Peutermonitor 2-jarigen Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht 2011
Deze factsheet geeft inzicht in de gezond-
Helft ouders volgt leefstijlnormen niet
heid van 2-jarige peuters uit Dordrecht,
De helft van de ouders (53%) poetst niet
Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht.
volgens de norm twee keer daags de tanden
De resultaten zijn bedoeld voor gemeenten,
van hun kind. De helft van de peuters
professionals van Careyn, andere betrokken
(53%) eet geen fruit volgens de richtlijn en
zorginstellingen en ouders met 2-jarige
52% eet niet dagelijks groente. De helft
peuters. Op basis van de resultaten kan
(51%) kijkt dagelijks minstens een uur TV,
preventieve zorg gerichter worden ingezet.
wat meer is dan de norm van maximaal een
Als eerste worden de conclusies en
half uur per dag. Een kwart (26%) van de
aanbevelingen beschreven, vervolgens
peuters drinkt per dag drie of meer glazen
komen alle onderwerpen uitgebreid aan bod.
suikerhoudende frisdrank en 76% vertoont nog zuiggedrag, ondanks het afbouwadvies
Conclusies
vanaf de leeftijd van negen maanden. Spraak en taal vaakst zorgelijk
Advies en doorverwijzingen
De spraak en taal wordt het vaakst risicovol
Bij de helft van de peuters (51%) wordt een
of (licht) zorgelijk beoordeeld (19%).
advies door de jeugdverpleegkundige gegeven, 9% krijgt een doorverwijzing.
Inhoud factsheet
Goede opvoedsituatie
Conclusies, aanbevelingen
De opvoedsituatie is bij acht van de tien
Inleiding, methode
peuters (80%) goed. In Dordrecht is het
Achtergrondkenmerken populatie
percentage peuters dat een risicovolle of
Psychosociale ontwikkeling
zorgelijke opvoedsituatie heeft veel hoger
Advies en verwijzingen
(25%) dan in Hendrik-Ido-Ambacht (9%).
Opvoeding
In de maand voorafgaand aan het consult
Ingrijpende gebeurtenissen
had 6% van de ouders behoefte aan
Ongevallen
deskundige hulp of advies.
Ziekten, aandoeningen en allergie
Lichamelijke gezondheid
Zorg- en medicijngebruik
Van de peuters geeft 29% een chronische
Groei en gewicht
ziekte die is vastgesteld door een arts,
Mondgezondheid
meestal is dat astma/bronchitis of eczeem.
Spraak en taal
40% van de peuters was afgelopen jaar
Slaapproblemen
onder medische behandeling. Eén op de tien
Voeding en beweging
peuters (9%) heeft (ernstig) overgewicht.
Belangrijkste cijfers per gemeente afzonderlijk 1
Aanbevelingen
Zet extra in op uitvoeringsprogramma’s Zowel Dordrecht als Zwijndrecht en
De resultaten uit de Peutermonitor geven de
Hendrik-Ido-Ambacht zijn aangesloten bij
gezondheid en psychosociale ontwikkeling
het regionale uitvoeringsprogramma Gezond
weer van 2-jarige peuters in Dordrecht,
Gewicht van GGD Zuid-Holland Zuid (GGD
Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht.
ZHZ), dat als doel heeft een gezonde
Met name de onderwerpen die in de
leefstijl te bevorderen om overgewicht te
conclusie staan verdienen aandacht.
voorkomen. In Dordrecht gebeurt dit onder
Consultatiebureaus, ouders en
de noemer ‘Doe ff Gezond’. Het netwerk
zorginstellingen hebben hierin een
bestaat uit meerdere samenwerkings-
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
partners, waar GGD ZHZ de regie over voert. Het uitvoeringsprogramma loopt in
Samenwerking gemeenten en
ieder geval tot en met 2015. In het
consultatiebureaus
programma is extra aandacht voor de
Alle drie de gemeenten en de daarin
doelgroep van 0-4 jaar en hun directe
gevestigde consultatiebureaus ontvangen
omgeving, omdat in de eerste levensjaren
deze factsheet. In een gezamenlijke
belangrijke gewoontes gevormd worden die
bijeenkomst kan besproken worden welk
een leven lang meegaan.
beleid kan worden opgesteld en hoe.
De interventies richten zich met name op de omgeving, zoals de training ‘Beweeg-
Betrek kinderdagverblijven
kriebels’ voor pedagogisch medewerkers
Bijna de helft (45%) van de peuters gaat
van kinderdagverblijven/peuterspeelzalen
één of meerdere dagen per week naar een
en de workshop ’Eetplezier en
kinderdagverblijf. Dit zijn daarom geschikte
Beweegkriebels’ voor ouders. Maar ook
locaties om bevindingen mee te delen en
advisering op beleidsniveau en
preventieprogramma’s in te zetten. Een
deskundigheidsbevordering door diëtist of
gezamenlijke bijeenkomst zou concreet
sportconsulent bij de pedagogisch
kunnen maken welk structureel beleid kan
medewerkers. Gezond opgroeien betekent
worden ingevoerd. In de drie gemeenten
ook gezond voorbeeldgedrag van
zijn in totaal ongeveer 50 kinderdag-
volwassenen. Want jong geleerd is oud
verblijven gevestigd.
gedaan! www.voorkomovergewichtzhz.nl. Werk samen met de programma’s om
Benut de kennis van het CJG
verschillende activiteiten te genereren.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) biedt informatie en advies aan ouders en professionals over onderwerpen als voeding, opvoeding en/of de ontwikkeling van kinderen. Ook kan een afspraak worden gemaakt of verzet voor het consultatiebureau of de pedagogisch adviseur en wordt informatie gegeven over het aanbod. Telefoon 078 - 711 17 00 (8.30-12.30 uur). www.digitaalopvoedpleindrechtsteden.nl
2
Inleiding
Oudervragenlijst Bij de schriftelijke uitnodiging voor het
Careyn is één van de grootste zorgaanbie-
tweejarigenconsult ontvangen ouders een
ders van Nederland. Naast de Drechtsteden
vragenlijst met de vraag om deze
beslaat het werkgebied van Careyn Goeree
voorafgaand aan het consult in te vullen.
Overflakkee, de Hoeksche Waard, Voorne-
In deze vragenlijst wordt gevraagd naar de
Putten Rozenburg, Nieuwe Waterweg Noord,
psychische en lichamelijke ontwikkeling van
Delft, Westland, Oostland, Utrecht Stad,
het kind. Onderwerpen die hierbij aan de
Utrecht West, Breda en Oosterhout.
orde komen zijn bijvoorbeeld voeding en
Careyn ondersteunt en begeleidt ouders van
beweging, mondgezondheid, chronische
kinderen van nul tot vier jaar bij de groei,
ziekten, ongevallen, psychosociale
ontwikkeling, verzorging en opvoeding.
ontwikkeling, gezinssituatie en ingrijpende
Daarvoor bezoeken kinderen meerdere
gebeurtenissen. De vragenlijst is
malen het consultatiebureau met hun
grotendeels samengesteld uit landelijk
ouders. Om een beeld te krijgen van de
gestandaardiseerde vragen.
gezondheid van het kind en om individuele problemen te kunnen signaleren, maken de
Jeugdverpleegkundigen vragenlijst
jeugdverpleegkundigen sinds juni 2008
Ouders hebben bij het tweejarigenconsult
gebruik van een tweetal vragenlijsten om de
een gesprek met de jeugdverpleegkundige,
lichamelijke en psychische gezondheid van
die de antwoorden van de vragenlijst
de 2-jarige kinderen te monitoren: de
doorneemt met de ouders.
Peutermonitor 2-jarigen.
Op basis van dit gesprek en eerdere
In dit onderzoek werd vanaf 2008 in eerste
onderzoeksbevindingen in het dossier van
instantie door Careyn (voorheen het deel
het kind, trekt de jeugdverpleegkundige
jeugdgezondheidszorg van De Stromen
vervolgens conclusies over de gezondheid
Opmaat Groep) samengewerkt met GGD
en ontwikkeling van het kind.
Rotterdam-Rijnmond. Deze onderzoekstaak
Deze conclusies worden genoteerd op het
is vanaf 2011 echter overgedragen aan GGD
JGZ registratieformulier en eventueel kan
Zuid-Holland Zuid, omdat de gemeenten
(preventieve) actie worden ondernomen,
Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-
gericht op het kind of de opvoedsituatie.
Ambacht tot het werkgebied van GGD ZuidHolland Zuid behoren.
Anonimiteit
In deze factsheet worden de belangrijkste
De vragenlijsten worden ingescand en
resultaten van 2011 weergegeven voor
statistisch geanalyseerd. Zowel de
Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-
uitkomsten van de oudervragenlijsten als de
Ambacht. Met de resultaten van het
conclusies van de jeugdverpleegkundigen
onderzoek kunnen consultatiebureaus,
worden anoniem in de peutermonitor
gemeenten en gezondheidszorginstellingen
2-jarigen opgenomen en zijn niet tot
gerichter keuzes maken en aandacht
individuele kinderen te herleiden.
besteden aan gezondheidsonderwerpen die extra aandacht behoeven.
Rapportage De onderzochte groep kan als representatief worden beschouwd voor de peuters
Methode
woonachtig in dit gebied. Achterin de factsheet staat een
Voor de Peutermonitor 2-jarigen worden
overzichtstabel met de belangrijkste
twee vragenlijsten gebruikt: een ouder-
onderwerpen uitgesplitst naar gemeenten.
vragenlijst (OVL) en een jeugdverpleeg-
Cursieve teksten zijn achtergrondinformatie.
kundigen vragenlijst (JGZ registratie). 3
Achtergrondkenmerken populatie
Psychosociale ontwikkeling
Aantal peuters
Om de psychosociale ontwikkeling van de
In totaal is het onderzoek gebaseerd op
peuter te kunnen beoordelen
1124 ingevulde oudervragenlijsten en 1389
beantwoordden ouders vragen over onder
JGZ-vragenlijsten, behorende bij de peuters
andere lichamelijke klachten, slapen, eten,
die in 2011 op 2-jarige leeftijd op het
stemming, sociaal functioneren, gedrag,
consultatiebureau werden gezien in de
zindelijkheid en zelfredzaamheid. De
gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en
jeugdverpleegkundige geeft een algemene
Hendrik-Ido-Ambacht. Onderstaande tabel
indruk van het kind en beoordeelt zowel de
geeft per gemeente het aantal vragenlijsten
ouder-kind relatie als de draagkracht en
van ouders- en jeugdverpleegkundige weer.
draaglast verhouding in het gezin aan de hand van vragen over de gezinssituatie en
Ouders
JGZ
het vóórkomen van ingrijpende gebeurtenis-
Dordrecht
609
761
sen. Na beoordeling van alle aspecten
Zwijndrecht
267
350
rapporteert de jeugdverpleegkundige een
Hendrik-Ido-Ambacht
223
246
eindconclusie over de peuter.
25
32
1124
1389
Aantal vragenlijsten
Onbekend Totaal
Onderwerpconclusies De jeugdverpleegkundige geeft over
Geslacht, thuissituatie en etniciteit
verschillende onderwerpen een conclusie: in
De verdeling van jongens en meisjes is
orde, at risk/risicofactoren, licht zorgelijk
gelijk, respectievelijk 50% en 50% bij de
en zorgelijk. Spraak/taal en het gedrag van
jeugdverpleegkundigenvragenlijst en 51%
de peuter worden het vaakst als
jongens en 49% meisjes in de
risicofactoren of als (licht) zorgelijk
oudervragenlijst.
geclassificeerd.
Van alle peuters woont 92% in een gezinssamenstelling met beide ouders.
Onderwerpconclusies
at risk/
(licht)
Daarnaast komt een éénoudergezin waarin
jeugdverpleegkundige
risico-
zorge-
de vader ontbreekt het vaakst voor (6%).
in %
factoren
lijk
De meeste peuters zijn autochtone peuters
Lichamelijke gezondheid
12
1
(76%), een kwart is allochtoon (24%).
Eten en drinken
11
1
De Turkse etniciteit (4%) en de
Slapen
8
2
Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (4%)
Activiteit
4
1
komen het vaakst voor.
Stemming
2
1
13
2
1
1
Spraak/taal
16
4
Spel/spelen
3
1
Contact met anderen
4
1
Motoriek
2
1
Zelfredzaamheid/
2
1
Gedrag thuis, buitenshuis Verstandelijke ontwikkeling
zelfstandigheid Tabel 1. Percentage peuters waarbij de jeugdverpleegkundige op basis van de oudervragenlijst en consult een onderwerp risicovol of (licht) zorgelijk beoordeeld.
Figuur 1: Ligging van de drie gemeenten 4
In orde, at risk of (licht) zorgelijk
Advies vanwege…
%
Gebaseerd op alle onderwerpconclusies
…psychosociale redenen
23
tezamen stelt de jeugdverpleegkundige bij
…somatische redenen
7
16% van alle peuters vast dat er bij de
…overgewicht
9
peuter en/of in de opvoedingssituatie
Verwijzing vanwege…
%
risicofactoren aanwezig zijn. Deze risico-
…psychosociale redenen
4
factoren hoeven nog niet tot een ongunstige
…somatische redenen
3
ontwikkeling bij het kind te leiden, maar
…overgewicht
vormen wel een risico/at risk situatie. Bij
Tabel 2: Percentage consulten waarin een advies
4% van de peuters wordt bij het kind en/of
of verwijzing wordt gegeven naar redenen.
<1
in de opvoedingssituatie vastgesteld dat er sprake is van een (licht) zorgelijke situatie. Er is geen verschil tussen jongens en
Opvoeding
meisjes. Bij 80% van de peuters zijn geen er problemen of risico’s aanwezig.
Opvoedingsvragen van ouders In de maand voorafgaand aan het invullen
4%
van de vragenlijst had 29% van de ouders
16%
soms vragen over opvoeding, gedrag of ontwikkeling van de peuter en 4% van de
in orde
ouders had vaak of altijd vragen. Van alle
risicofactoren aanwezig (licht) zorgelijk
ouders maakte 6% zich afgelopen maand dusdanig zorgen over de opvoeding, gedrag of ontwikkeling van de peuter dat zij
80%
behoefte hadden aan deskundige hulp of
Figuur 2. Psychosociale ontwikkeling, conclusie
advies. Voorafgaand aan het consult zegt
over kind en opvoedingssituatie.
9% van de ouders op dat moment behoefte te hebben aan deskundige hulp of advies.
Advies en verwijzingen
4%
Bij een deel van de tweejarigen die op het
29% (bijna) nooit
consultatiebureau wordt gezien, onderneemt
soms vaak of (bijna) altijd
de jeugdverpleegkundige een preventieve 67%
actie. Meestal gaat het om een advies: in 51% van de consulten wordt een advies geven. In totaal krijgt 21% van de ouders een advies over stimulering van
Figuur 3. Percentage ouders dat afgelopen
ontwikkeling. Daarna volgen
maand vragen had over de opvoeding, het
structureren/grenzen stellen en handhaven
gedrag of de ontwikkeling van het kind.
(17%), taal (15%) en verzorging (9%). Maar de jeugdverpleegkundige kan ook
Ouder-kind relatie
vervolgafspraken maken, doorverwijzen of
De jeugdverpleegkundige geeft aan of
nader overleg plegen met bijvoorbeeld een
bepaalde opvoedstijlen aanwezig zijn die de
arts. Verwijzing gebeurt in 9% van de
ouder-kind relatie negatief kunnen
consulten en in de meeste gevallen betreft
beïnvloeden. Een toegevende/verwennende
dit een verwijzing naar de consultatiebureau
ouder-kind relatie komt het meest voor
arts (2%), de huisarts (1%) of ‘anders’
(16%), gevolgd door problemen met gezag/
(3%). Er zijn geen verschillen voor advies
geen overwicht (6%) en overbescherming
en verwijzing naar geslacht aanwezig.
(5%). 5
Opvoedsituatie
Draagkracht en draaglast
De jeugdverpleegkundige geeft in het
Ouders geven aan of het gezin nu nog
eindoordeel van de psychosociale
problemen ondervindt van deze
ontwikkeling ook een conclusie over de
gebeurtenissen en de draaglast en invloed
opvoedsituatie.
wordt beoordeeld door de jeugdverpleeg-
Bij 84% van de peuters is de eindconclusie
kundige. Bij 5% van de peuters spelen één
over de opvoedsituatie in orde. Bij 13% zijn
of meerdere ingrijpende gebeurtenissen een
er risicofactoren aanwezig en bij 3% van de
matige rol en bij 2% van de peuters speelt
peuters is de opvoedsituatie (licht)
dit in zware mate.
zorgelijk.
Ongevallen
Kinderopvang Driekwart (76%) van de peuters gaat wel eens naar een kinderopvangadres toe.
Ongevalpreventie is één van de belangrijke
Gastouders en oma en opa zijn hierin
taken van het consultatiebureau. Daarom is
meegerekend. Eén op de tien peuters (11%)
het belangrijk inzicht te krijgen in het soort
is vier of vijf dagen per week in een opvang
ongevallen en de frequentie ervan, zodat de
te vinden. Het vaakst gaan ze naar een
preventietaak gerichter kan worden
kinderdagverblijf (45%) of opa en/of oma
uitgevoerd, bijvoorbeeld door het geven van
(41%). Ook wordt de peuterspeelzaal
voorlichting.
genoemd (19%) en soms een gastouder
Bij 8% van de peuters heeft in de drie
(7%) of ‘ergens anders’ (5%).
maanden voorafgaand aan het consult één of meerdere keren letsel, vergiftiging of blessure plaatsgevonden, waarvoor
Ingrijpende gebeurtenissen
behandeling nodig was door een ziekenhuis, spoedeisende hulp, huisarts of
Aan de ouders wordt gevraagd of het gezin
fysiotherapeut. Er is geen verschil tussen
een ingrijpende gebeurtenis meemaakt(e).
jongens en meisjes. In de meeste gevallen werd de spoedeisende hulp bezocht, op de
Gebeurtenissen
tweede plaats komt de huisarts.
De meest voorkomende gebeurtenissen zijn
Ongevallen ontstaan enkele keren in het
het overlijden van een familielid of geliefd
verkeer, zelden tot nooit bij sporten of door
persoon (20%), uitbreiding van het gezin
geweld. In 95% van de gevallen gaven
door de geboorte of adoptie van broertje(s)
ouders de antwoordoptie ‘op een andere
of zusje(s) (15%), verhuizing of migratie
manier’ aan. De overige 5% vindt met name
(10%), langdurige ziekte of
plaats in het verkeer.
ziekenhuisopname van een gezinslid (10%), langdurige ziekte of ziekenhuisopname van het kind zelf (9%), psychische problemen van één van de ouders (8%) en conflicten of ruzies in het gezin (8%). Van alle peuters heeft 29% één ingrijpende gebeurtenis meegemaakt en 26% maakte twee of meer gebeurtenissen mee. In 2009 waren deze percentages bijna gelijk; respectievelijk 29% en 28%.
6
Ziekten, aandoeningen en allergie
Groei en gewicht
Ziekten en aandoeningen
Bij kinderen tot vier jaar meet de
Bij 29% van de peuters geven de ouders
medewerker van het consultatiebureau het
aan dat een arts een ziekte of aandoening
gewicht en de lengte van het kind. Hiermee
heeft vastgesteld. Er zijn hierin geen
kan met de groeicurve worden gezien of een
verschillen tussen jongens en meisjes.
kind zich goed ontwikkelt en of er sprake is
Ziekten die het meest voorkomen zijn
van een gezond gewicht. Vlakt de groeilijn
eczeem (17%) en astma/bronchitis (10%).
van een kind af of komt er een knik in de
De overige aan te kruisen ziekten en
lijn, dan kan worden overlegd met de
aandoeningen komen allen minder dan 1%
huisarts.
voor. Eczeem is een ontsteking van de huid die
Overgewicht
veel voorkomt bij zuigelingen en op de
Eén op de tien peuters (9%) is te zwaar:
vroege kinderleeftijd. Ongeveer 15-20% van
8% heeft overgewicht en 1% heeft ernstig
de kinderen in Nederland heeft er tijdens de
overgewicht. Meisjes hebben vaker (ernstig)
kinderleeftijd kortere of langere tijd last
overgewicht (11%) dan jongens (7%). In
van. De meest opvallende verschijnselen
2009 had 6% van de peuters in de drie
zijn roodheid en schilfering van de huid en
gemeenten overgewicht en 2% ernstig
vooral: jeuk! Bij astma spelen naast
overgewicht. Landelijk heeft 7% van de 2-
erfelijkheid prikkels als huisstofmijt, tabak
jarigen overgewicht en 1% ernstig over-
en luchtverontreiniging een rol.
gewicht. Driekwart van de kinderen met overgewicht zal op volwassen leeftijd ook
Allergieën
overgewicht hebben.
Bij 5% van de peuters is door een arts een 12
allergie vastgesteld, waarbij een allergie
%
voor bepaald voedsel het meest voorkomt
10
(3%). Er zijn geen verschillen naar geslacht
8
gevonden.
6 4
Zorg- en medicijngebruik
2 0 meisjes
In de vragenlijst is aan ouders gevraagd of
jongens
Figuur 4: Percentage peuters met overgewicht.
hun kind onder behandeling is of is geweest. Uit de resultaten blijkt dat 40% van de peuters in het jaar voorafgaand aan
Van de ouders vindt 86% dat hun peuter
het consult in behandeling is geweest bij
een goed gewicht heeft. Ouders geven vaker
een (huis)arts, specialist of andere
aan dat ze hun kind te dun vinden (9%) dan
hulpverlener. Eén op de zeven peuters
te dik (5%). Van alle ouders maakt 8% zich
(14%) is ten tijde van het consult onder
zorgen over het gewicht.
behandeling van een arts, specialist of andere hulpverlener. Er zijn geen verschillen naar geslacht gevonden. De huisarts, kinderarts, KNO-arts en dermatoloog worden het meest genoemd als behandelaar. Van alle peuters gebruikt 13% regelmatig medicijnen.
7
Mondgezondheid
In ongeveer twee jaar tijd ontwikkelt een huilende baby zich tot een pratende peuter
Tanden poetsen
met een woordenschat van gemiddeld 200
Bijna de helft van de ouders poetst de
woorden. Bij drie jaar zal dit al zijn
tanden en kiezen van hun peuter de
uitgebreid naar gemiddeld 1000 woorden,
aanbevolen twee keer per dag (47%),
waarbij ieder kind de taal op zijn eigen
waarmee ook napoetsen wordt bedoeld.
tempo ontwikkelt. Lang voordat een peuter
Een kwart van de peuters poetst zelf twee
gaat praten heeft hij al een voor hemzelf
keer per dag de tanden (26%).
begrijpelijke woordenschat opgebouwd en
Om problemen met het gebit te voorkomen,
begrijpt deze woorden al voordat hij deze
is het belangrijk zo vroeg mogelijk te begin-
bij het spreken gaat gebruiken. Voor een
nen met het aanleren van gezond poets-
goede taalontwikkeling is het daarom
gedrag. Geadviseerd wordt vanaf de leeftijd
belangrijk veel met een peuter te praten en
van twee jaar minstens twee maal per dag
voor te lezen. Voordat een peuter de taal
tanden te poetsen.
kan gebruiken, moet hij hem namelijk eerst begrijpen. Dit kan alleen door de taal ook
Zuiggedrag
veel te horen.
Het gebruik van een speen, zuigfles of tuitbeker of het zuigen op duim/vingers
Slaapproblemen
komt (nog) bij driekwart van de peuters voor (76%). Er is hierbij geen verschil aanwezig tussen jongens en meisjes.
Eén op de tien peuters wordt ’s nachts vaak
Zuigen op fopspeen, duim of vinger kan de
of altijd wakker, 5% kan vaak of altijd
spraak(ontwikkeling), de kaakgroei en de
slecht in slaap komen en 2% heeft vaak of
gebitsstand negatief beïnvloeden. Tijdig
altijd nachtmerries/angstdromen.
afleren voorkomt problemen. Het wordt
De jeugdverpleegkundige classificeert bij
aangeraden om het gebruik van fopspeen af
8% van de peuters het onderwerp ‘slapen’
te bouwen tussen 9 en 12 maanden en het
als risicofactor en bij 2% als (licht)
drinken uit een bekertje (zonder deksel)
zorgelijk.
aan te leren vanaf het moment dat de baby
Voor kinderen is goed en voldoende slapen
zelfstandig kan zitten.
erg belangrijk. Peuters hebben minimaal tien uur slaap per nacht nodig. In deze levensfase leren ze veel en worden ze
Spraak en taal
steeds beweeglijker. Tijdens de slaap komt de peuter tot rust en worden groeihormonen
De helft van de peuters (48%) is in staat
aangemaakt, waardoor kinderen met een
om (bijna) altijd in ‘tweewoordzinnen’ te
goede nachtrust beter groeien dan kinderen
praten, 16% doet dit (bijna) nooit.
zonder goede nachtrust.
Verstaanbaar spreken doet 38% van de
Problemen met slapen beginnen vaak al als
peuters (bijna) altijd. Eén op de twintig
het kind naar bed moet: tijd rekken,
peuters (6%) is (bijna) nooit in staat via
jengelen, huilen of zelfs schreeuwen. Het
taal duidelijk te maken wat hij/zij wil, 59%
kind ontdekt dat hij of zij een eigen wil
kan dit (bijna) altijd. Bij 11% van de
heeft en gaat deze uitproberen, ook wel
peuters wordt thuis (bijna) nooit of soms
‘peuterpuberen’ genoemd. Angst kan ook
Nederlands gesproken. De jeugdverpleeg-
een oorzaak van slaapproblemen zijn: angst
kundige classificeert bij 16% van de peuters
voor monsters onder het bed, of dat papa
het onderwerp ‘spraak/taal’ als risicofactor
en mama weggaan en het kind alleen achter
en 4% van de peuters wordt hierop als
laten.
(licht) zorgelijk geclassificeerd. 8
Voeding en beweging
Problemen met eten De meeste peuters eten vaak of altijd goed
Groente en fruit
(86%) en 96% drinkt vaak of altijd goed.
Het percentage peuters dat elke dag
Toch geeft 13% van de ouders aan dat de
voldoende fruit eet volgens de richtlijn is
peuter vaak of altijd dwars is met eten of
47%. Het percentage peuters dat elke dag
zich ertegen verzet.
groente eet, ligt op 48%. Er zijn hierbij
De jeugdverpleegkundige classificeert bij
geen verschillen tussen jongens en meisjes.
11% van de peuters het onderwerp ‘eten en
Het voedingscentrum adviseert voor peuters
drinken’ als risicofactor en bij 1% als (licht)
elke dag 50-100 gram groente en anderhalf
zorgelijk.
stuks fruit te eten en daarbij volop te variëren. Eén stuk fruit mag daarbij
Beweging
vervangen worden door een glas
De meeste peuters wonen in een buurt waar
sinaasappel- of grapefruitsap.
mogelijkheden zijn om buiten te spelen (93%). Buiten spelen doet 61% van de peuters tenminste vijf dagen per week. Voor peuters wordt aanbevolen om tv kijken te beperken tot maximaal een half uur per dag. Toch kijkt de helft van de peuters (51%) dagelijks een minstens een uur tv of DVD. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes. Voor peuters is het belangrijk veel te bewegen. Door veel en gevarieerd te bewegen krijgen peuters veel bewegingen onder de knie. Bewegen is niet alleen
Ontbijt en warme maaltijd
belangrijk om te kunnen spelen met
Bijna alle peuters (97%) ontbijten dagelijks.
vriendjes, bewegen is onder andere ook
Een warme maaltijd wordt minder vaak
belangrijk bij het leren van taal. Kinderen
dagelijks gegeten, namelijk door 86%.
leren begrippen als onder, boven, achter, links en rechts alleen door ze bewegend te
Frisdrank en tussendoortjes
ervaren.
Een kwart van de peuters krijgt drie of meer glazen frisdrank of een andere suikerhoudende drank per dag (26%), waarbij geen verschil tussen jongens en meisjes aanwezig is. Zij drinken hiermee teveel frisdrank. Van de peuters krijgt 32% één keer per dag
Colofon
een tussendoortje, 53% twee keer, 14%
GGD Zuid-Holland Zuid
drie keer en 2% vier of vijf keer per dag,
Chantal Kenens,
[email protected]
zoals bijvoorbeeld een biscuitje, koekje,
Telefoon: 078-770 85 00, www.ggdzhz.nl
gebak, chocola, ijs, snoep, bonbon, frites,
Careyn
chips, pinda’s, blokje kaas, toastje, kroket,
Maaike Luiten,
[email protected]
hamburger of saucijzenbroodje. Fruit of
Francien van den Berg,
[email protected]
groente behoren hier niet toe.
Telefoon 078-7111700, www.careyn.nl
9
Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht: gezondheid 2-jarige peuters 2011 Gezondheids(risico)factoren*
Dordrecht
Zwijndrecht
(%)
Hendrik-Ido-
Totaal
Ambacht
Aantal oudervragenlijsten Aantal jeugdverpleegkundige vragenlijsten % peuters dat in gezinssamenstelling woont met zowel de vader als moeder
1
% peuters van allochtone afkomst 2 % peuters waarbij de peuter en/of de opvoedingsituatie ‘at risk’ is
2
% peuters waarbij de peuter en/of de opvoedingsituatie (licht) zorgelijk is % consulten waarin de verpleegkundige een advies geeft
2
2
% consulten waarin de verpleegkundige een doorverwijzing geeft 2 % ouders dat afgelopen maand behoefte had aan deskundige hulp of advies
1
% peuters waarbij het gezin twee of meer ingrijpende gebeurtenissen meemaakte % peuters waarbij een ingrijpende gebeurtenis in matige/zware mate speelt
1
609
267
223
1124
761
350
246
1389
90
93
96
92
28
20
14
24
20
16
7
16
5
2
2
4
49
59
47
51
10
11
4
9
7
5
6
6
28
24
22
26
8
8
4
7
% peuters met een chronische ziekte, vastgesteld door een arts 1
29
26
31
29
% peuters met eczeem (meest voorkomende chronische ziekte vastgesteld door arts) 1
17
17
20
17
5
6
5
5
40
36
43
40
14
13
9
13
10
9
8
9
9
10
4
8
48
47
43
47
53
44
38
48
96
97
98
97
26
28
27
26
% peuters met een allergie, vastgesteld door een arts
2
1
% peuters dat afgelopen jaar onder behandeling was van (huis)arts, specialist etc
1
% peuters dat regelmatig medicijnen gebruikt 1 % peuters met (ernstig) overgewicht
2
% ouders dat zich zorgen maakt over het gewicht van de peuter
1
% peuters dat dagelijks voldoende fruit eet volgens de fruitrichtlijn
1
% peuters dat dagelijks groente eet 1 % peuters dat dagelijks ontbijt
1
% peuters dat drie of meer glazen suikerhoudende frisdrank per dag krijgt % peuters dat dagelijks een uur of langer tv of DVD kijkt
1
1
% peuters met zorgelijke slaapproblemen of aanwezig risico daarop 2 % peuters met zorgelijke spraak/taalproblemen of aanwezig risico daarop
2
% ouders dat de aanbevolen twee keer per dag de tanden van de peuter poetst % peuters dat zuiggedrag vertoont
1
1
% peuters dat afgelopen drie maanden een ongeval had waarna behandeling nodig was 1
53
53
42
51
14
5
6
10
21
20
14
19
46
54
41
47
74
78
78
76
7
8
9
8
* Groen gekleurde percentages zijn relatief gunstiger dan de drie gemeenten tezamen en rood gekleurde percentages zijn relatief ongunstiger dan de drie gemeenten tezamen. Item afkomstig uit de oudervragenlijst
1
of jeugdverpleegkundige vragenlijst 2 .