LUCAS Centrum voor Zorgonderzoek & Consultancy Kapucijnenvoer 39 bus 5310 3000 Leuven Tel. + 32 16 33 69 10 Fax. +32 16 33 69 22 www.kuleuven.be/lucas
PERSONEN MET EEN INDICATIE VAN HANDICAP IN DE CENTRA VOOR ALGEMEEN WELZIJNSWERK
Bram Vermeulen Prof. Dr. Koen Hermans
Leuven juni 2013
Colofon Opdrachtgever Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Onderzoeksleiding Prof. Dr. Koen Hermans
Financiering Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Wetenschappelijk medewerkers Bram Vermeulen
Administratieve ondersteuning Lut Van Hoof
Leuven, juni 2013
Inhoud
Inhoud
3
Lijst tabellen
5
Lijst figuren
7
Samenvatting
11
Hoofdstuk 1 Aanleiding turven cliënten CAW op indicaties van handicap
13
1
Vooronderzoek
13
2
Beleidscontext
14
2.1
VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
14
2.2
Perspectiefplan 2020
15
2.2.1 Noodzakelijke uitbreidingen in de andere welzijnssectoren, met het oog op inclusieve ondersteuning van personen met een handicap (doelstelling 1b)
15
2.2.2 De reguliere zorg en ondersteuning toegankelijk maken voor personen met een handicap (doelstelling 9c)
16
3
Besluit: turving CAW als pragmatische nulmeting op korte termijn
19
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethodologie van de turving
21
1
Waarom turven?
21
2
Wie turven?
22
3
Wat turven?
23
3.1
VAPH-erkenning
24
3.2
Financiële tegemoetkoming handicap
24
3.2.1 Inkomensvervangende of integratietegemoetkoming 3.2.2 Ziekte- of invaliditeitsuitkering 3.2.3 Verhoogde kinderbijslag
25 26 26
3.3
Buitengewoon secundair onderwijs
27
3.4
Verblijf in VAPH-voorziening
28
3.5
Instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of psychiatrie
29
3.5.1 Bijzondere jeugdzorg 3.5.2 Psychiatrie
29 30
4
Hoe turven?
30
5
Wanneer turven?
33
6
SWOT-analyse methode turving
33
Hoofdstuk 3 Resultaten van de turving
37
1
Gerealiseerd aantal turvingen
37
2
Representativiteit van de turving
40
2.1
In functie van aantal begeleidingen per CAW
40
2.2
In functie van soort begeleidingen
41
3
Aandeel en aantal cliënten met een indicatie van handicap
43
4
Spreiding indicaties van handicap tussen CAW’s
44
5
Spreiding indicaties van handicap tussen type begeleidingen
47
5.1
In functie van clusters van begeleidingen
48
5.2
In functie van modules van begeleidingen
49
5.3
In functie van typemodules van begeleidingen
49
6
Vergelijking tussen de turving en de Tellus-registratie
51
Hoofdstuk 4 Besluit en aanbevelingen
53
1
Doelstelling en resultaat onderzoek
53
2
Inclusie als gezamenlijke uitdaging
54
3
Vertrekken vanuit sociale kwetsbaarheid
55
4
Turven in de toekomst: het e-dossier als opportuniteit
56
Referenties
58
Bijlagen
61
Bijlage 1
Contactpersonen turving per CAW
61
Bijlage 2
Resultaten turven op indicaties van handicap per CAW
62
Lijst tabellen Tabel 1
Relevante strategische projecten uit Perspectief 2020 in functie van turving handicap bij cliënten CAW 15
Tabel 2
Overzicht operationalisering turving indicaties handicap
21
Tabel 3
Aantal geregistreerde cliënten VAPH per zorgvorm over het kalenderjaar 2012
24
Tabel 4
Geografische spreiding van het aantal kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening voor wie een bijkomende bijslag werd uitbetaald in december 2011
27
Tabel 5
Verdeling leerlingen volgens type buitengewoon secundair onderwijs in het schooljaar 2011-2012 28
Tabel 6
Evolutie aantal leerlingen in gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
28
Tabel 7
Eindresultaat turving cliënten CAW in begeleiding per typemodule (in aantallen)
38
Tabel 8
Eindresultaat turving cliënten CAW in begeleiding per typemodule (in %)
39
Tabel 9
Aantal cliënten in begeleiding per CAW, vergelijking Tellus registratie 2011 en turving maart 2013 40
Tabel 10
Aantal cliënten in begeleiding per typemodule, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013 42
Tabel 11
Schatting aantal CAW cliënten in begeleiding met indicatie van handicap
Tabel 12
Aandeel cliënten met indicaties van handicap, vergelijking van de verschillende CAW’s 46
Tabel 13
Indeling begeleidingen in typemodules, modules en clusters
Tabel 14
Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van clusters van begeleidingen 48
Tabel 15
Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van modules van begeleidingen 49
Tabel 16
Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van typemodules van begeleidingen
50
Tabel 17
Resultaten turving CAW Regio Dendermonde
62
Tabel 18
Resultaten turving CAW & Jz Middenkust vzw
63
Tabel 19
Resultaten turving CAW Regio Brugge
64
Tabel 20
Resultaten turving CAW De Papaver
65
Tabel 21
Resultaten turving CAW Midden-West-Vlaanderen
66
Tabel 22
Resultaten turving CAW Stimulans
67
Tabel 23
Resultaten turving CAW Piramide
68
Tabel 24
Resultaten turving CAW Artevelde
69
Tabel 25
Resultaten turving CAW Visserij
70
Tabel 26
Resultaten turving CAW Artevelde en Visserij, gezamenlijke teams
71
43
47
Tabel 27
Resultaten turving CAW Zuid-Oost-Vlaanderen
72
Tabel 28
Resultaten turving CAW Regio Aalst
73
Tabel 29
Resultaten turving CAW Waasland
74
Tabel 30
Resultaten turving CAW Delta
75
Tabel 31
Resultaten turving CAW Regio Vilvoorde
76
Tabel 32
Resultaten turving CAW Oost-Brabant
77
Tabel 33
Resultaten turving CAW Limburg
78
Tabel 34
Resultaten turving CAW Metropool
79
Tabel 35
Resultaten turving De Mare
80
Tabel 36
Resultaten turving CAW De Terp
81
Tabel 37
Resultaten turving CAW Het Welzijnshuis
82
Tabel 38
Resultaten turving CAW De Kempen
83
Tabel 39
Resultaten turving CAW Archipel
84
Tabel 40
Resultaten turving CAW Mozaïek
85
Lijst figuren Figuur 1
Vijf concentrische cirkels van ondersteuning en zorg aan personen met een handicap
17
Figuur 2
Registratie van typemodules van hulpverlening in begeleiding
23
Figuur 3
Evolutie aantal uitkeringsgerechtigden IVT/IT onder 65 jaar, in België (31/12/2002 – 31/12/2011)
26
Figuur 4
Evolutie aantal jongeren in de bijzondere jeugdzorg, 2008-2012
30
Figuur 5
Chronologische verloop turving cliënten CAW op indicaties handicap
33
Figuur 6
SWOT- analyse methode turving
34
Figuur 7
Aandeel cliënten in begeleiding per cluster, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013
42
Figuur 8
Aandeel cliënten in begeleiding met indicatie van handicap volgens turving maart 2013 43
Figuur 9
Box plot met spreiding indicaties van handicap tussen verschillende CAW’s, met weergave minimum, mediaan en maximum
Figuur 10
45
Cliënten in begeleiding die ooit buitengewoon secundair onderwijs hebben gevolgd, per cluster, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013 51
Samenvatting
Het doel van dit beleidsgericht onderzoek is om het aantal personen met een (indicatie van) handicap die gebruik maken van de Centra Algemeen Welzijnswerk in kaart te brengen. De beleidsaandacht voor het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap is het gevolg van twee evoluties. Ten eerste vraagt het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap om de resultaten van het gevoerde inclusief beleid te monitoren. Ten tweede wil het Perspectiefplan 2020 zowel de toegankelijkheid van reguliere diensten verhogen als de noodzakelijke uitbreidingen realiseren binnen andere welzijnssectoren in functie van meer inclusieve ondersteuning. Dit onderzoek is het vervolg op een kortdurend ad hoc project van het Steunpunt WVG, waarin we vaststelden dat de huidige registratiecijfers van de CAW onvoldoende betrouwbaar en valide zijn om uitspraken te doen over de aanwezigheid van personen met een handicap binnen het CAW-cliënteel. In overleg zijn daarom alle CAW-cliënten in begeleiding geturfd op 5 verschillende indicaties van handicap, namelijk (1) een VAPH-erkenning, (2) recht op financiële tegemoetkoming handicap, (3) ooit buitengewoon secundair onderwijs gevolgd hebben, (4) ooit in VAPH-voorziening verbleven en (5) ooit in bijzondere jeugdzorg of psychiatrie verbleven. Bij de eerste vier indicaties hebben de personen in het verleden een medisch of interdisciplinair onderzoek ondergaan. De vijfde indicatie is opgenomen om de grijze zone tussen het VAPH, de bijzondere jeugdzorg en de psychiatrie in beeld te brengen. Alle CAW’s hebben in maart 2013 in totaal 12.655 cliënten met een begeleidingsplan geturfd door middel van een gestandaardiseerde methode. Er is niet geturfd op het onthaal. Op basis van de registratiegegevens omvat deze turving ongeveer 1/3de van het totale aantal begeleidingen op jaarbasis. Er zijn geen aanwijzingen van ernstige systematische vertekeningen in de gerealiseerde turving, zowel in functie van het aanbod van begeleidingen als de geografische spreiding. De resultaten van de turving tonen aan dat een groep van personen met een handicap reeds gebruik maakt van CAW-begeleiding. De omvang verschilt naar gelang de gehanteerde indicatie van handicap. In totaal heeft 10,9% van de geturfde cliënten in begeleiding een VAPH-erkenning. Dit komt overeen met 4.400 cliënten met een VAPH-erkenning op jaarbasis. Het aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap bedraagt 13,6%, of 5.500 cliënten op jaarbasis. Volgens de turving heeft 13,0% van de cliënten buitengewoon secundair onderwijs gevolgd, ofwel 5.300 cliënten op jaarbasis. Op basis van de turving heeft 2,9% van de cliënten ooit in een voorziening van het VAPH verbleven. Dat komt overeen met 1.200 cliënten op jaarbasis. Bijna 1 op 4 heeft volgens de turving ooit in een instelling van de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie verbleven, ofwel bijna 10.000 cliënten. In totaal is bij 37,1% van de geturfde cliënten minstens één van deze indicaties van handicap aanwezig. Dat zijn ongeveer 15.000 cliënten op jaarbasis. Het aandeel cliënten met een indicatie van handicap varieert naargelang de focus van de begeleiding. De clusters thuisloosheid en financieel scoren het hoogt. Zo heeft 15% van de cliënten in de cluster thuisloosheid een erkenning van het VAPH en 35% een instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of psychiatrie. In de cluster financieel heeft 1/5de van de cliënten recht op een financiële tegemoetkoming handicap. Ook tussen de CAW’s varieert het aandeel cliënten in begeleiding met een indicatie van handicap sterk.
11
Deze resultaten zijn een startpunt voor de beleidsdoelstelling om het gebruik van de CAW’s door personen met een handicap te verhogen, wat in Perspectiefplan 2020 als een kritische succesfactor staat omschreven. Hoofdstuk 1 verduidelijkt de aanleiding van deze turving door de beleidscontext te schetsen. In het tweede hoofdstuk bespreken we de concrete operationalisering van de turving en de sterktes en zwaktes van deze methode. Het derde hoofdstuk bevat de resultaten van de turving. In het vierde hoofdstuk formuleren we op basis van deze resultaten conclusies en aanbevelingen.
Hoofdstuk 1 Aanleiding turven cliënten CAW op indicaties van handicap
Dit hoofdstuk bespreekt eerst het vooronderzoek dat aanleiding gaf tot het turven1 van cliënten van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk op indicaties van handicap. Daarna schetsen we de beleidscontext om te kaderen waar deze vraag vandaan komt. Ten slotte vat het besluit samen hoe de turving binnen de beleidscontext kadert.
1
Vooronderzoek
Het Steunpunt WVG voerde tussen 1 september 2012 en 31 december 2012 in opdracht van Jo Vandeurzen, minister van welzijn, volksgezondheid en gezin, een ad hoc onderzoek uit naar het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap. Het beleid heeft een nulmeting nodig om de mate van inclusie van personen met een handicap te kunnen monitoren. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap en het Perspectiefplan 2020 vergroten zowel expliciet als impliciet de druk op alle stakeholders om op basis van betrouwbaar cijfermateriaal te discussiëren over de mate van inclusie van personen met een handicap. De opdrachtgever duidde vier reguliere welzijnsdiensten aan, namelijk (1) diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg, (2) kinderdagverblijven, diensten voor onthaalouders en de voor- en naschoolse opvang (IBO’s), (3) Centra voor Algemeen Welzijnswerk en (4) de Centra voor Integrale Gezinszorg. Het was de bedoeling om een nulmeting in deze reguliere welzijnsdiensten uit te voeren, en indien niet mogelijk, aanbevelingen te formuleren om die nulmeting in 2013 te realiseren. Het eindrapport2 (Vermeulen e.a., 2013) bevat voor de verschillende diensten een inventaris en analyse van de beschikbare registratie- en surveygegevens. Het onderzoek resulteerde in pragmatische pistes om op korte termijn aan de hand van de beschikbare beleidsdefinities van handicap een nulmeting uit te voeren. Specifiek voor de Centra voor Algemeen Welzijnswerk was er een brede consensus tussen de Federatie CAW, het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en het kabinet dat de gegevens uit het registratiesysteem Tellus niet bruikbaar zijn in kader van deze nulmeting. De bestaande registratiegegevens die een indicatie zijn van handicap zijn onvoldoende betrouwbaar. Dit is zowel het gevolg van het ontbreken van een unieke cliëntidentificator als de niet-verplichte registratie van de variabelen die een indicatie zijn van handicap. Systematische vertekeningen in de bestaande registratiegegevens zijn dus niet uit te sluiten (Vermeulen e.a., 2013, pp.68-69). In samenspraak met de Federatie CAW zijn verschillende pistes besproken om de doelgroep van personen met een handicap in kaart te brengen. Zo is er niet gekozen voor een survey bij het cliënteel 1
2
Van Dale woordenboek omschrijft turven als ‘tellen door streepjes te trekken’ Eindrapport vooronderzoek online beschikbaar op http://steunpuntwvg.be/publicaties
13
Hoofdstuk 1
van de CAW. Het is zeer moeilijk om een representatieve steekproef te bekomen, en dit vraagt grote inspanningen (DeSmet e.a., 2010). Binnen de sector zijn er ook geen grootschalige surveys gepland waarbij de nulmeting zou kunnen aanhaken. Er is ook geen draagvlak gevonden om Tellus te gebruiken waarbij gedurende een afgebakende periode de dieperliggende variabelen rondom handicap consistent geregistreerd zouden worden. Om op korte termijn een nulmeting te realiseren, heeft de beleidsgroep CAW op 5 december 2012 gekozen voor de piste van het turven van cliënten op indicaties van handicap. De voorgestelde procedure om deze turving uit te rollen wordt in dit rapport uitgewerkt. LUCAS - Centrum voor Zorgonderzoek & Consultancy voerde tussen 1 januari 2013 en 31 juni 2013 deze turving uit in opdracht van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
2
Beleidscontext
De aandacht voor het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap kan vanuit verschillende invalshoeken verklaard worden. Ten eerste vermelden we beknopt3 het belang van het Verdrag van de Verenigde Naties betreffende de rechten van personen met een handicap. Dit Verdrag uit 2006, geratificeerd door België in 2009, is het richtinggevend kader op alle beleidsniveaus. Ten tweede verduidelijken we hoe dit onderzoek past binnen het Perspectiefplan 2020. Dit plan verduidelijkt de Vlaamse visie en doelstellingen rond het nieuw ondersteuningsbeleid ten opzichte van personen met een handicap.
2.1
VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap is relevant in het kader van dit onderzoek omdat het ten eerste een brede definitie van handicap hanteert die niet langer vertrekt vanuit een medisch model van handicap. “Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.” (Verenigde Naties, 2006, art.1) Deze definitie vertrekt vanuit een sociaal model van handicap, waarin de rol van de omgeving wordt benadrukt die diverse drempels creëert en die een rem vormen op de volwaardige participatie van personen met een handicap. Het VN-Verdrag is ten tweede relevant omdat het burgerschapsmodel centraal staat dat een inclusief beleid vraagt. Personen met een handicap moeten daarom in de toekomst meer gebruik kunnen maken van niet-categoriale dienstverlening (Vandeurzen, 2010, pp.26-27). De zorg is zoveel mogelijk gewoon, zo weinig mogelijk uitzonderlijk.
3
14
Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap wordt uigebreider toegelicht in het vooronderzoek (Vermeulen e.a., 2013, pp.13-17).
Aanleiding turven cliënten CAW op indicaties van handicap
Ten derde roept het VN-Verdrag op om de leefsituatie en de resultaten van het inclusief beleid te monitoren. Door het VN-Verdrag te ratificeren verbindt België er zich toe om: “… relevante informatie te verzamelen, met inbegrip van statistische en onderzoeksgegevens, teneinde hen in staat te stellen beleid te formuleren en te implementeren ter uitvoering van dit Verdrag” (Verenigde Naties, 2006, art.31) Indien inclusieve ondersteuning van personen met een handicap een beleidsdoelstelling is, dan moeten de resultaten van een inclusief beleid ook in kaart worden gebracht, volgens het VN-Verdrag.
2.2
Perspectief 2020
Perspectief 2020 schetst het kader voor het nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen. Hierin4 staan twee doelstellingen centraal: In 2020 is er een garantie op zorg voor de personen met een handicap met de grootste ondersteuningsnood in de vorm van zorg en assistentie in natura of in contanten. In 2020 genieten geïnformeerde gebruikers van vraaggestuurde zorg en assistentie in een inclusieve samenleving. Dit wil zeggen dat de regie van de zorg in handen moet zijn van de persoon met de handicap zelf of zijn directe omgeving, en niet vanuit het aanbod van de voorzieningen. De Vlaamse Regering keurde de conceptnota goed in juli 2010. Er zijn elf strategische projecten en te ondernemen acties opgelijst om de twee doelstellingen te realiseren tegen 2020. Dit onderzoek levert beleidsinformatie aan die aansluit bij twee strategische projecten. We bespreken achtereenvolgens deze twee projecten. Tabel 1
Relevante strategische projecten uit Perspectief 2020 in functie van turving handicap bij cliënten CAW
1) De uitbreiding realiseren van het ondersteuningsaanbod binnen welzijn 1b) Noodzakelijke uitbreidingen in de andere welzijnssectoren, met het oog op inclusieve ondersteuning van personen met een handicap
9) Het inclusiegegeven uitwerken in het eigen beleidsdomein 9c) De reguliere zorg en ondersteuning toegankelijk maken voor personen met een handicap Bron: Vandeurzen, 2010, pp. 30-31
2.2.1
Noodzakelijke uitbreidingen in de andere welzijnssectoren, met het oog op inclusieve ondersteuning van personen met een handicap (doelstelling 1b)
De conceptnota van Perspectiefplan 2020 moet tegen het einde van de regeerperiode 2009-2014 omgezet worden in concrete acties omtrent de noodzakelijke uitbreidingen. De resultaten van dit onderzoek kunnen een geobjectiveerde uitbreiding van het aantal voltijds equivalenten binnen de reguliere welzijnsdiensten mee onderbouwen.
4
Conceptnota Perspectiefplan 2020 is beschikbaar op http://www.jovandeurzen.be/sites/jvandeurzen/files/conceptnota%20pmh.pdf
15
Hoofdstuk 1
“Naarmate de stappen tot inclusie daadwerkelijk gezet worden gaat de druk op de andere welzijnssectoren, om hun dienstverlening ook ter beschikking te stellen van de personen met een handicap, opgevoerd worden.” (Vandeurzen, 2010, p.35) Deze discussie kadert zo in een algemene beleidsdoelstelling om de zorg te vermaatschappelijken. Over de sectoren en doelgroepen heen zet het beleid in op een verschuiving weg van grootschalige, intramuraal georiënteerde, categoriale zorg. Indien mogelijk wordt de zorg uitgebouwd in de thuissituatie. De keuze voor de versterking van reguliere welzijnsdiensten wordt niet enkel op basis van de nood aan inclusie gelegitimeerd, maar ook in termen van efficiëntie en kostenbesparingen. Zo stelt Perspectief 2020 dat de reguliere welzijnsdiensten ervoor kunnen zorgen dat de druk op het VAPH vermindert. “Deze eerstelijnshulpverlening, direct en zonder drempel in te schakelen, moet toelaten om de zelfredzaamheid van de persoon met een handicap en zijn sociale context maximale kansen te geven. Tevens verhindert een dergelijk aanbod dat men onnodig of te vroegtijdig gebruik maakt van intensere en duurdere vormen van ondersteuning die niet rechtstreeks toegankelijk zijn.” (Vandeurzen, 2010, pp.26-27) Bij de bespreking5 van het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 geeft de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin aan dat de CAW’s extra middelen krijgen om hun hulpverleningsaanbod toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Over een verdere overheveling van middelen zal onderhandeld moeten worden. “Met het oog op een inclusieve benadering wordt 500.000 euro overgeheveld naar de CAW’s, waarmee ze de nodige competentie kunnen opbouwen om hun hulpverleningsaanbod toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Een vergelijkbare operatie vindt plaats binnen de gezinszorg en de kinderopvang. In alle reguliere welzijnsdiensten loopt een wetenschappelijke nulmeting om uit te maken welk gebruik personen met een handicap maken van die reguliere welzijnsdiensten. Met het oog op een structurele overheveling van middelen zal onderhandeld worden over het extra aandeel hulp aan personen met een beperking dat de reguliere diensten zouden moeten leveren.” (Vandeurzen, 2012, p.81) 2.2.2
De reguliere zorg en ondersteuning toegankelijk maken voor personen met een handicap (doelstelling 9c)
Het streven naar een inclusief beleid draait niet alleen om middelen, maar ook om de organisatie van de zorg. De reguliere welzijnsdiensten moeten ook toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wil daarom het inclusiegegeven uitwerken binnen de eigen Agentschappen. Daarbij komt professionele reguliere eerstelijnszorg, samen met de nulde lijn, voor de categoriale zorg (Vandeurzen, 2010, p.59). 5
De Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid besprak het ontwerp van decreet
houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 midden november 2012 in samenhang met de beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2012-2013. Dit verslag is beschikbaar op http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/g15-3-j.pdf (Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 15/3J).
16
Aanleiding turven cliënten CAW op indicaties van handicap
In de conceptnota6 persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap wordt de organisatie van de zorg en ondersteuning aan personen met een handicap verduidelijkt door middel van een ondersteuningssysteem dat bestaat uit vijf concentrische cirkels. Daarbij staat elke cirkel voor een partij die een rol kan opnemen in de zorg en ondersteuning aan personen met een handicap (Vandeurzen, 2013, pp.5-6). Onderstaande figuur verduidelijkt dit model, waarbij de persoon met een handicap centraal staat.
Figuur 1 Vijf concentrische cirkels van ondersteuning en zorg aan personen met een handicap
Bron: Vandeurzen, 2013, p.6
1. Zelfzorg: de zorg en ondersteuning die de persoon met een handicap zelf opneemt; 2. Gebruikelijke zorg: de normale dagelijkse zorg en ondersteuning die gezinsleden die onder hetzelfde dak wonen geacht worden voor elkaar opnemen; 3. Zorg en ondersteuning die geboden worden door familie, vrienden en/of informele contacten; 4. Professionele zorg en ondersteuning vanuit de algemene zorg en dienstverlening: diensten maatschappelijk werk, centra algemeen welzijnswerk, diensten gezinszorg, initiatieven kinderopvang… Deze vorm van ondersteuning is voor alle burgers toegankelijk; 5. Professionele zorg en ondersteuning door het VAPH gefinancierd.
Deze cirkels zijn complementair, en niet subsidiair7, wat wil zeggen dat verschillende ondersteuningssystemen elkaar niet uitsluiten. Het inzetten van gespecialiseerde ondersteuning vanuit
6
De conceptnota persoonsvolgende financiëring heeft als doel het nieuwe decretaal kader voor te bereiden
waarin het toekomstig financieringsinstrument vervat zit dat bijdraagt aan vraaggestuurde zorg en ondersteuning en aan zorggarantie voor de mensen met een handicap. http://www.jovandeurzen.be/sites/jvandeurzen/files/conceptnota%20PVF_1.pdf 7
“De belangrijkste bezorgdheid [van het Raadgevend Comité VAPH] was dat het een normatief model zou
worden, waardoor ouders in de tweede cirkel een minimumaantal uren zorg zouden moeten garanderen vooraleer ze
17
Hoofdstuk 1
het VAPH kan dus samen gaan met reguliere ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit de Centra Algemeen Welzijnswerk. De concentrische ondersteuningscirkels zijn dynamisch georganiseerd zodat de persoon met een handicap kan overschakelen van de binnenste naar de buitenste cirkels, en omgekeerd, in functie van de actuele noden. De organisatie van de ondersteuning voor personen met een handicap is een gedeelde verantwoordelijkheid (Vandeurzen, 2013, p.7). Met betrekking tot de complementariteit en dynamiek tussen de reguliere en gespecialiseerde zorg zijn er twee spanningsvelden. Ten eerste gaat de discussie over het aandeel en aantal personen met een handicap dat de reguliere diensten moeten ondersteunen. Het beleidsmatig streven naar inclusieve reguliere zorg wordt zo een evenwichtsoefening, omdat de reguliere diensten enerzijds al inclusief werken: “Vermaatschappelijking van de zorg toegepast op de sector van personen met een handicap betekent niet dat de verantwoordelijkheid wordt afgeschoven op de reeds overbevraagde reguliere diensten. Uit de praktijk blijkt dat veel sectoren (gezinszorg, kinderopvang enzovoort) reeds ondersteuning verlenen aan personen met een handicap. De essentie is dat die diensten goed ondersteund moeten worden om hun competenties uit te breiden zodat ze kwaliteitsvol kunnen werken.” (Vandeurzen, 2013, p.62) Anderzijds bestaat de verwachting dat reguliere diensten meer personen met een handicap kunnen ondersteunen door hun aanbod meer open te stellen: “Beleidsaanbeveling 9 stelt dat vraaggestuurde reguliere zorg voor personen met een handicap een topprioriteit is. Zij moet zowel kwantitatief als kwalitatief fors versterkt worden. Aan de vraaggestuurdheid van de diensten hapert nog een en ander, wat de sterke bewoording verklaart. […] De sectoren kinderopvang, algemeen welzijnswerk en gezinszorg zullen volgend jaar gestimuleerd worden om hun aanbod meer open te stellen voor personen met een handicap.” (Van Baelen, 2012, p.11) Een tweede spanningsveld tussen de vierde en vijfde ondersteuningscirkel situeert zich in de perceptie van de professionals. De beleidsmatige omslag van categoriale naar reguliere zorg blijkt niet voor alle zorgverleners vanzelfsprekend. Breda en Gevers (2011) evalueerden het experiment van het persoonsgebonden budget. Zij concluderen dat zorgverleners uit de VAPH-sector te veel een beroep willen doen op gespecialiseerde zorg, omdat de reguliere zorg volgens hen te weinig toegankelijk zou zijn voor personen met een handicap. Als de perceptie bestaat dat de kinderopvang, de gezinszorg, de CAW niet toegankelijk zijn voor personen met een handicap, dan zal de omslag naar reguliere zorg onderbenut blijven. Een tweede vaststelling van Breda en Gevers (2011) is dat zorgverleners te veel vanuit het huidige VAPH aanbod naar de zorgvraag van de gebruiker kijken. De gebruikers willen eerder een beroep doen op reguliere ondersteuning (thuishulp, poetshulp, …) en wensen dit te betalen met VAPH-middelen. De conclusie is dat een meer flexibele en afdoende reguliere een beroep konden doen op de derde cirkel. Om dat te vermijden, is het woord subsidiair vervangen door complementair.” (Van Baelen, 2012, p.11) De Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid hield op dinsdag 6 november 2012 een gedachtewisseling met de heer Jean-Pierre Van Baelen, voormalig veranderingsmanager van het ondersteuningsbeleid personen met een handicap, over de stand van zaken van het Projectplan Zorgvernieuwing na het tweedaagse colloquium Perspectiefplan 2020. Verslag van deze gedachtewisseling is beschikbaar op http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/g1806-1.pdf (Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 1806/1)
18
Aanleiding turven cliënten CAW op indicaties van handicap
dienstverlening mogelijk heel wat van de aan het VAPH gestelde zorgvragen kan opvangen en voorkomen (Hermans, 2012, pp.202-203). Dat vereist wel dat ook de professionals minder vanuit een categoriaal of sectoraal perspectief de benodigde hulp beoordelen.
3
Besluit: turving CAW als pragmatische nulmeting op korte termijn
Het verhogen van het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap wordt als een kritische succesfactor omschreven om de doelstellingen binnen het Perspectiefplan 2020 te realiseren (Vandeurzen, 2010, pp.26-27). Er moet een ruim aanbod zijn van rechtstreeks toegankelijke handicapspecifieke eerstelijnshulpverlening. Het beleid heeft een startfoto nodig om de mate van inclusie van personen met een handicap in de reguliere welzijnsdiensten te kunnen monitoren. Een nulmeting maakt het mogelijk om toekomstige resultaten van een inclusief beleid in kaart te brengen. Het doel van dit onderzoek is dus een beeld te krijgen van het aantal en aandeel personen met een indicatie van handicap die op dit moment gebruikt maken van de hulpverlening van de CAW.
19
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethodologie van de turving
Dit hoofdstuk beschrijft de methodologische aanpak van de turving. We bespreken achtereenvolgens waarom, bij wie, wat, hoe en wanneer er geturfd is. We trekken de lijn van het vorig onderzoeksproject door en werken aan de hand van beleidsdefinities, maar voegen één specifieke vraag toe over het instellingsverleden binnen bijzondere jeugdzorg of psychiatrie. Tabel 2 geeft de belangrijkste aspecten per deelvraag weer. Op het einde vatten we door middel van een sterkezwakteanalyse de belangrijkste elementen van de gehanteerde methode samen. Tabel 2
Overzicht operationalisering turving indicaties handicap
Waarom?
Registratiegegevens Tellus niet geschikt
Wie?
Cliënten in begeleiding (met een begeleidingsplan) tussen 16-65 jaar
Wat?
Vijf ja/nee indicaties van handicap 1. VAPH-erkenning 2. Recht op financiële tegemoetkoming handicap 3. Ooit buitengewoon secundair onderwijs gevolgd hebben 4. Ooit in VAPH-voorziening verbleven 5. Ooit in bijzondere jeugdzorg of psychiatrie verbleven
Hoe?
Geaggregeerd per typemodule begeleiding, niet op individueel niveau
Wanneer?
In de periode 1 maart – 31 maart 2013
1
Waarom turven?
We herhalen kort waarom de registratiegegevens uit Tellus niet gebruikt zijn voor de nulmeting (Vermeulen e.a., 2013, pp.59-64). Er is een consensus tussen de CAW Federatie, het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en het beleid dat de output van Tellus onvoldoende betrouwbaar is om het aantal personen met een handicap die een beroep doen op de CAW in kaart te brengen. Dit is zowel het gevolg van het ontbreken van een unieke cliëntidentificator als de niet-verplichte registratie van de hierboven opgesomde variabelen. Tellus is niet opgebouwd aan de hand van een unieke cliëntidentificator. Daardoor is het aantal cliënten niet hetzelfde als het aantal fysieke, geholpen personen. Personen kunnen meerdere malen, in meerdere typemodules en bij meerdere CAW’s geregistreerd worden. Het is niet mogelijk om deze dubbeltellingen in rekening te brengen. “Ten eerste, kan een cliënt meerdere keren binnen een CAW geholpen worden binnen het kalenderjaar. Indien de vorige hulpverlening (onthaal of begeleiding) afgesloten is, wordt een nieuwe registratiefiche opgestart. Zo kan eenzelfde fysieke persoon meerdere keren geregistreerd worden. Ten tweede, wanneer een persoon meerdere typemodules krijgt binnen het CAW, wordt van iedere typemodule een registratie gemaakt. Het kan gebeuren dat een cliënt na de onthaalfase een begeleiding krijgt in meerdere afdelingen van het CAW naargelang de aard van de 21
Hoofdstuk 2
hulpverlening. Zo kan bijvoorbeeld een relatiebegeleiding in de ene deelwerking gepaard gaan met een schuldbemiddeling door een andere deelwerking. In de meeste gevallen wordt er in de verschillende teams een aparte registratie bijgehouden zodat er ook hier verschillende registratiefiches zijn van dezelfde fysieke persoon. Ten derde, kan een cliënt in de loop van een registratiejaar geholpen worden door meerdere CAW’s. Voor residentiële hulpverlening is het mogelijk dat iemand in de loop van het registratiejaar opgenomen wordt in meerdere opvangcentra verspreid over Vlaanderen. Ook voor ambulante hulp kan een cliënt aankloppen bij meerdere CAW’s, zeker in steden waar meerdere CAW’s aanwezig zijn.” (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2012, p.28). In Tellus is het mogelijk om de variabelen inkomensbron, voorafgaande situatie (bv. instellingsverleden) en scholingsgraad te registreren. De achterliggende filosofie van het Tellussysteem is dat registratie van de niet-verplichte variabelen enkel zinvol is als de cliënt het zelf bespreekt en/of als het relevant is voor de hulpverlening. Tellus is volgens de sector geen vragenlijst en hulpverleners registreren wat ze weten uit de hulpverleningsgesprekken. Het gevolg daarvan is dat door het groot aantal onbekenden en ontbrekende waarden, de bekomen aantallen en percentages ter discussie staan.
4
Wie turven?
De dienstverlening die cliënten ontvangen is ingedeeld in drie fasen, namelijk aanmelding, onthaal of begeleiding (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2012, p.26). 1. Een aanmelding is een vraag naar hulp- en dienstverlening zonder dat er sprake is van een hulpverleningscontact. Hier verwelkomt de CAW-medewerker de hulpvrager of verwijzer en brengt hem in contact met de juiste dienst. 2. Een onthaal is een eerste direct hulpverlenend contact met een potentiële hulpvrager met als doel de hulpvraag te verduidelijken. Na een instapgesprek kan een verdere begeleiding worden opgestart. 3. Een begeleiding is het methodisch aanbieden van persoonlijke, relationele, en praktische hulp. Deze hulp is gestoeld op een wederzijds engagement, is systematisch en heeft een langetermijnperspectief. Cliënten uit onthaal kunnen doorstromen naar begeleiding, maar dat is natuurlijk niet voor iedereen noodzakelijk (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2012, p.27). De registratie van de begeleiding gebeurt aan de hand van typemodules van hulpverlening. Typemodules zijn een samenhangend pakket van begeleidingen. In overleg met de Vlaamse overheid en de sector is een classificatie van 45 begeleidingsmodules uitgewerkt. Een cliënt in begeleiding kan van meerdere typemodules gebruik maken. Onderstaande figuur verduidelijkt hoe één cliënt in begeleiding tegelijkertijd meerdere typemodules kan doorlopen, die elk een eigen begin- en einddatum hebben.
22
Onderzoeksmethodologie van de turving
Figuur 2 Registratie van typemodules van hulpverlening in begeleiding
Bron: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2012, p.28
In overleg is besloten om niet op onthaal te turven. Dit komt enerzijds door de omvang. In 2011 was er op basis van de Tellus-registratie 112.455 keren een onthaal van een cliënt. Anderzijds bleek het laagdrempelig karakter van het onthaal moeilijk te verzoenen met het turven van indicaties van handicap tijdens een eerste hulpverlenend contact. De turving richt zich dus enkel op cliënten in begeleiding. Het gaat om cliënten met een begeleidingsplan die in minstens één van de bestaande typemodules zitten (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2011, pp.15-16). Zowel bestaande cliënten die reeds in begeleiding zijn als nieuwe cliënten waarbij de begeleiding wordt opgestart vanaf 1 maart 2013, de start van de turving, maken deel uit van dit onderzoek. Cliënten tussen 16 en 65 jaar worden geturfd. Vanaf de leeftijd van 65 jaar wordt men ingedeeld in het ouderenbeleid, en niet meer in het beleid ten opzichte van personen met een handicap.
5
Wat turven?
De brede definitie van handicap in het VN-Verdrag versterkt de fundamentele vraagstelling bij het operationaliseren van de doelgroep personen met een handicap. Op basis van het vooronderzoek is in overleg besloten om pragmatisch te turven aan de hand van beleidsdefinities die over de sectoren heen van toepassingen zijn. Het spanningsveld bij het afbakenen van personen met en zonder handicap blijft aanwezig (Vermeulen e.a., 2013, pp. 28-29). Door voort te bouwen op beleidsdefinities volgt men de definities of voorwaarden zoals deze worden gehanteerd in het toekennen van bepaalde rechten. Het hanteren van beleidsdefinities impliceert ook dat er een medisch en/of multidisciplinair onderzoek heeft plaatsgevonden waarin de handicap vastgesteld werd. Men heeft dus als het ware in het verleden een toegangspoort moeten passeren. Er is gekozen voor een minimale turving aan de hand van vijf indicaties van handicap. Voor elke vraag wordt er een streepje getrokken indien het antwoord ‘ja’ is. Er worden verder geen bijkomende gegevens, zoals geslacht of leeftijd, verzameld. Hierna bespreken we de opgenomen indicaties van handicap.
23
Hoofdstuk 2
5.1
VAPH-erkenning
Wie een handicap heeft, in Vlaanderen verblijft en vóór de leeftijd van 65 jaar de vraag stelt, kan beroep doen op de voorzieningen en diensten van het VAPH. Hiervoor moet men een aanvraag indienen bij de Provinciale Evaluatie Commissie (PEC). Daarbij wordt het aanvraagformulier A001 gebruikt8. De PEC beslist of men al dan niet in aanmerking komt. Een multidisciplinair team (MDT) oordeelt over de noden van de persoon met een handicap. Het formulier A002 is dit multidisciplinair verslag. Het bevat alle gegevens die van belang zijn om te oordelen over de handicap en de zorgvraag. Dat zijn onder meer medische, psychologische en sociale gegevens. Griffoen9 is de benaming voor de VAPH-applicatie waarmee teams de multidisciplinaire verslagen en de PAB-inschalingverslagen moet opmaken. Elke cliënt van een residentiële, semi-residentiële of ambulante dienst die zorg ontvangt, moet geregistreerd worden in de cliëntenregistratie. Onderstaande tabel toont het aantal unieke cliënten per zorgvorm, geregistreerd over het kalenderjaar 2012. In totaal waren er 51.251 geregistreerde cliënten. Tabel 3
Aantal geregistreerde cliënten VAPH per zorgvorm over het kalenderjaar 2012
Zorgvorm Internaat Semi-internaat Dagcentrum Observatiecentrum Tehuis werkenden Tehuis niet-werkenden Tehuis kortverblijf Plaatsingsdienst Multifunctioneel centrum (MFC) Flexibel aanbod meerderjarigen (FAM) Thuisbegeleiding Dienst ondersteuningsplan (DOP) Begeleid wonen Beschermd wonen Zelfstandig wonen Dienst inclusieve ondersteuning Totaal
Aantal 5.136 4.294 5.793 438 1.278 10.600 2.453 1.147 3.075 299 8.910 1.441 4.697 1.201 332 157 51.251
Aandeel 10,0% 8,4% 11,3% 0,9% 2,5% 20,7% 4,8% 2,2% 6,0% 0,6% 17,4% 2,8% 9,2% 2,3% 0,6% 0,3% 100%
Bron: Jaarverslag VAPH 2012, p.10; eigen bewerking
5.2
Financiële tegemoetkoming handicap
Een tweede beleidsdefinitie is gebaseerd op het statuut binnen de sociale zekerheid. Onder een financiële tegemoetkoming handicap verstaan we een (1) inkomensvervangende of integratietegemoetkoming, (2) een ziekte- of invaliditeitsuitkering of (3) verhoogde kinderbijslag. Indien de cliënt minstens één van deze uitkeringen ontvangt, dan wordt deze indicator geturfd. Het is dus een samengestelde indicator waarbij de afzonderlijke beleidsdefinities niet gepreciseerd worden.
8
Het formulier A001: http://www.vaph.be/documenten/a001.pdf
9
Voor meer informatie over Griffoen, zie http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/1014014-Griffoen.html
24
Onderzoeksmethodologie van de turving
5.2.1
Inkomensvervangende of integratietegemoetkoming
De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) wordt toegekend aan personen die wegens een lichamelijke of psychische handicap niet in staat zijn om een volwaardig inkomen uit arbeid te verwerven. Hun verdienvermogen is verminderd tot een derde of minder van wat een valide persoon door te werken kan verdienen. Bovendien hebben deze personen onvoldoende rechten opgebouwd om in aanmerking te komen voor een sociale zekerheidsuitkering. Het is dus een vorm van behoeftegetoetste sociale bijstand gericht op een specifieke doelgroep. De uitkering kan aangevraagd worden tussen 21 en 65 jaar10, maar de uitbetaling loopt verder na 65 jaar. Om te bepalen of een persoon recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming, wordt nagegaan wat de invloed van de handicap is op het vermogen om te werken en om daarmee een volwaardig inkomen te verwerven. Er wordt dus rekening gehouden met de gevolgen van de handicap en niet met de handicap op zich. De maximumbedragen van de inkomensvervangende tegemoetkoming zijn afhankelijk van de gezinssituatie. De integratietegemoetkoming (IT) wordt toegekend aan personen die vanwege een vermindering van de zelfredzaamheid bijkomende kosten hebben. Om een integratietegemoetkoming te ontvangen wordt nagegaan welke invloed de handicap heeft op de uitvoering van verschillende dagdagelijkse taken, zoals zich verplaatsen en zich verzorgen. Om te bepalen of een persoon recht heeft op een integratietegemoetkoming (IT), wordt nagegaan in hoeverre de handicap de zelfredzaamheid beperkt. Dat betekent dat iemand moeilijkheden ondervindt bij het uitvoeren van dagdagelijkse taken. Daarbij beoordeelt een door de FOD Sociale Zekerheid erkende arts een aantal medisch-sociale criteria: de mogelijkheid om zich te verplaatsen, voedsel te nuttigen of te bereiden, zijn persoonlijke hygiëne te verzekeren en zich aan te kleden, zijn huishouden te doen, te leven zonder toezicht, sociale contacten te hebben. De FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een Handicap, is verantwoordelijk voor de toekenning van zowel de IT als de IVT. Om te beslissen of een persoon recht heeft op een of beide tegemoetkomingen en om de hoogte van de tegemoetkoming(en) vast te stellen, voert de DG Personen met een Handicap een medisch onderzoek uit (uitgevoerd door een arts van de DG Personen met een Handicap) en een onderzoek van de inkomsten van het huishouden. In dit onderzoek ligt de focus op uitkeringsgerechtigden IVT/IT op beroepsactieve leeftijd (21 tot 65 jaar). De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden blijft dus buiten beschouwing. Onderstaande figuur geeft de evolutie weer van het aantal personen tussen 21 en 65 jaar met een IVT/IT in België tussen 2002 en 2011. Dit aantal is gestegen van 94.044 in 2002 tot 133.501 in 2011, of een stijging van 42%.
10
Vanaf de leeftijd van 65 jaar kan een persoon met een handicap een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden krijgen. Deze tegemoetkoming is niet opgenomen aangezien enkel cliënten tot 65 jaar worden geturfd.
25
Hoofdstuk 2
Figuur 3 Evolutie aantal uitkeringsgerechtigden IVT/IT onder 65 jaar, in België (31/12/2002 – 31/12/2011) 150.000
100.000
133.501
aantal < 65 jaar % toename
10% 8%
94.044
6% 4%
50.000
2% 0%
0
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: gebaseerd op jaarverslag FOD Sociale Zekerheid DG Personen met een handicap, 2011
5.2.2
Ziekte- of invaliditeitsuitkering
Een arbeidsongeschikte persoon die erkend wordt als invalide ontvangt een invaliditeitsuitkering als vervanging van het loon. Deze uitkeringen worden gefinancierd door de verplichte ziekteverzekering. Dit is niet te verwarren met het stelsel van tegemoetkomingen aan personen met een handicap (IVT/IT/tegemoetkoming hulp aan bejaarden), dat een aanvullend stelsel is vanuit de sociale bijstand. De Geneeskundige Raad voor Invaliditeit doet uitspraak over de erkenning en de duur van de invaliditeit. Dit gebeurt op basis van het dossier, eventueel aangevuld met een medisch onderzoek. Indien de periode van arbeidsongeschiktheid minder dan 1 jaar duurt, is er sprake van primaire ongeschiktheid. Indien arbeidsongeschiktheid voortduurt na de periode van primaire ongeschiktheid, dus langer dan 1 jaar, spreekt men van invaliditeit 5.2.3
Verhoogde kinderbijslag
Voor kinderen tot 21 jaar met een handicap of ernstige ziekte kan de ouder een verhoogde kinderbijslag11 aanvragen. Dit is een bedrag bovenop de gewone kinderbijslag. Sinds 1 mei 2009 wordt voor alle aanvragen het nieuwe evaluatiesysteem toegepast. Een arts van de medische dienst van de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid beoordeelt aan de hand van een evaluatiesysteem of een handicap of aandoening voldoet aan de wettelijke criteria om beroep te kunnen doen op verhoogde kinderbijslag. Hierbij kijkt de arts niet meer enkel naar (1) de graad van ongeschiktheid, maar ook naar (2) de familiale belasting en (3) de mate van activiteit en participatie van het kind. Op basis van deze 3 pijlers evalueert de arts de handicap of aandoening van het kind. Het kind heeft recht op een toeslag als het minstens 4 punten behaalt in pijler 1 of minstens 6 punten in de 3 pijlers samen. Voor het stelsel12 van de werknemers staat de uitbetaling van de bijkomende kinderbijslag voor kinderen met een aandoening onder toezicht van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. In december 2011 waren er in totaal 42.069 kinderen in België met een aandoening voor wie een 11
12
Meer informatie over verhoogde kinderbijslag, http://www.rszppo.fgov.be/nl/burgers/statuutkind/gehandicaptkind.htm In België zijn er vier stelsels van kinderbijslag: de regelingen voor werknemers, zelfstandigen en
overheidspersoneel en de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag.
26
Onderzoeksmethodologie van de turving
bijkomende bijslag werd uitbetaald. In het Vlaams Gewest gaat het om 24.152 kinderen, of 2,21% van het totaal aantal rechtgevende kinderen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt dit aandeel beduidend lager (1,65%) en in het Waals Gewest licht hoger (2,32%). Tabel 4
Geografische spreiding van het aantal kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening voor wie een bijkomende bijslag werd uitbetaald in december 2011
Gewest
aantal kinderen met een aandoening voor wie een bijkomende bijslag werd uitbetaald
Vlaams Gewest Waals Gewest waarvan Duits taalgebied Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het buitenland Totaal
24.152 14.287 302 3.407 223 42.069
% kinderen met een aandoening bij de rechtgevende kinderen 2,21 % 2,32 % 3,50 % 1,65 % 0,76 % 2,16 %
Bron: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, geografische spreiding van de kinderbijslag 2011; eigen bewerking
5.3
Buitengewoon secundair onderwijs
Kinderen met een handicap kunnen terecht in het buitengewoon onderwijs. Dit aanbod is aangepast aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van leerlingen met een beperking. De structuur van het buitengewoon onderwijs bestaat uit vier opleidingsvormen. Elke opleidingsvorm streeft welbepaalde doelstellingen na. Binnen elke opleidingsvorm kan de school leerlingen uit de verschillende types samenbrengen. Deze types verwijzen naar de bijzondere opvoedings- en onderwijsbehoeften die een bepaalde groep leerlingen gemeenschappelijk heeft. (1) een licht verstandelijke handicap (2) een matig of ernstig verstandelijke handicap (3) ernstige emotionele en/of gedragsproblemen (4) een fysieke (= lichamelijke) handicap (5) die opgenomen zijn in een ziekenhuis of op medische gronden verblijven in een preventorium (6) een visuele handicap (7) een auditieve handicap (8) ernstige leerstoornissen
Alle types komen voor in het buitengewoon lager onderwijs. Type 1 en type 8 komen niet voor in het buitengewoon kleuteronderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs komt type 8 niet voor. De turving peilt enkel naar het buitengewoon secundair onderwijs13, en omvat dus geen leerlingen met ernstige leerstoornissen. In het schooljaar 2011-2012 waren er in totaal 19.835 leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs. Daarvan heeft bijna 3/4de een verstandelijke handicap (46% een lichte en 27% een matige of ernstige).
13
Voor meer informatie over het buitengewoon secundair onderwijs, http://www.ond.vlaanderen.be/specifieke-onderwijsbehoeften/so/buso/
27
Hoofdstuk 2
Tabel 5
Verdeling leerlingen volgens type buitengewoon secundair onderwijs in het schooljaar 2011-2012 14
Type Buitengewoon secundair onderwijs
Type 1 Type 2 Type 3 Type 4 Type 6 Type 7
Licht verstandelijke handicap Matige of ernstige verstandelijke handicap Karakteriële stoornissen Fysieke handicap Visuele stoornissen Auditieve stoornissen Totaal
Aantal
Aandeel
9.063 5.333 2.421 1.830 242 946
46% 27% 12% 9% 1% 5%
19.835
100%
Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer; eigen bewerking
Het aandeel leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs is het laatste decennium gestegen. Zo waren er in het schooljaar 2000-2001 15.763 leerlingen in het BuSo, of 3,67% op het totaal aantal leerlingen secundair onderwijs. In het schooljaar 2011-2012 bedraagt het aandeel BuSo 4,50%. Tabel 6
Evolutie aantal leerlingen in gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
Schooljaar
Gewoon secundair onderwijs
Buitengewoon secundair onderwijs
% Buitengewoon secundair onderwijs op totaal secundair onderwijs
2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012
413.343 414.079 419.379 427.922 435.048 439.550 439.338 438.338 436.146 429.745 424.820 420.685
15.763 16.084 16.402 16.792 17.393 17.781 18.189 18.263 18.548 19.015 19.487 19.835
3,67 3,74 3,76 3,78 3,84 3,89 3,98 4,00 4,08 4,24 4,39 4,50
Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer; eigen bewerking
5.4
Verblijf in VAPH-voorziening
Een vierde indicatie van handicap is of de CAW-cliënt in begeleiding ooit verbleven heeft in een VAPHvoorziening15. Het VAPH heeft zelf geen voorzieningen of begeleidingsdiensten, maar programmeert, vergunt en erkent voorzieningen voor personen met een handicap.
14
15
28
Om dubbeltellingen te vermijden werden de leerlingen van het type 5 niet opgenomen in deze tabel. Op 1 februari 2012 werden er 404 leerlingen geteld in het buitengewoon secundair onderwijs van het type 5. Lijst voorzieningen VAPH http://www.vaph.be/adressen/voorzieningen.php
Onderzoeksmethodologie van de turving
5.5
Instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of psychiatrie
Naast deze vier indicaties van handicap werd er in deze studie geopteerd om bijkomend te turven op een instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie. Deze indicatie is het meest gecontesteerd en sluit het minst aan bij de overige beleidsdefinities van handicap. De motivatie hiervoor is dat de CAW in het verleden al meermaals het signaal16 hebben gegeven dat een belangrijke fractie van hun cliënten een lange hulpverleningsgeschiedenis achter de rug hebben en zich bevinden in de grijze zone tussen het VAPH, bijzondere jeugdzorg en psychiatrie. Het beleid erkent het bestaan van deze grijze zone in de langdurige hervorming in de richting van een integrale jeugdhulp. Dit signaal werd in het verleden cijfermatig onderbouwd specifiek voor de thuislozenzorg binnen de CAW. Twee derde van deze cliënten had een instellingsverleden. Het gaat om een verleden in psychiatrische instellingen (34%), penitentiaire instellingen (33%) en instellingen voor bijzondere jeugdzorg (27%) (Van Menxel, Lescrauwaet, Parys, 2004, p.30). 5.5.1
Bijzondere jeugdzorg
De toevoeging van bijzondere jeugdzorg in deze turving is waarschijnlijk het meest gecontesteerd. We voegen als het ware een stigma toe aan de personen die hulp vanuit deze sector gekregen hebben, aangezien we hen het label ‘indicatie van handicap’ toekennen. Desalniettemin beslissen we toch om deze indicatie mee te nemen, mede gezien de signalen die vanuit de CAW in het verleden zijn gegeven en het feit dat er een schemerzone is tussen handicap, psychiatrie en bijzondere jeugdzorg. Dit werd ook bevestigd in de voorbereidende contacten die we hadden met de CAW in het kader van dit onderzoek. Concluderen dat jongeren met een verleden in de bijzondere jeugdzorg ook een handicap hebben, zou uiteraard te kort door de bocht zijn. Maar voor een aanzienlijk aantal van deze jongeren – veelal jongeren met een complexe multi-problematiek die bij een CAW terechtkomen, blijkt er toch een belangrijke overlap. Kinderen en Jongeren van 0 tot 18 jaar en hun gezinnen kunnen begeleid worden door een voorziening, project of dienst binnen de Bijzondere Jeugdzorg op basis van een verwijzing door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ) of via de Jeugdrechtbank. In 2012 werd bij meer dan de helft (56,6%) van de begeleide minderjarigen gedwongen hulpverlening georganiseerd. Voor de overige jongeren gaat het om vrijwillige hulpverlening via het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (Jaarsverslag Jongerenwelzijn 2012, p.16). In 2012 organiseerde Jongerenwelzijn in totaal hulp- en dienstverlening voor 26.987 minderjarige kinderen en jongeren. Sinds 2008 is dit aantal met 15% gestegen (Jaarverslag Jongerenwelzijn, 2012, p.9).
16
Zie het dossier ‘Tussen wal en schip’ van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (Stas, Serrien, Van Menxel,
2008)
29
Hoofdstuk 2
Figuur 4 Evolutie aantal jongeren in de bijzondere jeugdzorg, 2008-2012
Bron: Jaarverslag Jongerenwelzijn, 2012, p.9
Na 18 jaar kan een jongere voortgezette hulpverlening vragen aan het CBJ. Deze gaat na of de hulpverlening verder opgenomen wordt binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg of de jongere doorverwezen wordt naar andere sectoren. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg verdere hulp verlenen aan jongeren tot de leeftijd van 20 of 21 jaar. 5.5.2
Psychiatrie
Vanuit de brede definitie van handicap in het VN-Verdrag kan een psychische beperking als een handicap geïnterpreteerd worden. Het is evenwel zo dat niet elke opname in de psychiatrie een langdurige psychische beperking impliceert. Het VAPH wijst wel op het stijgend aantal zorgvragers uit de psychiatrie die een overplaatsing vragen naar een zorgvorm van het VAPH (Heymans & Molleman, 2010, p.77). Dit profielonderzoek17 van zorgvragers uit de psychiatrie pleit er voor “om van de zorg voor personen met een verstandelijke handicap en psychische problematiek een ‘wij verhaal’ te maken, waarbij in samenspraak tussen de verschillende sectoren gekeken wordt wie best welke taken op zich neemt.” (Heymans & Molleman, 2010, p.80).
6
Hoe turven?
Er wordt geturfd op een geaggregeerd niveau, dus niet op het niveau van het individu. Het aggregeren gebeurt op basis van de bestaande typemodule via een aangeleverd sjabloon in Excel. Dit sjabloon maakt aan de linkerkant een onderscheid in de verschillende typemodules (A). Bovenaan staan de vijf indicaties op basis waarvan er geturfd wordt (B). Aan de rechterkant staat een kolom die verduidelijkt hoeveel cliënten minstens één indicatie hebben van handicap (C). De allerlaatste kolom verduidelijkt het totaal aantal cliënten per typemodule (D). Dit is belangrijk om niet alleen in absolute, maar ook in relatieve zin in kaart te brengen hoeveel cliënten volgens deze indicaties een handicap hebben.
17
30
Studiecel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, beschikbaar op http://www.vaph.be/vlafo/download/nl/4549143/bestand
Onderzoeksmethodologie van de turving
erkenning VAPH (B)
Typemodule
financiële tegemoetkoming handicap (B)
buitengewoon secundair onderwijs (B)
ooit in VAPH voorziening verbleven (B)
aantal met totaal minstens aantal 1 cliënten indicatie (D) handicap (C)
instellingsverleden BJZ of psychiatrie (B)
1/1 Integrale individuele begeleiding (A). 1/2 Begeleiding basisrechten (A)
We werken een voorbeeld uit voor het turven waarbij we beginnen met de typemodule ‘integrale individuele begeleiding’ en in verschillende situaties de streepjes zetten: Cliënt A: heeft buitengewoon secundair onderwijs gevolgd
erkenning VAPH
financiële tegemoetkoming handicap
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
I
aantal met minstens 1 indicatie handicap I
totaal aantal cliënten I
Client B: geen enkele van deze vijf indicaties van handicap is aanwezig
erkenning VAPH
financiële tegemoetkoming handicap
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
aantal met minstens 1 indicatie handicap
totaal aantal cliënten I
Cliënt C: krijgt financiële tegemoetkoming en heeft buitengewoon secundair onderwijs gevolgd
erkenning VAPH
financiële tegemoetkoming handicap I
buitengewoon secundair onderwijs I
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
aantal met minstens 1 indicatie handicap I
totaal aantal cliënten I
Bij alle cliënten moet er sowieso een streepje in de allerlaatste kolom worden getrokken, ook al is er geen indicatie van handicap aanwezig. Indien er minstens één indicatie van handicap aanwezig is, dan moet er altijd een streepje in de voorlaatste kolom gezet worden. De bestaande sectorale lijst van typemodules is integraal overgenomen voor deze turving. Ook de volgorde en de nummering van de typemodules is dezelfde als in het handboek typemodules 2011 van
31
Hoofdstuk 2
het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk18. Het handboek bevat voor elk van de meer dan 40 typemodules een aparte fiche met definitie, toelichting, randvoorwaarden en specifieke acties. Dit handboek verduidelijkt ook de terminologie van module en typemodule. De CAW’s gebruiken hetzelfde begrippenkader dat ook in het kader van de Integrale Jeugdhulp wordt toegepast. Daarbij is een module: “… een duidelijk afgelijnde eenheid van hulpverlening, die door een voorziening afzonderlijk kan worden ingezet. Modules kunnen ook in combinaties worden aangeboden, maar iedere module kan per definitie worden ingezet zonder dat de cliënt er nog wat anders bijneemt. Een module is een „type-hulpaanbod‟dat voor meerdere hulpvragers kan worden ingezet. Het is dus niet het unieke hulpaanbod voor één cliënt.“ (Handboek typemodules 2011, p.6) Typemodules zijn meer algemeen omschreven modules op sectorniveau. Zo bevat de module ‘begeleiding relatie- en gezinsproblemen’ bijvoorbeeld de typemodules ‘relatietherapie’, ‘scheidingsbemiddeling en ‘begeleiding intrafamiliaal geweld’. Bij het turven is het de doelstelling om de vijf vragen altijd met zekerheid te beantwoorden. Voor nieuwe cliënten kan het turven tijdens het instroomoverleg gebeuren. Indien er voor bestaande cliënten in de maand maart geen contact is, en men weet het antwoord op de vragen niet, dan probeert men via teamoverleg, via het dossier of via een persoonlijk contact het antwoord te weten te komen. Indien nodig neemt de hulpverlener telefonisch contact op met de cliënt. Er is, na overleg, besloten om bij het turven geen mogelijkheid te voorzien voor cliënten die weigeren te antwoorden op de vragen. Sommige CAW’s hadden ethische bezwaren bij het contacteren van cliënten, louter om vijf vragen rond handicap te stellen die irrelevant zijn in de hulpverlening. Aan deze CAW’s werd de mogelijkheid geboden om het aantal niet-bereikte cliënten per typemodule te noteren in een aparte kolom. Dat zijn dus cliënten met wie er gedurende de turving geen enkel vorm van contact is en van wie niet alle antwoorden in het kader van de turving met zekerheid geweten zijn. Vooraf was het niet duidelijk om hoeveel19 niet-bereikte, slapende cliënten, het zou gaan. Het is de doelstelling om dubbeltellingen bij het turven te vermijden. Daarom kan een cliënt maar in één typemodule geturfd worden. Indien geweten is dat een cliënt van meerdere typemodules gebruik maakt, dan wordt er geturfd binnen de typemodule die het eerst werd opgestart. Het probleem van dubbeltellingen blijft echter een zwarte vlek omdat er geen duidelijk beeld bestaat over de omvang. De contactpersonen van de CAW’s (zie bijlage 1) kregen volgende documenten aangeleverd om de turving in goede banen te leiden: – PDF met handleiding turving – PowerPoint om teams te informeren – Excel sjabloon voor eindresultaat turving 18
Handboek typemodules 2011 is beschikbaar op de website van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, http://www.steunpunt.be/library/11 19
Het aantal slapende cliënten, waar de CAW’s gedurende de turving geen contact mee hadden, bleek beperkt.
Bij de CAW’s die aangaven dat ze omwille van praktische of ethische redenen niet alle cliënten in begeleiding konder bereiken, gaat het om de volgende aantallen: CAW Visserij (N=10), De Mare (N=98), De Terp (N=5), De Kempen (N=132).
32
Onderzoeksmethodologie van de turving
7
Wanneer turven?
Onderstaande figuur verduidelijkt het chronologisch verloop van de turving. Voor de volledigheid zijn ook de contacten van het voortraject weergegeven. Zo werd de opzet van een turving op 5 december 2012 door de beleidsgroep CAW goedgekeurd. Eind januari 2013 vonden drie infosessies plaats in Leuven, Antwerpen en Gent om de opzet van de turving toe te lichten aan de contactpersonen van de CAW’s. Op 18 februari kregen de contactpersonen en directies van de CAW’s de documenten toegestuurd om de turving uit te voeren. De turving startte vanaf 1 maart 2013 en eindigde op 31 maart 2013. Voor de CAW’s in Antwerpen werd de periode van de turving met twee weken verlengd aangezien het voor hen niet haalbaar bleek om alle bestaande cliënten met een begeleidingsplan te contacteren in 1 maand. Figuur 5 Chronologische verloop turving cliënten CAW op indicaties handicap
8
Datum
Actie
01/09/2012
start onderzoek SWVG: nulmeting/registratie personen met een handicap in reguliere welzijnsdiensten
27/09/2012
overleg mogelijkheden binnen CAW met Anita Cautaers, Margot Cloet, Marijke Enghien, Bart Verhoeven
30/11/2012
overleg over turving met Anita Cautaers en Margot Cloet
05/12/2012
beleidsgroep CAW waar turving wordt goedgekeurd
14/12/2012
mailing naar directie CAW’s met uitnodiging infosessies
01/01/2013
start onderzoek LUCAS: turven cliënten CAW op indicaties van handicap
18/01/2013
finaliseren opzet turving met Anita Cautaers en Catherine Molleman
25,28,29/01/2013
infosessies in Leuven, Antwerpen en Gent
18/02/2013
mailing naar contactpersonen CAW’s met documenten om turving uit te voeren
01/03/2013
start turving
31/03/2013
einde turving
19/04/2013
einde indienen resultaten turving
opvolging turving
SWOT-analyse methode turving
Op basis van onderstaande figuur bespreken we de sterktes, zwaktes, mogelijkheden en bedreigingen van de gehanteerde turving.
33
Hoofdstuk 2
Figuur 6 SWOT- analyse methode turving
STERKTE Voor alle cliënten met een begeleidingsplan tussen 16j. en 65j. van alle CAW’s Inspanning om betrouwbaarheid te vergroten (handleiding, infosessies, opvolging) Meerdere indicaties van handicap Minimaal belastend voor CAW’s
MOGELIJKHEDEN Evolutie indicatoren opvolgen Aandacht voor handicap in nieuw registratiesysteem vergroten Dialoog tussen CAW, VAPH en beleid versterken
ZWAKTE
Niet op onthaal, enkel begeleiding Enkel geaggregeerde info per typemodule Beleidsdefinities vatten de grijze zone niet altijd Turving levert foto op, geen bewegend beeld Turving is nooit 100% betrouwbaar
BEDREIGINGEN Modaliteiten turving uit het oog verliezen Resultaten zijn geen spelletje hoger-lager Context van verschillende CAW’s uit het oog verliezen
De sterkte van de turving is het verzoenen en maximaliseren van de representativiteit, betrouwbaarheid en validiteit van de uiteindelijke resultaten. De turving bereikt alle cliënten met een begeleidingsplan tussen 16 en 65 jaar gedurende de maand maart 2013. Alle typemodules worden geturfd. Het was een bewuste doelstelling om de betrouwbaarheid van de turving te maximaliseren via een handleiding, infosessies en opvolging samen met de contactpersonen. Er werd steeds gestreefd naar het standaardiseren van het proces van turven over de CAW’s heen. De turving omvat vijf verschillende indicaties van handicap zodat de discussie rond inclusieve reguliere zorg vanuit meerdere invalshoeken kan gevoerd worden. De indicaties peilen naar beleidsdefinities, waarbij de cliënt reeds door een bepaalde toegangspoort is geweest. De indicaties doen nadenken over de breedte van de definitie van handicap (van een VAPH-erkenning tot een instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of psychiatrie). De turving is minimaal belastend voor de CAW’s. De zwakte van de turving is dat cliënten op onthaal buiten beeld blijven. Omwille van de omvang en laagdrempeligheid was er geen draagvlak om op onthaal te turven, ook al zijn er signalen dat de doelgroep van personen met een handicap daar aanzienlijk is. De turving levert ook geen informatie op op individueel niveau, maar enkel op geaggregeerd niveau per typemodule. Het is dus niet mogelijk om indicaties van handicap te kruisen. De opgenomen indicaties van handicap geven geen sluitend antwoord over de omvang van de grijze zone van personen met een handicap. Cliënten kunnen op basis van deze indicaties geen handicap hebben, terwijl er volgens de hulpverlener of de cliënt zelf wel sprake is van een handicap. De turving levert een foto op voor maart 2013, maar geeft geen informatie over de zorgtrajecten van cliënten met een handicap. Ten slotte moet de betrouwbaarheid van een turving ook kritisch benaderd worden. De contactpersonen en hulpverleners van de CAW’s hebben grote inspanningen geleverd om deze turving uit te voeren, maar we kunnen niet met zekerheid uitsluiten of er bepaalde vertekeningen zijn. Er zullen ook wel hulpverleners bepaalde cliënten geturfd
34
Onderzoeksmethodologie van de turving
hebben zonder van elk antwoord 100% zeker te zijn. Het is ook waarschijnlijk dat een aantal cliënten niet in de turving opgenomen zijn. Deze turving biedt de mogelijkheid om indicaties van handicap bij het CAW-cliënteel in begeleiding doorheen de tijd op te volgen. Het is een startpunt om de resultaten van toekomstig inclusief beleid op te enten. Het nieuwe elektronisch dossier dat in ontwikkeling is en in 2014 wordt uitgerold, is een belangrijke opportuniteit om extra aandacht te besteden aan de toekomstige registratie van indicaties van handicap. De resultaten van dit onderzoek kunnen de dialoog tussen de betrokken actoren versterken. Het (bewust) uit het oog te verliezen van de modaliteiten van deze turving vormt een bedreiging. Het eindresultaat zal niet één enkel percentage zijn, dat in functie van de eigen agenda gebruikt kan worden. Er zijn vijf verschillende indicaties van handicap geturfd, die geen uitspraken voor onthaal mogelijk maken. We waarschuwen ook voor een spelletje hoger lager met de resultaten, aangezien het doel niet is om bepaalde percentages te minimaliseren of te maximaliseren. Ten slotte is het belangrijk om de context van de verschillende CAW’s niet uit het oog verliezen. Het aanbod van begeleidingen is immers niet in elk CAW hetzelfde.
35
Hoofdstuk 3 Resultaten van de turving
Dit hoofdstuk bevat de resultaten van de turving van cliënten in begeleiding op indicaties van handicap. Eerst bespreken we het totaal aantal geturfde cliënten. Daarna gaan we na in welke mate de gerealiseerde turving representatief is voor de volledige populatie van cliënten in begeleiding. Vervolgens bespreken we over alle CAW’s heen hoeveel cliënten een indicatie van handicap hebben. In een vierde punt vergelijken we de resultaten van de verschillende CAW’s. Het vijfde punt bekijkt in welke mate het aandeel cliënten met een indicatie van handicap verschilt in functie van het soort begeleiding. Ten slotte vergelijken we waar mogelijk de resultaten van de turving met de registratiegegevens uit Tellus.
1
Gerealiseerd aantal turvingen
Alle CAW’s hebben samen in totaal 12.655 cliënten met een begeleidingsplan geturfd. Voor elk CAW afzonderlijk zijn in bijlage de resultaten van de turving opgenomen. Tabel 7 geeft het eindresultaat van de turving weer. Deze tabel is dezelfde als de blanco template die elk CAW afzonderlijk heeft ingevuld, maar bevat de optelsom van alle cliënten over alle CAW’s heen. Voor elke typemodule wordt het aantal cliënten weergegeven met een bepaalde indicatie van handicap. De kolom rechts toont het totaal aantal geturfde cliënten per typemodule. Zo zijn er in de typemodule integrale individuele begeleiding in totaal 1.176 cliënten geturfd. Daarvan hebben er 201 cliënten een VAPH-erkenning, 171 een financiële tegemoetkoming handicap, 181 ooit buitengewoon secundair onderwijs gevolg, 58 ooit in een voorziening van het VAPH verbleven en hebben er 275 ooit in een instelling van de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie verbleven. Overkoepelend is bij 445 van de 1.176 cliënten in de typemodule integrale individuele begeleiding minstens één van deze vijf indicaties van handicap aanwezig. Tabel 8 bevat dezelfde informatie, maar toont in plaats van het aantal cliënten met een indicatie van handicap het percentage. Zo staan de 201 cliënten met een VAPH-erkenning in de typemodule integrale individuele begeleiding voor 17% van het totaal aantal van 1.176 cliënten in deze typemodule. Deze twee tabellen bieden een overzicht van het eindresultaat en vormen de basis voor de verdere bespreking van de resultaten.
37
Hoofdstuk 3
Tabel 7
Eindresultaat turving cliënten CAW in begeleiding per typemodule (in aantallen)
Typemodules
erkenning VAPH
financiële buitengewoon tegemoetkoming secundair handicap onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
totaal aantal cliënten
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
201 24
171 33
181 34
58 9
275 43
445 67
1176 207
210 13 4 6
294 33 2 2
208 9 4 12
67 2 1 3
464 61 7 11
689 88 8 15
2301 308 21 20
24 11 0 33 16 9 6 16 4 6 24 24 11 0
27 12 2 28 12 7 14 18 2 7 67 26 9 0
28 25 0 26 8 5 2 25 1 4 53 8 9 0
4 4 0 9 2 0 0 1 0 0 16 2 1 0
48 26 1 49 20 12 14 26 4 15 141 54 10 0
78 48 4 89 40 28 19 54 9 22 194 70 32 0
254 160 17 318 136 112 139 221 50 44 682 247 100 0
22 52 10 36 12
29 69 17 63 35
24 53 10 58 22
10 13 0 10 4
48 89 17 110 29
73 159 28 156 55
176 450 72 258 128
42 16 202 15
51 11 264 42
51 31 253 9
5 3 40 3
82 57 393 43
130 76 611 61
272 190 980 95
109 12 10 2 0 0
99 9 9 4 0 0
156 19 20 2 1 0
31 3 4 1 0 0
307 42 25 15 4 0
411 54 33 17 5 0
899 142 71 73 22 0
4 46 5
7 76 1
12 108 0
0 11 0
16 238 2
25 302 6
41 849 22
51
73
41
15
96
197
600
11 10 0 10 43
15 13 0 6 46
19 11 1 11 63
4 3 0 0 19
19 15 8 20 50
42 28 8 30 119
153 104 24 52 337
7
9
8
0
28
30
70
12
9
18
5
30
39
62
1.381 11%
1.723 14%
1.643 13%
363 3%
3.064 24%
4.694 37%
12.655 100%
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun 3/10 ouders Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel
Begeleiding in detentiecontext
7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie individuele begeleiding in detentiecontext 7/2 Integrale 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %)
38
Resultaten turving
Tabel 8
Eindresultaat turving cliënten CAW in begeleiding per typemodule (in %)
Typemodules
erkenning VAPH
financiële buitengewoon tegemoetkoming secundair handicap onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
totaal aantal cliënten
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
17% 12%
15% 16%
15% 16%
5% 4%
23% 21%
38% 32%
1176 207
9% 4% 19% 30%
13% 11% 10% 10%
9% 3% 19% 60%
3% 1% 5% 15%
20% 20% 33% 55%
30% 29% 38% 75%
2301 308 21 20
9% 7% 0% 10% 12% 8% 4% 7% 8% 14% 4% 10% 11% /
11% 8% 12% 9% 9% 6% 10% 8% 4% 16% 10% 11% 9% /
11% 16% 0% 8% 6% 4% 1% 11% 2% 9% 8% 3% 9% /
2% 3% 0% 3% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 1% 1% /
19% 16% 6% 15% 15% 11% 10% 12% 8% 34% 21% 22% 10% /
31% 30% 24% 28% 29% 25% 14% 24% 18% 50% 28% 28% 32% /
254 160 17 318 136 112 139 221 50 44 682 247 100 0
13% 12% 14% 14% 9%
16% 15% 24% 24% 27%
14% 12% 14% 22% 17%
6% 3% 0% 4% 3%
27% 20% 24% 43% 23%
41% 35% 39% 60% 43%
176 450 72 258 128
15% 8% 21% 16%
19% 6% 27% 44%
19% 16% 26% 9%
2% 2% 4% 3%
30% 30% 40% 45%
48% 40% 62% 64%
272 190 980 95
12% 8% 14% 3% 0% /
11% 6% 13% 5% 0% /
17% 13% 28% 3% 5% /
3% 2% 6% 1% 0% /
34% 30% 35% 21% 18% /
46% 38% 46% 23% 23% /
899 142 71 73 22 0
10% 5% 23%
17% 9% 5%
29% 13% 0%
0% 1% 0%
39% 28% 9%
61% 36% 27%
41 849 22
9%
12%
7%
3%
16%
33%
600
7% 10% 0% 19% 13%
10% 13% 0% 12% 14%
12% 11% 4% 21% 19%
3% 3% 0% 0% 6%
12% 14% 33% 38% 15%
27% 27% 33% 58% 35%
153 104 24 52 337
10%
13%
11%
0%
40%
43%
70
19%
15%
29%
8%
48%
63%
62
1.381 11%
1.723 14%
1.643 13%
363 3%
3.064 24%
4.694 37%
12.655 100%
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel
Begeleiding in detentiecontext
7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de 7/2 detentie Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %)
39
Hoofdstuk 3
9
Representativiteit van de turving
Er zijn verschillende insteken om de representativiteit van de turving na te gaan. Eerst vergelijken we het aantal geturfde cliënten per afzonderlijk CAW met de registratiegegevens uit Tellus. Daarna kijken we of de verschillende begeleidingen evenredig vertegenwoordigd zijn. Ten slotte staan we stil bij de duurtijd van de begeleidingen.
9.1
In functie van aantal begeleidingen per CAW
Op jaarbasis waren er in 2011 in totaal 40.606 begeleidingen. Onderstaande tabel vergelijkt de verhouding van het aantal begeleidingen per CAW tussen de Tellus-gegevens en de turving van maart 2013. Globaal zijn er geen grote scheeftrekkingen tussen de Tellus-gegevens en de turving aangezien het gewicht van de verschillende CAW’s zeer gelijkaardig is. Zo heeft CAW Limburg in totaal 1.694 cliënten geturfd, ofwel 13% van het totaal aantal gerealiseerde turving. Op basis van de Tellusregistratie vertegenwoordigt dit CAW ook 13% van het totaal aantal begeleidingen in 2011. Tabel 9
Aantal cliënten in begeleiding per CAW, vergelijking Tellus registratie 2011 en turving maart 2013
CAW CAW Limburg CAW De Kempen CAW Regio Brugge CAW Stimulans CAW Archipel CAW De Terp CAW Artevelde & Visserij teams samen CAW Oost-Brabant CAW Visserij CAW Het Welzijnshuis CAW Regio Dendermonde CAW De Mare CAW Zuid-Oost-Vlaanderen CAW Metropool CAW Waasland CAW Artevelde CAW & Jz Middenkust vzw CAW Delta CAW Midden-West-Vlaanderen CAW Regio Aalst CAW De Papaver CAW Piramide CAW Regio Vilvoorde CAW Mozaïek
Totaal
Tellus 2011 N % 5462 13% 2399 6% 2382 6% 3036 7% 1986 5% 1723 4% 1405 3% 2586 6% 1651 4% 1782 4% 1218 3% 2104 5% 1251 3% 1990 5% 1273 3% 1700 4% 795 2% 892 2% 625 2% 1167 3% 1001 2% 426 1% 273 1% 1479 4%
40.606
100%
Turving maart 2013 N % 1694 13% 1003 8% 961 8% 836 7% 753 6% 730 6% 676 5% 638 5% 617 5% 547 4% 529 4% 508 4% 478 4% 474 4% 406 3% 284 2% 278 2% 270 2% 261 2% 226 2% 165 1% 127 1% 107 1% 87 1%
12.655
100%
Bron: e-mail Koen Mendonck, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk; TELLUS 2011 - Cliëntregistratie CAW's; eigen bewerking
40
Resultaten turving
Toch zijn er enkele CAW’s die over- en ondervertegenwoordigd zijn in de turving. Ter indicatie is het aandeel in de turving groen gekleurd indien de CAW’s minstens 2% boven het aandeel van de Tellusregistratie ligt. Zo zijn de CAW’s De Kempen en Regio Brugge met 8% in de turving oververtegenwoordigd in vergelijking met hun gewicht van 6% in de Tellus-registratie. Deze CAW’s hebben door de nabijheid van een gevangenis meer justitiële begeleidingen, die vaker langdurig lopen, en dus vaker in de foto van de turving opgenomen zijn. Ook CAW De Terp is oververtegenwoordigd. De ondervertegenwoordigd van CAW Mozaïek is opvallend. Hun aandeel is afgerond minder dan 1% terwijl we op basis van de registratiegegevens vier keer zoveel cliënten zouden verwachten in de turving. Tijdens de turving is de contactpersoon van dit CAW ziek geweest en dit verklaart waarschijnlijk de ondervertegenwoordiging.
9.2
In functie van soort begeleidingen
Tabel 10 vergelijkt de spreiding van het aantal cliënten in begeleiding per typemodule tussen de Tellus registratie 2011 en de turving van maart 2013. Deze aantallen worden omgezet naar de overeenkomstige percentages op het totaal aantal begeleidingen. De vergelijking van het gewicht van de typemodules binnen Tellus en de turving geeft een idee over mogelijke scheeftrekkingen. De kolom rechts maakt het verschil tussen beide gewichten. Ter indicatie zijn deze percentages groen gekleurd indien er een oververtegenwoordiging is van die typemodule in de turving. Rode percentages duiden op een ondervertegenwoordiging in vergelijking met de Tellus registratie. Een eenduidige interpretatie van de vergelijking van Tellus en turving is niet mogelijk, aangezien in de turving enkel de typemodule werd gekozen die eerst werd opgestart. In de Tellus registratie is dit niet het geval en is het ook niet duidelijk hoeveel dubbeltellingen er juist zijn. Globaal zijn er weinig scheeftrekkingen in functie van het soort begeleiding. Vier typemodules lijken ondervertegenwoordigd, namelijk begeleiding basisrechten, financiële begeleidingen, begeleiding intrafamiliaal geweld en begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie. Enkele typemodules zijn oververtegenwoordigd, namelijk integrale individuele begeleiding, begeleiding psychische en persoonlijke problemen, begeleid wonen, begeleiding van gedetineerden in detentiecontext en begeleiding van seksuele delinquenten. De verklaring hiervoor is dat de langdurige begeleiding verhoudingsgewijs vaker in een momentopname voorkomen. Op het niveau van clusters, zoals weergeven in figuur 7, omvat de cluster justitieel 23,0% van het totaal aantal begeleidingen. In de Tellus-registratie is dit 20,5%. Ook de cluster thuisloosheid is met 21,7% in de turving tegenover 20,7% in de registratiegegevens oververtegenwoordigd. De clusters financieel (8,6%) en ambulant (46,8%) hebben een groter gewicht in de turving dan in de Tellus registratie. Overkoepelend besluiten we dat de turving het werkelijke begeleidingsaanbod benadert. Er zijn geen aanwijzingen dat de turving scheefgetrokken is waardoor de resultaten systematisch een vertekenend beeld geven.
41
Hoofdstuk 3
Tabel 10 Aantal cliënten in begeleiding per typemodule, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013 Tellus 2011
Typemodules
N
Turving maart 2013
%
verschil turving/Tellus
N
%
%
1176 207 2301 308 21 20 254 160 17 50 100 318 136 112 139 221 247 70 62 5919
9,3 1,6 18,2 2,4 0,2 0,2 2,0 1,3 0,1 0,4 0,8 2,5 1,1 0,9 1,1 1,7 2,0 0,6 0,5 46,8
4% -3% 4% 0% -1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% -1% 0% 0% -1% 0% -2% -1% 0% -1%
272 190 980 95 899 142 71 73 22 0 / 2744
2,1 1,5 7,7 0,8 7,1 1,1 0,6 0,6 0,2 0,0 / 21,7
0% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 0% -2% 0% / 1%
1084 1084
8,6 8,6
-2% -2%
44 682 41 849 0 22 600 337 104 153 24
0,3 5,4 0,3 6,7 0,0 0,2 4,7 2,7 0,8 1,2 0,2
-1% -1% / 3% 0% 0% -1% 2% 0% 0% 0% 0% 0% / 2%
Cluster Ambulant Integra l e i ndi vi duel e begel ei di ng Begel ei di ng ba s i s rechten Begel ei di ng ps ychi s che pers oonl i jke probl emen Ps ychothera pi e Begel ei di ng s eks uel e probl emen en geboorteregel i ng Begel ei di ng s eks ueel grens overs chri jdend gedra g Integra l e gezi ns begel ei di ng gezi ns begel ei di ng Gezi ns thera pi e Bemi ddel i ng i n confl i cten tus s en jongeren en ouders Begel ei di ng opvoedi ngs onzekerhei d Begel ei di ng pa rtnerrel a ti e Rel a ti ethera pi e Begel ei di ng s chei di ngs proces Schei di ngs bemi ddel i ng Ouders cha ps bemi ddel i ng Begel ei di ng i ntra fa mi l i a a l gewel d Groeps begel ei di ng Cri s i s begel ei di ng - Ambul a nt
Totaal
2.313 1.867 5.633 804 448 75 595 675 152 272 468 1.295 456 389 860 810 1.632 515 208 19.467
5,7 4,6 13,9 2,0 1,1 0,2 1,5 1,7 0,4 0,7 1,2 3,2 1,1 1,0 2,1 2,0 4,0 1,3 0,5 47,9
Cluster Thuisloosheid 741 Begel ei d zel fs ta ndi g wonen 525 Begel ei d wonen 1.652 Zorgwonen 175 Integra l e res i denti ël e begel ei di ng thui s l oos hei d 2.715 Integra l e begel ei di ng i n het ka der va n s tudi o-opva ng 475 Integra l e res i denti ël e begel ei di ng va n jongvol wa s s enen 249 Integra l e res i denti ël e begel ei di ng va n s l a chtoffers va n pa rtnergewel 339 d Opva ng/begel ei di ng va n ki nderen va n ouders i n een opva ngs i tua876 ti e Integra l e res i denti ël e begel ei di ng va n s l a chtoffers va n mens enha44 ndel Cri s i s begel ei di ng - Res i denti eel 612 Totaal 8.403
1,8 1,3 4,1 0,4 6,7 1,2 0,6 0,8 2,2 0,1 1,5 20,7
Preventi eve woonbegel ei di ng
Cluster Financieel 4.423 4.423
Fi na nci ël e begel ei di ng
Totaal
10,9 10,9
Cluster Justitieel Bezoekrui mte vri jwi l l i ge context Bezoekrui mte gerechtel i jke context Coördi na ti e hul p- en di ens tverl eni ng ti jdens detenti e Begel ei di ng va n gedeti neerden i n detenti econtext Begel ei di ng ouder-ki nd context i n detenti e Begel ei di ng na a s tbes ta a nden va n gedeti neerden Begel ei di ng s l a chtoffers cha p Begel ei di ng s eks uel e del i nquenten Begel ei di ng Leerproject voor Da ders va n s eks ueel gewel d Begel ei di ng Da der i n-Zi cht (DIZ) Begel ei di ng Sl a chtoffer i n Beel d (SIB) Begel ei di ng Gl oba a l Pl a n Projecten - i ndi vi dueel Begel ei di ng Gl oba a l Pl a n Projecten - groep Begel ei di ng AGM
Totaal
Algemeen totaal
365 2.397 / 1.533 134 59 2.438 252 265 531 124 114 21 80 8.313
0,9 5,9 / 3,8 0,3 0,1 6,0 0,6 0,7 1,3 0,3 0,3 0,1 0,0 20,5
52
0,0
/ 2908
/ 23,0
40.606
100%
12.655
100%
Figuur 7 Aandeel cliënten in begeleiding per cluster, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013 Turving maart 2013 (N=12.655)
Tellus 2011 (N=40.606) Ambulant 20,5
10,9
Thuisloosheid 47,9
Financieel 20,7
23,0 46,8
8,6 21,7
Justitieel
Bron: TELLUS 2011 - Cliëntregistratie CAW's; CAW in beeld 2011, pp.40-42; eigen bewerking
42
Resultaten turving
10 Aandeel en aantal cliënten met een indicatie van handicap In totaal heeft 10,9% van de 12.655 geturfde cliënten in begeleiding een VAPH-erkenning. Indien we dit percentage doorrekenen naar de totale populatie van 40.606 cliënten op jaarbasis (Tellus registratie 2011), dan komt dit neer op 4.400 cliënten met een VAPH-erkenning. Het aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap bedraagt 13,6%. Dit zijn 5.500 cliënten op jaarbasis. Volgens de turving heeft 13,0% van de cliënten buitengewoon secundair onderwijs gevolgd, ofwel 5.300 cliënten op jaarbasis. Op basis van de turving heeft 2,9% van de cliënten ooit in een voorziening van het VAPH verbleven. Dat komt overeen met 1.200 cliënten op jaarbasis. Bijna 1 op 4 heeft volgens de turving ooit in een instelling van de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie verbleven, ofwel bijna 10.000 cliënten. In totaal is bij 37,1% van de geturfde cliënten minstens één van deze indicaties van handicap aanwezig. Dat zijn ongeveer 15.000 cliënten op jaarbasis. De betrouwbaarheid van de schattingen van het aantal cliënten met een handicap op jaarbasis is afhankelijk van (1) de representativiteit van de turving, (2) het aantal dubbeltellingen in Tellus en de turving en (3) de mate waarin de percentages van de foto gedurende één maand ook op jaarbasis geldig zijn. Figuur 8 Aandeel cliënten in begeleiding met indicatie van handicap volgens turving maart 2013 50%
37%
40% 30% 20%
24% 11%
14%
13%
10%
3%
0% erkenning VAPH
financiële buitengewoon tegemoetkoming secundair handicap onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 11 Schatting aantal CAW cliënten in begeleiding met indicatie van handicap
indicator handicap erkenning VAPH financiële tegemoetkoming handicap buitengewoon secundair onderwijs ooit in VAPH voorziening verbleven instellingsverleden BJZ of psychiatirie minstens 1 van bovenstaande indicaties
aandeel volgens turving1
schatting o.b.v. aantal cliënten in begeleiding op jaarbasis2
10,9% 13,6% 13,0% 2,9% 24,2% 37,1%
4.400 5.500 5.300 1.200 9.800 15.100
1
Op basis van 12.655 geturfde cliënten in begeleiding in maart 2013
2
Op basis van 40.606 cliënten in begeleiding in 2011 (Tellus registratie); afgerond tot honderd
43
Hoofdstuk 3
11 Spreiding indicaties van handicap tussen CAW’s We bespreken eerst overkoepelend hoe de resultaten van de turving verschillen over de CAW’s heen. Daarna gaan we in de specifieke CAW’s. Figuur 9 toont de spreiding van het aandeel cliënten met een indicatie van handicap over de verschillende CAW’s door middel van box plots. De rechthoekige box omvat de helft van al de CAW’s. De uitlopers naar boven en beneden omvatten telkens een vierde van de verschillende CAW’s. In de figuur zijn per indicator het minimum, maximum en de mediaan weergegeven. Het aandeel cliënten in begeleiding met een VAPH-erkenning varieert over de verschillende CAW’s heen tussen een minimum van 6% en een maximum van 24%. De mediaan bedraagt 10%, wat wil zeggen dat de helft van de CAW’s daarboven zit. Bij de helft van alle CAW’s ligt dat aandeel tussen 8% en 13%. Het aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap ligt hoger dan de VAPH-erkenning. De mediaan bedraagt 13%. De helft van alle CAW’s scoort tussen 10% en 16%. Het maximum aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap op niveau van de CAW’s loopt op tot 26%. Het aandeel cliënten dat buitengewoon secundair onderwijs heeft gevolgd kent een gelijkaardige spreiding. Bij de helft van de CAW’s ligt dat aandeel tussen 9% en 16%, met een mediaan van 12%. Bij het CAW met de hoogste score ligt het aandeel cliënten dat buitengewoon secundair onderwijs heeft gevolgd 6 keer zo hoog als het CAW met de laagste score. Het maximum bedraagt 31%, het minimum 5%. Het aandeel cliënten in begeleiding dat ooit in een voorziening van het VAPH heeft verbleven, varieert tussen de CAW’s van 1% tot 5%. De mediaan bedraagt 2% en het gemiddelde 3%. De indicator die weergeeft of cliënten ooit verbleven hebben in een voorziening van de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie vertoont de grootste spreiding. Zowel de mediaan als het gemiddelde bedragen 25%. Het verschil tussen het minimum (9%) en het maximum (46%) geeft aan dat niet alle CAW’s hetzelfde profiel van cliënten in begeleiding hebben. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de typemodules die het CAW aanbiedt. Het aandeel cliënten met minstens één indicatie van handicap varieert tussen CAW’s van minimum 14% en maximum 61%. Bij de helft van CAW’s heeft een derde van de cliënten in begeleiding minstens één indicatie van handicap.
44
Resultaten turving
Figuur 9 Box plot met spreiding indicaties van handicap tussen verschillende CAW’s, met weergave minimum, mediaan en maximum 61%
60%
50% 46%
40% 36% 31%
30% 26% 24%
25%
20%
14%
10%
13% 10%
6%
6%
12%
5%
9% 5%
2% 1%
0%
erkenning VAPH
financiële tegemoetkoming handicap
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellings-verleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 12 toont de resultaten van de turving per CAW afzonderlijk. De tabel is gerangschikt in aflopende volgorde van het aandeel cliënten met een VAPH-erkenning. De kleuren geven per indicatie van handicap weer hoe de CAW’s zich onderling verhouden. Het interpreteren van de verschillen tussen de CAW’s is niet eenduidig aangezien (1) het aanbod van begeleidingen niet overal hetzelfde is, (2) de vormen van samenwerking die bestaan tussen de CAW’s en andere diensten variëren, (3) het VAPH-aanbod niet overal hetzelfde is en (4) de aanwezigheid van sociaal kwetsbare groepen in de grootstad, centrumstad of gemeente een invloed heeft op het profiel van de CAW-cliënten in begeleiding. Toch zijn de resultaten van sommige CAW’s opvallend. Zo heeft CAW Piramide het hoogste aandeel cliënten met een VAPH-erkenning (24%), met buitengewoon secundair onderwijs (31%) en met een instellingsverleden BJZ of psychiatrie (46%). Deze percentages zijn wel maar gebaseerd op 127 geturfde cliënten (en dus slechts 1 % van alle geturfde cliënten). Bij CAW Metropool heeft 26% van de cliënten een financiële tegemoetkoming handicap en 44% een instellingsverleden BJZ of psychiatrie. In totaal is er zowel bij CAW Piramide als CAW Metropool bij 6 op 10 cliënten in begeleiding minstens één indicatie van handicap aanwezig. De CAW’s Regio Aalst en De Mare vallen op door de combinatie van een hoog aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap (ongeveer 1 op 4) en een hoog aandeel met een instellingsverleden (ongeveer 1 op 3). De CAW’s Archipel en Mozaïek vallen op door de lage percentages. Bij de bespreking van de turvingsprocedure kwam reeds het signaal dat het werken met beleidsdefinities in Brussel20 tot een onderschatting leidt van het aantal personen met
20
In Brussel is er wel heel wat praktijkervaring opgedaan in het kader van het project ‘Bruggenbouwer’ dat een
samenwerking tussen de thuislozenzorg en VAPH-diensten heeft gefaciliteerd (Desmaele, 2012).
45
Hoofdstuk 3
een handicap, en dit in het bijzonder voor etnisch-culturele minderheden die niet altijd de weg naar het aanbod kennen of die pas later in hun leven in België zijn aangekomen. Tabel 12 Aandeel cliënten met indicaties van handicap, vergelijking van de verschillende CAW’s
46
Resultaten turving
12 Spreiding indicaties van handicap tussen type begeleidingen We bespreken de verschillen tussen het soort begeleiding in functie van (1) clusters, (2) modules en (3) typemodules. Deze indeling wordt hieronder verduidelijkt. Tabel 13 Indeling begeleidingen in typemodules, modules en clusters Algemene individuele begeleiding Integrale individuele begeleiding Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen Begeleiding psychische en persoonlijke problemen Psychotherapie Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen Integrale gezinsbegeleiding Gezinsbegeleiding Gezinstherapie Begeleiding partnerrelatie Relatietherapie Begeleiding scheidingsproces Scheidingsbemiddeling Ouderschapsbemiddeling Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders Bezoekruimte in vrijwillige context Bezoekruimte in gerechtelijke context Begeleiding intrafamiliaal geweld Begeleiding opvoedingsonzekerheid Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding Preventieve woonbegeleiding Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen Begeleid wonen Zorgwonen Begeleiding met verblijf
Modules Cluster ambulant Cluster justitieel Cluster thuisloosheid Cluster financieel
Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel
Begeleiding in detentiecontext Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie Integrale individuele begeleiding in detentiecontext Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) Slachtoffer in Beeld (SIB) Globaal Plan Projecten Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding Crisisbegeleiding
47
Hoofdstuk 3
12.1 In functie van clusters van begeleidingen Onderstaande tabel vergelijkt het aandeel cliënten met een indicatie van handicap tussen de vier clusters van begeleidingen. Dit is de hoogste overkoepelende indeling van het begeleidingsaanbod dat door de sector wordt gehanteerd. Tabel 14 Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van clusters van begeleidingen
In de cluster thuisloosheid heeft bijna 1 cliënt op 7, of 15%, een erkenning van het VAPH. Ook op de indicaties buitengewoon secundair onderwijs (20%), en instellingsverleden (35%) scoort de cluster thuisloosheid het hoogst. Dit bevestigt dat instellingsverleden een risicofactor is voor thuisloosheid (Hermans, 2012). Tot de cluster ‘thuisloosheid’ hoort binnen het algemeen welzijnswerk ook het begeleid wonen, dat mogelijks vanuit de zorg voor personen met een handicap als begeleidingsvorm niet echt met thuisloosheid geassocieerd wordt. Ook binnen de Europese definitie van thuisloosheid worden personen in begeleid wonen beschouwd als een onderdeel van de thuislozen (zie de European typology of homelessness and housing exclusion, www.feantsa.org ). De cluster financieel kent het hoogste aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap (20%). Eerder toonden we al aan dat 4 op 10 uitkeringsgerechtigden IVT/IT de eigen administratie niet zelf kan beheren (Vermeulen e.a., 2013, p.63). Ook het aandeel cliënten dat ooit in een VAPH voorziening heeft verbleven, is het grootst in deze cluster (3,4%). De percentages voor de cluster ambulant liggen lager dan in de clusters thuisloosheid en financieel. In totaal heeft 3 op 10 minstens één indicatie van handicap, tegenover 4 op 10 in de cluster financieel en 5 op 10 in de cluster thuisloosheid. Toch heeft 11% een VAPH-erkenning en 12% een financiële tegemoetkoming handicap. De cluster ambulant omvat bijna de helft van het totaal aantal begeleidingen, dus in absolute aantallen bevinden zich de meeste personen met een handicap in deze cluster. De cluster justitieel ken het laagste aandeel cliënten met een VAPH-erkenning (7%). Ook de andere indicaties scoren in verhouding met de andere clusters laag. 1 op 5 heeft een instellingsverleden bijzondere jeugdzorg of psychiatrie.
48
Resultaten turving
12.2 In functie van modules van begeleidingen Onderstaande tabel toont de begeleidingen opgedeeld naar module. Deze indeling lijkt zinvoller dan de clusters, die te overkoepelend zijn, en de typemodules, die te gedetailleerd zijn. De tabel is opnieuw geordend in functie van het aandeel cliënten met een erkenning van het VAPH. Tabel 15 Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van modules van begeleidingen
Opvallend is dat in de crisisbegeleiding 19% een VAPH-erkenning heeft en 8% een verleden in een VAPH-voorziening. Het gaat wel maar om een beperkte groep van 62 geturfde cliënten. Betreft het hier personen op een wachtlijst die gebruik maken van de CAW-begeleiding als een vorm van overbrugging? Of is de situatie geëxplodeerd waardoor crisisbegeleiding nodig is? In de module woonbegeleiding zijn er meer cliënten met indicaties van handicap dan in de module begeleiding met verblijf. Zo heeft 18% van de cliënten in woonbegeleiding een VAPH-erkenning tegenover 11% in de module begeleiding met verblijf. Binnen de cluster ambulant komen indicaties van handicap het vaakst voor in de module algemene individuele begeleiding. Bij de modules begeleiding psychische en persoonlijke problemen en begeleiding relatie- en gezinsproblemen liggen de percentages telkens lager. Bij de justitiële begeleidingen is het opvallend dat indicaties van handicap bijna niet voorkomen bij cliënten in begeleiding slachtofferschap. De percentages schommelen daar rond de 2%, wat in schril contrast staat met de andere modules.
12.3 In functie van typemodules van begeleidingen De gerangschikte resultaten op het niveau van de typemodule worden weergegeven in tabel 16. Dit is het kleinste niveau waardoor het totaal aantal geturfde cliënten per typemodule soms beperkt is.
49
Tabel 16 Aandeel cliënten met indicatie van handicap in functie van typemodules van begeleidingen Typemodules Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleid wonen Crisisbegeleiding Globaal Plan Projecten Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling Integrale individuele begeleiding Zorgwonen Preventieve woonbegeleiding Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen Budgetbeheer Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Bezoekruimte in vrijwillige context Begeleiding seksuele delinquenten Begeleiding financiële problemen Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid Relatietherapie Begeleiding basisrechten Budgetbegeleiding Begeleiding opvoedingsonzekerheid Begeleiding partnerrelatie Groepsbegeleiding Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie Begeleiding intrafamiliaal geweld Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) Integrale gezinsbegeleiding Schuldbemiddeling Begeleiding psychische en persoonlijke problemen Individuele begeleiding slachtofferschap Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen Begeleiding scheidingsproces Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders Ouderschapsbemiddeling Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) Gezinsbegeleiding Integrale individuele begeleiding in detentiecontext Scheidingsbemiddeling Psychotherapie Bezoekruimte in gerechtelijke context Integrale residentiële begeleiding slachtoffers partnergeweld Gezinstherapie Opvang/begeleiding kinderen van ouders in opvangsituatie Slachtoffer in Beeld (SIB)
erkenning VAPH 30% 23% 21% 19% 19% 19% 17% 16% 15% 14% 14% 14% 14% 13% 13% 12% 12% 12% 12% 11% 10% 10% 10% 10% 10% 9% 9% 9% 9% 8% 8% 8% 8% 7% 7% 7% 5% 4% 4% 4% 3% 0% 0% 0%
financiële tegemoetkoming handicap 10% 5% 27% 15% 12% 10% 15% 44% 19% 13% 24% 24% 16% 14% 16% 11% 9% 16% 15% 9% 9% 13% 17% 11% 13% 11% 27% 13% 12% 6% 6% 6% 4% 8% 10% 8% 9% 10% 11% 10% 5% 12% 0% 0%
buitengewoon secundair onderwijs 60% 0% 26% 29% 21% 19% 15% 9% 19% 28% 22% 14% 9% 19% 14% 17% 6% 16% 12% 9% 8% 11% 29% 3% 11% 11% 17% 9% 7% 13% 16% 4% 2% 11% 12% 16% 13% 1% 3% 8% 3% 0% 5% 4%
ooit in VAPH voorziening verbleven 15% 0% 4% 8% 0% 5% 5% 3% 2% 6% 4% 0% 0% 6% 6% 3% 1% 4% 3% 1% 3% 0% 0% 1% 3% 2% 3% 3% 3% 2% 2% 0% 0% 0% 3% 3% 1% 0% 1% 2% 1% 0% 0% 0%
instellingsverleden BJZ of psychiatrie 55% 9% 40% 48% 38% 33% 23% 45% 30% 35% 43% 24% 34% 15% 27% 34% 15% 21% 20% 10% 15% 40% 39% 22% 14% 19% 23% 20% 16% 30% 30% 11% 8% 12% 12% 16% 28% 10% 20% 21% 21% 6% 18% 33%
a
minstens 1 indicatie handicap 75% 27% 62% 63% 58% 38% 38% 64% 48% 46% 60% 39% 50% 35% 41% 46% 29% 32% 35% 32% 28% 43% 61% 28% 27% 31% 43% 30% 33% 38% 40% 25% 18% 24% 27% 30% 36% 14% 29% 28% 23% 24% 23% 33%
totaal aantal cliënten 20 22 980 62 52 21 1176 95 272 71 258 72 44 337 176 899 136 207 450 100 318 70 41 247 104 254 128 2301 600 142 190 112 50 221 153 160 849 139 308 682 73 17 22 24
50
13 Vergelijking tussen de turving en de Tellus-registratie De publieke rapportering op basis van de Tellus-registratie maakt enkel de vergelijking mogelijk van het aandeel cliënten die ooit buitengewoon secundair onderwijs hebben gevolgd. De andere indicaties van handicap zijn niet beschikbaar, worden niet gerapporteerd of zijn niet identiek bevraagd. Onderstaande figuur vergelijkt het aandeel cliënten met buitengewoon secundair onderwijs in de registratiegegevens en in de turving. In de registratiegegevens is bij 16.913 cliënten de scholingsgraad bekend, ofwel 42% op het totaal van 40.606 cliënten in begeleiding. In totaal heeft 6% BuSo gevolgd in de registratiegegevens, tegenover 13% in de turving. Op het niveau van de clusters is het verschil het kleinst in de cluster financieel. Daar komen de registratiegegevens uit op 10% tegenover 15% in de turving. In de andere clusters is het aandeel volgens de turving minstens 2 maal zo groot. Een hypothese zou kunnen zijn dat het opleidingsniveau vaker correct wordt geregistreerd bij financiële begeleidingen, waardoor het verschil tussen Tellus en de turving daar het kleinst is. Figuur 10 Cliënten in begeleiding die ooit buitengewoon secundair onderwijs hebben gevolgd, per cluster, vergelijking Tellus 2011 en turving maart 2013
30%
Tellus 2011
Turving maart 2013
20%
20%
15% 10%
10%
10%
13%
11%
10%
6%
4%
4% 0%
Ambulant
Thuisloosheid
Financieel
Justitieel
Totaal met Buso
Bron: CAW in Beeld, 2011, p.63 (op basis van 16.913 cliënten waarbij scholingsgraad bekend is)
51
Hoofdstuk 4 Besluit en aanbevelingen
In dit laatste hoofdstuk formuleren we eerst een overkoepelend besluit over de doelstelling en het resultaat van dit onderzoek. Daarna maken we enkele bedenkingen en beleidsaanbevelingen bij de interpretatie van de resultaten.
1
Doelstelling en resultaat onderzoek
Het doel van dit beleidsgericht onderzoek is om het aantal personen met een (indicatie van) handicap die gebruik maken van de CAW in kaart te brengen. Het project is het vervolg op een kortdurend ad hoc project van het Steunpunt WVG, waarin we vaststelden dat de huidige registratiecijfers van de CAW onvoldoende betrouwbaar en valide zijn om uitspraken te doen over de aanwezigheid van personen met een handicap binnen het CAW-cliënteel (Vermeulen e.a., 2013). De beleidsaandacht voor het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap is het gevolg van twee evoluties. Ten eerste vraagt het VN-Verdrag om de resultaten van het gevoerde inclusief beleid te monitoren. Ten tweede wil het Perspectiefplan 2020 enerzijds de toegankelijkheid van reguliere diensten verhogen en anderzijds de noodzakelijke uitbreidingen realiseren binnen andere welzijnssectoren in functie van meer inclusieve ondersteuning. In overleg zijn alle CAW-cliënten in begeleiding geturfd op 5 verschillende indicaties van handicap, namelijk (1) een VAPH-erkenning, (2) recht op financiële tegemoetkoming handicap, (3) ooit buitengewoon secundair onderwijs gevolgd hebben, (4) ooit in VAPH-voorziening verbleven hebben en (5) ooit in bijzondere jeugdzorg of psychiatrie verbleven hebben. Bij de eerste vier indicaties hebben de personen in het verleden een medisch of interdisciplinair onderzoek ondergaan dat tot de vaststelling kwam dat er een handicap aanwezig is en dat die toegang verschafte tot het VAPH, tot een specifieke sociale zekerheidsuitkering of tot het buitengewoon onderwijs. De vijfde indicatie is opgenomen om de grijze zone tussen het VAPH, de bijzondere jeugdzorg en de psychiatrie in beeld te brengen. Deze indicatie is het meest gecontesteerd en sluit het minst aan bij de overige beleidsdefinities van handicap. De motivatie hiervoor is dat de CAW in het verleden al meermaals het signaal hebben gegeven dat een belangrijke fractie van hun cliënten een lange hulpverleningsgeschiedenis achter de rug hebben en zich bevinden in de grijze zone tussen het VAPH, bijzondere jeugdzorg en psychiatrie. Vanuit de brede definitie van handicap in het VN-Verdrag kan een psychische beperking als een handicap geïnterpreteerd worden. Het is evenwel zo dat niet elke opname in de psychiatrie een langdurige psychische beperking impliceert. Tevens jongeren met een verleden in de bijzondere jeugdzorg beschouwen als personen met een handicap, zou uiteraard kort door de bocht zijn en tot een bijkomende stigmatisering van deze doelgroep leiden. Maar voor een aanzienlijk aantal van deze jongeren – veelal jongeren met een complexe multi-problematiek die bij een CAW terechtkomen, gaat deze motivering waarschijnlijk wel op.
53
Hoofdstuk 4
Enkel cliënten in begeleiding zijn geturfd. CAW-cliënten op onthaal, waarin informatieverstrekking, advies en vraagverheldering centraal staan, zijn niet meegenomen in de turving omwille van de omvang en de laagdrempeligheid van het onthaal. Alle CAW’s hebben in maart 2013 in totaal 12.655 cliënten met een begeleidingsplan geturfd door middel van een gestandaardiseerde methode. Aangezien dit een eerste maandelijkse turving is, is het moeilijk om in te schatten of het nu om een groot aantal begeleidingen gaat. Op basis van de registratiegegevens omvat deze turving ongeveer 1/3de van het totale aantal begeleidingen op jaarbasis. De CAW hebben grote inspanningen geleverd om de turving op een adequate manier uit te voeren. Er zijn geen aanwijzingen van ernstige systematische vertekeningen, zowel in functie van het aanbod van begeleidingen als de geografische spreiding. De resultaten van de turving tonen aan dat er op dit moment al een groep van personen met een handicap reeds gebruik maakt van CAW-begeleiding. Of het hier gaat om een grote of kleine groep hangt onder andere af van de referentiecategorie die men hanteert. Toch willen we erop wijzen dat het in een erg beperkte periode geturfd is geworden. De omvang verschilt naar gelang de gehanteerde indicatie van handicap. In totaal heeft 10,9% van de geturfde cliënten in begeleiding een VAPHerkenning. Indien we dit percentage doorrekenen naar de totale populatie van 40.606 cliënten op jaarbasis (Tellus registratie 2011), dan komt dit neer op 4.400 cliënten met een VAPH-erkenning. Het aandeel cliënten met een financiële tegemoetkoming handicap bedraagt 13,6%. Dit zijn 5.500 cliënten op jaarbasis. Volgens de turving heeft 13,0% van de cliënten buitengewoon secundair onderwijs gevolgd, ofwel 5.300 cliënten op jaarbasis. Op basis van de turving heeft 2,9% van de cliënten ooit in een voorziening van het VAPH verbleven. Dat komt overeen met 1.200 cliënten op jaarbasis. Bijna 1 op 4 heeft volgens de turving ooit in een instelling van de bijzondere jeugdzorg of de psychiatrie verbleven, ofwel bijna 10.000 cliënten. In totaal is bij 37,1% van de geturfde cliënten minstens één van deze indicaties van handicap aanwezig. Dat zijn ongeveer 15.000 cliënten op jaarbasis. Het aandeel cliënten met een indicatie van handicap varieert naargelang de focus van de begeleiding. De clusters thuisloosheid en financieel scoren het hoogst. Zo heeft 15% van de cliënten in de cluster thuisloosheid een erkenning van het VAPH en 35% een instellingsverleden in de bijzondere jeugdzorg of psychiatrie. In de cluster financieel heeft 1/5de van de cliënten recht op een financiële tegemoetkoming handicap. Ook tussen de CAW’s zijn er grote verschillen. In het bijzonder vallen de hoge cijfers in Antwerpen, Gent, Aalst en Kortrijk op. Die verschillen kunnen onder andere verklaard worden (1) door het soort aanbod dat de CAW in die steden aanbieden, (2) door de grote aanwezigheid van sociaal kwetsbare groepen in de steden en (3) door het al dan niet aanwezig zijn van een bepaald VAPH-aanbod en (4) de vormen van samenwerking die bestaan tussen de CAW en andere diensten. De CAW’s in Brussel geven het signaal dat het werken met beleidsdefinities tot een onderschatting leidt van het aantal personen met een handicap, en dit in het bijzonder voor etnisch-culturele minderheden die niet altijd de weg naar het aanbod kennen of die pas later in hun leven in België zijn gearriveerd.
14 Inclusie als gezamenlijke uitdaging Deze studie toont aan dat er al een groep personen met indicaties van handicap gebruik maakt van de CAW. Moet dit aandeel en aantal verder stijgen in functie van een meer inclusief aanbod? 54
Besluit en aanbevelingen
De CAW zijn hier in ieder geval niet tegen gekant, maar maken wel een belangrijke kanttekening. Ze wijzen erop dat het niet zo mag worden dat vooral de complexe dossiers terechtkomen bij de CAW, want dan zou de werking (verder) dichtslibben. Ze geven aan dat zeker de groep personen die zich in de grijze zone bevinden tussen verstandelijke beperking en psychiatrie een meer intensieve begeleiding vereisen, waardoor ze minder begeleidingen aan personen zonder handicap kunnen aanbieden. Bovendien is ook niet altijd de expertise in huis om die personen op een gepaste wijze te begeleiden. Het uitwisselen van kennis en expertise en een betere samenwerking moeten daarom gedeelde zorg mogelijk maken. Dit moet verder gestimuleerd worden binnen het regelluwe kader. De CAW geven daarbij wel het signaal dat de vermaatschappelijking van de zorg er niet toe mag leiden dat de CAW vooral die cliënten helpen die niet door andere sectoren worden bediend. Het evenwicht in de positionering van de CAW als een eerste- of laatstelijnsvoorziening staat daarbij onder druk. “Over de lage drempel van het CAW komen immers steeds meer mensen met complexe problemen, in een situatie aan het einde van een rit doorheen tal van maatschappelijke- en zorginstellingen. Ze zijn ‘uitbehandeld’ en ‘uitgeprocedeerd’. De lage drempel van het CAW krijgt dan het beeld van een laatste vangnet of ultieme redplank, zeker in de verstedelijkte gebieden.*…+ De hamvraag over de preventieve slagkracht van het algemeen welzijnswerk blijft echter overeind: in welk stadium van de probleemwording wil de overheid deze sector inzetten?” (Serrien, 2012, p.29) Bovendien benadrukten de CAW in de contacten die we hadden ter voorbereiding van de turving dat een gelijkaardige groep ook op het onthaal een beroep doet. Verschillende CAW’s (Limburg, Dendermonde, Aalst) waren van plan om ook op onthaal te turven, maar dat bleek uiteindelijk moeilijk te combineren met turving in begeleiding. De doelgroep van jongvolwassenen die wel hulp nodig hebben, maar niet direct in begeleiding wensen te gaan, kloppen meermaals aan bij het onthaal en verdwijnen dan uit beeld. Dit noemen de CAW’s de ‘opduikers’. Dit zijn cliënten die onvoldoende kunnen inschatten wat hun eigen krachten en mogelijkheden zijn, geen goed uitgebouwd sociaal netwerk hebben en eerder afkerig staan ten opzichte van elke vorm van hulpverlening of voorziening (Stas, Serrien, Van Menxel, 2008). Deze jongvolwassenen komen wel aankloppen bij een JAC. In sommige gevallen gaat het om een overbruggingsbegeleiding in afwachting van andere hulp, in andere gevallen gaat het om personen met een hele hulpverleningsgeschiedenis die nergens meer terecht kunnen of die zelf geen specialistische hulp meer wensen. Of de personen doen enkel een beroep op het onthaal omdat de begeleiding die door het CAW wordt aangeboden geen antwoord biedt op hun noden.
15 Vertrekken vanuit sociale kwetsbaarheid We pleiten er voor om de aandacht voor de doelgroep van personen met een handicap breder in te bedden in een discussie over sociale kwetsbaarheid. Deze turving brengt niet enkel de mate van inclusie onder de aandacht van het beleid, maar tevens de aanwezigheid van laatstelijnscliënten binnen het algemeen welzijnswerk en dan vooral binnen de stedelijke context. De afbakening van de doelgroep van personen met een handicap is niet zwart-wit. De definitie uit het VN-Verdrag geeft dan wel een ruimere invulling aan handicap, geworteld in een sociaal model, maar bij het operationaliseren van de doelgroep blijft een groot spanningsveld bestaan. De reikwijdte 55
Hoofdstuk 4
waarmee verschillende perspectieven21 handicap afbakenen verschilt sterk. Het gevaar bestaat dat complexere doelgroepen, die niet in een hokje passen, in deze discussie uit het oog verloren worden. Wat CAW-cliënten uiteindelijk gemeenschappelijk hebben, is hun sociale kwetsbaarheid. Sociale kwetsbaarheid is als concept in Nederland ontwikkeld om de doelgroep te omschrijven van wat zij de openbare geestelijke gezondheidszorg noemen. Hiermee wordt naar een populatie verwezen die niet beschikt over voldoende hulpbronnen om op eigen kracht bepaalde moeilijkheden en tegenslagen te overwinnen en het leven op de gewenste manier vorm te geven (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2001; Wolf e.a., 2002). De verschillende gradaties van kwetsbaarheid worden gevat als een ladder. De treden op de ladder zijn gebaseerd op belangrijke aspecten en uitkomsten van sociale kwetsbaarheid: zelfredzaamheid, het soort hulp dat nodig is om een volwaardig leven te leiden en de hoeveelheid, ernst, duur en complexiteit van de problemen waarmee mensen te kampen hebben. Sociale kwetsbaarheidheid manifesteert zich vooral in de grootsteden, die de afgelopen 20 jaar grote maatschappelijke transformaties ondergaan. De opeenvolgende uitgaven van de Vlaamse stadsmonitor beschrijven de belangrijkste demografische, economische en sociale evoluties. Zo is er de natuurlijke aangroei van de bevolking, de gemiddeld hogere werkloosheidscijfers, de verdere multiculturalisering met stadsspecifieke migratiestromen, de economische aantrekkingskracht, de relatief hoge kansarmoedecijfers, de groeiende kloof tussen de arme en rijke inwoners, de stijgende prijzen op de huisvestingsmarkt en de toenemende druk op de lokale financiën.
16 Turven in de toekomst: het e-dossier als opportuniteit Een belangrijke opportuniteit voor de CAW is het elektronisch dossier dat vanaf 2014 sectorbreed zal ingevoerd worden. Om de doelgroep van personen met een handicap te kunnen opvolgen, kunnen de gehanteerde indicaties van handicap geïntegreerd worden in het systeem. Dit gaat best gepaard met duidelijke instructies naar de praktijkwerkers en de CAW. Om de cijfers betrouwbaar te maken, is het noodzakelijk dat er een verplichte registratie komt van deze variabelen. Het moet helder gemaakt worden wat er daarmee precies bedoeld wordt. Wordt er enkel geregistreerd als het ter sprake komt, of als de hulpverlener een vermoeden heeft? Of gaat de hulpverlener zelf pro-actief bij elke cliënt registreren? Om de kwaliteit van de cijfers te garanderen is de tweede optie aangewezen. Deze tweede optie sluit eveneens aan bij de eis in het VN-Verdrag om op reguliere basis de mate van inclusie te monitoren. Om het laagdrempelig en vraaggericht karakter van het eerstelijnswerk te bewaken is de eerste optie aangewezen. Mogelijks kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de cliënten op onthaal en begeleiding. In geval van begeleiding is er een wederzijds engagement en vertrouwen dat het ook mogelijk kan maken om de gehanteerde indicaties van handicap samen met de cliënt te bespreken. Het e-dossier maakt gebruik van het rijksregisternummer als een unieke cliëntidentificator. Dit maakt het mogelijk dat op geanonimiseerde wijze cliëntgegevens van de CAW gekoppeld kunnen worden aan de VAPH-databank (met gegevens over personen met een VAPH-ticket) en de Datawarehouse sociale bescherming en arbeidsmarkt (met gegevens over het socialezekerheidsstatuut). Op lange termijn is
21
56
Diagnostische criteria op basis van wetenschappelijke inzichten, beleidsdefinities of zelfgerapporteerde status (Vermeulen e.a., 2013, p.28-29)
Besluit en aanbevelingen
het noodzakelijk om dit type van beleidsmatige koppelingen uit te zetten om een beter gevalideerd beeld te krijgen van hoe personen met een handicap gebruik maken van welzijnsdiensten. Door te turven worden complexe situaties immers gereduceerd tot afzonderlijke deelaspecten zonder het zorg- en welzijnstraject in kaart te brengen.
57
Referenties
Breda, J., Gevers, H. (2011). Het experiment persoonsgebonden budget. Eindverslag van de wetenschappelijke evaluatie. Antwerpen: UA Departement Sociologie. Desmaele, K. (2012). Project Bruggenbouwer. Personen met een (vermoeden van) handicap in de thuislozenzorg, Tijdschrift voor welzijnswerk, 36(325). Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een Handicap (2011). Jaaroverzicht 2011 in cijfers. Brussel: FOD SZ. Hermans, K. (2012). De welzijnszorg versus de zorg voor welzijn. Twintig jaar welzijnsbeleid in Vlaanderen. In: Hermans K., van den Bosch D. (Eds.), Zorg voor welzijn. Oude vragen en nieuwe antwoorden. Leuven/Den Haag: Acco, 195-212. Heymans, S., Molleman, C. (2010). Profielonderzoek zorgvragers uit psychiatrie, Brussel: Studiecel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Jongerenwelzijn.(2013). Jaarverslag 2012, http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/assets/docs/publicaties/jaarverslagen/jaarverslag_2012.pdf Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. (2001). Kwetsbaar in kwadraat. Krachtige steun aan kwetsbare mensen. Den Haag: RMO. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (2012). Geografische spreiding van de kinderbijslag – 2011, http://www.rkw.be/nl/Documentation/Publication/Statistics/GeografischeTellingen2011.pdf Serrien, L. (2012). Nieuwe fusiebeweging voor de CAW’s. ALERT, jg. 38, nr.3, juli 2012. Stas, K., Serrien, L., Van Menxel, G. (2008). Jongvolwassenen: tussen wal en schip?, Berchem, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. (2011). Handboek typemodules 2011, Berchem, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (2012). CAW in beeld, cijfers 2011, Berchem, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Van Menxel, G., Lescrauwaet, D., Parys, I. (2004). Verbinding Verbroken, Thuisloosheid en Algemeen welzijnswerk in Vlaanderen. Berchem: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Vandeurzen, J. (2010). Perspectief 2020: nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap. Brussel, Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Vandeurzen, J. (2011). Beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Beleidsprioriteiten 2011-2012, Brussel, Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Vandeurzen, J. (2011). Een sterk eerstelijns welzijnswerk - een nieuw uitzicht voor de CAW. Brussel, Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vandeurzen, J. (2013). Conceptnota persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap. Brussel, Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
58
Verenigde Naties (2006). Convention on the rights of persons with disabilities, New York: United Nations. (Nederlandse vertaling: Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, Traktatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 5(2007) nr.1). Vermeulen, B., Van Der Niet, M., Demaerschalk, E., Van Audenhove, C., Hermans, K. (2012). HANDILAB – Effectiviteit van de inkomensvervangende en integratietegemoetkoming. Leuven: LUCAS. Vermeulen, B., De Maeseneer, J., Maes, B., Pacolet, J., Hermans, K. (2013). Nulmeting van het gebruik van reguliere welzijnsdiensten door personen met een handicap. Leuven: Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (2012). Classificerende Diagnostische Protocollen, simulatie diagnose- en indicatiestelling 2011-2012, Brussel: VAPH. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. http://www.vaph.be/vlafo/download/nl/7680633/bestand
(2013).
Jaarverslag
VAPH
2012,
Wolf, J., Zwikker, M., Nicholas, S., Bakel, H., Reinking, D., Leiden, I. (2002). Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag. Utrecht: Trimbos-instituut.
59
Bijlagen
Bijlage 1 Provincie
Contactpersonen turving per CAW CAW
contactpersoon
e-mail contactpersoon
telefoon
CAW Regio Brugge
Frederik Van Kerschaver
[email protected]
0496 82 84 71
CAW Middenkust
Marc Ecker
[email protected]
059 70 35 25
CAW De Papaver
Guido Vandroemme
[email protected]
058 28 00 21
CAW Midden-West-Vlaanderen
Mieke Van Walleghem
[email protected]
051 26 98 00
CAW Stimulans
Carine Renier
[email protected]
056 53 21.51
CAW Piramide
Inge Ramboer
[email protected]
056 24 56 20
Brigitte Laceur
[email protected]
09 265 04 59
CAW Zuid-Oost-Vlaanderen
Patsy De Witte
[email protected]
09 360 33 66
CAW Regio Aalst
Anita Naudts
[email protected]
053 60 61 62
CAW Regio Dendermonde
Agnes Onghena
[email protected]
052 25 99 52
CAW Waasland
Inge Jansegers
[email protected]
03 777 58 20
CAW Delta
Wim Decoot
[email protected]
02 613 17 79
CAW Regio Vilvoorde
Betty Gryson
[email protected]
02 252 09 39
CAW Oost-Brabant
Miek Vandenberk
[email protected]
016 21 01 00
CAW Limburg
Marina Punie
[email protected]
011 85 92 44
Jasmien Peeters
[email protected]
03 244 17 90
CAW Het Welzijnshuis
Bart Geens
[email protected]
CAW De Kempen
Johan Van Baekel
[email protected]
014 23 55 38
Marie Lemaire
[email protected]
02 502 92 28
Marijke Vandendries
[email protected]
02 227 02 00
West-Vlaanderen
CAW Visserij CAW Artevelde
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Limburg
CAW Metropool CAW De Mare
Antwerpen
CAW De Terp
Brussels Hoofdstedelijk CAW Archipel Gewest CAW Mozaïek
61
0492 73 87 84
Bijlage 2
Resultaten turven op indicaties van handicap per CAW
Tabel 17 Resultaten turving CAW Regio Dendermonde financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
1 4
8 2
3 2
23 11
25 12
107 59
8 3
1 9 3
10 1
4 16 4
4 27 5
6 38 6
1 1
2 1
2 3
6 3
7 5
21 12
6 1
11
5
18
33 1
117 8
14
8
11
1
18
39
130
1 3
1 2
2 1
2
1 3
3 5
10 15
43 8%
48 9%
40 8%
6 1%
107 20%
166 31%
529 100%
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang
2 1
6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Regio Dendermonde
40%
gemiddelde CAW's 37%
35%
31%
30% 25%
24%
20%
20%
15% 10%
14%
11% 8%
9%
13% 8%
5% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
62
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 18 Resultaten turving CAW & Jz Middenkust vzw financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
12 4
8 3
10 3
1
11
15 4
21 4
10 2
8 1
4
1
12 4
21 5
42 7
3
8
1
4 1
1 2
1 2 2
1 1
6 1
13 1 1 6 2
79 8 2 19 7
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling
10 4 1
3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
2 1
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
1
1
2
1
2
3
8
3
7
7
21
23
51 1
2
2
2
68 24%
104 37%
278 100%
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen
2
2
2
Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid
5
6
8
1
6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
41 15%
TOTAAL (in aantal en in %)
41 15%
31 11%
3 1%
50% 45%
CAW & Jz Middenkust vzw
40%
gemiddelde CAW's 37% 37%
35% 30% 25%
24% 24%
20% 15%
15%
10%
11%
15% 14%
13% 11%
5% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
63
Tabel 19 Resultaten turving CAW Regio Brugge financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
14
27
21
12
35
43
89
43 1 3 6
48 2 1 2
39
23
1 8
3
67 3 4 9
102 4 4 11
304 12 10 14
2 1
1 1
3
2
2 4
4 4 2
4 2
2
3
4
4 6 1 9 6 3
2 3
1 10
2 4
1
2
1
2
8 22 5 60 19 29 8 4 14 11 46 2 14
12 1
13 3
3 23 1
2
2 25 3
5 44 4
8 50 4
7
2
15
1
22 5
28 5
43 8
3 9
3 15
7 11
3
9 12
18 34
26 69
2
1
1
3
27
4 3
4 3
1 1
1 4
4 5
15 18
2
8
4
15
15
22
127 13%
154 16%
149 16%
240 25%
379 39%
961 100%
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces
1
3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context
3 10
3 16
3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG)
1 1
9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %)
51 5%
50% 45%
CAW Regio Brugge
40%
gemiddelde CAW's
39% 37%
35% 30% 25%
25% 24%
20% 15% 10%
13% 11%
16% 14%
16% 13%
5% 3%
5% 0%
erkenning VAPH
64
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 20 Resultaten turving CAW De Papaver financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
2 1
2 1
1 2
3
2
1
2 4
2 4
3 12
6
10
26
1 2
1
15 2
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen
1
2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
1
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces
5
3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context
1 8 2
3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
1 5 1
3
3
1 9 2
1 47 8 4
6
7
17
1
1
3
10
13
20
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
5
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
1
1
4
11
5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid
6
1
6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
1
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
23 14%
TOTAAL (in aantal en in %)
22 13%
19 12%
2 1%
35 21%
50 30%
165 100%
50% 45%
CAW De Papaver
40%
gemiddelde CAW's 37%
35%
30%
30% 25%
24% 21%
20% 15% 10%
14% 11%
14% 13%
13% 12%
5% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
65
Tabel 21 Resultaten turving CAW Midden-West-Vlaanderen financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
1
1
4
12
14
29
2
2
4
13 4
20 4
69 8
2
4
2
5
1
1 1
1 1 2
24 9 4 8 4 1
1
2
2
1 7
2 9 1
6 12 1
12 23 1
1
1
2
20
29
42
2
3
13
70 27%
103 39%
261 100%
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding
2
3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
1
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces
1
3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
2 5 1
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling
1 4
3 2
1 2
Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding
14
14
14
2
5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld
1
6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
26 10%
TOTAAL (in aantal en in %)
24 9%
31 12%
5 2%
50%
CAW Midden-West-Vlaanderen
45% 40%
39% 37%
gemiddelde CAW's
35% 30%
27% 24%
25% 20% 15% 10%
14%
11% 10%
13% 12%
9%
5% 3% 2%
0%
erkenning VAPH
66
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 22 Resultaten turving CAW Stimulans financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
11 1
10 2
12 1
1
14 1
28 2
45 7
16
12
15
3
14
34
91
3 1
2
4
3
7 1
14 2
6
3
7
5
11
38
1
6 13 8 1
6 2 8 15 11 15
4 8 13 2 10 45 18 32
1 10 1 22 4
3 20 5 39 6
3 39 13 62 20
11
20
37
7
17
21
15 13
19 13
36 27
1
1
2
17
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
2
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces
1
3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid
2 2 1 2 4 6
2 1 1 2 4 5
5
2 7 1 11
1 12 2 18 1
1 4 2 17 2
5
5
11
8
7
12
5 2
7 1
16 4
2 4 4 5
1
1 1
3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling
1
Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding
1
5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang
1 1
6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap
8
7
2
11
18
102
3 2
6 5
2 1
1 1
8 5
49 17
5
5
14
5
14
60
1
4
331 40%
836 100%
Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten
3
Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding
1
Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
116 14%
TOTAAL (in aantal en in %)
121 14%
148 18%
15 2%
169 20%
50% 45%
CAW Stimulans
40%
gemiddelde CAW's
40% 37%
35% 30% 25%
24%
20%
20% 18%
15% 10%
14% 11%
14% 14%
13%
5% 3% 2%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
67
Tabel 23 Resultaten turving CAW Piramide financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding
3
1
6
6
8
11
3 10 4
1 7 7
4 10 1
4 16 11
4 16 14
9 19 19
2
2
4
2
7
18
2
1
4
4
7
14
6
2
7
8
13
24
3
7
7
12
3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen
1
6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding
1
Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
1 31 24%
TOTAAL (in aantal en in %)
21 17%
39 31%
1 1%
58 46%
60%
76 60%
127 100% 60%
CAW Piramide 50%
gemiddelde CAW's
46%
40% 37% 31%
30% 24%
24%
20% 17% 14%
10%
11%
3% 1%
0%
erkenning VAPH
68
13%
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 24 Resultaten turving CAW Artevelde financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
1
1/2 Begeleiding basisrechten
1
2 5
3 6
8 24
4
2
4
6
2
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen
2 1
3 1
4
1
8 7
11 11
30 26
12
6
13
2
15
26
65
3
3
11
8
11
17
8 5
9 8
25 23
5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
2
2
2
1
2
2 3
2 5
5
3
5
5
1
6
15
8
6
17
5
18
23
34
34 12%
27 10%
53 19%
14 5%
82 29%
121 43%
284 100%
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Artevelde
40%
gemiddelde CAW's
43% 37%
35% 30%
29%
25%
24%
20%
19%
15% 10%
12% 11%
5%
14%
13%
10% 5% 3%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
69
Tabel 25 Resultaten turving CAW Visserij financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context
10
6 11
6 19
6 19
3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling
12 17 8 12 2
17 21 7 25 3
14 24 8 20 2
5 6 0 6 1
24 38 14 41 5
42 64 21 55 9
96 130 34 84 25
1
0
0
0
0
1
4
2
18
Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen
2 Begeleiding met verblijf
6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid
9
6
5
12
23
68
3
11
9
1
20
44
133
55 9%
95 15%
93 15%
24 4%
171 28%
286 46%
617 100%
6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Visserij
40%
gemiddelde CAW's
46%
37%
35% 30% 28% 25%
24%
20% 15% 14%
15% 10%
15% 13%
11% 9%
5%
4% 3%
0%
erkenning VAPH
70
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 26 Resultaten turving CAW Artevelde en Visserij, gezamenlijke teams financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
39
22
29
8
48 1
78 1
138 1
32
26
24
10
69
73
167
2
2
7
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling
2
2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding
4
3
7 4
1
13 3
17 7
37 21
15 6 4
8 4 3
6 4 4
4 2
16 12 3
30 20 11
7 2
4 1
7
1
5 2
18 4
65 56 21 10 42 5
4 6
4 10
6 22
3
5
6
6
6
11
27
67
3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid
3
2
3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
2
2
11
8
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
20
5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
5
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
125 18%
TOTAAL (in aantal en in %)
81 12%
109 16%
35 5%
200 30%
308 46%
676 100%
50% 45%
CAW Artevelde & Visserij gezamenlijke teams
40%
gemiddelde CAW's
46%
37%
35% 30%
30%
25%
24%
20%
18% 16%
15% 10%
11%
14% 12%
13%
5% 3%
5% 0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
71
Tabel 27 Resultaten turving CAW Zuid-Oost-Vlaanderen financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
4
1
6
1
1
1
1
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
2
2
6
14
1
4
1
0 1
1
1 0
6 7 1 1 3 2
0 1
2 24
18 16
18 16
67 76
3
5
11
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding
1
3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
1
1
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders
1
3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
5
5
1
2
2
2
9 4
6 9
14 6
22 8
29 11
51 31
3 3 8
20 9 21
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding
1
4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding
2
4
7
3 3 3
4
9 1
7 1 1
11 5 5
15 7 5
22 25 11
3 3 1
3 4 1
7 14 2
5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen
1
1
6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
2
3 3 1
3 2
4
5
6
2
9
15
47
37 8%
51 11%
57 12%
7 1%
121 25%
153 32%
478 100%
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Zuid-Oost-Vlaanderen
40%
gemiddelde CAW's 37%
35%
32%
30% 25% 24%
25% 20% 15% 10%
11%
14% 11%
13% 12%
8% 5% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
72
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 28 Resultaten turving CAW Regio Aalst financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
4
4
1
1
5
6
19
7 1
10 2
7
4
17 7
17 7
22 7
1 1 1
1 2 2
1 2 3 1
1 2 3 1
1 2 3 1
5
14
5
17
28
111
1 5 11
2
5/4 Zorgwonen
2 2
2 2 9
3 6 12
9 14 15
Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid
3
4
6
16
16
20
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding
2
4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
2
6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie
1 1
7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
27 12%
TOTAAL (in aantal en in %)
56 25%
21 9%
9 4%
82 36%
102 45%
226 100%
50% 45%
CAW Regio Aalst
40%
gemiddelde CAW's
45%
36%
35%
37%
30% 25%
25%
24%
20% 15% 10%
12% 11%
5%
14%
13% 9% 4% 3%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
73
Tabel 29 Resultaten turving CAW Waasland financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
1 1
7 3
17 13
23 2
35 4
104 15
1
2
7
2 3 1 1 3 1
4 5 3 4 4 1
17 10 8 14 18 1
8
13
30
2
8
52
4
6
22
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
3 2
6 2
2 1
1
9 2
22 2
8
2
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding
1
3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
1 2
3/5 Relatietherapie
1 1
1
1 3 2 4 3
3
8
1
4
2
3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling
3
3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
1
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer
3
Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
4 1
4 1
6 1
1 1
8
11 1
34 1
9
1
10
5
16
16
43
38 9%
66 16%
36 9%
11 3%
77 19%
127 31%
406 100%
5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Waasland
40%
gemiddelde CAW's 37%
35%
31%
30% 25%
24%
20%
19% 16% 14%
15% 10%
11% 9%
13% 9%
5% 3% 3% 0%
erkenning VAPH
74
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 30 Resultaten turving CAW Delta financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
4 3
4 3
1
1 3
6 3
9 4
22 4
6
17
8
2
26 1
34 1
119 14
2 2
2
2 2
1
1 2
2 3
4 8
1 1 3
2 1 3
20 3 17
1
1
1 1
1
1 1
5 6
1
1
2
7
11
31
7
7
13
61 23%
81 30%
270 100%
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
1
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid
1
1
3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding
1
4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen
5
2
5
5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
23 9%
TOTAAL (in aantal en in %)
31 11%
18 7%
7 3%
50% 45%
CAW Delta
40%
gemiddelde CAW's 37%
35% 30%
30%
25%
24% 23%
20% 15% 10%
11% 9%
5%
14% 11%
13% 7% 3% 3%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
75
Tabel 31 Resultaten turving CAW Regio Vilvoorde financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
2
1 4
1 4
2 8
1
3
2
4
44
1
1
1
2 1
1
1
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
2
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
1
1
1
1
3
1
2
1 7 1 8
2 2
7 2
15 7
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding
1
2
2
4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding
1 1
5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen
3 1
2 1
1
5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap
8
Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
6 6%
TOTAAL (in aantal en in %)
7 7%
11 10%
1 1%
14 13%
25 23%
107 100%
50% 45%
CAW Regio Vilvoorde
40%
gemiddelde CAW's 37%
35% 30% 25%
24%
23%
20% 15% 10% 5%
14%
11% 6%
7% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
76
13%
13% 10%
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 32 Resultaten turving CAW Oost-Brabant financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
16
14 1
10 2
3
26
33 2
87 2
17
18
14
2
22 9 1
37 11 1
97 36 2
2
3 1
2
1
10
11 1 1
44 2 3
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie
1
3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie
3 1
3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context
2 5 1
3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
2 5 1
7
2
10 1
2 7 2
2 51 6 2
1
1 1 1
2 1 1
6 10 4
15 12 5
32 19 22
5
8
29
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
1 1
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
7 2 1
8 1
6 5 1
4
1
5
1 1
1
1
5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld
4
1
4 3
4 3
8 16
6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden
11 4
7
25
6
38 1
45 4
139 12
7
5
2
7
2
8
8
Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten
1
9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding
3
1
4
4
10
158 25%
219 34%
638 100%
Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
84 13%
TOTAAL (in aantal en in %)
68 11%
86 13%
23 4%
50% 45%
CAW Oost-Brabant
40%
gemiddelde CAW's 37% 34%
35% 30% 25%
25% 24%
20% 15% 10%
13% 11%
5%
14% 11%
13% 13%
4% 3%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
77
Tabel 33 Resultaten turving CAW Limburg financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
46 3
25 5
34 4
24 1
26 1
64 5
123 20
14 2 1
31 7 1
21 2 1
2 1 1
45 8
85 14 1
240 69 2
4 2
5 2 1 8
4 3
2
5 1
3 3
6 4
2 7
8 3 2 9 9
8 5 1 14 4 2 10 12
10 18 4 46 18 12 44 94
1
2 25
1
19
2 34
12 158
2 3
1 11
7 31 22
8
25
42
7
26 14 103 7
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
2 2
3/5 Relatietherapie
6 1
3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context
8
3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding
1 7
13
5 8
6
17
11
2
1
32
11 4
3 1 27
23 6 4
16 1 5 1
26 7 3
23
4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling
3
Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld
6
27 3
10 1 41 5
8
75 6 5 3
101 11 8 3
188 31 15 18
37
81
81
226
1 2
1 3
2 2 3
18 21 10
4
12
41
2
2
4
366 22%
580 34%
1694 100%
1
6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten
1
7
Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
169 10%
TOTAAL (in aantal en in %)
215 13%
219 13%
57 3%
50% 45%
CAW Limburg
40%
gemiddelde CAW's 37% 34%
35% 30% 25%
24% 22%
20% 15% 10%
11% 10%
5%
14% 13%
13% 13%
3% 3%
0%
erkenning VAPH
78
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 34 Resultaten turving CAW Metropool financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
24
3
49
56
71
3
5
19
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
10
12
1
4
5
9
7
1
12
17
33
53 2
82 5
38 2
15 1
97 4
139 6
190 10
8 2
7 3
9 2
25 3
35 6
59 17
1
1
2
1
4
5
10
1
9 1 1
1
3 2 5
10 3 5
33 10 14
1
1
2
2
8
209 44%
289 61%
474 100%
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
84 18%
TOTAAL (in aantal en in %)
123 26%
96 20%
22 5%
80%
CAW Metropool
70%
gemiddelde CAW's
61%
60% 50% 44% 40%
37%
30% 26%
20% 10%
11%
24% 20%
18% 14%
13% 5% 3%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
79
Tabel 35 Resultaten turving De Mare financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
10 4
3 3
2
7 6
14 7
137 13
14
1
4
14
15
33
2 2
1 4
4 4
1
5 4
4 5
13 11
4
10 4
6 1
16 3
21 2
24 7
1
2
2
1
3
6
17 1
32 2
47 2
65 4
82 3
95 5
1 1 2
2 2 3
5 2 5
10 4 4
12 6 6
15 15 12
13
33
9
4
27
61
122
51 10%
123 24%
94 19%
19 4%
170 33%
241 47%
508 100%
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
6 1
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling
4
Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen
4
6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW De Mare
40%
gemiddelde CAW's
47%
37%
35%
33%
30% 25%
24%
20%
19%
15% 10%
24%
14%
13%
11% 10%
5%
4% 3%
0%
erkenning VAPH
80
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 36 Resultaten turving CAW De Terp financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
1
1
1
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie
9 3
21 11
10 5
3 0
29 16
48 22
140 102
2
6
10
0
10
0 18
1
1 1
4 2
1 51 2 17 8
0 5
12 22
14
21 1 1
74 6 6
1
1
32
2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie
3
3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling
2
3
3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context
4
5
13
3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid
5 1
1
3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer
1
3
Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding
4
6
6
23
52
23
11
14
4
11
13
25
3
73
117
163
2
25
35
59
1
6
290 40%
730 100%
5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding
1
Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
57 8%
TOTAAL (in aantal en in %)
120 16%
74 10%
14 2%
185 25%
50% 45%
CAW De Terp
40%
gemiddelde CAW's
40% 37%
35% 30%
25% 24%
25% 20% 16% 14%
15% 10%
11%
13% 10%
8% 5% 3% 2%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
81
Tabel 37 Resultaten turving CAW Het Welzijnshuis financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
21
19
16
3
21
44
125
26 2
52 6
14 2
4 1
37 6
77 13
218 32
1
1
2
11
2
1
3
8
2
3
8
8 4 1
8 7 1
2 39 27 6
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie
2
3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces
1
3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld
1 5
5
3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
4
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling
1 1
4
4 1
4 1
3
8
8
8
1
1 1
2 1
2 1
Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
2
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap
2
2
1
1
2
10
2
3
14
10
14
25
108 20%
193 35%
547 100%
Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten
1
1
Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %)
4
3
1
63 12%
94 17%
38 7%
9 2%
50% 45%
CAW Het Welzijnshuis
40%
gemiddelde CAW's 37% 35%
35% 30% 25%
24%
20%
20% 17%
15% 10%
14% 12% 11%
7%
5%
3% 2%
0%
erkenning VAPH
82
13%
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 38 Resultaten turving CAW De Kempen financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding 1/2 Begeleiding basisrechten
2 2
4
5 8
2
1 3
4 4
6 10
12
9
31
4
63
70
530
2
1
2
3
14
6
8
22
29
Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context
12
3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen
1
1
2
2
1
1 4 21
1 4 33
2 4 90
4 2 3
4
3
3
17 5 11 5 5
Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
14
7
21
2
2
4
5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang
2
6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen
3
3
6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext
1 15
1 15
2 26
1
4 78
4 93
7 211
2
2
2
2
4
6
3
4 3
4 5
4 4
1
12 5
17 8
27 13
0
12
279 28%
1003 100%
7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
60 6%
TOTAAL (in aantal en in %)
56 6%
120 12%
14 1%
222 22%
50% 45%
CAW De Kempen
40%
gemiddelde CAW's 37%
35% 30%
28% 25%
24% 22%
20% 15% 10% 5%
14%
11% 6%
13% 12%
6% 3% 1%
0%
erkenning VAPH
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
83
Tabel 39 Resultaten turving CAW Archipel financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
6 4
3 7
3 8
0 0
2 14
16 21
218 89
1 0
0 2
0 0
0 0
0 1
1 3
5 6
5/4 Zorgwonen
8 0
21 3
10 0
2 0
17 2
39 3
75 4
Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid
6
4
5
2
16
21
123
1
0
0
0
0
1
47
29
32
31
9
31
74
186
55 7%
72 10%
57 8%
13 2%
83 11%
179 24%
753 100%
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen 5/3 Begeleid wonen
6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
TOTAAL (in aantal en in %) 50% 45%
CAW Archipel
40%
gemiddelde CAW's 37%
35% 30% 25%
24%
24%
20% 15% 10%
14%
11% 7%
10%
13%
11%
8%
5% 3% 2%
0%
erkenning VAPH
84
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
Tabel 40 Resultaten turving CAW Mozaïek financiële erkenning VAPH tegemoetkoming handicap
Typemodule
buitengewoon secundair onderwijs
ooit in VAPH voorziening verbleven
instellingsverleden BJZ of psychiatrie
minstens 1 indicatie totaal aantal cliënten handicap
Algemene individuele begeleiding 1/1 Integrale individuele begeleiding
1
1
2
2
2
2
1
2
1
1
5
5
46
1
2
23
2
11
2
2
6
8 9%
12 14%
87 100%
1/2 Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 2/1 Begeleiding psychische en persoonlijke problemen
3
1
2/2 Psychotherapie 2/3 Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 2/4 Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag Begeleiding relatie- en gezinsproblemen 3/1 Integrale gezinsbegeleiding 3/2 Gezinsbegeleiding 3/3 Gezinstherapie 3/4 Begeleiding partnerrelatie 3/5 Relatietherapie 3/6 Begeleiding scheidingsproces 3/7 Scheidingsbemiddeling 3/8 Ouderschapsbemiddeling 3/9 Bemiddeling in conflicten tussen jongeren en hun ouders 3/10 Bezoekruimte in vrijwillige context 3/11 Bezoekruimte in gerechtelijke context 3/12 Begeleiding intrafamiliaal geweld 3/13 Begeleiding opvoedingsonzekerheid 3/14 Begeleiding ouder-kind contact tijdens detentie Begeleiding financiële problemen Begeleiding financiële problemen Budgetbegeleiding 4/1 Begeleiding van personen in collectieve schuldenregeling Budgetbeheer Schuldbemiddeling Woonbegeleiding 5/1 Preventieve woonbegeleiding 5/2 Begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen
1
5/3 Begeleid wonen 5/4 Zorgwonen Begeleiding met verblijf 6/1 Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 6/2 Integrale begeleiding in het kader van studio-opvang 6/3 Integrale residentiële begeleiding van jongvolwassenen 6/4 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld 6/5 Opvang/begeleiding van kinderen van ouders in een opvangsituatie 6/6 Integrale residentiële begeleiding van slachtoffers van mensenhandel Begeleiding in detentiecontext 7/1 Coördinatie van hulp- en dienstverlening tijdens de detentie 7/2 Integrale individuele begeleiding in detentiecontext 7/3 Integrale begeleiding naastbestaanden van gedetineerden Begeleiding slachtofferschap 8/1 Individuele begeleiding slachtofferschap Strafrechtelijk opgelegde hulpverlening 9/1 Leerproject Dader In-Zicht (DIZ) 9/2 Leerproject voor daders van seksueel geweld (LDSG) 9/3 Slachtoffer in Beeld (SIB) 9/4 Globaal Plan Projecten 9/5 Begeleiding seksuele delinquenten Groepsbegeleiding 10/1 Groepsbegeleiding Crisisbegeleiding 11/1 Crisisbegeleiding
6 7%
TOTAAL (in aantal en in %)
7 8%
4 5%
1 1%
50% 45%
CAW Mozaïek
40%
gemiddelde CAW's 37%
35% 30% 25%
24%
20% 15% 10% 5%
14%
14%
13%
11% 7%
9%
8% 5%
0%
erkenning VAPH
3% 1%
financiële buitengewoon secundair ooit in VAPH voorziening instellings-verleden BJZ of tegemoetkoming handicap onderwijs verbleven psychiatrie
minstens 1 indicatie handicap
85
86