Pedagogisch Beleidsplan SNO De Mini’s
1
Inhoudsopgave Organisa*ebeschrijving ...........................................................................................................................3 Missie ..................................................................................................................................................3 Visie ....................................................................................................................................................3 Pedagogisch beleid .................................................................................................................................4 Ontwikkeling van kinderen .................................................................................................................4 Ontwikkelingss*mulering ...............................................................................................................4 Verschillen in ontwikkeling ..............................................................................................................6 Waarden en normen ...........................................................................................................................7 Verzorging ...........................................................................................................................................8 Ouders en verzorgers ..........................................................................................................................9 Externe contacten ............................................................................................................................10
Versie Mei 2013
2
Organisatiebeschrijving Wij zijn De Mini’s, een op zichzelf staande peuterspeelzaal en dochteronderneming van SNO Woudenberg. SNO Woudenberg. Om te weten waar we vandaan komen, vertellen we eerst iets over SNO Woudenberg.
SNO Woudenberg SNO staat voor Spor*eve Naschoolse Opvang. Naschoolse variant (NSO) is een variant binnen de BSO. SNO Woudenberg kunt u zien als een sport-‐BSO. SNO biedt een compleet programma aan gericht op duurzame verbetering, een gezonde en plezierige leefs*jl voor kinderen in de leeTijd van 4 tot 13 jaar. Kinderen ziVen de hele dag op school en willen vervolgens ' ontladen'. Ze willen hun energie kwijt. SNO gelooT dat dit heel goed kan door het aanbieden van sport en spel. Naast ontlading bieden sport en spel ook een bijdrage aan de ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden. Lichamelijk, cogni*ef, sociaal en emo*oneel kunnen kinderen volgens SNO veel leren door middel van sport. SNO De Mini’s Hoewel De Mini’s onderdeel is van SNO Woudenberg, is het geen opvangorganisa*e. Het is een volwaardige peuterspeelzaal. Wij richten ons op peuters in de leeTijd tot vier jaar en stellen ons ten doel om peuters in de leeTijd van twee tot vier jaar op*male ontwikkelingskansen te bieden door veelzijdige en passende speelmogelijkheden te bieden. Om hierin een doorgaande lijn te trekken naar de basisschool werken we met de methode Piramide. Deze methode past bij het landelijke project Vroege Voorschoolse Educa*e (VVE) dat zich erop richt om kinderen een goede start te geven. Naast spelen en leren vinden we bewegen belangrijk bij de Mini’s, om deze reden bieden we de oudere peuters, de kinderen van drie jaar en ouder, peutergym aan.
Missie Wij willen kinderen van twee tot vier jaar een veilige, uitdagende en lerende omgeving bieden waarin ieder kind de kans krijgt om zich op*maal te ontwikkelen op mentaal, sociaal, motorisch en cogni*ef gebied.
Visie Elk kind is uniek en heeT een eigen karakter, eigen interesses en eigen talenten. We willen de kinderen de kans bieden om zich te ontwikkelen. Dit doen we onder andere door het bieden van een (emo*oneel) veilige omgeving, het overdragen van normen en waarden, communiceren met het kind en werken volgens Piramide, een methode voor Vroege Voorschoolse Educa*e (VVE).
3
Pedagogisch beleid Ontwikkeling van kinderen De peuterspeelzaal is voor veel kinderen de eerste stap de buitenwereld in, zonder papa of mama. Bij SNO De Mini’s leren kinderen omgaan met elkaar door samen te spelen, te eten, te drinken, te werken en te luisteren in de kring. Dit is voor de meeste kinderen nieuw, het is daarom extra belangrijk dat alle kinderen de aandacht krijgen die ze verdienen. We scheppen een veilige omgeving waarin de kinderen de wereld om hen heen kunnen ontdekken. Door het contact met elkaar leren kinderen wat voor invloed hun gedrag heeT op anderen, hoe ze kunnen delen, hoe je elkaar kunt helpen, hoe je ruzies soms al zelf op kunt lossen en dat je voor jezelf op mag komen. Ontwikkelingss?mulering Bij SNO De Mini’s komen kinderen niet alleen voor een gezellige middag of ochtend. We vinden het ook belangrijk dat de ontwikkeling van de kinderen ges*muleerd word op verschillende gebieden. Hieronder kunt meer lezen over de verschillende ontwikkelingsgebieden en hoe wij deze ontwikkeling s*muleren. Cogni?eve ontwikkeling Cogni*eve ontwikkeling is de ontwikkeling van de taal, spreken – luisteren en begrijpen, en het denken. Kinderen krijgen meer begrip en inzicht in situa*es door de informa*e uit hun omgeving te ordenen, te rangschikken, te ordenen, onthouden, toe te passen en misschien al combineren met nieuwe situa*es. Door te spelen leert een kind, maar ook voorbeelden en nabootsing zijn leermogelijkheden voor kinderen. Door dagelijkse gebeurtenissen te bespreken kan een kind een ordening aanbrengen in zijn of haar wereld. Bij SNO De Mini’s heeT ieder dagdeel een vast ritme van ac*viteiten, zodat de kinderen weten wat er gaat gebeuren. Daarnaast vinden we het belangrijk om de kinderen dingen uit te leggen en benoemen, maar kinderen zeker ook zelf de kans te geven om zelf hun ervaringen of ideeën te verwoorden. In de kring bespreken we onderwerpen die de kinderen in hun wereld tegenkomen. In de kringgesprekken proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Samen geven we betekenis aan de dingen die om ons heen gebeuren. Door binnen een thema te werken kunnen de werkjes die we maken de opgedane kennis ondersteunen. Daarnaast bieden we veel verschillend ontwikkelmateriaal aan, waardoor kinderen ook in de vrije momenten in aanraking komt met het maken van kleine opdrachten, het zoeken naar oplossingen voor kleine problemen en met verschillende thema’s.
4
Spraak-‐taalontwikkeling Spraak-‐taalontwikkeling is de ontwikkeling van taal, zowel het spreken als begrijpen van de taal. Taal helpt ons om de wereld om ons heen te begrijpen en om sociaal ac*ef te zijn. Je kunt door taal te gebruiken uitleg vragen of aangeven wat je zelf al weet en of je hulp nodig hebt. Bij SNO De Mini’s vinden we het belangrijk om veel met de kinderen te praten. Zowel in geplande situa*es, zoals in de kring, maar ook op taalui*ngen van het kind in de vrije situa*es. Door middel van een echo, het correct herhalen van eventuele taalfouten die kinderen maken, leert het kind hoe het moet, zonder het gevoel te hebben dat wat het net zei fout was. Bijvoorbeeld: ‘Dit pen is kapot’ ‘Ja, dat klopt. Deze pen is kapot. Om de taalontwikkeling te s*muleren zingen we liedjes, spelen we taalspelletjes en lezen we verhalen. Motorische ontwikkeling Motorische ontwikkeling is te verdelen in grove en fijne motoriek. Grove motoriek omvat bijvoorbeeld dingen als lopen, rennen en een bal schieten. Onder fijne motoriek verstaan we de bewegingen waarvoor meer aandacht of concentra*e nodig is, zoals bijvoorbeeld knippen of iets kleins oppakken van de grond. Vanuit onze achtergrond bij SNO Woudenberg vinden ook wij bewegen erg belangrijk. Door samen met de kinderen te bewegen s*muleren we de motorische ontwikkeling van kinderen. Dit doen we door samen buiten te spelen en samen te gymmen1. We doen dit op het plein of in de gymzaal. Deze ac*viteiten richten zich hoofdzakelijk op de grove motoriek. De ontwikkeling van de fijne motoriek s*muleren we in de werkjes die de kinderen maken. Verder is er ook materiaal aanwezig, zoals construc*emateriaal en puzzels, waarmee kinderen hun fijne motoriek in vrije situa*es kunnen trainen. Sociaal-‐emo?onele ontwikkeling De sociaal-‐emo*onele ontwikkeling is las*g in een kader te plaatsen, omdat het een groot en complex gebied binnen de algehele ontwikkeling van een kind omvat. Het ontwikkelen van emo*es, het zelfeeld, temperament, mo*va*e en de hech*ng van het kind, spelen allemaal een rol in de sociaal-‐emo*onele ontwikkeling. Daarnaast hangt de ontwikkeling nauw samen met andere ontwikkelingsgebieden zoals de motorische-‐, biologische-‐ en cogni*eve ontwikkeling. Om deze vorm van ontwikkeling de s*muleren is het belangrijk om de gevoelens van een kind te herkennen en serieus te nemen. Dit betekent niet dat alles mag, je moet je immers wel aan de regels houden. De medewerksters proberen de gevoelens van het kind te verwoorden, zodat het kind zijn eigen gevoelens kan herkennen en ermee om leert gaan. Dit helpt het kind ook in het herkennen van emo*es bij andere kinderen. Kinderen uiten hun gevoelens nog veel door het gebruik van spel. De medewerkster van SNO De Mini’s observeren het spel van de kinderen en speelt hier op in. Sociaal-‐emo*onele ontwikkeling gaat ook over het vergroten van de sociale competen*es. Door samen te spelen met andere kinderen, deel te zijn van een groep en het deelnemen aan groepsac*viteiten kan een kind oefenen met zijn sociale competen*es.
1 Peutergym doen we met de kinderen van 3 jaar en ouder.
5
Crea?eve ontwikkeling Kinderen hebben niet alleen een frisse kijk op de wereld, ze barsten ook nog eens van de fantasie en crea*viteit. Vooral jonge kinderen worden daarbij (nog) niet tegengehouden door het idee dat iets niet mooi kan zijn of dat het niet goed is. Om hier op in te spelen bieden we allerlei materialen aan om mee te werken, zoals verf, klein, lijm en zand, en om mee te spelen, zoals verkleedkleren en muziekinstrumenten. In het begin is het omgaan met de materialen al één grote ontdekkingstocht. Later leren kinderen wat de eigenschappen zijn van materialen en wat je ermee kunt doen. Verschillen in ontwikkeling LeeDijdsindeling Vanaf twee jaar en drie maanden mogen de kinderen bij SNO De Mini’s komen. De meeste kinderen komen twee keer per week. We werken met leeTijdsgroepen om zo beter op de ontwikkelingsfases van de kinderen in te kunnen spelen. In de ochtendgroepen ziVen kinderen van twee jaar en drie maanden tot drie jaar. In de middaggroepen ziVen kinderen vanaf drie jaar tot vier jaar. Het is de bedoeling dat kinderen van de ochtendgroepen doorstromen naar de middagroepen, zodra ze daarvoor de leeTijd bereikt hebben en er plek is in deze groepen. Als een kind vier jaar wordt mag het naar de basisschool. Wanneer uw kind niet direct geplaatst kan worden op de school van uw keuze, dan bieden we u de mogelijkheid om het kind bij SNO De Mini’s te laten komen tot het wel geplaatst kan worden. Alle groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen. Methodes en observa?e We werken bij SNO De Mini’s met de methode Piramide. Piramide biedt een speelse educa*eve aanpak voor alle kinderen. Deze aanpak is toegesneden op alle kinderen, variërend van kinderen met een ontwikkelingsachterstand tot en met kinderen die voorop lopen. De werkwijze s*muleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkelin. Door een slimme combina*e van ac*viteiten krijgen ze in een veilige omgeving grip op de wereld. Zo biedt Piramide elke kind de kans om zich op*maal de ontwikkelen. (CITO Onderwijs) Deze methode heeT voor elk jaar observa*eformulieren. Deze gebruiken wij om te kijken waar uw kind zit in zijn ontwikkeling. Daarnaast is er een formulier ontwikkeld door Pinkeltje (voormalig peuterspeelzaal), de Ark en de Woudenbergse basisscholen. Ook dit formulier wordt gebruikt om uw kind te observeren. Vroege Voorschoolse Educa?e (VVE) Vroege Voorschoolse Educa*e (VVE) is onderwijs voor zeer jonge kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling. Hiermee kunnen kinderen spelenderwijs hun achterstand inhalen, zodat zij een goede start kunnen maken op de basisschool. Voorschoolse educa*e is bedoeld voor peuters van twee tot en met drie jaar en vindt plaats op de peuterspeelzaal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschoolse educa*e en bepalen zelf welke kinderen in aanmerking komen, meestal met behulp van de gewichtenregeling. Bij SNO De Mini’s werken we met het VVE-‐programme Piramide.Het consulta*ebureau geeT een indica*e af voor VVE. Aan de hand hiervan nemen ouders/ verzorgers contact op met de peuterspeelzaal
6
Afwijkende ontwikkeling Onze leidsters zijn bekend met de ontwikkeling die peuters doormaken. Elke peuter wordt zorgvuldig en objec*ef geobserveerd. Hierdoor kunnen we een afwijkende ontwikkeling objec*ef signaleren en de peuter hierin begeleiden. Ouders en/of verzorgers worden hiervan al*jd op de hoogte gebracht. Samen met de leidsters wordt gekeken waar de ontwikkeling afwijkt van de ‘normale’ curve en hoe we de peuter kunnen ondersteunen. Wanneer de leidsters advies geven om een externe par*j, bijvoorbeeld een logopedist, erbij te betrekken moeten ouders zelf ini*a*ef nemen. SNO De Mini’s kan alleen adviseren, niet doorverwijzen.
Waarden en normen Onze iden?teit We worden allemaal gevormd door onze omgang met anderen. Wat vinden we belangrijk en hoe uiten we dit in regels en voorschriTen. Bij SNO De Mini’s vinden we het belangrijk dat er een, fysiek en mentaal, veilig klimaat is. Wanneer dit er is, kunnen kinderen zich op*maal ontwikkelen. Dit veilige klimaat creëren we door de drie basisbehoeTen van kinderen te vervullen, deze steunen op de volgende punten: rela*e, competen*e en autonomie. Rela*e houdt in dat alle kinderen welkom zijn en dat alle kinderen mogen zijn zoals ze zijn. We werken aan de basisbehoeTe competen*e door kinderen voor vol aan te zien en te geloven in het eigen kunnen van de kinderen. Hierin is het ook belangrijk dat de peuter plezier heeT in het eigen kunnen. Autonomie: je kunt het zelf. Waar mogelijk, mogen peuters hun eigen keuzes maken. Waar wil je mee spelen en met wie? Als deze drie basisbehoeTen vervuld zijn, kunnen kinderen zich op*maal ontwikkelen. En dat is wat we willen bij SNO De Mini’s. Regels en afspraken Kinderen krijgen de ruimte en de structuur om zich te ontplooien. Bij structuur horen regels en afspraken. Onze regels zijn gericht op structuur en het behouden van het veilige klimaat. Zo ziVen we op onze stoel in de kring en pakken we geen speelgoed van elkaar af. Wanneer de peuters onderling een conflict hebben, ondersteunen we de kinderen in het zelf oplossen van hun conflict. De kinderen leren hoe zij met elkaar om kunnen gaan en hoe ze rekening met elkaar kunnen houden. Onze regels en afspraken hangen in het lokaal, zodat ook ouders en/of verzorgers deze kunnen nalezen en weten hoe we werken. Belonen en straffen Posi*ef gedrag van de kinderen wordt zoveel mogelijk, verbaal of non-‐verbaal, beloond. Hierdoor kunnen we kinderen al vroeg het verschil leren tussen gewenst en ongewenst gedrag. Peuters willen beloond worden, dus als zij zien welk gedrag van een andere peuter beloond wordt zullen zij dit gedrag ook gaan vertonen. We willen hierdoor posi*ef gedrag bevorderen.
7
Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont, bespreekt de leidster dit met de peuter. Hierdoor leert een peuter wat wel of niet mag ten opzichte van de andere kinderen of de leidsters. Soms is het nodig dat kinderen even apart worden gezet, hierdoor leren kinderen dat het vertoonde gedrag niet past binnen de groep. Wij vinden het belangrijk dat er na een overtreding van de regels of vertoning van ongewenst gedrag weer ruimte is voor de rela*e. De leidster en de peuter maken het weer ‘goed’. Hierdoor wordt de rela*e niet verstoord.
Verzorging Veiligheid Werken met kinderen maakt het noodzakelijk dat het materiaal en de inrich*ng van de ruimte voldoet aan strenge veiligheidseisen. De ruimte en materialen worden daarom regelma*g gecontroleerd door de leidsters. Onder andere door middel van voorzorgsmaatregelen, bijvoorbeeld alleen een koude kraan in de toileVen, strippen op de deur en het afsluiten van de buitendeur, zorgen we voor de fysieke veiligheid. Onze leidsters leVen goed op de veiligheid van de ruimte en het materiaal. Ook de GGD komt elk jaar langs voor een inspec*e. Dit rapport kunt u nalezen op de loca*e. Hoe we aan de mentale veiligheid werken kunt u teruglezen onder het kopje ‘onze iden*teit’. Hygiëne De peuterspeelzaal wordt elke dag schoongemaakt. Daarnaast is de ruimte zo stofvrij mogelijk ingericht. De toileVen worden op een dag regelma*g gecontroleerd door de leidster, zodat elke peuter gebruik kan maken van een schoon toilet. Naast de ruimte worden ook de materialen die we gebruiken regelma*g schoongemaakt. Wanneer peuters nog materiaal in hun mond steken, wijzen we hen erop dit niet te doen. Het betreffende materiaal wordt door de leidsters schoongemaakt. Eten en drinken Elk dagdeel eten en drinken we samen met de peuters aan tafel. Wij vinden het belangrijk dat kinderen gezond eten, daarom nemen alle kinderen een stuk fruit mee naar de peuterspeelzaal. ’s Ochtends leggen we dit op een grote schaal. Al het fruit wordt door de leidsters schoongemaakt en gesneden. Met zijn allen eten we het fruit op. Zijn er voor uw kind speciale gezondheidseisen, dan kunt u dit de leidsters laten weten. Zij houden hier dan rekening mee.
8
Ouders en verzorgers Communica?e Ouders en/of verzorgers zijn een belangrijke partner. Wij vinden het dan ook erg belangrijk om u op de hoogte te houden van de gang van zaken rondom de peuterspeelzaal. Dit doen wij op verschillende manieren, namelijk door middel van: -‐
Ons informa*eboekje. Hierin vind u prak*sche informa*e rondom de peuterspeelzaal, bijvoorbeeld de openings*jden, vakan*es en prak*sche *ps.
-‐
Gesprekjes bij de deur. Bij het brengen en halen van de kinderen wisselen we kleine, prak*sche dingen uit. Misschien heeT u kind slecht geslapen of is ons opgevallen dat hij of zij erg rus*g was op het dagdeel.
-‐
De digitale nieuwsbrief. Na afloop van elk thema krijgt u een nieuwsbrief, waarin u kunt lezen wat we de afgelopen weken hebben gedaan. Hierin staan ook de belangrijke data van de komende *jd.
-‐
Observa*eformulier en *en-‐minutengesprek. Alle peuters worden rond het derde en vierde jaar geobserveerd aan de hand van een observa*eformulier. Het ingevulde formulier wordt overlegd aan de ouders en waar nodig besproken in een *en-‐minutengesprek. Doel van de observa*e is het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. Het gesprek is bedoeld als een verduidelijking van het formulier.
-‐
Gesprek. Wanneer u zelf een gesprek wilt met een van onze leidsters kunt dit met de betreffende leidster bespreken.
Opvoeding Wij kunnen ouders en verzorgers ondersteunen bij vragen rondom de opvoeding. Kleine vragen waar ouders mee ziVen kunnen in gesprekjes bij de deur besproken worden. Wanneer het een meer uitgebreide vraag betreT, verwijzen we ouders door naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Woudenberg. Tijdens onze jaarvergadering nodigen we een spreker uit die ingaat op een aspect van de opvoeding van peuters, waardoor onze leidster uw peuter nog beter kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling. Invloed Zoals al eerder gezegd zijn ouders een belangrijke partner van de peuterspeelzaal. Wij vinden hun mening belangrijk en vinden het dan ook fijn als ouders meedenken. Meedenken kan door bijvoorbeeld ziong te nemen in de oudercommissie. Alle ouders kunnen het jaarverslag zien. Ouders kunnen ook helpen door bijvoorbeeld de leidsters te helpen met het schoonmaken van al het materiaal of door het doen van kleine klusjes.
9
Externe contacten Consulta?ebureau We onderhouden nauw contact met het consulta*ebureau. Dit is noodzakelijk voor de doorverwijzing van VVE-‐kinderen naar de peuterspeelzaal, maar ook met vragen kunnen we terecht bij het consulta*ebureau. Basisscholen Ook onderhouden we contact met de basisscholen in Woudenberg, en indien nodig ook met scholen buiten Woudenberg. Wanneer uw kind naar de basisschool gaat, leveren wij een overdrachpormulier af bij de basisschool van uw keuze. Indien nodig, wordt dit besproken met de leerkracht van de groep. We gaan minimaal een keer per jaar langs bij de basisscholen om te bespreken hoe onze samenwerking loopt en hoe we dit kunnen verbeteren. Naschoolse Opvang Wij zijn een dochterorganisa*e van SNO Woudenberg, een Spor*eve Naschoolse Opvang. Hier hebben we nauw contact mee. Wanneer uw kind naar de basisschool gaat en u wilt gebruik maken van de opvang van SNO, dan krijgt u hier voorrang op wanneer uw kind naar SNO De Mini’s is gegaan. Wij kunnen uw kind namelijk op de wachtlijst zeVen, zodra uw kind bij ons is ingeschreven. Hierdoor kan SNO uw kind sneller plaatsen dan wanneer uw kind niet bij SNO De Mini’s zit. Door de nauwe contact met SNO kunnen we ook informa*e over uw kind uitwisselen. SNO Woudenberg weet dan waar uw kind zich wel of niet preog bij voelt. Jeugdoverleg De gemeente Woudenberg geeT in haar toekomstvisie aan dat het de onderlinge samenwerking tussen voorzieningen voor kinderen wil s*muleren. Zij heeT daarvoor het casusoverleg Jeugd en Gezien gestart. Ook SNO De Mini’s wil hier graag aan deelenemen. Wij leren hierdoor ook andere instan*es kennen en kunnen hierdoor sneller schakelen met externe instan*es. Opleidingen Bij SNO De Mini’s werken goed geschoolde leidsters met veel plezier en enthousiasme. Dit willen ze graag overbrengen op anderen. Wij bieden stagiaires de mogelijkheid om leer-‐ en prak*jkervaring op te doen op de peuterspeelzaal.
10