pilot - CSPE BWI BB profiel Bouwen, Wonen en Interieur
2015
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2015 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-1200-f-15-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Minitoetsen in MiniTester Als u met MiniTester werkt geldt: Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Minitoetsen in Facet De varianten van de minitoetsen worden door Facet zelf toegewezen. Kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u in dezelfde afnameplanning zetten. Als de kandidaten niet bij elkaar op het scherm kunnen kijken, kunt u ervoor kiezen om elke kandidaat dezelfde variant te laten maken. In de overige gevallen kiest u ervoor om twee varianten in de afnameplanning op te nemen. Voor kandidaten die later zijn ingeroosterd, maakt u een nieuwe afnameplanning. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn.
PB-1200-f-15-1-i
2
lees verder ►►►
7
8
9
Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met (vakinhoudelijke) vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij het Examenloket (www.examenloket.nl - zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld.
PB-1200-f-15-1-i
3
lees verder ►►►
4
5
6
De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is.
PB-1200-f-15-1-i
4
lees verder ►►►
7
8
In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
6 Overzicht opdrachten
ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Adobe Acrobat reader met bestand, Excel met bestand
2
minitoets
variant a, b, c, d
3
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel met bestand
ONDERDEEL B 4
praktijkopdracht
5
praktijkopdracht
ONDERDEEL C
*
richttijd: 260 minuten bijlage 1, 2
2 1
richttijd: 150 minuten
6
praktijkopdracht
ICT-gebruik: CAD-programma, bijlage 3
7
praktijkopdracht
bijlage 4
ONDERDEEL D
akg*
richttijd: 80 minuten
richttijd: 400 minuten
8
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Snijplotter-programma met bestanden
9
minitoets
variant a, b, c, d
10
praktijkopdracht
bijlage 4
11
praktijkopdracht
bijlage 4, uitwerkbijlage, werkstuk uit opdracht 10
6
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PB-1200-f-15-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl Planning afname Het examen bestaat uit de onderdelen A, B, C en D. Houd bij voorkeur de aangeboden volgorde van de onderdelen aan. De volgende opdrachten moeten na elkaar worden gemaakt: opdracht 6 (CAD-opdracht) en 7 (schets) opdracht 8 (uithangbord), opdracht 10 (constructie voor uithangbord) en opdracht 11 (reflectie) ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand
opdracht
bouwvoorbereidingstekening.pdf
1
tekeninglezen_bb.xlsm
1
materiaalstaat.xlsm
3
map plotterbestanden
8
Macrobeveiliging Veel Word- en Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro’s. In zowel Word als Excel moeten daarom alle macro’s worden ingeschakeld. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Bouwvoorbereidingstekeningen Het bestand bouwvoorbereidingstekening.pdf bevat drie tekeningen. Als u het prettiger vindt, mag u de tekeningen ook op papier afdrukken en aan de kandidaten uitdelen. Let op: het is belangrijk dat u deze tekeningen op A3-formaat afdrukt.
PB-1200-f-15-1-i
6
lees verder ►►►
Aanbevelingen per opdracht Opdracht 1 De kandidaat beantwoordt vragen op de computer aan de hand van de tekeningen. Dit is tevens een werktempo-opdracht. Na 40 minuten stopt het Excel-bestand en kan de kandidaat niet verder werken. Hij kan het bestand nog wel afdrukken en opslaan. Vragen die niet beantwoord zijn, dient u als fout te noteren. Laat de kandidaat eerst de opdracht rustig doorlezen en de bestanden openen en opslaan, vóórdat hij op Start drukt in het Excel-bestand. Opdracht 4 Deze opdracht bestaat uit drie delen: een deel van een bouwwerk uitzetten: De kandidaat zet allereerst een stuk van een achter- en zijgevel op ware grootte uit. Dit kan bijvoorbeeld op de vloer van een (praktijk)lokaal of op twee platen underlayment. Kandidaten werken individueel. muren aangeven en kozijnstijlen stellen: Daarna geeft de kandidaat op de vloer aan waar de muren komen; dit doet hij door middel van stroken hardboard die hij met een kleine draadnagel vastzet. Vervolgens koppelt hij met een strook multiplex twee kozijnstijlen en brengt hij DPC-folie aan. een deel van de muren opbouwen: Tot slot bouwt de kandidaat een stukje muur in houtskeletbouw (HSB) en metselt hij een klein deel van de muur. Ook geeft hij de hwa aan met behulp van een stuk pvc-buis dat op een grondplaatje is bevestigd. Let op: Bij het metselwerk gaat het niet om de echte metseltechnieken, maar om het juiste verband, een correcte toepassing van de koppenmaat, een correcte beëindiging met vallende tand en de hoek om werken. Voorbereidingen voor deze opdracht De kandidaat zet een deel van de achtergevel en de zijgevel uit. Bij de achtergevel loopt het uit te zetten deel tot voorbij de binnenwand. Links daarvan sluit de gevel aan op een HSB-element:
PB-1200-f-15-1-i
7
lees verder ►►►
Voordat de kandidaat gaat uitzetten, geeft u op de vloer de achtergevellijn aan met een draad en de hoek met een draadnagel. U plaatst alvast een eerste hulppiket voor de achtergevel op ongeveer 4 meter vanuit het hoekpunt (voor het spannen van de geveldraden). Voor het HSB-element zorgt u dat er diverse materialen klaar liggen, volgens het overzicht in paragraaf 8. De kandidaat moet zelf aan de hand van een tekening de juiste materialen kiezen. Voor het metselwerk zorgt u dat er stenen klaar liggen (zie paragraaf 8). De kandidaat moet zelf uitzoeken welke voor het binnenblad en welke voor het buitenblad gebruikt moeten worden. Kandidaten gebruiken tempex 10 mm in plaats van specie, in verband met het hergebruik van de opstelling. U kiest, afhankelijk van wat u handig vindt, of kandidaten de stenen kappen of zagen.
Uitvoering van de opdracht Na afronding van elk deel controleert en beoordeelt u het werk. Indien nodig, stuurt u de kandidaat bij. De kandidaat krijgt voor het betreffende beoordelingsaspect dan geen punten. Pas daarna gaat hij verder. U vertelt als uitvoerder aan de kandidaat waar en met welke middelen hij het bouwraam moet gaan maken. Laat de kandidaat een bouwraam (ongeveer 1500 x 800 mm) op circa 250 mm uit de achtergevellijn en het hoekpunt plaatsen. U geeft als hoogte voor de bouwplanken circa 250 +Peil aan. U geeft het Peil=0 elders in het lokaal aan, of u geeft een werkbare hoogte als Peil=0 aan. De kandidaat brengt deze maat met een laser of wpi over naar de piketten. Het bouwraam komt zo ongeveer 300 mm boven de vloer. U geeft de kandidaat aanwijzingen: • hoe hij dit deel van het bouwraam op een voldoende stabiele manier moet maken, • hoe hij het op de vloer van het lokaal kan fixeren (stalen schoenen). Zodra het bouwraam goed staat, vertelt u de kandidaat waar hij de geveldraden moet spannen en hoe en waar hij de tweede hulppiket (hoogte circa 300 mm, zodat de draad redelijk vlak komt) moet plaatsen. U heeft al de eerste hulppiket voor de achtergevel geplaatst, de tweede voor de zijgevel moet de kandidaat zelf plaatsen met behulp van de draden en een bouwhaak. Controleer of de kandidaat alles goed heeft begrepen voordat hij aan het werk gaat.
PB-1200-f-15-1-i
8
lees verder ►►►
Opdracht 5 Voorafgaand aan de opdracht brengt u vijf mankementen bij de rolsteiger aan. Let op: De nummers 1 en 2 gelden voor iedere kandidaat. Bij de nummers 3, 4 en 5 kiest u per kandidaat een andere variant. Aan te brengen mankementen: 1 één schoor ontbreekt 2 een schoor aan één kant los 3
Keuze uit (per kandidaat variëren): variant a: wielen niet op de rem variant b : een wiel vrij van de grond
4
Keuze uit (per kandidaat variëren): variant a: afstandsstang ontbreekt variant b : leuning weg
5
Keuze uit (per kandidaat variëren): variant a: opstelling duidelijk niet waterpas variant b: werkvloer schuin variant c: jukken op ongelijke hoogte
De kandidaat moet deze steiger controleren. Hij herstelt daarna de gebreken en u controleert of dit correct is gebeurd. Opdracht 6 De kandidaat werkt met het bouwtechnische tekenprogramma van school met de daarbij behorende instellingen, mits deze instellingen geen afbreuk doen aan het examen. Deze instellingen houden in dat de kandidaat een zogenaamde template (een starttekening) gebruikt. Hierop staan al ingesteld: een lagenwerkbalk met de toe te passen lijnsoorten en daaraan gekoppeld de lijndikten een maatvoeringswerkbalk met tekenschalen layout-tabbladen met de tekenbladformaten en de kaderlijn met een blanco onderhoek De kandidaat mag geen bestaande bestanden met tekeningen of delen van tekeningen gebruiken.
PB-1200-f-15-1-i
9
lees verder ►►►
Opdracht 8 Voorbereiding voor deze opdracht Op de CD-ROM vindt u in de map plotterbestanden een aantal afbeeldingen van huisdieren waar de kandidaat er een uit moet kiezen. Het is belangrijk dat u vooraf test of uw plotter deze eps-bestanden kan lezen en plotten. Als dat niet lukt, kunt u kandidaten afbeeldingen van een (huis)dier laten kiezen die u zelf op school beschikbaar heeft. Een andere optie is de eps-bestanden via een conversieprogramma om te laten zetten naar een geschikt bestandstype. In deze opdracht gebruikt de kandidaat een paneel dat al aan alle zijdes is voorbewerkt en voorgelakt (zie benodigde materialen in paragraaf 8). Uitvoering van de opdracht De kandidaat brengt een tekst en een afbeelding aan met behulp van folie, op twee verschillende manieren: De tekst wordt rechtstreeks op folie geplot; de kandidaat snijdt deze uit en brengt deze op het paneel aan. Voordat de kandidaat gaat plotten, controleert u eerst of hij de tekst op de computer correct heeft gemaakt (grootte tekst en instellingen plotter). U positioneert de plotter voordat de kandidaat gaat plotten. De afbeelding wordt met behulp van een sjabloon aangebracht. De kandidaat plot de afbeelding op folie, pelt de afbeelding weg en brengt de rest van de folie als slabloon aan op het paneel. Ook hiervoor controleert u vooraf de instellingen op de plotter voordat de kandidaat gaat plotten. Opdracht 10 Deze opdracht bestaat uit twee delen. de constructie voor een uithangbord maken: De kandidaat maakt een ophangconstructie voor het uithangbord uit opdracht 8. Hij heeft hiervoor een uitslag nodig die u aan de kandidaat geeft. In de bijlage bij deze instructie vindt u een tekening voor deze uitslag. Voordat de kandidaat begint, vult hij eerst een houtstaatje in het opgavenboekje in. U controleert deze houtstaat voordat de kandidaat verder gaat. Het hout moet door de kandidaat zelf geschaafd worden. deze constructie tegen een wand bevestigen: U kiest voor elke kandidaat een andere hoogte waarop hij de constructie tegen de wand bevestigt. U noteert deze hoogte op de werktekening 2 in de bijlage van de kandidaat (bijlage 4). Verder geeft u in het lokaal het Peil aan. Als de kandidaat klaar is met het examen De kandidaat moet alle examenpapieren en aantekeningen weer bij de examinator inleveren.
PB-1200-f-15-1-i
10
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7.
Overzicht per opdracht Opdracht 4 Voor het uitzetten, muren aangeven, kozijnstijlen stellen en het metselwerk is er per kandidaat het volgende nodig: piketpaaltjes, bouwplanken, voldoende materiaal voor het bouwraam (waaronder hulppiketten) stroken hardboard (100 mm breed), circa 16 m, kleine draadnagels kozijnstijl (L/R, met gemonteerde spouwlat), elk 400 mm lang, 2 stuks een strook triplex 18 mm, circa 1300 mm lang, zelf op maat laten maken (koppenmaat) 2 stroken DPC-folie 150 x 400 mm voor de hwa: 1 stuk pvc-buis 100 mm, 400 mm lang, op een voetplaatje gemonteerd 20 stroken tempex 10 mm, 1000 mm lang metselstenen wf, 70 stuks kalkzandstenen wf, 70 stuks raamdorpelstenen, 10 stuks, 105 mm breed metseldraad bouwplanken t.b.v. bouwhaak circa 1,0 x 1,0 m met schoor waterpas, circa 800 mm, en meetlint (10 m) steenzaag of kaphamer voldoende draadnagels, duplexnagels, schroeven accutol laser of wpi Voor het HSB-element is er per kandidaat het volgende nodig: Let op: U legt ook materialen klaar die de kandidaat niet nodig heeft; hij moet uit deze materialen de juiste kiezen: 1 frame 400 x 600 mm uit regels 38 x 150 mm 1 spouwlat 38 x 110 mm, 600 mm lang 1 strook DPC-folie 150 mm breed, 600 mm lang 1 stuk dampdoorlatende folie van 400 x 600 mm 1 stuk dampdichte folie van 400 x 600 mm 2 stuks (verschillend) isolatiemateriaal 100 mm dik, 324 x 524 mm 2 stuks ventilatielat 20 x 50 mm, 600 mm lang 5 stuks rabatdeel 18 x 130 mm, 400 mm lang 1 stuk volkern kunststof 6 mm, 400 x 600 mm (voorgeboord) 1 stuk triplex 15 mm dik, 400 x 600 mm 1 stuk OSB 15 mm dik, 400 x 600 mm 1 stuk MDF 15 mm dik, 400 x 600 mm 1 stuk gipskartonplaat 9,5 mm, 400 x 600 mm bevestigingsmiddelen, dubbelzijdig plakband eventueel een verstevigingsdriehoek voor stabiliteit op de vloer (triplex) PB-1200-f-15-1-i
11
lees verder ►►►
Opdracht 5 Er staat een opgebouwde rolsteiger klaar, met een vloer met luik op circa 2,5 m hoogte, met een aantal mankementen (zie paragraaf 7). Opdracht 8 Per kandidaat is het volgende nodig: een paneel van 400 x 250 x 15 mm, aan alle zijdes voorbewerkt en voorgelakt voor het aflakken van dit paneel: watergedragen verf hoogglans Kies een verfkleur die contrasteert met de plakfolie die u op school beschikbaar heeft (licht-donker contrast). voor het inschilderen van een sjabloon: keuze uit verschillende kleuren watergedragen verf; minimaal één kleur contrasteert met de verf waarin het paneel wordt afgelakt (licht-donker contrast). De kandidaat moet zelf de juiste kleur kiezen. assortiment aan schuurpapier en kwasten plakfolie en applicatiefolie een mesje om de folie te pellen Verder is er een snijplotter nodig. Opdracht 10 Per kandidaat is het volgende nodig. ophangconstructie voor uithangbord maken: een uitslag domino’s of lamello’s watervaste lijm hout en bevestigingsmateriaal volgens de volgende materiaalstaat: U levert het hout ongeschaafd aan, de kandidaat moet het zelf op maat maken volgens deze materiaalstaat. aantal
benaming
materiaal
lengte
breedte
dikte
1
staander
1
afkortmaat
vuren
700
68
40
720
ligger
vuren
480
50
40
500
1
schoor
vuren
437
50
40
457
1
paneel
plaatmateriaal*
400
250
18
*
2
domino
beuken
30
20
5
*
1
schroef voor schoor
n.v.t.
70
-
5
*
2
schroefoog
RVS/verzinkt
30/50
D=Ø10
3,35
*
2
schroefhaak
RVS/verzinkt
30/50
D=Ø10
3,35
*
* naar keuze triplex of MDF
PB-1200-f-15-1-i
12
lees verder ►►►
constructie aan wand bevestigen: een wand waartegen de constructie van het uithangbord bevestigd kan worden het Peil op een andere plek in de ruimte dan op de wand waartegen het uithangbord bevestigd gaat worden 2 houtdraadpennen M8 100 mm, met een torx aan te draaien 2 sluitringen passend bij deze houtdraadpennen 2 moeren passend bij deze houtdraadpennen gereedschappen en machines voor deze opdracht: dominofrees of lamellofrees schroefmachine boor 5 mm en 9 mm torx-bitje laser stelwaterpas korte waterpas
PB-1200-f-15-1-i
13
lees verder ►►►
pilot - CSPE BWI BB profiel Bouwen, Wonen en Interieur
2015
bijlage voor de examinator U kunt deze tekening gebruiken om een uitslag te (laten) maken voor de schoor voor de ophangconstructie:
PB-1200-f-15-1-i
14
lees verder ►►►
pilot CSPE BWI BB profiel Bouwen, Wonen en Interieur
2015
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding In dit examen help je mee bij de bouw van een dierenartsenpraktijk. Wat ga je doen? Je helpt mee bij de voorbereiding van dit project. Je maakt een deel van de achtergevel, je controleert de rolsteiger en je maakt een uithangbord met ophangconstructie. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
gegevens in bouwvoorbereidingstekeningen opzoeken en verwerken een minitoets maken een materiaalstaat invullen
Onderdeel B
delen van gevels uitzetten en opbouwen een rolsteiger controleren
Onderdeel C
een CAD-tekening maken een schets maken
Onderdeel D
een uithangbord maken een minitoets maken een constructie voor het uithangbord maken en ophangen terugkijken op je eigen werk
Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-1200-f-15-1-i
15
lees verder ►►► einde
