PERSMAP
Leuven | 1 oktober 2014 > 18 januari 2015
INHOUD
1–2
PERSBERICHT VESALIUS 1514–2014
3–4
brochure VESALIUS 1514–2014:
KU[N]ST Leuven: DISSECTIE VAN EEN NIEUWKOMER
7–11 LIJF EN LEDEN. andreas vesalius en HET THEATER VAN DE ANATOMIE
13–16 M – MUSEUM LEUVEN
19–21 STADSBREED
persbericht VESALIUS 1514–2014 Precies over één jaar presenteert KU[N]ST Leuven het stadsproject Vesalius 1514–2014. In 2014 is het 500 jaar geleden dat de grondlegger van de anatomie en moderne geneeskunde Andreas Vesalius (1514–1564) geboren werd. Vesalius zette met zijn meesterwerk De Humani Corporis Fabrica (1543) de toenmalige anatomische kennis op zijn kop. Een tentoonstelling in M – MUSEUM Leuven trekt het evenement en begrenst het in de tijd. Gelijklopend met de tentoonstelling werkt KU[N]ST Leuven samen met andere spelers uit het culturele en wetenschappelijke veld om het thema, het menselijk lichaam, vanuit andere invalshoeken dan de museale te benaderen. Het stadsbrede project Vesalius 1514–2014 komt er dankzij het intense samenwerkingsverband tussen de KU Leuven, de STAD Leuven, M – MUSEUM Leuven en de andere culturele partners uit de regio. Tussen 1 oktober 2014 en 18 januari 2015 zet Leuven met Vesalius 1514–2014 haar deuren open voor inwoners, liefhebbers, experts en passanten. Andreas Vesalius is een van de belangrijkste figuren uit de geschiedenis van de geneeskunde, de nieuwe wetenschap van de renaissance en één van de bekendste alumni van de Leuvense universiteit. Het werk van Vesalius leeft nog steeds door in de moderne geneeskunde en in de beeldvorming van het menselijk lichaam. De hedendaagse relevantie staat centraal in het Vesaliusproject, dat zo op een originele manier geschiedenis, kunst en wetenschap samenbrengt.
Lijf en Leden. Andreas Vesalius en het theater van de anatomie De tentoonstelling Lijf en Leden. Andreas Vesalius en het theater van de anatomie in — en in coproductie met M – MUSEUM Leuven — belicht niet alleen de historische figuur van Vesalius, maar ook zijn invloed op het lichaamsbeeld en de kunsten. Curator Geert Vanpaemel (KU Leuven) heeft een grote rol weggelegd voor de onuitwisbare impact die de Leuvense humanist had op de medisch-anatomische traditie van zijn tijd én op de artistieke verbeelding van het menselijk lichaam, voelbaar tot op heden. Gelijktijdig met Lijf en Leden brengt M – MUSEUM LeuveN een tentoonstelling van de hedendaagse Oostenrijkse kunstenaar Markus Schinwald (°1973). Hij onderzoekt de verhouding van het ideale lichaam tot de omringende ruimte en de culturele context door telkens subtiele verandering aan te brengen.
Stadsbreed In het najaar van 2014 staan er een 20-tal activiteiten op het programma. Het stadsbreed project kan opgesplitst worden in vier verschillende onderdelen. In de beeldende kunsten zien we naast de gekende actoren ook minder bekende namen als Luca School of Arts en Werktank. Podiumkunstenaars uit binnen- en buitenland geven vorm aan hoe we met ons lichaam omgaan. 30CC programmeert de Trisha Brown Dance Company: Brown is een pionier van de Amerikaanse postmodern dance. Een derde onderdeel onderzoekt de meer wetenschappelijke kant van de nalatenschap van Vesalius, onder de noemer ‘kennis & dialoog’. Een rits onderzoekscentra, verbonden aan de KU Leuven zoals Lectio of andere vormingsorganisaties werken aan lezingen, debatavonden en congressen rond de figuur van Vesalius, de gezondheidszorg en de fricties aan de grenzen van de geneeskunde. Een laatste onderdeel van Vesalius 1514–2014 zijn de stadsverkenningen met onder andere stadswandelingen door Leuven als kenniscentrum van de medische wetenschap door de eeuwen heen. De coördinatie van het project ligt in handen van KU[N]ST Leuven. De vzw is opgericht op initiatief van de stad Leuven en de KU Leuven naar aanleiding van het Cultuurcharter ondertekend in 2010. De organisatie heeft als kerntaak om elke twee jaar een stadsbreed project op te zetten. Vesalius 1514–2014 bijt de spits af, gevolgd door Op zoek naar Utopia in 2016 en Mei 68, vijftig jaar later in 2018. KU[N]ST Leuven stelt ook een website voor waar iedereen meer kan lezen over het project, de tentoonstelling Lijf en Leden in M – MUSEUM LeuveN en het programma met een korte voorstelling van de partners van Vesalius 1514–2014. Iedereen is uitgenodigd om intensief deel te nemen aan een waaier van ontdekkingen, wetenschappelijke en artistieke ervaringen. — www.kunstleuven.be 1
PERSContactEN Pers & Communicatie KU[N]ST Leuven Hanna van Zutphen
[email protected] T 0468 32 78 60 Voorzitter vzw KU[N]ST Leuven en M – Museum Leuven Denise Vandevoort (schepen cultuur stad Leuven)
[email protected] T 0474 30 82 65 Voorzitter vzw KU[N]ST Leuven Katlijn Malfliet (vicerector cultuur KU Leuven)
[email protected] T 016 32 31 43 Curator ‘Lijf en Leden’ Geert Vanpaemel (professor wetenschapsgeschiedenis KU Leuven)
[email protected] T 0494 17 52 17
2
KU[N]ST Leuven: DISSECTIE VAN EEN NIEUWKOMER KU[N]ST Leuven is een nieuwe vzw op initiatief van de sTad Leuven en KU Leuven. De stichters geven zo een vervolg aan de werking van Artes vzw, die tentoonstellingen realiseerde als Rogier van der Weyden (2009) en Bijbel van Anjou (2010) en verbreden meteen de kerntaak. In synergie met de partners van het Leuvens Cultuurplatform wil KU[N]ST Leuven om de twee jaar een ‘stadsbreed’ project rond een specifiek thema opzetten met artistieke, culturele, wetenschappelijke en toeristische activiteiten. Die richten zich zowel op doelgroepen van kenners als op het brede publiek van Leuvenaars, studenten en toeristen. Een belangwekkende tentoonstelling in M – MUSEUM Leuven blijft elk project trekken en begrenst het in de tijd. Gelijklopend met de tentoonstelling werkt KU[N]ST Leuven samen met de Leuvense culturele partners om het gekozen thema vanuit andere invalshoeken dan de museale te benaderen: theater en dans, films, concerten, kunst in de openbare ruimte, stadswandelingen, lezingen, discussiefora, activiteiten voor jongeren en kinderen. Op die manier nodigt KU[N]ST Leuven de stad, de universitaire gemeenschap en de passanten uit om intensief te participeren aan een brede en diverse cluster van genot en reflectie, artistieke ervaringen, stadsverkenning en feest.
Drie projecten voor 2014, 2016 & 2018 Het eerste project is gepland in de herfst van 2014 en zet andreas vesalius in de kijker: deze pionier van de moderne anatomie werd in 1514 geboren en was alumnus van de Leuvense universiteit. Hij studeerde daarna in Parijs en Padua, publiceerde diverse werken over anatomie, waaronder zijn monumentale De Humani Corporis Fabrica (Basel, 1543). Hij werd lijfarts van Keizer Karel en Filips II. Geert Vanpaemel is curator van de tentoonstelling in M – MUSEUM Leuven. Het menselijk lichaam is het thema van het stadsbrede project. In 2016 is het 500 jaar geleden dat Thomas More in Leuven zijn UTOPIA publiceerde bij drukker Dirk Martens. Het is samen met De lof der zotheid van Erasmus en Il Principe van Machiavelli één van de meest spraakmakende boeken van de renaissance en klinkt tot vandaag nog in vele talen door. Jan Van der Stock, die tekende voor de openingstentoonstelling rond Rogier van der Weyden in M – MUSEUM Leuven, staat garant voor een nieuwe ervaring op topniveau. Thematisch nemen we het utopisch denken, dat inspirerend was voor vele kunstenaars en wetenschappers, als uitgangspunt. Utopieën zijn altijd verhalen, waarin het welzijn van het collectief primeert op het lot van het individu. Vooral filosofen, schrijvers, filmmakers, architecten en stadsplanners hebben het genre omarmd. Anders dan bij de twee vijfhonderdste verjaardagen zal in 2018 mei 68 aan bod komen. Al 50 jaar geleden en een uniek kantelmoment in het verhaal van onze stad en universiteit, maar we benaderen mei 68 toch in eerste instantie vanuit een wereldwijd perspectief. Wellicht was mei 68 de meest recente opstoot van utopisch denken, waar een lokaal communautair en Belgisch conflict zich ent op een globale emancipatiebeweging, die meer rechten opeist voor studenten, arbeiders, ontwikkelingslanden, vrouwen en holebi’s. mei 68 wordt een ander project worden dan de vorige twee: pop- en tegencultuur, lifestyle, media, engagement, democratisering en participatie zijn de ordewoorden van vijftig jaar terug.
3
Drie rode draden Drie rode draden verbinden deze projecten tussen 2014 en 2018. Eerst is er Leuven, de plek waar stad en universiteit in een proces van ondertussen bijna zes eeuwen een symbiose vonden. Leuven was een belangrijk intellectueel centrum in het Europa van de renaissance, Thomas More voerde er gesprekken met de humanisten van het Collegium Trilingue, vesalius en Mercator woonden in hetzelfde studentenhuis. Hun geschriften en vakmanschap zullen het sociale en politieke denken, de geneeskunde en de geografie en meteen ons lichaams- en wereldbeeld onomkeerbaar veranderen. De Leuvense studentenrevolte van de jaren 60, ontstaan als protest tegen de toen nog tweetalige unitaire universiteit, eiste decente sociale voorzieningen voor een explosief groeiende studentenpopulatie en vond al gauw aansluiting bij het internationale studentenprotest (tegen de Vietnamoorlog en de verdrukking in de derde wereld, Praagse lente, allerlei emancipatiestromen). Leuven verspreidde het revolutionaire vuur aan andere universitaire centra in België. De politieke implicaties van de splitsing van de universiteit waren enorm, zowel voor Leuven zelf als voor de nieuwstad in Louvain-la-Neuve en zouden nog een decennium aanslepen. De tweede rode draad is de verbeelding: geen vesalius denkbaar zonder de onvergetelijke prenten die hij in zijn Fabrica opnam en liet vervaardigen in het topatelier van zijn tijd: bij Titiaan in Venetië. Ze legden voor vele eeuwen de verbeelding van het lichaam vast. Geen UTOPIA zonder het verhaal van de wereldreiziger Babelario, die aan More over zijn belevenissen op het ingebeelde eiland vertelde. Geen mei 68 zonder een totaal nieuwe beeldcultuur, in heftige kleuren en geuren, in een militante letterzetting, maar vooral in een geëngageerde fotografie en in toen razend populaire nieuwe massamedia als radio en televisie. Derde rode draad: maakbaarheid. Vesalius ging lijken dissecteren omdat hij met eigen ogen wou zien (en niet in klassieke en middeleeuwse traktaten alleen wou lezen) hoe het menselijk lichaam in elkaar stak en om beter dysfuncties en ziekten te lijf te kunnen gaan. Zo onderwees hij het ook aan zijn studenten in het anatomisch theater. De anatomie van vesalius construeerde een nieuw mensbeeld, dat kon uitstijgen boven de grenzen van leven en dood. In UTOPIA heeft More een berg kritiek op het Engeland van Henry VIII. Via het verhaal van Babelario toont hij aan dat er een andere samenleving mogelijk en denkbaar is. In mei 68 mocht ‘de verbeelding aan de macht’. Tal van vertogen, die in de jaren 60 ingeleid werden, maar nog doorwerken, zijn aan een actualisering toe: kunst en engagement, democratisering en kwaliteit, de universiteit van de toekomst, de openbare ruimte in het licht van de nieuwe media, utopisch denken in een a-topische tijd, enz.
Uitnodiging Dat is het historisch en intellectueel basismateriaal waarmee KU[N]ST Leuven aan de slag wil gaan. Aan de artistieke en wetenschappelijke partners, de toeristische actoren, de bezoekers en inwoners van de stad formuleren we deze uitnodiging: door vesalius, UTOPIA en mei 68 te herdenken, door deze geleerde, dit boek, die roerige meimaand te erkennen als hoekstenen in het geheugen van onze stad, wenst KU[N]ST Leuven een forum te bieden waar een kritisch denken over ons lichaam, onze utopieën en onze samenleving mogelijk is en ons aansteekt om verantwoordelijk met onze toekomst te leren omgaan.
Michel Uytterhoeven
4
EUSTACHIO
5
6 portret van vesalius, 1543
lijf en leden. andreas vesalius en Het theater van de anatomie In 2014 zal wereldwijd de vijfhonderdste verjaardag van de geboorte van Andreas Vesalius (1514–1564) worden herdacht. Vesalius was niet alleen een pionier van de moderne anatomie, maar stond ook aan de wieg van de moderne geneeskunde. Historici beschouwen hem als één van de belangrijkste wegbereiders van de moderne wetenschappen. Vesalius verbleef van 1530 tot 1533 in Leuven, en daarna opnieuw van 1536 tot 1537. Hij studeerde er filosofie en geneeskunde, en deed er anatomische dissecties. Ook publiceerde hij in Leuven zijn eerste boek, een commentaar op de Arabische arts Rhazes. In Leuven kwam Vesalius in contact met het bloeiende humanisme en de hernieuwde interesse voor de wetenschappelijke erfenis van de klassieke Oudheid. Hij zette zijn academische carrière voort in Padua en Bologna, maar gaf zijn academische carriere op toen hij werd aangesteld als lijfarts van keizer Karel. Zijn meest belangrijke werk, De Humani Corporis Fabrica, verscheen in 1543 in Basel. Tot vandaag heeft de faam van Vesalius weinig van zijn glans verloren, niet alleen in medisch-historische werken, maar ook in de culturele analyses van de manier waarop kunstenaars en wetenschappers het menselijk lichaam conceptualiseren en representeren. Deze hedendaagse relevantie van Vesalius staat centraal in het Leuvense Vesaliusproject, dat zo op een originele manier geschiedenis, kunst en wetenschap samenbrengt.
VESALIUS PROJECT De herdenking van Vesalius is voor Leuven een unieke gelegenheid om zich te profileren als kenniscentrum en erfgoedstad, zowel in binnen- als in buitenland. Voor de stad is de band met Vesalius een extra troef als toeristische trekpleister; de universiteit kan haar lange traditie als intellectueel knooppunt koppelen aan haar hedendaagse ambities. De viering van Vesalius is opgevat als een stadsbreed project, gedragen door alle Leuvense cultuurpartners. De ruggengraat van het programma is de tentoonstelling Lijf en Leden. andreas vesalius en Het theater van de Anatomie in M – MUSEUM Leuven. Deze tentoonstelling belicht niet alleen de historische figuur van Vesalius, maar gaat na hoe de beeldvorming van het menselijk lichaam doorheen de eeuwen de duidelijke invloed onderging van het werk van Vesalius en de anatomische traditie die naar zijn voorbeeld ontstond. De tentoonstelling besteedt aandacht aan de artistieke conventies in anatomische prenten, de architectuur en de enscenering van anatomische theaters, het moraliserende discours over het ideale lichaam, en de opkomst van de moderne lichaamscultuur.
‘lijf en leden’ Vesalius 2014 situeert zich in de lijn van de interactie tussen kunst en wetenschap zoals die zich de afgelopen jaren in het Leuvense culturele landschap heeft ontwikkeld, denk aan de tentoonstelling Parallellepipeda (2010) in M. Lijf en Leden onderzoekt op een vrije en originele manier de vele invloeden van Vesalius’ werk op onze hedendaagse cultuur. Belangrijke thema’s zijn daarbij: de representatie van het menselijk lichaam, wetenschap in de publieke ruimte, de medicalisering van het lichaam, de maakbaarheid van de mens, de wisselwerking tussen wetenschap en kunst en de normativiteit van de anatomische afbeeldingen. Lijf en Leden besteedt bijzondere aandacht aan de manier waarop het door Vesalius verbeelde anatomisch lichaam binnendrong in de collectieve beeldvorming van de mens, en aan de onderliggende normatieve betekenissen: enerzijds het anatomisch lichaam als gemedicaliseerd en gedepersonaliseerd lichaam, anderzijds het anatomisch lichaam als norm voor kracht en gezondheid. De tentoonstelling beslaat vijf zalen in M. De tentoongestelde objecten zijn afkomstig uit het rijke erfgoed van de Leuvense universiteit, maar ook uit belangrijke collecties in binnen- en buitenland. Hoewel het lichaam al vaker onderwerp was van tentoonstellingen en ook Vesalius regelmatig is herdacht (meest recent in 1993 in Koninklijke Bibliotheek), biedt deze tentoonstelling een originele en in België 7
nog niet vertoonde invalshoek. De tentoonstelling sluit niet alleen aan bij de meest recente inzichten in de medische geschiedenis, maar ook bij hedendaagse analyses van beeldvorming, wetenschap, kunst en cultuur (o.a. tentoonstellingen als Spectacular Bodies [Londen, 2000] of Figures du Corps [Parijs, 2008]).
I. Andreas Vesalius en de anatomie Het eerste deel toont het werk van Vesalius in de context van de herontdekking van de klassieke Oudheid. Vesalius gebruikt de Griekse beeldhouwkunst om zijn geanatomiseerde lichamen gestalte te geven. De beroemde reeks prenten uit de Fabrica portretteert de opengesneden lichamen als levende figuren in een landschap. Net als de Griekse beelden hebben ook deze lichamen de eindige tijd overwonnen en dienen ze als model voor reproductie. Vesalius verving de middeleeuwse verwijzingen naar microkosmos/macrokosmos analogieën of naar een hiërarchie tussen onsterfelijke ziel en vergankelijk lichaam door een oprechte, maar niet beladen verwondering voor de complexe interne structuur van het lichaam. Het lichaam onder de huid verschijnt als een geprivilegieerde site voor het onderzoek van de menselijke natuur. De basis voor deze nieuwe visie is terug te vinden in het humanisme, waarmee Vesalius in aanraking kwam in Leuven. Die Leuvense periode komt aan bod via een blik op het medisch-anatomisch onderwijs in de 16de eeuw, en de eerste publicatie van Vesalius in Leuven. Uiteraard staat de Fabrica als scharnierwerk centraal. Verder is er aandacht voor de herontdekking van de klassieke Griekse beeldhouwkunst en de canonisering van Vesalius’ prenten door tijdgenoten.
II. anatomie en geneeskunde De ontdekking van het anatomische lichaam bij Vesalius was het startschot voor een groot internationaal enthousiasme voor publieke dissecties. Dit leidde tot nieuwe reglementering en ritualisering van de omgang met het lichaam. Hoewel de anatomische kennis vooralsnog geen medische betekenis had (en door medici soms als populair spektakel afgekeurd), waren het toch de artsen die zich opwierpen als expert van het menselijk lichaam. In afbeeldingen van anatomische dissecties nam de arts de centrale positie in, als mediator tussen lichaam en publiek. Ook in individuele portretten van artsen is een verwijzing naar anatomie populair. Afbeeldingen van private dissecties tonen vaak artsen in dominante posities, waardoor de associatie met het medisch beroep nog sterker uit de verf komt. Artsen onderscheidden zich ook door anatomisch onderzoek en door onderlinge publieke disputen over de ontdekking van anatomische bijzonderheden. In de iconografie van anatomische dissecties blijft de rol van het publiek vaak onderbelicht. Het publiek kijkt gewoonlijk zwijgzaam en respectvol toe. Heel af en toe is er wel een aanwijzing dat de reactie van het publiek ook minder hoogstaand was: van walging tot leedvermaak en losbandigheid. De tentoonstelling toont de variatie in de mise-en-scène van de anatomie als publieke vertoning en als vorm van wetenschapsbedrijf.
III. lichaam als tempel der rede De culturele belangstelling voor de anatomische dissecties nam snel af in de 18de eeuw. Anatomie was nu wel een onderdeel van de medische opleiding, maar het grote publiek voelde zich steeds minder betrokken. In de plaats van dissecties ging de aandacht naar anatomische musea uitgerust met zeer realistische wassen beelden, anatomische preparaten en didactische prenten. Het schouwspel van de dood wist zich hiermee te ontdoen van de hinderlijke aanwezigheid van het lijk in ontbinding. Met deze nieuwe attitude ontstond ook een nieuwe vormgeving van het anatomisch lichaam. Niet meer de verwijzing naar Griekse voorbeelden, maar de eigentijdse omgeving vormde de inspiratie. De identificatie van de toeschouwer met het tentoongestelde lichaam kreeg hierdoor nog een sterkere nadruk. Het thema van de dood verdwijnt naar de achtergrond: de mens is in staat door de rede om de beperking van leven en dood te overwinnen. De kunst van de wassen reproducties ontstond in Firenze, maar verspreidde zich snel over heel Europa. In het bijzonder de zwangere vrouw was een vaak afgebeelde figuur, toonbeeld van het (aan de rede) onderworpen lichaam, en tegelijk een bevestiging van de 18de-eeuwse cultuur van moederschap. De eigentijdse actualisering van de beelden creëerde ook een nieuwe erotische aantrekkingskracht. 8
anatomisch theater in uppsala
ivoren model van het science museum
9
10 Vesalius Fabrica Septima
IV. anatomie in de academie De Duitse auteur Johan Joachim Winkelmann luidde een heropleving van de Griekse schoonheidsidealen in. De Griekse beeldhouwkunst leverde volgens hem de ideale modellen voor een perfecte schoonheid van de mens. Dit had ook implicaties voor de studie van de anatomie. Kunstenaars kregen anatomisch onderwijs en werden aangemoedigd om het lichaam via naaktstudies te onderzoeken. Niet de artsen, maar de kunstenaars presenteerden zich voor het grote publiek als de bevoorrechte experts in het doorgronden van de mens via zijn lichaam. Schoonheid en kracht vormden essentiële kenmerken van de ‘spiermannen’ (Muskelmänner, écorchés) die in de kunstacademies als model aanwezig waren. Voor de vrouw golden de kenmerken van verbondenheid met de natuur en raadselachtige inkeer. Naaktstudies waren meer dan louter anatomische oefeningen; het naakte lichaam was het toneel van een psychologische studie van de mens ontdaan van elk beschermend en verbergend omhulsel. De medische beeldvorming keerde zich af van deze artistieke ontwikkeling en legde de nadruk op ‘objectieve’, ‘karakterloze’ afbeeldingen in de propaganda rond hygiëne en gezondheid, of in het antropologisch onderzoek van niet-Westerse lichamen. Deze medische traditie staat aan de oorsprong van de medicalisering van het persoonlijk lichaam en wijst ook op een kentering in het publieke beeld van wetenschap. Wetenschap was niet meer de ultieme verbeelding van de universele menselijke rede, maar wel de kennis van een bepaalde professionele beroepsgroep, die het aandurfde de mens en de maatschappij de weg te wijzen naar een wetenschappelijk utopia.
V. kracht, schoonheid, sport & beweging Het laatste luik gaat in op de manier waarop de lichaamscultuur in de 20ste en 21ste eeuw vorm kreeg. De vraag is hier of en hoe het wetenschappelijke beeld een invloed kan blijven uitoefenen op de maatschappelijk representatie van het lichaam. De populariteit van sport en de mediatisering van lichamelijke schoonheidsnormen is immers niet meer gebonden aan wetenschappelijke visies op het gezonde of ‘ideale’ lichaam. Kan een wetenschappelijke boodschap nog de gepaste beelden vinden om een groot publiek effectief te bereiken? Wetenschap opent bovendien ook de mogelijkheid om doelgericht te sleutelen aan het lichaam. De tentoonstelling eindigt met een reflectie op onze hedendaagse opvattingen van de gezonde mens, en op de rol van anatomische beelden, in het bijzonder van de hersenen.
WETENSCHAPPELIJK RANDPROGRAMMA In het kader van de tentoonstelling verschijnt een boek dat de rode draad van de tentoonstelling toelicht. Het boek richt zich tot het brede publiek. Naast korte inleidende essays gaat de aandacht vooral naar de rijke iconografie en de prachtige anatomische afbeeldingen. Gedurende de looptijd van de tentoonstelling worden enkele lezingen georganiseerd rond de thema’s van de tentoonstelling: Vesalius, de medische geschiedenis van de anatomie, de kunst van de wassen anatomische modellen, de geschiedenis van sport en lichaamscultuur. Ook wetenschappelijke bijeenkomsten zijn voorzien: een workshop rond de historiografie van de Vesaliusbiografieën en een wetenschappelijk congres rond de doorwerking van de antieke en middeleeuwse geneeskunde in het werk van Vesalius. Naarmate het project meer vorm krijgt, zal ook de nodige wetenschappelijke expertise worden gerekruteerd om een bijdrage te leveren tot de wetenschappelijke doorlichting van Vesalius’ blijvende betekenis in onze cultuur.
geert vanpaemel
11
12 M – MUSEUM LEUVEN © MUSEUM LEUVEN
M – MUSEUM LEUVEN © MUSEUM LEUVEN
M | MUSEUM LEUVEN M | EEN KORTE HISTORIEK Aan de wieg van M stond een 18de-eeuws rariteitenkabinet, dat uitgroeide tot een stedelijk museum op de site van het voormalig Leuvense stadhuis op de Grote Markt. Begin 19de eeuw verhuisde de collectie naar de voormalige privé-woning van burgemeester Leopold Vander Kelen op de huidige museumsite. De verzameling groeide dankzij een aantal belangrijke schenkingen uit tot een volwaardig overzicht van de kunstproductie in Leuven en in Brabant vanaf de middeleeuwen. In 2009 opende een totaal vernieuwd en uitgebreid museum met alle moderne faciliteiten om een internationale museumwerking uit te bouwen.
M | MISSIE M brengt gisteren, vandaag en morgen samen in een publieksgericht museum en platform voor beeldende kunst, erfgoed en beeldcultuur. Het museum werkt met een stedelijke collectie en combineert dit met een gevarieerd en geprofileerd tentoonstellingsbeleid van oude en hedendaagse kunst in de universiteitsstad Leuven.
M | artistiek profiel De combinatie van een historische collectie met een tentoonstellingsprogramma oude en hedendaagse kunst, is een troef voor M. Binnen de werking kan men twee programmalijnen onderscheiden:
Ontsluiting en beheer van de M-collectie De uitgebreide museale collectie telt 46.000 voorwerpen, waarvan 150 topwerken. Het museum huisvest de eigen collectie en is opgebouwd rond twee ankerpunten: de late gotiek (de 15de- en vroeg 16de-eeuwse schilderijen) enerzijds en de beeldencollectie en de 19de-eeuwse schone kunsten met Constantin Meunier anderzijds. Het geheel geeft een duidelijk beeld van de kunsten en ambachten in de stad Leuven en in het Hertogdom Brabant. Daarnaast presenteert M stukken uit het depot en deelverzamelingen in wisselende opstellingen. Onder de noemer collectie+ lichten museummedewerkers, gastcuratoren, onderzoekers en hedendaagse kunstenaars objecten of aspecten van de collectie uit of plaatsen ze die in een betekenisvolle context. M benadert haar collectie als levend gegeven en tracht dat via onderzoek naar vandaag te vertalen.
tijdelijke tentoonstellingen met internationaal profiel M kan werken in een uitdagende architectuur, die voorziet in alle museale voorzieningen en de nodige oppervlakte om internationale tijdelijke tentoonstellingen, zowel van oude als hedendaagse kunst, te realiseren. M wil een naam worden in het buitenland en voor internationale bezoekers van Leuven een culturele aanlegsteiger zijn. Deze keuze vindt aansluiting bij Toerisme Vlaanderen dat Leuven als Vlaamse kunststad erkent en deze ambitie onderschrijft. In 2013 staan tentoonstellingen over de renaissancekunstenaars Hieronymus Cock (lente) en Michiel Coxcie (herfst) op het programma. In de zomer krijgt de Zwitserse kunstenaar Ugo Rondinone een overzicht van zijn multimediale werk. In 2014 is de herdenking van het begin van de Eerste Wereldoorlog en de brand van de Leuvense universiteitsbibliotheek in de zomer van 1914 de aanleiding voor Ravage, een tentoonstelling met als thema het lot van kunst en cultureel erfgoed in tijden van conflict.
M | het museumgebouw Het museumcomplex is een ontwerp van de Belgische toparchitect Stéphane Beel. Hij integreert twee oude en twee nieuwe panden in een strak complex en streeft naar een complementariteit, waarin oude en nieuwe kunst met elkaar in dialoog gaan.
13
Historisch en hedendaags in confrontatie en dialoog M is een samensmelting van historische elementen en hedendaagse ingrepen. Het historische fronton vormt de hoofdingang tot het museum en de site. De architect confronteert het bestaande rechtstreeks met het nieuwe door de twee zonder meer tegen elkaar aan te bouwen en zichzelf te laten zijn of hij verbindt ze. Zo wordt het ‘oude’ museum door een loopbrug verbonden met de nieuwbouw. Het huis Vander Kelen is met veel respect en actief in het nieuwe geheel geïntegreerd. In het hôtel zijn 19de-eeuwse kleuren en bladgoud opnieuw hersteld en werden de vloeren aangelegd naar het patroon van de oorspronkelijke parketten.
een uitnodiging aan de stad M bevindt zich pal in het stadscentrum van Leuven en wekt nieuwsgierigheid door te tonen wat zijn functie is: een plek waar iets te zien en te beleven valt en waar mensen welkom zijn. Daarom koos de architect ervoor om te werken met subtiele openingen in de gesloten wanden waardoor passanten kunnen binnenkijken en kunstwerken en bezoekers kunnen zien. Een uitnodigende rol is weggelegd voor de antichambre, die fungeert als publieke binnenruimte, en de binnentuin, die vrij toegankelijk is. M is een transparant museum.De hele site is probleemloos bereikbaar via verschillende toegangen met de oude eik in de tuin als centraal element en oriëntatiepunt.
de stad in het museum
rogier van der weydeN © johan geleyns
De bezoeker van M krijgt geregeld een spectaculair uitzicht op de stad en weet zich snel thuis in het complex en op de site. Het dakterras is een letterlijk hoogtepunt van het museumparcours. Wie M bezoekt, is zich vanzelf bewust dat hij zich in Leuven bevindt. De uitzichten op de stad maken voor de architect deel uit van het erfgoed en van het hedendaagse karakter van het museum, net zo goed als de kunstwerken in het museum.
14
M | HOOGTEPUNTEN TENTOONSTELLINGSPROGRAMMA 2009><2012 R o gier van der W eyden 1400–1464 De Passie van de Meester 20.09.09><06.12.09
B ijbel van A njou Napels 1340. Een koninklijk handschrift ontsluierd 17.09.10><05.12.10
Rogier van der Weyden is samen met Jan van Eyck de belangrijkste Zuid-Nederlandse schilder van de 15de eeuw. Zijn handelsmerk: de weergave van — ingetogen — passie en emotie. Als geen ander schilderde hij het verdriet van Maria en Johannes aan de voet van het kruis. Of de diepe concentratie van de lezende Maria Magdalena. Deze prestigieuze tentoonstelling bracht meer dan 100 topstukken van Rogier van der Weyden en zijn tijdgenoten uit 58 Europese en Noord-Amerikaanse collecties samen.
De Anjoubijbel is een kostbaar en vermaard 14de-eeuws Italiaans handschrift in bezit van de KU Leuven. Het werd gemaakt aan het hof van Napels en bevat talrijke volbladminiaturen en rijkelijk geïllustreerde teksten. Naar aanleiding van een diepgaande conserveringsbehandeling kon het publiek voor het eerst met hun pracht kennis maken. Deze presentatie combineerde de originele verluchte teksten met digitale projecties die inzicht gaven over zowel het belang van dit kunstwerk als over de conservering.
bijbel van anjou © bruno vandermeulen
15
D irk B raeckman 06.10.11><08.01.12 In elk van zijn monumentale fotowerken creëert Dirk Braeckman(°1958) een besloten, geïsoleerde wereld die in zijn tactiliteit niettemin eindeloos lijkt en in één beweging komaf maakt met de illusies van het medium. Deze beelden willen niets vertellen, toch suggereren ze hele verhalen. De foto’s van Dirk Braeckman laten het moment van de opname een eind achter zich en reiken — onvermoed — verder dan hun kader. M toonde een selectie uit Braeckmans uitgebreide oeuvre van de afgelopen 25 jaar.
P atrick V an C aeckenbergh 02.02.12><22.04.12
sol lewitt ‘colors’ © M – MUSEUM LEUVEN
Patrick Van Caeckenbergh (°1960) tracht de wereld te herordenen en hertekenen op een hoogst persoonlijke, maar tegelijk universele manier. Zijn fantasierijke collages en sculpturen van figuren ontstaan door alledaagse objecten te herstructureren. Met weinig middelen creëert hij kunstwerken die onze verbeeldingen prikkelen, die ons herinneren aan fabels en sprookjes. Patrick Van Caeckenbergh maakte in M een parcours dat samenhangt met de verschillende periodes in zijn oeuvre. De tentoonstelling werd één grote totaalinstallatie met heel wat bruiklenen, maar ook met nieuw werk.
16
S ol L e W itt Colors 21.06.12><14.10.12 M toonde voor het eerst in België vierentwintig wall drawings in kleur van de Amerikaanse kunstenaar Sol LeWitt (1928–2007). Deze monumentale muurtekeningen zijn rechtstreeks uitgevoerd op de muren van de tentoonstellingszalen. De selectie overspande het volledige oeuvre van LeWitt: van de vroegste tekeningen in fijne potloodlijnen tot de combinatie van kleurvlakken en geometrische vormen in vetkrijt, Indische inkt en acrylverf.
patrick van caeckenbergh © M – MUSEUM LEUVEN
dirk braeckman © M – MUSEUM LEUVEN
17
braakland/zhebilding
alamire foundation
fabuleus © amaury avermaete
© markus schinwald
thomas hauert in stuk kunstencentrum © joeri thiry
18
stadsbreed KU[N]ST Leuven wil naar aanleiding van de vijfhonderdste verjaardag van Vesalius een breed cultureel, wetenschappelijk en toeristisch programma aanbieden in samenwerking met zoveel mogelijk partners in Leuven en daarbuiten in het najaar van 2014. Op 1 oktober 2014 gaat het programma officieel van start, maar hieronder alvast een (voorlopig) overzicht van wat er allemaal in de steigers staat.
beeldende kunsten Lijf en Leden. Andreas Vesalius en het theater van anatomie Ruggengraat van het aanbod is Lijf en leden. Andreas Vesalius en het theater van anatomie, de tentoonstelling in M – MUSEUM LEUVEN, die Vesalius in zijn tijd, de renaissance, belicht en nagaat hoe zijn wetenschappelijk werk en zijn lichaamsbeeld tot vandaag doorwerkt. Daarnaast zijn er talrijke activiteiten rond het thema van het menselijk lichaam, die nu eens een doelgroep van experts opzoeken, dan weer toegankelijk zijn voor een breed publiek. Curator van de tentoonstelling is wetenschapshistoricus Geert Vanpaemel.
— www.kunstleuven.be
Markus Schinwald in M – Museum Leuven Gelijklopend met Lijf en Leden brengt M – MUSEUM LEUVEN een tentoonstelling van de hedendaagse Oostenrijkse kunstenaar Markus Schinwald. Hij was één van de ontdekkingen in de Biënnale van Venetië in 2011 en onderzoekt de verhouding van het lichaam tot de omringende ruimte en de culturele context, wat tot uiting komt in schilderkunst, video en sculpturale installaties.
— www.Mleuven.be
Luca School of Arts De tentoonstelling The Divided Body vormt een ontmoeting tussen verschillende kunstenaars, zowel bekende namen uit de Belgische kunstwereld als jong talent uit de eigen opleiding. In hun werk zoeken ze een antwoord op de vragen die het lichaam in al zijn facetten bij hen oproept. — www.luca-arts.be
WERKTANK Werktank maakt gebruik van oude en nieuwe media-kunsten. In bibliotheek Tweebronnen ontwerpt kunstenaar Kurt d’Haeseleer een theatrale video-installatie in de vorm van een anatomisch theater. Een virtuele jury graaft in het geheugen van een man. — www.werktank.org
STUK Kunstencentrum STUK, een vast begrip in de Leuvense cultuurscène, nodigt de Nederlandse kunstenaar Dries Verhoeven uit. Hij brengt een werk voor de publieke ruimte van de stad Leuven. — www.stuk.be
SLAC – Academie Beeldende Kunst & Conservatorium De studenten van SLAC geven hun artistieke invulling op de figuur en de erfenis van Vesalius in de vorm van beeld en klank. Bijzonder is dat het menselijk lichaam als enige instrument fungeert om geluid te produceren. — www.slac.be
Gijs Van vaerenbergh Gijs Van Vaerenbergh is opgericht door architecten Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh. Hun werk bestaat uit site-specifieke ingrepen, installaties en constructies. Een bekend voorbeeld was de geometrische sculptuur Framework die in 2012 aan het Artoisplein opgesteld stond naar aanleiding van de Sol LeWitt-tentoonstelling in M – MUSEUM LEUVEN. Ze werken aan een nieuw ontwerp voor Vesalius 1514–2014. — www.gijsvanvaerenbergh.com
19
Farma Leuven In 1738 legde de universiteit een kruidtuin aan voor de studenten geneeskunde. De kruidtuin is daarmee de oudste van België. De alumnivereniging farmacie Farma Leuven organiseert een tentoonstelling in de orangerie waarin de geneeskrachtige kruiden en planten die Vesalius beschreef in zijn Consilia (raadgevingen) centraal staan. Vegetaal kunstenaar Bob Verschueren doet een artistieke interventie. — http://alum.kuleuven.be/farmaleuven
alfagen Aan de overkant van de kruidtuin aan de Kapucijnenvoer werd door Rega in 1744 (2 eeuwen na Vesalius) een anatomisch theater opgericht voor de Leuvense universiteit. De alumnivereniging geneeskunde Alfagen wil daar met een tentoonstelling hun beroemdste alumnus herdenken. — www.vesaliusonline.be
PODIUMKUNSTEN Braakland/Zhe Building Braakland/ZheBilding (BZB) is een professioneel stadstheatergezelschap dat iets meer dan tien jaar opereert vanuit Leuven. Met het stuk La Dissection d’un Homme Armé van Stijn Devillé krijgt het publiek een mix van theater, performance en muziek met aandacht voor het verminkte lichaam in oorlogssituaties. — www.braaklandzhebilding.be
fABULEUS Het theater- en dansgezelschap voor jongeren werkt samen met de Duitse choreografe Nicole Beutler aan het stuk Liefdesverklaring waarin teksttheater en dans elkaar ontmoeten. Het verhaal is van de hand van Magne van den Berg, een soort van schaduwversie van de tekst Publikumsbeschimpfung uit 1972 van Peter Handke. — www.fabuleus.be
Dienst Cultuur KU Leuven De dienst Cultuur van de universiteit, in samenwerking met STUK, nodigt de choreograaf Tuur Marinus uit. Gefascineerd door de mogelijkheden van het bewegende lichaam is het niet verwonderlijk dat de Britse fotograaf Eadweard Muybridge een rol in zijn werk speelt. Met Still Animals #2 geeft Marinus een hedendaagse, artistieke invulling aan dit onderzoek. — www.kuleuven.be/cultuur
30cc 30CC programmeert de Trisha Brown Dance Company. Trisha Brown was een pionier van de Amerikaanse postmodern dance en ontwikkelde een danstechniek die gebruik maakt van de economie van het lichaam. — www.30cc.be
Festival van Vlaanderen/Vlaams-Brabant Novecento is een reeks van zeven concerten met muziek uit de 20ste eeuw. Speciaal voor Vesalius 1514-2014 brengt het Festival van Vlaanderen een nieuwe productie van de Vesalii Icones (1969) van de Britse componist Peter Maxwell Davies. Cellist Pieter Wispelwey speelt de solopartij en Peter Missotten verzorgt het scènebeeld gebaseerd op de etsen van Vesalius. — www.festivalvlaamsbrabant.be
’t Muziek Frascati Het Leuvense orkest brengt de opera Gasparo in neo-barokke stijl, een creatie van Luc Steels. Het anatomische werk van Vesalius wordt vertaald naar de hedendaagse tijd waarin het debat over de eventuele emoties van robots en kunstmatige intelligentie actueel is. — www.tmuziekfrascati.be
20
KENNIS & DIALOOG Lezingen in M-Museum Leuven Binnen het kader van de donderdagavondlezingen in M – MUSEUM LEUVEN, nodigt curator Geert Vanpaemel een aantal sprekers uit die thema’s van de tentoonstelling Lijf en Leden verder toelichten: Vesalius, de medische geschiedenis van de anatomie, het anatomisch theater, de kunst van de wassen en anatomische modellen en de geschiedenis van lichaamscultuur.
Gasthuisberg lezingen De faculteit geneeskunde houdt een tiental actueel-wetenschappelijke en historische lezingen. In eerste instantie willen ze een medisch geschoold publiek aanspreken, zoals ziekenhuispersoneel, docenten en studenten. Toch is een niet- of paramedisch publiek van harte welkom.
LECTIO Het studiecentrum Lectio van de KU Leuven spitst zich toe op de intellectuele geschiedenis van het premoderne Europese denken. Op een internationaal congres willen ze de discussie aangaan hoe ten tijde van Vesalius het autoritaire en dogmatische denken geconfronteerd werd met een meer empirische benadering van de wetenschap. Directe waarneming, woord en beeld speelden hierin een belangrijk rol, ook bij de generaties na Vesalius, waarin hijzelf canon wordt. — https://ghum.kuleuven.be/lectio
VormingPlus Oost-Brabant Vormingplus organiseert een waaier van educatieve activiteiten over uiteenlopende onderwerpen. In 2014 snijden ze een cruciaal thema aan met vormingsessies over ethische kwesties in de hedendaagse gezondheidssector. Niet alleen experts komen aan het woord, ook de deelnemers worden uitgenodigd actief te participeren aan het debat. — www.vormingplusob.be
stadsverkenningen Vesalius-wandeling De toeristische dienst van de stad Leuven werkt samen met de Leuvense gidsenbond een Vesalius-wandeling uit. Grote mijlpalen zoals de oudste kruidtuin van België of de plaats van het eerste ziekenhuis in Leuven mogen niet ontbreken. — www.leuven.be/vrije-tijd/toerisme
dag van de wetenschap De Dag van de wetenschap, een vrij jong initiatief over heel Vlaanderen, wil het publiek bewust maken van de impact van wetenschap en technologie op het dagelijks leven. In november 2014 staat de dag in Leuven in het teken van Vesalius en de zorgsector. Een aantal labo’s van de universiteit, het universitair ziekenhuis en enkele biomedische-bedrijven gaan open voor het publiek. — www.kuleuven.be/communicatie/wetenschapscommunicatie/iedereen/dagvandewetenschap
Akademie Leives Dialect De academie voor het Leuvens dialect heeft haar eigen gewoontes en tradities in Leuven. Elk jaar voeren ze een toneelstukje op in de stadsschouwburg met een aantal bekende Leuvenaars op het podium. Vesalius zal wel geen echt Leives gesproken hebben, toch speelt hij in 2014 de hoofdrol. — www.onsleives.be
21
Contact KU[N]ST Leuven vzw p/a Stadskantoor Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven www.kunstleuven.be Michel Uytterhoeven, algemeen coördinator t +32 489 292 007
[email protected] HANNA VAN ZUTPHEN, Communicatie & Pers T +32 468 327 860
[email protected] GEERT VANPAEMEL, CURATOR ‘LIJF EN LEDEN’ FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3307, 3000 LEUVEN T +32 494 175 217
[email protected] M – Museum Leuven Luc Delrue, intendant L. Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven t +32 16 27 29 79
[email protected] www.mleuven.be
organisatie Raad van bestuur Ku[n]st Leuven vzw Katlijn Malfliet (voorzitter), Denise Vandevoort (voorzitter), Dirk Vansina, Els Buelens, Norah Karrouche, Mieke Wellens, Steven Dusoleil, Jan Van der Stock, Geert Vanpaemel, Kristien Jacobs, Geert Bouckaert, Sabine Vandenplas Stuurgroep Vesalius 2014 Michel Uytterhoeven, Geert Vanpaemel, Luc Delrue, Peter Carpreau, Steven Dusoleil, Isabel Lowyck, Hanna van Zutphen Fundraising comité Vesalius 2014 Michel Uytterhoeven, Katlijn Malfliet, Chris Geens, Ann Cornelis, Luc Delrue, Geert Vanpaemel, Johan Van Calster Wetenschappelijk comité ‘Lijf en leden’ Geert Vanpaemel, Maurits Biesbroek, Luc Delrue, Tim Huisman, Roland Renson, Omer Steeno, Jan Van der Stock, Michel Uytterhoeven, Kaat Wils, Sandra Mühlenberend Alfagen werkgroep Vesalius 2014 Chris Geens, Paul Broos, Ann Cornelis, Guy Gilias, Tony Lerut, Omer Steeno, Michel Uytterhoeven, Luc Missotten, Johan Van Calster, Paul Herijgers, Maurits Biesbrouck, Bart De Moor, Hilde Devoghel, Geert Vanpaemel, Jan Verhaeghe FaBeR werkgroep ‘Lijf en leden’ Mart Buekers, Roland Renson, Alyson Bonavoglia, Caroline Van Hoolandt, Christophe Delecluse, Bart Vanreusel, Eddy Neerinckx, Louise Deldicque, Pascal Delheye, Geert Vanpaemel, Michel Uytterhoeven
colofon TEKSTEN Annelies Evens, Michel Uytterhoeven, Geert Vanpaemel, hanna van zutphen vormgeving paul boudenS DRUK Print Service, Leuven
V.U. Michel Uytterhoeven p/a Stadskantoor Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven