PENSIOENREGLEMENT van
Stichting Pensioenfonds DRAKA HOLDING Versie d.d. 31-7-2013
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
INHOUDSOPGAVE I.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
1 2 3 4 5 6 7
II.
PENSIOENEN
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
8 9 10 11 12 13 14
III.
BIJZONDERE SITUATIES
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
15 16 17 18 19 20 21 22 23
IV
FLEXIBILISERING
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
24 25 26 27 28
V
TOESLAGVERLENING
Artikel 29
Definities en toelichtingen Deelnemerschap Informatie Hardheidsbepaling Wijziging pensioenovereenkomst en vermindering aanspraken en rechten Wettelijke bepalingen Algemeen voorbehoud
Soorten pensioen Excedent-franchise en excedent- en ploegengrondslag Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Pensioenuitkering Afkoop pensioen
Deeltijdarbeid Ouderschapsverlof Beëindiging deelnemerschap Voortzetting deelnemerschap Waardeoverdracht Scheiding Bijzonder partnerpensioen bij scheiding Premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid Overlijden
Uitleg mogelijkheden Deeltijdpensionering Vervroeging ten opzichte van de pensioenrichtdatum Uitstel ten opzichte van de pensioenrichtdatum Uitruil van pensioenaanspraken
Voorwaardelijke toeslag
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
2
VI
FINANCIERING
Artikel 30 Artikel 31 VII
Bijdragen Herverzekering
INWERKINGTREDING
Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Omzetting verevend pensioen tezamen met het bijzonder partnerpensioen in zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-partner (conversie) Kerncijfers Afkoopfactoren Flexibele factoren
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
3
I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1
Definities en toelichtingen
1. In dit reglement gelden de begripsomschrijvingen vermeld in artikel 1 van de statuten van Stichting Pensioenfonds DRAKA HOLDING. 2. Voorts wordt verstaan onder: a. Deelnemer: De actieve en de inactieve deelnemer. b. Actieve deelnemer: De werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens de Stichting. De voorwaarden van het deelnemerschap staan omschreven in artikel 2. c. Inactieve deelnemer: De voorheen actieve deelnemer die geen werkzaamheden meer verricht binnen de Vennootschap en waarvan op grond van een pensioenovereenkomst het deelnemerschap wordt voortgezet als gevolg van: A. werkloosheid (artikel 18) B. vrijwillige voortzetting (artikel 18) C. arbeidsongeschiktheid (artikel 22) Voortzetting van deelnemerschap houdt in dat zowel de opbouw van de pensioenaanspraken als de dekking van de risico’s wordt voortgezet. d. Ex-deelnemer: De werknemer of ex-werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens de Stichting. e. Pensioengerechtigde: De persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan. f. Gepensioneerde: De pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan. g. Partner: De persoon waarmee de (ex-)deelnemer of gepensioneerde is gehuwd; of - een wettig geregistreerd partnerschap heeft gesloten; of - een gezamenlijke huishouding volgens artikel 1 lid 2 sub i voert. De aanvangsdatum van het huwelijk, geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding moet vóór de pensioeningangsdatum liggen. h. Ex-partner: De persoon die vóór de scheiding, zoals gedefinieerd in artikel 1 lid 2 sub j, als partner werd aangemerkt.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
4
i. Gezamenlijke huishouding Van een gezamenlijke huishouding is in dit reglement sprake als: - uit een notarieel verleden samenlevingscontract blijkt dat de (ex-)deelnemer of de gepensioneerde met een andere persoon ten minste een half jaar een gezamenlijke huishouding voert; én - deze persoon in het samenlevingscontract als begunstigde van het partnerpensioen is aangewezen onder herroeping van een eerdere begunstiging; én - deze persoon ongehuwd is of niet een wettig geregistreerd partnerschap is aangegaan en geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de (ex-) deelnemer of gepensioneerde; én - de (ex-)deelnemer of gepensioneerde ongehuwd is of niet een wettig geregistreerd partnerschap is aangegaan; én - er sprake is van een inschrijving in het bevolkingsregister op hetzelfde adres. j. Scheiding In dit reglement wordt onder scheiding verstaan: - beëindiging van het huwelijk door echtscheiding; - ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed anders dan door dood of vermissing; - beëindiging van het wettig geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting in een huwelijk. Als scheidingsdatum wordt gezien de inschrijvingsdatum in de registers van de Burgerlijke Stand. Het einde van een gezamenlijke huishouding wordt niet als scheiding aangemerkt. k. Kind/kinderen: Onder kinderen van de (ex-)deelnemer of de gepensioneerde wordt in dit reglement verstaan: - de kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die in een familierechtelijke betrekking tot hem staan; - de stief- en pleegkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die door hem worden opgevoed en verzorgd; - de kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar waarover hij, anders dan als ouder, gezamenlijk gezag heeft; - de hier genoemde kinderen tussen de leeftijd van 18 en 27 jaar indien zij de voor de werkzaamheden beschikbare tijd hoofdzakelijk aan een studie of beroepsopleiding besteden. l. Pensioenrichtdatum: De eerste dag van de maand waarin de (ex-)deelnemer 65 jaar wordt. m. Pensioeningangsdatum: De eerste dag van de maand waarin het pensioen van de (ex-)deelnemer daadwerkelijk ingaat. Als de gepensioneerde niet kiest voor vervroeging of uitstel van de ingang van het pensioen, is de pensioeningangsdatum gelijk aan de pensioenrichtdatum. Als de gepensioneerde heeft gekozen voor vervroeging of uitstel van de ingang van het pensioen, is de pensioeningangsdatum de eerste dag van de maand waarin het vervroegde of uitgestelde pensioen ingaat.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
5
n. Pensioengevend salaris: Onder pensioengevend salaris wordt het vaste jaarsalaris van de actieve deelnemer verstaan vermeerderd met: - indien van toepassing, de 13e maand; - de vaste maandelijkse garantietoeslag; De hierboven genoemde som wordt vermeerderd met de over dat jaar geldende vakantietoeslag. Bij deeltijdwerkers wordt voor de berekening van de pensioenen het pensioengevend salaris omgerekend naar een voltijd dienstverband. o. Deelnemingsjaren: Het aantal jaren tussen het begin en het einde van het deelnemerschap. De bepaling van het aantal deelnemingsjaren gebeurt in maanden nauwkeurig, waarbij de maanden naar boven worden afgerond. Bij deeltijdwerkers wordt het aantal deelnemingsjaren gecorrigeerd met de gewogen deeltijdfactor. p. Deeltijdfactor: De verhouding tussen het overeengekomen aantal arbeidsuren van de deelnemer per week en het gebruikelijke aantal arbeidsuren bij de Vennootschap. q. Gewogen deeltijdfactor: Als een deelnemer niet gedurende het gehele deelnemerschap dezelfde deeltijdfactor heeft, wordt een gewogen deeltijdfactor berekend. Heeft de deelnemer gedurende het gehele deelnemerschap wel dezelfde deeltijdfactor, dan is de gewogen deeltijdfactor hieraan gelijk. r. Loonindex: Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het jaar daarvoor. Deze index wordt gebaseerd op de in de bij de Vennootschap behorende CAO vastgelegde algemene loonontwikkeling. s. Prijsindex: Het peil van de prijzen op 1 juli van enig jaar ten opzicht van 1 juli van het jaar daarvoor. Deze index wordt jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld en gepubliceerd als “Consumentenprijsindexcijfer voor Alle Huishoudens afgeleid”. Uitgegaan wordt van de eerste publicaties. t. PME: Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro. u. Vennootschap/Werkgever: Draka Holding N.V., alsmede de met haar gelieerde ondernemingen, indien de Stichting een overeenkomst met die gelieerde onderneming heeft aangegaan. v. Pensioenovereenkomst: Hetgeen tussen de werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
6
Artikel 2
Deelnemerschap
1. Deelnemer aan de pensioenregeling volgens dit reglement is iedere werknemer in dienst van de Vennootschap die krachtens artikel 9 een excedent- en/of ploegengrondslag heeft. 2. De aanvang van het deelnemerschap wordt geacht plaats te vinden op de eerste van de maand waarin voldaan wordt aan lid 1 van dit artikel. 3. Het deelnemerschap eindigt op de dag: a. direct voorafgaand aan de pensioeningangsdatum; b. waarop het dienstverband van de actieve deelnemer met de werkgever wordt beëindigd, tenzij er voortzetting van deelnemerschap plaatsvindt conform het gestelde in artikel 18 of artikel 22; c. waarop de voortzetting van het deelnemerschap conform het gestelde in artikel 18 of artikel 22 wordt beëindigd; d. van overlijden van de deelnemer; e. waarop de deelnemer geen excedent- en/of ploegengrondslag meer heeft.
Artikel 3
Informatie
Van de zijde van de Stichting 1. De Stichting zorgt ervoor dat de actieve deelnemer bij het begin van het deelnemerschap op de hoogte wordt gebracht van de inhoud van het geldende reglement en de geldende statuten. Daarnaast wordt de deelnemer jaarlijks schriftelijk op de hoogte gehouden van eventuele wijzigingen in dit reglement. Overige belanghebbenden ontvangen op verzoek een exemplaar van de geldende statuten en het reglement. 2.
Jaarlijks ontvangt de deelnemer een opgave van de hoogte van het te bereiken reglementaire pensioen en een opgave van de aan het desbetreffende of voorafgaande jaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen.
3.
De ex-deelnemer ontvangt een pensioenopgave over het boekjaar waarin het deelnemerschap is beëindigd en vervolgens elke 5 jaar. De ex-partner ontvangt eenmalig een opgave van de door hem verzekerde pensioenen.
4.
De (ex-)deelnemer of ex-partner ontvangt op verzoek binnen drie maanden een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. De Stichting kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten.
5.
De Stichting registreert het aantal deelnemingsjaren van de deelnemers en verstrekt hierover informatie aan de deelnemers en ex-deelnemers.
6.
De Stichting neemt voorts alle informatieverplichtingen in acht zoals bepaald bij of krachtens de Pensioenwet.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
7
Van de zijde van de rechthebbende 7. Een ieder die op grond van de bepalingen van dit reglement aanspraak c.q. recht heeft op uitkering van enig pensioen dan wel op enig tijdstip voor zodanige uitkering in aanmerking kan komen, is verplicht voor de goede uitvoering van het in dit reglement bepaalde, mede te werken en alle zodanige gegevens, inlichtingen en bewijsstukken over te leggen als door het bestuur in het belang van een goede toepassing van de statuten en van dit reglement noodzakelijk wordt geoordeeld. 8.
Iedere (ex-) deelnemer is verplicht om, desgevraagd, de Stichting in kennis te stellen van wijzigingen in zijn burgerlijke staat, in de relatie met zijn als zodanig aangemelde partner, in zijn gezinssamenstelling, in zijn adres of in de mate van zijn arbeidsongeschiktheid.
9.
Indien de deelnemer zijn partner, indien deze niet als echtgenoot of geregistreerde partner bij de Burgerlijke Stand is geregistreerd, als begunstigde van het partnerpensioen wenst aan te wijzen, dient de deelnemer dit schriftelijk bij de Stichting aan te melden, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 1 lid 2 sub i.
Artikel 4
Hardheidsbepaling
Wanneer een bepaling in dit reglement naar het oordeel van het bestuur voor een (ex-)deelnemer of pensioengerechtigde leidt tot onbedoelde en onbillijke effecten, dan is het bestuur bevoegd om bij een concreet verzoek hiertoe de betreffende bepaling in dat specifieke geval anders toe te passen.
Artikel 5
Wijziging pensioenovereenkomst en vermindering aanspraken en rechten
1. De werkgever is gerechtigd om de pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemer te wijzigen, indien er sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever, dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. 2. Het bestuur is bevoegd om voorstellen te formuleren om dekkingen, pensioenaanspraken, pensioenrechten en regelingen uit hoofde van dit reglement te wijzigen of te verminderen overeenkomstig het bepaalde in de statuten. Het bestuur kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen, indien tevens voldaan is aan het bepaalde in artikel 134 van de Pensioenwet. Deze voorstellen worden dan vervolgens aan de deelnemersraad voorgelegd. 3. De werkgever behoudt zich het recht voor de premiebetaling te verminderen of te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Indien de werkgever de premiebetaling vermindert of beëindigt in het geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden, dan zal de werkgever hiervan schriftelijk mededeling doen aan de Stichting. De Stichting zal dit vervolgens schriftelijk meedelen aan degenen wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor wordt getroffen. Het reglement zal dan dienovereenkomstig worden gewijzigd. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
8
Artikel 6
Wettelijke bepalingen
1. Pensioenen en aanspraken kunnen niet worden afgekocht, prijsgegeven of vervreemd, dan wel feitelijk of formeel voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. 2. Bij de vaststelling van pensioenen en aanspraken worden de in de Wet op de loonbelasting 1964 en het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 aangegeven maxima en begrenzingen mee in aanmerking genomen. 3. De bij de uitvoering van dit reglement gebruikte actuariële tabellen zijn gebaseerd op algemeen aanvaarde actuariële grondslagen.
Artikel 7
Algemeen voorbehoud
In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
9
II.
PENSIOENEN
Artikel 8
Soorten pensioen
1. De pensioenovereenkomst die is vastgelegd in dit pensioenreglement betreft een uitkeringsovereenkomst. 2. Voor de deelnemer, ex-deelnemer en de gepensioneerde zijn de volgende pensioenen verzekerd: a. ouderdomspensioen voor de deelnemer, ex-deelnemer of gepensioneerde zelf (artikel 10); b. partnerpensioen voor de partner (artikel 11); c. wezenpensioen voor de kinderen (artikel 12); d. bijzonder partnerpensioen voor de ex-partner (artikel 21); 3. Het uitruilen van pensioenen is verder beschreven in artikel 28.
Artikel 9
Excedent-franchise en excedent- en ploegengrondslag
1. De excedent-franchise is het bedrag waarover in dit reglement geen pensioen wordt opgebouwd. De hoogte van de excedent-franchise in enig jaar is gelijk aan het maximum salaris waarover PME in dat jaar pensioenrechten berekent. 2. De excedent-grondslag is het bedrag waarover in dit reglement pensioen wordt opgebouwd. De hoogte van de excedentgrondslag in enig jaar is gelijk aan het pensioengevend salaris in dat jaar verminderd met de excedent-franchise en wordt per 1 januari van enig jaar vastgesteld dan wel bij indiensttreding. 3. De ploegengrondslag is het bedrag waarover in dit reglement pensioen wordt opgebouwd. De hoogte van de ploegengrondslag in enig jaar is gelijk aan het bedrag dat in dat jaar aan ploegentoeslag en/of ‘restrechtploegen’ wordt uitgekeerd. De ploegentoeslag en/of ‘restrechtploegen’ wordt verhoogd met vakantietoeslag en met een (eventuele fictieve) dertiende maand. 4. Indien overeenkomstig de arbeidsovereenkomst van een deelnemer de geldende werktijd minder bedraagt dan de normale werktijd, is het bepaalde in artikel 15 van toepassing.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
10
Artikel 10
Ouderdomspensioen
1. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioeningangsdatum. Het pensioen wordt levenslang uitgekeerd en eindigt op de laatste dag van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt. 2. Tijdens het deelnemerschap wordt elk jaar een gedeelte van het ouderdomspensioen opgebouwd. Dit jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen bedraagt voor ieder deelnemingsjaar 2,2% van de excedent- en/of ploegengrondslag in dat betreffende jaar. Eventuele jaarlijkse toeslag van aanspraken vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 29. 3. Het in de achterliggende deelnemingsjaren opgebouwde pensioen, inclusief toeslagen, is het totaal opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Het te bereiken ouderdomspensioen is het totaal opgebouwde pensioen plus het pensioen dat de deelnemer op basis van de laatst vastgestelde excedent- en/of ploegengrondslag nog op kan bouwen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat hij tot aan de pensioenrichtdatum deelnemer blijft.
Artikel 11
Partnerpensioen
1. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (ex-)deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wordt vervolgens levenslang aan de partner uitgekeerd en eindigt op de laatste dag van de maand waarin de partner overlijdt. 2. Voor de partner van de overleden deelnemer bedraagt het opgebouwde partnerpensioen behoudens uitruil 70% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen van de deelnemer. Het eventuele opgebouwde bijzondere partnerpensioen met inbegrip van de verleende toeslagen wordt op het opgebouwde partnerpensioen in mindering gebracht. Zie voor het bijzondere partnerpensioen artikel 21. 3. Het te bereiken partnerpensioen bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Voor de vaststelling van het partnerpensioen in geval van overlijden van de deelnemer wordt verwezen naar artikel 23. 4. De partner kan geen aanspraak maken op een uitkering van het partnerpensioen als de partner schuldig of medeplichtig is aan de opzettelijke levensberoving van de (ex)-deelnemer of gepensioneerde.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
11
Artikel 12
Wezenpensioen
1. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (ex-)deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wordt vervolgens aan de kinderen uitgekeerd en eindigt op de laatste dag van de maand waarin: - het kind 18 jaar wordt; - het studerende kind 27 jaar wordt; - het studerende kind de studie voor de 27e verjaardag beëindigt; - het kind voor de hier genoemde einddata overlijdt. 2. Voor de kinderen van een deelnemer bedraagt het opgebouwde wezenpensioen per kind 14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen van de deelnemer. 3. Het te bereiken wezenpensioen is per kind 14% van het te bereiken ouderdomspensioen. Voor de vaststelling van het wezenpensioen in geval van overlijden van de deelnemer wordt verwezen naar artikel 23. 4. Het wezenpensioen wordt verdubbeld met ingang van de eerste van de maand waarin het kind ouderloos wordt. 5. Het kind kan geen aanspraak maken op een uitkering van het wezenpensioen als het kind schuldig of medeplichtig is aan de opzettelijke levensberoving van de (ex-)deelnemer of gepensioneerde.
Artikel 13
Pensioenuitkering
1. De (ex-)deelnemer dient de pensioenuitkering ten minste 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum van het pensioen schriftelijk bij de Stichting aan te vragen. Het bestuur kan de uitkering afhankelijk stellen van door de (ex-)deelnemer te overleggen stukken waaruit het recht op uitkering blijkt. 2. De aanvraag voor een pensioenuitkering dient bij de Stichting te worden ingediend. Een rechtsvordering jegens de Stichting tot het doen van een uitkering verjaart niet bij het leven van de pensioengerechtigde. Er bestaat geen aanspraak op een rentevergoeding als de verlate aanvraag de Stichting niet kan worden aangerekend. 3. De pensioenuitkeringen vinden plaats aan het einde van iedere kalendermaand. De maanduitkering bedraagt 1/12 van het jaarlijkse pensioen en wordt naar boven afgerond op 1 eurocent. 4. Op de maandelijkse pensioenuitkering worden de wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. Pensioenaanspraken uit meerdere deelnemingsperioden worden op de pensioeningangsdatum samengeteld. Vervolgens wordt het totale pensioen uitgekeerd.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
12
6. Alle pensioenen worden berekend in bruto bedragen per jaar. De uitkeringen vinden plaats in euro’s op een door de pensioengerechtigde opgegeven Nederlandse bank- of girorekening. 7. Wanneer de maandelijkse pensioenuitkering minder bedraagt dan een door het bestuur bepaald bedrag, heeft de Stichting de mogelijkheid het pensioen per kwartaal uit te keren. De kwartaaluitkering bedraagt ¼ van het op 1 eurocent naar boven afgeronde jaarlijkse pensioen, verminderd met de wettelijke inhoudingen. 8. Op verzoek van de pensioengerechtigde kan het pensioen ook op een buitenlandse bankrekening worden uitgekeerd. De extra kosten hiervan worden op de uitkering in mindering gebracht. De uitkering van het pensioen op een buitenlandse bankrekening zal eveneens in termijnen van een kwartaal plaatsvinden. 9. Als een gepensioneerde naast zijn ouderdomspensioen tevens recht heeft op een ZW-, WAOWAZ- of WIA-uitkering, dan zal de hoogte van deze uitkering in mindering worden gebracht op de pensioenuitkering van de Stichting. Wanneer dit leidt tot een negatief pensioen, dan wordt het pensioen voor de resterende duur van de ZW-, WAO-, WAZ- of WIA-uitkering op nul gesteld. Indien de in dit lid bedoelde ZW-, WAO-, WAZ- of WIA-uitkering reeds (deels) in mindering is gebracht op het pensioen dat verzekerd is bij PME, zal hier rekening mee worden gehouden.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
13
Artikel 14
Afkoop pensioen
1. Wanneer het jaarlijkse ouderdomspensioen bij ingang of bij uitdiensttreding minder bedraagt dan het wettelijke minimumbedrag, wordt het pensioen afgekocht, conform de wettelijke regels en termijnen. Er vinden dan geen maandelijkse uitkeringen plaats. De toe te passen afkoopfactoren zijn voor deelnemers en ex-deelnemers dezelfde en zijn zodanig vastgesteld dat er sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Ze gelden voor de periode 1 januari 2013 tot 1 januari 2014 en zijn opgenomen in Bijlage 3. 2. Het wettelijke minimumbedrag staat vermeld in artikel 66 lid 2 van de Pensioen- en spaarfondsenwet. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van deze wet. 3. Als een ouderdomspensioenaanspraak wordt afgekocht, worden ook de eventueel meeverzekerde aanspraken op partner- en wezenpensioen afgekocht. Ten aanzien van separate afkoop van gering (bijzonder) partnerpensioen of wezenpensioen geldt het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet. 4. Op de afkoopsom worden de wettelijke inhoudingen in mindering gebracht.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
14
III.
BIJZONDERE SITUATIES
Artikel 15
Deeltijdarbeid
1. Voor de actieve deelnemer die gedurende het deelnemerschap in deeltijd werkt, gelden de volgende aanvullende bepalingen voor de vaststelling van de pensioenen: - de excedent- en/of ploegengrondslag wordt berekend op basis van het voltijd pensioengevend salaris; - bij de berekening van het ouderdomspensioen wordt: · de opbouw per jaar vermenigvuldigd met de deeltijdfactor; · voor het te bereiken pensioen het aantal toekomstige deelnemingsjaren vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. Doordat het partner- en wezenpensioen worden uitgedrukt in een percentage van het ouderdomspensioen, werkt de deeltijdregeling ook door in deze pensioensoorten. 2. Voor de actieve deelnemer die in deeltijd werkt, geldt dat de premie die aan de Stichting is verschuldigd wordt berekend over de excedent- en/of ploegengrondslag vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. Dit geldt ook voor de berekening van de bijdrage in de premie van de actieve deelnemer zelf.
Artikel 16
Ouderschapsverlof
1. Voor de actieve deelnemer die gebruik maakt van het wettelijk recht op ouderschapsverlof, vindt geen wijziging in de opbouw en dekking van de pensioenen plaats. 2. De premie die gedurende het ouderschapsverlof voor de actieve deelnemer aan de Vennootschap is verschuldigd, wordt vermenigvuldigd met de ouderschapsverlofbreuk. 3. Deze breuk wordt op de volgende wijze berekend: aantal arbeidsuren per week tijdens ouderschapsverlof aantal arbeidsuren per week voor ingang ouderschapsverlof 4. Ook de bijdrage in de premie die door de actieve deelnemer aan de werkgever is verschuldigd, wordt met de ouderschapsverlofbreuk vermenigvuldigd. 5. De resterende premie die tijdens het ouderschapsverlof benodigd is voor de volledige opbouw en dekking van pensioenen, komt voor rekening van de Vennootschap.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
15
Artikel 17
Beëindiging deelnemerschap
1. Wanneer het deelnemerschap voor de pensioeningangsdatum wordt beëindigd anders dan door overlijden, dan behoudt de ex-deelnemer een aanspraak op premievrij: · ouderdomspensioen · (bijzonder) partnerpensioen · wezenpensioen. 2. De premievrije pensioenaanspraken zijn de totaal opgebouwde aanspraken op de beëindigingdatum van het deelnemerschap. 3. Eventuele toeslag van de premievrije pensioenaanspraken vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 29.
Artikel 18
Voortzetting deelnemerschap
1. In geval van beëindiging van de verplichte deelneming bestaan er voor de ex-deelnemer mogelijkheden om het deelnemerschap voor eigen rekening voort te zetten. Daarbij zijn twee situaties te onderscheiden: a. de werknemer wordt niet verwijtbaar, of onvrijwillig, werkloos, zie hierna onder lid 2; b. de werknemer neemt vrijwillig ontslag; zie hierna onder lid 3. De ex-deelnemer kan eenmalig kiezen voor voortzetting van de ouderdomspensioenregeling inclusief het meeverzekerde partner- en wezenpensioen (hierna: ouderdomspensioenregeling). Zolang het deelnemerschap van een ex-deelnemer wordt voortgezet door middel van deze regeling, wordt hij beschouwd als een inactieve deelnemer. Het deelnemerschap wordt voortgezet op basis van de laatst vastgestelde excedent- en/of ploegengrondslag en het laatst vastgestelde pensioengevend salaris voorafgaand aan de voortzetting. Vervolgens wordt de excedent- en/of ploegengrondslag en het pensioengevend salaris jaarlijks per 1 januari opnieuw berekend aan de hand van de actuele gegevens. Het pensioengevend salaris van de inactieve deelnemer wordt hierbij aangepast op basis van de loonindex. De te hanteren excedent-franchise is telkens de excedent-franchise van het desbetreffende jaar. Gedurende de voortzettingsperiode is de inactieve deelnemer voor de ouderdomspensioenregeling die hij voortzet 70% van de premie verschuldigd die door en voor hem verschuldigd zou zijn als de verplichte deelneming gedurende die periode zou doorlopen. Ook de opbouw van het ouderdomspensioen en het meeverzekerde partner- en wezenpensioen is over de periode van voortzetting lager dan voordien, te weten 70% van de opbouw die zou plaatsvinden als de verplichte deelneming gedurende die periode zou doorlopen.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
16
De voortzetting van het deelnemerschap eindigt op het moment dat: - de periode eindigt waarvoor de voortzetting is toegestaan; - de inactieve deelnemer de voortzetting wenst te beëindigen; - de inactieve deelnemer de pensioenrichtdatum bereikt; - de inactieve deelnemer komt te overlijden; - de verschuldigde premie niet op tijd door de Stichting is ontvangen; - de inactieve deelnemer verplicht is tot deelneming aan een pensioenregeling; - de inactieve deelnemer niet meer aan de gestelde voorwaarden voldoet. De vrijwillige voortzetting begint uiterlijk 9 maanden na het ontslag of de uitdiensttreding. 2. De inactieve deelnemer kan het deelnemerschap in de ouderdomspensioenregeling voortzetten gedurende ten hoogste de tijd, dat hij een loongerelateerde1 uitkering ontvangt. Een dergelijke uitkering kan hij ontvangen van het UWV (de WW-uitkering), maar deze kan ook of mede gebaseerd zijn op afspraken met de werkgever. Voor de regeling(en) die hij voortzet is hij de gehele premie verschuldigd. Na afloop van deze voortzettingsperiode is geen verdere voortzetting voor eigen rekening meer mogelijk. 3. Het bestuur kan op verzoek van de ex-deelnemer toestaan dat het deelnemerschap op vrijwillige basis wordt voortgezet. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden die voortvloeien uit het Uitvoeringsbesluit loonbelasting van 1965: a. Hij moet direct voorafgaande aan de voortzetting ten minste 3 jaar deelnemer in de Stichting zijn geweest; én b. De regeling moet ongewijzigd worden voortgezet; én c. Er mag geen sprake zijn van cumulatie met een pensioenregeling van een eventuele nieuwe werkgever; én d. De voortzetting mag niet plaatsvinden binnen de periode van 3 jaar voor de pensioenrichtdatum tenzij aannemelijk wordt gemaakt, dat de dienstbetrekking om medische redenen is beëindigd. Daarnaast stelt de Stichting nog de volgende voorwaarde: e. De ex-deelnemer is voorafgaand aan de uitdiensttreding 7 jaar onafgebroken als werknemer werkzaam geweest bij de Vennootschap. Deze voorwaarde geldt echter niet voor degene, die tijdelijk in het buitenland wordt gedetacheerd. Een onderbreking in het deelnemerschap korter dan een jaar, wordt bij de toetsing aan deze voorwaarden niet als onderbreking gezien. De vrijwillige voortzetting wordt voor een periode van maximaal 3 jaar toegekend. 4. Wanneer de inactieve deelnemer (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raakt, kan onder bepaalde voorwaarden het deelnemerschap (gedeeltelijk) zonder premiebetaling worden voortgezet. Dit staat nader beschreven in artikel 22.
1
Dit is een werkloosheidsuitkering dan wel een uitkering die ten minste 50% van het salaris bedraagt.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
17
Artikel 19
Waardeoverdracht
1. Bij verandering van dienstverband heeft men het recht de premievrije pensioenaanspraken bij zijn oude werkgever over te hevelen naar de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. Dit heet waardeoverdracht. Het wettelijk recht op waardeoverdracht is vastgelegd in artikel 71 van de Pensioenwet. 2. De werknemer beslist pas definitief tot de waardeoverdracht nadat hij de gevolgen ervan voor zijn nieuwe pensioenregeling geoffreerd heeft gekregen. 3. Het wettelijk recht op waardeoverdracht is alleen van toepassing bij individuele verandering van het dienstverband. 4. Voor de bepaling van de overdrachtswaarde, de extra pensioenaanspraken uit waardeoverdracht en dergelijke zijn wettelijke reken- en procedure regels vastgesteld. Deze worden door de Stichting toegepast. 5. Bij het wettelijk recht op waardeoverdracht wordt onderscheid gemaakt in uitgaande waardeoverdracht en inkomende waardeoverdracht. 6. Uitgaande waardeoverdracht houdt in dat de ex-deelnemer, die na de beëindiging van het deelnemerschap een nieuw dienstverband aangaat, het recht heeft zijn premievrije pensioenaanspraken bij de Stichting over te hevelen naar zijn nieuwe pensioenuitvoerder. Bij de nieuwe pensioenuitvoerder worden door de waardeoverdracht extra pensioenaanspraken verzekerd. 7. De ex-deelnemer dient de uitgaande waardeoverdracht binnen 6 maanden na aanvang van het nieuwe dienstverband aan te vragen bij de nieuwe pensioenuitvoerder. 8. Als een ex-deelnemer gebruik maakt van het recht op uitgaande waardeoverdracht worden alle voor hem bij de Stichting opgebouwde pensioenaanspraken in de waardeoverdracht betrokken. De ex-deelnemer die zijn pensioenaanspraken over heeft laten dragen naar een andere pensioenuitvoerder heeft daarmee geen recht meer op enige pensioenuitkering van de Stichting. Enige uitzondering hierop is het bijzonder partnerpensioen welke niet in de waardeoverdracht wordt betrokken. 9. Inkomende waardeoverdracht houdt in dat de actieve deelnemer die voorafgaand aan het deelnemerschap uit een eerder dienstverband elders premievrije pensioenaanspraken heeft opgebouwd, het recht heeft deze over te dragen naar de Stichting. Bij de Stichting worden de overgedragen aanspraken omgezet in aanspraken op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. 10. De actieve deelnemer dient de inkomende waardeoverdracht binnen 6 maanden na aanvang van het deelnemerschap aan te vragen bij de Stichting. 11. Bij een verzoek tot waardeoverdracht dat niet onder het wettelijk recht valt, dienen alle betrokken partijen afzonderlijk in te stemmen met waardeoverdracht. De Stichting verleent in principe medewerking aan dergelijke verzoeken. De verdere afhandeling vindt plaats volgens het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet. Pensioenreglement 18 Stichting Pensioenfonds Draka Holding
Artikel 20
Scheiding
1. Uit hoofde van de “Wet verevening pensioenrechten bij scheiding” heeft de ex-partner bij scheiding recht op verevening van de pensioenrechten inzake het ouderdomspensioen. 2. Als vereveningsdatum geldt de scheidingsdatum. Bij scheiding van tafel en bed geldt de datum waarop deze in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven. 3. De verevening van pensioenrechten houdt in dat de ex-partner rechtstreeks bij de Stichting aanspraak krijgt op uitbetaling van een gedeelte van het uit te keren ouderdomspensioen. Deze aanspraak heet het verevend pensioen. 4. Om voor de rechtstreekse uitbetaling door de Stichting in aanmerking te komen dient het verzoek tot verevening binnen 2 jaar na de vereveningsdatum bij de Stichting te zijn ingediend. Dit moet met de wettelijk voorgeschreven formulieren worden gedaan. 5. Het verevend pensioen wordt niet aan de ex-partner toegekend als dit pensioen op de vereveningsdatum minder bedraagt dan het wettelijk minimumbedrag, vermeld in artikel 66 lid 1 van de Pensioenwet. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van deze wet. 6. Het verevend pensioen gaat in op de pensioeningangsdatum en wordt uitgekeerd tot de laatste dag van de maand waarin de gepensioneerde of zijn ex-partner overlijdt. Na overlijden van de ex-partner wordt het verevend pensioen aan de gepensioneerde uitgekeerd. 7. Het verevend pensioen bedraagt 50% van het ouderdomspensioen dat tijdens het partnerschap tot aan de vereveningsdatum is opgebouwd. Het is mogelijk van dit percentage af te wijken. Dit dient te worden geregeld in de huwelijkse voorwaarden of in een aparte schriftelijke overeenkomst inzake de scheiding. 8. Het verevend pensioen komt niet in aanmerking voor uitruil in partner- en wezenpensioen. 9. Eventuele toeslag van het verevend pensioen vindt plaats overeenkomstig artikel 29 van dit reglement. 10.Op verzoek van de ex-partner én de (ex-)deelnemer kan het verevend pensioen tezamen met het eventuele bijzonder partnerpensioen worden omgezet in een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-partner (“conversie”). De voorwaarden hiervoor en de wijze waarop dit gebeurt zijn vastgelegd in Bijlage 1. 11.De Stichting kan voor de afhandeling van het verzoek om verevening en/of omzetting de hiervoor benodigde kosten in rekening brengen bij de (ex-)deelnemer of de gepensioneerde en de ex-partner, ieder voor de helft.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
19
Artikel 21
Bijzonder partnerpensioen bij scheiding
1. Bij scheiding of bij beëindiging van de gezamenlijke huishouding van de deelnemer of de exdeelnemer of van de pensioengerechtigde bij wie een partnerpensioen is verzekerd, ontstaat voor de ex-partner een premievrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen. 2. Het bijzonder partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer, ex-deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wordt vervolgens levenslang aan de ex-partner uitgekeerd en eindigt op de laatste dag van de maand waarin deze overlijdt. 3. Het bijzonder partnerpensioen is gelijk aan het premievrije partnerpensioen op het moment van scheiding. Dit is het premievrije partnerpensioen dat zou bestaan als de deelneming op de scheidingsdatum zou zijn geëindigd, verhoogd met eventuele toeslagen. Bij meerdere scheidingen wordt met de eerder verkregen bijzondere partnerpensioenen en de daarop eventueel verleende toeslagen rekening gehouden. 4. De ex-partner kan (gedeeltelijk) afstand doen van het bijzonder partnerpensioen. Dit dient te worden geregeld in de huwelijkse voorwaarden of in een aparte schriftelijke overeenkomst inzake de scheiding. Daarnaast dient de Stichting toestemming te verlenen voor de afstand van het bijzonder partnerpensioen. 5. Eventuele toeslag van het bijzonder partnerpensioen vindt plaats overeenkomstig artikel 29. 6. De ex-partner kan geen aanspraak maken op een uitkering van het bijzonder partnerpensioen als de ex-partner schuldig of medeplichtig is aan de opzettelijke levensberoving van de deelnemer, ex-deelnemer of gepensioneerde.
Artikel 22
Premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid
1. De deelnemer die arbeidsongeschikt wordt volgens de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) kan een verzoek indienen tot voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling. Als het verzoek wordt ingewilligd, zal het deelnemerschap geheel of gedeeltelijk worden voortgezet zonder dat daarvoor nog premie is verschuldigd. Zolang een loongerelateerde uitkering wordt ontvangen en voor het gedeelte dat het deelnemerschap wegens arbeidsongeschiktheid wordt voortgezet, wordt de deelnemer beschouwd als inactieve deelnemer. 2. Om voor voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling in aanmerking te komen, dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: - de inactieve deelnemer moet recht hebben op een WIA-uitkering of –aanvulling; - het verzoek tot voortzetting wordt binnen 1 jaar na het begin van de arbeidsongeschiktheid bij de Stichting ingediend.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
20
3. Het deelnemerschap wordt voortgezet op basis van de laatst vastgestelde excedent- en/of ploegengrondslag en het laatst vastgestelde pensioengevend salaris voorafgaand aan de voortzetting. Vervolgens wordt de excedent- en/of ploegengrondslag en het pensioengevend salaris jaarlijks per 1 januari opnieuw berekend aan de hand van de actuele gegevens. Het laatste pensioengevend salaris van de inactieve deelnemer wordt hierbij aangepast op basis van de loonindex. De te hanteren excedent-franchise is telkens de excedent-franchise van het desbetreffende jaar. 4. Afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid, wordt het deelnemerschap geheel of gedeeltelijk voortgezet. De volgende indeling wordt aangehouden: tabel 1 Mate van arbeidsongeschiktheid
Percentage voortzetting
80% tot 100% 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% <35%
70% 50,75% 42% 35% 28% 0%
Voortzetting overeenkomstig tabel 2 vindt plaats indien de inactieve deelnemer het werknemersdeel in de premie voor het verschil tussen tabel 1 en tabel 2 voor zijn rekening neemt. Het werkgeversdeel in de premie voor het verschil komt alsdan voor rekening van de Stichting. In dit geval wordt de volgende indeling aangehouden: tabel 2 Mate van arbeidsongeschiktheid
Percentage voortzetting
80% tot 100% 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% < 35%
100% 72,5% 60% 50% 40% 0%
5. De voortzetting van het deelnemerschap in verband met arbeidsongeschiktheid eindigt als de inactieve deelnemer: 1. de pensioenrichtdatum dan wel de eerdere pensioeningangsdatum bereikt; 2. revalideert tot een mate van arbeidsongeschiktheid onder de 35%; 3. aan wie voortzetting is toegekend, verplicht is tot deelneming aan een andere pensioenregeling; 4. niet meer aan de gestelde voorwaarden voldoet; 5. geen loongerelateerde uitkering meer heeft. Bij de bovenstaande punten 3, 4 en 5 bepaalt het bestuur de datum met ingang waarvan de premievrije deelneming eindigt.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
21
Het bepaalde bij de derde bullit is niet van toepassing, indien de betrokken deelnemer op de datum van opneming in een andere pensioenregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. De aanspraken op grond van de gedeeltelijke premievrije deelneming in de Stichting en de aanspraken in verband met zijn deelneming in de andere pensioenregeling tezamen, mogen niet méér bedragen dan: - in geval van voortzetting overeenkomstig tabel 1: 100/70 maal de aanspraken die hij bij volledige premievrije voortzetting in de Stichting zou verkrijgen; - in geval van voortzetting overeenkomstig tabel 2: de aanspraken die hij bij volledige premievrije deelneming in de Stichting zou verkrijgen. Het eventuele meerdere wordt in mindering gebracht op de aanspraken die op grond van premievrije deelneming worden verworven. Indien de inactieve deelnemer in de nieuwe dienstbetrekking meer dan de resterende arbeidsgeschiktheid benut, moet de gedeeltelijke deelneming tevens naar rato van dit meerdere worden verminderd. 6. Als een inactieve deelnemer aan wie voortzetting is toegekend, na gedeeltelijke revalidatie in een (andere) pensioenregeling gaat deelnemen, geldt het volgende. Als hierdoor de totale pensioenopbouw lager wordt dan de aanspraken die in de oude situatie bij de Stichting verzekerd zouden zijn, dan is het bestuur bevoegd om op verzoek van de inactieve deelnemer extra aanspraken toe te kennen. Indien de inactieve deelnemer in de nieuwe dienstbetrekking meer dan de resterende arbeidsgeschiktheid benut, moet de gedeeltelijk premievrije deelneming naar rato van dit meerdere worden verminderd. 7. Als een inactieve deelnemer naast zijn volledige voortzetting van het deelnemerschap deelneemt in de Stichting Pensioenfonds Werk en (Re)Integratie, sector Sociale werkvoorziening, dan wordt de voortzetting niet beëindigd. De pensioenaanspraken die bij deze stichting worden opgebouwd, worden in mindering gebracht op de pensioenaanspraken uit de voortzetting. 8. Aan de ex-deelnemer waarvan het deelnemerschap tijdens ziekte is beëindigd, kan het bestuur voortzetting van het deelnemerschap toekennen. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: · de ex-deelnemer was arbeidsongeschikt op de beëindigingdatum van het deelnemerschap; · het deelnemerschap is beëindigd als gevolg van onvrijwillige beëindiging van het dienstverband; · de ex-deelnemer heeft aansluitend op zijn ziekte recht op een WIA-uitkering of –aanvulling en is op dat moment minimaal 35% arbeidsongeschikt. 9. Het bestuur is bevoegd voor de voortzetting als bedoeld in lid 8 van dit artikel van het deelnemerschap (een gedeelte van) de premie bij de inactieve deelnemer in rekening te brengen. 10. Als ingangsdatum van de voortzetting als bedoeld in lid 8 van dit artikel geldt de beëindigingdatum van het dienstverband. Als mate van arbeidsongeschiktheid geldt de indeling bij ingang van de WIA-uitkering. 11. Tevens is het bestuur bevoegd aan de partner en kinderen van de hier omschreven exdeelnemer die vóór ingang van zijn WIA-uitkering overlijdt, een partner- en wezenpensioen toe te kennen dat wordt berekend alsof er voortzetting van het deelnemerschap was toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
22
12. Voor een gedeeltelijk arbeidsongeschikte inactieve deelnemer kan het deelnemerschap toch volledig worden voortgezet op basis van tabel 1. Dat is het geval als hij recht heeft op een loongerelateerde WW-uitkering. 13. Wanneer de loongerelateerde WW-uitkering van deze inactieve deelnemer stopt, wordt de voortzetting aangepast naar de mate van arbeidsongeschiktheid. Een langere periode van volledige voortzetting is alleen mogelijk als de inactieve deelnemer na zijn ontslag een loongerelateerde inkomensvervangende uitkering ontvangt uit hoofde van een regeling van de Vennootschap. Het deelnemerschap kan in dat geval vrijwillig worden voortgezet zolang die uitkering duurt. De inactieve deelnemer is de voor dit gedeelte van de voortzetting geldende premie (werkgevers- en werknemersdeel) aan de Stichting verschuldigd. 14. Als het salaris tijdens de ziekteperiode in verband met de duur van de ziekteperiode wordt verlaagd, wordt er bij de vaststelling van de excedent en/of ploegengrondslag van uitgegaan, dat de verlaging niet heeft plaatsgehad. Premiebetaling en –inhouding alsmede pensioenopbouw vinden tijdens ziekte plaats alsof de salarisverlaging niet heeft plaatsgehad. 15. De in dit artikel vervatte regelingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd met inachtneming van het bepaalde in de statuten van de Stichting. Dan kan ook worden bepaald, dat met ingang van de datum waarop de regeling vervalt of gewijzigd wordt, het bepaalde in dit artikel niet langer of niet langer ongewijzigd van toepassing is ten aanzien van de inactieve deelnemers voor wie de gehele of gedeeltelijke premievrije deelneming voor bedoelde datum is ingetreden. De op dat tijdstip met toepassing van dit artikel verworven aanspraken blijven behouden.
Artikel 23
Overlijden
1. Indien de deelnemer komt te overlijden vóór de pensioeningangsdatum worden, indien van toepassing, de volgende uitkeringen verricht: · het opgebouwde partnerpensioen aan de partner met inbegrip van eventuele toeslagen, verminderd met het opgebouwde bijzondere partnerpensioen met inbegrip van eventuele toeslagen en verhoogd met 70% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer tot de pensioenrichtdatum op basis van de laatste excedent en/of ploegengrondslag nog had kunnen opbouwen als hij niet was overleden. · het opgebouwde wezenpensioen aan de kinderen met inbegrip van eventuele toeslagen verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen per kind dat de deelnemer tot de pensioenrichtdatum op basis van de laatste excedent en/of ploegengrondslag nog had kunnen opbouwen als hij niet was overleden. · het opgebouwde bijzonder partnerpensioen met inbegrip van eventuele toeslagen. De hoogte van de opgebouwde pensioenen en de looptijd van de uitkeringen staan beschreven in artikel 11 (partnerpensioen), artikel 12 (wezenpensioen) en artikel 21 (bijzonder partnerpensioen). De wijze van uitkeren staat beschreven in artikel 13.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
23
2. Indien de ex-deelnemer komt te overlijden vóór de pensioeningangsdatum worden, indien van toepassing, de volgende uitkeringen verricht: · het premievrije partnerpensioen aan de partner; · het premievrije wezenpensioen aan de kinderen; · het bijzonder partnerpensioen aan de ex-partner. De hoogte van de opgebouwde pensioenen en de looptijd van de uitkeringen staan beschreven in artikel 11 (partnerpensioen), artikel 12 (wezenpensioen) en artikel 21 (bijzonder partnerpensioen). De wijze van uitkeren staat beschreven in artikel 13. 3. Indien de gepensioneerde komt te overlijden worden, indien van toepassing, de volgende uitkeringen verricht: · het premievrij partnerpensioen aan de partner; · het premievrij wezenpensioen aan de kinderen; · het bijzonder partnerpensioen aan de ex-partner. De hoogte van de pensioenen en de looptijd van de uitkeringen staan beschreven in artikel 11 (partnerpensioen), artikel 12 (wezenpensioen) en artikel 21 (bijzonder partnerpensioen). De wijze van uitkeren staat beschreven in artikel 13. 4. Indien de ex-partner komt te overlijden vervallen de aanspraken op bijzonder partnerpensioen en verevend pensioen. Het bijzonder partnerpensioen gaat niet over naar de eventuele partner van de deelnemer, ex-deelnemer of gepensioneerde.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
24
IV. FLEXIBILISERING Artikel 24
Uitleg mogelijkheden
1. De (ex-)deelnemer mag binnen bepaalde grenzen veranderingen aanbrengen in de voor hem verzekerde pensioenaanspraken. Hiermee kan hij zijn pensioenaanspraken beter afstemmen op zijn persoonlijke situatie. De volgende mogelijkheden zijn toegestaan: · Deeltijdpensionering (artikel 25). · Vervroeging ten opzichte van de pensioenrichtdatum (artikel 26). · Uitstel ten opzichte van de pensioenrichtdatum (artikel 27). · Uitruil van pensioenaanspraken (artikel 28). Ook combinaties van deze flexibiliseringsmogelijkheden zijn toegestaan. De hiervoor aangegeven volgorde dient daarbij te worden aangehouden. 2. Als betrokkene voor vervroegde of uitgestelde pensioeningang kiest dan wel uitruil wenst, worden daarin mede betrokken de aanspraken verkregen vóór 1 januari 2006. 3. Voor de aanpassing van pensioenaanspraken geldt een aantal fiscale beperkingen. De Stichting zal de (ex-)deelnemer hierover informeren als zijn aanpassingsverzoek de fiscale grenzen overschrijdt. 4. De exacte wijze waarop de pensioenaanspraken bij de diverse flexibiliseringsmogelijkheden worden herrekend, is vastgelegd in Bijlage 4. Alle factoren die bij flexibilisering worden gebruikt, gelden tot 1 januari 2014. 5. Als het verlaagde ouderdomspensioen door de keuze van een vervroegde pensioeningangsdatum onder de grens van afkoop wegens geringheid zou uitkomen, dan kan het pensioen op die datum niet ingaan. In dat geval zal een vroegere ingangsdatum zodanig moeten worden gekozen, dat het pensioen boven de afkoopgrens blijft uitkomen. 6. Er zijn twee momenten waarop de keuzes kenbaar kunnen worden gemaakt, te weten bij de aanvraag van het pensioen en bij uitdiensttreding. De gemaakte keuze bij het aanvragen van het pensioen is onherroepelijk.
Artikel 25
Deeltijdpensionering
1. De actieve deelnemer heeft de mogelijkheid zijn pensioen op de pensioeningangsdatum slechts gedeeltelijk te laten ingaan. Voor het resterende gedeelte blijft hij werkzaam bij de Vennootschap en bouwt hij pensioen op. Dit heet deeltijdpensionering. Een verzoek hiertoe dient uiterlijk 3 maanden voor de ingangsdatum van het deeltijdpensioen bij de Stichting te worden ingediend. 2. Voor deeltijdpensionering gelden in principe dezelfde mogelijke ingangsdata als voor volledige pensionering. Echter, de periode waarin de gepensioneerde deeltijdpensioen ontvangt, beslaat minimaal 1 jaar. De pensioeningangsdatum voor het deeltijdpensioen kan dus liggen tussen de eerste dag van de maand waarin de actieve deelnemer 55 respectievelijk 69 jaar wordt. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
25
3. De ingangsdatum van het resterende pensioen kan liggen tussen 1 jaar volgend op de ingangsdatum van het deeltijdpensioen en de eerste dag van de maand waarin de actieve deelnemer 70 jaar wordt. De ingangsdatum kan echter niet later zijn dan de datum waarop het totale pensioen, met inbegrip van het ouderdomspensioen op basis van het geldende pensioenreglement van PME, het fiscale maximum bereikt. 4. Het percentage waarmee een actieve deelnemer met deeltijdpensioen kan gaan, bedraagt tenminste 20% van het volledige pensioen op het moment van de keuze. Een eenmaal gekozen percentage kan niet meer naar beneden worden bijgesteld. Afhankelijk van de gekozen ingangsdata worden de pensioenen actuarieel gekort of verhoogd. Een ingaand pensioen mag nooit minder bedragen dan het wettelijk minimumbedrag voor afkoop wegens geringheid (zie artikel 14 lid 2). 5. Voor het gedeelte dat de actieve deelnemer niet met pensioen gaat, blijft zijn dienstverband van kracht. Over dit gedeelte vindt dekking en opbouw van pensioen plaats conform deeltijdarbeid. Dit staat beschreven in artikel 15. De opbouw van het pensioen wordt gebaseerd op de gekozen ingangsdatum van het resterende pensioen.
Artikel 26
Vervroeging ten opzichte van de pensioenrichtdatum
1. De actieve deelnemer kan er voor kiezen zijn ouderdomspensioen eerder in te laten gaan dan de pensioenrichtdatum. De dienstbetrekking dient dan in verband met pensionering te worden beëindigd. Dit kan vanaf de eerste dag van de maand waarin hij 55 jaar wordt. Het totaal opgebouwde ouderdomspensioen wordt dan herrekend naar de nieuwe pensioeningangsdatum. Door deze herrekening zal de pensioenaanspraak lager uitvallen. De pensioeningangsdatum dient altijd de eerste dag van een maand te zijn. 2. De ex-deelnemers kunnen eveneens van de mogelijkheid tot vervroeging gebruik maken, als zij tegenover de Stichting verklaren dat de lopende dienstbetrekking op de pensioeningangsdatum in verband met pensionering is geëindigd resp. dat er geen lopende dienstbetrekking is. De inactieve deelnemers A (werkloos) en C (arbeidsongeschikt) kunnen eveneens van de mogelijkheid tot vervroeging gebruik maken als zij tegenover de Stichting aantonen dat de loonvervangende uitkering die aan de deelneming als werkloze of arbeidsongeschikte ten grondslag ligt, met ingang van de vervroegde pensioeningangsdatum in verband met pensionering is geëindigd. De eventuele fiscale gevolgen in verband met de vervroeging komen volledig voor rekening van de betreffende ex-deelnemer respectievelijk inactieve deelnemer.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
26
Artikel 27
Uitstel ten opzichte van de pensioenrichtdatum
1. De actieve deelnemer kan er voor kiezen zijn ouderdomspensioen later in te laten gaan dan pensioenrichtdatum. Dit kan tot de eerste van de maand waarin hij 70 jaar wordt. Indien de actieve deelnemer kiest voor uitstel van de pensioeningangsdatum, dient hij werknemer te blijven. Het totaal opgebouwde ouderdomspensioen wordt dan herrekend naar de nieuwe pensioeningangsdatum. Door deze herrekening zal de pensioenaanspraak hoger uitvallen. De pensioeningangsdatum dient altijd de eerste dag van de maand te zijn. 2. Het ouderdomspensioen mag, met inbegrip van het ouderdomspensioen op basis van het geldende pensioenreglement van PME, het fiscale maximum (100% van het laatstgenoten pensioengevend salaris) niet overschrijden. Bij het bereiken van dit maximum gaat het pensioen in. 3. Gedurende de uitstelperiode worden voor de actieve deelnemer de opbouw van het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen voortgezet. De premie die hiervoor aan de Stichting is verschuldigd, is gelijk aan de premie die voor verplichte deelneming is verschuldigd. 4. De inactieve deelnemer kan geen gebruik maken van de mogelijkheid tot uitstel ten opzichte van de pensioenrichtdatum. De ex-deelnemer kan wel gebruik maken van de mogelijkheid tot uitstel ten opzichte van de pensioenrichtdatum als hij tegenover de Stichting verklaart, dat zijn lopende dienstbetrekking wordt voortgezet. Het pensioen gaat in zodra de lopende dienstbetrekking eindigt docht uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar. De Stichting zal periodiek controleren of de dienstbetrekking nog bestaat. De ex-deelnemer moet de Stichting onverwijld van het einde van de dienstbetrekking in kennis stellen. De eventuele fiscale gevolgen in verband met de vervroeging komen volledig voor rekening van de betreffende ex-deelnemer. 5. Een verzoek tot uitstel van de pensioeningangsdatum dient uiterlijk 3 maanden voor de pensioeningangsdatum bij de Stichting te zijn ingediend. Het pensioen gaat in op de gewenste pensioeningangsdatum doch ten minste 3 maanden nadat het verzoek tot uitstel door de Stichting wordt ontvangen. Als ingangsdatum komt slechts de eerste dag van kalendermaand in aanmerking.
Artikel 28
Uitruil van pensioenaanspraken
1. Het uitruilen van pensioenaanspraken is het omzetten van (een gedeelte van) de ene pensioenaanspraak in een andere. De ene pensioenaanspraak wordt verlaagd of komt te vervallen en de andere aanspraak ontstaat of wordt verhoogd. Bij de uitruil als bedoeld in dit artikel wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen door uit te gaan van een sekseneutrale uitruilvoet, die door het bestuur is vastgesteld voor de duur van 1 jaar op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. De uitruilpercentages zijn in bijlage 4 bij dit reglement opgenomen. 2. De (ex-)deelnemer ontvangt circa 5 maanden voor de pensioenrichtdatum een schrijven van de Stichting waarin de diverse uitruilmogelijkheden worden uitgelegd. De (ex-) deelnemer dient bij de pensioenaanvraag zijn keuze aan de Stichting kenbaar te maken. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
27
Uitruil kan niet plaatsvinden als het bedrag van de uit te ruilen pensioensoort lager is dan de grens waarbij afkoop wegens geringheid op grond van artikel 14 aan de orde is. Evenmin kan uitruil plaatsvinden als na uitruil verzekerde aanspraken zouden ontstaan die lager zouden zijn dan de hiervoor bedoelde grens. 3. Op grond van dit reglement bestaan de volgende uitruilmogelijkheden: a. uitruil ouderdomspensioen in partner- en wezenpensioen (lid 4 en 5); b. uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen (lid 6); c. uitruil hoog/laag ouderdomspensioen (lid 7); d. uitruil laag/hoog ouderdomspensioen (lid 8); In de navolgende leden wordt nader ingegaan op deze uitruilmogelijkheden. 4. Uitruil van ouderdomspensioen in een hoger partnerpensioen De Stichting biedt de (ex-) deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap en in het laatste jaar voor de ingangsdatum van het ouderdomspensioen aan het ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk om te zetten in een hoger partnerpensioen. Door uitruil van ouderdomspensioen in partner- en wezenpensioen kan de deelnemer, de ex-deelnemer of de gepensioneerde een hoger partner- en wezenpensioen meeverzekeren. Het ouderdomspensioen wordt dan verlaagd. Bij overlijden van de deelnemer, de ex-deelnemer of de gepensioneerde wordt dan aan de partner het verhoogde partnerpensioen en aan de kinderen het verhoogde wezenpensioen uitgekeerd. 5. Het verhoogde partnerpensioen dat na uitruil wordt verzekerd mag minimaal 75% en maximaal 100% van het verlaagde ouderdomspensioen bedragen. Tussenliggende percentages mogen in stappen van 5% worden gekozen. Het verhoogde wezenpensioen bedraagt altijd 20% van het verhoogde partnerpensioen. Het bepaalde in artikel 18d lid 2 van de Wet op de loonbelasting 1964 is bij deze uitruil mede van toepassing. Het is niet mogelijk het ouderdomspensioen uit te ruilen voor alleen verhoogd partnerpensioen of alleen verhoogd wezenpensioen. Indien toepassing is gegeven aan artikel 20, kan, zolang de ex- partner in leven is, het deel van het ouderdomspensioen ten aanzien waarvan de ex- partner recht op uitbetaling heeft verkregen, niet worden omgezet in een hoger partnerpensioen. 6. Uitruil van partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen Door uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen kan de deelnemer, de ex-deelnemer of de gepensioneerde partnerpensioen op de pensioeningangsdatum geheel of gedeeltelijk uitruilen voor extra ouderdomspensioen. Het meeverzekerde partnerpensioen wordt dan verlaagd of komt te vervallen. Voor deze uitruil is de instemming van de eventuele partner vereist. Zonder deze instemming vindt geen uitruil plaats. Percentages mogen in stappen van 5% worden gekozen. Het meeverzekerde wezenpensioen wordt niet uitgeruild. Het door uitruil ontstane verlies aan partnerpensioen kan niet worden gecompenseerd. Indien vóór de datum waarop het bepaalde in dit lid toepassing vindt, een aanspraak op bijzonder partnerpensioen voor de ex-partner is toegekend, wordt voor een verhoging slechts in aanmerking genomen het partnerpensioen, nadat dit is verminderd met het bijzonder partnerpensioen. Voor de berekening van de uitruilvoet wordt hierbij naar rato rekening gehouden.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
28
7. Uitruil hoog/laag ouderdomspensioen De gepensioneerde kan er eenmalig voor kiezen het ouderdomspensioen tijdelijk te verhogen gedurende één van de volgende perioden: - 5 jaar vanaf de pensioeningangsdatum; - 10 jaar vanaf de pensioeningangsdatum. Na afloop van de gekozen periode wordt het ouderdomspensioen verlaagd. De verhouding tussen het hoge en het lage ouderdomspensioen is altijd 100:75. De periode met een lager percentage begint op de eerste van een kalendermaand. De keus voor hoog-laag heeft geen invloed op de hoogte van het eventueel meeverzekerde partner- en wezenpensioen. 8. Uitruil laag/hoog ouderdomspensioen De gepensioneerde kan er eenmalig voor kiezen het ouderdomspensioen tijdelijk te verlagen gedurende één van de volgende perioden: - 5 jaar vanaf de pensioeningangsdatum; - 10 jaar vanaf de pensioeningangsdatum. Na afloop van de gekozen periode wordt het ouderdomspensioen verhoogd. De verhouding tussen het hoge en het lage ouderdomspensioen is altijd 100:75. De periode met een lager percentage begint op de eerste van een kalendermaand. De keus voor hoog-laag heeft geen invloed op de hoogte van het eventueel meeverzekerde partner- en wezenpensioen.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
29
V. TOESLAGVERLENING Artikel 29
Voorwaardelijke toeslag
1. Op de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de algemene loonontwikkeling van de CAO Metalektro. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd. De toeslagverlening wordt uit premies gefinancierd. Toekenning van een toeslag vindt altijd plaats per 1 januari van enig jaar en wordt verleend op de pensioenen en aanspraken met inbegrip van eerdere toeslagen. Het Bestuur heeft als uitgangspunt om de door Pensioenfonds voor de Metalektro (PME) toegekende (percentage) loonindex te volgen. 2. De volgende pensioenaanspraken van de deelnemer komen in aanmerking voor de in lid 1 bedoelde toeslagverlening: · het totaal opgebouwde ouderdomspensioen; · het meeverzekerde partnerpensioen; · het meeverzekerde wezenpensioen; 3. Op de pensioenenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de relatieve stijging van het prijsindexcijfer (CPI alle huishoudens afgeleid). Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Toekenning van een toeslag vindt altijd plaats per 1 januari van enig jaar en wordt verleend op de pensioenen en aanspraken met inbegrip van eerdere toeslagen. Het Bestuur heeft als uitgangspunt de door PME toegekende (percentage) prijsindex te volgen. 4. De volgende pensioenaanspraken van de ex-deelnemer komen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening: · het premievrije ouderdomspensioen; · het premievrije partnerpensioen; · het premievrije wezenpensioen. De toeslag die aan de ex-deelnemers wordt toegekend is altijd gelijk aan de toeslag voor de pensioengerechtigden. 5. De volgende pensioenaanspraken van de pensioengerechtigde komen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening: · het ingegaan ouderdomspensioen; · het premievrije partnerpensioen; · het premievrije wezenpensioen.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
30
6. Van de pensioengerechtigde partner komt het ingegaan partnerpensioen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening. Van de pensioengerechtigde kinderen komt het ingegaan wezenpensioen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening.Van de pensioengerechtigde ex-partner komt het ingegaan bijzonder partnerpensioen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening. 7. De volgende pensioenaanspraken van de ex-partner komen in aanmerking voor de in lid 3 bedoelde toeslagverlening: · het bijzonder partnerpensioen; · het verevend pensioen; of indien omgezet: · het zelfstandig ouderdomspensioen. Het verevend pensioen wordt op dezelfde wijze geïndexeerd als het ouderdomspensioen waarvan het deel uitmaakt. 8. In geval van echtscheiding van een ex-deelnemer of een pensioengerechtigde of indien zijn huwelijk wordt ontbonden na scheiding van tafel en bed, dan worden de toeslagen op het premievrije partnerpensioen geacht te zijn verleend op het bijzondere partnerpensioen. Hetzelfde geldt bij het einde anders dan door overlijden van het geregistreerde partnerschap van de ex-deelnemer of pensioengerechtigde. 9. Het Bestuur behoudt zich het recht voor om bij een wijziging van het toeslagenbeleid overeengekomen tussen sociale partners het toeslagenbeleid volgens de bepalingen uit de statuten en het pensioenreglement aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden van de Stichting. Het is het Bestuur toegestaan om een gewijzigd toeslagbeleid niet uit te voeren indien dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet uit te voeren valt.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
31
VI. FINANCIERING Artikel 30
Bijdragen
1. Met inachtneming van de tussen de Stichting en de Vennootschap gesloten uitvoeringsovereenkomst, welke ter inzage ligt bij de Stichting, worden de kosten van de pensioenregeling door de Vennootschap en de deelnemers gezamenlijk gedragen. De deelnemersbijdrage wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld. De bijdrage van de actieve deelnemer wordt door zijn werkgever in maandelijkse termijnen op het salaris ingehouden. 2. De deelnemer is verplicht tijdig alle informatie te verstrekken of stukken te overleggen die de Stichting voor de berekening van de premie nodig acht. Aan deze verplichting moet worden voldaan binnen het door het bestuur vastgestelde termijnen. Algemeen geldt als termijn 1 maand, ingaand op de datum waarop een wijziging van de pensioen- of premiebepalende gegevens plaatsvindt. 3. Bij het niet voldoen aan de verplichting uit het voorgaande lid is de Stichting bevoegd de benodigde gegevens naar eigen inzicht vast te stellen. 4. Het niet door de deelnemersbijdrage gedekte deel van de kosten van de pensioenregeling komt voor rekening van de Vennootschap. 5. De opbouw en financiering van de pensioenaanspraken vinden gedurende het deelnemerschap evenredig in tijd plaats. 6. De pensioenaanspraken dienen voor de deelnemer in elk geval steeds aan het einde van ieder kalenderjaar dan wel, indien dat eerder is, bij beëindiging van de deelneming, volledig te zijn gefinancierd.
Artikel 31
Herverzekering
1. De Stichting is bevoegd haar verplichtingen geheel of gedeeltelijk te herverzekeren bij een (her)verzekeraar. Bij herverzekering zijn de verzekeringsvoorwaarden van de verzekeraar op de (ex-)deelnemer, de gepensioneerden, de partner, de ex-partner en de wezen van toepassing. De verzekeringsvoorwaarden liggen voor alle belanghebbenden ter inzage bij de Stichting. 2. De Stichting is bevoegd zich de verplichtingen, die voor haar tegenover de (ex-)deelnemer, de gepensioneerden, de partner, de ex-partner en wezen uit dit reglement voortvloeien, te kwijten, door afgifte van een bewijsstuk van de betrokken verzekeraar(s) waarin de betrokken pensioengerechtigde(n) als bevoordeelde(n) voor de pensioenuitkering wordt (worden) opgenomen.
VII.
INWERKINGTREDING
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2008 en is laatstelijk gewijzigd per 31 juli 2013. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
32
Bijlage 1 -
Omzetting verevend pensioen tezamen met het bijzonder partnerpensioen in zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de expartner (conversie)
De definities en toelichtingen uit het reglement zijn ook op deze Bijlage van toepassing. 1. Voorwaarden voor omzetting Op verzoek van de ex-partner én de (ex-)deelnemer kan het verevend pensioen tezamen met de aanspraak op bijzonder partnerpensioen worden omgezet in een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-partner. De voorwaarden hiervoor zijn vastgelegd in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Het bestuur stemt in met het verzoek tot omzetting. Hierbij gelden de volgende (aanvullende) voorwaarden: · · ·
De omzetting vindt op actuarieel en sekse neutrale wijze plaats. De omzetting vindt plaats voor de pensioeningangsdatum van de (ex-)deelnemer. De met de omzetting gepaard gaande extra kosten worden door de Stichting aan de ex-partner en de (ex-)deelnemer in rekening gebracht. Deze kosten worden door hen, ieder voor de helft, aan de Stichting voldaan.
2. Zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen Na de omzetting van het verevend pensioen en het bijzonder partnerpensioen ontstaat voor de expartner een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen. De ingangsdatum, duur, toeslag en uitbetaling van dit ouderdomspensioen zijn gelijk aan die in het reglement worden beschreven. Door de omzetting vervallen de rechten op verevend en bijzonder partnerpensioen. De hoogte van het zelfstandig ouderdomspensioen is afhankelijk van de hoogte van het verevend pensioen en het eventuele bijzonder partnerpensioen vóór omzetting. 3. Gevolgen voor de pensioenen van de deelnemer 3.1 Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen van de deelnemer wordt berekend alsof er geen omzetting heeft plaatsgevonden. Dit houdt in dat er een aftrek op het ouderdomspensioen wordt toegepast ter grootte van het verevend ouderdomspensioen vóór omzetting. Deze aftrek wordt jaarlijks geïndexeerd met de prijsindex. Partnerpensioen De omzetting heeft geen invloed op de verzekering en de hoogte van het partnerpensioen. Dit blijft dus verzekerd zoals in het reglement staat beschreven. Wezenpensioen De omzetting heeft geen invloed op de verzekering en de hoogte van het wezenpensioen. Dit blijft dus verzekerd zoals in het reglement staat beschreven.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
4. Gevolgen voor de pensioenen van de ex-deelnemer 4.1 Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen van de ex-deelnemer wordt berekend alsof er geen omzetting heeft plaatsgevonden. Dit houdt in dat er een aftrek op het ouderdomspensioen wordt toegepast ter grootte van het verevend ouderdomspensioen vóór omzetting. Deze aftrek wordt jaarlijks geïndexeerd met de prijsindex. 4.2 Partnerpensioen Het partnerpensioen van de ex-deelnemer wordt berekend alsof er geen omzetting heeft plaatsgevonden. Dit houdt in dat er een aftrek op het partnerpensioen wordt toegepast er grootte van het bijzonder partnerpensioen vóór omzetting. Deze aftrek wordt jaarlijks geïndexeerd met de prijsindex. Doorgaans is het bijzonder partnerpensioen bij een ex-deelnemer gelijk aan het partnerpensioen voor de scheiding. In dat geval is er dus geen partnerpensioen meer verzekerd. Alleen als bij de scheiding een afwijkend percentage voor het bijzonder partnerpensioen is afgesproken, kan er nog een recht op partnerpensioen bestaan. 4.3 Wezenpensioen De omzetting heeft geen invloed op de verzekering en de hoogte van het wezenpensioen. Dit blijft dus verzekerd zoals in het reglement staat omschreven.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
2
Bijlage 2
Kerncijfers Omschrijving Wettelijk minimum afkoopbedrag (in €)
Excedent-franchise (in €)
Jaar
Artikel 9 lid 1
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
57.065 57.065 58.634 59.664 59.664 62.224 64.097 65.224 66.306 67.738 69.167
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
Artikel 14 lid 2 en artikel 22 lid 5 343,59 350,56 355,33 361,02 400,00 406,44 417,74 420,69 427,29 438,44 451,22
3
Bijdrage werknemer (percentage van de excedent- en of ploegengrondslag) Artikel 31 lid 1 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7%
Bijlage 3 Leeftijd 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80
Afkoopfactoren Afkoopfactor oude rdoms pensioen Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 62 Pensioenleeftijd 60 3,413 4,142 4,682 3,554 4,312 4,875 3,700 4,490 5,075 3,852 4,674 5,282 4,009 4,865 5,498 4,173 5,063 5,722 4,343 5,269 5,953 4,520 5,482 6,194 4,703 5,703 6,443 4,892 5,933 6,701 5,089 6,170 6,968 5,293 6,416 7,244 5,503 6,670 7,530 5,722 6,933 7,825 5,947 7,205 8,129 6,181 7,485 8,441 6,422 7,773 8,762 6,671 8,070 9,092 6,927 8,375 9,429 7,191 8,687 9,775 7,462 9,007 10,128 7,740 9,334 10,489 8,025 9,669 10,855 8,317 10,009 11,228 8,614 10,355 11,606 8,917 10,705 11,991 9,224 11,061 12,383 9,536 11,423 12,781 9,852 11,791 13,189 10,173 12,166 13,607 10,499 12,549 14,037 10,830 12,942 14,479 11,166 13,345 14,932 11,509 13,760 15,398 11,861 14,185 15,875 12,222 14,623 16,362 12,594 15,071 16,860 12,977 15,530 17,366 13,371 16,000 17,877 13,777 16,478 18,392 14,193 16,963 18,906 14,619 17,449 19,414 15,052 17,932 19,916 15,490 18,411 19,407 15,931 18,885 18,885 16,374 18,353 18,353 16,817 17,812 17,812 17,262 17,262 17,262 16,706 16,706 16,706 16,143 16,143 16,143 15,569 15,569 15,569 14,986 14,986 14,986 14,394 14,394 14,394 13,793 13,793 13,793 13,189 13,189 13,189 12,582 12,582 12,582 11,975 11,975 11,975 11,373 11,373 11,373 10,781 10,781 10,781 10,198 10,198 10,198 9,628 9,628 9,628 9,075 9,075 9,075 8,535 8,535 8,535
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
4
Afkoopfactore n partnerpensioen Latent Ingegaan 0,677 31,030 0,709 30,926 0,743 30,817 0,778 30,704 0,814 30,586 0,852 30,463 0,891 30,335 0,932 30,201 0,974 30,061 1,019 29,916 1,066 29,765 1,115 29,607 1,166 29,443 1,220 29,272 1,275 29,094 1,332 28,909 1,392 28,716 1,455 28,515 1,519 28,306 1,587 28,089 1,656 27,863 1,728 27,629 1,802 27,386 1,878 27,133 1,957 26,871 2,040 26,599 2,125 26,317 2,212 26,024 2,301 25,722 2,392 25,409 2,484 25,086 2,577 24,752 2,672 24,408 2,768 24,054 2,865 23,689 2,964 23,313 3,062 22,927 3,160 22,530 3,256 22,119 3,350 21,698 3,443 21,264 3,534 20,816 3,623 20,356 3,711 19,884 3,795 19,398 3,874 18,900 3,945 18,391 4,002 17,871 4,067 17,342 4,124 16,803 4,177 16,255 4,224 15,697 4,267 15,129 4,305 14,550 4,335 13,965 4,355 13,378 4,364 12,788 4,359 12,197 4,338 11,608 4,302 11,019 4,249 10,433 4,178 9,851 4,091 9,278
Bijlage 4
Flexibele factoren
Vervroegen ouderdomspensioen vanaf 65 jaar (artikel 26) Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Ouderdomspensioen na vervroeging 622 651 682 714 748 785 823 864 907 952 1.000
Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om € 1.000 ouderdomspensioen vanaf 65 jaar te vervroegen in direct ingaand ouderdomspensioen, dan wordt het ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een direct ingaand ouderdomspensioen ter grootte van € 785. Het nabestaandenpensioen is na de vervroeging gelijk aan 70% van het vervroegde direct ingaand ouderdomspensioen. Uitstellen ouderdomspensioen vanaf 65 jaar (artikel 27) Pensioenleeftijd 65 66 67 68 69 70
Ouderdomspensioen na uitstel 1.000 1.052 1.109 1.172 1.240 1.315
Indien een 65-jarige deelnemer kiest om € 1.000 ouderdomspensioen vanaf 65 jaar uit te stellen tot leeftijd 67, dan wordt het ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een uitgesteld ouderdomspensioen vanaf 67 jaar ter grootte van € 1.109. Het nabestaandenpensioen is ná uitstel gelijk aan 70% van het uitgesteld ouderdomspensioen.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
5
Uitruil € 1.000 uitgesteld ouderdomspensioen in extra partnerpensioen (artikel 28, lid 4) Pensioenleeftijd 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Extra partnerpensioen 4.941 4.908 4.877 4.848 4.821 4.795 4.770 4.746 4.720 4.693 4.665 4.637 4.609 4.581 4.555 4.529 4.501 4.474 4.446 4.419 4.392 4.365 4.339 4.312 4.284 4.254 4.223 4.192 4.162 4.133 4.106 4.081 4.057 4.035 4.015 3.999 3.987 3.979 3.977 3.981 3.990 4.002 4.017 4.035 4.056 4.083 4.117 4.163
Indien bijvoorbeeld een 40-jarige deelnemer kiest om € 1.000 ouderdomspensioen vanaf leeftijd 65 uit te ruilen in latent partnerpensioen, dan wordt latent partnerpensioen verhoogd met € 4.339.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
6
Uitruil € 1.000 ingegaan ouderdomspensioen in extra partnerpensioen (artikel 28, lid 4) Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
Extra partnerpensioen 6.934 6.588 6.263 5.955 5.660 5.377 5.106 4.848 4.605 4.377 4.163 3.963 3.774 3.592 3.417 3.247
Indien bijvoorbeeld een 55-jarige deelnemer ná vervroeging kiest om € 1.000 ouderdomspensioen vanaf leeftijd 55 uit te ruilen in latent partnerpensioen, dan wordt het latent partnerpensioen verhoogd met € 6.934. Indien bijvoorbeeld een 70-jarige deelnemer ná uitstel kiest om € 1.000 ouderdomspensioen vanaf leeftijd 70 uit te ruilen in latent partnerpensioen, dan wordt het latent partnerpensioen verhoogd met € 3.247. Uitruil € 1.000 partnerpensioen in extra ouderdomspensioen (artikel 28, lid 6) Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
Extra ouderdomspe nsioen 144 152 160 168 177 186 196 206 217 229 240 252 265 278 293 308
Indien bijvoorbeeld een 62-jarige deelnemer na vervroeging kiest om € 1.000 latent partnerpensioen uit te ruilen in een ouderdomspensioen vanaf leeftijd 62, dan wordt het ouderdomspensioen vanaf leeftijd 62 verhoogd met € 206. Indien bijvoorbeeld een 70-jarige deelnemer na uitstel kiest om € 1.000 latent partnerpensioen uit te ruilen in een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf leeftijd 70, dan wordt het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf leeftijd 70 verhoogd met € 308.
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
7
Artikel 28, lid 7 en 8
Hoog/Laag (100:75) Pensioenleeftijd 65 66 67 68 69 70 Laag/Hoog (75:100) Pensioenleeftijd 65 66 67 68 69 70
10 jaar
5 jaar Hoog 1.220 1.216 1.213 1.209 1.205 1.201
Laag 915 912 910 907 904 901
Hoog 1.136 1.131 1.126 1.121 1.115 1.109
10 jaar
5 jaar Laag 806 808 810 813 815 818
Laag 852 848 844 840 836 832
Hoog 1.075 1.078 1.081 1.084 1.087 1.090
Laag 863 866 870 875 879 884
Hoog 1.150 1.155 1.160 1.166 1.172 1.178
Indien bijvoorbeeld de 65-jarige deelnemer met een direct ingaand ouderdomspensioen van € 1.000 kiest voor de volgende hoog-laag constructie: ·
de eerste 5 jaar een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering,
dan wordt er vanaf de 65-jarige leeftijd tot leeftijd 70 een ouderdomspensioen verkregen ter grootte van € 1.220, en vanaf de 70-jarige leeftijd een levenslang ouderdomspensioen ter grootte van € 915. De keuze van hoog/laag-uitruil heeft geen invloed op de hoogte van het partnerpensioen
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Draka Holding
8