PENSIOENREGLEMENT Opgesteld door de Raad van bestuur op 30 april 2009 _______________ Dit Reglement vervangt het pensioenreglement dat in voege was tot 1 april 2012 en treedt aldus in werking op 1 januari 2014.
TITEL I. VOORWOORD 1.
De “Voorzorgskas voor advocaten” werd opgericht op 17 maart 1951, als een vereniging zonder winstoogmerk, met het doel een pensioen te vestigen voor de advocaten tegen hun pensioenleeftijd en hen tevens bijstand te verlenen bij ongeval of invaliditeit alsook aan de langstlevende echtgenoot een pensioen te verzekeren in geval van vroegtijdig overlijden van het lid advocaat. Dit doel werd later uitgebreid tot de pleitbezorgers en de gerechtsdeurwaarders (sindsdien “Voorzorgskas voor advocaten en gerechtsdeurwaarders”).
2.
Nadat bij wet van 30 juni 1956 aan de zelfstandigen de verplichting werd opgelegd een pensioen te vestigen, werden de statuten van de Voorzorgskas aangepast en werd de Voorzorgskas bij toepassing van het koninklijk besluit van 26 september 1956 op 22 juni 1957 door het Ministerie van Middenstand erkend als Pensioenfonds voor zelfstandigen. Sinds 1 juli 1956 heeft de “Voorzorgskas voor advocaten” dus voor haar aangesloten leden de vestiging van het wettelijk pensioen verzekerd, samen met die van de aanvullende voordelen.
3.
“De Voorzorgskas voor advocaten” heeft haar statuten aangepast aan de wetten van 28 maart 1960 en 31 augustus 1963 betreffende het pensioen voor de Zelfstandigen. Naar aanleiding van de bekendmaking van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, waarbij aan de pensioenfondsen de fusie werd opgelegd met een kinderbijslagfonds, heeft de “Voorzorgskas voor advocaten” op 27 september 1967 een overeenkomst gesloten met de “Nationale sociale verzekeringskas voor zelfstandigen uit het bouwbedrijf, de handel, de nijverheid, het ambachtswezen en de vrije beroepen” (afgekort SVB) om met ingang van 1 januari 1968 de bevoegdheden van de “Voorzorgskas voor advocaten” inzake het wettelijk pensioen over te nemen.
4.
Sinds 1 januari 1968 is het doel van de “Voorzorgskas voor advocaten” beperkt tot het toekennen van extralegale voordelen.
5.
Nadat afdeling 4 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 het aanvullend pensioen voor Zelfstandigen wijzigde, werd het doel van de Voorzorgskas verder aangepast. Thans vestigt zij aanvullende pensioenen voor alle Zelfstandigen, Meewerkende echtgenoten en zelfstandige Helpers.
6.
De wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen heeft de richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen omgezet. De bestaande vereniging zonder winstoogmerk wordt aldus omgezet in een Organisme voor de Financiering van Pensioenen (OFP).
7.
De begrippen die beginnen met een hoofdletter zijn de begrippen gedefinieerd in titel “Titel II. Definities" en hebben de betekenis die daar gegeven wordt. In dit Reglement veronderstelt het mannelijke automatisch ook het vrouwelijke, tenzij anders vermeld.
8.
Het Reglement is zowel in het Nederlands als in het Frans opgesteld. De Nederlandstalige en Franstalige teksten zijn de enige juridisch geldende teksten. Reglementteksten opgesteld in een andere taal hebben een louter informatieve draagwijdte.
TITEL II. DEFINITIES 9.
Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder : Reglement : onderhavig document dat het Reglement inhoudt van de Instelling “Voorzorgskas voor advocaten, gerechtsdeurwaarders en andere zelfstandigen” en dat de enige afdwingbare bron van recht is inzake de voordelen, uitkeringen en vergoedingen die hierin vervat zijn, zoals van toepassing op de Zelfstandigen die er bij aangesloten zijn conform artikels 10 en volgende van het Reglement. Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of Instelling : een Instelling, ongeacht de rechtsvorm, die opgericht is met als doel arbeidsgerelateerde Pensioenuitkeringen te verstrekken, namelijk de “Voorzorgskas voor advocaten, gerechtsdeurwaarders en andere zelfstandigen” die een Organisme voor de Financiering van Pensioenen is, zoals bedoeld in Hoofdstuk II van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen. Pensioenuitkeringen : uitkeringen die worden uitbetaald bij het bereiken of naar verwachting bereiken van de pensioendatum en op bijkomende wijze in de vorm van betalingen bij overlijden. Pensioenregeling : een contract, een overeenkomst, een trustakte of de voorschriften waarin is bepaald welke Pensioenuitkeringen worden toegezegd en onder welke voorwaarden. Verworven reserve : het bedrag van de gestorte bijdragen dat niet gebruikt werd voor het Solidariteitsstelsel en gekapitaliseerd werd zoals voorzien in artikel 31 van dit Reglement. Aangeslotene : persoon die op grond van zijn beroepswerkzaamheden gerechtigd is of zal zijn Pensioenuitkeringen ontvangen overeenkomstig de bepalingen van een Pensioenregeling. Begunstigde : persoon die Pensioenuitkeringen ontvangt. Middelenverbintenis : verbintenis van de Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening om de haar toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren met het oog op de uitvoering van een Pensioenregeling, ongeacht de aard van de Pensioenuitkeringen.
1
Biometrische risico’s : risico’s in verband met overlijden, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid en levensverwachting. Algemene vergadering : vergadering van de leden van de Voorzorgskas (zie artikels 13 en volgende van de statuten). Raad : de raad van bestuur van de Voorzorgskas (zie artikels 22 en volgende van de statuten). Zelfstandige : de verzekeringsplichtige zelfstandige die sociale bijdragen verschuldigd is, die minstens gelijk zijn aan de bijdragen, bedoeld in artikel 12, § 1 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, of de zelfstandige die in artikel 12 § 1bis van hetzelfde besluit bedoeld is. Meewerkende echtgenoot : de persoon bedoeld in artikel 7bis, § 1 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, die, in het artikel 12, § 1 bedoelde bijdragen of de overeenkomstig artikel 12, § 1ter berekende bijdrage van voormeld koninklijk besluit nr. 38, verschuldigd is. Helper : de verzekeringsplichtige helper die de voor een hoofdberoep voorziene bijdragen verschuldigd is overeenkomstig artikel 12, § 1 en 1bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. Solidariteitsstelsel : het stelsel van solidariteitsprestaties dat wordt ingericht ten voordele van de Aangeslotenen en/of hun rechthebbenden en dat verbonden is aan een sociale pensioenovereenkomst. Solidariteitsinstelling : “Curalia” door de Instelling belast met de inrichting van het Solidariteitsstelsel. Solidariteitsreglement : het Reglement van de Solidariteitsinstelling (”Curalia”) waarin de rechten en verplichtingen van de Aangeslotenen en/of hun rechthebbenden en van de Solidariteitsinstelling worden bepaald, alsook de regels inzake de uitvoering van het Solidariteitsstelsel. Bevoegde autoriteiten : de autoriteiten die krachtens hun nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, toezicht uitoefenen op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. FSMA : de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, bedoeld in artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
2
TITEL III. AANSLUITING
(artikels 5 en 6 van de statuten) 10.
Bij de Instelling kunnen aansluiten Zelfstandigen, Meewerkende echtgenoten en zelfstandige Helpers.
11.
Zelfstandigen die wensen aan te sluiten zenden het formulier van de Pensioenregeling behoorlijk ingevuld en ondertekend terug naar de administratieve zetel van de Instelling, Gulden Vlieslaan 64 te 1060 Brussel.
12.
De Instelling biedt zowel de gewone als de sociale pensioenovereenkomst aan.
13.
Bij aanvaarding van het verzoek tot aansluiting door het directiecomité zendt de Instelling aan de belanghebbende één exemplaar van de Pensioenregeling voorzien van een volgnummer en ondertekend door een bestuurder en de algemeen directeur, evenals een exemplaar van de statuten, van het Reglement en, bij een sociale pensioenovereenkomst, eveneens van het Solidariteitsreglement van de Solidariteitsinstelling. De Pensioenregeling wordt van kracht en de Aangeslotene verwerft het genot van de voordelen verstrekt door de Instelling vanaf de valutadatum van de eerste volledige periodieke bijdrage.
14.
De Aangeslotene meldt onmiddellijk aan de Instelling eventuele wijzigingen van gegevens vermeld in de Pensioenregeling, zoals elke wijziging in de familiale toestand of een adreswijziging.
TITEL IV. OVERLIJDEN, ONTSLAG, UITSLUITING, STOPZETTING 15.
De Aangeslotene doet uiterlijk binnen de maand schriftelijk aangifte bij de Instelling van zijn pensionering of van een wijziging van zijn sociaal statuut van zelfstandige. Het overlijden van de Aangeslotene wordt aan de Instelling gemeld door de langstlevende partner, de rechthebbenden of de aangeduide Begunstigden.
16.
In de voormelde gevallen licht de Instelling de Aangeslotene of diens rechthebbenden/Begunstigden terstond in over de gevolgen en de eventueel te vervullen formaliteiten.
17.
Krachtens artikel 51 van de Programmawet van 24 december 2002 kan een Aangeslotene te allen tijde de Pensioenregeling stopzetten en een nieuwe overeenkomst sluiten bij een andere instelling voor bedrijfspensioenvoorziening. Een Aangeslotene heeft het recht om de Verworven reserve, opgebouwd met bijdragen betaald vanaf 1 januari 2004, over te dragen die andere instelling. Op het ogenblik van de overdracht zal geen verlies van winstdelingen ten laste worden gelegd van de Aangeslotene, of van de Verworven reserve worden afgetrokken. De nieuwe Instelling mag geen acquisitiekosten aanrekenen op de overgedragen reserve. Ingeval van overdracht van de Pensioenregeling zal de Aangeslotene evenwel een afkoopvergoeding moeten betalen van 10% op het overgedragen bedrag. De Instelling zal uiterlijk binnen 30 dagen na de vraag tot overdracht van de reserve schriftelijk of langs elektronische weg het bedrag van de Verworven reserve mededelen.
3
18.
Elke Aangeslotene, die de statutaire verplichtingen of de voorwaarden van het contract niet naleeft, kan worden uitgesloten door de Algemene vergadering (artikel 7 van de statuten). De beslissing tot uitsluiting wordt aan het lid meegedeeld, binnen de acht dagen nadat het besluit daartoe genomen is, per aangetekende brief die door de gevolmachtigden voor het dagelijks bestuur ondertekend is. Daarin worden de feiten aangehaald en vastgesteld dat de uitsluiting is uitgesproken overeenkomstig de statuten en de wet.
TITEL V. PRESTATIES A.
Kapitaal
19.
De bijdragen die de Aangeslotenen betalen zijn principieel bestemd om een kapitaal op te bouwen. Bij sociale pensioenovereenkomsten worden de bijdragen die niet bestemd zijn voor het Solidariteitsstelsel aangewend om het kapitaal te vormen. Het kapitaal wordt samengesteld en berekend aan de hand van de technische voorschriften zoals beschreven in artikel 31 van dit Reglement. Dit kapitaal wordt uitgekeerd : a) als ouderdomskapitaal op de wettelijke pensioenleeftijd (vanaf 60 jaar en uiterlijk op 65 jaar), b) als overlijdenskapitaal vóór de wettelijke pensioenleeftijd, enkel in het kader van een overdraagbaar contract. De Aangeslotenen hebben enkel op het ogenblik van de oppensioenstelling de mogelijkheid om te opteren voor het ouderdomskapitaal of de ouderdomsrente.
B.
Rente
20.
De ouderdomsrente kan zijn : - ofwel een niet-overdraagbare ouderdomsrente, dit wil zeggen dat enkel bij leven van de Aangeslotene aan hemzelf een rente zal worden uitbetaald en dat bij overlijden van de Aangeslotene, de langstlevende echtgenoot, de samenwonende partner, de kinderen van de Aangeslotene of de Begunstigde naar keuze geen recht zullen hebben op enige uitbetaling - ofwel een ouderdomsrente die overdraagbaar is, dit wil zeggen dat de langstlevende echtgenoot, de samenwonende partner, de kinderen van de Aangeslotene of een naar keuze aangeduide Begunstigde, ingeval zij uitdrukkelijk vermeld staan in de Pensioenregeling of de bijvoegsels, bij het overlijden van de Aangeslotene vóór zijn oppensioenstelling recht zullen hebben op de uitkering van de Verworven reserve onder de vorm van een overlijdenskapitaal en bij het overlijden van de Aangeslotene na zijn oppensioenstelling op de omzetting van de ouderdomsrente in een overlijdenskapitaal.
21.
De ouderdomsrente gaat in op de eerste dag van het trimester dat volgt op het trimester waarin de Aangeslotene zijn oppensioenstelling heeft gemeld, ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar en uiterlijk op de leeftijd van 65 jaar.
4
22.
De ouderdomsrente wordt in principe driemaandelijks uitgekeerd op het einde van elk trimester en voor het eerst op het einde van het trimester dat volgt op het trimester waarin de Aangeslotene zijn oppensioenstelling heeft gemeld en ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar. Bij overlijden wordt het lopende trimester niet meer uitbetaald. Een rente wordt enkel uitbetaald indien het jaarlijks bedrag bij de aanvang ervan hoger is dan het wettelijk vastgelegd drempelbedrag (art. 50, §2 van de Programmawet van 24 december 2002).
C.
Diverse bepalingen
23.
Krachtens artikel 47 van de Programmawet van 24 december 2002 behoudt de Aangeslotene steeds het recht op de overeenkomstig de Pensioenregeling Verworven reserve. Bij pensionering worden de overeengekomen pensioenprestaties, voor zover nodig, aangevuld tot het gedeelte van de gestorte bijdragen dat niet werd verbruikt voor de dekking van het overlijdensrisico vóór de pensionering en, in voorkomend geval, voor de financiering van de solidariteitsprestaties. De bepaling van het tweede lid is niet van toepassing bij pensionering binnen de 5 jaar na het sluiten van de Pensioenregeling. De bovenvermelde garanties gelden voor de pensioenprestaties die worden opgebouwd met bijdragen betaald vanaf 1 januari 2004.
24.
De Instelling deelt binnen de twee weken na de kennisgeving door de Aangeslotene van zijn pensionering, langs schriftelijke of elektronische weg het bedrag mee van het opgebouwde pensioenkapitaal, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van het voorgaande artikel, en de daarmee overeenstemmende rente.
25.
Het bedrag van het kapitaal of de rente van elke Aangeslotene is afhankelijk van het aantal jaren aansluiting, van de betaalde bijdragen en de aangewende kapitalisatievoet. Bij ontslag of uitsluiting, vermindering of zelfs staking van de stortingen behoudt de Aangeslotene zijn recht op de Verworven reserve.
26.
De Instelling maakt jaarlijks een persoonlijk overzicht over aan de Aangeslotene, tenzij hij reeds rentegenieter is. Hierin worden de belangrijkste gegevens met betrekking tot de evolutie van de Pensioenregeling weergegeven, onder andere de Verworven reserve, de variabele elementen bij de berekening en het bedrag van de Verworven reserve van het vorige jaar. Het laatste uitgereikte jaarlijks overzicht vervangt telkens het vorige. Vanaf de leeftijd van 45 jaar van de Aangeslotene, deelt de Instelling om de vijf jaar het bedrag mee van de te verwachten rente en het te verwachten kapitaal bij pensionering, zonder aftrek van de belastingen.
D.
Opwaardering
27.
28.
Het kapitaal of de rente wordt niet geïndexeerd. De gestorte bijdragen en de lopende rente kunnen echter opgewaardeerd worden door de toekenning aan elke Aangeslotene van aanvullende inkomsten uit de beleggingen in functie van de op naam van elke Aangeslotene gevormde reserve. Vooraleer over te gaan tot een dergelijke toekenning wordt er een winstdeelnameplan opgesteld dat aantoont dat de Instelling over voldoende middelen beschikt om al haar verplichtingen te blijven uitvoeren, rekening houdend met de vooropgestelde toekenning. Deze aanvullende toekenning mag het financieel evenwicht van de Instelling niet in gevaar brengen. Nihil. 5
29.
Voor de lopende rentes maakt het bedrag van de toegekende aanvullende inkomsten het voorwerp uit van een uitbetaling na een besluit van de Algemene vergadering.
30.
Voor de kapitalen in opbouw is de deelneming in de winst bestemd voor een persoonlijk fonds van elke Aangeslotene, dat zal gekapitaliseerd worden aan dezelfde voorwaarden als de kapitalen in opbouw (cf. artikel 31). Dit fonds van deelneming in de winst zal beschikbaar worden ten gunste van de Aangeslotene op de wettelijke pensioenleeftijd (vanaf 60 jaar en uiterlijk op 65 jaar), onder de vorm van een eenmalige betaling. Bij het overlijden van de Aangeslotene, zal het bedrag van de op dat moment verworven deelneming in de winst beschikbaar worden ten gunste van de langstlevende echtgenoot of de samenwonende partner of de aangeduide Begunstigde onder de vorm van een eenmalige betaling, enkel ingeval van een overdraagbare Pensioenregeling. De gewezen Aangeslotenen blijven hierop onder dezelfde voorwaarden recht hebben. Ingeval van overdracht van de Verworven reserves naar een andere Pensioenregeling zal het bedrag van de verworven deelneming in de winst op het moment van de overdracht, eveneens overgedragen worden.
E.
Technische grondslagen
31.
De Instelling gaat voor de uitvoering van de Pensioenregeling een Middelenverbintenis aan. Voor het berekenen van het kapitaal of de rente wordt uitgegaan van de volgende gegevens : - een rentevoet van 2,25% voor alle gestorte bijdragen - de inningskosten van de bijdragen belopen 3 % - de beheerskosten van de Verworven Reserve en van de rentes belopen respectievelijk 0,25% en 3% - de sterftetabel :
MR-FR
1989/1990 voor het gedeelte “leven”
Voorgaande elementen kunnen gewijzigd worden door een besluit van de Algemene vergadering. De datum van toepassing wordt beslist door het directiecomité.
F.
Formaliteiten
32.
a. Bij leven van de Aangeslotene wordt een formulier tot aanvraag van het kapitaal of de rente door de Instelling per aangetekende brief verzonden aan de Begunstigde, die het ingevuld en ondertekend moet terugzenden naar de Instelling samen met een levensbewijs. De door de Begunstigde gemaakte keuze (het kapitaal of de rente) moet per aangetekende brief aan de Instelling worden medegedeeld uiterlijk 2 maanden na de datum van verzending van het formulier. Deze keuze is onherroepelijk en definitief. Bij gebreke aan kennisgeving van een keuze binnen die termijn wordt de Begunstigde onherroepelijk geacht te opteren voor de uitkering van een kapitaal.
6
b. Bij overlijden van de Aangeslotene wordt een formulier tot aanvraag van het overlevingskapitaal door de Instelling per aangetekende brief verzonden aan de in de overeenkomst aangeduide Begunstigde, die het ingevuld en ondertekend moet terugzenden naar de Instelling samen met een uittreksel uit de overlijdensakte van de Aangeslotene en eventuele andere documenten vermeld in het aanvraagformulier.
G.
Recht van aanwijzing van de Begunstigde
33.
De Aangeslotene heeft steeds het recht de identiteit van de Begunstigde(n) aan te duiden, te herroepen en te wijzigen. De Begunstigde kan de begunstiging reeds aanvaarden vóór de opeisbaarheid van de prestaties. Dit kan slechts geschieden door een bijvoegsel bij de Pensioenregeling met de handtekening van de Begunstigde, de Aangeslotene en de Instelling. Indien de begunstiging werd aanvaard, is steeds de schriftelijke toestemming van de Begunstigde nodig om de begunstiging te herroepen (tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat), het kapitaal of een gedeelte ervan op te nemen, een voorschot te verkrijgen, het kapitaal overlijden te verminderen of een actie te ondernemen die het kapitaal overlijden vermindert.
H.
Recht van afkoop
34.
Behalve in de gevallen bedoeld in artikel 49, § 2 van de Programmawet van 24 december 2002 en voor de overdracht van reserves naar een andere Instelling bedoeld in artikel 51 van voormelde wet, kan de Aangeslotene het recht op afkoop van zijn reserve enkel uitoefenen of de uitbetaling van zijn pensioenuitkering verkrijgen op het ogenblik van zijn pensionering. Overeenkomstig artikel 49, § 2 van de Programmawet van 24 december 2002 mogen voorschotten op prestaties of inpandgevingen van pensioenrechten of de mogelijkheid tot toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet enkel worden toegestaan om de Aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen, te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Deze voorschotten en leningen moeten worden terugbetaald zodra die onroerende goederen uit het vermogen van de Aangeslotene verdwijnen.
I.
Transparantie
35.
Elk jaar stelt de Instelling een verslag op over het beheer van de Pensioenregelingen en bevat informatie over de volgende elementen : 1) de beleggingsstrategie 2) het rendement van de beleggingen 3) de kostenstructuur 4) de deelneming in de winst van de Aangeslotenen Dit verslag is op verzoek beschikbaar voor elke Aangeslotene.
7
TITEL VI. BIJDRAGEN
(artikel 12 van de statuten)
A.
Bijdragen
36.
1. Voor de pensioenopbouw (artikel 44, § 2 van de Programmawet van 24 december 2002) : Elk jaar beslist de Aangeslotene vrij over het bedrag van de bijdrage binnen de wettelijk bepaalde fiscale grenzen. Door middel van een formulier maakt de Aangeslotene het bedrag van de bijdrage bekend. Bovendien kiest de Aangeslotene of hij maandelijks, driemaandelijks of jaarlijks een bijdrage zal storten en beslist hij eveneens over de overdraagbaarheid van het contract. Dit formulier moet binnen de maand na de verzending aan de Instelling worden terugbezorgd, zoniet worden de gewenste wijzigingen niet uitgevoerd.
37.
2. Voor het Solidariteitsstelsel : zie het Solidariteitsreglement van de Solidariteitsinstelling (Titel II. Definities, artikel 9).
B.
Betaling van de bijdragen
38.
a. De bijdragen voor de pensioenopbouw zijn onmiddellijk betaalbaar aan de Instelling na ontvangst van een vervaldagbericht (naargelang de geuite keuze: maandelijks, trimestrieel of jaarlijks). De aansluiting bij de Instelling gaat altijd in op de datum van de ontvangst van de eerste periodieke betaling. De kapitalisatie van de gestorte bijdragen begint te lopen vanaf de valutadatum van de respectievelijke betalingen. Een retroactieve aansluiting is uitgesloten. Een laatste bijdrage kan betaald worden tijdens de maand die, desgevallend het trimester dat voorafgaat aan de datum van ofwel het overlijden, ofwel de uittreding ofwel de pensionering van de Aangeslotene. Ingeval van jaarlijkse betaling, kan een laatste bijdrage worden betaald in het jaar van de pensionering of de uittreding. b. De bijdragen voor het Solidariteitsstelsel zijn onmiddellijk betaalbaar aan de Instelling, na ontvangst van een vervaldagbericht (naargelang de geuite keuze: maandelijks, trimestrieel of jaarlijks).
TITEL VII. BESTUUR
(artikel 22 en volgende van de statuten) 39.
De maatschappelijke en administratieve zetel van de Instelling (artikel 3 van de statuten) is gevestigd in het gerechtelijk arrondissement Brussel, Gulden Vlieslaan 64 te 1060 Brussel.
40.
Alle briefwisseling betreffende de administratie en het bestuur van de Instelling moet gericht worden aan het adres van de administratieve zetel.
41.
Het bestuur van de Instelling wordt toevertrouwd aan de raad van bestuur en een directiecomité. De gevolmachtigden voor het dagelijks bestuur zijn de algemeen directeur en de voorzitter van het directiecomité (zie artikels 22 tot 31 van de statuten).
8
42.
De operationele taken van het directiecomité en het dagelijks bestuur worden uitdrukkelijk bepaald in artikel 29 van de statuten. Een erkend commissaris controleert elk jaar de boekhouding, de balans en de resultatenrekening van de Instelling. Een aangeduide actuaris attesteert elk jaar de reserves van de Instelling. Ander controle- en beleidsfuncties worden ingevuld zoals voorzien in de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen.
43.
De Aangeslotene die van een disciplinaire overheid afhangt geeft uitdrukkelijk de toestemming aan deze disciplinaire overheid om rechtstreeks aan de Instelling alle voor de werking ervan noodzakelijke inlichtingen te verschaffen en aldus bijvoorbeeld kennis te geven van de inschrijvingen op het tableau van de Orde van advocaten, op de lijst van de stagiairs en op de lijst van de gerechtsdeurwaarders, evenals de weglatingen en de overlijdens.
TITEL VIII. SLOTBEPALINGEN 44.
In het kader van het beheer en de uitvoering van de overeenkomsten beschikt de Instelling over een aantal persoonlijke gegevens van de betrokken personen. Zoals dit wettelijk is voorgeschreven hebben die personen een recht van inzage en verbetering van deze persoonlijke gegevens. De Instelling waarborgt dat deze gegevens vertrouwelijk behandeld worden en enkel zullen worden gebruikt voor het beheer en de uitvoering van de overeenkomsten en eigen commerciële of promotionele doeleinden. De Instelling kan deze gegevens enkel bezorgen aan gevolmachtigde derden die zich hebben verbonden tot een zelfde confidentialiteitsverplichting.
45.
Voor klachten in verband met het beheer of de uitvoering van de Pensioenregeling, kan men zich wenden tot de FSMA, Congresstraat 12 - 14 te 1000 Brussel.
46.
Op dit Reglement is het Belgisch recht van toepassing.
47.
Dit Reglement wordt van kracht op 1 januari 2007. *** ** *
9