PERSBERICHT
EXPO S.M.A.K.
Beyond the Picturesque 04.04… 23.08.2009 Het concept van ‘the the picturesque’ picturesque ontstond in de achttiende eeuw en was van meet af aan nauw verbonden met dat van de Engelse landschapstuin, die de strenge geometrie van de Franse tuin inruilde voor een zorgvuldig gerecreëerd en geënsceneerd beeld van de natuur. De term ‘picturesque’ verwijst dan ook zowel naar een bepaalde soort heterogeen landschap, dat geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij, als naar een stuk van de realiteit, dat bekeken kon worden alsof het een schilderij zou zijn. In plaats van door een voorkeur voor de grilligheid van de natuur wordt het pittoreske veeleer gekenmerkt door het beeld van de natuurlijke grilligheid en onregelmatigheid. In de esthetica van the picturesque wordt de natuur immers onrechtstreeks benaderd via beelden; meer bepaald via de schilderijen van Claude Lorrain, Nicolas Poussin en Salvator Rosa of via de literaire of grafische voorstellingen van oosterse tuinen. De Engelse landschapstuin werd gecreëerd “om gezien te worden zoals een Claude Lorrain of een Nicolas Poussin haar zou schilderen.” De term picturesque verwijst dan ook zowel naar een bepaalde soort landschap, dat geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij, als naar een stuk realiteit, dat bekeken kon worden alsof het een schilderij is. Terwijl enerzijds nieuwe landschapstuinen werden voorzien van zorgvuldig gecodeerde betekenissen en werden geconstrueerd als een reeks gecomponeerde scènes, kon anderzijds de kijker pittoreske scènes in de natuur zelf ontdekken en herkennen. De tentoonstelling in het S.M.A.K. en de daarmee gepaard gaande publicatie onderzoeken hoe het concept van het pittoreske nog altijd (of opnieuw) van toepassing kan zijn voor artistieke interpretaties van het huidige landschap. Ten eerste is het opvallend dat veel kunstenaars gefascineerd zijn door het hybride hedendaagse landschap waarin de verschillen tussen centrum en periferie, tussen stad en platteland en tussen natuur en cultuur niet langer duidelijk gedefinieerd zijn. Volgens de Italiaanse stedenbouwkundige Mirko Zardini “laat alleen de sensibiliteit voor het pittoreske ons toe om dit territorium met nieuwe ogen te observeren: om de verschillen, de contrasten, de mengelingen en de nuances te begrijpen en te waarderen.” Ten tweede is het hedendaagse natuurlijke landschap in grote mate en op globale schaal gekoloniseerd en gedomesticeerd met behulp van een wereldwijde verspreiding van beelden in de vorm van kunstwerken en allerhande mediale landschapsbeelden in film, televisie, toerisme, enzovoort. Kunstenaars verwijzen vaak naar dergelijke voorstellingen. Ook zij benaderen het onvatbare en grillige hedendaagse landschap indirect, via eerder vervaardigde landschapsbeelden en met behulp van referenties aan traditionele modellen en interpretaties.
1
Tentoonstelling Beyond the picturesque. Bij de samenstelling van de tentoonstelling werden actuele kunstwerken geselecteerd die op de achttiende-eeuwse notie van the picturesque gerelateerd zijn: ten eerste de voorkeur voor een onregelmatig landschap dat zowel natuurlijke als culturele elementen bevat (een gegeven dat in het licht van de hedendaagse verstedelijking van het landschap een nieuwe schaal en betekenis heeft gekregen) en ten tweede het belang van conventionele (picturale) landschapsmodellen. Als referentie- en vertrekpunt bevat de tentoonstelling een reeks historische publicaties over het pittoreske landschap uit de collectie van de bibliotheek van de Universiteit Gent. Aan het einde van de achttiende eeuw vormde de Picturesque Movement een dynamische beweging, die een alternatief voor de klassieke vormentaal van het ancien régime wou ontwikkelen. In publicaties werd het pittoreske als een derde esthetische categorie naast het schone en het sublieme geïntroduceerd. Onder invloed daarvan werden de Engelse tuinen steeds meer van geometrische patronen en klassieke elementen ontdaan en werden ze meer en meer in functie van de pittoreske blik aangelegd. In tegenstelling tot de koninklijke blik, die op het centrum, overzicht, eenheid en helderheid gericht was, is dit de blik van een wandelaar, die eerder interesse heeft voor grensgebieden, het heterogene, veelkleurige of momentane. The picturesque lag tevens aan de basis van de eerste vormen van landschapstoerisme, waarbij men geleid door geïllustreerde gidsen en geruggensteund door de verwijzingen naar landschapsschilderijen, op zoek ging naar ‘schilderachtige’ landschappen. Het pittoreske raakte, na de aanvankelijke dynamiek, in de loop van de negentiende eeuw enigszins verstrikt in een knusse, kleinburgerlijke sentimentaliteit. Het kon in de loop van de tijd op tal van volkse vertalingen en toepassingen rekenen, maar verkreeg naderhand ook een eerder pejoratieve bijklank. Het was dan ook behoorlijk verrassend dat een scherpzinnige kunstenaar en auteur als Robert Smithson, Smithson in de jaren 1960 en ’70 een van de protagonisten van de Land Art, in een essay over de aanleg van Central Park in New York de term ‘picturesque’ van onder het stof haalde. Robert Smithson waardeerde het pittoreske, net zoals de ruïne, precies omwille van aspecten die hierboven aangehaald zijn, namelijk het feit dat het altijd het voorlopige resultaat van een dialectische wisselwerking tussen diverse processen in beeld brengt. Hij verloste zowel de ruïne als het pittoreske van hun nostalgische, romantische connotaties. Zoals in de tentoonstellingscatalogus in het essay over het ‘fotoreske’ uiteengezet wordt, vonden reeds vanaf de jaren 1950 ook in de fotografie een aantal evoluties plaats waarbij de mythe van de American West van de nodige kanttekeningen werd voorzien. Net zoals Robert Smithson legden heel wat van die fotografen steeds meer aandacht aan de dag voor de zich snel uitbreidende voorsteden of suburbs, die een ongedefinieerde, heterogene combinatie van het stedelijke en het natuurlijke terrein vormen – een evolutie die zich naar het einde van de vorige eeuw steeds krachtiger doorgezet heeft. Als gevolg daarvan hebben ook stedenbouwkundigen en architecten het pittoreske herontdekt, als methodiek om deze heterogene realiteit, deze ongrijpbare interactie van heel uiteenlopende processen, in een blik of een beeld te kunnen vatten. Mirko Zardini hanteert in zijn essay Green Is the Color de notie van het pittoreske om de stad, die in zijn eenentwintigsteeeuwse versie vaak een landschappelijke schaal heeft aangenomen, te duiden. De tentoonstelling bevat een stevige portie fotografie. Rond deze kern, bestaande uit een achttal fotografen, zijn kunstenaars uit diverse disciplines verzameld. Naast historische boeken en foto’s bestaat de tentoonstelling uit schilderijen, aquarellen, lithografieën, tekeningen, installaties, video’s, films, en een toeristische gids. Opvallend vaak is er daarbij sprake van een combinatie of interactie van verschillende media. Een aantal kunstwerken in de tentoonstelling refereert op een vrij expliciete wijze aan bekende landschappen uit de kunstgeschiedenis. Marcel Berlanger deinsde er bijvoorbeeld niet voor terug om de Mont Sainte Victoire te schilderen op basis van zelf genomen foto’s. Zijn foto’s waren evenwel geïnspireerd op de in een boek afgebeelde foto’s die op hun beurt de plekken illustreerden waar Paul Cézanne zijn schildersezel had neergezet. Jussi Kivi maakte een reeks tekeningen als een verslag van zijn zoektocht naar de exacte plaats in het Elbsandsteingebergte van de Sächsischen Schweiz waar Caspar David Friedrich zijn schilderij Die Felsenschlucht
2
geconcipieerd heeft. Vandaag kan je in dit Duits-Tjechische grensgebied, dat niet alleen Caspar David Friedrich tot schilderen aanzette, een heuse Malerwanderung maken. Christian Vetter creëerde een reeks schilderijen van de heilige Hïeronymus in het landschap, gebaseerd op bekende voorbeelden uit de kunstgeschiedenis waaronder de versie van Giovanni Bellini. Wouter Verhoeven maakte een videofilm met gestileerde, verstilde en tegelijk uiterst intense beelden, geïnspireerd op de vroege Vincent Van Gogh. Een aantal kunstenaars gaat zo ver dat ze elementen uit vroegere landschapskunst letterlijk hergebruiken. Damien De Lepeleire presenteert een reeks geaquarelleerde litho’s met de veelzeggende titel Ce qu’a vu Monet. De litho, die de contouren laat zien van Claude Monets interpretatie van de rotsen aan de Bretoense kust, blijft onveranderd maar wordt vijfentwintig keer anders ingekleurd. De Amerikaanse fotograaf Mark Klett kan als de vader van de praxis van de ‘rephotography’ beschouwd worden. In de late jaren 1970 en rond het jaar 2000 maakte Mark Klett respectievelijk een ‘second’ en een ‘third view’ van plekken in de mythische Far West, die in de negentiende eeuw door beroemde survey photographers als Timothy O’ Sullivan waren geregistreerd. Timothy O’ Sullivans foto van een rotswoestijn werd door Katrin Sigurdardottir opgeblazen en op houten panelen gekleefd, die samen een soort decor vormen. Heel wat andere werken zijn niet gebaseerd op specifieke kunstwerken maar refereren meer in algemene zin aan landschappelijke clichés, die onze blik op het landschap sturen en filteren. Vaak grijpen ze eveneens terug op oude picturale modellen, maar tevens zijn ze inmiddels via de reclame, de populaire beeldcultuur of de toeristische beeldindustrie tot ons collectieve geheugen gaan behoren. Diverse werken in de tentoonstelling grijpen terug op dergelijke stereotypische landschappen. In de monumentale, schilderachtige foto’s van Joel Sternfeld en Axel Hütte herkennen we ogenblikkelijk de met antieke ruïnes bezaaide, licht golvende Italiaanse campagna, zoals ze vanaf de renaissance door talloze kunstenaars werd weergegeven en die in deze schilderkunstige vertaling als een belangrijke referentie voor de achttiende-eeuwse picturesque gold. Enerzijds evoceren beide fotografen een gestileerde campagna met behulp van conventionele vormschema’s ontleend aan de klassieke schilderkunst. Anderzijds laten ze er hedendaagse elementen onverbloemd in opduiken. Axel Hütte is ook de auteur van Rio Negro 2 – Brasil, een reusachtige foto waarin hij het cliché van de jungle aanreikt, dat ons ten zeerste vertrouwd is dankzij beelden uit Hollywoodfilms of Kuifje-albums. Hetzelfde geldt voor de waterval, die we in volmaakt virtuele vorm aantreffen bij Monica Studer / Christoph van den Berg, Berg en die in de foto’s van Sylvia Henrich met de kraan open- en dichtgedraaid kan worden. Dezelfde valse vertrouwdheid en herkenbaarheid kenmerkt beelden uit de Zwitserse Alpen (Monica Monica Studer / Christoph van den Berg, Ellen Harvey), Berg Oliver Lutz) Lutz of, in meer algemene zin, het hooggebergte (Ellen Harvey het Amerikaanse Westen met onder meer de Rocky Mountains en de Grand Canyon (Marc Marc De Blieck, Blieck Mark Klett, Klett Katrin Sigurdardottir, Sigurdardottir Christian Vetter, Vetter Mungo Thompson), Thompson de Schotse kusten (Jan Jan Kempenaers), Kempenaers de Engelse wouden van mythen en legenden, de Australische outback (Alexis Alexis Destoop) Geert Goiris Destoop of het Hoge Noorden (Geert Goiris, oiris Katrin Sigurdardottir). Sigurdardottir In Beyond the Picturesque worden deze stereotypische landschappen volop gebruikt en bejubeld, maar diverse kunstenaars benadrukken ook het artificiële karakter van hun landschapsbeelden. Katrin Sigurdardottir toont niet alleen de eerder vermelde ‘decorstukken’ maar tevens alle delen van Haul, een landschap dat bestaat uit elf opengeklapte en in elkaar gepuzzelde koffertjes, die uit elf verschillende verzamelingen afkomstig zijn. Diezelfde ‘constructieve’ dimensie, die zowel een fysieke als mentale afstand ten aanzien van het oorspronkelijke landschap creëert, treffen we aan in de Monte Vera van Rapedius/ Rapedius / Rindfleisch Rindfleisch, de virtuele wereld van Monica Studer / Christoph van den Berg, Berg de ruimtevullende installatie van Sylvia Henrich, Henrich de tekenfilm van Mungo Thompson, Thompson het museumkabinet met bergpanorama van Ellen Harvey, Harvey en Lake Tenaya, waarin Mark Klett een beeld van het meer creëert door middel van een collage van beeldfragmenten uit verschillende tijden. Dit artificiële of constructieve element is uiteraard inherent verbonden aan de esthetica van de
picturesque. In de achttiende eeuw werden schilders en toeristen bijvoorbeeld aangeraden om het landschap niet ‘rechtstreeks’ te bekijken maar zich te bedienen van een Claude Glass – een ovale spiegel, genoemd naar de schilder Claude Lorrain – om zodoende het landschap bewust als een beeld te observeren. Dit aspect van reflectie is op verschillende manieren in de tentoonstelling
3
aanwezig. In de installatie van Monica Studer S tuder / Christoph van den Berg wordt de toeschouwer meteen geconfronteerd met zijn of haar eigen beeld, staand voor een majestueus berggezicht en omkaderd door de opening van een grot. Pas iets later op het tentoonstellingsparcours krijgt diezelfde toeschouwer, wanneer die zich in de grot bevindt, de camera te zien die hem/haar heeft gefilmd. Ook Oliver Lutz werkt met een camera, namelijk met een bewakingscamera en dito monitor. Deze schilder gebruikt echter een soort verf die niet door camera’s wordt geregistreerd waardoor op de monitor enkel onderliggende verflagen zichtbaar zijn. Christian Vetter presenteert een videofilm die gemaakt is door een bewegende robot. Mario Garcia Torres toont een film van een prachtig Mexicaans landschap, daarbij verwijzend naar de schilder Dr. Atl, die deze plaats vaak afgebeeld heeft. Vervolgens vertelt hij in voice over dat het Guggenheim overweegt om op de plek waar de camera staat een museum te bouwen – waarbij het zich dat landschap meteen zou toeëigenen. Deze voorbeelden tonen meteen ook aan dat vele in de tentoonstelling opgenomen kunstwerken met behulp van een specifiek medium reflecties bieden over andere artistieke media. Het belang van modellen ontleend aan de landschapsschilderkunst voor fotografen als Axel Hütte, Hütte Joel Sternfeld, Sternfeld Jan Kempenaers K empenaers en Geert Goiris of een videokunstenaar als Wouter Verhoeven is hiervoor illustratief. Andere intermediale wisselwerkingen en contaminaties treffen we bijvoorbeeld aan bij Marcel Berlanger wiens schilderijen het gepixeld beeld van een krantenfoto oproepen. John Timberlake knipt stukken uit een foto en vult die met potloodtekeningen aan. Andere werken bestaan uit foto’s van zelf gemaakte landschapsschilderijen gecombineerd met driedimensionele plastic figuurtjes die, zoals de Rückenfiguren bij Caspar David Friedrich, onze blik naar en in het landschap begeleiden. Zijn Google Paintings appeleren dan weer aan de nieuwe beeldtechnologieën waarmee het landschap wordt gevisualiseerd. Alexis Destoop maakt gebruik van beelden die op het eerste gezicht twijfelen tussen film, geanimeerde tekening of geanimeerde foto’s. In de schilderijensequenties van Robert Devriendt wordt onmiskenbaar een cinematografische dimensie bespeeld. Zijn montage van gefragmenteerde landschappen vormt het kader voor een drama. Het ogenschijnlijk vredige landschap heeft zijn onschuld verloren. Een gelijkaardige narratieve en sinistere dimensie vinden we terug bij Richard Sympson (Cosimo Pichierri & Marco Trinca Colonel), die op schaal 1:1 foto’s maken van een afgespannen stuk gras met allerhande voorwerpen. Het landschap wordt unheimlich en lijkt wel een plaats van een misdaad, die via de massamedia een nieuwe betekenis heeft verkregen. Diezelfde nauwgezette aandacht voor detail en diezelfde suggestie van gebeurde feiten vinden we in een ander medium en op een andere schaal terug bij Ellen Harvey, Harvey die vaak gebruik maakt van spiegels. Eén werk van haar vormt een soort replica van een klein museaal kabinet waarvan drie wanden met een bergpanorama bedekt zijn. Op de vierde wand weerspiegelen tal van kleine spiegels fragmenten van dit landschap. In haar tweede bijdrage aan Beyond the Picturesque legt Ellen Harvey de link met het pittoreske Gentse Citadelpark, dat het museum omringt. In navolging van de in de tentoonstelling opgenomen reisgidsen uit de late achttiende en negentiende eeuw, maakt Ellen Harvey een gids voor het park, met aanduiding van een aantal te bezoeken plekken. In het museum presenteert ze aquarellen, die illustreren wat men te zien krijgt als men die plekken de rug toekeert om ze met een Claude Glass in de hand te bekijken. Zo nodigt ze de tentoonstellingsbezoekers en de omwonenden uit om in het park te gaan wandelen, en het te bekijken als was het een schilderij.
Lijst van tentoongestelde werken. Beelden van de tentoonstelling worden op de site www.smak.be geplaatst onder de rubriek “info” en dan “pers”. Om deze beelden te downloaden is er een login en paswoord nodig. Deze kunnen aangevraagd worden via Els Wuyts:
[email protected] of +32(0)9 240 76 47. 1. Marcel Berlanger (BE) Château noir (2009), acrylic on fiberglass, 600 x 500 cm, courtesy galerie Rodolphe Janssen – Brussel / galerie In Situ – Aalst Château noir (2009), oil on fiberglass, 124 x 165 cm, courtesy galerie Rodolphe Janssen – Brussel / galerie In Situ – Aalst Château noir (2003), acrylic on fiberglass, 56 x 45 cm, courtesy galerie In Situ – Aalst
4
Château noir (2009), acrylic on fiberglass, 56 x 45 cm, courtesy galerie Rodolphe Janssen – Brussel / galerie In Situ – Aalst
Château noir (2003), acrylic on fiberglass, 56 x 45 cm, courtesy galerie In Situ – Aalst Mars (2009), acrylic on fiberglass, 600 x 500 cm, courtesy galerie Rodolphe Janssen - Brussel / galerie In Situ – Aalst Scale (2009), acrylic on fiber glass, transparent resin, 700 x 125 cm, courtesy galerie Rodolphe Janssen – Brussel / galerie In Situ - Aalst 2. Marc De Blieck Blieck (BE)
050816050816-090301_wasn’t there (2005-2009), inkjet print, 34 x 90 cm 051213_wasn’t there (2005), inkjet print and gold leaf, 34 x 90 cm 020729--090218_wasn’t there (2002-2009), inkjet print, 70 x 175 cm 020729 020801020801-090223_wasn’t there (2002-2009), inkjet print, 70 x 175 cm 3. Damien De Lepeleire (BE)
Ce qu’a vu Monet (for Kenneth B. Pearson) (2006), lythographic ink and watercolour on paper, 25 x (112 x 82 cm), courtesy of the artist 4. Alexis Destoop (BE)
Dwelling (2006), 2 channel video installation (600 x225 cm), 2 retro-projections with synchronized hd datastream, surround sound, produced with the support of Buda Kunstencentrum, Kortrijk 5. Robert Devriendt (BE)
Petit mouvement nr. 2 (2005), oil on canvas, sequence of 3 paintings, appr. 6 x 8 cm each, private collection - Paris, courtesy Galerie Loevenbruck - Paris L’affaire HL (2007), sequence of 5 paintings, oil on canvas, appr. 6 x 11 cm each, private collection - Paris, courtesy Galerie Loevenbruck - Paris Le nouveau rituel (2008/2009), oil on canvas, sequence of 6 paintings, appr. 6 x 8 cm each, courtesy Galerie Baronian - Brussel 6. Geert Goiris (BE) Near Hekla (2000), lambda print, 4/5, 100 x 130 cm, private collection – Boulogne, courtesy galerie Art Concept – Paris / galerie Catherine Bastide - Brussel Curonia (2000), lambda print, 1/5, 125 x 100 cm, courtesy galerie Art Concept - Paris /galerie Catherine Bastide - Brussel E 313 (1999), lambda print, 3/5, 100 x 130 cm, collection Lentz – Rotterdam, courtesy galerie Art Concept - Paris /galerie Catherine Bastide - Brussel 7. Ellen Harvey (GB)
The Room of Sublime Wallpaper (I) (2008), wood panels painted in oils, plexi-glas mirrors mounted on swivels, newspaper, tape, 244 x 244 x 350 cm, photo: Simon Vogel, courtesy Galerie Gebruder Lehmann – Berlin/Dresden Observations Relative Chiefly to the Picturesque Beauty (guidebook to the Citadelpark) (2009), guidebook, installation of watercolors and other documentation, viewing stations, tour in collaboration with Alex McKay, photo: Ellen Harvey, courtesy Luxe Gallery – New York / Galerie Magnus Müller - Berlin 8. Sylvia Henrich (DE)
Wasserfall/täglich 1212- 13 Uhr und 1616 -17 Uhr (2009), consists of the single pieces: Wasserfall/täglich 12-13 Uhr und 16-17 Uhr (I, II, III) (version 2) (2009), piezo pigment prints, 3 parts, each 108 x 130 cm (paper size: 111,8 x 133,8 cm); Zeitplan, 2007, photocopy, A0; Objekt #01/06: Fall des Velino (Stahlstich, ca. 1850), reproduziert, 2006, objectframe with Baryt print on cardboard, 42,6 x 35,2 x 3 cm; Objekt #01/07: Die Cascata delle Marmore in Terni (Öl auf Leinwand, 1779), reproduziert aus: Jakob Philipp Hackert, 1737-1807, Verzeichnis seiner Werke, 1994 (2007), C-print (framed), 28,4 x 31,9 x 3,5 cm; Objekt #02/07: TERNI, Cascata delle Marmore (Postkarte, 2000), reproduziert (2007), objectframe with C-print on cardboard, 34,1 x 42,5 x 3,5 cm Ausschnitt sschnitt (version BTP) (2009), collage, photocopies (bw and Yet Untitled, Original in Farbe, Au colour), 50 x 316 x 155 cm
5
9. Axel Hütte (DE)
Rio NegroNegro-2, Brasil (1998), C-print, framed, 187 x 237 cm Pico Veleta, Spain (1995), C-print, framed, 143 x 179 cm 10. Jan Kempenaers (BE)
The Picturesque Picturesque Grid (2007), 6 photographs, framed, 6 x (44,4 x 54,2 cm), produced with the support of the Royal Academy of Fine Arts (University College Ghent) 11. Jussi Kivi (FI)
ROMANTIC GEOGRAPHIC SOCIETY – Fragmente aus dem Projekt Elbsandsteingebirge/Sächsische ische Schweiz (2001-2003), private collection – Hamburg: Der Elbsandsteingebirge/Sächs Wanderer über dem Nebelmeer, sepia, 15 x 10 cm; Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge (1), sepia, 15 x 10 cm; Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge (2), Neurathen, sepia, watercolour, 15 x 10 cm; Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge (3), Neurathen, sepia, 15 x 13 cm; Neurathen 4, the Map: the Landscape of C.D. Friedrich’s painting “Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge” (2002), pencil, pastel, 31 x 24 cm; Neurathen 5, Drawing of the Landscape Depicted in C.D. Friedrich’s painting “Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge,” the Rock Towers Seen From the Left, pencil, 31 x 24 cm; The Map: Bastei (Neurathen 6), the Map of the Rocks and their surroundings of Friedrich’s Painting, sepia, 26 x 19,7 cm; Neurathen 7, the Landscape of C.D. Friedrich’s Painting “Felsenlandschaft im Elbsandsteingebirge Seen Above the Clouds (2003), watercolour, sepia, 49,8 x 37,5 cm; The Fir Tree, Schwarze Schlüchte (2002), pencil, 24 x 31 cm; Affenstein – Wolfspitze, THE CAVE HOSTEL, Night Camp in the Cave (12/04/2001), pencil, 35 x 50 cm; THE CAVE HOSTEL (The Outlaws Camp), Campfire in Front of the Cave (Night Camp in the Cave, 12/04/2001), pencil, 35 x 25 cm; The Map: the Disappearing Path 1 (08/10/2002), Elbsandsteingebirge (Germany, near the Czech border), pencil, 24 x 31 cm; The Map: Grosser Zschand-Schwarze Schlüchte – Webergrotte, Topographic labyrinth (3), the Route (08/10/2002), watercolour, ink; Elbsandsteingebirge, the Rock Labyrinth and Path Trough It in the Rain (08/10/2002), ink, colored chalk, 62 x 87 cm; The Map: Affenstein-Frienstein (Vorderes Raubschloss)-Kleiner Winterberg, topographic study and journey description (12-13/04/01); The Map: Affenstein – Frienstein (Snowing), the sketch partly drawn from memory, watercolour, sepia, 68,5 x 95 cm; Idagrotte - Vorderes Raubschloss (The Robber Castle in Snowy Weather, 13/04/2001, Seen from the South); Idagrotte – Vorderes Raubschloss, ink, pencil, coloured chalk 49 x 39 cm 12. Mark Klett (US)
Rephotographic Survey S urvey of the American West, 3 series: Green River Buttes (Castle Rock), 3 x (20 x 25 cm): Timothy O’Sullivan, Green River Buttes, Green River, Wyoming (1872), United States Geological Survey; Mark Klett and Gordon Bushaw for the Rephotographic Survey Project, Castle Rock, Green River, WY (1979); Mark Klett and Byron Wolfe for Third View, Castle Rock, Green River, WY (1997); Comstock Mines, Virginia City, Nevada, 3 x (20 x 25 cm): Timothy O’Sullivan, Comstock Mines (1868), University of New Mexico; Mark Klett for the Rephotographic Survey Project, Strip mine at the site of Comstock Mines, Virginia City, NV (1979); Mark Klett and Byron Wolfe for Third View, Abandoned strip mine at the site of Comstock Mines, Virginia City, NV (1998); Cross, s, Colorado, 3 x (20 x 25 cm): Mountain of the Holy Cros William Henry Jackson, Mountain of the Holy Cross in the Great National Range, Colorado (1873), U.S. Geological Survey; Mark Klett and Gordon Bushaw for the Rephotographic Survey Project, Mountain of the Holy Cross, CO (1978); Mark Klett and Byron Wolfe for Third View, Mountain of the Holy Cross, CO (2000) Mark Klett and Byron Wolfe, Four views from four times and one shoreline, Lake Tenaya (2002), 61 x 167,6 cm: (left to right) Eadweard Muybridge (1872), The Bancroft Library, University of California, Berkeley; Ansel Adams (c. 1942), Center for Creative Photography, University of Arizona; Edward Weston (1937), Center for Creative Photography, University of Arizona; (back panels) Swatting high-country mosquitoes (2002)
6
13. Oliver Lutz (CH/US) Landscape (2009), tryptich, acrylic on canvas, 264,2 x 520,7 cm, closed-circuit television system (CCTV) with 14” CCTV video monitor, video delay buffer, camera 14. Rapedius/Rindfleisch (DE) Monte Vera (2007), drawings on rolled paper, 150 x ø 400 cm 15. Katrin Sigurdardottir (IS) Untitled (2006), digital print sticked on wood, c. 580 x 850 x 300 cm, collection Fonds régional d’art contemporain de Bourgogne – France Haul 2005 (2005), 11 parts, plywood, styrofoam, resin, pigments, hardware, labels, appr. 23 x 230 x 180 cm, from 11 private collections: private collection – Texas, Laverty Collection – Sydney, private collection – New York, private collection, collection of Jill and Peter Kraus, collection of Gregory J. King, collection of Michael Straus, private collection – Italia, collection of Jennifer Levine and Jeff Aeder, collection of Brooke and Daniel Neidich, private collection - Schweiz, courtesy Galleria Maze – Torino / Galleri i8 – Reykjavik 16. Joel Sternfeld (US)
A private aqueduct aqueduct leading from the Claudian Aqueduct ot the Villa Sette Bassi, Roma, Vecchia, Rome, January 1991 (1991/2006), digital C-print, 2 parts, each 68,6 x 86,4 cm, courtesy the artist and Luhring Augustine - New York
Lovers parking beneath a pyramidal tomb of the second century A.D., Via Appia Antica, Rome, November 1990 (1990/2006), digital C-print, 56,5 x 71,1 cm, courtesy the artist and Luhring Augustine - New York
Women at a daily gathering beside an ancient Roman wall, Parco dei Gordiani, Rome, October 1990 (1990/2006), digital C-print, 56,5 x 71,1 cm, courtesy the artist and Luhring Augustine - New York 17. Monica Studer / Christoph van den Berg (CH) Wasserfall (2002/2005), computer installation, PC, animated loop 2'15", soundprojection, 392 x 294 cm, courtesy Nicolas Krupp - Basel Nebel (2005), interactive computer installation, PC, realtime 3D rendered projection, 330 x 440 cm, courtesy Nicolas Krupp - Basel Loch (2009), accessible installation, printed PVC polygons, wooden substructure, video camera and screen; background image: inkjet print on PVC, 480 x 500 cm; grotto structure: inkjet print on PVC, 392 x 356 x 860 cm, courtesy S.M.A.K. – Gent 18. Richard Sympson (IT) Palmo a palmo #3 (2007), inkjet print on paper, 281 x 375 cm 20. John Timberlake (GB) Another Country XII (2001), C-print, framed, 105 x 105 cm, courtesy the artist Colony 13 (2006), pencil and inkjet on paper, framed, 98 x 120 cm, courtesy the artist and Tatjana Pieters/OneTwenty Gallery - Gent Google paintings (ongoing project, 2007-present), 15 parts, oil on paper, framed, 15 x (50 x 61 cm), courtesy the artist and Tatjana Pieters/OneTwenty Gallery - Gent 21. Mungo Thomson (US)
The American Desert (for Chuck Jones) (2002), single-channel video with sound, 34’, collection GAMeC – Bergamo, courtesy the artist and John Connelly Presents – New York 22. Mario Garcia Torres (MX)
Carta Abierta a Dr. Atl (Open Letter to Dr. Atl) (2005), super 8 ektrachrome film tranferred to video, 6’26”, colour, silent, courtesy Jan Mot - Brussel 23. Wouter Wo uter Verhoeven (NL) The Eternal Life (2007), video with sound, 35’
7
24. Christian Vetter (CH) Picture/Bild (#1) (2007), oil on canvas, 140 x 200 cm, courtesy Yvon Lambert – Paris/New York Bellini) lini) (#1) (2007), oil on Saint Jerome (after Giovanni Bellini)/Hieronymus (nach Giovanni Bel canvas, 180 x 130 cm, courtesy Yvon Lambert – Paris/New York Monument Valley (2003), oil on canvas, 20 x 30 cm, courtesy Yvon Lambert – Paris/New York The First Year Of The Machine (2008), video, 18’54”, courtesy Yvon Lambert – Paris/New York
Lijst van tentoongestelde boeken. boeken. L’Ecosse pittoresque Ou suite de vues prises expressement pour cet ouvrage Par MM. T. Allom, W.H. Bartlett, et H. McCulloch Texte par W. Beattie, M.D. (London: Virtue, 1838), Vol. 2, 27,5 x 22,5 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Virtue’s Picturesque Beauties of Great Britain in a Series of Views by the Most Approved Artists Taken Expressly for this Work Messrs. G. Shepherd, H. Gastineaux Compressing the Principal Cities and Towns, Public Edifices, Dock Yards, Seats of the Nobility and Gentry, Hospitals, Churches, Castellated & Monastic Ruins. Accompnaied by Historical & Biographical Notices. The Picturesque Beauties of Great Britain: Illustrated by Topographical, Historical, and Critical Notices; Combining Every Interesting Object Ancient and Modern. From an Elaborate Survey and Original Designs Taken Upon the Spot (London: Virtue, 1828), 28 x 22 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage pittoresque ou Description des royaumes de Naples et de Sicile L’abbé de Saint-Non, Jean-Claude Richard, et. al. Gravures de Jean-Honoré Fragonard (Paris: Imprimerie de Clousier, 1781-1786), 5 vols., 5 x (51 x 35 cm) Universiteitsbibliotheek - Gent
L’Italie pittoresque Par MM. De Norvins, Ch. Nodier, Alexandre Dumas, Charles Didier, Walckenaer, Legouve, Alphonse Royer, Berlioz, Roger de Beauvoir, Auger, Lemonnier (Paris: Alphonse Pigoreau, Libraire, 1850) (Quatrième Edition), 29 x 20 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage pittoresque de la Grèce de Choiseul-Gouffier, Marie Gabriel Auguste Florent, comte, 1752-1817 (Bruxelles: Calcographie royale de J. Goubaud, 1825), 45 x 33,5 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage pittoresque sur le Rhin D’après l’allemand De Monsieur le Professeur Vogt Par Monsieur l’abbé Libert (Francfort sur le Mein: Fred. Wilmans / Paris: Levrault, Schoell et cie, 1804-1807), 24 x 16,5 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Mahlerische reise in die Italienische Schweiz Bey Orell, Gessner, Frülsti und Compagnie (Zürich, 1793), 19 x 23 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
8
Reize van eene Russische dame door Zwitzerland en een gedeelte van Savoijen In gezelschap van den heer Van Goens in den jaare 1786 gedaan, en door haar zelve geschreven (s.l., 1787), 20 x 12,60 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage yage pittoresque de Scandinavie Vo Cahier de vingt-quatre vues, avec descriptions (London: G & W Nicol / Paris: J.E. Gabriel Dufour, 1802), 30,5 x 24 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage pittoresque au Cap Nord par A.F. Skjölderbrand Nouvelle éditions sans gravures (Stockholm: Charles Delén, 1805), 22,5 x 13 Universiteitsbibliotheek - Gent
Voyage pittoresque autour du monde Résumé des voyages de découvertes Publié sous la direction de M. Dumont d’Urville Aves cartes et planches d’après les dessins de N. de Sainsons (Paris, 1834-35), 28,5 x 19,5 cm Universiteitsbibliotheek - Gent
Curatoren. Frank Maes is kunsthistoricus. Hij werkt als curator in het S.M.A.K. en is redacteur van het kunsttijdschrift Janus. Hij publiceert over beeldende kunst en architectuur. Steven Jacobs is een kunsthistoricus gespecialiseerd in de representatie van architectuur, stad en landschap in fotografie en film. In 2007 publiceerde hij The Wrong House: The Architecture of Alfred Hitchcock (010 Publishers, Rotterdam). Steven Jacobs doceerde aan diverse universiteiten en kunsthogescholen in Vlaanderen en Nederland. Momenteel is hij als docent filmgeschiedenis verbonden aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel, KASK (Hogeschool Gent) en Universiteit Antwerpen.
Catalogus Beyond the picturesque. “Als de Engelse kunsthistoricus en auteur John Ruskin in het deel ‘Geheugen’ in zijn boek The Seven Lamps of Architecture zich het hoofd breekt over pittoreske schoonheid, stelt hij dat dit soort architectonische pracht zich onder andere door zijn ‘toevalligheid’ onderscheidt van de eigenlijke, klassieke schoonheid die bedoeld, gepland is. Volgens deze visie doet het pittoreske, wat etymologisch gezien ‘als een schilderij’ betekent, zich in een architectonisch landschap voor op een plek ver van wat bij het ontwerpen van de gebouwen is bedacht als bron of centrum van schoonheid. Voor Ruskin ontstaat pittoreske schoonheid dan ook pas honderden jaren nadat een gebouw is neergezet, als het vergroeid is met klimopstruiken, grassen, planten en de andere uitlopers van de natuur (dat kunnen ook golven zijn, de zee, rotsen en zelfs wolken) die er rondom opduiken. Het gaat om de toevallige schoonheid en die manifesteert zich niet zolang we het gebouw zien zoals dat aanvankelijk gebouwd is, zoals wij geacht worden het te zien, maar pas wanneer we het gebouw vanuit een heel andere hoek, vanuit nieuwe perspectieven die de geschiedenis ons oplegt, op een geheel andere manier bekijken.” Orhan Pamuk, Istanbul. Herinneringen en de stad. Jaar: 2009 Formaat: 24 x 17 cm (verticaal Aantal pagina's: 256 pag. (waarvan 144 kunstenaarspagina's vierkleurendruk)
9
Talen: Eng/Ned (essays van John Macarthur, Robert Smithson en Mirko Zardini zijn in het Engels, met Nederlandse synopsis) Uitgave: S.M.A.K. (verdeling Exhibitions Int) met de steun van GUST (Ghent Urban Studies Team), Universiteit Gent Vormgeving: Thomas Soete Druk: Deckers-Snoeck Prijs: 29 euro (te koop aan de balie van het museum) Inhoudstafel: - Voorwoord - Philippe Van Cauteren - Inleiding: Als een schilderij - Steven Jacobs & Frank Maes - Historische referenties - Het fotoreske: beelden tussen stad en natuur - Steven Jacobs - Kunstenaarspagina’s, incl. bio - Landscape and Prospect from the Picturesque to Aerial photography - John Macarthur - Rotsen in Gent – Hilde D’haeyere (Beeldessay) - Frederick Law Olmstedt and the Dialectical landscape - Robert Smithson - Green is the color - Mirko Zardini
Extra programma. Openingsweekend (rondleidingen in het Citadelpark met Ellen Harvey). In haar bijdrage aan de tentoonstelling legt de Britse kunstenaar Ellen Harvey de link met het pittoreske Citadelpark. In navolging van de reisgidsen uit de late achttiende en negentiende eeuw, maakte ze een gids voor het park, met aanduiding van een aantal te bezoeken plekken. Tijdens het openingsweekend zijn er gratis rondleidingen op zaterdag 4 en zondag 5 april, telkens om 15u. Vooraf inschrijven is niet nodig en de rondleidingen starten aan de ingang van het museum. Filmprogramma (samengesteld door Sofie Verdoodt in samenwerking met Steven Jacobs). Maandag 20 april, 20u30 Michael Snow, La Région centrale (Canada, 1971, kleur, 190’, 16 mm) Michael Snow (°1929) kreeg bekendheid in de late jaren zestig omwille van een aantal baanbrekende experimentele films, in de eerste plaats Wavelength (1967) en La Région centrale. Beide zijn meesterwerken van de structurele film. Voor La Région centrale liet Snow een machine bouwen die de camera in alle mogelijke richtingen kon oriënteren en pans van 360° kon laten maken. Hij plaatste het toestel op de top van een berg in de Canadese provincie Québec, ver van de beschaving. De machine werd van op afstand bediend en de montage werd bepaald door de lengte van een filmrol. De onophoudelijke reeksen ongewone shots van het onherbergzame landschap en de lange duur van de film maken dat de kijker gaandeweg gedesoriënteerd en ten slotte psychisch gedecentreerd raakt. Het uiteindelijke effect van de film is een meditatieve toestand die door Jean Mitry omschreven werd als het gevoel overal en nergens te zijn. Maandag 4 mei, 20u30 Peter Delpeut & Mart Dominicus, Go West, Young Man! (Nederland, 2003, kleur, 84’, dvd) Peter Delpeut (°1956) trok samen met Mart Dominicus (°1958) naar de Verenigde Staten naar aanleiding van het honderdjarig jubileum van de western. De western is bij uitstek een nostalgisch genre dat ten dode opgeschreven blijkt. Voor Delpeut is dit gedroomde materie: hij reflecteert in al zijn films immers over het medium en de vergankelijkheid ervan. De documentaire Go West, Young Man! is volgens de regisseurs “tegelijk een hommage en een requiem.” De film werd een reisdagboek met een associatieve structuur, opgebouwd rond tien vaste beeldsequenties. De rest werd overgelaten aan het toeval en aan de verbeelding van de kijker. Deze creatieve documentaire speelt in op de clichés van het genre, op de prachtige filmsets van weleer en op de lonesome cowboys die nog ten strijde trekken om een terugkeer van het genre te verdedigen. Filmfragmenten wisselen af met zelfgeschoten beelden. De voorstelling wordt ingeleid door Steven Jacobs.
10
Maandag 11 mei 20u30 Robbrecht Desmet, Mont St. Victoire (België, 2008, kleur, 10’, 16mm, zonder geluid) Peter Schamoni, Caspar David Friedrich: Grenzen der Zeit (Duitsland, 1986, kleur, 84’, dvd, Duits met Engelse ondertitels) De jonge experimentele cineast Robbrecht Desmet filmde de Mont St.Victoire, de berg die het motief vormt van een hele reeks van schilderijen van Cézanne. Desmet selecteerde sequenties uit zowel videomateriaal als 16mm-beelden en presenteert het publiek een indrukwekkende zoom-out, waarbij traag en haast onmerkbaar vanuit een extreme close-up ons blikveld verruimd wordt. Het vervlakkende effect van de zoom herinnert onmiskenbaar aan de picturale taal van Cézanne. Een doordachte en detailleuze meditatie over het bewegende beeld, over perspectief, over natuur en cultuur. Deze film wordt een tweede maal geprojecteerd op 25 mei vóór de voorstelling, in de foyer van OFFoff. Duits regisseur van speelfilms en documentaires Peter Schamoni (°1934) reconstrueert in Caspar David Friedrich: Grenzen der Zeit leven en werk van de beroemde romantische landschapsschilder. Door middel van re-enactment strategieën worden het leven en het gedachtegoed van Friedrich gecontextualiseerd. De film put evenwel in de eerste plaats zijn kracht uit de recreatie van Friedrichs landschapsschilderijen, waarvan er vele verloren zijn gegaan tijdens de brand van het Glaspalast in München in 1931. In samenwerking met cameraman Gerard Vandenberg, visualiseerde Schamoni de natuur in gebieden als Pommeren, de kusten van de Oostzee en het eiland Rügen, die Friedrich sterk inspireerden. De voorstelling wordt ingeleid door Steven Jacobs. Maandag 18 mei, 20u30 Aleksandr Sokurov, Robert: A Fortunate Life (Rusland, 1996, kleur, 26’, dvd) Aleksandr Sokurov, Oriental Elegy (Rusland/Japan, 1996, kleur, 45’, dvd) Spiritualiteit, het verloop van de tijd en het geheugen vormen de voornaamste thema’s in het oeuvre van Aleksandr Sokurov (°1951). Zijn films vallen op door hun grote picturale kracht. De regisseur filmt vaak in musea (bijvoorbeeld Russian Ark uit 2002) en wil films maken die zo dicht mogelijk aanleunen bij de schilderkunst. Typisch is de ‘golvende’ textuur die ons het gevoel geeft terecht te komen in een droomwereld of een dimensie buiten de tijd, en (soms letterlijk) in een schilderij te stappen. Hiertoe maakt hij gebruik van onder meer vervormde lenzen en digitale bewerkingen. Zijn film over de Franse schilder Hubert Robert (1733-1808) past in een geplande reeks over kunstwerken uit de Hermitage in Sint-Petersburg. De ruïnes van Robert en nostalgische reminiscenties aan het Japanse Nô-theater versmelten in een romantische reflectie op de verdoemde negentiende-eeuwse Russische cultuur. In Oriental Elegy, het eerste deel van een cyclus over Japan, neemt de regisseur ons mee naar een klein eiland dat buiten de tijd lijkt te staan. Sokurov laat eenzame ouderlingen aan het woord die de balans van hun leven opmaken. Of zijn zij al in het hiernamaals? Maandag 25 mei, 20u30 Robert Smithson, Spiral Jetty (VS, 1970, kleur, 35 ’, 16 mm) Nancy Holt, Sun Tunnels (VS, 1978, kleur, 26’, 16 mm) Robert Smithson (1938-1973) is vooral bekend voor zijn Spiral Jetty, een monumentale land art installatie in een zoutmeer in Utah. Smithson heeft ook een film gemaakt met de titel Spiral Jetty, die natuurlijk betrekking heeft op dit kunstwerk, maar niet gewoon een registratie of documentaire is van de installatie. Zelf beschreef Smithson zijn film als een ensemble van non-connecties, een samenhang van obscure fragmenten die op een fluïde manier gestabiliseerd worden. Voor hem moest de monteur van de film een soort paleontoloog zijn die een beeld van iets probeert samen te stellen op basis van onvolledige informatie: de eigenlijke stenen spiraal bedolven onder lagen pellicule. De film is vanuit dezelfde inspiratie gemaakt als het oorspronkelijke kunstwerk: het coherent worden van disparate elementen. Vanuit een gelijkaardige inspiratie maakte Nancy Holt (°1938) de Sun Tunnels: vier stukken van een massieve stenen tunnel werden bovengronds in een X-vorm geplaatst in een desolaat landschap (opnieuw Utah). De richting waarin de tunnels wijzen is niet willekeurig, maar hangt samen met de zon en de seizoenen. Art Cinema OFFoff Begijnhof Ter Hoye Lange Violettestraat 237 9000 Gent
11
www.offoff.be
[email protected] Filmprogramma FilmFilm-Plateau Ter gelegenheid van Beyond the Picturesque neemt ook Film-Plateau enkele films in zijn programmatie op met opmerkelijke landschapsbeelden. Donderdag 30 april 2009 om 20u Hiroshi Teshigahara, De Vrouw in het Zand/Sunna no onna (Japan, 1964, 122’) Donderdag 7 mei 2009 om 20u John Huston, The Misfits (US, 1961, 125’) Film-Plateau Paddenhoek 3 9000 Gent www.film-plateau.ugent.be Activiteiten voor kinderen. ArtiChoque: tijdens de Paasvakantie van 14 tot en met 17 april 2009 en tijdens de zomervakantie: 610 juli, 13-17 juli, 27-31 juli, 3-7 augustus, 18-21 augustus 2009 Studio P: 11-14 en 24-28 augustus 2009 Boekjebezoek Miet Demuynck Meelstraat 14 9000 Gent +32 (0)9 269 60 04 (bereikbaar van ma tot vr doorlopend van 9u–17u) info@boekjebezoek www.boekjebezoek.be Onderwijs. Een lesmap met kijkoefeningen en suggesties onder de titel ‘Green is the colour’ is online vanaf 7 april: De omgeving zoals de mens die waarneemt: ‘ Een heuvelachtig landschap’ en het schilderstuk van een landschap. Activiteiten voor volwassenen. Zaterdag 9 mei om 16u wandelgesprek in Beyond the Picturesque door Frank Maes en op zondag 10 mei om 16u door Steven Jacobs. Boekjebezoek Miet Demuynck Meelstraat 14 9000 Gent +32 (0)9 269 60 04 (bereikbaar van ma tot vr doorlopend van 9u–17u) info@boekjebezoek www.boekjebezoek.be Zondag 7 juni om 14u: rondleiding Beyond the Picturesque voor Amarant door Frank Maes. Er wordt een tiental minuten voor de aanvang in de inkomhal van het museum afgesproken. Inschrijven via www.amarant.be –
[email protected] – 070 23 30 48 (13 euro en 11,50 euro voor Amarant-leden)
12
Picknickmanden S.M.A.K. Café by Grade. Grade. Voor het gebruik van de verschillende picknickmanden wordt er gevraagd om op voorhand te reserveren:
[email protected]. In de mand zitten er couverts, borden, glazen en een dekentje om in het Citadel park te zitten. Er wordt ook wel een waarborg gevraagd (de identiteitskaart van de persoon). Het S.M.A.K. Café is open van dinsdag tot en met zondag van 10u tot 18u; gesloten op maandag. -
Picknick “standaard” (2 belegde broodjes, pastasalade, 2 Tao's, 1 cup Ben & Jerry’s Ice cream) aan 20 euro Picknick “uitgebreid” (2 belegde broodjes, 1 pasta salade, 1 bordje charcuterie & kaas, fruitsalade, 2 Tao's, 1 cup Ben & Jerry's Ice cream) aan 30 euro Picknick “luxe” (Aperitiefnootjes, 2 belegde broodjes, 1 pasta salade, 1 bordje charcuterie en kaas, fruitsalade, 1 fles cava, 1 cup Ben & Jerry's Ice cream) aan 50 euro
Praktische informatie. Het museum is van 04.04.2009 tot en met 23.08.2009 dagelijks doorlopend open van 10u tot 18u, behalve op maandag. 6 euro pp: individueel bezoek 4 euro pp: groepen vanaf 15 personen en reductiehouders 1 euro pp: pp jongeren -26 jaar Gratis: Gratis kinderen jonger dan 12 jaar, personen met een beperking en begeleiders van groepen. Elke zondagochtend tussen 10u en 13u is het museum gratis toegankelijk voor Gentenaars. Naar aanleiding van “Citadelle ma belle” en de Erfgoeddag tijdens het weekend van 25 en 26 april 2009 en naar aanleiding van 10 jaar S.M.A.K. tijdens het feestweekend van 9 en 10 mei 2009, is de tentoonstelling gratis te bezoeken.
Het museum kent een uitgebreide reeks kortingen toe op de normale toegangsprijs. Op vertoon van een lerarenkaart, CJP-pas, Plus-3-pas, Knack-clubkaart, e.d. wordt het reductietarief toegekend. Als werkzoekende, 55+-er, etc. heb je eveneens recht op korting. Met Cultuurcheques, de Museum Passe-partout en de Museumpas kan je ook terecht in het museum.
Contact. Els Wuyts Press Office S.M.A.K. Citadelpark 9000 Gent T +32 (0)9 240 76 47 M +32 (0)495 89 05 26 E
[email protected] W www.smak.be
13