PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN DE STAMPERTJES Inleiding Kinderdagverblijf De Stampertjes biedt kwalitatief goede opvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar. Onze taak is het opvangen en mede opvoeden van de kinderen. Hierbij ligt het accent op veiligheid, sfeer, rust, regelmaat en een voorspelbaar gedrag van de leidsters. Het opvangen en opvoeden van kinderen is iets wat wij niet ‘zomaar’ doen. Het werken met kinderen is een vak dat wij heel serieus nemen en wij waarderen een goede samenwerking met de ouders. Het is dan ook van groot belang dat ouders en groepsleiding met elkaar in gesprek raken en blijven over de wijze waarop ieder kind wordt opgevoed, waar een kind zich goed bij voelt en op welke wijze het kind het beste tot zijn recht komt. Het pedagogisch beleid geeft richting aan het dagelijks handelen van de groepsleiding maar vormt tevens de basis voor de inrichting van de omgeving waarin het kind verkeert. Tevens bewaakt het de kwaliteit van ons werk en helpt het ouders om de juiste keuzes te kunnen maken in hun zoektocht naar geschikte en professionele kinderopvang. Het pedagogisch plan is geen onveranderlijk plan. Nieuwe thema’s en gewijzigde inzichten zullen in overleg met de oudercommissie regelmatig worden aangepast. Wanneer ouders belang hechten aan andere waarden en normen, gaan wij met hen daarover in gesprek. Wij zijn ons ervan bewust dat wij niet aan alle wensen van ouders tegemoet kunnen komen. Wel staan wij open voor andere ideeën. Bij De Stampertjes werken wij met drie stamgroepen. In iedere groep leren kinderen met volwassenen en andere kinderen om te gaan, rekening te houden met elkaar en voor zichzelf op te komen. Binnen de groepen is ieder kind uniek en belangrijk. Een belangrijke basis voor vertrouwen tussen ouders en groepsleiding is goede communicatie en samenwerking. De ouder verdient respect als ervaren opvoeder. De groepsleiding verdient respect voor haar, door studie en ervaring, opgebouwde deskundigheid.
De vier competenties: Sociaal-emotionele veiligheid Bij De Stampertjes zien wij de kinderen in de eerste plaats als volwaardige mensen die wij met respect benaderen. Ieder kind heeft van natuur de drang om zich te ontwikkelen. Bij De Stampertjes kunnen de kinderen in een veilige en rustige omgeving met en naast elkaar met leeftijdsgenootjes spelen. Spelen schept voor kinderen de mogelijkheid om zich te kunnen uiten en om zichzelf te leren kennen op basis van hun eigen aanleg en temperament. Wij bieden een veilige ruimte met uitdagend, leeftijdsgericht speelgoed, knusse hoekjes, liefdevolle zorg, professionele begeleiding en aandacht. De kinderen bieden
ons hun fantasie, creativiteit, warmte, genegenheid en in het bijzonder de toegang tot hun eindeloze, fascinerende zoektocht naar nieuwe ervaringen. Wij merken door de jaren heen dat kinderen steeds onrustiger zijn geworden in deze steeds sneller bewegende wereld. Door de ontspannen en rustige sfeer bij De Stampertjes kunnen de kinderen zich optimaal concentreren op de activiteiten die voor hun persoonlijke ontwikkeling van belang zijn; denk b.v. aan individuele spelletjes zoals tekenen, puzzelen, boekjes lezen, naar muziek luisteren of spelletjes met andere kinderen zoals een gezellige verkleedpartij of een rollenspel (‘vadertje en moedertje’). Binnen dit kader is een goed uitgerust kind van groot belang voor de groep, kinderen hebben immers al hun energie nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en om emotioneel weerbaar te kunnen zijn (ons ‘slaapbeleid’ is verkrijgbaar bij de groepsleiding). De sfeer op de groep is een basisvoorwaarde voor de sociaal-emotionele veiligheid van de kinderen. De groepsleiding bewaakt deze sfeer op verschillende manieren. Zo werkt De Stampertjes met een vast team van pedagogische medewerk(st)ers. Slechts incidenteel wordt een invalkracht van buitenaf ingezet. Een stabiele bezetting is een belangrijke voorwaarde om een goede vertrouwensrelatie tussen de kinderen en de groepsleiding te kunnen waarborgen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een overschouwbare groep van bekende verzorgers van groot belang is voor het gevoel van veiligheid en algemeen welbevinden bij kinderen. Ook de aard van onze accommodatie bevordert het gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid. De babygroep en de peutergroep hebben elk hun eigen locatie waar verstorende factoren zoals in- en uitlopend personeel of geluiden van andere groepen geen rol spelen. Tevens spreekt de groepsleiding kinderen die de rust en veiligheid verstoren op hun gedrag aan (zie ook ‘normen en waarden’). Wij hebben een vast dagritme en handelen hier ook naar. Zo eten, slapen, spelen en ruimen wij op vaste tijden op. Dit om het kind regelmaat en rust te bieden en zodat het kan rekenen op de voorspelbaarheid van de leidsters. Op de woensdag worden een aantal baby's en peuters samen in één groep opgevangen (de 'verticale' stamgroep), maximaal aantal kinderen is dan 9. De opvang vindt plaats in de ruimte van de babygroep, onder begeleiding van minimaal één vaste pedagogisch medewerk(st)er uit de babygroep en minimaal één vaste pedagogische mederwerk(st)er uit de peutergroep. Op deze manier is er voor elk kind altijd een vertrouwde pedagogische medewerk(st)er aanwezig. In de verticale groep worden niet meer dan vier kinderen onder de 1 jaar opgevangen. De verticale dag is een feest voor de baby's en de peuters. De oudere kinderen genieten van een relaxte dag bij hun vertrouwde verzorgers uit de babytijd. Ze kunnen helpen met het 'verzorgen' van de kleintjes en de baby's kunnen zich (soms letterlijk) optrekken aan de peuters. De baby's kunnen alvast kennis maken met een aantal peuters die ze later weer tegen zullen komen op de peutergroep. Dat bevordert het wenproces als ze op circa tweejarige leeftijd overgaan naar de peutergroep. Ook al is de verticale groep gehuisvest op de locatie van de babygroep is er voldoende keuze aan speelmateriaal voor de peuters. Puzzels, boeken en
knutselmateriaal voor deze leeftijdsgroep is aanwezig, maar onze ervaring is dat hun voorkeur op deze dag veelal uitgaat naar het speelhuis met glijbaan, het schommelen in een hangmat of het spelen in de kussenhoek. Kinderen zijn trots op het kunnen herkennen van de dagelijkse handelingen en 'rituelen' bij De Stampertjes, ze kunnen zich dan ‘thuis’ voelen ook al is het een andere omgeving dan thuis bij hun ouders. Wij gaan ervan uit dat de omgeving de ontwikkeling van het kind beïnvloed, maar ook dat het kind zelf invloed uitoefent op de omgeving. Er is dus een wisselwerking tussen de leidsters en de kinderen. Voor de sociaal-emotionele veiligheid van een kind is het van groot belang dat het zich ‘gehoord en gezien’ voelt. De groepsleiding probeert de kinderen te 'lezen' door zich bij hen in te leven: Wat speelt er op dit moment? Wat zijn de wensen en behoeftes van de kinderen? Hoe is de sfeer? Heeft een kind extra aandacht nodig? Om dit te bereiken heeft de groepsleiding naast inlevingsvermogen ook goede communicatieve vaardigheden nodig. De Gordon Methode hanteren wij hierbij als één van onze uitgangspunten. Thomas Gordon is een Amerikaanse psycholoog, een aantal van zijn basisideeën zijn: • • •
•
Mensen hebben behoeften en willen die bevredigen. Kinderen zijn ook mensen! Opvoeders kunnen niet al het gedrag van kinderen aanvaardbaar vinden. Als opvoeders onaanvaardbaar gedrag van kinderen willen veranderen, kunnen zij dit het beste doen door aan te geven welke last ze hiervan ondervinden (de 'Ik-boodschap'). Door 'actief te luisteren' kunnen opvoeders de gevoelens die ze horen in de boodschap van het kind verwoorden, het kind voelt zich begrepen, wat de kans op conflicten verkleind.
De Gordon Methode is erg verbaal. Wij hebben deze zodanig vertaald dat bijvoorbeeld 'actief luisteren' ook bij zeer jonge kinderen kan toegepast worden. 'Actief luisteren' kan daardoor ook 'actief observeren' en je inleven in het kind zijn. Een voorbeeld: De vader van Kirsten (10 maanden) neemt afscheid van zijn dochtertje. Kirsten begint te huilen en zijn armen uit te strekken richting vader. De groepsleiding kan Kirsten emotioneel begeleiden door te benoemen: 'je vindt het niet fijn dat papa weggaat, hé?'. Zo zal Kirsten zich begrepen voelen, haar gevoelens hebben recht op bestaan, wat haar emotionele veiligheid ten goede zal komen. De groepsleiding van De Stampertjes heeft Gordon-trainingen gevolgd en/of documentatie erover gelezen.
Het is de taak van de groepsleiding om binnen de hoofdstructuur van het dagschema activiteiten aan te bieden die bij de behoeftes van de kinderen aansluiten. Als de kinderen druk zijn kan de groepsleiding voorstellen om naar de speeltuin te gaan. Zijn er kinderen die net zo gezellig met elkaar aan het 'koken' waren, kan de groepsleiding ook ervoor kiezen om de groep te splitsen zodat iedereen aan zijn trekken komt. Persoonlijke competentie Wij proberen de kinderen hun eigen verantwoordelijkheid te geven en ze zoveel mogelijk zelf te laten doen door ze b.v. op vaste momenten op te laten ruimen, ze te laten helpen bij het dekken en afruimen van de tafel en te helpen met b.v. de was op te hangen. In de leidster-kind interactie bieden wij zo gelegenheid voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van een kind. De leidster stimuleert een kind door grenzen te ontdekken en te verleggen van wat een kind kan, wil of durft. De leidster maakt het kind bewust van de eigen capaciteiten en kwaliteiten van een kind door deze bijvoorbeeld te benoemen en te prijzen (‘ik zie dat je deze moeilijke puzzel al kan doen, hartstikke fijn!’). Ingaan op initiatieven van een kind, belonen, prijzen en complimenteren zijn positieve wijzen van bevestigen van het kind. Handige middelen in het omgaan met initiatieven van kinderen zijn ook relativeren, humor of ‘gek doen’. Op die manier kun je ook aan ervaringen die door het kind als negatief wordt ervaren een positieve draai geven. Bijvoorbeeld: Een dreumes is duidelijk teleurgesteld over een ingestorte blokkentoren, de groepsleiding kan dit in een ander licht plaatsen door samen met het kind een nieuwe toren te maken en die opzettelijk samen met het kind met veel plezier weer om te gooien. Op deze manier kunnen kinderen leren dat ‘mislukkingen’ ook een positieve kant kunnen hebben. Wanneer de kinderen ontdekken dat het fijn is om steeds meer zelf te kunnen en te doen, wordt hun zelfvertrouwen en zelfstandigheid hierdoor vergroot. De Stampertjes is een klein kinderdagverblijf waar de leidsters genoeg tijd, ruimte en aandacht hebben om ieder kind individuele aandacht en begeleiding te bieden. Ieder kind is immers uniek en heeft zijn of haar specifieke behoeftes en wij willen daaraan kunnen voldoen. Voor ieder kind creëren wij momenten waarin het onze volledige aandacht krijgt door de baby’s en dreumessen een massage te geven voor het slapen gaan of door met peuters b.v. taal- voel- en raadspelletjes te doen. Door de kinderen regelmatig d.m.v. een observatielijst te observeren proberen we een helder beeld krijgen over hoe een kind zich ontwikkeld en kunnen we daarop inspelen. Hier worden de desbetreffende ouders altijd bij betrokken (zie ook ‘oudercontacten’)! Als er door ons geconstateerd wordt dat een kind zich op sommige terreinen anders ontwikkeld dan zijn/haar leeftijdgenoten kunnen we proberen dit te ondervangen door er extra aandacht aan te besteden. Denk bijvoorbeeld aan het één op één lezen van een prentenboek als een kind een beperkte woordenschat heeft of het vaker op de buik leggen van een baby die dat juist een moeilijke oefening vindt. Verder zorgen wij ervoor dat het speelmateriaal steeds uitnodigend blijft door het
gevarieerd aan te bieden, het goed te onderhouden en het aantrekkelijk en leeftijdsgericht te presenteren. Tevens maken wij veel gebruik van natuurlijke materialen; denk b.v. aan takjes, bladeren, veren, natuurlijke klei en zand. Dit sluit aan bij de behoefte van jonge kinderen om hun zintuigen te (leren) gebruiken, lekker 'kliederen' met modder in de zandbak! Wij gaan zo veel mogelijk met de kinderen naar buiten. Dit geldt voornamelijk voor de peutergroep; wij bezoeken bijna dagelijks het openbare speelplaatsje achter De Stampertjes waar de peuters zich goed uit kunnen leven door te rennen, te klimmem, te fietsen en te kunnen ontdekken. Wanneer het weer meezit gaat zowel de baby- als de peutergroep naar de aangrenzende tuin. De binnenactiviteiten zijn vooral gericht op vrij spel en bij de peuters bieden we ook regelmatig gerichte activiteiten zoals knippen en plakken, schilderen of tekenen. Naast het gezamenlijk beleven van plezier worden de kinderen zo ook uitgedaagd om hun fijne motoriek te gebruiken en te ontwikkelen. Sociale competentie De behoefde aan socialisering is een belangrijke behoefte van een kind; het wil 'erbij' horen. Wij begeleiden en ondersteunen de kinderen in het ontwikkelen van de sociale vaardigheden die nodig zijn voor hun functioneren in de groep. Kinderen van deze leeftijd zijn druk bezig met leren communiceren; zij leren nieuwe relaties aan te gaan en wat andere mensen voor ze kunnen betekenen. Ons plaatsingsbeleid houdt o.a. in dat kinderen minimaal drie dagen in de week naar De Stampertjes komen. Op deze manier willen wij de dagelijkse wisselingen van de groepssamenstelling tot een minimum beperken wat ook het ontstaan van vriendschappen tussen de kinderen ten goede komt. De groepsleiding stimuleert vriendschap, kameraadschap en samenwerking door de kinderen onderling samen te laten opruimen, te delen, in groepsverband samen te werken en elkaar te respecteren. Door kinderen bijvoorbeeld op hun beurt te laten wachten leren zij rekening met elkaar te houden en hun behoeftes uit te kunnen stellen. Deze vaardigheden spelen een belangrijke rol in een succesvol socialiseringsproces van kinderen. Ons dagschema biedt vele momenten waarin kinderen hun sociaal gedrag kunnen leren en oefenen. Het is de taak van de groepsleiding om deze leermomenten te stimuleren en/of bij te sturen. Zo beginnen wij de ochtendkring met elkaar een 'goede morgen' toe te wensen. Elk kind wordt aangekeken en we moedigen kinderen ook aan om ons een 'goede morgen' terug te wensen. Iedereen mag dat op zijn/haar eigen manier doen. Het ene kind is verbaal nog niet zo sterk en doet het door je aan te kijken en te lachen, de ander zegt keurig 'goeden morgen'. Door dit voorbeeld wordt ook duidelijk hoe nauw sociaal gedrag met het onze normen en waarden verbonden is. In onze samenleving wordt het gewaardeerd als je elkaar groet en wordt het als een uiting van respect gezien. De kinderen leren bij De Stampertjes spelenderwijs de regels van onze samenleving zonder dat het een keurslijf wordt: we laten ruimte voor de kinderen om sociaal gedrag op hun eigen-wijze in te vullen (iedereen heeft zijn eigen manier van 'goede morgen' zeggen).
Wij gaan bewust om met conflicten tussen kinderen. Conflicten tussen kinderen onderling zien wij in eerste instantie als een zaak van twee mensen waar wij ons niet te snel in moeten mengen. Wij lossen een conflict niet op door te zeggen dat ze moeten stoppen met ruzie maken. Als een kind iets dierbaars afgepakt wordt of als een kind graag met een fiets wil spelen waar een ander kind op zit dan nemen we die gevoelens serieus. We helpen de kinderen zo nodig het probleem op te lossen door actief naar hen te luisteren ('jullie willen allebei op deze fiets, hé?') en hen samen te laten zoeken naar een oplossing die voor beiden bevredigend is, de kinderen kunnen als het ware worden 'geïnterviewd': Wat wil je het liefst? Je hebt gehoord dat .... ook op deze fiets wil, heb je een handige idee hoe we dit kunnen oplossen? Tenslotte heeft de groepsleiding ook een voorbeeldfunctie. Als wij niet luisteren maar schreeuwen, niet troosten of knuffelen, niet opruimen of schoonmaken hoeven we niet te verwachten dat kinderen wél zorgvuldig met elkaar, de ruimte en materialen omgaan. Kinderen doen niet wat je zegt, ze doen wat jij doet. Overdracht van normen en waarden Één van onze doelen in het werken met jonge kinderen is het kweken van respect voor medemensen en de wereld waarin zij leven. Wij leren de kinderen o.a. om elkaar binnen de groep niet te bezeren, geen speelgoed van elkaar af te pakken en netjes om te gaan met (speel-) materialen. Dit kan de groepsleiding doen door het gewenste gedrag met de kinderen te oefenen of voor te doen. Als een kind speelgoed van een ander heeft afgepakt kunnen wij het desbetreffende kind uitnodigen om het speelgoed weer terug te geven. Als onze boodschap niet begrepen wordt kunnen wij het speelgoed ook samen met het kind teruggeven en een korte uitleg geven ('Lucas was ermee aan het spelen, geef het maar aan hem terug'). Soms is het nodig dat de groepsleiding snel ingrijpt en/of sancties oplegt (straf) om duidelijk te maken waar onze grenzen liggen. Zo zetten we een kind wat ondanks eerdere waarschuwingen van onze kant herhaaldelijk houten blokken door de ruimte slingert één á twee minuten apart om duidelijk te maken dat we zijn gedrag afkeuren. De plaats van bezinning kan bijvoorbeeld de zitbank zijn. Vervolgens leggen we met woorden en lichaamstaal (strenge blik) uit welk gedrag we níet willen en welk gedrag wél. Gewenst gedrag proberen we te versterken door te belonen en te prijzen. Neem als voorbeeld onze norm 'delen'. Een kind heeft net zijn soepstengel op de grond laten vallen. Het kind naast hem breekt spontaan een stuk van zijn eigen soepstengel af en geeft het aan de andere. 'Wat goed van jouw!' roept de enthousiaste groepsleiding en op het gezicht van de weldoener verschijnt een trotse glimlach. Reken maar dat dit 'gewenste gedrag' zich zal herhalen! De waarde 'respect' is verbonden aan het besef dat elke mens anders is en zijn eigen voorkeuren, wensen en eigenschappen heeft (ontwikkeld.) Deze dienen gerespecteerd te worden. Ook in het waarmaken van het doel 'respectvol met elkaar omgaan' vervult de groepsleiding een voorbeeldfunctie. Zo willen wij de autonomie van een baby beschermen door erachter proberen te komen wat het wél
of niet fijn vindt. Denk aan oogcontact tijdens de massage, wat vindt deze baby heerlijk? Of wordt intensief lichaamscontact misschien als onaangenaam ervaren? Het besef dat elke mens anders is kan ook het kader van onze (Nederlandse) normen en waarden overstijgen, er zijn ook nog andere landen en culturen! Het is prachtig om te zien dat jonge kinderen hier erg open voor staan. De samenstelling van onze groepen is zeer divers, een grote aantal nationaliteiten is vertegenwoordig en dat biedt ons genoeg aanleiding om daar bij stil te staan. Zo tellen wij bijvoorbeeld samen met de kinderen de bekers water die tijdens het eten worden geschonken in het Engels of Frans (en worden we door de Frans- en Engelstaligen beloond met een glimlach van herkenning) of zingen wij een Surinaams verjaardagslied. Ons voedingsbeleid is eveneens gebaseerd op het principe ‘respect voor de wereld waarin wij leven’. Wij bieden daarom uitsluitend biologische/ vegetarische voeding aan en gebruiken milieuvriendelijke verzorgingsproducten.
Oudercontacten Het contact met ouders vinden wij erg belangrijk en hebben tijdens het brengen en halen van de kinderen tijd om informatie en verhalen uit te wisselen. Aan de hand van een observatielijst wordt elk kind regelmatig besproken. Zo kunnen wij elk individueel kind volgen in zijn/haar algemene ontwikkeling. In principe houden we één keer per jaar een uitgebreid gesprek met ouders om onze observaties met hen te delen. Wanneer de ouders en/ of de leidsters zich zorgen maken over het functioneren en welzijn van het kind, wordt er samen met de ouders naar mogelijke oplossingen gezocht. Hiervoor gebruiken wij een stappenplan die door de GGD en Bureau Jeugdzorg gezamenlijk is ontwikkeld als leidraad. Een deel van de groepsleiding heeft de aan deze stappenplan verbonden training voor 'kinderen die opvallen' gevolgd. Wenbeleid Wij vragen aan ouders om samen met hun kind de eerste dag een uurtje te blijven om zo te wennen aan de nieuwe omgeving, kinderen en pedagogische medewerk(st)ers. Mede afhankelijk van het kind en/of de ouder kan dat een of meerdere keren zijn. Bij (jonge) baby's verloopt het wenproces over het algemeen snel, als kinderen van buitenaf instromen bij de peutergroep kan het soms wat langer duren. In overleg met ouders stemmen wij het wenproces af op de behoefte van het kind zodat er een gevoel van onveiligheid en stress kan worden voorkomen. Tijdens de wenperiode letten wij extra op de signalen van het nieuwe kind zodat wij deze leren kennen en herkennen en daardoor zo goed mogelijk op zijn/haar behoeftes kunnen inspelen. Bij twijfel nemen wij contact op met de ouders. Als baby's op circa tweejarige leeftijd doorstromen naar de peutergroep vindt er een intern wenproces plaats. Dit houdt in dat de kinderen uit de babygroep die
binnen enkele weken overgaan naar de peutergroep regelmatig bij de peuters spelen en/of de ochtendkring meemaken. Ouders worden altijd betrokken bij de overgang naar de peutergroep. Wij houden ze d.m.v. een mondeling verslag op de hoogte van het wenproces en er wordt een datum voor de daadwerkelijke overgang geprikt. De laatste periode voor de overgang worden de wenmomenten langer, de kinderen gaan voor de ochtendkring om 10 uur naar de peuters en blijven tot de lunch. Ondertussen krijgt het wennende kind alvast een plek aan de kapstok met een afbeelding ernaast die zijn eigen haak herkenbaar maakt. Zo kan het kind zien dat zij/hij al (bijna) bij de peuters hoort. Dit wordt door de pedagogische medewerkers verwoord ('deze haak is nu van jou, nog een paar keer spelen bij de grote kinderen en dan speel je niet meer bij Oma Pap') om de wenner(s) verder voor te bereiden op de overgang. In de laatste fase blijft het kind dat aan het wennen is tot na de lunch en laten de pedagogische medewerk(st)ers van de peutergroep tijdens het naar bed gaan van de peuters alvast de slaapkamer zien. Met woorden zoals 'hier ga jij (morgen) slapen want je bent nu bijna groot' worden de baby's voorbereid op de 'grote dag'. Op de dag van de overgang brengt de ouder zijn kind gewoon naar de babygroep en neemt afscheid. Een pedagogische medewerk(st)er van de babygroep bereid het kind even later voor op de overgang door samen zijn/haar persoonlijke spullen in een tas te doen. Dan wordt er afscheid genomen door het kind met z'n allen uit te zwaaien. Vervolgens brengt de medewerk(st)er het kind vóór 10 uur naar de peutergroep. Daar worden ze verwelkomd door de hele groep en krijgen de persoonlijke spullen (speen, knuffel) van de overganger een nieuw onderkomen in zijn/haar eigen lade. Als de groep begint aan de ochtendkring wordt het voor de medewerkster van Oma Pap tijd om afscheid te nemen van 'haar' baby. Dagindeling Om optimale duidelijkheid en regelmaat te scheppen hebben wij een vaste dagindeling. Er wordt op vaste tijden gegeten, gedronken, fruit gegeten, gespeeld, opgeruimd en naar buiten gegaan. Kinderen slapen naar behoefde en/ of naar wens van de ouders. Voor meer details kijk onder 'slaapbeleid'. Feesten en rituelen Wij besteden veel aandacht aan verjaardagen, feestdagen en 'rituelen'. Onder rituelen verstaan we bepaalde zich herhalende en herkenbare handelingen zoals het handen wassen voor het eten of het aansteken van een verjaardagskaars. Deze vaste handelingen bieden de kinderen houvast en overzicht wat het dagschema bij De Stampertjes of een bijzondere gebeurtenis (bijvoorbeeld een verjaardagsfeest) betreft. Een verjaardag van een kind of leidster wordt op de peutergroep uitgebreid gevierd. Op de babygroep houden wij de viering i.v.m. de jonge leeftijd korter en eenvoudiger. Er wordt in ieder geval gezongen en feestgevierd en er mag
getrakteerd worden. De peuters mogen hun traktatie uitdelen, krijgen een cadeautje en een mooie feestmuts. Wanneer een kind de peutergroep verlaat wordt er ook een feestje gevierd met een speciaal afscheidslied en boek en een afscheidsdoos. Het feest-'draaiboek' wordt ruim van te voren aan de ouders uitgedeeld, daarin staat vermeld wat er gaat gebeuren. Verder besteden wij aandacht aan Sinterklaas en de christelijke vieringen zoals Pasen, kerst etc.. Dit gebeurt in de vorm van themaboeken voorlezen, liedjes zingen en handarbeid (knutselen, schilderen). Ook versieren wij met z'n allen de groepsruimte, passend bij het feest of het seizoen. We betrekken daarbij de kinderen zo veel mogelijk zodat het echt begint te leven. We gaan bijvoorbeeld met een aantal kinderen met de bolderkar een kerstboom kopen of samen paastakken versieren. De Sinterklaasviering houden we bescheiden. Voor veel kinderen is dit een spannende maar soms ook angstige tijd. I.p.v. de 'echte' Sint en Piet op bezoek te krijgen, bieden we de kinderen de mogelijkheid om het feest op hun eigen manier in te vullen. De sfeer is er niet minder om, er wordt naar sinterklaasliedjes geluisterd, er wordt gezongen en natuurlijk een hoop (biologische) pepernoten weggewerkt. De kinderen kunnen zich als Sint of Piet verkleden en tenslotte krijgt iedereen ook een cadeautje, want de goedheiligman heeft natuurlijk wel een zak voor ons achtergelaten. Een aantal van de activiteiten die we kinderen aanbieden zij afgestemd op de vier seizoenen van het jaar. We schenken dan aandacht aan de verandering van de geuren en kleuren van het jaarritme in de natuur. Zo verzamelen wij bijvoorbeeld samen met de kinderen prachtige herfstbladeren en maken we er mooie slingers van. Vooral voor jonge kinderen zijn herhaling, herkenning en zintuigelijke beleving (ruiken aan herfstbladeren of voelen van sneeuw) belangrijk en helpen hen de wereld om zich heen letterlijk te 'begrijpen'. Groepssamenstelling en groepsgrootte De Stampertjes bestaat uit drie stamgroepen; een babygroep van maximaal 9 kinderen vanaf drie maanden tot twee jaar met twee leidsters, een peutergroep van maximaal 12 kinderen vanaf twee tot vier jaar met twee leidsters en een verticale groep van maximaal 9 kinderen in de leeftijd van drie maanden tot vier jaar (alleen op de woensdag). Bij De Stampertjes wordt de leidster- kind ratio gehanteerd volgens de wet kinderopvang. Met de leidster- kind ratio wordt de verhouding tussen het aantal kinderen en het aantal leidsters aangegeven. Slaapbeleid Een gezond slaapritme zorgt voor een uitgeruste en tevreden baby. Bij De Stampertjes vangen wij dagelijks 9 kinderen onder de twee jaar oud op. Om een rustige en prettige sfeer te creëren waarin alle kinderen veilig en vrolijk kunnen spelen (ontwikkelen) is een gezond slaapritme voor alle kinderen onontbeerlijk.
Door de jaren heen hebben wij gemerkt dat de meeste jonge baby's al vrij snel na hun nachtslaap behoefte hebben aan een eerste dutje. Voor de aller jongste kan dat ook kort na brengtijd zijn (ca. 9 uur). De iets oudere baby's (ongeveer 6 tot 12 maanden oud) kunnen iets langer wakker blijven en gaan meestal vanaf 10 uur slapen. Baby's vanaf 1 jaar kunnen al langer wakker blijven en gaan tussen 10 en 11 uur naar bed. Deze kinderen zijn soms al bezig om een nieuw slaapritme te ontwikkelen namelijk de overgang van 2 keer overdag slapen naar 1 keer. Hierdoor kan hun ochtendslaap steeds korter uitvallen, maar gemiddeld wordt er door alle baby's 2 uur geslapen. Soms slapen baby’s zelfs langer tot bijvoorbeeld de volgende voeding (3-3,5 uur). Alle kinderen worden in een trappelzak te slapen gelegd en tot borsthoogte ingestopt met een katoenen dekentje of laken, dit is afhankelijk van de slaapkamertemperatuur. De kinderen slapen in voor de kinderopvang gecertificeerde bedden of in een hangmat (z. ook kop 'hangmat'). Uit onze eigen ervaring en uit informatie van verschillende bronnen blijkt dat het ritme van de meeste baby’s tot ongeveer 6 mnd bestaat uit bijvoorbeeld: De baby wordt 's ochtends om 7 uur wakker en wordt gevoed. Na 2 uur is het kind al weer moe en gaat het om 9 uur weer slapen. Rond 11 uur is het weer tijd om het kind te voeden. En dan? Rond 13 weer ongeveer 2 uur slapen, rond 15 uur weer voeden en afhankelijk van de ophaaltijd nog een kort middagslaapje. Er zijn soms uitzonderingen en/of verschillen in het ritme thuis en op de crèche. De baby's vanaf 6 maanden hebben vaak een soortgelijk ritme, alleen verschuift dit langzaam naar een later tijdstip ivm. nachtvoedingen en later wakker worden. Die baby's krijgen soms een fruithap voor het naar bed gaan en slapen van 10 tot 12 / 13 uur. Hierna geven wij een fles en in overleg met de desbetreffende ouder(s) een groentehap, broodkorstjes etc. voor de lunch. De baby's van ca. 10 á 12 maanden oud slapen meestal rond 10.30 tot 12.30/13.00 uur en krijgen normaal gesproken een fles en een boterham. Dit ritme wordt ook in de middag aangehouden: De allerjongsten gaan zodoende om ca. 13 uur weer slapen, zijn om ca. 15 uur weer wakker, worden dan gevoed, etc. De oudere baby's (ca. 12 á 18 maanden oud) gaan tussen 12 en 13 uur naar bed, gemiddeld slapen ze ook 2 a 3 uren lang. Dit dagprogramma is ontstaan uit onze waarneming van de behoeftes van het merendeel van de kinderen in een bepaalde leeftijd categorie. Meestal verloopt het dagprogramma ongeveer gelijk met de thuissituatie alleen blijkt uit ervaring dat kinderen op de crèche sneller moe worden door alle indrukken. Het samenzijn met andere kinderen geeft veel plezier maar kost ook meer energie dan thuis zijn. Alle slaapgegevens en gegeven flessen worden in een logboek op de keukentafel
dagelijks genoteerd. Het is belangrijk als ouders van de jongere kinderen bij binnenkomst de laatste gegevens van hun eigen kind noteren. In gevallen van een onregelmatig slaap/eetritme is dit logboek een bron voor de groepsleiding om het slaap-eetgedrag van een kind goed in te kunnen schatten. Door de kleine verspreidingen in schema's zijn wij regelmatig te vinden in de slaapkamer. Het kan vóórkomen dat een al slapend kind wakker wordt door het in bed leggen van een andere baby. Soms is er volledige rust en stilte in de slaapkamer, op andere momenten kan er veel gehuil ontstaan. Onze ervaring heeft ons geleerd dat dit vaak maar van korte duur is en de kinderen hun slaap weer hervatten. Als groepsleiding met veel ervaring begrijpen wij dat het in de meeste gevallen om een kleine verstoring van het slapen gaat en dat kind snel weer in slaap valt. Mochten wij twijfelen over een voedings/slaap schema, bellen wij de ouders om hierover aanvullende informatie in te winnen aan de hand waarvan we dan kunnen handelen. Mocht het huilen aanhouden en onze inschatting is dat er meer aan de hand is, (pijn of verdriet) dan wordt het kind uit bed gehaald en verder onderzocht wat er speelt. Als blijkt dat een kind geen rust en regelmaat (wat betreft slapen) heeft beschouwen wij dat als aandachtspunt. Mochten wij, en of de ouders het nodig vinden om een kind te begeleiden met slapen, bijvoorbeeld omdat een kind regelmatig vermoeid en niet uitgeslapen is thuis en/of bij de opvang, dan vindt er een gesprek (of meerdere) plaats om samen een plan van aanpak te ontwikkelen. De uitgangspunten van een aanpak zijn het verbeteren van het slaappatroon door middel van informatie gewonnen uit boeken en eigen ervaring, en de haalbaarheid daarvan voor opvang en ouders. Met haalbaarheid bedoelen wij bijvoorbeeld een verzoek van ouders/verzorgers om hun kind in de armen in slaap te wiegen, wat in de opvang niet haalbaar is i.v.m de behoeftes van de hele groep. Aan de kant van de ouders zijn deze soms bijvoorbeeld niet bereid om hun kind in bed even te laten huilen wat vanuit ons standpunt wel zou kunnen bijdragen aan een beter slaappatroon. Samen komen wij eruit. In deze gevallen gaat het om een moeilijke verhouding tot slapen. Bij de Stampertjes geloven wij dat een gezonde verhouding tot slapen een basis legt voor een gezonde ontwikkeling. Baby hersens groeien tijdens het slapen en voor een goede gezondheid en weerstand is slapen broodnodig. We hebben over dit onderwerp meerdere boeken in onze bibliotheek). Wij ervaren al jaren dat baby's ook blijer en meer in balans zijn als ze voldoende en rustig slapen. Kortom een gezond en uitgeslapen kind hoort op de opvang omdat zij/hij in staat is de prikkels te kunnen verwerken en zich te ontplooien in een stimulerende en sociale omgeving. Een kind dat langdurig een slaaptekort heeft kan niet profiteren van zijn/ haar sociale omgeving en wordt sneller ziek, prikkelbaar en huilerig. Dit is niet alleen heel erg zonde voor het kind zelf, maar is ook storend voor de andere kinderen in de groep.
Wij beschouwen de volgende kenmerken van een baby als belangrijke aandachtspunten (problematisch) 1. (aanhoudende) moeite hebben om zelf in slaap te vallen 2. alleen hazenslaapjes doen (niet langer dan 20-45 min) 3. snel overprikkelt zijn (huilerig, onrustig) 4. veel huilen zonder dat er een aanwijsbare oorzaak gevonden is Om hiermee om te gaan hebben we verschillende mogelijke aanpakken ontwikkeld adv vakliteratuur en eigen ervaring (zie slaapprotocol). Wij proberen de emotionele veiligheid van de kinderen in de groep te waarborgen door rust, regelmaat, voorspelbaarheid en duidelijkheid; en niet te vergeten door zo sensitief responsief en liefdevol mogelijk met de kinderen om te gaan. We hebben bij onze opvang een duidelijke dag structuur. Wij werken (bijna) uitsluitend met vaste krachten, dagritmes en rituelen. Op deze manier zijn wij voorspelbaar en betrouwbaar. Door op hetzelfde tijdstip en op dezelfde manier naar bed te worden gebracht weet het kind waar zij/hij aan toe is. Door een kind met liefde en gezelligheid in bed te doen (denk aan;” ooh, wat lekker! Je bed wacht op je en je bent lekker moe!”) associëren kinderen slapen met iets positiefs. Zelden ervaren wij kinderen die zich hiertegen verzetten. Soms gebeurt het wel dat een kind ondanks vermoeidheid niet wil/kan stoppen met spelen. Daar begeleiden we een kind in door actief te luisteren en duidelijk te maken wat de bedoeling is, de leiding te nemen. (zie onderstaand) Slaapproblemen vragen om oplossingen. Ouders of de groepsleiding melden zich met een hulpvraag. Hieronder volgt een lijst met mogelijke oplossingen, in volgorde van kleine ingrepen tot structurele aanpakken: 1.
2.
3. 4.
Bij het verschonen en uitkleden de baby te masseren voor het slapen. Hierdoor kan een kind zich ontspannen vóór het slapen gaan en heeft het kind een fijne en positieve associatie met het naar bed worden gebracht. Deze gelegenheid biedt ook een moment voor goede hechting tussen kind en leid(ster). Bij een iets ouder kind bespreken wij wat de bedoeling is (hiermee bedoelen we actief luisteren/erkennen en begrenzen: “Ik weet dat jij het moeilijk vindt om naar bed te gaan, maar als je niet lekker slaapt ben je moe en niet blij. Daarom ga je toch lekker slapen!”). Stevig instoppen met een lakentje/dekentje, dit biedt duidelijke richtlijnen, rust en veiligheid voor het slapen. Minimaal één uur in bed laten liggen wanneer een kind kort geslapen heeft. Hiermee gunnen wij een onuitgeslapen kind de kans om zelfstandig de slaap weer te vinden. Als een kind regelmatig meteen uit bed wordt gehaald bij het eerste teken van wakker zijn leert hij/zij van de ouders/verzorg(st)ers dat dat de bedoeling is.
5.
Onze bedoeling is dat het kind leert zelf weer in slaap te komen en uitgerust/uitgeslapen uit bed gehaald te worden. Als er gehuild wordt noteren wij dat in het logboek als wakker en schrijven weer op wanneer het kind weer slaapt. Als het kind meer dan ca. tien minuten wakker is en huilt, afhankelijk van wat voor soort gehuil we constateren (verdriet/pijn gehuil vraagt om een ander aanpak zie boven) gaan wij naar binnen. We laten het kind dan kort en duidelijk merken dat wij er zijn. Wij zeggen hard op wat de bedoeling is, namelijk;” ik zie dat je niet slaapt, maar het is nog steeds slaaptijd”. Een kind niet huilend uit bed halen wanneer het voldoende geslapen heeft. Als
6.
het kind blijft huilen wanneer leid(st)ers hem/haar uit bed komt halen, verzoekt de leid(st)ers met troostende toon te stoppen met huilen. Dit is puur een leerproces en lukt niet altijd meteen. Onze bedoeling is het kind op een andere manier te bevestigen dat slapen goed is en dat er nu lekker gespeeld wordt. (en dus geen aandacht aan negatief gedrag, positief bekrachtigen) Een kind inbakeren.
Bij De Stampertjes maken wij zo nu en dan gebruik van het inbakeren van baby's tot 6 maanden oud bij het slapengaan. Dit kan ter ondersteuning goed helpen bij het slapen van je kind. De pedagogische medewerk(st)ers kunnen ouders veel over dit onderwerp vertellen als ook relevante boeken uit onze bibliotheek uitlenen. Het inbakeren doen wij uitsluitend in overleg met ouders en na het invullen van een toestemmingsverklaring. Wij gebruiken uitsluitend de inbakerdoeken van PACCO (http://www.pacco.nl). Enige weerstand van het kind tijdens het inbakeren komt voor, de bedoeling is dat het vervolgens juist rustig en tevreden in slaap valt en langer doorslaapt. De beroepskrachten van de babygroep letten tijdens het inbakeren op de signalen van het kind. Duurt eventueel verzet/tegenstribbelen van het kind langer dan enkele minuten en/of vertoont het stress- signalen (hard huilen, zweten) geeft deze techniek niet het gewenste effect en zetten wij het inbakeren niet door. In overleg met de ouders kan dan naar een andere oplossing gezocht worden. Het is altijd gewenst dat ouders zich over het inbakeren informeren en/of in overleg met consultatiebureau of huisarts een besluit nemen, er kunnen ook contra-indicaties zijn (bijvoorbeeld bij koorts en na vaccinaties). Het is voor een kind ook heel belangrijk dat ouders thuis (in afstemming met ons) ongeveer hetzelfde beleid volgen om een kind te helpen, te ondersteunen en het gewone, gezonde slaapritme te vinden.
Slaap(kamer)protocol 1.
1.
2.
3.
4.
5. 6. 7.
8.
9.
Baby's worden altijd op hun rug in bed gelegd in een passende trappelzak. Niet te grote/ kleine hals- en armopeningen! Check de door ouders ingevulde 'verklaring veilig slapen' voor afwijkende afspraken. Als een kind volgens deze verklaring normaal gesproken wordt ingebakerd doen wij dit niet als: het kind koorts heeft / na een vaccinatie. Eventueel (afhankelijk van de temperatuur) kan een katoenen deken of laken strak en kort opgemaakt gebruikt worden. Knuffels en spenen worden gecontroleerd op beschadigingen / loskomende onderdelen. Versiersels en andere materialen die los kunnen komen worden niet gebruikt. Zachte kunststof(onderdelen) en knuffels die groot en/of kussenachtig zijn worden niet gebruikt. Ieder kind heeft zijn eigen bedlaken. Deze liggen in de individuele maandjes van de kinderen en worden voordat het desbetreffende kind naar bed gaat over zijn/haar matras gespannen (z. 'beddenindeling'). De lakens worden om de week verschoond. Anne maakt halfjaarlijks een verschoonrooster in de agenda. Zichtbaar vervuilde lakens worden onmiddellijk verschoond. De slaapkamer wordt continu gelucht (kiepraam). In de winter staat het raam op een klein kiertje, bij temperaturen onder de 15 C wordt gebruik gemaakt van de verwarming. Check de thermometer regelmatig, bij temperaturen hoger dan 18 C maatregelen treffen zodat de kinderen niet te warm slapen: bijvoorbeeld laken ipv. deken gebruiken, dunnere trappelzakken gebruiken, bij zomertemperaturen geen kleren onder de trappelzak en geen laken of deken, niet inbakeren. De allerjongste baby's worden in het begin van hun plaatsingsperiode in een hangmat in de groepsruimte te slapen gelegd, dit ivm. met nog betere toezicht. Gebruik ook hier het eigen laken van het kind en gebruik bij het kort opmaken hooguit een laken i.v.m. met de hogere temperaturen in de leefruimte. Mocht je opmerken dat de slaap van het kind verstoord wordt door licht, geluid of andere prikkels in de groepsruimte wordt het kind voortaan in bed 1 te slapen gelegd. Stem eerst af met de ouder(s). Altijd bewust blijven over signalen die uit de slaapkamer komen. Als kinderen naar bed gebracht worden altijd kijken en luisteren (ademhaling) naar alle slapende kinderen. Tijdens slaapperiodes (alle kinderen liggen al in bed) worden alle kinderen regelmatig gecheckt (visueel en akoestisch). Houdt gemiddeld een half uur aan met een maximum van drie kwartier. De babyfoon-zender moet ten alle tijden aanstaan. In het geval dat beide beroepskrachten zich in de tuin bevinden worden de openslaande deuren en de slaapkamerdeur opengehouden. Minimaal één beroepskracht blijft in de buurt van de openslaande deuren. Aan het eind van de dag dienen de gebruikte dekens/lakens over de deuren van de bedden gehangen te worden om ze te luchten.
Hangmat De jongste baby's leggen wij (in overleg met de ouders) in de hangmat te slapen om nóg meer te kunnen letten op hun signalen. De hangmatten worden d.m.v. linten dichtgestrikt zodat de kinderen er niet uit kunnen rollen. Er komt aan drie kanten een doek om de hangmat heen te hangen die het kind voor daglicht en andere indrukken beschermt. Aan de voorkant blijft de hangmat open zodat er genoeg ventilatie en inkijk is. Als blijkt dat kinderen niet (meer) in de hangmat aan hun slaap toe komen omdat ze te open staan voor geluidsprikkels in de leefruimte, krijgen ze een slaapplek in de slaapkamer. Ook dit in overleg met de ouders. Het komt weleens voor dat een baby weer moe is tegen het einde van de dag. Het uitkleden, slaapzak aan en in bed leggen heeft dan weinig zin omdat het vlak voor ophaaltijd is. In zulke gevallen leggen wij de baby op een katoenen dekentje (of laken) in een hangmat en vouwen de uiteinden over de baby heen om het een knus gevoel te geven en het de kans de geven om (even) in slaap te kunnen vallen. Soms is een baby bij het ophalen nog in slaap en kan het als een 'pakketje' de buggy van de ouder in zonder al te veel in zijn/haar slaap gestoord te worden. Massage Zo nu en dan masseren wij baby's voordat ze naar bed gaan om hen te helpen ontspannen. Het is een prettige manier om aan baby's persoonlijke aandacht te schenken en het bewust te maken van zijn eigen lichaam. Wij masseren baby's alleen nadat ouders daar schriftelijk toestemming voor geven (z. 'verklaring veilig slapen') Voor het masseren hanteren wij dezelfde uitgangspunten als voor alle andere vormen van (lichamelijk) contact met kinderen. Dmv. verbaal en non-verbaal contact laten wij weten wat wij gaan doen (in dit geval: het kind aankijken en zeggen 'en nu ga ik je inwrijven met olie' terwijl wij zichtbaar voor het kind de massageolie in onze handen warmwrijven) en signaleren wij hoe het kind zich bij elke handeling voelt (kijkt het blij en ontspannen of laat het weten dat het sommige aanrakingen niet fijn vindt?). Alle massagebewegingen voeren wij op een langzame, aandachtige manier uit zonder sterke druk uit te oefenen of hard aan de ledematen te trekken. Uit respect voor het kind worden alle bewegingen met woorden begeleid ('en nu ga ik je been masseren') zodat het kind erop voorbereid is en niet schrikt . Een massage verloopt op de volgende manier: Het kind wordt helemaal klaar gemaakt voor het slapen (uitkleden, verschonen etc.). Op de commode leggen wij het kind, in luier en hemdje, op zijn open trappelzak en wrijven wij biologische massageolie warm in onze handen. Eerst worden de voeten gemasseerd (van beneden naar boven/vanaf het midden twee duimen naar de zijkant). Vervolgens worden de benen gemasseerd (van beneden naar boven met een draaiende beweging) en om en om over elkaar gekruist. Daarna herhalen wij dezelfde bewegingen met de armen. Om af te sluiten aaien wij zachtjes van het voorhoofd langs de neus en de mond richting de onderkant van het gezicht. Van deze beweging vallen bij de meeste kinderen de ogen bijna dicht en is de overgang naar de slaap soepeler.
Ondersteuning pedagogische medewerkers De groepsleiding van De Stampertjes wordt in het werken met kinderen o.a. ondersteund door maandelijkse werkbesprekingen. We beleven veel plezier met de kinderen maar zijn ook wel eens geïrriteerd of boos. Kinderen kunnen veel in volwassenen los maken. Inzicht hebben in eigen emoties is belangrijk. Welke belangen spelen mee? Hoe komt het dat bepaald gedrag deze emotie bij je oproept? Ben je moe? Tijdens werkbesprekingen wisselt de groepsleiding ervaringen met elkaar uit en stemt het werk af op elkaar. Er worden knelpunten en mogelijke oplossingen besproken. Door elkaar aan te spreken op de wijze van handelen (d.w.z. op de pedagogische invulling) krijgen de groepsleid(st)ers inzicht in hun eigen persoonlijkheid zodat zij kunnen groeien in het werk. Tijdens de werkbesprekingen dient de groepsleiding elkaar ook scherp te houden wat het bereiken van onze pedagogische doelstellingen betreft. Hoe kunnen we de inhoud van ons pedagogisch beleid heel concreet waarmaken? Tevens streven wij ernaar dat de groepsleiding problemen en meningsverschillen onderling zo veel mogelijk samen oplost. Om blinde vlekken te voorkomen is het nuttig om regelmatig input te krijgen van een externe deskundige. Regelmatig worden er cursussen door de groepsleiding gevolgd zoals ’kinderen die opvallen’ van Bureau Jeugdzorg (SO&T). De groepsleiding kent de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelt daar ook naar. Extra-dagenbeleid Kinderen worden in principe alleen in hun eigen stamgroep geplaatst als ouders een extradag willen afnemen. Er is een uitzondering: Als kinderen op woensdag (de 'verticale' dag) normaal niet komen en door hun ouders voor die dag extra opvang wordt afgenomen wordt het kind zodoende niet in zijn/haar stamgroep geplaatst. Deze ouders leggen wij nogmaals uit wat de verticale dag inhoudt en moeten zij hiervoor schriftelijk toestemming geven. Achterwacht Pedagogische medewerk(st)ers die incidenteel alleen een groep kinderen begeleiden omdat de kind-leid(st)er ratio dit toelaat, kunnen altijd op ondersteuning rekenen van de beroepskrachten van de andere groep waar wél twee beroepskrachten aanwezig zijn. Op vrijdagmiddag is er op allebei groepen ivm. de lage bezetting maar 1 beroepskracht noodzakelijk, er is echter extra ondersteuning mogelijk doordat 1 beroepskracht aanwezig is die administratief werk doet. Voor noodgevallen kan beroep worden gedaan op een vaste beroepskracht die niet ingeroosterd is. Aanrijtijd is tussen de 2 en 20 minuten. Mocht dit niet lukken is er eventueel nog een vaste invalkracht beschikbaar of een uitzendkracht. De Stampertjes heeft een overeenkomst met uitzendbureau ASA.
Vierogenbeleid De Stampertjes
Het vierogenprincipe (volgens de Wet kinderopvang) betekent dat er bij dagopvang op elk moment de reële kans moet bestaan dat er een (tweede) volwassene meekijkt of meeluistert. De Stampertjes handhaaft dit principe op de volgende manier: Vanaf het moment dat 's ochtends de tweede beroepskracht begint staan er tot sluitingstijd continue twee beroepskrachten op elke groep. De beroepskrachten hebben geen pauze verlaten de groep niet tijdens hun werktijd. Ook voordat de tweede beroepskracht aanwezig is, is er ten alle tijde een reële kans dat een andere volwassene meekijkt of meeluistert. De peutergroep heeft een goede inkijk zowel vanaf de straatkant als ook vanaf de tuin. Tijdens de brengtijden is de voordeur niet op slot en kunnen ouders binnen een seconde in de groepsruimte staan vanaf het moment dat de voordeur geopend wordt. Bovendien maken wij gebruik van een webcam. Het gebruik van de webcam is strikt beperkt: Er worden geen opnames gemaakt, alleen live-beelden. De microfoon staat uit, de toegang tot de camera via internet is uitgezet, er kunnen dus geen mensen van buitenaf meekijken. De camera wordt om 8.30 uur door een leidster van de babygroep aangezet en weer uitgezet zodra de tweede beroepskracht begint (in de regel om 9 uur) Ook bij de babygroep staat 's ochtends de binnendeur niet op slot en kan op elk moment een volwassene binnenkomen. Alle ouders kunnen de voordeur dmv. een toegangs-chip openen. Vrijdagmiddag wordt de babygroep door één beroepskracht begeleid. Tot sluitingstijd is er echter een extra beroepskracht aanwezig, die op de entresol van de babygroep administratieve taken verricht en kan meeluisteren en meekijken. Zo nu en dan loopt deze beroepskracht ook onaangekondigd de peutergroep binnen om bijvoorbeeld huishoudelijke taken uit te voeren, wat het vierogenprincipe nog versterkt. Daarnaast staat bij de peutergroep vanaf 8.30 uur tot het moment dat bij de babygroep een tweede beroepskracht aanwezig is de babyfoon aan zodat de leid(st)ers bij de babygroep mee kunnen luisteren. Het gebruik van webcam/babyfoon geldt ook voor andere momenten dat één beroepskracht door omstandigheden alléén op de groep staat. De Stampertjes, juni 2014