen kunnen er niet meer omheen. Gods Geest is er. En met de kracht van deze Geest kunnen ze de opdracht van Jezus uitvoeren: van Hem getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde. Aan het werk! Vanaf het moment dat Gods Geest is gekomen, is de kerk gaan groeien. Eerst namen al die buitenlandse Joden dat wonderlijke verhaal mee naar huis, naar het land waar ze woonden. Later gaan de discipelen op pad. Denk maar aan Paulus, die verre reizen maakte om zoveel mogelijk mensen over God te vertellen. Kerst – Pasen – Pinksteren. Doordat het Kerst is geweest, kan het ook Pinksteren worden. Maar waarom moest dit nu allemaal zo gebeuren? Lees je nog even mee? We pakken de bijbel, en lezen in het allerlaatste boek van de bijbel. Openbaring 21: Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Hierom moest dit allemaal gebeuren! Zodat de weg vrij is tussen God en mensen, zodat de kerk zal groeien door de Heilige Geest, en heel veel mensen Jezus leren kennen. Zodat God op een dag alles nieuw kan maken, een nieuwe aarde, waarop alles goed zal zijn! Auteur: MvdB
8 juni 2014 | Copyright VHM
Verwerkingen
Het feest van Gods Geest Met Pinksteren is het feest, dat mogen we vieren. In deze verwerking maken we een slinger voor het feest. Je hebt nodig:
-
Voor elk kind een kopie van werkblad 1 op stevig papier Kleurmaterialen Scharen Lijm Naald en draad
Werkwijze:
- Kleur alle onderdelen mooi in. Knip de drie plaatjes en de acht stroken uit op de dikke lijn. - Maak van een strook een ring: plak de uiteinden op elkaar. - Steek de volgende strook door de ring en maak van deze strook ook een ring. Maak zo een slinger van 8 ringen. - Maak met naald en draad de drie plaatjes vast aan de slinger, zodat deze er onderaan bungelen. - Nu kun je de pinksterslinger ophangen. Tijdsduur: 10-15 min.
Met vallen en opstaan Vandaag gaat het over de Heilige Geest. In een kort gesprekje licht de leiding toe Wie de Heilige Geest is. De discipelen wachtten samen, biddend, op de komst van de Heilige Geest. Saamhorig. Het wordt feest als de Heilige Geest komt! Speelwijze:
- In het spel wat we gaan spelen zullen we ontdekken dat het fijn is om met elkaar het spel te spelen en zullen ongetwijfeld ons lachen niet in kunnen houden. Feest! Het gaat als volgt: De kinderen gaan in de kring staan. De leid(st)er is als eerste de spelleider. Hij/zij geeft hardop opdrachten, bijv. "Leg je handen op je hoofd". Alle kinderen moeten de opdrachten uitvoeren, terwijl ze op letten dat de kring intact blijft. Zolang de spelleider geen nieuwe opdrachten geeft, is het verboden te bewegen. De opdrachten worden steeds moeilijker, tot de houdingen uiteindelijk te moeilijk worden en de kring 'omvalt'. De kinderen zullen onvermijdelijk in lachen uitbarsten als de kring omvalt. Op dat moment wordt een nieuwe spelleider gekozen en begint het van voren af aan. Op deze manier ervaren de kinderen dat de Heilige Geest een stuk vrolijkheid, feest, blijheid kan geven. Daarin blijft het wel belangrijk om goed te luisteren wat God van je vraagt. Dan is er ruimte voor feest, zelfs al leid je je leven met vallen en opstaan. Tijdsduur: 10 min.
8 juni 2014 | Copyright VHM
117
Een vlam als van vuur Toen de Heilige Geest kwam, zagen mensen een vlam als van vuur op de hoofden van de discipelen. Je hebt nodig:
-
Voor elk kind crêpepapier: rood 21x21 cm., oranje 18x18 cm., geel 12x12 cm. Voor elk kind een stuk zwart karton ca. 10x20 cm. plakband lijm scharen
Werkwijze:
- Rol het zwarte karton zo dat er een smalle pijl/patatzakje ontstaat, dus niet te breed aan de bovenkant, dit is het handvat. Plak deze vast en vouw binnenin de toorts een stukje papier terug naar binnen zodat de vlam daar straks aan vast gemaakt kan worden. Leg de crêpepapier vierkanten nu op elkaar van klein naar groot (de kleinste ligt dus onderop). Je kunt hier een klein druppeltje lijm op doen in het midden. - Pak ze alle drie tegelijk in het midden op en draai ze in een punt en doe hier een plakbandje omheen. Deze vlam kun je met plakband vastmaken aan het dwarse stukje papier in de toorts. De vlam kun je nog een beetje ‘schikken’. - Voor de jongste groepen is dit misschien wel een beetje moeilijk maar als u wat voorwerk doet lukt het waarschijnlijk wel. - De toorts kan versierd worden met bijv. een duif als het symbool van de Heilige Geest (plaatjes zijn te vinden op internet). Tijdsduur: 15-20 cm.
De komst van de Heilige Geest Vandaag gaat het over de komst van de Heilige Geest. De discipelen wachtten hierop door samen bij elkaar te zijn en te bidden en te danken. Je hebt nodig:
- woordkaartjes, met woorden die te maken hebben met de Heilige Geest (zie hieronder)
Speelwijze:
- De leiding vraagt de kinderen zoveel mogelijk woorden te bedenken die te maken hebben met de (komst) van de Heilige Geest. Bijvoorbeeld: bidden, samen, elkaar, danken, vergeving, verwachting, troosten, zorgen, enz. - Vervolgens vertelt de leiding dat er in de zaal/ruimte waar ze zich bevinden woordkaartjes verstopt liggen. De woordjes die op de kaartjes staan, zullen waarschijnlijk overeenkomen met wat de kinderen net opgenoemd hebben. - Het is de bedoeling dat de kinderen samen, met elkaar de woordkaartjes gaan zoeken. Vooraf moet duidelijk zijn hoeveel er verstopt liggen. - Het gaat in deze activiteit om de manier waarop dit gebeurt. Zijn de kinderen als groep bezig, is er aandacht, zorg voor elkaar? Praat met elkaar ook na over dat proces. - Uiteindelijk is het ook de bedoeling dat alle woordkaartjes gevonden worden. Tijdsduur: 10-15 min.
118
8 juni 2014 | Copyright VHM
Pennenbakje We maken een pennenbakje voor op je bureau. Zo kun je het verhaal van vandaag goed onthouden. Je hebt nodig:
- voor elk kind een kopie van werkblad 2 (2 pagina’s) op stevig (gekleurd) papier - scharen - lijm - evt. kleurmaterialen
Werkwijze:
- Kleur de plaatjes op beide bladen. Knip beide delen uit langs de buitenste zwarte lijnen. Knip ook de lijntjes in, waar dat staat aangegeven. - Rits de vouwlijnen en vouw ze om. - Vouw het pennenbakje rond en plak de uiteinden aan elkaar. - Plak de bodem in elkaar en lijm deze daarna op de aangegeven plek op de cirkel. - De tekst op de cirkel is van Jan Visser. Tijdsduur: 20-30 min.
Duif en vlammen Als het over de Heilige Geest en over Pinksteren gaat wordt vaak het beeld van een duif of van vlammen gebruikt. Je hebt nodig:
-
voor elk kind een kopie van werkblad 3 op stevig papier kleurmaterialen scharen naald en draad
Werkwijze:
- Knip de duif uit het midden (zonder de ring door te knippen!). Kleur vervolgens de vlammenring met bijv. rood, oranje en geel. - Knippen daarna de vlammenring uit (als dit te moeilijk is kunnen ze ook een beetje om de vlammen heen knippen). - Prik met een naald een klein gaatje in de rug van de duif en in de vlammenring en knoop hier een touwtje of stukje garen aan, zodat de duif in het midden van de cirkel vliegt. Knoop dan ook nog een touwtje aan de bovenkant van de ring zodat je de ring op kunt hangen bijv. voor het raam. Tijdsduur: 20 min.
Goed luisteren Het gaat vandaag over de komst van de Heilige Geest. De discipelen hebben die tijd biddend en dankend doorgebracht, best moeilijk als je je er eigenlijk geen voorstelling van kunt maken. Zoals dan belangrijk is om stil te zijn voor God, zo zijn de kinderen in hun spel bezig geweest met stil te zijn, zodat ze de ander konden horen en te komen tot het uiteindelijke doel: als groep compleet zijn! Je hebt nodig:
- voor elk kind een blinddoek
Speelwijze:
- De kinderen worden verdeeld in groepen van ongeveer vier kinderen. Er moeten minimaal drie groepen zijn. Elke groep verzint een ritme dat met de voet op de grond wordt getikt. Dit wordt de code van de groep om elkaar te herkennen. Alle kinderen krijgen een blinddoek voor. - Iedereen verspreidt zich door de ruimte. De kinderen van elke groep tikken hun herkenningscode op de grond. Als twee of meer kinderen elkaar hebben gevonden, gaan ze samen verder, zodat de anderen het beter kunnen horen. De winnaars zijn de eersten die er in slagen weer bij elkaar te komen in het lawaai. Maar het spel is pas afgelopen als alle groepen compleet zijn. - Praat met de kinderen na over de relatie met het verhaal van vandaag. Tijdsduur: 10 min.
8 juni 2014 | Copyright VHM
119
1
120
8 juni 2014 | Copyright VHM
2
8 juni 2014 | Copyright VHM
121
2
122
8 juni 2014 | Copyright VHM
3
8 juni 2014 | Copyright VHM
123
124
8 juni 2014 | Copyright VHM