Peter Vos Metamorfosen Lesbrief
Museum Het Rembrandthuis heet u en uw leerlingen hartelijk welkom bij de tentoonstelling ‘Peter Vos Metamorfosen’. Bij de tentoonstelling hoort een educatief programma dat speciaal gericht is op leerlingen uit de bovenbouw van het gymnasium. Het educatief programma gaat over enkele literaire thema’s uit de klassieke oudheid, met name uitbeeldingen van de Metamorphosen van de Romeinse dichter Ovidius. Uw leerlingen zullen op actieve wijze kennis maken met die thema’s zoals ze zijn uitgebeeld zowel in de kunst uit de zeventiende eeuw als ook in het recente werk van Peter Vos. De leerlingen zullen daarbij worden uitgedaagd om zelf over kunst na te denken, verbanden te leggen en een mening te vormen over het gebodene. Wij streven er bovendien naar dat de leerlingen plezier hebben in het museumbezoek en dat zij zullen worden geprikkeld om na het bezoek een reactie te geven op dat wat ze tijdens het bezoek hebben bekeken. Wij wensen u en uw leerlingen veel succes bij het voorbereiden van het bezoek aan het Rembrandthuis en zien u graag snel verschijnen! Museum Het Rembrandthuis, afdeling Educatie en Publieksbegeleiding
Historisch perspectief Ovidius’ Metamorphosen Rond het begin van onze jaartelling schreef de Romeinse dichter Publius Ovidius Naso (43 v. Chr. – 17 n. Chr.) zijn meesterwerk Metamorphosen. Dit epos – een lang heldendicht over mythologische figuren en gebeurtenissen – was anders dan wat men tot die tijd gewend was. De meeste epen waren namelijk gebaseerd op het werk van de Griekse Homerus (c. 800 v. Chr. – 750 v. Chr.) en beschreven vooral op plechtige wijze gebeurtenissen uit het leven van de ontzagwekkende Griekse helden en goden. Ovidius beschreef de goden veel meer als gewone, zelfs menselijke wezens, met eigen zwaktes en verlangens. Daarbij was Ovidius’ dichtwerk veel speelser van toon dan het werk van zijn tijdgenoten en voorgangers. Al voor Ovidius zijn Metamorphosen voltooide, zorgden deze unieke kenmerken voor grote populariteit en de dichter was zich daar duidelijk van bewust. Zo schreef hij in de laatste woorden van de Metamorphosen: En tot in verre landen, waar Romeinse macht zal heersen, Zal men mij lezen en ik zal door alle eeuwen heen - als dichterswoorden waarheid zingen - roemvol blijven leven.
Titelblad Metamorphoses, 1632, editie George Sandy
(Met. XV: 877-879)
Ovidius was dus overtuigd van zijn toekomstige roem en invloed. Dat is opmerkelijk, omdat hij toen al op last van Augustus was verbannen uit zijn geliefde Rome naar het eenzame Tomi aan de Zwarte Zee. Zou hij ook beseft hebben dat wij zelfs 2000 jaar later nog steeds zijn teksten lezen en hem als één van de belangrijkste dichters ooit beschouwen? Dat heeft zeker te maken met de steeds opnieuw oplevende belangstelling voor de cultuur uit de klassieke oudheid.
Wedergeboorte In de tijd die wij de Renaissance (ca. 1400 – 1600) noemen, ontwikkelden kunst en wetenschap in Europa zich in een razend tempo en tegelijkertijd werd het humanisme de grootste maatschappelijke stroming. De humanisten waren van mening dat er na een periode van duisternis en verval, de Middeleeuwen, een nieuwe tijd was aangebroken: een zogenoemde renaissance of ‘wedergeboorte’ van de klassieke oudheid. Er ontstond grote bewondering en bovendien navolging van de antieke cultuur. Teksten van onder andere Ovidius werden op Latijnse scholen bestudeerd en er verschenen vertalingen van de klassieke verhalen. De eerste Nederlandse vertaling van Ovidius’ Metamorphosen verscheen in 1552 in Antwerpen. Zijn teksten raakten steeds beter verspreid en steeds meer kunstenaars werden daardoor geïnspireerd tot het uitbeelden (in grafiek of schilderijen) van de Metamorphosen.
Zeventiende eeuw In de zeventiende eeuw werden de Metamorphosen één van de meest gebruikte thema’s in de schilderkunst. Karel van Mander (1548 – 1606), schilder en kunsttheoreticus, publiceerde in 1604 zijn Schilder-boek. In dit boek, bedoeld voor beginnende kunstenaars, beschrijft hij de levens en carrières van de vroegste Griekse en Romeinse schilders tot de Nederlandse schilders uit zijn eigen tijd. Naast teksten over schildertechnieken wijdt Van Mander ook een groot deel aan christelijke verklaringen van de verhalen uit de Metamorphosen. Van Mander noemt de Metamorphosen zelfs de ‘Schilders-Bijbel’ omdat er zo veel ‘Historien’ (verhalende voorstellingen) uit werden geschilderd. Zowel Rembrandt als zijn directe voorgangers en zijn navolgers hebben zich met het uitbeelden van verhalen uit de Metamorphosen beziggehouden. Ook na onze ‘Gouden Eeuw’ bleef Ovidius’ epos een bron van inspiratie voor talloze beeldend kunstenaars. Door de eeuwen heen en tot op de dag van vandaag hebben de verhalen veel, heel veel kunstenaars geïnspireerd.
Lucas van Leyden, Piramus en Thisbe (Met. IV: 55-166), 1514, gravure, Teylers Museum, Haarlem
Hendrick Goltzius, Juno ontvangt van Mercurius de ogen van Argus, 1615, doek, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Valentine Green naar John Hoppner, Jupiter en Io (Met. I: 583-621), ca. 1780, mezzotint, Teylers Museum, Haarlem
Anthony Cardon naar Thomas Stothard, Narcissus in een bloem veranderd, 1812, ets en gravure, British Museum, Londen
Peter Vos De Utrechtse kunstenaar Peter Vos (1935 – 2010) is vooral bekend van zijn illustraties voor Vrij Nederland (de leeuwtjes in de kantlijn) en zijn populaire ‘Beestenkwartet’ (het spel, met dieren als de ‘kloothommel’ en de ‘schijtlijster’). Maar hij was toch het liefst vrij kunstenaar. Peter Vos, Zelfportret, 1966, pen en penseel in grijs
Eén van de vele Terzijde-leeuwtjes voor Vrij Nederland
Ook voor Vos waren Ovidius’ Metamorphosen een enorme inspiratiebron. Op de middelbare school had Vos al een bijzondere fascinatie voor de Grieks-Romeinse mythologie. Hij begint dan ook al vroeg in zijn carrière met het tekenen van mythische wezens, zoals de centaur, minotaurus, griffioen en cycloop. Het thema van de gedaantewisseling gaat Vos pas later uitbeelden. Ook al baseert hij zich bij zijn eerste uitbeelding van het thema gedaanteverandering niet op een klassiek verhaal, de bron ervoor is tevens literair. Vos tekent rond 1960 namelijk het verhaal uit Kafka’s Die Verwandlung (‘De Gedaanteverwisseling’), waarin hoofdpersoon Gregor Samsa op een morgen wakker wordt en merkt dat hij in een keverachtig gedrocht is veranderd.
Peter Vos, Cycloop en minotaurus, ca. 2000, pen in zwarte inkt en aquarel
Peter Vos, Die Verwandlung, 1961, uit een serie gepubliceerd in Hollands Weekblad
In 1984 tekent Vos vervolgens ‘Met Amor Fose voor Sander: metamorfose van Tereus tot Hop’, voor de zeventiende verjaardag van zijn zoon Sander. Peter Vos verbindt de volwassenwording van zijn zoon hier met de transformatie van Tereus tot hop, een weidevogel. Deze metamorfose is op stripachtige wijze uitgebeeld: plaatje voor plaatje verandert de mens Tereus in de vogel hop. Later verandert Vos zijn werkwijze. Hij beeldt dan verschillende fasen van een metamorfose niet meer op verschillende plaatjes af maar in één tekening. Met elke stap verandert de mens verder tot vogel: je ziet het bijna voor je gebeuren!
Peter Vos, Met Amor Fose voor Sander: metamorfose van Tereus tot hop, 1984, potlood en aquarel
Maar het is niet alleen de manier van uitbeelden waardoor Vos’ metamorfosen zo levendig overkomen. Tijdens zijn opleiding op de kunstacademie geniet hij het meest van de lessen waarbij hij in Artis dieren na mag tekenen. Het grootste deel van de tijd zit hij daar bij de vogels, te kijken en te schetsen. Vos kijkt op zo’n manier dat zijn vogeltekeningen geen uitbeeldingen meer zijn van een soort vogel, maar van de individuele vogel: het zijn echte vogelportretten. Peter Vos, Drie eksters: Pica Pica, 1981, penseel in Chinese inkt en aquarel
Peter Vos, Metamorfose van Tereus tot hop, 1986, litho
Metamorfosen In 2003 begint Peter Vos met een groots project. Van 1 januari tot en met 27 maart tekent hij voor zijn vrouw Saïda een schetsboekje vol met verschillende, door Ovidius beschreven gedaanteveranderingen. Als het schetsboekje vol is, gaat Vos door met het tekenen van Ovidius’ Metamorphosen. Hij werkt de schetsjes uit op grotere bladen. Hij richt zich vooral op de metamorfosen van mens naar vogel. Vos moet het epos heel nauwkeurig hebben gelezen, want niet alleen was een groot deel van deze metamorfosen nog nooit door een beeldend kunstenaar uitgebeeld, enkele van de door Vos getekende verhalen werden door Ovidius slechts in een paar regels beschreven! Ten derde toont zij hoe Antigone zich durft te meten met Juno, koningin, vrouw van de grote Jupiter, en in een vogel wordt veranderd; Troje noch haar vader Laomedon kunnen verhoeden, dat zij, blankgeveerd, zich steeds als ooievaar met kleppersnavel op de borst slaat (Met. VI: 93 – 97)
Peter Vos, Metamorfose van Antigone tot ooievaar, 2003, potlood, pen in zwarte inkt en aquarel
Bijzonder is ook dat Vos soms een heel eigen interpretatie kiest bij de uitbeelding van een Ovidiusverhaal. Zo laat hij bijvoorbeeld Europa, wanneer zij door Jupiter in een gedaante van een stier op zijn rug meegevoerd wordt, vergezeld gaan van een menigte vriendinnen.
Peter Vos, Europa, 1999, pen in zwarte inkt en aquarel
Bij Vos blijft het niet alleen bij gedaanteveranderingen van levende wezens. Bovendien bedenkt hij ze zelf. Zo worden ook menselijke geaardheden en zelfs rijmschema’s door hem uitgebeeld in door hem verzonnen metamorfosen (een ‘enjambement’ is verbeeld als twee liggende figuurtjes met de benen in elkaar verstrengeld).
Peter Vos, Uilensonnet: enjambement, 2001, pen in zwarte inkt en aquarel
Doordat Vos zo belezen was - hij kon zelfs vele gedichten in verschillende talen uit zijn hoofd opzeggen - is het geen verrassing dat woord en beeld bij hem zo dicht bij elkaar liggen. Paul van den Hoven, Letterlijk letterlijke metamorfose van Metamorfose tot Peter Vos, vormdicht
METAMORFOSE METEMORFOSA METEMORVOSA METEMORVOS METEORVOS PETEORVOS PETERVOS
Peter Vos, Harlekijn in rondeelstand, 1982, pen in zwarte inkt en penseel in Chinees zwart en Venetiaans rood
In het Rembrandthuis Het Rembrandthuis is het vroegere woonhuis van Rembrandt van Rijn, de beroemdste schilder uit de zeventiende eeuw. Hij woonde er van 1639 tot 1658. In 1639 ging het hem voor de wind, hij had voldoende opdrachten en kon het huis voor 13.000 gulden kopen, te betalen in termijnen. In 1658 moest Rembrandt zijn huis verlaten, omdat hij het niet meer kon afbetalen. Hij was failliet gegaan. Het huis en alle bezittingen moesten worden verkocht, nadat ze waren genoteerd in een lijst, een zogenoemde ‘boedelinventaris’. Op basis van die inventaris is het huis nu zoveel mogelijk ingericht als toen Rembrandt er woonde, met bedsteden, open haarden en allerlei meubels. In het souterrain is een keuken. Via een wenteltrap bereik je de begane grond met een ruime hal waar Rembrandts bezoekers het huis binnenkwamen, daarnaast een ontvangstkamer, een kamertje waar etsen werden afgedrukt en de woonkamer van Rembrandt en zijn vrouw Saskia. In de hal (‘Voorhuys’), de ontvangstkamer (‘Sydelcaemer’) en de woonkamer (‘Sael’) hangen schilderijen, niet alleen van Rembrandt, maar vooral ook van tijdgenoten, voorlopers, leerlingen en van zijn leermeester Pieter Lastman. De voorhal (‘Voorhuys’) in het Rembrandthuis
n de voorhal en de woonkamer hangen twee schilderijen die de leerlingen kennis laten maken met uitbeeldingen van Ovidius’ verhalen. Op de eerste verdieping is Rembrandts atelier. De kamer ernaast staat vol met voorwerpen uit alle delen van de wereld die Rembrandt verzamelde, zoals gedroogde dieren, waaronder een paradijsvogel, vreemde wapens en kleurige schelpen, maar ook gipsen koppen van Romeinse keizers en Griekse filosofen.
Een wandeling door het oude huis eindigt op de tweede verdieping. Daar is een kamer waarin vroeger Rembrandts leerlingen werkten. Nu vind je in dit leerlingenatelier het begin van de tentoonstelling Peter Vos Metamorfosen. Hiervandaan wordt vervolgens de tentoonstellingszaal in de moderne museumvleugel betreden. In de tweede tentoonstellingszaal, een verdieping lager, vinden de leerlingen een selectie van de etsen van Rembrandt. Het Rembrandthuis bezit afdrukken van 260 van de 290 etsen die Rembrandt ooit maakte! Vooral interessant in verband met de tentoonstelling van Peter Vos zijn de vijf etsen waarop Rembrandt dieren heeft afgebeeld en een ets met als onderwerp het verhaal van Jupiter en Antiope, afkomstig uit de Metamorphosen van Ovidius.
Rembrandts etsen Verspreiding Als je aan Rembrandt denkt, denk je al snel aan zijn wereldberoemde schilderijen, zoals bijvoorbeeld De Nachtwacht. Wat weinig mensen zich beseffen, is dat schilders in de tijd van Rembrandt vooral bekend werden door het verspreiden van hun prenten. Internet en fotocamera’s bestonden nog niet, maar door het drukken van etsen en andersoortige prenten kon het werk van de grote kunstenaars door heel Europa worden verspreid. In het Rembrandthuis wordt uitgelegd hoe zo’n ets in Rembrandts tijd gemaakt werd.
Abraham Bosse, Een drukkerswerkplaats, 1642, ets
Historie In de zeventiende eeuw bestond er in de schilderkunst een bepaalde hiërarchie in onderwerpen. Het stilleven stond daarbij helemaal onderaan, bovenaan stond de verhalende schilderkunst, de zogenoemde ‘historie’. Daaronder vielen Bijbelse of andere religieuze taferelen, thema’s uit de klassieke mythologie, uit de literatuur, en allegorieën.
Onderwerpen bij Rembrandt De zogenaamde ‘Pre-Rembrandtisten’, de directe voorgangers van Rembrandt, schilderden bijna uitsluitend historiestukken. Pieter Lastman, de leermeester van Rembrandt, behoorde ook tot die groep. Rembrandt ging bij hem in de leer, juist omdat hij historieschilder wilde worden. Rembrandt schilderde vooral onderwerpen uit de Bijbel, maar ook scènes uit de klassieke mythologie. Die thema’s zien we ook weer terug in zijn etsen. Daarnaast maakte hij ook veel etsen met tafereeltjes uit het dagelijks leven.
Dieren uit het dagelijks leven
Pieter Lastman, Odysseus en Pallas Athene, 1625, doek
Dieren komen bij Rembrandt in alle genres voor, soms als hoofdonderwerp, maar veel vaker ergens in een hoekje of op de achtergrond. Anders dan bij Peter Vos zijn bij Rembrandt dieren bijna nooit een hoofdrol toebedeeld. Soms beeldt Rembrandt een fantasiedier uit, zoals De Phoenix, de vogel die uit zijn as herrijst, of de monsterlijke dierwezens uit de apocalyptische droom van de Bijbelse Daniël. Maar meestal beeldt Rembrandt dieren af op basis van eigen waarneming. Er zijn vroege etsen waarop Rembrandt een leeuw heeft uitgebeeld, waarbij je merkt dat hij nog nooit een leeuw in het echt heeft gezien. Maar enige jaren later heeft Rembrandt blijkbaar een echte leeuw kunnen uittekenen, misschien in een circus. De leeuwen die hij daarna op zijn etsen uitbeeldt, zien er Rembrandt, De Phoenix, 1658, ets en droge naald overtuigend uit.
Het zijn meestal geen sierlijke dieren bij Rembrandt: keffende straathonden, een dik varken vlak voor de slacht, dode ratten, eenden in de sloot… Rembrandt heeft zelfs op de voorgrond van een ets met de Bijbelse scène van De Barmhartige Samaritaan een poepende hond afgebeeld. En de Phoenix ziet er een beetje uit als een kale vogel. Met zo’n soort realisme kon ook een verheven gebeurtenis naar het dagelijks leven worden getrokken. Peter Vos, die een groot bewonderaar was van Rembrandt, wilde onwaarschijnlijke gebeurtenissen er zo overtuigend uit laten zien alsof ze echt konden plaatsvinden. Op dat punt ontmoeten beide kunstenaars elkaar.
Rembrandt, De Barmhartige Samaritaan, 1633, ets en burijn
Powerpoint Bij deze lesbrief hoort een Powerpoint, om de leerlingen voor het bezoek aan het museum te informeren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Titel: Metamorfosen. Uitbeeldingen van vroeger tot Vos Peter Vos, Metamorfose van Antigone tot ooievaar, 2003 Lucas van Leyden, Piramus en Thisbe, 1514 Hendrick Goltzius, Juno ontvangt van Mercurius de ogen van Argus, 1615 Rembrandt, Jupiter en Antiope, ca. 1631 Valentine Green, Jupiter en Io, ca. 1780 Anthony Cardon, Narcissus in een bloem veranderd, 1812 Peter Vos, Metamorfose van Tereus tot hop, 1984 Peter Vos, Metamorfose van Nyctimene tot steenuil, 2003 Peter Vos, Drie eksters: Pica Pica, 1981 Peter Vos, Metamorfose van negen dochters van Pierus tot eksters, 2003 Peter Vos, Uilensonnet: enjambement, 2001
Wedstrijd Aan het eind van bezoek aan het museum en de tentoonstelling worden de leerlingen uitgedaagd om achteraf een creatieve reactie te geven in de vorm van een tekening, gedicht, fotomontage of wat dan ook over hun favoriete metamorfose. De leerlingen wordt gevraagd mee te doen aan de wedstrijd die aan de tentoonstelling verbonden is. Er zijn mooie prijzen te winnen. Meer informatie volgt op de website: www.rembrandthuis.nl.
© 2013 Museum Het Rembrandthuis Afdeling Educatie en Publieksbegeleiding Tekst: Robin van der Maat en Aernout Hagen De gebruikte vertaling van Ovidius is die van M. d’Hane-Scheltema, 1993