Concept Dit is een gezamenlijk
persbericht van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft‐De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer
Wethouders Zorg Noord‐Kennemerland maken zich sterk voor regionale Wmo‐agenda LIMMEN, 29 oktober 2009 ‐ De wethouders Wmo van de acht gemeenten in Noord‐Kennemerland ondertekenen op 16 november in Limmen een gezamenlijke verklaring, waarin wordt afgesproken welke zaken uit de Wet maat‐ schappelijke ondersteuning (Wmo) regionaal worden opgepakt. In de komende twee jaar zijn mantelzorg, maatschappelijke opvang, verslavingszorg, huiselijk geweld, wonen, welzijn en zorg en de pakketmaatregel AWBZ de speerpunten. Iedereen laten deelnemen aan samenleving Op veel gebieden werken gemeenten samen om adequate ondersteuning van inwoners te bieden. Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is deze samenwerking intensiever geworden. Gemeenten realiseren zich dat de ondersteuning niet stopt bij de gemeentegrens. Door gezamenlijk de schouders eronder te zetten, kunnen gemeenten meer voor hun inwoners betekenen, met het doel om iedereen aan de samenleving deel te laten nemen. Mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Zo mogelijk geholpen door vrienden, familie of bekenden. Als dat niet kan, moeten zij kunnen rekenen op voorzieningen dicht bij huis. De gemeenten hebben aangegeven welke voorzieningen lokaal of regionaal dienen te worden georganiseerd. Mantelzorg Mantelzorgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning, die overbelasting voorkomt. De gemeenten willen op regionaal niveau deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling laten plaatsvinden. Ook zien de gemeenten voordelen als zwaar belaste mantelzorgers een beroep kunnen doen op passende respijtzorg in de regio, zoals een respijthuis. In een respijthuis worden mensen opgevangen die intensieve zorg van hun omgeving ontvangen. Gedurende hun verblijf hebben mantelzorgers tijd om na te gaan hoe zij de zorg kunnen blijven verlenen. Maatschappelijke zorg en opvang Bij maatschappelijke opvang staat de meerwaarde van regionale samenwerking buiten kijf. In alle gemeenten worden mensen dak‐ en thuisloos, en is begeleiding en zorg in de eigen omgeving een voorwaarde om te zorgen dat mensen zo snel mogelijk weer zelfstandig kunnen wonen. Gemeenten kunnen veel doen om huisuitzetting te voorkomen. Bijvoorbeeld door afspraken met woningcorporaties te maken over huurachterstanden. Ook schuldpreventie leidt tot minder huisuitzettingen. Voor de aanpak van zwerfjongeren en huisvesting van chronisch verslaafden is meer regionale afstemming nodig van de begeleiding en opvang. Dat geldt evenzeer voor de aanpak van huiselijk geweld. Het recentelijk geopende Oranje Huis is hier een voorbeeld van. Over de aanpak van de opvang van dak‐ en thuislozen en het steunpunt huiselijk geweld willen de gemeenten de komende tijd concrete afspraken maken. Sommige mensen met psychische of verslavingsproblemen zorgen voor overlast voor hun omgeving. Een gerichte en gecoördineerde aanpak leidt tot vermindering van deze overlast en vergroot het gevoel van veiligheid bij andere inwoners. De gemeenten hebben daarom afspraken gemaakt over een sluitende aanpak, waaronder de inzet van het vangnet – en adviesteam van de GGD. Wonen, welzijn en zorg Voorts signaleren de gemeenten dat ze de komende jaren te maken krijgen met flinke vergrijzing en een forse toename van dementie en andere aandoeningen die mensen vaak op latere leeftijd kunnen krijgen. Om zich hierop voor te bereiden en te zorgen dat mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, is een gezamenlijke aanpak nodig. Daarbij gaat het om uitwisseling van kennis en ervaring en een goede spreiding van voorzieningen.
Pakketmaatregel AWBZ Ten slotte krijgen de gemeenten de komende tijd te maken met de pakketmaatregel AWBZ. Door deze bezuinigingsmaatregel van het rijk kunnen minder mensen een beroep doen op begeleiding, bijvoorbeeld bij deelname aan sociale activiteiten of bij het boodschappen doen. De gemeenten moeten een nieuw passend aanbod voor deze groep mensen creëren. Hoe de maatregelen precies zullen uitpakken, is op dit moment nog niet duidelijk. Maar gemeenten zijn zich ervan bewust dat zij meer kunnen betekenen voor hun inwoners als zij gezamenlijk hierin optrekken. De acht gemeenten in Noord‐Kennemerland hebben zich met de handtekening van hun wethouder Wmo verbonden aan een gezamenlijke Wmo‐aanpak. Een aanpak die meer aansluit bij de behoeften van de bewoners en een flinke impuls geeft aan de kwaliteit en afstemming van het hulpaanbod.
VERKLARING Portefeuillehouders Overleg Noord Kennemerland, Gelet op: • de prestatievelden, opgenomen in de Wet maatschappelijke ondersteuning; • de Regionale WMO agenda 2009 – 2011, de speerpunten van beleid. • De SGBO-rapporten: De regionale en lokale opgave Mantelzorgondersteuning in NoordKennemerlanden en de Regionale en lokale opgave Wmo prestatievelden 7, 8 en 9 in NoordKennemerland; • Het PONK-verslag van 9 september 2009. Overwegende dat: • Organisaties voor opvang, zorg- en dienstverlening op (boven)regionaal niveau opereren en voor hun functioneren gebaat zijn bij eenduidige beleidsvoering van de gemeenten in het werkgebied. • De regionale organisaties een duidelijke regievoering van de regiogemeenten wensen op de regionale dienstverlening met als trekker de gemeente Alkmaar • De gemeente Alkmaar van de rijksoverheid de financiële middelen ontvangt op gebieden van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, huiselijk geweld, OGGZ en verslaafdenzorg, één en ander ten dienste van een optimale regionale dienstverlening op vermelde gebieden. • Gemeentelijke samenwerking op Wmo-prestatievelden de effectiviteit en efficiency bevordert. Verklaart als volgt:
Mantelzorg Het is van grote maatschappelijke waarde dat mantelzorgers hun ondersteunende rol kunnen vervullen en combineren met werk en deelname aan de samenleving. Met name de groep (zeer) zwaarbelaste mantelzorgers moet kunnen rekenen op passende ondersteuning, die overbelasting voorkomt. Bij ondersteuning van de mantelzorgers is lokaal maatwerk het uitgangspunt. Verschillen in de sociale structuur in gemeenten en in de bestaande organisaties die ondersteuning leveren leiden tot diverse lokale behoeften. Aan de andere kant lijkt mantelzorgondersteuning ook een regionale component te hebben. Deskundigheidsbevordering, informatie verstrekking en eventuele andere zaken loont zich pas wanneer dit op een voldoende (regionale) schaal wordt toegepast en afgesproken. • Nog in 2009 bespreekt het PONK welke functies van de mantelzorgondersteuning regionaal georganiseerd kunnen worden, uitgaande van de lokale behoefte. • In 2010 bespreekt het PONK een regionale aanpak van respijtzorg, waarbij bestaande voorzieningen op dit gebied worden meegenomen, zoals het respijthuis.
Maatschappelijke opvang Dakloosheid is onaanvaardbaar en dient met kracht voorkomen en aangepakt te worden. Daartoe heeft het ministerie de centrumgemeenten uitgenodigd in een zogenoemd “Stedelijk Kompas” een plan te presenteren. In het Stedelijk Kompas is de ambitie opgenomen dat in 2014 alle daklozen (waaronder ook zwerfjongeren) zijn teruggeleid zijn naar een zelfstandige woonsituatie dan wel deelnemer zijn in een traject daarnaar toe. Gemeenten hebben de taak om maatschappelijke uitval te voorkomen en maatschappelijk herstel te bevorderen. Vanwege de vele partijen die nodig zijn voor het oplossen van de dak- en thuislozenproblematiek, is regie en afstemming tussen de regiogemeenten nodig om tot een gezamenlijke, gelijk gerichte inspanning te komen. Dit veronderstelt dat de gemeenten in Noord-Kennemerland gezamenlijk de handen in een slaan om tot een sluitende ketenaanpak voor dak- en thuisloosheid komen. Zo is in het voorkomen van dakloosheid op grond van huisuitzetting voor iedere gemeente een belangrijke (preventieve) rol weggelegd. De grootste winst wordt hierbij behaald door een goede preventieve (lokale) aanpak van dak- en thuisloosheid. Regionale voorzieningen voor dak- en thuislozen zijn daarbij onontbeerlijk. (N.B.: Investeren aan de voorkant (preventie) is ook belangrijk, gelet op de beschikbaarheid van de rijksmiddelen voor maatschappelijke opvang en verslaafdenzorg). Dit vraagt om een efficiënte aanpak van dak- en thuisloosheid. Daarnaast is het van belang dat de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de maatschappelijke opvang benoemd worden op de verschillende schaalniveaus: lokaal, regionaal en Noord-Holland Noord.
• • •
Nog in 2009 bespreekt het PONK het Stedelijk Kompas met het oog om te komen tot een sluitende ketenaanpak voor dak- en thuisloosheid in de regio en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende gemeenten hierbinnen. In het vierde kwartaal 2009 organiseert de gemeente Alkmaar een informatieve bijeenkomst over de maatschappelijke opvang, met een korte excursie naar de belangrijkste opvangvoorzieningen. Nog in 2010 benoemt het PONK de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de maatschappelijke opvang, onderscheiden naar het schaalniveau: lokaal, regionaal en NoordHolland Noord.
Huiselijk geweld/eergerelateerd geweld/Ouderenmishandeling/Kindermishandeling Het is een wrang gegeven dat het meeste geweld in de familiaire en/of huiselijke sfeer plaatsvindt: kindermishandeling, eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling. De uitvoering van wet tijdelijk huisverbod én de opvang in het Oranje Huis worden ingezet om huiselijk geweld terug te dringen en/of de gevolgen voor de slachtoffers te verzachten. Door het Oranje Huis kunnen vrouwen en kinderen in hun eigen vertrouwde omgeving (regio) worden opgevangen, waardoor het eigen netwerk in stand kan blijven. Het Oranje Huis is een regionale voorziening. De achtergrond voor het ontstaan van het Oranje Huis is dat uit onderzoek bleek dat de klassieke vrouwenopvang niet effectief was. Wil vrouwenopvang effectief zijn dan is investering in privacy (een eigen verblijf) en meer maatwerk in de ondersteuning vereist. De middelen voor de klassieke vrouwenopvang voorzien hier niet in. Het Oranje Huis biedt deze extra’s en is in dit opzicht een verbetering ten opzichte van de oude situatie. Het betreft hier een landelijke pilot. De vraag blijft actueel of gemeenten in de regio bereid zijn financieel bij te dragen voor de opvang voor de eigen inwoners. Een gezamenlijk beleidsvoering en financiering is noodzakelijk om opvang en hulpverlening op peil te houden de gewenste kwaliteit te leveren. • Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2009 bespreekt het PONK de opzet en methodiek van het Oranje Huis om vervolgens te bezien of er gemeenschappelijk beleid valt te formuleren (inclusief een financiële paragraaf).
OGGZ De centrumgemeenten Hoorn, Den Helder en Alkmaar hebben de GGD-Hollands Noorden gevraagd een advies over de beleidsregie en uitvoeringsregie van de OGGZ in Noord-Holland Noord uit te brengen. Dit advies zal gedeeld moeten worden met de gemeenten van de drie regio’s; WestFriesland, Kop van Noord-Holland en Noord-Kennemerland. Daarnaast is het van belang dat de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de OGGZ duidelijk worden op de verschillende schaalniveaus: lokaal, regionaal en Noord-Holland Noord. • Het advies over de beleids- en uitvoeringsregie OGGZ bespreekt de centrumgemeente Alkmaar nog in 2009 in het PONK. De reacties van het PONK kan de centrumgemeente Alkmaar zo betrekken bij de bespreking met de andere twee centrumgemeenten, Hoorn en Den Helder. • Nog in 2010 benoemt het PONK de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de OGGZ, onderscheiden naar het schaalniveau: lokaal, regionaal en Noord-Holland Noord.
Verslavingszorg Verslaafd zijn is een groot maatschappelijk probleem voor zowel de samenleving als voor de verslaafde zelf. Verslaafdheid dient dan ook met kracht te worden voorkomen en te worden aangepakt. Gemeenten hebben de taak om maatschappelijke uitval te voorkomen en maatschappelijk herstel te bevorderen. Vanwege de vele partijen die nodig zijn voor het oplossen van de verslaafdenproblematiek, is regie en afstemming tussen instellingen vereist, maar ook tussen centrum- en regiogemeenten. De grootste winst lijkt hierbij behaald te kunnen worden door een goede preventieve (lokale) aanpak. Regionale voorzieningen voor verslaafden zijn daarbij onontbeerlijk. • In het eerste helft van 2010 bespreekt het PONK een inventarisatie van het verslavingsbeleid om te komen tot een sluitende ketenaanpak van verslaafden in de regio en wat er in beleidsmatige/ financiële zin eventueel nodig is om dit beleid goed gestalte te kunnen geven. • Daarbij behoort ook het benoemen van de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende gemeenten.
Wonen, welzijn en zorg Alle gemeenten hebben hun eigen projecten waarin (aspecten van) wonen, welzijn en zorg op elkaar betrokken zijn (wijksteunpunten, kleinschalige woonprojecten met zorg e.d.). Het kan gaan om invulling van de dementiezorg en dagopvang. Het is zinvol om tot een gemeentelijke overlegvorm te komen waarin kennis wordt overgedragen en gemeenten elkaar informeren wat zij op het terrein van wonen, welzijn en zorg in hun eigen lokale situatie tegenkomen. Waar mogelijk zelfs afstemming van beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. • In het eerste kwartaal 2010 vindt de eerste regionale bijeenkomst wonen, welzijn en zorg plaats.
Pakketmaatregel AWBZ Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS heeft in 2008 een hervorming van de AWBZ aangekondigd. Daarmee beoogt het ministerie de langdurige zorg voor mensen met ernstige beperkingen of aandoeningen toegankelijk, betaalbaar en van een kwalitatief hoog niveau te houden. De Pakketmaatregelen AWBZ moeten een forse jaarlijkse besparing opleveren. Met deze maatregel wil het kabinet de onbedoelde groei tegengaan om de langdurige zorg voor de meeste kwetsbaren voor de toekomst zeker te stellen. De afgelopen jaren is met name de omvang van het gebruik van de functie ondersteunende en activerende begeleiding enorm toegenomen. Vanaf dit jaar is er geen onderscheid meer tussen beide vormen van begeleiding. Er bestaat nog wel aanspraak op AWBZ begeleiding of behandeling voor cliënten die over een matig tot zware indicatie beschikken. Mensen met psychosociale problemen kunnen geen aanspraak meer maken op begeleiding op basis van de AWBZ . De hulp voor bovenstaande groepen (lichte indicatie en mensen met een psychosociale beperking) wordt ondergebracht bij de gemeenten; hiertoe wordt een bedrag vanuit de AWBZ overgeheveld naar de gemeenten. De MEE- organisatie helpt klanten die niet meer voor een AWBZ-vergoeding in aanmerking komen te wennen aan de nieuwe situatie ( de zogeheten “zachte landing”). Voor gemeenten is het van belang om daar waar mogelijk en wenselijk informatie uit te wisselen en zonodig beleid te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen. Namens de regio voeren op dit moment Alkmaar, Heerhugowaard en Castricum overleg met de MEE-organisatie over de zachte landing. Overigens kan bovenstaande informatie uitwisseling, ontwikkeling en afstemming van beleid ook opgaan indien er zich in de toekomst nieuwe AWBZ maatregelen aandienen. •
De voortgang van de AWBZ-pakketmaatregel komt periodiek in het PONK Zorg en Wmo ter sprake op advies van het regionaal beleidsoverleg Wmo.
Aldus vastgesteld in de PONK vergadering van 28 oktober 2009.
Regionale WMO agenda 2009-2011 Speerpunten van beleid
12 oktober 2009
Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een brede wet, die zich over vele beleidsterreinen uitstrekt. Een wet met zowel locale als regionale componenten. Elke bestuurder die de Wmo in zijn portefeuille heeft, krijgt te maken met vele partijen met wie hij moet samenwerken. Dat geldt ook voor de samenwerking met de regiogemeenten. Het kan dan gaan om samenwerking tussen gemeenten onderling, maar ook over samenwerking tussen één of meerdere gemeenten en de centrumgemeente. Door met elkaar samen te werken kan de wet doeltreffend en doelmatig worden uitgevoerd. Het PONK Zorg en Wmo heeft het regionale belang van samenwerking op het domein van de Wmo onderkend en de wens uitgesproken om voor de komende jaren te komen tot een regionale Wmo agenda 2009 – 2011. Op het terrein van de Wmo wordt overigens al veel regionaal samengewerkt. Voorbeeld zijn: alcoholmatiging onder de jeugd, hulp bij het huishouden, oggz (vangnet & adviesteam) en ondersteuning van mantelzorgers. In de bijlage behorende bij de Regionale Wmo agenda 2009 – 2011, genoemd Werk in uitvoering, zijn de belangrijkste lopende samenwerkingsactiviteiten in kaart gebracht. Voor de komende periode vallen de volgende grote en actuele regionale maatschappelijke speerpunten te benoemen. • Informele zorg • Maatschappelijke opvang en zorg • Verslavingszorg • Huiselijk geweld • Wonen, welzijn en zorg • Pakketmaatregel AWBZ Bij de informele zorg staat het versterken steunstructuur mantelzorgers en de respijtzorg centraal. De maatschappelijke opvang en zorg gaat in op het actuele thema van huiselijk geweld. Ook het Oranje Huis en de regionale kansen komen hierbij aan de orde, evenals het Stedelijk Kompas en de OOGZ. De verschillende begrippen worden in de notitie kort toegelicht, waarna schematisch het regionaal gewenste resultaat wordt benoemd. Bij de lopende samenwerkingsactiviteiten (Werk in uitvoering) wordt de schaal, regionaal of bovenregionaal (=niveau arrondissement) weergegeven en het daarbij behorende bestuurlijk overleg/ ambtelijke ondersteuning beschreven.
Doelstelling Wet maatschappelijke ondersteuning Sinds 1 januari 2007 is Wmo in werking getreden. Het maatschappelijke doel van de Wmo is ‘meedoen’. De wet moet er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Vanuit dit kader geven gemeenten met elkaar uitvoering aan het regionaal Wmo-beleid.
1.
Informele zorg
Informele zorg is het best te omschrijven als hulp die vrijwillig en onbetaald wordt gegeven aan iemand uit het sociale netwerk die vanwege een bijzondere hulpbehoefte (als gevolg van ziekte of handicap) bepaalde activiteiten niet kan uitvoeren. Op basis van het SGBO onderzoek van 2007 wordt het aantal mantelzorgers in Noord-Kennemerland geschat op: • •
40.000 mantelzorgers verlenen gedurende maximaal 3 maanden of maximaal 8 uur per week hulp aan een naaste. 2.500 mantelzorgers zijn zwaar of overbelast.
Oftewel circa 15% van alle inwoners in Noord-Kennemerland verricht op dit moment mantelzorgtaken. Gelet op de toenemende vergrijzing zal het aantal mantelzorgers in de toekomst alleen nog maar toenemen. Daarbij is het van belang te realiseren dat ouderen onder invloed van extramuralisering steeds langer thuis blijven wonen. Hierdoor neemt niet alleen het aantal mantelzorgers toe, maar ook de zwaarte van de zorg en de behoefte aan ondersteuning. Tengevolge van de vergrijzing zal het aantal mensen dat toekomstig professioneel in de zorg werkzaam is teruglopen.Tegen deze achtergrond is het van groot belang dat mantelzorgers bij het uitvoeren van hun mantelzorgtaken adequaat ondersteund worden, zodat zij hun taken kunnen blijven uitvoeren. Het is dan ook van grote maatschappelijke waarde dat mantelzorgers hun ondersteunende rol kunnen vervullen en combineren met werk en deelname aan de samenleving. Met name de groep (zeer) zwaarbelaste mantelzorgers moet kunnen rekenen op passende ondersteuning, die overbelasting voorkomt. Bij ondersteuning van de mantelzorgers is lokaal maatwerk het uitgangspunt. Verschillen in de sociale structuur in gemeenten en in de bestaande organisaties die ondersteuning leveren leiden tot diverse lokale behoeften. Aan de andere kant lijkt mantelzorgondersteuning ook een regionale component te hebben. Deskundigheidsbevordering, informatie verstrekking en eventuele andere zaken loont zich pas wanneer dit op een voldoende (regionale) schaal wordt toegepast en afgesproken. Deze functies zouden voor de regio nader in beeld gebracht moeten worden. Speciale aandacht dient uit te gaan naar de groep mantelzorgers die zwaar of zelfs overbelast zijn. Deze mantelzorgers hebben er veel baat bij als ze af en toe een periode de zorg aan een ander kunnen overlaten. Dat kan bijvoorbeeld door de zorgbehoevende een periode buitenshuis te laten verzorgen, bijvoorbeeld in een respijthuis, zoals deze in Alkmaar in het najaar geopend wordt. Dit is een huis in de wijk waar de verzorging op maat is ingesteld op mensen die thuis langdurig en intensief worden verzorgd door partner, familie en/of vrienden. Het huis biedt een warme en huiselijke omgeving en heeft 4 logeerkamers voor de gasten. Regiogemeenten kunnen mogelijkerwijs van deze voorziening gebruik maken, maar dat vraagt nog wel onderzoek naar haalbaarheid en bekostiging. Het concept kan natuurlijk ook over de regio uitgerold worden. Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Nog in 2009 bespreekt het PONK welke functies van de mantelzorgondersteuning regionaal georganiseerd kunnen worden, uitgaande van de lokale behoefte. • De groep (zeer) zwaar belaste mantelzorgers kan gebruik maken van een passend aanbod om even op adem te komen, zodat overbelasting kan worden voorkomen. In 2010 bespreekt het PONK een regionale aanpak van respijtzorg waarbij bestaande voorzieningen op dit gebied worden meegenomen.
2.
Maatschappelijke opvang en zorg
Mensen die dak- of thuisloos zijn of dat dreigen te worden, hebben extra aandacht nodig. Duidelijk is dat dakloosheid een regionaal probleem is en aan geen enkele gemeentelijke deur voorbij gaat. Volgens het prestatieverslag 2008 van Stichting De Noord-Hollandse opvang (DNO): • •
aantal aanmeldingen 2008 uit de regio NK voor een verblijf in de crisisopvang: 519 personen aantal aanmeldingen 2e helft 2008 uit de regio NK voor begeleid wonen: 33 personen
De crisisopvang biedt een tijdelijke woonplek en begeleiding aan mensen met of zonder kinderen die vanwege psychosociale en maatschappelijke / financiële problemen geen eigen onderdak meer hebben. Van de aanmeldingen is circa 80% afkomstig uit Alkmaar, 15% uit Heerhugowaard en de rest uit de overige gemeenten in Noord-Kennemerland. Begeleid wonen is erop gericht om de klant te ondersteunen bij het leren zelfstandig te wonen in een (verdien-) woning. Van het totaal aantal aanmeldingen in de tweede helft 2008 kwam circa 70% uit Alkmaar, 25% uit Heerhugowaard en de rest van de overige gemeenten in Noord-Kennemerland. De nachtopvangvoorziening biedt de mensen voor de nacht een slaapplek, met broodmaaltijd en de mogelijkheid tot douchen en wassen van kleding. Allen klanten die dakloos zijn en ingeschreven staan in een gemeente in NoordKennemerland kunnen van deze voorziening gebruik maken. De nachtopvang biedt plaats aan 24 klanten.
2.1 Stedelijk Kompas Bij de maatschappelijke opvang komt steeds meer het accent te liggen op traject begeleiding. Dat wil zeggen: de klant “beetpakken, volgen en stimuleren” naar zelfstandigheid. Het Stedelijk Kompas is een gericht actieplan om dak- en thuisloosheid te bestrijden. In het Stedelijk Kompas wordt, middels ketenregie, gepaste hulp en/ of ondersteuning aangeboden aan de klant, op weg naar: • minder dak- en thuislozen. • doelgroep in beeld/ “onder handen”. • minder overlast. De hier bovengenoemde voorzieningen (crisisopvang, begeleid wonen en dergelijke) worden hierbij ingezet. Regionaal knelpunt: de financiering van de bestaande opvangvoorzieningen De centrumgemeente Alkmaar heeft geen extra middelen van de rijksoverheid ontvangen om de maatschappelijke opvang en zorg genoemd in het Stedelijk Kompas te kunnen uitvoeren. De ooit beoogde AWBZ –financiering van grote delen van het Stedelijk Kompas is niet meer aan de orde. Binnen de oorspronkelijk plannen van het Stedelijk Kompas zal dan ook naar prioritering van de werkzaamheden dienen te worden gekeken. Ook zullen additionele middelen moeten worden gevonden nu de uitkering van de rijksoverheid ten behoeve van de maatschappelijke opvang vanaf 2010 aanzienlijk wordt verlaagd. Het gaat om een structurele verlaging van € 900.000,= per jaar. Teneinde te kunnen zorgen dat ten minste het bestaande voorzieningenaanbod van de maatschappelijke opvang voor de regio Noord-Kennemerland veilig gesteld kan worden is gezamenlijk overleg over het oplossen van het ernstig financieel knelpunt onafwendbaar. Daarnaast is het van belang dat de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de maatschappelijke opvang benoemd worden op de verschillende schaalniveaus: lokaal, regionaal en NoordHolland Noord. Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Nog in 2009 bespreekt het PONK het Stedelijk Kompas met het oog om te komen tot een sluitende ketenaanpak voor dak- en thuisloosheid in de regio en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende gemeenten hierbinnen. • In het vierde kwartaal 2009 organiseert de gemeente Alkmaar een informatieve bijeenkomst over de maatschappelijke opvang, met een korte excursie naar de belangrijkste opvangvoorzieningen. • Nog in 2010 benoemt het PONK de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de maatschappelijke opvang, onderscheiden naar het schaalniveau: lokaal, regionaal en Noord-Holland Noord. Nog nader vast te stellen prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • In 2010 bespreekt het PONK de gevolgen van de wijziging in de financiële structuur (het herverdelingsmodel) van het bestaande voorzieningenaanbod, de daarbij behorende financieringstromen en de mogelijke oplossingsrichtingen en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende gemeenten hierbinnen. • In 2014 alle daklozen in traject. • 60% van de daklozen heeft huisvesting en dagbesteding. • Vergroting van en differentiatie in het aanbod (bv. woonvorm chronisch verslaafden en aanpak zwerfjongerenproblematiek). • Om dit alles te kunnen bereiken dient onder meer een centrale toegangspoort tot de maatschappelijke opvang te worden gerealiseerd, casusoverleg tussen de ketenpartners tot stand te komen en een zogenaamde veldregisseur te worden aangesteld. Recentelijk (mei 2009) hebben elf organisaties het Convenant aanpak Zwerfjongeren Noord-Kennemerland ondertekend. Daarmee is één van de actiepunten uit het Stedelijk Kompas gerealiseerd.
2.2 Verslavingszorg Verslaafd zijn is een groot maatschappelijk probleem voor zowel de samenleving als voor de verslaafde zelf. Verslaafdheid dient dan ook met kracht te worden voorkomen en aangepakt te worden. Gemeenten hebben de taak om maatschappelijke uitval te voorkomen en maatschappelijk herstel te bevorderen. Vanwege de vele partijen die nodig zijn voor het oplossen van de verslaafdenproblematiek, is regie en afstemming tussen instellingen vereist, maar ook tussen centrum- en regiogemeenten. De grootste winst lijkt hierbij behaald te kunnen worden door een goede preventieve (lokale) aanpak. Regionale voorzieningen voor verslaafden zijn daarbij onontbeerlijk. Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • In het eerste helft van 2010 bespreekt het PONK een inventarisatie van het verslavingsbeleid om te komen tot een sluitende ketenaanpak van verslaafden in de regio en wat er in beleidsmatige/ financiële zin eventueel nodig is om dit beleid goed gestalte te kunnen geven. • Daarbij behoort ook het benoemen van de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende gemeenten.
2.3 Huiselijk geweld Huiselijk geweld komt in iedere gemeente van Noord-Kennemerland voor, zo absoluut mag dit wel gesteld worden. Huiselijk geweld kent verschillende verschijningsvormen, zoals kindermishandeling, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. De omvang van huiselijk geweld is groot en gemeenten krijgen een steeds grotere rol in de aanpak ervan toebedeeld. Zo is recentelijk de Wet tijdelijk huisverbod ingevoerd, waarbij voor gemeenten een actieve rol te weggelegd. Onderstaand overzicht geeft een indicatie van de omvang van de problematiek. In het overzicht is ook het geschatte aantal huisverboden opgenomen. (bron: ASHG) Gemeente Totaal aantal incidenten per jaar Geschat aantal huisverboden per jaar Regio Noord-Kennemerland 580 87 Alkmaar 295 44 Heerhugowaard 135 20 Langedijk 58 9 Overige gemeenten 92 14 Het aanpakken van (de gevolgen van) huiselijk geweld is dan ook een taak van elke gemeente. Onder huiselijk geweld wordt verstaan: geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is of wordt gepleegd. Het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) vervult met zijn specifieke deskundigheid op het terrein van het bestrijden huiselijk geweld in de regio een cruciale rol. Niet alleen verzorgt het advies- en steunpunt de hulpverlening aan slachtoffers, daders en kinderen, maar zorgt het advies- en steunpunt ook voor voorlichting over huiselijk geweld. Zo kunnen ook scholen, huisartsen, consultatiebureaus en andere instanties, maar ook een ongeruste buur contact opnemen voor informatie en advies. Het ASHG werkt onder meer samen met de politie, jeugdzorg en maatschappelijk werk, Samen vormen zij een keten in de aanpak van huiselijk geweld. De centrumgemeenten ontvangen van de rijksoverheid een deelbijdrage voor het Steunpunt Huiselijk Geweld. Het ASHG kan haar regionale functie alleen vervullen wanneer zij hiertoe door gemeenten in Noord-Kennemerland voldoende gefaciliteerd wordt. Naar het er nu naar uitziet zijn de middelen die de centrumgemeente Alkmaar van de rijksoverheid ontvangt per 1 januari 2010 niet meer toereikend om de advies- en steunpuntfunctie adequaat te kunnen laten uitvoeren. Gemeenten zullen in samenspraak met de centrumgemeente in 2009 met elkaar in overleg dienen te gaan voor het ontwikkelen van een voorstel om dit financiële knelpunt op te lossen. Nog nader vast te stellenprioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Een sluitende samenwerking, bekrachtigd met een convenant. Hiertoe zullen in 2009 aangescherpte samenwerkingsafspraken met de ketenpartners gemaakt worden. • Een sluitend regionaal systeem van financiering van het ASHG. In 2009 zal in dit kader een regionaal financieringsvoorstel worden ontwikkeld.
2.4 Vrouwenopvang nieuwe stijl: het Oranje Huis. In ernstige gevallen van huiselijk geweld kan het nodig zijn dat het slachtoffer (meestal een vrouw, vaak met haar kinderen) haar toevlucht zoekt in de Vrouwenopvang: het Oranje Huis. In het Oranje Huis van Alkmaar kunnen 18 vrouwen en hun kinderen voor opvang terecht. Het Oranje Huis biedt directe en complete hulp bij huiselijk geweld. Met de komst van het Oranje Huis kunnen vrouwen en kinderen in hun eigen regio opgevangen worden, waardoor het eigen sociale netwerk in stand kan blijven. Met deze nieuwe voorziening zijn inwoners van Noord-Kennemerland beduidend beter af, omdat zij in hun eigen vertrouwde omgeving opgevangen kunnen worden en zij daarbij gebruik kunnen blijven maken van hun sociaal netwerk. Naast de crisisopvang biedt het Oranje Huis ook begeleiding bij het leren zelfstandig te wonen. Op grond van de verbeterende functie van de regionale opvangvoorziening en de nieuwbouwsituatie van het Oranje Huis is de vraag of gemeenten bereid zijn financieel bij te dragen voor de opvang van hun eigen inwoners.
Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2009 bespreekt het PONK de opzet en methodiek van het Oranje Huis om vervolgens te bezien of er gemeenschappelijk beleid valt te formuleren (inclusief een financiële paragraaf).
2.5 Eergerelateerd geweld Eergerelateerd geweld is elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken. Eergerelateerd geweld kan in alle lagen van een samenleving voorkomen. Nagenoeg iedere regiogemeente kent migranten en wordt met deze problematiek geconfronteerd. Het is tegen deze achtergrond logisch om gezamenlijk met elkaar op te trekken. Duidelijk is dat gemeenten nog ervaringen zullen moeten opdoen met de aanpak van eergerelateed geweld. Als eerste stap is in dit verband in het arrondissement Noord Holland Noord een project eergerelateerd geweld van start gegaan. Nog nader vast te stellen prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Ontwikkelen van een aanpak voor het signaleren en bestrijden van eergerelateerd geweld. In 2009 zal hiervoor een projectplan Eervol geweldloos worden ontwikkeld. • Daarnaast komt in dit jaar ook het projectplan Pilot Preventie Eergerelateerd Geweld voor jongeren en hun ouders in de Kop gereed. • In 2010 zullen beide projecten tot een sluitende aanpak geïntegreerd te worden.
2.6 Ouderenmishandeling Ouderenmishandeling is al het handelen of nalaten van handelen van al degenen die in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt dan wel vermoedelijk zal lijden en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Uit landelijke onderzoekgegevens blijkt dat circa 6% van de oudere bevolking het gevaar loopt slachtoffer te worden van ouderenmishandeling. Uit ruwe schattingen blijkt dat zich jaarlijks in de regio Noord-Kennemerland circa 140 gevallen van ouderenmishandeling voordoen. Duidelijk is dat we het hier hebben over een groot maatschappelijk probleem dat inmiddels door het Steunpunt Huiselijk Geweld regionaal is opgepakt door het organiseren van een conferentie ouderenmishandeling. De aanpak van ouderenmishandeling kan vooral effectief zijn bij een regionale aanpak omdat op deze wijze versnippering van kennis en kunde kan worden voorkomen. Nog nader vast te stellen prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Ouderenmishandeling is bespreekbaar en staat bij instellingen op de agenda. • Hulpverleners kunnen ouderenmishandeling signaleren en bijdragen aan de oplossing, al dan niet in de ketenaanpak. • Hiertoe is een eerste stap gezet met de regionale startconferentie ouderenmishandeling, aansluitend wordt in 2009 een sluitend regionaal actieplan opgesteld.
2.7 RAAK-aanpak Kindermishandeling is een urgent maatschappelijk probleem. Jaarlijks zijn hier meer dan 100.000 kinderen het slachtoffer van. Dit aantal is schokkend en onacceptabel, temeer omdat het vaak jaren duurt voordat kindermishandeling ontdekt en gestopt wordt, De gevolgen van kindermishandeling werken vaak een leven lang door. Om deze reden heeft het ministerie besloten landelijk de methode Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK) in te voeren. Alkmaar is aangewezen als één van de centrumgemeenten en is daarmee verantwoordelijk voor de invoering van RAAK in Noord-Kennemerland en West-Friesland. Nog nader vast te stellen prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Een doelgerichte en doeltreffende aanpak bij kindermishandeling. • Verbeteren van het signaleren en handelen door professionals met betrekking tot kindermishandeling en het verbeteren van de samenwerking tussen betrokken organisaties. • Om dit resultaat te bereiken wordt in 2009 een regionaal werkplan RAAK (inclusief communicatieplan met privacydocument) opgesteld. • Aansluitend zal er in 2010 een meldcode gerealiseerd worden met een handelingsprotocol voor de ketenpartners in het RAAK-project.
2.8 OGGZ De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) staat volop in de belangstelling in de regio Noord-Kennemerland. Lokale overheden en organisaties worden in toenemende mate geconfronteerd met mensen die zorgwekkend en lastig gedrag vertonen, zoals dak- en thuislozen, verslaafden en probleemjongeren. Gebaseerd op landelijke schattingen bestaat de OGGZ-doelgroep in Noord-Kennemerland uit 1.900 mensen. (Bron: Rapport SGBO d.d. oktober 2007) De organisatie van de zorg en opvang voor deze groepen is niet altijd duidelijk, ook is er geen samenhangende beleidsontwikkeling. Gemeenten en organisaties hebben in het verlengde hiervan zorgen uitgesproken over de effectiviteit van de organisatie van de OGGZ in de regio Noord Holland Noord. De centrumgemeenten Hoorn, Den Helder en Alkmaar hebben de GGD-Hollands Noorden gevraagd een advies over de beleidsregie en uitvoeringsregie van de OGGZ in Noord-Holland Noord uit te brengen. Dit advies zal gedeeld moeten worden met de gemeenten van de drie regio’s; West-Friesland, Kop van Noord-Holland en Noord-Kennemerland. Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Het advies over de beleids- en uitvoeringsregie OGGZ bespreekt de centrumgemeente Alkmaar nog in 2009 in het PONK. De reacties van het PONK kan de centrumgemeente Alkmaar zo betrekken bij de bespreking met de andere twee centrumgemeenten, Hoorn en Den Helder. • Nog in 2010 benoemt het PONK de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de OGGZ, onderscheiden naar het schaalniveau: lokaal, regionaal en Noord-Holland Noord. Nog nader vast te stellen prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • Melders van zorgwekkende situaties en betrokken cliënten zijn verzekerd van effectieve afhandeling. • Centrumgemeente, GGD en regio-gemeenten zijn in toenemende mate bekend met hun rollen en verantwoordelijkheden. • Start van adequate OGGZ monitoring.
3.
Wonen, welzijn en zorg
Alle gemeenten hebben hun eigen projecten waarin (aspecten van) wonen, welzijn en zorg op elkaar betrokken zijn (wijksteunpunten, kleinschalige woonprojecten met zorg e.d.). Het kan gaan om invulling van de dementiezorg en dagopvang. Het is zinvol te zijn om tot een gemeentelijke overlegvorm te komen waarin kennis wordt overgedragen en gemeenten elkaar informeren wat zij op het terrein van wonen, welzijn en zorg in hun eigen lokale situatie tegenkomen. Waar mogelijk zelfs afstemming van beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • In het eerste kwartaal 2010 vindt de eerste regionale bijeenkomst wonen, welzijn en zorg plaats.
4.
Pakketmaatregel AWBZ
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS heeft in 2008 een hervorming van de AWBZ aangekondigd. Daarmee beoogt het ministerie de langdurige zorg voor mensen met ernstige beperkingen of aandoeningen toegankelijk, betaalbaar en van een kwalitatief hoog niveau te houden. De Pakketmaatregelen AWBZ moeten een forse jaarlijkse besparing opleveren. Met deze maatregel wil het kabinet de onbedoelde groei tegengaan om de langdurige zorg voor de meeste kwetsbaren voor de toekomst zeker te stellen. De afgelopen jaren is met name de omvang van het gebruik van de functie ondersteunende en activerende begeleiding enorm toegenomen. Vanaf dit jaar is er geen onderscheid meer tussen beide vormen van begeleiding. Er bestaat nog wel aanspraak op AWBZ begeleiding of behandeling voor cliënten die over een matig tot zware indicatie beschikken. Mensen met psychosociale problemen kunnen geen aanspraak meer maken op begeleiding op basis van de AWBZ . De hulp voor bovenstaande groepen (lichte indicatie en mensen met een psychosociale beperking) wordt ondergebracht bij de gemeenten; hiertoe wordt een bedrag vanuit de AWBZ overgeheveld naar de gemeenten. De MEE- organisatie helpt klanten die niet meer voor een AWBZ-vergoeding in aanmerking komen te wennen aan de nieuwe situatie ( de zogeheten “zachte landing”). Voor gemeenten is het van belang om daar waar mogelijk en wenselijk informatie uit te wisselen en zonodig beleid te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen. Namens de regio voeren op dit moment Alkmaar, Heerhugowaard en Castricum overleg met de MEE-organisatie over de zachte landing. Overigens kan bovenstaande informatie uitwisseling, ontwikkeling en afstemming van beleid ook opgaan indien er zich in de toekomst nieuwe AWBZ maatregelen aandienen.
Directe prioriteiten: resultaatverwachting en prestatie • De voortgang van de AWBZ-pakketmaatregel komt periodiek in het PONK Zorg en Wmo ter sprake op advies van het regionaal beleidsoverleg Wmo.