09 maart 2011
PENSIOEN In dit nummer van onze Pensioen News Update vindt u ondermeer de volgende onderwerpen: • Bijna akkoord over nieuwe pensioenstelsel (rubriek algemeen nieuws: "Bodem weg onder pensioen …"); • Europees Hof van Justitie - zaak C-236/09 (Test-Achats e.a.): mogelijk verstrekkende uitspraak over gelijke behandeling mannen en vrouwen bij verzekeringen (rubriek rechtspraak); • Antwoorden Kamervragen over UPO's: minister Kamp geeft AFM tik op de vingers (rubriek wet- en regelgeving); • Onze reactie aan de Tweede Kamer op de twee stellingen inzake beleggingsbeleid pensioenfondsen en kostendekkende premie in verband met de voorgenomen hoorzitting/ronde tafelgesprek naar aanleiding van Zembla (rubriek publicaties).
Algemeen Nieuws AFM gaat hard toezien op 'nieuw' pensioen: Hoogte uitkering moet helder zijn 8 maart 2011 Bron: Het Financieele Dagblad Bodem weg onder pensioen: Werkgevers en vakbonden leggen alle risico's bij deelnemers omdat zekerheid duur is 7 maart 2011 Door: Cats, R.;Zevenbergen, B. Bijna akkoord over nieuwe pensioenstelsel Bron: Het Financieele Dagblad
71/3721474.1 1/3721474.1 /3721474.1 3721474.1 721474.1 21474.1 1474.1 474.1 74.1 4.1 .1 1
071/3721474.1
Kabinet onderzoekt oorzaken gebrekkige pensioenopbouw zelfstandigen 4 maart 2011 Het kabinet wil weten hoe het komt dat zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) weinig aandacht hebben voor hun pensioenopbouw. Daarom wordt onder meer onderzocht of de wijze waarop de pensioenvoorzieningen nu zijn ingericht, aansluit op de behoefte van zelfstandigen.
Bron: Rijksoverheid.nl (Nb. Zie ook: Fiscale behandeling van oudedagsvoorzieningen: het kan beter, eerlijker, efficiënter en eenvoudiger in rubriek publicaties) DNB publiceert Nieuwsbrief Pensioenen nummer 6 4 maart 2011 DNB hecht eraan pensioenfondsbestuurders en andere belanghebbenden tijdig te informeren over actuele ontwikkelingen in het pensioentoezicht. Doelstelling is onder andere informatie te verstrekken waardoor pensioenfondsen zich tijdig kunnen voorbereiden op noodzakelijke stappen die gezet moeten worden. De actuele informatie wordt in de vorm van een nieuwsbrief aangeboden. De zesde nieuwsbrief bevat de volgende onderwerpen: Multi Opf Stand van zaken evaluatie herstelplannen DNB themaonderzoeken 2011 Andere invulling materieel toezicht Regeling beheerst beloningsbeleid Q&A afdekken renterisico Bron: DNB Plan over EU-pensioenleeftijd geschrapt van agenda eurotop 28 februari 2011 De EU i gaat lidstaten niet voorschrijven dat ze de pensioenleeftijd moeten verhogen. Ook komen er geen Europese afspraken over de hoogte van de vennootschapsbelasting of over het loonbeleid. Bron: Europa Nu SPO Connects ‘Zeker communiceren over onzekerheden’ 25 februari 2011 De pensioensector staat aan de vooravond van een aantal ingrijpende veranderingen. Pensioenfondsen staan dit jaar voor de grote uitdaging om op een goede manier te communiceren met deelnemers over alle
09 maart 2011
veranderingen, zekerheden en onzekerheden van de pensioenregeling. Bron: Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen AFM InZicht nr. 24 22 februari 2011 Hoofdonderwerp in dit nummer: Hou het eenvoudig. Joanne Kellermann (DNB) en Harman Korte (AFM) over pensioentoezicht. DNB en AFM houden beide toezicht op de pensioenfondsen en verzekeraars, samen ook wel pensioenuitvoerders genoemd. In dit dubbelinterview wordt gekeken naar de verschillende verantwoordelijkheden van beide toezichthouders. Waarin verschillen zij en waar trekken zij samen op? Bron: AFM Concept Praktijkhandreiking Pensioenfondsen ter consultatie 18 februari 2011 Naar aanleiding van het overleg tussen het Actuarieel Genootschap, DNB, CBS en de NBA heeft de NBA de concept praktijkhandreiking ‘Kader voor accountants bij de controle van de door pensioenfondsen in aanmerking genomen levensverwachting in verband met het beschikbaar komen van nieuwe relevante informatie' opgesteld. Bron: NBA (NIvRA)
Wet- en Regelgeving Antwoorden Kamervragen over uniform pensioenoverzicht 3 maart 2001 Antwoorden van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vragen van het lid Vermeij (PvdA) over de rechten die deelnemers kunnen ontlenen aan hun Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Bron: Rijksoverheid.nl Antwoorden Kamervragen pensioenregelingen 1 maart 2011 Antwoorden van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), mede namens de minister en de staatssecretaris van Financiën, op de vragen van de leden Klaver (GroenLinks) en Braakhuis (GroenLinks) over administratieve problemen bij pensioenverzekeraars. Bron: Rijksoverheid.nl Verruiming fiscale aftrek pensioenpremies ZZP-ers 25 februari 2011 De staatssecretaris van Financiën verruimt de fiscale aftrek van pensioenpremies van ZZP-ers naar tien jaar Bron: Rijksoverheid.nl Zie ook: - Weekers: Fiscale aftrek pensioenpremie ZZP'ers naar 10 jaar - Rijksoverheid.nl - Zzp'er mag langer in pensioenfonds blijven – Het Financieele Dagblad, 28 februari 2011 Antwoord Kamervragen schijnzekerheid pensioenoverzicht 21 februari 2011 Antwoorden van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vragen van het lid Koşer Kaya (D66) over vermeende schijnzekerheid van het pensioenoverzicht. Bron: Rijksoverheid.nl Antwoord vragen Groot en Vermeij over fiscale belemmeringen bij het fuseren van pensioenfondsen 18 februari 2011 Bron: overheid.nl
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
Toekomst pensioenstelsel Brief regering; Reactie op verzoek Vermeij over de uitzending van Zembla inzake slechte beleggingen bij pensioenfondsen Kamerstuk 32043 nr. 28 (Nb. Zie ook: onze reactie in de rubriek publicaties). Brief regering; Omvang en samenstelling witte vlek op pensioengebied Kamerstuk 32043 nr. 29 Bijlage: Witte vlek op pensioengebied 2008 en 2009 Bron: Overheid.nl Wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met wijziging van de markt- en overheidbepalingen Nota naar aanleiding van het verslag Kamerstuk 32477 nr. 6, Tweede Kamer Nota van wijziging Kamerstuk 32477 nr. 7, Tweede Kamer Bron: Overheid.nl Wet van 28 januari 2011, houdende vaststelling van de begrotingsstaat van het Spaarfonds AOW voor het jaar 2011 Staatsblad, 2011 Nr. 98 1 maart 2011 Bron: Overheid.nl Wet van 28 januari 2011, houdende wijziging van de begrotingsstaat van het Spaarfonds AOW voor het jaar 2009 (slotwet) Staatsblad, 2011 Nr. 97 1 maart 2011 Bron: Overheid.nl Bekendmaking wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Staatscourant 2011 Nr. 3324 22 februari 2011 Bron: Overheid.nl
Rechtspraak Europees Hof van Justitie - zaak C-236/09 1 maart 2011 „Prejudiciële verwijzing – Grondrechten – Discriminatiebestrijding – Gelijke behandeling van vrouwen en mannen – Toegang tot en aanbod van goederen en diensten – Verzekeringspremies en ‑ uitkeringen – Actuariële factoren – Inachtneming van sekse als factor in beoordeling van te verzekeren risico – Particuliere levensverzekeringsovereenkomsten – Richtlijn 2004/113/EG – Artikel 5, lid 2 – Uitzondering zonder tijdsbeperking – Handvest van grondrechten van Europese Unie – Artikelen 21 en 23 – Ongeldigheid” Bron: Curia.europa.eu Zie ook: Nieuwe klap voor verzekeraar - Het Financieele Dagblad, 2 maart 2011 LJN: BP6671, Gerechtshof 's-Hertogenbosch , MHV 200.069.857 Datum uitspraak: 01-03-2011 Datum publicatie: 03-03-2011 Rechtsgebied: Personen-en familierecht Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Partneralimentatie. Interen op vermogen door alimentatiegerechtigde. Bron: Rechtpsraak.nl LJN: BP6615, Rechtbank Haarlem , AWB 10/5575 Datum uitspraak: 02-03-2011 Datum publicatie: 03-03-2011 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: AOW pensioen naar de norm van gehuwden toegekend aan eiseres die als gehuwde een LAT-relatie voert. Bron: Rechtpsraak.nl LJN: BP6183, Gerechtshof 's-Gravenhage, 200.060.798/01 Datum uitspraak: 02-02-2011 Datum publicatie: 01-03-2011 Rechtsgebied: Personen-en familierecht Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Partneralimentatie en pensioenaanspraken. Keuze vrouw, wijze van besteding en deze komt voor haar rekening.
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
Terugbetalingsverplichting. Bron: Rechtpsraak.nl LJN: BP5800, Gerechtshof 's-Hertogenbosch , HD 200.067.209 Datum uitspraak: 22-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Huwelijksvermogensrecht. Algehele gemeenschap van goederen; aanspraak op pensioenrechten. Gelet op de datum van echtscheiding (in 1991) is op de onderhavige situatie het arrest Boon/Van Loon (HR 27 november 1981, NJ 1982, 503) van toepassing, hetgeen betekent dat de vrouw in beginsel recht heeft op de helft van de tot het einde van het huwelijk opgebouwde pensioenrechten. Blijkens een notariële akte van 1992 hebben partijen verklaard dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is voltooid en dat zij niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar over en weer volledige kwijting en decharge verlenen. Naar het oordeel van het hof leidt uitleg op basis van het Haviltex-criterium ertoe, dat de man er niet van mocht uitgaan en de vrouw niet hoefde te begrijpen dat de kwijtingsbepaling ook zag op de pensioenrechten. Het hof is voorts van oordeel dat er geen sprake is van een gedraging of een nalaten van de vrouw waardoor bij de man een zodanig vertrouwen werd gewekt, dat zij geen aanspraak meer kan maken op de pensioenrechten. Het hof komt ten slotte tot het oordeel dat de aanspraak van de vrouw op het pensioen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, ook niet indien zou komen vast te staan dat zij samenwoonde met een ander als waren zij gehuwd, terwijl zij van de man een uitkering tot levensonderhoud ontving. Bron: Rechtpsraak.nl LJN: BP5631, Rechtbank Dordrecht , 88692 / HA ZA 10-2683 Datum uitspraak: 23-02-2011 Datum publicatie: 24-02-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Het vormvoorschrift van artikel 2, eerste lid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is niet in acht
genomen. (Toepasselijkheid van de wet is niet bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding uitgesloten) Onder omstandigheden kan het onverkort vasthouden aan dit vormvoorschrift naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Volgt bewijsopdracht aan de man om te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de man de pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd, heeft afgekocht voor f 7.000. Bron: Rechtspraak.nl LJN: BP5560, Centrale Raad van Beroep , 09/3449 AOW + 09/3455 ANW + 09/3502 AOW Datum uitspraak: 15-02-2011 Datum publicatie: 24-02-2011 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Toekenning gehuwdenpensioen ingevolge de AOW. Intrekking Anw. Gezamenlijke huishouding. Bron: Rechtspraak.nl LJN: BP5142, Rechtbank Amsterdam , 411959 / HA ZA 08-3117 (tussenvonnis) Datum uitspraak: 13-01-2010 Datum publicatie: 21-02-2011 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Vermogensbeheer, belegging in perpetuele obligaties/floating rate notes/ steepeners. Tussenvonnis: Vraag is of bank TGB een niet passend, te risicovol beleggingsbeleid heeft gevoerd door ten onrechte vanaf 2004 in plaats van traditionele obligaties in toenemende mate floating rate notes, steepeners en perpetuele obligaties in de portefeuille op te nemen. De rechtbank gelast een deskundigenbericht om vast te stellen welke concrete risico’s en rendementsverwachtingen aan de door TGB specifiek in de portefeuille opgenomen floating rate notes, steepeners en perpetuele obligaties zijn verbonden. Bron: rechtspraak.nl
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
Publicaties Fiscale behandelingen van oudedagsvoorzieningen: het kan beter, eerlijker, efficiënter en eenvoudiger Prof. mr. H.M. Kappelle, prof. dr. G.J.B. Dietvorst, mr. dr. R.M.J.M. de Greef, mevr. mr. M.J.M. Hendriks, prof. dr. P.M.C. de Lange en drs. E.A.P. Schouten CPC Weekblad voor fiscaal recht 2011 nr. 232 Rechtsgevolgen van onjuiste pensioeninformatie Mr. B. Degelink CPL Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken 2011 nr. 01 Hoe komen Nederland en het Verenigd Koninkrijk de pensioencrisis door? Een beleidsmatige vergelijking Dr. L.J.P. van der Meij Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken 2011 nr. 01 Onze reactie aan de Tweede Kamer op de twee stellingen inzake beleggingsbeleid pensioenfondsen en kostendekkende premie De Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gevraagd om een reactie vanuit de pensioensector op een tweetal stellingen. Dit in verband met de voorgenomen hoorzitting/ronde tafelgesprek op 31 maart 2011 over de pensioenfondsen naar aanleiding van de televisie uitzending van het programma Zembla op 5 februari jl. Zie: Bijlage 1
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
Contact
Louis Kuypers
Hennie de Graaf
T E
T E
(+31) (0)20 605 6384
[email protected]
(+31) (0)20 605 6385
[email protected]
Roland de Greef
Maarten Minnaard
T E
T E
(+31) (0)20 605 6334
[email protected]
(+31) (0)20 605 6347
[email protected]
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
Bijlage 1 - Onze reactie aan de Tweede Kamer op de twee stellingen inzake beleggingsbeleid pensioenfondsen en kostendekkende premie
Postbus 75505, 1070 AM Amsterdam Gustav Mahlerplein 50, Amsterdam
Notitie
Aan
Vaste Kamercommissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Datum Betreft Referentie
1.
3 maart 2011 Reactie op stellingen. 300/3713249.2
Pensioenunit Houthoff Buruma T: 020 605 6384
[email protected]
Inleiding
1.1. De Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gevraagd om een reactie vanuit de pensioensector op een tweetal stellingen. Dit in verband met de voorgenomen hoorzitting/ronde tafelgesprek op 31 maart 2011 over de pensioenfondsen naar aanleiding van de televisie uitzending van het programma Zembla op 5 februari jl. 1.2. Houthoff Buruma, in het bijzonder de sectie pensioenrecht, gaat graag op deze uitnodiging in. In deze notitie treft u onze zienswijze aan op de geformuleerde stellingen. Daarbij zullen wij de stellingen vooral vanuit een juridisch perspectief benaderen, aangezien dat ons metier is. 2.
Stelling 1: De huidige problemen bij pensioenfondsen zijn veroorzaakt door risicovol
beleggingsbeleid 2.1. Beleggingsbeleid is per definitie risicovol en moet dat ook zijn wil men voldoende rendement kunnen behalen voor indexatie van de pensioenen, gegeven een bepaalde inleg. De vraag is of er tegen die achtergrond onverantwoorde risico's zijn genomen en zo ja, over welke periode. 2.2. De regelgeving voor pensioenfondsen is sinds de invoering van de Pensioenwet in 2007 op een aantal terreinen aanmerkelijk verscherpt. Dat geldt materieel niet voor het beleggingsbeleid. Daarvoor gold en geldt de zogenaamde prudent person-regel, zoals thans neergelegd in artikel 135, lid 1 Pensioenwet (Pw). 2.3. Voor 2007, dus ook voor de kredietcrisis, gold de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW). In deze wet stonden twee bepalingen die de kern van het financiële toezichtskader bevatten: artikel 9a, lid 1 en artikel 9b, lid 1 PSW. Deze laatste bepaling regelde dat pensioenfondsen op solide wijze moesten beleggen. In de praktijk kwam dat overeen met de huidige prudent person-regel. Genoemde bepalingen waren verder uitgewerkt in de Actuariële Principes voor pensioenfondsen (APP) opgesteld door de toenmalige Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK). Bij de implementatie This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
van de Europese richtlijn 2003/41/EG (de IORP- of pensioenfondsenrichtlijn), waarin de prudent person-regel verplicht werd gesteld voor pensioenfondsen in de EEG, werd op dit punt in de Nederlandse wet niets gewijzigd. 2.4. De vraag is dus of pensioenfondsen solide (dan wel als een prudent person) hebben belegd. 2.5. Het Financieel Toetsingskader is leidend bij de beslissingen met betrekking tot beleggingen. In onze pensioenpraktijk hebben wij de indruk dat bij pensioenfondsbesturen de vereiste deskundigheid om zowel aan de eisen van het FTK als die van de prudent person te voldoen in een aantal gevallen ontoereikend is. Dit heeft soms tot een risicovoller beleggingsbeleid geleid dan wellicht prudent zou zijn geweest. 2.6. Voor wat het verdere verleden betreft is bij het beleggingsbeleid zeker de invloed van de sponsor mede bepalend geweest (vanwege het ontbreken van een aan artikel 108 PW gelijkluidende bepaling). Niet zeker is dat dit de pensioenfondsbesturen kan worden aangerekend in een omgeving die qua complexiteit en de snelle opeenvolging van ontwikkelingen feitelijk een omgeving voor (beleggings)professionals is. Het nemen van risico is en was dus mede gebaseerd op de in de uitvoeringsovereenkomst met de sponsor gemaakte afspraken. Als de sponsor niet wil betalen voor het toeslagbeleid moet er meer risico worden genomen om voldoende extra rendement te genereren. Daarbij gelden minder beperkingen indien de sponsor kan worden aangesproken voor een eventueel reservetekort of dekkingstekort. Daartegenover kan de dekkingsgraad snel stijgen en ruimte bieden voor premiekortingen en bij nog betere rendementen tot teruggaven aan de sponsor. Dat systeem staat en valt natuurlijk met de haalbaarheid van het verhaal op de sponsor in slechte tijden en daar is veel bij fout gegaan bij de heronderhandeling van uitvoeringsovereenkomsten bij invoering van de PW in 2007, die toevallig samenviel met de in werking treding van IAS 19 en Richtlijn 286. Veel sponsoren eisten beperking van hun pensioenexposure onder de nieuwe boekhoudregels door invoering van een afgebakende premie. Om die reden is in veel uitvoeringsovereenkomsten vastgelegd dat de sponsor voor de uitvoering van zijn pensioentoezegging een vast percentages van de loonsom betaalt. Zou later blijken dat voor de opgebouwde pensioenaanspraken meer nodig was dan de in rekening gebrachte premie (bijvoorbeeld bij een dalende rente of gestegen levensverwachting) dan werd dat contractueel uitgesloten. In ruil daarvoor werd meestal wel een risico opslag in rekening gebracht bij de sponsor en soms werd ook het aanwezige vermogen ineens verhoogd door een eenmalige storting van de sponsor, maar daarbij werd - naar achteraf blijkt - te weinig rekening gehouden met de risico's die het pensioenfonds bleef lopen en waarvoor het pensioenfonds in de beleggingen risico's moest blijven nemen. Overigens doet en deed het omgekeerde zich ook voor: onder dezelfde IAS 19 rekenregels kon de sponsor ook in een plus situatie verkeren. Daarvoor gold echter de voorwaarde dat de sponsor een redelijk uitzicht moest hebben op terugbetaling van overschotten en recht op een liquidatieoverschot. 3.
Stelling 2: De huidige problemen bij pensioenfondsen zijn veroorzaakt door in het
verleden te laag vastgestelde pensioenpremies 3.1. Onder de huidige PW en het daarbij behorende Financieel toetsingskader (FTK), zou de premie kostendekkende moeten zijn (artikel 128 Pw en artikel 4 FTK) en zijn terugstortingen en premiekortingen slechts toegestaan als de technische voorzieningen gedekt zijn, het vereiste eigen
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
vermogen aanwezig is en de voorwaardelijke toeslagverlening gewaarborgd is. Daarnaast moeten eventuele achterstanden in voorwaardelijke toeslagverlening en kortingen op pensioenrechten en – aanspraken ongedaan zijn gemaakt voordat er terugbetalingen mogen plaatsvinden aan de sponsor. 3.2. Ook voor invoering van het FTK was dat niet anders. De Beleidsregel Uitgangspunten voor de financiële opzet en positie van pensioenfondsen uit 2002 van de PVK ging daar al vanuit. Terugstortingen en premiekortingen waren slechts mogelijk indien er geen dekkings- of reservetekort was en de voorwaardelijke toeslagverlening een "adequate financiële basis" had. 3.3. In de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw is – zoals bekend – in veel gevallen een korting gegeven op de premies (premieholiday of zelfs terugstortingen). 3.4. Deze kortingen werden bovendien in vele gevallen gegeven om te voorkomen dat pensioenfondsen over hun buffers vennootschapsbelasting zouden moeten gaan betalen vanwege meer dan 15 jaar lang boven de pensioenmarkt hangend risico dat een wetsvoorstel uit 1989 tot invoering van die fiscale afroming van de buffers boven een dekkingsgraad van 115%, ingevoerd zou worden (Wetsvoorstel 21 197 'Wet Heffing Vermogensoverschotten van Pensioenfondsen"). Interessant is dat de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel vermeldt dat ondanks stijgende dekkinggraden de pensioenpremies onvoldoende waren verlaagd. Daardoor zou de fiscus achter het net vissen, die premies zouden anders in de winstbelasting zijn betrokken. Op zich al een stimulans voor pensioenfondsen om de premies zo laag mogelijk vast te stellen. 3.5. In een aantal gevallen zou het zelfs zo kunnen zijn dat pensioenfondsen zich wat de premiekorting betreft mogelijk teveel hebben gericht naar hun sponsoren. Dat zal heden ten dage overigens niet zo snel meer kunnen voorkomen door de sterk verbeterde governance eisen. 3.6. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat deze kortingen niet zomaar hadden mogen plaatsvinden, tenzij er op dat moment geen dekkings- of reservetekort was en de voorwaardelijke toeslagverlening een "adequate financiële basis" had. En dat zou dus van geval tot geval bekeken moeten worden, hoewel op voorhand al gezegd kan worden dat in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw de financiële ruimte er doorgaans wel was. 3.7. De conclusie is derhalve dat kortingen wel mogelijk waren, mits daarbij voldaan werd aan het regelgevend kader. 3.8. Wij hebben geen aanleiding te veronderstellen dat alle pensioenfondsen in het verleden premiekortingen hebben verleend die in strijd waren met de toenmalige regelgeving. Je kunt dus niet in zijn algemeenheid zeggen dat de huidige problemen bij pensioenfondsen zijn veroorzaakt door in het verleden te laag vastgestelde pensioenpremies. 3.9. Achteraf bezien hadden er wellicht geen kortingen gegeven moeten worden, maar die gedachte is uiteraard niet relevant. 3.10. Wel kan de vraag worden gesteld of het verlenen van kortingen en het teruggeven van "overschotten" niet automatisch met zich brengt dat de sponsor in slechte tijden ook moet aanzuiveren, zelfs als dat niet expliciet in de uitvoeringsovereenkomst is geregeld. Ook onder de PW is die vraag nog relevant, mede gegeven hetgeen hierboven werd opgemerkt. Bovendien staat vast dat pensioenfondsen zeker niet streven naar premiemaximalisatie en dus op grote schaal gebruik maken van demping van de kostendekkende premie (nog steeds toegestaan), compensatie
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
09 maart 2011
met buffervrijval (niet meer toegestaan, maar daarvoor op ruime schaal ingezet om premie te minimaliseren), gemitigeerde kostenopslagen en dergelijke. 3.11. Er zijn maar weinig uitgebalanceerde uitvoeringsovereenkomsten waarin de verplichtingen over en weer evenwichtig zijn vastgelegd. Hier wreekt zich dat in de PW geen bepaling is opgenomen inzake de aansprakelijkheid voor tekorten. Pensioenfondsen hebben daar onvoldoende rekening mee gehouden en worden bij de kredietcrisis niet door de wet gesteund in hun mogelijkheid om de sponsor aan te spreken. 4.
Tot slot
4.1. De rekenrente is een cruciaal gegeven voor pensioenfondsen. Sinds 2007 is de rekenrente gebaseerd op een rentetermijnstructuur (swapcurve). Op basis hiervan worden de pensioenverplichtingen contant gemaakt. Sinds eind 2007 is deze rente per saldo fors gedaald van gemiddeld ruim 4% tot minder dan 3%. 4.2. Deze rentetermijnstructuur is momenteel de belangrijkste oorzaak van de gedaalde dekkingsgraad van pensioenfondsen tezamen met demografische ontwikkelingen en niet het beleggingsbeleid of de mogelijkheid tot premiekorting, waar momenteel geen sprake van kan zijn. 4.3. Van belang voor de houdbaarheid van ons toekomstige pensioencontract is vooral dat er een glasheldere propositie wordt voorgelegd aan de deelnemers, ongeacht of wordt gekozen voor "harde" of "zachte" rechten en aanspraken. In deze propositie moet volstrekt duidelijk worden gemaakt bij wie welke risico's liggen en aan wie het pensioenkapitaal en de pensioenaanspraken toebehoren. En dat moet vooraf in de pensioenovereenkomsten en uitvoeringsovereenkomsten eenduidig worden vastgelegd. 4.4. Een goede communicatie hieromtrent is uiteraard onontbeerlijk. Daarbij moet niet in de valkuil worden getrapt om dan maar een overload aan informatie en disclaimers op te willen nemen, zoals thans in onze wetgeving wordt voorgeschreven. Dat komt de hederheid niet ten goede en is ook niet noodzakelijk voor een juridisch waterdicht en heldere propositie. 4.5. Voor wat betreft de deskundigheid van pensioenfondsbesturen en de uitwerking van de prudent person regel zijn wij van mening dat daarbij door DNB en AFM meer op gestuurd moet worden dan nu het geval is. DNB en AFM beschikken hiertoe over een uitgebreid handhavingsinstrumentarium. De pensioenunit van Houthoff Buruma Cooperatief u.a., advocaten notarissen en belastingadviseurs, bestaat uit: mr. drs. A.C.M. Kuypers, dr. R.M.J.M. de Greef, mr. M.W. Minnaard, mr. H. de Graaf, mr. T. Huijg, mr. B. Degelink en dr. L.J.P. van der Meij
This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.