Pedagogisch Beleidsplan Peuter & Co Oktober 2014
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 1 van 23
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Peuter & Co. Met dit beleidsplan wil Peuter & Co een eenduidige en constante kwaliteit van de uitvoering van het werk ontwikkelen en bewaken. In dit beleidsplan staat helder omschreven welk pedagogisch handelen in het beleid past en welke reactie op een peuter wel of niet passend is. Het pedagogisch beleidsplan maakt het functioneren van Peuter & Co dus duidelijker, transparanter, eerlijker en beter toetsbaar. Voor medewerkers, collega’s, ouders/ verzorgers en gemeente schept het bovendien ook herkenbaarheid. Het pedagogisch beleidsplan is vooral een richtinggevend document voor de uitvoerende teams en het management. De pedagogische werkplannen per regio/wijk of per locatie beschrijven de algemene uitgangspunten uit dit pedagogisch beleidsplan vertaald naar de dagelijkse werkpraktijk en de samenwerking met de basisscholen. Hierdoor kan op iedere locatie het team haar eigenheid en kwaliteit binnen het grote kader naar voren brengen. Dit geeft richting aan het pedagogisch handelen van de leidsters. Het pedagogisch beleidsplan is een duidelijke positionering van het peuterwerk in de voorschool en groep nul en eveneens van belang voor samenwerkingspartners in het kader van alle ontwikkelingen in de voor- en vroegschoolse periode op stedelijk en landelijk niveau. Op de laatste, maar zeker niet de minste plaats, geeft het ouders/ verzorgers belangrijke informatie. We gaan met ouders/ verzorgers in gesprek en zorgen ervoor dat ze het kunnen inzien op de locatie of website. Het pedagogisch beleid is een weergave van de nu geldende inzichten en bezoekersgroepen. Het is geen statisch geheel. De verschillende onderdelen van het beleid kunnen regelmatig een punt van gesprek en evaluatie zijn in de werkoverleggen. Het pedagogisch beleidsplan maakt onderdeel uit van het kwaliteitsbeleid van Peuter & Co en is een cyclisch proces. Binnen de beleidscyclus wordt jaarlijks gekeken of bijstelling van het totale pedagogisch beleidsplan nodig is of dat bijstelling op onderdelen voldoende is. De ontwikkelingen en aanpassingen daaraan zijn soms al binnen een jaar, soms na maanden, noodzakelijk. De pedagogische werkplannen worden jaarlijks herzien en aangepast aan de dagelijkse praktijk, zodat er bij het begin van elk nieuw schooljaar een actueel werkplan ligt met helderdere doelen om aan te werken.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 2 van 23
1. Inleiding In een peuterspeelzaal gebeurt meer dan alleen gezellig met peuters bezig zijn. Op elke peuterspeelzaal creëren de leidsters een speciale sfeer waarin peuters op een speelse manier gestimuleerd worden in hun algehele ontwikkeling. Dat de peuter zich veilig en geborgen voelt en plezier heeft, staat voorop. Via dit beleidsplan maken geïnteresseerden kennis met de houding, activiteiten en ideeën van Peuter & Co ten aanzien van het begeleiden van de peuters. Het pedagogisch beleidsplan geeft handvatten voor de praktijk. Ouders (daarmee worden ook de verzorgers bedoeld) en leidsters krijgen hierdoor een beter inzicht in hoe er op de peuterspeelzaal spelenderwijs met peuters wordt omgaan. Alle peuterspeelzalen van Peuter & Co gebruiken naast dit beleidsplan ook een pedagogisch werkplan. Het pedagogisch werkplan is een document waarin de werkwijzen van de individuele peuterspeelzaal beschreven staan. Pedagogische doelstelling en uitgangspunten van Peuter & Co Visie op de ontwikkeling van peuters: De leidsters bieden peuters veiligheid en vertrouwen. Vanuit deze basis kunnen zij de peuter helpen en stimuleren. Peuter & Co probeert elke peuter die kennis en vaardigheden bij te brengen die hij of zij nodig heeft om zich als individu en als lid van de groep te ontwikkelen. Peuter & Co stimuleert ook de speelvisie: "Spelen is dingen doen waar je zin in hebt, zo lang je zelf wilt, zonder iets speciaals te willen bereiken en zonder dat iemand zegt dat het moet. Daarmee is spelen ontdekken, ontwikkelen en leren." Pedagogisch doel: De peuterspeelzaalzalen van Peuter & Co streven naar een voor ouders en peuters vertrouwde en veilige opvangsituatie en een verbreding van het opvoedingsmilieu voor peuters. In deze omgeving voelen peuters zich spelenderwijs gestimuleerd om stappen te zetten in hun ontwikkeling tot zelfstandige, sociale en weerbare leden van de samenleving. Daarbij wordt zowel recht gedaan aan de individuele aanleg en mogelijkheden van de peuter als aan het samenzijn in de groep. Indien nodig kunnen leidsters de ouders bij de opvoeding ondersteunen en proberen zij de overgang naar de basisschool te vergemakkelijken. De leidsters spelen hierin een begeleidende en aanvullende rol. Bij Peuter & Co staat het bieden van optimale ontwikkelingskansen centraal. Spel is een belangrijk instrument. Ook hebben de peuterspeelzalen een belangrijke taak in het vroegtijdig signaleren en voorkomen van ontwikkelingsachterstanden. Leidsters zijn in staat ouders door te verwijzen naar de juiste instanties. Nadrukkelijk kiest Peuter & Co niet voor een uitgesproken levensbeschouwelijke visie in het werken met peuters. In principe zijn alle peuters en hun ouders welkom en is er voor iedere mening, zolang deze een ander niet schaadt, ruimte binnen de peuterspeelzalen. 1.1 Basisfunctie van de peuterspeelzaal In een peuterspeelzaal spelen peuters in de leeftijd van twee tot vier jaar samen met andere peuters en doen zij mee aan activiteiten. De peuterspeelzaal is een aanvulling op de thuissituatie en biedt de peuter extra ontwikkelingsmogelijkheden. Bovendien geeft een peuterspeelzaal opvoedingsondersteuning aan de ouders. De peuterspeelzaal is een basisvoorziening. Dat wil zeggen dat alle peuters hiervan gebruik kunnen maken. De peuterspeelzalen zijn bovendien laagdrempelig, toegankelijk voor alle inkomensgroepen en liggen goed verspreid binnen een deelgemeente. Peuters bezoeken hun peuterspeelzaal vier of vijf dagdelen per week. 1.2 Ontmoetingsfunctie en maatschappelijke functie De peuterspeelzaal biedt peuters de gelegenheid leeftijdsgenoten te ontmoeten en spelenderwijs allerlei vaardigheden op te doen. Ook voor ouders is de peuterspeelzaal een belangrijke ontmoetingsplaats. Bij de peuterspeelzaal krijgen zij de gelegenheid om met andere ouders in contact te komen. Peuterspeelzalen blijken in de praktijk voor ouders dus een belangrijke, laagdrempelige voorziening te zijn en een plek waar zij hun (sociale) netwerk kunnen uitbreiden. De peuterspeelzaal is voor veel ouders de eerste langdurige relatie die ze Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 3 van 23
met een maatschappelijke organisatie aangaan. De peuterspeelzaal brengt mensen met verschillende achtergronden in contact met elkaar. 1.3 Signalerende functie1 Het werkniveau van Peuter & Co is ondersteunend en signalerend en zit op ambitieniveau 2. Dat wil zeggen dat de peuterspeelzalen diverse programma’s gebruiken om eventuele achterstanden van peuters te voorkomen en te bestrijden. Deze worden verderop in het pedagogisch beleidsplan uitgebreid beschreven. De leidsters kijken goed naar de peuters en doen regelmatig observaties (minimaal eens per jaar) naar de ontwikkeling van de kinderen. Als de leidster zich zorgen maakt om een kind, omdat het zich anders gedraagt dan andere kinderen van die leeftijd, dan worden deze zorgen besproken tijdens de kindbesprekingen. De leidsters houden ouders goed op de hoogte over de ontwikkelingen, bespreken hun eventuele zorgen met hen en kunnen doorverwijzen naar externe organisaties bij ernstige zorgen. 1.4 Voorschoolse functie De peuterspeelzalen van Peuter & Co werken als voorschool en als groep nul. Peuters worden hierin spelenderwijs voorbereid op de basisschool. De programma’s die de peuterspeelzaal gebruikt worden ook toegepast op de basisschool waarmee de peuterspeelzaal samenwerkt. De peuters herkennen de structuur, het ritme en de rituelen van de methode, waardoor de overgang tussen peuterspeelzaal en basisschool laagdrempelig en soepel verloopt. Ouders zijn vrij in de keuze voor de basisschool, ook al is de peuterspeelzaal gevestigd in een basisschool. Wij stimuleren de ouders hun kind aan te melden bij de samenwerkende basisschool, omdat deze dezelfde manier van werken hanteert en een gedeelde visie heeft in de ontwikkeling van kinderen. Bij groep nul vragen wij ouders om een intentie uit te spreken om hun kind bij de samenwerkende basisschool in te schrijven. De samenwerking met groep nul en de basisschool is intensiever dan bij de reguliere VVE peuterspeelzalen. De leidsters van groep nul en de leerkrachten van groep 1 en 2 werken nauw samen, waardoor de overstap naar groep 1 voor de kinderen erg klein is en een kind zich beter kan ontwikkelen. De basisschool is mede verantwoordelijk voor de resultaten in groep nul en investeert daarom mee in de kwaliteit van groep nul. De peuterspeelzaal heeft de belangrijke taak stimuleringsprogramma’s aan te bieden om achterstanden te voorkomen. Als er veel anderstalige peuters de peuterspeelzalen bezoeken, zoals het geval is in veel deelgemeente waar peuter & Co haar peuterspeelzalen gehuisvest zijn, is het bieden van gerichte taalactiviteiten noodzakelijk.
1
Peuter & Co werkt op ambitieniveau 2: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen staan hierin centraal.
Belangrijkste verschil met peuterspeelzalen met ambitieniveau 0 of 1 is dat Peuter & Co een peutervolgsysteem hanteert en twee leidsters op de groep specifiek zijn opgeleid voor de Voorschool (ontwikkelen en signaleren).
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 4 van 23
2. Pedagogische basisdoelen De opvoedingstheorie van professor Riksen-Walraven ligt ten grondslag aan de Wet Kinderopvang en de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Hierop is ook de gemeentelijke verordening gebaseerd. De basisdoelen van professor Riksen-Walraven zijn onderdeel van de pedagogische doelstellingen van Peuter & Co. Peuter & Co vertaalt deze basisdoelen naar de opvoedingssituatie binnen de eigen peuterspeelzalen. Volgens Riksen-Walraven zijn deze toepasbaar in elke opvoedingssituatie: 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid: Heeft een kind het naar zijn zin? 2. Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties: Heeft een kind iets geleerd dat zinvol voor hem is? 3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties: Heeft een kind met andere kinderen gespeeld? 4. Kinderen gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving eigen te maken: Heeft een kind geleerd om op een sociale en respectvolle wijze met anderen om te gaan? 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid: Peuters moeten het zichtbaar naar hun zin hebben. Ze moeten lekker kunnen spelen in een veilige en vertrouwde omgeving. Deze randvoorwaarden worden grotendeels bepaald door de leidsters, de ruimte waarin ze zich bevinden en het contact met andere peuters. Wie zich onveilig voelt, zal zich niet gemakkelijk openstellen voor het aanleren van nieuwe vaardigheden. Peuter & Co waarborgt de emotionele veiligheid door de kinderen regelmatig (minimaal tweemaal in de periode dat kinderen de peuterspeelzaal bezoeken) te observeren en te volgen. Daardoor krijgen leidsters tijdig in beeld of kinderen zich veilig voelen en goed kunnen ontwikkelen. 2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties: Het aanbieden van uitdagende spelvormen, methodieken en speelgoed stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van een kind. Met persoonlijke competenties wordt gedoeld op brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze competenties stellen een kind in staat om allerlei typen problemen aan te pakken en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Hierbij komen zelfvertrouwen en voor zichzelf zinvol bezig zijn om de hoek kijken. Het leren van taal, de motorische ontwikkeling en cognitieve vaardigheden zijn hier voorbeelden van. Leidsters worden geschoold en gevolgd in hun vaardigheden kinderen te ondersteunen in het ontwikkelen van hun competenties. Individuele gesprekken over het functioneren van de leidsters met een leidinggevende worden vastgelegd in een functioneringsverslag. 3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties: De peuterspeelzalen bieden peuters gelegenheid om sociale competenties te ontwikkelen. De peuters komen in contact met leeftijdsgenoten. Ze maken deel uit van een groep en leren deelnemen aan groepsgebeurtenissen. Ze leren hoe ze met elkaar om moeten gaan en hoe ze conflicten kunnen voorkomen en zelf oplossen. Tevens leren ze de basisbeginselen van sociale vaardigheden. Dit geeft hen de kans om zich te ontwikkelen tot individuen die kunnen functioneren in de maatschappij. Leidsters observeren en volgen de kinderen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarbij wordt erop gelet of de leidsters voldoende gelegenheid bieden aan de kinderen om zich hierin te ontwikkelen. Bij zorgen over de ontwikkeling kan een handelingsplan opgesteld worden. Leidsters bespreken dit regelmatig met hun direct leidinggevende. 4. Gelegenheid bieden kinderen de normen en waarden/cultuur van de samenleving eigen te maken: Er zijn veel (ongeschreven) regels en afspraken in de maatschappij, zo ook op de peuterspeelzalen. Die gaan over slaan, spugen, een ander pijn doen, leren delen en samen spelen, op je beurt wachten en zo verder. Door uitdagend spel aan te bieden kunnen deze regels en afspraken meegegeven en toegepast worden. Spelenderwijs maken peuters kennis met elementen uit de cultuur die er op de peuterspeelzaal is, daarnaast met de culturen, normen en waarden van andere bevolkingsgroepen. Door aandacht te besteden aan zowel de Nederlandse feesten en festiviteiten als van andere culturen laten we peuters de grenzen, normen en waarden zien en doen ze ervaring op met gebruiken en omgangsvormen in onze samenleving.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 5 van 23
2.1 Pedagogische uitgangspunten Voor Peuter & Co is het noodzakelijk dat een peuter zich veilig, vertrouwd en liefdevol benaderd voelt, in de omgeving van en in de relatie tot groepsgenoten en groepsleiding. Daardoor krijgt een peuter meer zelfvertrouwen. Ieder kind is uniek en moet als zodanig in zijn eigenheid worden geaccepteerd en gerespecteerd, zodat de mogelijkheden zichzelf te zijn zo optimaal mogelijk benut worden. De peuter wordt pas gestimuleerd in de ontwikkeling richting zelfredzaamheid en zelfstandigheid wanneer de opvoeder niet altijd ingrijpt of oplossingen bedenkt, maar de peuter het zelf te laten ontdekken. Peuters worden als individu benaderd door aan te sluiten bij hun individuele behoeften en in te gaan op initiatieven, en hen te laten profiteren van de toegevoegde waarde van het samenzijn in een groep. Op die manier leren peuters met andere peuters en volwassenen om te gaan. 2.2 Werkwijze Hieronder worden kort de werkwijzen genoemd die Peuter & Co, op basis van bovengenoemde uitgangspunten, gekozen heeft om de opvoedingsdoelstellingen van professor Riksen Walraven te bereiken. Deze gelden voor alle peuterspeelzalen binnen Peuter & Co. 1. Peuter & Co biedt peuters een gevoel van emotionele veiligheid door: • Vaste programma’s te gebruiken zoals Piramide, Kaleidoscoop, Ko-Totaal (Puk&Ko), Startblokken (Basisgoed), Montessori en Ontwikkelingsgericht leren. • Vaste leidsters en invalkrachten in te zetten bij langdurig verzuim, zodat peuters zich kunnen hechten. • Verschillende hoeken in te richten, zoals een leeshoek, bouwhoek, huishoek en een creatieve hoek; dit vergroot het gevoel van veiligheid bij de peuters. • Gericht aandacht te besteden aan het opbouwen van een band tussen de peuters onderling en de peuters en de groepsleiding. • Een wenbeleid te hanteren voor kinderen die geplaatst worden. Deze wenperiode wordt samen met de ouders besproken en ingezet. Per locatie kan deze wenperiode verschillen en wordt daarom uitgebreid beschreven in het locatiewerkplan. Het verplaatsen van kinderen naar een andere groep is meestal niet aan de orde, maar komt aan de orde in het wenbeleid. • Een speciaal wenbeleid te hanteren voor het starten van een nieuwe groep of nieuwe peuterspeelzaal. Daar komen veel nieuwe tegelijk binnen en vergt een ander wenbeleid dan wanneer slechts 1 kind tegelijk gaat wennen. Dit wenbeleid staat ook in het locatiewerkplan voor die specifieke situatie in het locatiewerkplan beschreven. • Een vaste structuur aan te bieden gedurende het dagdeel. Dit zorgt voor rust en een veilig gevoel. • Een groep bestaat maximaal uit 16 peuters. Bij plaatsing wordt gelet op de leeftijdsopbouw van de groep. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid jonge peuters (2-3 jaar) en oudere peuters (3-4 jaar) en naar de verhouding jongen-meisje. Er wordt gelet op Nederlands/niet-Nederlands sprekende kinderen. In 2013 zijn er echter door de ontwikkelingen in de kinderopvang wachtlijsten ontstaan waardoor plaatsing en aandacht voor de groepsopbouw niet altijd mogelijk zijn. • Binnen de peutergroepen die vallen onder de wet kinderopvang bestaat de groep maximaal uit 14 2- en 3jarigen. De samenstelling van de groep wordt beschreven in het locatiewerkplan. • Wanneer een groepsruimte niet groot genoeg is voor 16 kinderen (min. 56 m²) worden minder kinderen geplaatst. Soms is een oplossing te vinden door een gang als speelruimte bij de groepsruimte te betrekken. In dat geval kunnen soms toch meer kinderen geplaatst worden. Een groep bestaat in ieder geval uit 13 kinderen. Daar waar het aantal kinderen afwijkt van (voor de peuterspeelzalen) het maximum van 16 kinderen wordt dit beschreven in het locatiewerkplan. 2. Peuter & Co geeft peuters de gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties door: • De taalontwikkeling te stimuleren door bijvoorbeeld de woordenschat te vergroten. Peuters maken kennis met boekjes door interactief voorlezen. Voorlezen stimuleert de communicatie en prikkelt de fantasie.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 6 van 23
• Een grote diversiteit aan speelmogelijkheden aan te bieden afgestemd op de fase waarin de peuter zich bevindt. Dit biedt peuters de kans om zich allerlei vaardigheden eigen te maken, zoals klimmen op toestellen en kring spelletjes doen. • De ontwikkeling van de grove en fijne motoriek te stimuleren via bewegingsspelletjes (zoals dansen en rennen), maar ook door kralen te rijgen en te plakken. • Peuters zelfredzaam te maken door hen niet uit te sluiten van alle risico’s. Op deze wijze zijn peuters zich bewuster van bepaalde risico’s en kunnen ze zelf sneller gevaren inschatten. Dit besef is onder anderen van belang wanneer ze naar school gaan. Ook leren peuters dan beter hun eigen keuzes te maken en in te schatten en af te wegen wat wel en niet mag. • Peuters te helpen bij het verkennen van hun eigen grenzen en hen bewust te maken van de eigen mogelijkheden en het eigen kunnen. Peuter & Co biedt gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties door: • Peuters de ruimte te geven om lekker naast en met elkaar te spelen, zonder gestoord te worden. • Aandacht te besteden aan de ontwikkeling van een goede band met de leidsters. De leidster is op alle gebieden een voorbeeld voor de peuters. De interactie tussen groepsleiding en de peuters is van groot belang voor deze ontwikkeling. • Peuters verantwoordelijkheden aan te leren door hen zelf ruzietjes op te laten lossen en hen te laten helpen met opruimen. • De zelfredzaamheid en zelfstandigheid te vergroten door peuters te stimuleren om zelf kleding en schoenen aan te doen. 4. Gelegenheid bieden kinderen de normen en waarden/cultuur van de samenleving eigen te maken: • Het goede voorbeeld te geven: het personeelsbestand van Peuter & Co is zoveel mogelijk een afspiegeling van de Rotterdamse samenleving. • Rekening te houden met de diversiteit in de doelgroep en aandacht te schenken aan bijvoorbeeld culturele feestdagen, gebruiken en rituelen van culturen. • Basale en universele regels aan te houden, een peuter leert in kleine stapjes een ander bijvoorbeeld geen pijn te doen of geen speelgoed af te pakken. 3. Subdoelen van pedagogisch handelen 3.1 Stimuleren van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid 3.1a Lichaamsbesef 3.1b Lichamelijke verzorging 3.2 Recht doen aan de eigenheid van elke peuter 3.3 Gevoel van eigenwaarde geven 3.3a Ontwikkeling identiteit 3.4 De peuters om leren gaan met hun eigen mogelijkheden 3.4a Zelfbeeld 3.4b Zelfvertrouwen 3.5 De peuters leren reflecteren op hun eigen gedrag 3.6 Leren vertrouwen te hebben in mensen 3.7 Waarden en normen 3.7a Overbrengen van waarden en normen 3.7b Kennis laten maken met andere waarden en normen 3.7c Respect hebben voor andere normen en waarden 3.8 Omgaan met emoties van peuters 3.8a Baby in het gezin 3.9 Stimuleren van de lichamelijke (motorische) ontwikkeling Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 7 van 23
3.9a Muziek 3.10 Stimuleren van de verstandelijke (cognitieve) ontwikkeling 3.11 Begeleiden van de creatieve ontwikkeling 3.12 Begeleiden van de sociale ontwikkeling 3.12a Sociale ontwikkeling 3.12b Spelen en leren omgaan met andere peuters 3.12c Leren omgaan met volwassenen 3.13 Taal- en spraakontwikkeling 3.1 Stimuleren van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid De leidsters van Peuter & Co werken dagelijks aan de zelfstandigheid- en de zelfredzaamheid van de peuters, zoals zelf handen wassen, jas aantrekken en broek ophalen, maar ook zelf een puzzel uitkiezen en opruimen. Hierbij letten de leidsters goed op wat een peuter al kan en waar hij/zij op dat moment aan toe is. Doordat er genoeg ruimte is voor zelfstandigheid en fouten maken, wordt de zelfstandigheid gestimuleerd. Een peuter die uit ervaring weet dat hij/zij fouten mag maken, durft er voor uit te komen iets niet te weten of niet te kunnen. Op de peuterspeelzaal nemen de leidsters alle tijd en ruimte om peuters in hun eigen tempo en op hun eigen niveau zelfstandiger te maken. Dit gebeurt uiteraard in kleine stapjes. Door de peuters een veelheid aan materiaal, ruimte en mogelijkheden te geven, proberen de leidsters hen zelfstandiger te maken. De leidsters blijven geduldig en geven hen de tijd om zelf uit te proberen in hoeverre zij bijvoorbeeld activiteiten zelfstandig kunnen uitvoeren. De leidsters doen zo nodig aan de peuters voor wat de bedoeling is en geven aanwijzingen. Zij stimuleren de peuters om elkaar te helpen, zoals bij het dichtmaken van een schortje. Het is belangrijk dat de peuters zich gestimuleerd voelen om steeds opnieuw te proberen iets zelf te doen. Het is daarbij erg belangrijk dat de peuters complimentjes krijgen, want hierdoor bouwen zij zelfvertrouwen op en krijgen zij plezier in hun eigen prestaties. Op verschillende momenten tijdens een dagdeel op de peuterspeelzaal heeft de zelfstandigheid van de peuters een stimulans nodig. Dit gebeurt bij het naar de wc gaan, aankleden (jas aandoen), opruimen, drinken, spelen en het oplossen van conflicten. 3.1a Lichaamsbesef Om het lichaamsbesef te bevorderen gebruikt Peuter & Co onder anderen de thema’s van het voorschoolse programma. Het is van groot belang dat peuters geïnteresseerd zijn in het ontdekken van hun eigen lichaam. De leidsters kijken naar de ontwikkelingsfase van de peuter en besteden op peuterniveau aandacht aan het lichaamsbesef. Ook maken zij gebruik van liedjes en opzegversjes, waarbij delen van het lichaam aangewezen kunnen worden, zoals "Dit zijn mijn wangetjes" en "Hoofd, schouders, knie en teen". 3.1b Lichamelijke verzorging Alle peuters leren dat ze eerst hun handen moeten wassen voordat ze gaan eten. Ook moeten de peuters hun handen wassen na toiletbezoek en na het buiten spelen. De leidsters bekijken per kind en ontwikkelingsniveau of ze al toe zijn aan zelfstandigheid. Bijvoorbeeld: neuzen snuiten, plassen of handen wassen. Peuters die nog bezig zijn met zindelijkheid, krijgen speciale aandacht. Ook komt de lichamelijke verzorging in verhaaltjes en thema’s aan de orde. 3.2 Recht doen aan de eigenheid van elke peuter Elke peuter heeft ruimte nodig, ongeacht aard, karakter, ontwikkeling en uiterlijk. De leidsters houden rekening met de achtergronden van de peuters en kijken naar de gezinssituatie. Wanneer peuters uit een groot gezin komen en op de peuterspeelzaal veel aandacht en ruimte eisen, dan hebben de leidsters daar begrip voor. Zij kijken dan naar hun persoonlijke interesses en spelen daarop in. De peuters moeten vooral het gevoel krijgen dat zij zichzelf mogen zijn. Door geborgenheid en een vertrouwde omgeving te bieden stimuleert Peuter & Co de eigenheid van elke peuter. In principe zijn alle peuters welkom bij Peuter & Co, ook peuters met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Per aanmelding wordt gekeken of de plaatsing op de peuterspeelzaal mogelijk is. Dit gebeurt in overleg met de leidsters van de groep en zo nodig met extra hulp. Soms hebben peuters wat langer de tijd nodig om de kat uit de boom te kijken, daar krijgen ze dan de ruimte Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 8 van 23
voor. Leidsters proberen stille, verlegen peuters vertrouwen te geven zodat deze meer durven. Peuters die veel aandacht opeisen, worden eerst even tot rust gebracht of afgeleid met een puzzel of een verhaaltje. Hierbij is het van wezenlijk belang dat de leidsters goed observeren of het getoonde gedrag echt de aard van de peuter laat zien, of dat het uiterlijk vertoon is. Het ontwikkelen en stimuleren van eigenwaarde hoort ook bij de eigenheid van de peuter. 3.3 Gevoel van eigenwaarde geven Peuter & Co wil peuters een gevoel van eigenwaarde meegeven door hen met respect te behandelen. Iedereen wordt even serieus genomen en er mag nooit “over iemand heen gepraat worden”. Peuter & Co is blij dat de peuters er zijn en dat laten de leidsters ook zien. De peuters moeten zich welkom voelen. De leidsters blijven hen continu stimuleren en activeren en geven regelmatig complimentjes (vooral aan verlegen peuters en peuters die positief gedrag vertonen). Gewenst gedrag is gemakkelijker aan te leren als de peuters zien dat de andere peuters daarvoor complimentjes krijgen. 3.3a Ontwikkeling identiteit Om de identiteit te stimuleren spreken de leidsters de peuters altijd aan bij de voornaam. Zij proberen zelf een positief voorbeeld te geven door elkaar ook bij de voornaam te noemen. Mede door het aanwezige materiaal kan de peuter de leidster ‘nadoen en imiteren’. De peuters worden bovendien uitgedaagd om buiten de bestaande rolpatronen te kijken. Het is helemaal niet gek als jongens in de poppenhoek spelen en meisjes met bouwstenen. Sterker nog, de leidsters stimuleren hen om vooral te doen waar ze zin in hebben. 3.4 De peuters om leren gaan met hun eigen mogelijkheden De leidsters stimuleren en activeren peuters in het onderzoeken van hun eigen mogelijkheden, zodat peuters (en hun ouders) merken dat zij veel meer kunnen dan zij misschien dachten. Door rekening te houden met het individuele ontwikkelingsniveau van elke peuter en de peuters in hun waarde te laten, geven de leidsters een signaal af dat zij vertrouwen hebben in wat de peuter kan. Peuters worden daarom nooit met elkaar vergeleken, want de ontwikkeling van het ene kind is namelijk geen maatstaf voor het andere kind. Als ze maar plezier hebben in de eigen mogelijkheden! Dit geldt natuurlijk niet alleen voor de cognitieve en motorische ontwikkeling, maar ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Als er een conflict bestaat is het goed om te laten zien dat de peuter het probleem ook zelf kan oplossen. Peuters hebben vertrouwen in hun eigen mogelijkheden wanneer ze ervaren dat ze met bepaald gedrag ruzies oplossen of van een onveilige situatie een veilige weten te maken. Als er te snel ingegrepen wordt of moeilijke situaties voorkomen worden, missen de peuters de mogelijkheid om te ervaren dat hun eigen gedrag invloed heeft op (de gevolgen van) een situatie. 3.4b Zelfbeeld Het bevordert een positief zelfbeeld als leidsters peuters complimentjes geven bij lief en aardig gedrag en bij de dingen die zij al kunnen. Ook geven de leidsters opbouwende kritiek. Negatief gedrag wordt zoveel mogelijk genegeerd, mits het geen gevaar oplevert voor de peuter of de omgeving. Door niet in te grijpen als het niet echt nodig is, leren peuters wat de gevolgen van hun gedrag zijn en de verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gedrag. 3.4c Zelfvertrouwen Kleine opdrachten passend bij het ontwikkelingsniveau van een peuter vergroten het zelfvertrouwen. Dat gebeurt ook door peuters te laten ervaren wat zij al kunnen, complimenten te geven als zij iets goed doen, of hen waar nodig te helpen. Het is belangrijk dat de peuter gemotiveerd wordt om steeds opnieuw te proberen het zelf te doen. 3.5 De peuters leren reflecteren op hun eigen gedrag Het is een taak van de peuterleidsters om in begrijpelijke taal uit te leggen wat een kind heeft gedaan, ook als dat iets goeds is. De leidsters leggen geduldig uit wat de gevolgen van hun gedrag kunnen zijn. Peuters overzien de consequenties van bepaald gedrag namelijk niet altijd. Als dit nodig is, laten de leidsters dus zien hoe het ook anders kan. Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 9 van 23
3.6 Leren vertrouwen te hebben in mensen Om vertrouwen te krijgen in mensen, moet een peuter eerst vertrouwen hebben in de eigen mogelijkheden. Dit is hierboven al aan de orde geweest. Peuter & Co kan daar op de speelzaal op inspelen door peuters een wenperiode te gunnen op de peuterspeelzaal. Hierdoor kunnen peuters (en hun ouders) rustig wennen aan de nieuwe situatie en de mogelijkheden van de peuterspeelzaal ontdekken. Als leidsters de peuters steeds eerlijk en consequent benaderen, leren de peuters waar zij aan toe zijn. En wanneer er dan iets wordt afgesproken, wordt het ook nagekomen. Een peuter blijft vertrouwen hebben wanneer hij/zij weet dat de leidsters geen gevaarlijke dingen toestaan en ingrijpen bij conflicten die uit de hand dreigen te lopen. Peuters worden altijd aangesproken op hun gedrag en niet op hun persoon. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je met speelgoed gooit, dat mag niet” (= benoemen van het gedrag) in plaats van: “Je bent stout.” 3.7 Waarden en normen Op de peuterspeelzaal komen peuters en volwassenen met verschillende waarden en normen samen. Iedereen wordt in zijn waarde gelaten, ook al is niet iedereen het met elkaar eens. Waarden staan voor iets wat goed of slecht is, mooi of lelijk. Uit waarden worden normen afgeleid. Normen zijn de regels, de richtsnoeren waaraan iedereen zich moet houden. Deze verschillen per persoon en per situatie. Thuis zijn er andere regels dan op de peuterspeelzaal of in een ander gezin. Twee voorbeelden van waarden en normen die op de peuterspeelzalen gelden: Waarde: Ouders en peuters worden op gelijke wijze behandeld Norm: Iedereen spreekt Nederlands op de peuterspeelzalen, zodat iedereen de gesprekken kan volgen Waarde: Iedereen voelt zich goed op de peuterspeelzalen Norm: Conflicten worden uitgesproken en opgelost. De leidsters bij Peuter & Co vinden het belangrijk dat: • De peuters zich veilig en geborgen voelen; • De peuters basisvertrouwen hebben; • De peuters respect hebben voor elkaar en het milieu; • De omgeving sfeervol, veilig en hygiënisch is. 3.7a Overbrengen van waarden en normen Op de peuterspeelzaal gelden bepaalde normen, regels die de peuters zich spelenderwijs eigen maken. Zij moeten leren de geldende waarden en normen te respecteren en zich daaraan te houden. De leidsters spreken de peuters hierop aan. Het is heel belangrijk om duidelijk en geduldig uit te leggen waarom iets niet mag en hoe het dan wel moet. Een kind moet ook fouten mogen maken, dan kan hij leren tot een eigen waardeoordeel te komen. Het overbrengen en eigen maken van waarden vindt plaats tijdens de normale dagelijkse dingen. De leidsters hebben hierin een voorbeeldfunctie, de peuters leren hoe zij omgaan met andere peuters, ouders en elkaar. Hierin moeten de peuterleidsters ook geloofwaardig zijn, ze zijn er ook op aanspreekbaar. 3.7b Kennis laten maken met andere waarden en normen De peuters ervaren dat de waarden en normen op de peuterspeelzaal anders kunnen zijn dan thuis. Het verschil in waarden en normen kan nog groter zijn bij peuters uit andere culturen en godsdiensten. Zij leren dat er verschillen bestaan en dat het verschil geen belemmering vormt voor een goed contact tussen de ouders en de leidsters. Zo leren zij dat ze het niet altijd eens hoeven zijn met andere waarden en normen, maar dat ze er wel respect voor kunnen hebben. 3.7c Respect hebben voor andere normen en waarden Het is heel belangrijk dat de leidsters naast het bijbrengen van respect voor andere waarden en normen zelf vooroordelen proberen te voorkomen. Leidsters dragen vaak onbewust maatschappelijke normen en waarden over, zoals zorg voor het milieu, roldoorbreking en kennismaking met andere culturen. Doordat managers hierover met hun leidsters in gesprek gaan brengen ze de bewustwording op gang.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 10 van 23
3.8 Omgaan met emoties van peuters De leidsters stimuleren de peuters om te gaan met hun eigen emoties en die van anderen. Dit doen zij door ruimte te geven voor die emoties; een peuter mag boos, verdrietig of uitgelaten zijn, en er zal ook over gepraat worden. De emotie wordt serieus genomen, maar kan ook per peuter verschillend zijn. Het is heel belangrijk dat de emotie wordt benoemd, dat de emotie erkend wordt en normaal is (“wat heb jij een verdriet” of “ik zie dat jij boos bent”). 3.8a Baby in het gezin Het komt regelmatig voor dat een peuter een broertje of zusje krijgt. De geboorte van een broertje of zusje is een emotionele gebeurtenis. De peuter is ineens niet meer "alleen", maar moet de aandacht van de ouders delen met de baby. De peuter kan hierdoor een terugval in gedrag krijgen, zoals weer in de broek plassen, duimen en huilerig of agressief gedrag vertonen. Ook kan de peuter stil worden of juist jaloers gedrag vertonen. Tijdens de intake wordt gevraagd naar de eventuele komst van broertjes of zusjes. De leidsters geven aandacht aan het thema baby en/of geboorte. 3.9 Stimuleren van de lichamelijke (motorische) ontwikkeling De lichamelijke of motorische ontwikkeling is onder te verdelen in grove motoriek (lopen, klimmen, springen) en fijne motoriek (pakken, vasthouden, bouwen). Beide ontwikkelingen zijn belangrijk voor het goed functioneren van het lichaam. Peuter & Co biedt de peuters afhankelijk van de motoriek verschillende soorten materiaal aan. Al deze materialen hebben een gericht doel. Om de lichamelijke ontwikkeling te stimuleren krijgen de peuters de ruimte om binnen én buiten bezig te zijn met bewegen. Zo worden balspellen gespeeld om het evenwicht en de coördinatie van het lichaam te ontwikkelen. 3.9a Muziek Muziek is een ontspannende, feestelijke en gezellige manier om peuters uit te dagen mee te doen met een activiteit. De peuterspeelzalen van Peuter & Co zijn uitgerust met muziekinstrumenten zoals: trommels, belletjes, sambaballen en triangels. Bij muziek is geen taal nodig, dus kinderen die minder goed Nederlands spreken kunnen zich hierbij goed uiten. Het is een interculturele activiteit. Door muziek te maken wordt het ritmegevoel versterkt, wat belangrijk is voor de taal- spraakontwikkeling. Verder wordt de verstandelijke ontwikkeling gestimuleerd door versjes en liedjes te gebruiken als ondersteuning van terugkomende activiteiten. Peuters onthouden makkelijker als er versjes en liedjes worden gebruikt. Het ontvangen van hoge en lage klanken in de muziek wordt meegenomen. De beer bromt en heeft een zwaar geluid, de muis piept en heeft een hoog geluid. 3.10 Stimuleren van de verstandelijke (cognitieve) ontwikkeling Spelen en bezig zijn is leren voor peuters. De peuter leert onder meer door voorbeeld en nabootsing. Door allerlei dagelijkse gebeurtenissen te bespreken, ontstaat ordening binnen de wereld van de peuter. De peuterleidster legt daarbij uit, benoemt de dingen en nodigt de peuters uit om dingen zelf te verwoorden. Regelmatig doet de leidster een beroep op het vermogen van de peuters om oplossingen te zoeken voor problemen. Peuter & Co is zeer alert op de ontwikkeling van elk kind, zodat bij achterstand of vragen zo vroeg mogelijk hulp kan worden geboden. Bijvoorbeeld bij afwijkingen in houding, spraak, gedrag of ontwikkeling. Peuter & Co wil de peuters stimuleren in hun ontwikkeling en een grote diversiteit aan materiaal aanbieden. De geboden activiteit moet wel aansluiten bij de interesse van de peuter, wanneer hij/zij zelf iets aangeeft is de concentratie nu eenmaal groter. De leidsters proberen situaties te creëren waardoor de peuters zich uitgedaagd voelen. Peuters leren spelenderwijs de wereld om zich heen te ontdekken. Puzzels, spelletjes, kleuren en vormen stimuleren het denkvermogen. Ook voorleesboeken en seizoensthema’s spelen hierbij een rol. Het helpt peuters bij het waarnemen, ordenen en sorteren van het leren. Dat een peuter zelfstandig oplossingen leert bedenken voor problemen is van groot belang voor de verstandelijke ontwikkeling. Dat gebeurt als ze bijvoorbeeld zelf een puzzel proberen te maken.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 11 van 23
Nieuwe ontwikkelingen Op een aantal peuterspeelzalen wordt met nieuwe materialen gewerkt. De computer doet al een aantal jaren zijn intrede in de peuterspeelzaal. Nu gaat de ontwikkeling verder en wordt er op een enkele peuterspeelzaal gewerkt met digibord of smartbord of worden tablets ingezet. Nieuwe media zoals apps op tablets kunnen
de fantasie van kinderen prikkelen, ze nieuwsgierig maken en aanzetten tot spel en naspelen en zo weer ‘echte’ ervaringen creëren voor het kind. Dit gebeurt bij voorkeur samen met de leidster en thuis met de ouders. Digitale media zijn op dit moment dus een aanvulling en geen vervanging. Waar zowel thuis als in de peuterspeelzaal op gelet moet worden is dat een té intensief gebruik ten koste kan gaan van hun breinontwikkeling, omdat kinderen minder tijd kunnen besteden aan het ontdekken en ervaren van de echte wereld om hen heen. Daarnaast is het kiezen van goed software niet eenvoudig. Kinderen kunnen op deze leeftijd nog niet oordelen of websites en apps wel geschikt zijn, of bijvoorbeeld reclame van inhoud te onderscheiden. Om ervoor te zorgen dat deze nieuwe media zorgvuldig wordt gebruikt wordt in het locatiewerkplan aangegeven hoe hier qua tijd en momenten van de dag mee om gegaan wordt. 3.11 Begeleiden van de creatieve ontwikkeling Door de peuter kennis te laten maken met verschillende materialen, zoals zand, klei en verf, stimuleert Peuter & Co de creativiteit. De peuter kan zich vrij uitleven. Ook verven, plakken, tekenen en kleuren behoren tot de mogelijkheden. De leidsters prikkelen de fantasie van de peuters door hen te laten experimenteren met verschillende materialen. Vooral de fijne motoriek en het concentratievermogen worden zo spelenderwijs geactiveerd. 3.12 Begeleiden van de sociale ontwikkeling Basisvoorwaarde voor gunstige ontwikkeling van elk kind is een goede sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor is het belangrijk dat peuters zich veilig en geborgen voelen. Lichamelijk of verbaal geweld door volwassenen of door peuters wordt dan ook niet getolereerd. Er wordt op respectvolle wijze met de peuters omgegaan. Zo wordt er niet over de hoofden van de peuters heen gesproken. Eventuele problemen worden onder vier ogen besproken. Door positief in te gaan op gevoelens als blijdschap, verdriet, woede, angst en onverschilligheid, stimuleert Peuter & Co de ontwikkeling van het leren kennen van de eigen gevoelens, het hiermee om kunnen gaan en het (durven) tonen van deze gevoelens aan anderen. De gevoelens van een peuter worden serieus genomen, er wordt geluisterd en meegeleefd. De leidsters denken vanuit de peuter en laten merken dat ze hem/haar begrijpen. 3.12a Sociale ontwikkeling Peuter & Co stimuleert de sociale ontwikkeling door peuters samen te laten spelen, op elkaar te laten wachten met eten en drinken, om de beurt met speelgoed te laten spelen en naar elkaar te laten luisteren. Hierbij is reflectie op het eigen gedrag natuurlijk heel belangrijk. Daarnaast stimuleren de leidsters de peuters om samen te spelen en allerlei zaken te delen (plakpotjes, speelgoed). Samen gezelschapsspelletjes doen, zoals memory, bevordert de ontwikkeling van sociaal gedrag. Ook worden peuters die altijd alleen spelen in een spelsituatie betrokken, zodat ze ontdekken dat samen spelen ook iets toevoegt. 3.12b Spelen en leren omgaan met andere peuters Peuters moeten nog helemaal leren spelen en ontdekken wat zij met speelgoed kunnen doen. Dit leren zij niet alleen van de leidsters, maar ook door andere peuters te zien spelen. Omdat zij nog niet weten wat samen spelen is en zij de wereld om zich heen nog heel egocentrisch (vanuit henzelf) bekijken, zijn er veel kleine conflicten. Wat zij willen hebben, willen zij nu en meteen, ongeacht of er iemand anders mee speelt. Sterker nog, dat een ander ergens plezier in heeft, brengt de peuter op een idee. Je ziet peuters daarom vaak naast elkaar spelen in plaats met elkaar. Bij gedrag wat niet genegeerd kan en mag worden, zoals plagen, pesten, buitensluiten of elkaar pijn doen, grijpen de leidsters in. Geduldig en vriendelijk maar wel duidelijk leggen zij uit waarom iets niet mag. Bij herhaling of extreem gedrag zetten zij de peuter even apart binnen de ruimte. Wanneer de peuter wordt opgehaald, melden de leidsters dit gedrag en het apart zetten aan de ouders. Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 12 van 23
De peuter leert een sociale houding aan die overeen komt met leeftijd en ontwikkelingsniveau. Naarmate peuters ouder worden, leren zij steeds meer rekening te houden met elkaar en elkaars eigendommen, leren zij elkaar te respecteren, voorzichtig en zorgvuldig om te gaan met speelgoed en mee te helpen met opruimen. 3.12c Leren omgaan met volwassenen Veel peuters doen op de peuterspeelzaal de eerste contacten met volwassenen op, buiten de familie en het gezin om. Zij maken kennis met de verschillende rollen die volwassenen kunnen hebben. Door hen de ruimte en de middelen aan te bieden om in de huid van volwassenen te kruipen, worden ze gestimuleerd de rol van volwassenen te ontdekken. In rollenspelletjes imiteren zij het gedrag van volwassenen. 3.13 Spraak- taalontwikkeling Binnen Peuter & Co worden verschillende aspecten van de taalontwikkeling gestimuleerd: taalinhoud, woordenschat, taalvormen en communicatie. Er wordt gericht gewerkt aan het uitbreiden van de woordenschat, aan communicatie en interactie, boekoriëntatie en verhaalbegrip en het aanzetten en nadenken door kinderen. In de VVE activiteiten staan telkens een aantal woorden centraal. Deze woorden worden in elke introductie, kern en uitbreiding in een betekenisvolle context aangeboden, verduidelijkt en gebruikt. Bij de afsluiting van de activiteit worden de woorden teruggevraagd om te controleren of het kind het woord begrijpt en het kan gebruiken. Herhaling Het creëren van een veilige omgeving gebeurt door een vast dagritme en vaste routines. Door de omgeving voorspelbaar te maken, voelt een kind zich meer op het gemak en staat het open voor nieuwe ervaringen, waardoor de tweede taal sneller opgepakt kan worden. Vaste routines zorgen ervoor dat bepaalde woorden vaak herhaald worden. Taalaanbod De leidsters zorgen voor een taalrijke omgeving en gevarieerd taalaanbod. Door te variëren met spelmateriaal en activiteiten en de ruimte zo in te richten dat deze uitnodigt tot exploratie, stellen leidsters kinderen in de gelegenheid hun ervaringswereld uit te breiden. Het opdoen van ervaringen is belangrijk voor de vorming van concepten en één van de voorwaarden om de woordenschat uit te breiden. Dit gebeurt als de ervaringen, die kinderen op de peuterspeelzaal opdoen vergezeld gaan door taal. Op de peuterspeelzaal wordt taal op veel manieren aangeboden; spelletjes, liedjes, opzegversjes, voorlezen uit prentenboeken, rollenspelen, poppenkast enz. Herhaling en visualisatie zijn op de peuterspeelzaal belangrijke ingrediënten om de (tweede) taalontwikkeling te stimuleren. Taalvaardigheid groepsleiding Bij een goed taalaanbod hoort dat de groepsleiding de Nederlandse taal goed beheerst. In de afgelopen jaren heeft vooral de scholinspectie bij de voorscholen geconstateerd dat de leidsters onvoldoende in staat waren kinderen een taalrijk aanbod te geven, doordat zij zelf niet altijd de Nederlandse taal goed beheersen. De landelijke taaleis (alle onderdelen op 3F) voor leidsters werkzaam in de voorscholen zorgt ervoor dat grote groepen leidsters van Peuter & Co een training volgen om hun niveau op te krikken. In overleg met de branche ligt er een afwijkende taaleis voor Rotterdam (twee onderdelen op 2F en drie op 3F). Peuter & Co zorgt ervoor dat de scholing voor de leidsters georganiseerd wordt in samenwerking met de gemeente en de ROC’s. Daarnaast besteedt Peuter & Co aandacht aan de taaleis bij de selectie van nieuw personeel. Bij onvoldoende resultaten zullen we de medewerkers die niet aan de taaleis voldoen per augustus 2013 (helft medewerkers) en per 2014 (alle medewerkers) helaas niet langer in dienst kunnen houden, omdat dit een subsidievoorwaarde is. Tweetaligheid en Nederlands als voertaal Voor een flink aantal peuters bij Peuter & Co geldt dat zij de Nederlandse taal thuis weinig of niet horen. Het is van belang dat zij op de peuterspeelzaal het Nederlands vaak horen en dat er dus een groot aanbod is. De leidsters spreken de kinderen in het Nederlands aan. Toch worden kinderen soms even in de eigen taal aangesproken door leidsters die de taal van het kind spreken. Een voorwaarde om de taal te leren dat kinderen zich betrokken en veilig voelen. Voor het spreken met ouders geldt dat Nederlands de voertaal is. Het hanteren van Nederlands als voertaal heeft meerdere doelen. Door te kiezen voor één standaardtaal worden er geen groepen uitgesloten van gesprekken. Ouders worden gestimuleerd ook met elkaar Nederlands te spreken. Zij Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 13 van 23
worden over het belang van de taalontwikkeling van peuters geïnformeerd tijdens themabijeenkomsten van Peuter & Co of de samenwerkende partners. Wanneer ouders weten dat zij thuis ook een rol in de taalontwikkeling van hun peuter spelen en ouders zetten zich hiervoor in, dan komt de stimulering van de ontwikkeling van twee kanten en werken ouders en Peuter & Co goed samen. 4. VVE Afhankelijk van de samenwerking met de basisschool, biedt Peuter & Co vijf verschillende Voor- en Vroegschoolse Educatieprogramma’s aan: Ko-Totaal (Puk en Ko), Basisgoed, Kaleidoscoop, Piramide en Montessori. Deze programma’s worden hieronder beschreven. Een nieuwe ontwikkeling vanaf 2012 die door alle programma’s heen loopt is het opbrengstgericht werken. Dit is een manier van werken die in kaart brengt in welke fase van de ontwikkeling een kind zit per ontwikkelingsgebied en wat de volgende fase is waar je het kind naar toe kan begeleiden. Dit vereist inzicht van de leidsters in de ontwikkelingslijnen van de peuter. De SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) doelen geven het niveau aan van een 4 jarige op de verschillende ontwikkelingsgebieden. Door intensieve trainings- en studiedagen te organiseren bieden we als organisatie de leidsters de mogelijkheid zich in deze manier van werken te bekwamen. Ko-Totaal Ko-Totaal is het totaalprogramma van voorschool en basisschool: de voorschool werkt met Puk en Ko, de basisschool met Ik en Ko. Het belangrijkste doel van Puk en Ko is een goede ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid, zodat peuters met zo min mogelijk taalproblemen aan het basisonderwijs beginnen. De nadruk ligt op mondelinge vaardigheden als spreken en luisteren, en op de uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast besteedt Puk en Ko aandacht aan voorbereidend rekenen en sociale vaardigheden. Het programma van Puk en Ko bestaat uit tien thema’s die aansluiten op de belevingswereld van peuters, zoals ‘Knuffels’, ‘Wat heb jij aan vandaag?’ en ‘Eet smakelijk’. Basisgoed Basisgoed gaat uit van ontwikkelingsgericht onderwijs en stelt de ontwikkeling en de interesse van de peuter altijd centraal. Deze manier van werken vergroot de betrokkenheid van de peuter en de wil om nieuwe dingen te leren. De lesmethode is thematisch ingericht. In het aanbod komen steeds vijf kernactiviteiten aan bod. Spelactiviteiten zoals rollenspel, bewegingsspel of manipulatief spel. Gespreksactiviteiten zoals taalspelletjes, communicatie en woordenschatspelletjes. Constructieve en beeldende activiteiten zoals tekenen en schilderen, bouwen en timmeren. Lees- en schrijfactiviteiten zoals interactief voorlezen, lettermuur en stempelen. En tenslotte rekenen en wiskundeactiviteiten zoals tellen, hoeveelheden en meten. De activiteiten zijn altijd verbonden aan thema’s die betekenisvol zijn of dat kunnen worden. Kaleidoscoop Bij Kaleidoscoop ligt de nadruk op actief leren. Er wordt gewerkt met een vast dagschema. Peuters maken samen met de leidster een plan over wat ze gaan doen en waarmee ze gaan spelen. Daarbij maken zij gebruik van materialen die ze thuis ook tegenkomen, zoals een pannetje uit de keuken, een telefoon of toetsenbord van de computer. Het idee is dat peuters hun creativiteit ontwikkelen door te werken met materialen die zij zelf gekozen hebben en door zelf oplossingen te vinden. Tijdens het spelen wordt door de leidsters veel met de peuters gepraat over wat zij aan het doen zijn. Ook wordt met de peuters besproken of zij hun plannetje uitgewerkt hebben. Uitgangspunt is verder dat iedere peuter zich in eigen tempo ontwikkelt, ook al ontwikkelen peuters hun vaardigheden in een voorspelbare volgorde. De ontwikkeling wordt door middel van observatie vastgelegd door de leidsters. Piramide Piramide is een educatieve methode die zich richt op cognitieve, emotionele en fysieke intelligentie. Spel staat centraal in Piramide, juist omdat peuters hier heel veel van leren. Door rijk spel, boeiend zelfstandig leren, interessante projecten en doelgerichte activiteiten krijgen de peuters grip op de wereld om hen heen. Vanwege de sterke, samenhangende organisatie en inhoud van de methode en het regelmatig volgen van de ontwikkeling van peuters, leidt Piramide tot goede resultaten. Piramide is een combinatie van spelen, werken en leren. Voor peuters, kleuters en groep 1 gebeurt dat telkens op een hoger niveau en worden andere
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 14 van 23
accenten gelegd. In totaal zijn dertien projecten per groep beschikbaar. Alle ontwikkelingsgebieden komen tijdens de thema’s aan bod. Elke dag is onderverdeeld in zelfstandig spelen, werken en leren. Tijdens een kringactiviteit onderzoekt de leidster/leerkracht samen met de kinderen onderdelen van het thema. De leerkracht/ leidster biedt de kinderen tijdens deze groepsexploratie nieuwe impulsen en stimuleert de ontwikkeling. Dit gebeurt ook door veel aandacht te besteden aan de inrichting van het lokaal en de ontdektafel. De kinderen krijgen de hele dag door gerichte individuele hulp en eventuele extra begeleiding (tutoring). Montessori Montessori is het totaalprogramma van de peuterspeelzaal en de basisschool: de peuterspeelzaal werkt met de methode Montessori. Het belangrijkste doel van Montessori is dat de peuters op hun eigen tempo naar hun eigen aanleg en aard werken. De peuters krijgen veel begeleiding van de leidsters. De leidsters observeren de peuters en houden de resultaten van de peuters bij. Binnen de Montessorimethode zijn zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid belangrijke kenmerken. Ook wordt er gewerkt met Montessorimateriaal. De peuterspeelzaal is verdeeld in een aantal hoeken, namelijk de Taalhoek, Rekenhoek, Poppenhoek en Bouwhoek. 4.1 Groep nul Peuter & Co werkt sinds augustus 2011 samen met de basisscholen in de verschillende deelgemeente met meerdere groepen nul. De verantwoordelijkheid voor de wet- en regelgeving ligt bij welzijn, het opbrengstgericht werken en de resultaten hiervan bij de basisschool. Uiteindelijk streven Peuter & Co en de basisscholen ernaar dat er goed wordt samengewerkt en zo een gezamenlijke verantwoordelijkheid ontstaat en een beleid waarin kinderen zich in een doorgaande lijn kunnen ontwikkelen en kunnen leren. Er wordt binnen de groepen nul gewerkt met de bestaande programma’s van de voorschool. Anders dan bij de voorschool werken een Mbo’er en een Hbo’er samen op de groep. Samen met de leidster op Mbo niveau geven zij de groep nul vorm en versterken elkaar met ervaring op het pedagogische en op het didactische vlak. De kinderen komen vijf in plaats van vier dagdelen per week verspreid over ochtenden en middagen. Verder blijven alle onderdelen van het pedagogisch beleid staan. Het werken met ouders en de ouderbetrokkenheid wordt intensiever ingezet. Bij de inschrijving of intakegesprek voor groep nul wordt de verwachting van de ouders en de verwachting die de leidsters hierover hebben vast gelegd. Bij een actieve inzet van ouders thuis wordt het kind nog beter in zijn ontwikkeling gestimuleerd. De school ontwikkelt samen met groep nul een ouderjaarplan, waarin doelen per schooljaar vastgelegd worden. Het ouderjaarplan beschrijft de verwachtingen die er wederzijds liggen tussen ouders en peuterspeelzaal/school, de diverse ouderbijeenkomsten worden beschreven: de themabijeenkomsten, de tien-minutengesprekjes, overdracht van zorgkinderen, bezoek van de pedagoog op de peuterspeelzaal, inzet van ouders tijdens activiteiten. Zo wordt voor ouders en medewerkers duidelijk dat peuterspeelzaal en thuis niet los van elkaar staan en dat je er samen voor zorgt dan het kind goed voorbereid wordt op de basisschool. 4.2 Het Peutercollege Het Peutercollege is een particulier initiatief dat gefinancierd wordt vanuit De Verre Bergen en de Bernhard van Leer Foundation. Het Peutercollege is in 2012 met de eerste locatie gestart. Zij werken samen met Peuter & Co en bestaande voorscholen. In 2013 zullen 4 locatie geopend zijn. De peuterspeelzalen van Het Peutercollege zijn een plus op het voorschoolprogramma en groep nul. Tweejarige kinderen komen vijf dagdelen per week en driejarige kinderen komen negen dagdelen per week naar Het Peutercollege. Ook is er een vakantieprogramma tijdens de schoolvakanties. Er wordt gewerkt met een intensief ontwikkelingsprogramma. Binnen Het Peutercollege wordt met Uk & Puk gewerkt. Dit is speciaal voor Het Peutercollege aangepast en verder ontwikkeld. Er wordt gewerkt aan de taal- spraakontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motorische-zintuiglijke ontwikkeling en de ontluikende rekenontwikkeling. Voor elk ontwikkelingsgebied zijn concrete subdoelen geformuleerd, die met behulp van observatielijsten concreet en specifiek gemeten kunnen worden, afgestemd op de leeftijd in maanden van het kind. Uk & Puk is een zelfstandig programma, maar sluit aan bij KO-totaal (Puk & Ko). Samen met Puk & Ko en KO-totaal vormt het een doorgaande leerlijn voor
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 15 van 23
kinderen van 0 jaar tot en met kinderen in groep 1 en 2 van de basisschool. De verschillende ontwikkelingsgebieden zijn in de voorgaande hoofdstukken al uitgewerkt. Het Peutercollege is voor drie jaar gefinancierd en wordt gevolg door het Verwey Jonker Instituut. Zij doen onderzoek naar de resultaten van de methodiek en trekken daaruit een conclusie. Over het vervolg van Het Peutercollege kan nog niets gezegd worden. 5. De peuterspeelzaal heeft een voorbeeldfunctie Dagelijks komen er honderden peuters bij de peuterspeelzalen van Peuter & Co onder deskundige begeleiding spelen. Voor sommige peuters wordt de peuterspeelzaal een ‘tweede huis’, een plek waar zij graag naar toe komen om te spelen. Peuter & Co wil het goede voorbeeld geven aan peuters en ouders, door bijvoorbeeld consequent en integer te zijn. 5.1 Bejegening ouders en peuter Alle peuterleidsters zijn bevoegd en volgen regelmatig deskundigheidscursussen. De leidsters zijn een voorbeeld voor de peuters en ouders. Ouders en peuters worden met respect benaderd. Individuele gesprekken vinden plaats in een aparte ruimte. De peuter wordt op kindniveau- en hoogte aangesproken. De leidsters zijn consequent en consistent in hun gedrag en begeleiding. 5.2 Peuter & Co kiest voor een gezonde levensstijl Peuter & Co vindt het belangrijk dat peuters gezond eten. Regelmatig wordt er op de peuterspeelzaal aandacht besteed aan een gezonde levensstijl aan de hand van thema’s over dit onderwerp. Ook ouderbijeenkomsten in de speel-o-theken behandelen onderwerpen als ‘voeding en beweging met peuters’. We stimuleren ouders gezond te trakteren bij verjaardagen, door bijvoorbeeld fruit of kaas mee te geven in plaats van snoepgoed. Wordt toch snoep of chips getrakteerd, dan geven de leidsters de traktatie mee aan de ouders, zodat deze de keuze kunnen maken om het wel of niet aan hun peuters te geven. 5.2a Fruit- en groentebeleid Peuter & Co stimuleert ouders om hun peuters te laten ontbijten of lunchen voordat ze naar de peuterspeelzaal komen. Peuter & Co hanteert een fruit- en groentebeleid dat van ouders vraagt om hun peuters vers fruit of groente mee te geven. De leidsters zorgen dat het fruit en groente word schoongemaakt en wordt uitgedeeld. 5.2b Lekker Fit en Lekker water Peuter & Co stimuleert ouders hun peuters meer water te laten drinken en meer te bewegen en zo een bijdrage te leveren aan het bestrijden van overgewicht bij kinderen.
Uit onderzoeken is gebleken dat het drinken van water en het eten van meer groente effectief is om overgewicht bij jonge kinderen tegen te gaan. Wij geven daarin het goede voorbeeld op de peuterspeelzaal zelf: we eten fruit en/of groente en we drinken water. Deze verandering bespreken we met ouders en streven ernaar dat ouders thuis bewust(er) omgaan met drinken en tussendoortjes. Hiermee stimuleren onderwijsondersteunend (in het geval van de jonge kinderen: ontwikkeling ondersteunend) gedrag van ouders en hopen op verandering van gedrag thuis. 5.2c Actieve houding Peuter & Co verwacht van leidsters een actieve houding met betrekking tot de gezonde leefstijl in de peuterspeelzaal en stimuleert leidsters de volgende richtlijnen in de peuterspeelzaal te hanteren: Voedingsrichtlijn:
Er is aandacht voor gezonde eetgewoonten: ouders geven hun peuter fruit en groente mee voor het tussendoortje. De leidsters bieden water aan om te drinken. Bij een speciale gelegenheid, bijvoorbeeld sint- of kerstviering, einde ramadan, maakt het team bewuste en gezonde keuzes t.a.v. de hapjes en de drankjes (zie traktatierichtlijn). Bewegingrichtlijn:
Er is bewuste aandacht voor bewegen. Het streven is 15 min. per dagdeel. Het hoeft niet aaneengesloten. Het kan binnen, het kan buiten, met of zonder spelmateriaal, tijdens een ouder-kind-activiteit. Traktatierichtlijn:
Trakteren is leuk en moet vooral leuk blijven. Dat kan als ouders en leidsters er bewust mee omgaan. Het uitgangspunt bij trakteren is: ‘1 is genoeg, klein is oké’. Deze richtlijn komt ouders uit alle culturen tegemoet. Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 16 van 23
De (eetbare) traktatie is klein en bevat daardoor weinig (minder dan 80) calorieën. De peuters krijgen daardoor minder vet, suiker en zout binnen en hebben nog steeds trek in hun boterham of avondmaaltijd. Een traktatie hoeft niet eetbaar te zijn, maar ook hier geldt; ‘1 is genoeg, klein is oké’. Ouders
Ter ondersteuning van deze richtlijnen bieden we (afdeling opvoedingsondersteuning) ouderbijeenkomsten aan met als thema ‘gezonde voeding’ en ‘peuters & beweging’. Tijdens een dergelijke ouderbijeenkomst kan bijvoorbeeld de workshop ‘smakelijker eters’ aan ouders worden gegeven. Deze workshop leert ouders wat gezonde voeding is, hoe je peuters kennis kan laten maken met nieuwe producten en nieuwe smaken. Of een workshop ‘samen gezonde traktaties maken’. Op iedere locatie zijn traktatiesuggesties beschikbaar voor de ouders. 5.3 Geloofsovertuigingen Peuter & Co is een multiculturele organisatie. In alle hiërarchische lagen is de weerspiegeling van de Rotterdamse samenleving goed terug te zien. Deze verschillende culturen brengen ook diverse geloofsovertuigingen met zich mee. Peuter & Co vindt de authenticiteit van medewerkers belangrijk. Geloofssymbolen zoals hoofddoeken, kruizen en dergelijke zijn toegestaan. Een actieve manier van uiting geven aan het geloof moet daarentegen in de persoonlijke sfeer blijven, buiten het zicht van de peuters. 5.4 Rituelen, feestdagen en verjaardagen Alle nationale feestdagen worden op de peuterspeelzalen gevierd. Daarnaast schenken de leidsters ook aandacht aan multiculturele feestdagen. Bijvoorbeeld het Suikerfeest, Internationaal kinderfeest en Holy Pagua. Zo leren de peuters elkaars feesten en rituelen kennen. Ook worden, in overleg met de ouders, verjaardagen gevierd. De peuters krijgen dan een klein presentje van Peuter & Co. 5.5 Omgaan met conflicten (ruzies) De peuterfase kenmerkt zich door koppigheid, de ‘nee-fase’ en door een egocentrische houding. De peuter moet leren om te delen, concessies te doen en samen te werken. De peuterleidster observeert hoe de peuters omgaan met ruzie maken. De leidster maakt ruzies bespreekbaar. Dit doet zij door te benoemen wat zij ziet. Tijdens de ruzie blijft de leidster observerend op afstand, maar grijpt direct en consequent in bij ruzies met onacceptabel gedrag (in houding en in taal). De leidster begeleidt de peuters bij het weer goed maken, zodat de peuters geen negatieve gevoelens blijven houden. 5.6 Uitstapjes De peuters op de peuterspeelzalen gaan soms op stap, bijvoorbeeld naar de speel-o-theek, bibliotheek of kinderboerderij. Vanuit de visie op ouderbetrokkenheid is het belangrijk dat ouders meegaan met zo’n uitstapje. Het meegaan met een uitstapje biedt ouders extra momenten voor uitwisseling van informatie over de ontwikkeling van de peuter, uitwisseling tussen ouders onderling en met de leidsters. Het is ook nodig, voor de veiligheid, dat er extra handen en ogen zijn. Tijdens een uitje is het namelijk vereist dat er per twee kinderen minimaal één volwassene meegaat voor de begeleiding. Bij langere uitstapjes, zoals bijvoorbeeld de dierentuin, is het nodig dat álle ouders meegaan.2 5.7 Milieu Peuter & Co draagt bij aan een beter milieu door medewerkers te stimuleren om met de fiets naar het werk te komen in plaats van met de auto.. Daarnaast staan er op sommige locaties dienstfietsen, zodat van de ene naar de andere peuterspeelzaal gefietst kan worden. De leidsters proberen dit bewustzijn ook aan de peuters bij te brengen. Peuters leren dus spelenderwijs dat papier in de papierbak, glas in het glasbak en rommel in de vuilnisbak thuis hoort. Ook door zuinig met energie om te gaan, lichten uit te doen in ruimtes die niet gebruikt worden, kranen na gebruik goed dicht te draaien en materialen niet te verkwisten, probeert Peuter & Co een bijdrage te leveren. 5.8 Nederlands als voertaal Het hanteren van Nederlands als voertaal heeft meerdere doelen. Door te kiezen voor één standaardtaal worden er geen groepen uitgesloten van gesprekken. Daarnaast is het goed aanleren van de Nederlandse taal van essentieel belang voor de verdere schoolloopbaan van de peuter. De leidsters zijn hierin een belangrijk
2
Zie protocol uitstapjes
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 17 van 23
voorbeeld. Wanneer zij consequent Nederlands spreken met andere leidsters, ouders en peuters, stimuleren zij de taalontwikkeling én de sociaal emotionele ontwikkeling van ouders en peuters. Nederlands is niet alleen een losstaand vak op school, maar de taal waarin alle vakken gegeven worden. 6. Communicatie met ouders De peuterspeelzalen van Peuter & Co zijn laagdrempelige voorzieningen. Het contact tussen ouders en leidster is belangrijk voor het ontwikkelen en onderhouden van een vertrouwensband. Alle ouders moeten zich goed voelen bij de peuterspeelzalen en gemakkelijk naar binnen stappen. Op elke locatie staat daarom koffie en thee klaar. Door met elkaar een kopje koffie of thee te drinken, de dag door te nemen en informatie uit te wisselen, wordt een goede overdracht gerealiseerd. 6.1 Observatie Om de ontwikkeling van de peuters goed bij te houden, worden alle peuters minimaal één keer per jaar geobserveerd. Hiervoor maakt Peuter & Co gebruik van methode KIJK en de observatielijsten die de gebruikte VVE-methode voorschrijft. Daarnaast worden in de groepen nul vaak de systemen van de basisschool gebruikt zodat de gegevens van de kinderen makkelijker overgedragen kunnen worden. Ouders geven hier bij het intakegesprek al toestemming voor. Bij alle peuters worden de volgende ontwikkelingsgebieden gevolgd: sociaal-emotioneel gedrag, redzaamheid, speelleergedrag, taalontwikkeling moedertaal, taalontwikkeling NT2 en motoriek. Al deze ontwikkelingsgebieden komen tijdens de observatie aan bod. De bevindingen van de leidsters worden besproken met de ouders. De resultaten van de observatie komen in het overdrachtsdocument voor de basisschool. Voor ‘zorgkinderen’, dit zijn kinderen bij wie een probleem is gesignaleerd op één van de ontwikkelingsgebieden, kan een plan van aanpak gemaakt worden. Het plan van aanpak wordt voor aanvang van de basisschool met de ouders besproken en eventueel aangepast. Er worden ook afspraken gemaakt voor voortgangsgesprekken, bijvoorbeeld eens per zes weken. Eventuele achterstanden en problemen worden op deze wijze vroegtijdig gesignaleerd en aangepakt. Leidsters en managers doorlopen de stappen die zijn beschreven in het zorgplan. Er is samenwerking met het voorschools maatschappelijk werk en het CJG. Verwijzing naar externe instanties behoort tot de mogelijkheden. 6.2 Haal- en brengcontacten De haal- en brengcontacten zijn momenten wanneer de leidsters met de ouders over de opvoeding praten. Op deze manier wisselen zij informatie uit, zodat kinderen meer ontwikkelingskansen krijgen aangeboden. Het gedrag van het kind wordt beter begrepen wanneer peuterleidster en ouders met elkaar praten. De opvoeding kan beter afgestemd worden en beide partijen kunnen elkaar daarbij steunen. Leidsters kunnen ouders doorverwijzen naar opvoedingsondersteuning, taalcursussen, speel-o-theken, etc. Verder is het voor een jong kind belangrijk om te zien dat ook de ouder het fijn vindt op de peuterspeelzaal en onder het genot van een kopje koffie of thee even met de peuterleidster praat. Ouders onderling hebben op deze momenten ook de kans met elkaar te praten over hun kind en de opvoeding. Deze momenten worden nog waardevoller omdat zij tips met elkaar uitwisselen en tijdens hun gesprekken een oplossing vinden voor problemen bij de opvoeding. 6.3 Tien minutengesprekken Op de peuterspeelzalen houden de leidsters minimaal twee keer per schooljaar een gesprek met de ouders over de ontwikkeling van hun kind. Het eerste gesprek vindt plaats ongeveer drie maanden na de wenperiode. Aan dit gesprek gaat eerst een observatie aan vooraf (zie 5.1). Tijdens de gesprekken wordt de ontwikkeling van de peuter besproken aan de hand van observatielijsten. De leidster zal ook mondeling toelichting geven op deze observaties. De ouders kunnen vragen stellen of hun visie geven op de ontwikkeling van hun kind. Tijdens deze gesprekken maken de leidsters met de ouders afspraken over de verdere begeleiding van hun peuter. Leidsters kunnen ook handvatten en/of tips geven voor thuis. Wanneer er sprake is van een handelingsplan, worden er ook voortgangsgesprekken gehouden. Ouders kunnen overigens een extra afspraak maken met de leidsters om over hun kind te praten. 6.4 Overdrachtsdocument, zorgboekje en eindgesprek
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 18 van 23
De peuterspeelzalen van Peuter & Co zijn voorscholen en werken samen met de basisscholen. Voor alle peuters wordt een overdrachtsdocument gemaakt. Met toestemming van ouders wordt dit overdrachtsdocument peuterkleuter, bij aanvang van de basisschool, aan de samenwerkende basisschool of aan ouders meegegeven. Hierin staan de kindgegevens en de observatielijst. Samen met het eventuele zorgboekje worden deze gegevens overgedragen aan de basisschool. Het overdrachtsdocument is beschikbaar voor alle peuterspeelzalen in Rotterdam. Het zorgboekje bevat informatie over de observaties, het handelingsplan en de contacten met andere instanties, met toestemming van de ouders. Naast het overhevelen van de documenten houdt de peuterleidster ook een endgesprek met de ouders. Op deze manier zorgt Peuter & Co dat de overdracht van de peuter soepel en goed verloopt. 6.5 Ouderprogramma Om de ouderbetrokkenheid te stimuleren, krijgen de ouders gelegenheid om samen met hun kind aan een activiteit mee te doen. De vorm en aard van de activiteit is afhankelijk van de gebruikte methode. Voor aanvang leggen de peuterleidsters genoeg boekjes en spelletjes klaar, zodat ouders en kind bij binnenkomst van elk dagdeel samen aan de slag kunnen. Zo kunnen ze samen een puzzeltje maken, een boekje lezen of een spelletje doen. Daarnaast zijn er ook maandelijkse opdrachten die ze thuis kunnen maken. Deze opdrachten worden vooraf aangekondigd door de leidsters. Alle opdrachten zijn gekoppeld aan het thema van de maand. De leidsters geven uitleg over de opdrachten en delen de thuisopdrachten ook op papier uit. 6.6 Informatiebijeenkomsten In samenwerking met de basisscholen organiseren de peuterspeelzalen informatiebijeenkomsten. De onderwerpen die tijdens zo’n bijeenkomst aan de orde komen, sluiten goed aan bij de belevingswereld van peuters en ouders. Voorbeelden: brandveiligheid en slaapproblemen. Tevens wordt nauw samengewerkt met de speel-o-theken. Maar alle peuterspeelzalen organiseren ook zelf informatiebijeenkomsten voor ouders. Deze bijeenkomsten gaan over de thema’s die de peuters leren. 6.7 Nieuwsvoorzieningen Ouders worden bij Peuter & Co op verschillende manieren geïnformeerd. Alle peuterspeelzalen hebben een bord bij de ingang waar belangrijke nieuws op staat. Ook hebben de peuterspeelzalen folders en brochures over de gebruikte methodieken en thema’s. Ouders kunnen deze meekrijgen. 7. Veiligheid De fysieke veiligheid staat bij Peuter & Co hoog in het vaandel. Onveilige situaties worden zo snel mogelijk verholpen. Jaarlijks worden er op alle peuterspeelzalen risico-inventarisaties uitgevoerd. Daarvoor gebruikt Peuter & Co de methode “Veiligheidsmanagement” van de Stichting Consument en Veiligheid. Peuter & Co wordt ook jaarlijks gecontroleerd op de wettelijke eisen die aan brandveiligheid worden gesteld. Verder heeft Peuter & Co op verschillende terreinen protocollen, maatregelen en beleid ontwikkeld die direct of indirect betrekking hebben op de veiligheid. Voor een groot deel zijn deze maatregelen gericht op het voorkomen van risico’s voor peuters en medewerkers op de peuterspeelzalen. Daarnaast heeft Peuter & Co ook protocollen opgesteld die voorschrijven hoe medewerkers moeten handelen in bepaalde (acute) situaties. Voorbeelden van deze protocollen zijn: veiligheid speelruimte binnen en buiten, EHBO-trommel procedure en richtlijnen bij inbraak. Peuter & Co houdt toezicht op de volgende punten: • Alle peuterleidsters van Peuter & Co moeten een Verklaring Omtrent Goed gedrag overleggen. Hiermee wordt aangetoond dat de peuterleidster nog nooit door een rechtbank is veroordeeld voor zaken die in relatie staan tot de omgang met kleine kinderen. • Op alle peuterspeelzalen is een bedrijfshulpverlener (BHV-er) aanwezig. De peuterleidsters van Peuter & Co beschikken over een BHV-certificaat. Zij weten bij ongelukken of onwel raken van peuters hoe ze moeten handelen, eventueel totdat er professionele hulp aanwezig is. Via de jaarlijkse herhalingscursus worden kennis en vaardigheden steeds opgefrist. BHV’ers hebben de leiding over hun groepsruimte tijdens een ontruiming of als er iemand onwel wordt
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 19 van 23
• Speelgoed van Peuter & Co is afgestemd op de leeftijd van de peuters. Het speelgoed bestaat niet uit kleine onderdelen en bevat geen brandgevaarlijke en giftige stoffen. Peuter & Co heeft in haar kwaliteitscyclus opgenomen dat op elke locatie het speelgoed regelmatig gecontroleerd wordt. • Leidsters zien erop toe dat kinderen niet alleen de ruimte verlaten. Indien nodig verlaten de kinderen de groepsruimte samen met een volwassene (leidster of ouder) en deze zien erop toe dat dit op een veilige manier gebeurt. • Het vierogenprincipe is uitgangspunt bij het werken met de kinderen: altijd twee leidsters op de groep aangevuld met een stagiaire. Om dit te borgen heeft de organisatie hierover de volgende afspraken: 1. Kinderen spelen niet alleen op de gang, alleen als er via een open deur rechtstreeks toezicht kan zijn. 2. Kinderen gaan niet alleen naar een toilet die buiten de groepsruimte ligt. 3. Kinderen gaan niet alleen naar het buitenterrein of naar een speel- of gymlokaal. 4. Kinderen gaan vanuit de buitenruimte niet alleen naar de binnen(toilet)ruimte wanneer de kinderen en leidsters buiten zijn. 5. Locaties van Peuter & Co die in basisscholen zijn gehuisvest spreken met collega’s af dat zij binnen kunnen lopen of kijken, waardoor er altijd sprake is van zicht op leidsters en kinderen door derden tijdens de groepsuren. • De stamgroep is niet aan de orde in de locaties van Het Peutercollege, leidsters spelen alleen in hun eigen groepsruimte en in het speellokaal of de buitenruimte. • Wanneer kinderen gaan spelen in een speellokaal of gymlokaal van de basisschool, dan draagt Peuter & Co er zorg voor dat deze ruimte veilig bereikbaar is voor de kinderen. Kinderen lopen nooit alleen van of naar een het speel- of gymlokaal, maar altijd met de groep, begeleid door twee leidsters. Moet een kind naar toilet, dan wordt per moment besloten of één leidster van de groep gemist kan worden. Een stagiaire of conciërge van de school kan hierbij behulpzaam zijn. • Als er op een peuterspeelzaal van Peuter & Co brand uitbreekt is het van belang dat iedereen weet wat er moet gebeuren. Daarom worden er op elke locatie jaarlijkse evacuatieoefeningen gehouden (hiervan wordt altijd een verslag gemaakt). • Alle ongevallen die op peuterspeelzalen van Peuter & Co plaatsvinden worden geregistreerd om eventuele risico’s in kaart te brengen en te verhelpen. Jaarlijks wordt hiervan een verslag gemaakt. 8. Gezondheid Ook onzichtbare risico’s door micro-organismen en het binnen- en buitenmilieu worden jaarlijks onder de loep genomen. Voor deze risico-inventarisatie gebruikt Peuter & Co de methode “Gezondheidsmanagement” van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. Daarnaast heeft Peuter & Co ook protocollen opgesteld die voorschrijven hoe te handelen in bepaalde (acute) situaties (omgaan met zieke peuters, medicijnverstrekking, hygiëne zandbakken, legionella, ventileren). Peuter & Co volgt de zeer uitgebreide richtlijnen die de RIVM hanteert voor persoonlijke hygiëne en schoonmaken. De map met richtlijnen “Gezondheidsrisico’s in het kindercentrum” is op elke locatie aanwezig. Peuter & Co houdt toezicht op de volgende punten: • De peuterleidsters en de peuters wassen hun handen voor het eten en na elk toiletbezoek. • De toiletten worden dagelijks schoongemaakt. • Na elke maaltijd wordt er geveegd en zo nodig gedweild. • De peuterleidsters zorgen ervoor dat speelgoed, verkleedspullen, poppen en knuffels regelmatig schoongemaakt worden. • Voor het omgaan met zieke peuters en het al dan niet weren van zieke peuters volgt Peuter & Co de richtlijnen van de RIVM. Ouders krijgen bij de intake zowel mondeling als schriftelijk informatie over het ziektebeleid, zodat zij erop voorbereid zijn dat zij hun kind moeten ophalen of niet kunnen brengen in de volgende gevallen: o als de peuter te ziek is om aan het dagprogramma mee te doen; o als de verzorging te intensief is voor de leidsters; o als de peuter de gezondheid van andere peuters in gevaar brengt. Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 20 van 23
• Over het toedienen van geneesmiddelen en het verrichten van medische handelingen worden heldere, schriftelijke afspraken met ouders gemaakt. De richtlijnen hiervoor zijn vastgelegd in het “Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen. • De ruimtes binnen de peuterspeelzalen van Peuter & Co worden regelmatig geventileerd (volgens het protocol ventileren). 9. Randvoorwaarden Goed met pedagogisch beleid kunnen omgaan, betekent voldoen aan een aantal voorwaarden. Peuter & Co beschrijft alleen de voorwaarden voor andere beleidsgebieden die in duidelijke relatie staan tot pedagogisch handelen. 9.1 Speelvoorzieningen Om alle peuters die aanpak te geven die bij ieders ontwikkelingsniveau past, hebben de peuterspeelzalen de volgende speelvoorzieningen: • Knutselmateriaal • Puzzels • Themahoeken: leeshoek, bouwhoek, creatieve hoek, huishoek • Verteltafel en thematafel • Buitenruimte • Buitenmateriaal: driewielers, peuterfietsen 9.2 Gemeentelijke verordening Alle peuterspeelzalen van Peuter & Co voldoen aan de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen uit mei 2012. Periodiek voert de GGD, die toezicht houdt op de naleving van de verordening, inspecties uit. De schoolinspectie voert inspecties uit in de voorscholen en houdt toezicht op de uitvoering van het VVE programma, de samenwerking met de basisschool, de doorgaande lijn en de kwaliteitszorg. 9.3 Ouderbeleid • We verwachten van ouders dat ze vertellen dat zij weer weggaan nadat ze hun peuters gebracht hebben. • Op verzoek van ouders of leidsters kan er een extra gesprek plaatsvinden over de peuter. Dat biedt ruimte om eventuele zorgen over en weer kenbaar te maken en in goed overleg tot een oplossing te komen. • Leidsters moeten ouders toestemming vragen voordat zij informatie over een peuter aan de derden verstrekken. Toestemming is nodig voor het maken van foto’s en video’s zowel voor intern als extern gebruik • We stimuleren ouders lid te worden van de oudercommissie, ouderraad, of meehelpen op de locatie. • In het ouderboekje staat de klachtenprocedure beschreven. Het jaarlijkse klachten verslag staat op de website van de GGD. • Ouders mogen altijd het pedagogisch beleid inzien. Dit staat op de website van Peuter & Co. • Peuters worden pas meegegeven aan anderen wanneer dit met de ouders is afgesproken. De minimale leeftijd om een peuter te mogen ophalen is twaalf jaar. • Het Privacyreglement van de Peuter & Co is in te zien of op te vragen bij de peuterspeelzaal. 9.4 Personeelsbeleid • Aantal leidsters op de groep: Per groep werken twee vaste leidsters op vaste dagen. Dit geeft continuïteit; de peuters kunnen zo een band opbouwen. In de Voorscholen hebben de leidsters minimaal een MBO-3 diploma. Dit niveau waarborgt deskundigheid en verantwoorde opvang. In groep nul is er een MBO-leidster en een HBO- leidster. Zij leiden beide de groep en delen de taken naar deskundigheid en ervaring. De leidsters volgen regelmatig bijscholingscursussen ter bevordering van hun deskundigheid. • Ondersteuning van de leidsters Per cluster van peuterspeelzalen is een manager die leidsters ondersteunt en aanstuurt. Naast overleggen per wijk of cluster zijn er locatieoverleggen en individuele gesprekken met de leidsters. Peuter & Co start met de
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 21 van 23
PCB3 cyclus om de kwaliteit en ondersteuning van leidsters te waarborgen. Bij ziekte of ander verlof van de vaste leidsters is er een invalpool met vaste invalkrachten beschikbaar. Deze leidster volgen ook alle scholing en deskundigheidsbevordering van Peuter & Co en voldoen verder aan alle gestelde eisen. Binnen Peuter & Co is een aparte afdeling scholing & ontwikkeling, die voor heel Peuter & Co de individuele scholing, coaching en studiedagen verzorgt. Er is een verdeling in jaarlijkse ‘verplichte’ scholing en scholing op verzoek van de leidingingevende voor training en coaching om specifieke competenties van leidsters aan te scherpen. • Signalerende taak Leidsters worden geschoold in het signaleren van kleine en grote problemen of zorgen bij peuters (en hun ouders). Binnen de zorgstructuur van Peuter & Co zijn daar goed afspraken over gemaakt binnen management samen met de netwerkpartners. Via de manager kunnen zorgkinderen doorverwezen worden naar voorschoolmaatschappelijk werk of het CJG. Altijd na en in overleg met de ouders, behalve als het kind gevaar dreigt te lopen. Hoe wij te werk gaan bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling staat beschreven in het protocol ‘vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling’. Leidsters worden regelmatig bijgeschoold. Er is een eigen trainer voor ‘Signaleren wat nu’ in dienst van Peuter & Co. De aandachtsfunctionarissen kunnen bij ernstige situaties aan nazorg doen. De zorgstructuur maakt onderdeel uit van het kwaliteitsbeleid en wordt jaarlijks geëvalueerd. • Achterwacht In alle peuterspeelzalen werken twee vaste leidsters meestal aangevuld met één of soms twee stagiaires. Bij calamiteiten is meestal niet nodig een achterwacht te regelen. Peuter & Co wil ervoor zorgen dat er geen situaties kunnen ontstaan waardoor bij een calamiteit toch een leidster in een uitzonderlijk geval alleen met de groep komt te staan. Peuter & Co maakt per locatie afspraken met de school, het kindercentrum of het buurthuis waarin zij gehuisvest zijn of zij bij calamiteiten tijdelijk een beroep mogen en kunnen doen op een medewerker van de school, buurthuis of kindercentrum. Wanneer blijkt dat de calamiteit langdurig is wordt een invalkracht geregeld. Deze afspraken met de samenwerkende partners worden vastgelegd in de kwaliteitsmap en jaarlijks geëvalueerd. 9.5 Stagiaires Stagiaires zijn belangrijk voor Peuter & Co, de peuterspeelzalen hebben hiervoor een stagebeleid ontwikkeld. De stagiaires worden begeleid door werkbegeleiders die zelf weer worden getraind door een praktijkopleider. De leidsters hebben een “beroepsgeheim”; zij verstrekken geen informatie over de peuters aan derden. Op elke locatie is iemand aanwezig met een bedrijfshulpverleningsdiploma (BHV). Peuter & Co handelt volgens het BHVbeleid. Sinds 2008 is kinder-EHBO onderdeel van de BHV-trainingen. 9.6 Organisatiebeleid In verband met studiedagen kan Peuter & Co de peuterspeelzalen sluiten. Ouders krijgen minimaal één maand van te voren bericht over de sluiting. De berichtgeving wordt zowel schriftelijk, als mondeling doorgegeven aan ouders. Ook wordt een notitie opgehangen op het ouderbord bij de ingang. De peuterspeelzaal moet wel telefonisch bereikbaar zijn. Op de peuterspeelzaal is een ontruimingsplan aanwezig. 9.7 Accommodatiebeleid Het accommodatiebeleid van Peuter & Co is er op gericht speelzalen zoveel mogelijk in de directe omgeving van of in de basisscholen te vestigen. Alle peuterspeelzalen van Peuter & Co voldoen aan de criteria van de GGD. De gewenste binnenruimte bedraagt netto 3,5 m2 per peuter. per peuter. In samenhang hiermee stelt Peuter & Co ook eisen aan de groepsgrootte (maximaal 16) en het leidster-kind ratio (waarbij altijd twee gediplomeerde leidsters aanwezig zijn). De ruimtes zijn veilig en hygiënisch. De verschillende activiteiten zijn zodanig georganiseerd dat de peuters elkaar niet hoeven te storen; denk aan een huishoek, een autohoek, een klimtoestel of een bank. De peuters kunnen zelf keuzes maken. Bij aanschaf van speelgoed let Peuter & Co er op dat alle facetten van de ontwikkeling aan bod komen. De gewenste buitenruimte bedraagt minimaal netto 3 m2 per kind. Kinderen spelen dagelijks buiten, het buitenspeelterrein is veilig en wordt voor het buiten spelen gecontroleerd of het speelterrein veilig en schoon is. 3
Plannen, Controleren en Beoordelen. Dit is een cyclus van 1-1,5 jaar.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 22 van 23
9.8 Financieel beleid • De peuterspeelzalen van Peuter & Co hebben een ongevallenverzekering en een WA-verzekering. • In het totale budget is een vast bedrag opgenomen voor speelgoed / spelmateriaal / creatief materiaal. • Er is een budget voor deskundigheidsbevordering. • Zieke leidsters worden vervangen door invalleidsters of pedagogische medewerkers ouder dan 18 jaar. • Peuter & Co houdt zich aan de voor dat jaar geldende schoolvakanties in Rotterdam.
Pedagogisch beleidsplan
oktober 2014
Pagina 23 van 23