PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT

Brussel, 20 december 2013

Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal van 2013 zijn de cijfers voor het derde kwartaal iets minder rooskleurig. Daarbij springt vooral de stijgende werkloosheid in Brussel en bij de jongeren in het oog. • • • • • •

67,6% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Daarmee is de werkgelegenheid nagenoeg stabiel gebleven, zowel in vergelijking met het tweede kwartaal van 2013 als in vergelijking met het derde kwartaal van 2012. De evolutie van de werkgelegenheidsgraad verloopt in tegengestelde richting voor mannen en vrouwen. Voor mannen is het cijfer gedaald en bedroeg het 72,2% in het derde kwartaal van 2013; voor vrouwen is de werkgelegenheidsgraad in diezelfde periode gestegen tot 63,1%. De stijgende werkgelegenheidsgraad bij oudere werknemers zette zich ook in het derde kwartaal van 2013 verder. 8,7% van de beroepsbevolking is werkloos. De werkloosheidsgraad ligt daarmee fors hoger dan in het vorige kwartaal en het derde kwartaal van vorig jaar. De stijging in de werkloosheid is voornamelijk merkbaar in Brussel. In de overige twee regio’s bleef ze nagenoeg stabiel. De Belgische jeugdwerkloosheid is fors gestegen en bedraagt 24,5%. De toetreding van schoolverlaters tot de arbeidsmarkt speelt daarin een belangrijke rol.

Dat blijkt uit de cijfers van het derde kwartaal 2013 van de Enquête naar de Arbeidskrachten (Labour Force Survey) van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. De enquête peilt naar de voornaamste evoluties op het vlak van werkgelegenheid en werkloosheid volgens internationale definities. Op basis daarvan worden een aantal belangrijke arbeidsmarktindicatoren opgesteld zoals de werkgelegenheids-, de werkloosheids- en de activiteitsgraad. Om de werkloosheidscijfers internationaal vergelijkbaar te maken, worden ze berekend volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (zie bijlage op pagina 6).

WTCIII - Simon Bolivarlaan 30 1000 Brussel

T + 32 (0)2/277.63.47

[email protected] http://statbel.fgov.be

2/6 Stabilisatie werkgelegenheidsgraad 20- tot 64- jarigen De Europa 2020-strategie legt vast dat tegen 2020 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk moet zijn. Onze nationale doelstelling bedraagt 73,2%. Na de lichte stijging van het aandeel 20- tot 64-jarigen met een job in het tweede kwartaal van 2013, zien we in het derde kwartaal van 2013 een stabilisatie ten opzichte van het vorige kwartaal (van 67,5% naar 67,6%). Daarmee ligt het cijfer nagenoeg op het niveau van dezelfde periode in 2012 (67,6% in het derde kwartaal van 2013 ten opzichte van 67,4% in het derde kwartaal 2012). Opmerkelijk is dat de globale werkgelegenheidsgraad bij mannen gedaald is (met 1,1 procentpunt ten opzichte van het tweede kwartaal van 2013), terwijl ze bij vrouwen gestegen is (met 1,4 procentpunt). Dat verklaart dan ook het stabiele globale cijfer. Bij de leeftijdsgroep van 55 tot 64 jaar blijft de stijgende trend zich wel doorzetten. In vergelijking met het vorige kwartaal is de werkgelegenheidsgraad bij deze leeftijdscategorie gestegen van 41,6% naar 42,9%. Wanneer we vergelijken met het derde kwartaal van vorig jaar zien we nog een grotere stijging, namelijk van 40,2% tot 42,9%. De stijging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de gestegen werkgelegenheid bij de vrouwelijke 55-plussers (van 34,5% in het tweede kwartaal van 2013 naar 37,8% in het derde kwartaal van 2013). Bij de mannelijke 55- tot 64- jarigen noteren we dit kwartaal zelfs een lichte daling (van 48,9% in het tweede kwartaal van 2013 naar 48,1% in het derde kwartaal van 2013), die weliswaar door de grotere stijging in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar genuanceerd moet worden (van 46,1% in het derde kwartaal van 2012 naar 48,1% in het derde kwartaal van 2013). Hoewel het globale cijfer stabiel gebleven is, doet er zich binnen bepaalde regio’s toch een verschuiving voor. De grootste verschuiving observeren we in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de vorige periode was de werkgelegenheidsgraad er nog met 2 procentpunt toegenomen, maar nu daalt ze terug met 2,3 procentpunt. Na een tijdelijke heropleving zit de Brusselse werkgelegenheid daarmee terug op het niveau van eind 2012. Daarnaast zien we nog een lichte stijging in het Vlaamse Gewest (+0,6 procentpunt) en een stabilisatie in het Waalse Gewest. Grafiek 1: Werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen naar leeftijdsgroep, geslacht en regio van woonplaats (tweede kwartaal 2013 – derde kwartaal 2013)


T + 32 (0)2/277.63.47


3/6 Werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Na de tijdelijke terugval van de werkloosheid in het tweede kwartaal van 2013 zien we opnieuw een forse stijging in het derde kwartaal van 2013. De werkloosheidsgraad bij de 15- tot 64-jarigen bedroeg namelijk 8,7%, ten opzichte van 8,1% in het tweede kwartaal van 2013. Deze stijgende werkloosheidsgraad is een tendens die nagenoeg elk jaar zichtbaar is in het derde kwartaal omwille van het grote aantal schoolverlaters dat zich vanaf juli aanbiedt op de arbeidsmarkt. Schoolverlaters zonder werk die op zoek gaan naar werk en beschikbaar zijn om binnen de twee weken te beginnen werken, worden namelijk onmiddellijk opgenomen in de werkloosheidcijfers volgens het Internationaal Arbeidsbureau. Dat staat dus los van een eventuele inschrijving bij een regionale tewerkstellingsinstelling of het doorlopen van een wachttijd om een uitkering te ontvangen van de RVA. Dat fenomeen heeft een grote impact op het globale werkloosheidscijfer en zeker op de jeugdwerkloosheid (15- tot 24-jarigen). Die laatste is in het derde kwartaal gestegen met 2 procentpunt (van 22,5% tot 24,5%). Ondanks dit seizoenseffect evolueert de werkloosheidsgraad sinds 2012 duidelijk in stijgende lijn. Dat blijkt ook uit de vergelijking met het derde kwartaal van 2012, toen het seizoenseffect in gelijke mate aanwezig was. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar is de werkloosheidsgraad toegenomen van 7,8% in het derde kwartaal van 2012 naar 8,7% in het derde kwartaal van 2013. Voor de jeugdwerkloosheid is het cijfer nog minder rooskleurig. Die is geëvolueerd van 21,6% in het derde kwartaal van 2012 tot 24,5% in het derde kwartaal van 2013. Wanneer we kijken naar de verschillende regio’s, dan is het opmerkelijk dat de toenemende werkloosheidsgraad zich hoofdzakelijk situeert in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het cijfer is er gestegen van 16,7% in het tweede kwartaal tot 20,7% in het derde kwartaal van 2013. Ook in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar zien we een gelijkaardige stijging (van 16,3% in het derde kwartaal van 2012 tot 20,7% in het derde kwartaal van 2013). De opsplitsing naar geslacht toont gelijkaardige evoluties voor mannen en vrouwen. In vergelijking met het vorige kwartaal is de werkloosheidsgraad bij mannen gestegen met 0,6 procentpunt en bij vrouwen met 0,5 procentpunt. Grafiek 2: Werkloosheidsgraad van 15- tot 64-jarigen naar leeftijdsgroep, geslacht en regio van woonplaats (tweede kwartaal 2013 – derde kwartaal 2013)


T + 32 (0)2/277.63.47


4/6

Bijkomende inlichtingen Voor meer inlichtingen kan u terecht bij de communicatieverantwoordelijke, Stephan Moens: ☎ 02/277.63.47  [email protected]

Bronvermelding Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.

Aanvullende cijfergegevens Meer arbeidsmarktgegevens vindt u op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/werk/). De kwartaalcijfers vanaf het eerste kwartaal 1999 tot en met het derde kwartaal 2013 zijn terug te vinden in onze dynamische toepassing be.STAT of als downloadbare Excel-tabel op http://statbel.fgov.be. U vindt er eveneens bijkomende informatie (methodologie, statistieken,…) over de Enquête naar de Arbeidskrachten op http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/gegevensinzameling/enquetes/eak/index.jsp


T + 32 (0)2/277.63.47


5/6 Bijlage 1: Kernindicatoren over de arbeidsmarkt voor het derde kwartaal van 2013

Werkgelegenheidsgraad 15-64 jaar Werkgelegenheidsgraad 20-64 jaar Werkgelegenheidsgraad 55-64 jaar Werkloosheidsgraad 15-64 jaar Werkloosheidsgraad 15-24 jaar Activiteitsgraad 15-64 jaar


Percentage T3 2013 62,3%

Evolutie ten opzichte van T2 2013 in procentpunten +0,3%

Evolutie ten opzichte van T3 2012 in procentpunten +0,2%

Mannen

66,4%

-0,9%

-0,6%

Vrouwen Totaal

58,2% 67,6%

+1,4% +0,1%

+1,0% +0,2%

Mannen

72,2%

-1,1%

-0,7%

Vrouwen Totaal

63,1% 42,9%

+1,4% +1,3%

+1,1% +2,7%

Mannen

48,1%

-0,7%

+2,0%

Vrouwen Totaal

37,8% 8,7%

3,3% 0,6%

+3,4% +0,9%

Mannen

8,9%

0,6%

+1,1%

Vrouwen Totaal

8,5% 24,5%

0,5% 2,0%

+0,7% +2,9%

Mannen

25,2%

2,5%

+2,7%

Vrouwen Totaal

23,7% 68,3%

1,5% +0,7%

+3,1% +0,9%

Mannen

72,8%

-0,5%

+0,2%

Vrouwen

63,6%

+1,9%

+1,5%

Totaal

T + 32 (0)2/277.63.47


6/6 Bijlage 2: Definities over werkgelegenheid en werkloosheid De steekproefenquête naar de arbeidskrachten is een enquête bij particuliere huishoudens, die over het hele jaar wordt gehouden. Ze is gebaseerd op een effectieve steekproef van 9.956 huishoudens in het derde kwartaal van 2013, meer bepaald 19.849 personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder). De definities over werkgelegenheid en werkloosheid die hierna worden gehanteerd zijn die van het Internationaal Arbeidsbureau(IAB), waardoor de resultaten internationaal kunnen worden vergeleken. • Personen met een betrekking zijn personen die gedurende de referentieweek minstens één uur werk verrichtten voor loon of salaris of voor winst, of die een baan hadden maar tijdelijk afwezig waren. Daar worden ook de meewerkende familieleden tot meegerekend. • Werklozen zijn alle personen die: (a) tijdens de referentieweek geen werk hadden, d.w.z. niet in loondienst of als zelfstandige werkten; (b) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen twee weken na de referentieweek; (c) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de laatste vier weken met inbegrip van de referentieweek gerichte stappen hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of die werk hadden gevonden en binnen ten hoogste drie maanden zouden beginnen werken. Opgelet! De IAB‐werkloosheidscijfers staan los van een eventuele inschrijving bij VDAB, Actiris, FOREM of ADG en zijn dus niet vergelijkbaar met de administratieve werkloosheidscijfers. • Niet‐actieven zijn alle personen die niet beschouwd worden als personen met een betrekking of als werklozen. • De werkgelegenheidsgraad geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 15 tot 64 jaar weer. • De werkgelegenheidsgraad in het kader van de Europa 2020‐strategie geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 20 tot 64 jaar weer. • De werkloosheidsgraad geeft het percentage werklozen in de beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) van 15 tot 64 jaar weer. • De activiteitsgraad geeft het percentage beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) in de bevolking van 15 tot 64 jaar weer.


T + 32 (0)2/277.63.47


PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Recommend Documents