PIMP JE SPEL
PIMP JE SPEL
- “Ik ben politieker en ik strijd voor/tegen ….” - Time’s up - Dixit met afbeeldingen in kader van het onderwerp - Thematwister
- “Ik ben politieker en ik strijd voor/tegen ….” - Time’s up - Dixit met afbeeldingen in kader van het onderwerp - Thematwister
PIMP JE SPEL
- “Ik ben politieker en ik strijd voor/tegen ….” - Time’s up - Dixit met afbeeldingen in kader van het onderwerp - Thematwister
PIMP JE SPEL
- “Ik ben politieker en ik strijd voor/tegen ….” - Time’s up - Dixit met afbeeldingen in kader van het onderwerp - Thematwister
PIMP JE SPEL Speluitleg Dit is slechts een voorbeeld van een gezelschapsspel dat je kan pimpen ifv een jongerenbevraging.
PIMP JE SPEL Speluitleg Dit is slechts een voorbeeld van een gezelschapsspel dat je kan pimpen ifv een jongerenbevraging.
PIMP JE SPEL
PIMP JE SPEL
Speluitleg
Speluitleg
Dit is slechts een voorbeeld van een gezelschapsspel dat je kan pimpen ifv een jongerenbevraging.
Dit is slechts een voorbeeld van een gezelschapsspel dat je kan pimpen ifv een jongerenbevraging.
UITLAAT
- Ballonnenbrainstorm - Spreek een boodschap in na de bieb - Flappenwerkvorm - 5 voor 12 klok
UITLAAT
- Ballonnenbrainstorm - Spreek een boodschap in na de bieb - Flappenwerkvorm - 5 voor 12 klok
UITLAAT
UITLAAT
- Ballonnenbrainstorm - Spreek een boodschap in na de bieb - Flappenwerkvorm - 5 voor 12 klok
- Ballonnenbrainstorm - Spreek een boodschap in na de bieb - Flappenwerkvorm - 5 voor 12 klok
UITLAAT
UITLAAT
Speluitleg
Speluitleg
Iedereen krijgt een ballon en schrijft daarop een element gerelateerd aan het thema dat volgens hem/haar dringend aandacht vraagt. (Er mogen ook meerdere ballonnen beschreven worden.) Op een signaal worden de ballonnen opgegooid en willekeurig terug opgevangen. Op de gevangen ballon noteert iedereen gedurende een bepaalde tijd ideeën om dit topic in de toekomst aan te pakken. De ballonnen worden weer opgegooid, ... De ideeën worden even teruggekoppeld om onduidelijke of onleesbare ideeën toe te lichten.
Iedereen krijgt een halve minuut om te zeggen wat hij/zij van het onderwerp vindt. De eerste persoon start na de bieb, elke halve minuut gaat de bieb en is het aan de volgende persoon.
UITLAAT
UITLAAT
Speluitleg
Speluitleg
Er hangen 4 flappen in het lokaal, elk met een ander onderwerp (een uit te werken aspect): Bijvoorbeeld: Subculturen (Welke ‘groepen’ van jongeren zijn er? Losse studenten, verenigingen, buitenlandse studenten, studierichtingen, … ) Leefwereld (Waar leven jongeren: kot, campus, café en restaurant, fuif,… en wat stimuleert hen tot duurzame acties?) Wedstrijd (Concrete wedstrijdopdracht, formule?) Hot topics (Inspireren, welk soort acties kunnen jongeren ondernemen?) De groep krijgt een 10 –tal minuten de tijd om bestaande en nieuwe ideeën op deze flappen te schrijven, alles kan, alles mag. Vervolgens maken we 2 groepjes. Elk groepje loopt (na elkaar) langs de flappen en kiest 2 elementen per flap. Dit noteren ze op een eigen notitieblad. De gekozen elementen worden doorstreept zodat het andere groepje dit niet meer kan kiezen. Elk groepje krijgt nu de opdracht om een concept uit te werken met de elementen die ze gekozen hebben. Na afloop stellen we de ideeën aan elkaar voor en finaliseren we het tot 1 voorstel.
Op een grote flap staat een klok getekend waarvan de wijzers op 5 voor 12 staat, m.a.w. het is hoogtijd om het centrale onderwerp aan te pakken. In elk ‘kwartier’ van de klok kan een deelthema of vraag genoteerd staan. De deelnemers krijgen de tijd om hun ideeën op de klok te schrijven.
ZEG HET MET WOORDEN
-
Discussietocht Discussiecafé Vul de zin aan … Babbelbox
ZEG HET MET WOORDEN
-
Discussietocht Discussiecafé Vul de zin aan … Babbelbox
ZEG HET MET WOORDEN
ZEG HET MET WOORDEN
…
-
Discussietocht Discussiecafé Vul de zin aan … Babbelbox
-
Discussietocht Discussiecafé Vul de zin aan … Babbelbox
ZEG HET MET WOORDEN
ZEG HET MET WOORDEN
Speluitleg
Speluitleg
De groep wordt in duo’s verdeeld en gaat op wandel in het domein. Elk duo krijgt een (verschillende) discussievraag mee. Ze bespreken deze vraag en formuleren kort een standpunt. Na 30 minuten gaan ze op zoek naar een ander duo. Elk duo licht hun discussievraag en al dan niet gezamenlijke standpunten hierover toe. Daar krijgen ze 45 minuten voor. Dit herhalen ze vervolgens nog één keer met een ander duo. Na afloop stellen de duo’s elkaars ideeën voor.
De groep wordt in groepjes verdeeld en elk groepje gaat langs bij een spreker of ‘laptop’ . Voor elke ‘visite’ krijgen ze 15 minuten en staan er enkele vragen centraal: 1. Wat zijn volgens u de belangrijkste ‘issues’ binnen dit thema? 2. Wie zijn de belangrijkste spelers? 3. …
ZEG HET MET WOORDEN Speluitleg Leg enkele halve zinnen voor aan de jongeren. Zij moeten aanvullen... Als er op een halve zin zeer uiteenlopende reacties volgen, kan je er eventueel een gesprek rond voeren. Ook de deelnemers kunnen elkaar om verduidelijking vragen. Enkele voorbeelden: Mijn hoogtepunt was... Het moeilijkste voor mij was... Wat me het meest heeft verrast, is... Niemand luisterde toen... Ik ben echt blij dat... Ik wenste dat... Ik wou terug naar huis toen... Ik wou dat ik een camera bij had toen... Ik geraakte gedemotiveerd toen... Het heeft me deugd gedaan dat... Ik hielp... Ik apprecieerde het echt dat... Je kan de antwoorden schriftelijk laten voorbereiden. De deelnemers moeten dan tijdens het gesprek niet meer naar een antwoord zoeken en hebben tijd om naar elkaar te luisteren. Je hoeft niet alle vragen te bespreken. Je kan een selectie maken, en de rest nadien nalezen.
ZEG HET MET WOORDEN Speluitleg Maak ergens een gezellig hoekje, waar de jongeren individueel of in groep iets komen zeggen over één van de thema’s. Je neemt de gesprekjes op met je camera of GSM.
INLEVING
INLEVING
- Rollenspel met nabespreking - Envisioning - Wat als …?
-
Rollenspel met nabespreking Envisioning Wat als …? Hoedje op
-
Rollenspel met nabespreking Envisioning Wat als …? Hoedje op
INLEVING
-
Rollenspel met nabespreking Envisioning Wat als …? Hoedje op
INLEVING
-
Rollenspel met nabespreking Envisioning Wat als …? Hoedje op
INLEVING
INLEVING
Speluitleg
Speluitleg ‘Een dag in het leven van X in het jaar 2050’ Iedere jongere krijgt een rol toebedeeld of moet zich eenvoudigweg inbeelden te leven in het jaar 2050 (kort moment met ogen toe waarbij begeleider vertelt over de situatieschets zodat jongeren in de sfeer komen). Aan de hand van een aantal vragen schrijven jongeren op hoe ze het leven in 2050, eventueel m.b.t. aspect, graag zouden zien.
INLEVING
INLEVING
Speluitleg
Speluitleg
Maak over 1 onderwerp/thema verschillende ‘wat als’ scenario’s en leg het voor aan de (andere) jongeren om te bekijken wat ze ervan vinden. OF Maak een gezamenlijk ‘wat als’ scenario over hoe de jongeren de toekomst graag zien of wat er gebeurt als er iets niet wordt aangepakt.
Een gekozen onderwerp/thema wordt met een zestal deelnemers uitgespit, elke deelnemer 'draagt' een gekleurde hoed (Denkhoeden van De Bono) die een manier van denken over het onderwerp bepaalt. De deelnemer mag enkel op deze manier zijn mening geven over het onderwerp. Na afloop wordt alles samen gelegd en een conclusie getrokken.
DIEPGAANDE DENKOEFENING
-
Campagne-affiche opstellen Fotojacht Posterpresentatie Cirkelen met Disney
DIEPGAANDE DENKOEFENING
-
Campagne-affiche opstellen Fotojacht Posterpresentatie Cirkelen met Disney
DIEPGAANDE DENKOEFENING
-
Campagne-affiche opstellen Fotojacht Posterpresentatie Cirkelen met Disney
DIEPGAANDE DENKOEFENING
-
Campagne-affiche opstellen Fotojacht Posterpresentatie Cirkelen met Disney
DIEPGAANDE DENKOEFENING
DIEPGAANDE DENKOEFENING
Speluitleg
Speluitleg
Werk het thema uit adhv campagnekompas Context : op welke vraag is jouw campagne een antwoord? Wat wil je bereiken met je campagne? Wie is er allemaal betrokken? Toekomst : Wat verandert er als jouw campangeidee uitgevoerd wordt? Wat zal er anders zijn dan nu? Wie zal er iets van merken? Motivatie : Waarom vind jij dit thema zo belangrijk? Wat zijn je persoonlijke beweegredenen? Vooruitgang : Wat werkt er al? Wat is er al? Wie/wat heeft je al geholpen? (zelf)kennis : Welke van jouw kwaliteiten kunnen je helpen bij de uitvoering van jouw campagne? Persoonlijke Actie-Plan : Wat zijn je volgende stappen? Wie/wat ga je daarbij betrekken? Wanneer wil je dit allemaal doen? Ontwikkel een slogan voor je campagne & Werk een campagnebeeld uit
Het doel van deze methodiek is om concrete veranderingen visueel in kaart te brengen. -Laat de jongeren foto’s maken van plaatsen, situaties,… die te maken hebben met het thema die ze graag anders zouden zien. -de jongeren kunnen ook zelf leuke of minder leuke situaties zelf uitbeelden (simuleren) en op foto vastleggen. Gebruik de foto’s als aanzet om een ruimer gesprek te voeren met de jongeren en om daarna daadwerkelijke veranderingen door te voeren.
DIEPGAANDE DENKOEFENING Speluitleg De bedoeling van een posterpresentatie is dat er een beknopte visuele voorstelling wordt gemaakt van ideeën, oplossingen,… over een thema. De jongeren bedenken 2 of 3 voorstellen en werken deze uit in een poster. De poster wordt uitgehangen. Bij elk voorstel op de poster mogen de andere jongeren een vraag/of een opmerking toevoegen. Dit doen ze met een andere kleurstift. Indien er geen plaats genoeg is om de vragen op te schrijven, kan je hier werken met gekleurde zelfklevende memo’s waar ze hun naam opschrijven. Overlopen van de verschillende posters en de bijhorende vragen.
DIEPGAANDE DENKOEFENING Speluitleg 1 iemand stelt zijn/haar actie-idee of idee voor. Elk ander groepslid krijgt een rol. De Dromer: Alles kan!! The sky is the limit. Deze persoon denkt mee na over het project zonder grenzen te stellen. De Realist: Hoe is dit uit te voeren? Welke acties plan je? Wat/wie heb je nodig? … De Criticus: Waar zitten de risico’s, bedreigingen, valkuilen, … ? De jongeren bevragen deze persoon om de beurt vanuit deze rol. (10-tal minuten per idee) (Idealiter wordt deze ‘cirkel’ nog eens herhaald, eventueel in een andere samenstelling.) Na afloop kunnen ideeën voorgesteld worden.
DEBATTEREN
-
Estafettedebat Stellingenrace Parlementair debat Debattle
DEBATTEREN
-
Estafettedebat Stellingenrace Parlementair debat Debattle
DEBATTEREN
-
Estafettedebat Stellingenrace Parlementair debat Debattle
DEBATTEREN
-
Estafettedebat Stellingenrace Parlementair debat Debattle
DEBATTEREN
DEBATTEREN
Speluitleg
Speluitleg
De groep wordt opgedeeld in duo’s. Zij bereiden zich even voor op een discussie over het thema. Wat zijn volgens hun belangrijke discussieonderwerpen? Wat moet er in de toekomst veranderen? Hoe zouden zij dat aanpakken? De discussie wordt gevoerd o.l.v. een gespreksleider aan een gesprekstafel met drie stoelen. De bedoeling is dat deze stoelen wisselend bezet worden door andere ‘discussianten’. (Een streefdoel voor de groep = de stoelen mogen niet leeg zijn.) Een duo kan dus iemand afvaardigen voor de discussietafel, de tweede persoon functioneert een beetje als ‘backbencher’ of kan zijn kompaan vervangen indien hij/zij nieuwe argumenten heeft. Wanneer een discussiant geen nieuwe argumenten meer inbrengt of zijn zegje gedaan heeft, verlaat hij/zij de discussietafel. Onderwerpen worden aangebracht door de discussianten zelf of door de gespreksleider/andere begeleiders.
We werken in 4 groepen. Elk team krijgt 1 stelling die ze als 6 puzzelstukjes moeten verdienen en in elkaar steken. De teams staan achter een lijn en de puzzelstukken liggen opgefrommeld tot prop in het ballenbad dat achter een tegenoverliggende lijn staat. De stukken van eenzelfde stelling zijn herkenbaar aan de kleur papier waar ze op afgedrukt zijn. Op het startsignaal loopt een eerste persoon van het team naar de overkant en zoekt een prop van hun kleur uit het ballenbad OF probeert de tegenstanders te saboteren. Dit is een tactische keuze; snel voor de eigen puzzelstukken gaan of de andere teams vertragen. LET OP: er mag steeds maar 1 teamlid in actie zijn! Als ‘de loper’ terug bij zijn/haar team aankomt, mag de volgende persoon vertrekken voor een volgend puzzelstuk. Het team dat het eerst al zijn stukken heeft verzameld, roept ‘gewonnen’ en dit is dan het eindsignaal voor de andere teams. Men probeert de stelling te maken met de stukken die men heeft. Lukt dit echt niet dan helpt de begeleider. (Zorg dus als begeleider dat je je stellingen kent!) Elk team bespreekt wat de stelling precies bedoelt en of ze het eens zijn of niet met de stelling en neemt hierover een gezamenlijk besluit (akkoord of niet akkoord). Ze schrijven een beknopte argumentatie op. Dit compromis is verplicht! Elke subgroep behandelt andere stellingen en die na afloop besproken en uitgewisseld kunnen worden, eventueel bij pot en pint.
DEBATTEREN
DEBATTEREN
Speluitleg
Speluitleg
Groepjes met verschillende meningen discussiëren o.l.v. een voorzitter over bepaald onderwerp. 1 of meerdere groepjes dienen (eventueel op voorhand) concrete voorstellen in die tijdens de discussie behandeld worden. Deze voorstellen worden aan het einde van het debat ter stemming voorgelegd. De verschillende groepjes kunnen ‘amendementen’ of wijzigingsvoorstellen indienen voor de stemmingsprocedure.
De groep wordt in 2 groepen verdeeld, de ene groep is pro een bepaalde stelling, de ander contra. (Ze mogen zelf niet kiezen). Elke groep krijgt even voorbereidingstijd om zoveel mogelijk argumenten op te lijsten. Vervolgens krijgt elke groep 2 minuten spreektijd (ze vaardigen 1 iemand af), ze kunnen kiezen deze onmiddellijk vol te spreken of nog tijd over te houden om na het pleidooi van de tegenpartij nog wat tijd over te hebben om te kunnen reageren. Een 'onafhankelijke' jury bepaalt welke partij het overtuigendst was. Nadien bespreek je het onderwerp in groep en kunnen ze hun eigen mening tav de stelling formuleren.
ALLERLEI
-
Ballenbad vullen Loesje postkaarten maken ABC Vuilniszak, reiskoffer en schatkist
ALLERLEI
-
Ballenbad vullen Loesje postkaarten maken ABC Vuilniszak, reiskoffer en schatkist
ALLERLEI
-
Ballenbad vullen Loesje postkaarten maken ABC Vuilniszak, reiskoffer en schatkist
ALLERLEI
-
Ballenbad vullen Loesje postkaarten maken ABC Vuilniszak, reiskoffer en schatkist
ALLERLEI
ALLERLEI
Speluitleg
Speluitleg
Laat iedereen een onderwerp gelinkt aan het thema op een ballenbadbal schrijven. Deze ballen kunnen steeds gebruikt worden in andere werkvormen.
Maak over een bepaald onderwerp een reeks kaartjes met leuke uitspraken. Bespreek ze daarna in groep.
ALLERLEI
ALLERLEI
Speluitleg
Speluitleg
De deelnemers krijgen een individuele flap waarop alle letters van het alfabet staan. Ze schrijven alle woorden op die ze associëren met het centrale thema. De deelnemers wisselen hun kernwoorden uit met elkaar(duo of groepen van vier) en vullen elkaar aan. De verschillende groepen schrijven al hun gevonden kernwoorden op een grote flap. Deze flap hang je op. De deelnemers kunnen elkaars flappen bekijken en aanvullen met vragen of met andere kernwoorden. Dit doen ze met een andere kleurstift. Indien er geen plaats genoeg is om de vragen op te schrijven kan je hier werken met gekleurde zelfklevende memo’s waar ze hun naam opschrijven. Overlopen van de verschillende flappen en de bijhorende vragen.
Elke deelnemer heeft drie verschillende papiertjes. Op het eerste papiertje schrijft hij/zij wat hij slecht vindt aan de huidige situatie over een bepaald thema. Dit papiertje belandt in de vuilniszak. Op een tweede papiertje schrijft de deelnemer iets wat hij/ij wil behouden en meenemen naar de toekomst. Dit gaat in de reiskoffer. Een derde is iets wat hij/zij naar toe wil streven/bereiken en dat papiertje gaat achter slot en grendel in de schatkist. Laat als begeleider eerst iedereen de 3 zaken opschrijven en begin dan met de vuilniszak in de cirkel door te geven. Elke deelnemer licht toe wat er op zijn papiertje staat vooraleer hij het in de vuilniszak werpt. Als iedereen aan de beurt en aan het woord was, doe je hetzelfde voor de reiskoffer en de schatkist. Variatie: de drie B’s: Behouden, Bannen en Bereiken. Wat willen behouden van de huidige situatie, wat willen we bannen en wat willen we bereiken (waar willen we naartoe)?