PESTPROTOCOL (versie april 2014)
Op de Lispeltuut willen wij de kinderen een veilige leeromgeving bieden. Kinderen moeten zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. Een gevoel van veiligheid binnen de school en op het schoolplein draagt daartoe bij. De veilige leeromgeving vereist een veilig pedagogisch klimaat. Dit komt niet vanzelf, maar vraagt continue aandacht. Ter ondersteuning wordt het programma De Vreedzame School gebruikt. De lessen uit dit programma zijn verdeeld over het jaar ingeroosterd. Jaarlijks worden de ouders tijdens de informatieavond geïnformeerd over De Vreedzame School. Ondanks alle inzet en aandacht voor het pedagogisch klimaat kan het toch voorkomen dat een kind wordt gepest. Dit is niet acceptabel, want in een klimaat waarin pesten wordt gedoogd of niet wordt opgemerkt, wordt de pedagogische structuur en de veiligheid ernstig aangetast. Het pestprotocol geeft handvatten bij het aanpakken van pestgedrag en wordt door team en MR onderschreven. Dit pestprotocol bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Kader 2. Schoolbeleid 3. Achtergrondinformatie Bijlagen: - Stappenplan: werkinstructie bij pest incidenten - Registratieformulier
1. Kader Op 1 augustus 2015 treedt de anti-pestwet in werking. Dat betekent dat alle scholen in het funderend onderwijs vanaf dat moment een anti-pestmethode moeten gebruiken die voldoet aan een aantal criteria. Ook moeten scholen de sociale veiligheid monitoren en een vertrouwenspersoon annex pestcoördinator hebben. De Inspectie gaat erop toezien dat scholen de wet naleven. 2. Schoolbeleid Op de Lispeltuut wordt gewerkt met het programma De Vreedzame School, een schoolbreed programma dat investeert in een veilig klimaat en het verbeteren van relaties binnen de school. Op die manier wil de school streven
1
naar het creëren van een sfeer waarin harmonie en respect centraal staan en pesten en ander agressief gedrag niet getolereerd worden. 1 In iedere groep wordt direct vanaf de start van het schooljaar gebruik gemaakt van het programma de Vreedzame School. Gedurende eerste 10 schooldagen wordt het programma dagelijks ingezet. In deze periode worden gedragsregels op groepsniveau (opnieuw) vastgesteld. Alle teamleden zijn op de hoogte van het pestprotocol en bijbehorend stappenplan, en weten dus hoe te handelen bij pestgedrag. Binnen de school zijn twee contactpersonen aangesteld. Iedereen kan een afspraak maken voor een gesprek met één van hen of beiden. 3. Achtergrondinformatie Begripsomschrijving: Plagen en pesten, wat is daar het verschil tussen? Bij plagen is sprake van een gelijke machtsverhouding. De betrokkenen zijn sociaal even sterk. Er is geen winnaar of verliezer. Degene die geplaagd wordt, kan zichzelf verdedigen. Pesten is systematisch psychisch en/of fysiek mishandelen. De betrokkenen zijn niet gelijk aan elkaar, op sociaal niveau ook op machtsniveau en plaats in de groep. Voorbeelden van specifiek pestgedrag Pesten kan verbaal gebeuren. Echt face to face, schriftelijk of via de social media Pesten kan ook fysiek zijn, aan iemand of aan zijn of haar spullen zitten. Het pesten kan daarnaast bestaan uit intimidatie, door bijv. iemand op te wachten, achterna te lopen, te dwingen tot handelingen. Er is sprake van pestgedrag als een eenmalige gebeurtenis zich herhaalt. De veiligheid (van de omgeving) van een kind is/wordt aangetast. Rolverdeling Bij pestgedrag zien we altijd de onderstaande rolverdeling: het gepeste kind; de pester(s); de meelopers en andere kinderen. Het gepeste kind Waarom wordt het ene kind gepest en het andere niet. Het kan te maken hebben met uiterlijk, gedrag mindere weerbaarheid. Pesten versterkt de onzekerheid van het kind. Gepest worden kan leiden tot eenzaamheid, zeker als een kind weinig vriendjes heeft om in pestsituaties op terug te vallen. Soms gaat de omgang met volwassenen hen beter af. Hulp is nodig om de situatie te veranderen. 1 In de (nog te verschijnen) gedragsmodule behorende bij De Vreedzame School wordt meer aandacht
besteed aan wat te doen als er - ondanks de preventieve aandacht - toch een pestincident op school optreedt. Hierbij wordt de in het programma al benoemde ‘oplossingsgerichte pestaanpak’ verder uitgewerkt, waarbij de principes van De Vreedzame School centraal staan (o.a. benutten van de rol van de leerlingen in het werken aan een oplossing).
2
De pester Vaak betreft het kinderen die hun ‘populariteit’ in de groep te danken hebben aan de angst van anderen voor hun macht. Macht, gebaseerd op niet-sociaal gedrag en/of fysieke kracht, waardoor ze anderen mee krijgen en hun positie veilig stellen. Het kan zijn dat de pester vroeger zelf gepest is. Hij/zij kan nu zelf ook last hebben van zijn/haar pestgedrag. Ook de pester heeft hulp nodig om de situatie te veranderen. Nadruk moet liggen op aanleren van goede sociale vaardigheden en leren omgaan met agressie. De meelopers en de andere kinderen De meeste kinderen zijn niet direct actief betrokken bij pesten. Er zijn kinderen die niet merken of niet willen weten dat er wordt gepest in hun directe (school)omgeving. Sommige kinderen houden enige afstand en andere kinderen doen uit angst of stoerheid incidenteel mee. Dit zijn de zogenaamde meelopers. Het heeft absoluut zin om op te staan tegen pesten! Zodra anderen een gepest kind te hulp komen, pesters zeggen op te houden of het pestgedrag melden, verandert de situatie aanzienlijk. Pesten wordt minder vanzelfsprekend en draagt bovendien grotere risico's met zich mee. De situatie voor meelopers verandert, doordat duidelijk wordt dat het geen groepsnorm is om mee te gaan met pestgedrag. Omdat meelopers graag bij de norm en de grote groep horen, zijn zij niet bereid (en in staat) risico’s te lopen waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien.
Te verwachten problemen bij de aanpak van pesten Bij het gepeste kind Een kind dat gepest wordt, schaamt zich vaak. Veel gepeste kinderen zwijgen hierover en vereenzamen. De angst van het gepeste kind wordt aanvankelijk nog groter, als het pesten bespreekbaar wordt gemaakt. Het kind is bang dat het gevolg zal zijn dat er nog meer gepest gaat worden dan daarvoor. Bij de pester Als pesten wordt aangepakt, ziet de pester zich vaak in zijn machtsspel bedreigd. Soms blijken pesters echter blij te zijn met een duidelijke aanpak. Er wordt immers ook aandacht besteed aan hun onmacht om normaal met andere kinderen een relatie op te bouwen. Bij de meelopers en de andere kinderen Sommige kinderen in de omgeving van het pestgedrag voelen zich schuldig, omdat ze niet op zijn gekomen voor het slachtoffer door actief te helpen of een volwassene te hulp roepen.
3
Bij de ouders Ouders van het gepeste kind zijn emotioneel betrokken en willen vaak dat het pesten direct stopt. Ouders van meelopers of pesters hebben vaak moeite hun kind te zien in de rol van meeloper of pester. Sommige ouders zien de ernst van de situatie onvoldoende in. Zij vertalen het pestgedrag van hun kind in weerbaar gedrag of zien er niets meer in dan plagen. Ouders beschikken echter lang niet altijd over de juiste informatie. Een pester op school hoeft zich in de thuissituatie immers niet als pester te manifesteren. Ook ouders moeten dus vaak doordrongen raken van het ongewenste van het vertoonde pestgedrag. Taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen in onze school Alle betrokkenen op onze school hebben een eigen taak en eigen verantwoordelijkheden als het gaat om het tegengaan van pestgedrag. Ouders algemeen Ouders praten met hun kind over wat hij/zij signaleert, als hij/zij vertelt dat iemand wordt gepest. Ze melden signalen van pestgedrag aan de leerkracht van hun kind. Ouders van het gepeste kind Ouders vragen hun kind wat het voelt en ervaart. Ze proberen de regelmaat van het pesten te ontdekken en geven hun eigen kind tips. Ze melden het pesten bij de leerkracht en maken afspraken over hoe ze het kind samen een gevoel van veiligheid kunnen bieden. Ouders van de pester Ouders proberen met hun kind in gesprek te komen en te blijven. Ze proberen de redenen van het pestgedrag te achterhalen en stellen grenzen en sancties. Ze proberen samen met school oplossingen te zoeken, bijvoorbeeld aanmelding voor sociale vaardigheidstraining. Tips voor ouders: - Neem het probleem van het kind serieus. - Probeer achter de oorzaak te komen. - Bespreek rustig wat pesten is en voor iemand kan betekenen. - Besteed extra aandacht aan uw kind. - Stimuleer uw kind te gaan sporten. - Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. - Leer uw kind voor zichzelf en voor anderen op te komen. - Meld pestgedrag op school en trek samen op met school om het probleem op te lossen. - Geef het goede voorbeeld
Bijlagen: - Stappenplan: werkinstructie bij pest incidenten - Registratieformulier 4
Werkinstructie bij pestincident
LL meldt of LK constateert pestgedrag
LK heeft gesprek met betrokkenen. LK licht ouders van gepeste en pester in.
LK zorgt voor registratie en gespreksverslag in digitaal LL-dossier
-Nee
Verdere actie nodig?
LK stelt IB-er en directie op de hoogte.
LK houdt vinger aan de pols. Ja
LK en IB-er hebben een (separaat) gesprek met ouders van gepeste en pester.
LK en IB-er zorgen voor deskundige interne of externe hulp voor de gepeste LL.
Pestgedrag wordt in team gemeld. Alle teamleden zijn alert.
LK en IB-er zorgen voor deskundige interne of externe hulp voor de pester.
Rapportage aan directie Pestgedrag gestopt?
Directie beslist of inlichten van andere ouders nodig is.
Ja
Blijf alert! LK vraagt regelmatig na.
Nee
Directie/LK/IB-er hebben een gesprek met ouders van pester. Evt. wordt kind ook uitgenodigd. Afspraken vastleggen in contract. Pestgedrag stopt niet. Directie kan besluiten tot schorsing of verwijdering.
Pestgedrag stopt. Directie houdt contact met LK. LK/IB-er zorgt voor duidelijke rapportage.
5
Registratie Pestincidenten SWS De Lispeltuut Alkmaar schooljaar 2013-2014
Datum:
Groep: Naam slachtoffer:
Naam pester:
Aanleiding:
6
Ondernomen actie:
Door wie: