PEDAGOGISCH BELEID COKD
Missie COKD Kinderopvang ondersteunt ouders in de opvang en zorg voor hun kinderen. COKD biedt hoogwaardige kinderopvang en is daarin toonaangevend in Dordrecht en de Hoeksche Waard. We bieden samen met ouders en partners een verantwoord opvoedingsmilieu waarbij het kind zich thuis voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. Uitwerking van de missie Toonaangevend:
COKD is een vanzelfsprekende gesprekspartner bij alles wat de opvoeding en ontwikkeling van het jonge kind betreft. COKD stelt de norm in pedagogische kwaliteit en is duidelijk zichtbaar in het werkveld. COKD neemt de leiding in contacten en samenwerking met partners rondom het jonge kind.
Hoogwaardige kinderopvang:
een verantwoord opvoedingsmilieu het kind voelt zich thuis het kind kan zich optimaal ontwikkelen samen met ouders samen met partners in de doorgaande lijn
Pedagogische visie Kinderen zijn uniek met eigen talenten, interesses en bijzonderheden. Wij bieden kinderen een veilige, vertrouwde, uitnodigende, zorgzame omgeving en structuur. Door aanmoediging van de pedagogisch medewerkers kunnen zij hun talenten optimaal ontwikkelen, krijgen kinderen inzicht in hun eigen mogelijkheden en worden zij gestimuleerd om eigen keuzes te maken. Pedagogisch doel De opvang en opvoeding in de kindercentra van COKD heeft als doel kinderen zich te laten ontwikkelen tot gelukkige, sociale en gewaardeerde persoonlijkheden met een goed ontwikkeld inlevingsvermogen. Bij COKD worden kinderen in nauw overleg met ouders bewust, speels en ontwikkelingsgericht opgevoed. Goede kinderopvang is een positieve aanvulling op de opvoedingssituatie van het gezin. De ouders zijn eindverantwoordelijk voor hun kind, maar COKD voelt zich medeverantwoordelijk. Kinderen worden goed voorbereid op de basisschool. Door samen te werken met partners zoals peuterspeelzalen (dagopvang) en basisscholen (buitenschoolse opvang) ontwikkelen kinderen zich in een doorgaande pedagogische lijn.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Pedagogische houding De basishouding van de pedagogisch medewerkers is meer begeleidend dan corrigerend, maar geeft het kind wel duidelijke afspraken en grenzen. Pedagogisch medewerkers hebben oog voor de individuele interesses, talenten en mogelijkheden van de kinderen en kunnen inschatten welke verantwoordelijkheid ieder kind aan kan. De pedagogisch medewerkers creëren hiermee een positieve, veilige opvoedingssituatie. Pedagogisch beleid Het pedagogische beleid van COKD is eigentijds en gebaseerd op hedendaagse ontwikkelingen en inzichten. Onze pedagogisch medewerkers werken volgens het 'Pedagogisch Kader Kindercentra'. In het 'Pedagogisch Kader Kindercentra' staat het luisteren naar en inspelen op de behoefte van het individuele kind centraal. Dit staat garant voor liefdevolle aandacht, vrolijke activiteiten en spelenderwijs leren. Bij COKD worden kinderen in nauw overleg met ouders bewust, speels en ontwikkelingsgericht opgevoed. Zij zijn daardoor goed voorbereid op de basisschool en ontwikkelen zich in een doorgaande pedagogische lijn. Uitwerking van het pedagogisch beleid De wijze waarop in de kindercentra van de COKD het pedagogisch doel wordt gerealiseerd, is uitgewerkt in de volgende vier onderdelen (bekend als de pedagogische doelen van RiksenWalraven): 1. Kinderen ervaren een gevoel van emotionele veiligheid. 2. Kinderen krijgen de gelegenheid om hun persoonlijke competenties en talenten te ontwikkelen. 3. Kinderen ontwikkelen sociale competenties. 4. Kinderen kunnen zich de waarden en normen en cultuur van de samenleving eigen maken (socialisatie). De pedagogisch medewerkers geven de kinderen een gevoel van emotionele veiligheid
De pedagogisch medewerker geeft het kind en de ouder(s) de gelegenheid om in de beginfase een aantal dagdelen te komen wennen. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig om te wennen dan andere. Dit wennen gebeurt in fases waarbij de duur van het wennen steeds langer wordt en de aanwezigheid van de ouder steeds korter. Ook bij de overgang naar een andere groep is er gelegenheid tot wennen als blijkt dat een kind daaraan behoefte heeft. De kinderen worden op een positieve manier benaderd. De nadruk wordt gelegd op het goede/gewenste gedrag van het kind. Het krijgt daarvoor regelmatig complimentjes en individuele aandacht Dit heeft een positief effect op het zelfbeeld en het vertrouwen van het kind. Voor jonge kinderen is hiervoor speciale aandacht tijdens de verzorging. Tijdens het voeden en verschonen wordt op een zachte rustgevende manier tegen het kind gepraat. Kinderen worden regelmatig op schoot genomen. Als het kind huilt, wordt het getroost. De pedagogisch medewerkers proberen de emoties van het kind te verwoorden en tonen begrip.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Voor de emotionele veiligheid van het kind is ook structuur belangrijk. Een dag in het kindercentrum heeft een voor kinderen herkenbaar dagritme waar de pedagogisch medewerkers hen mee vertrouwd maken. Belangrijke momenten zoals eten en naar bed gaan, volgen elkaar logisch op. En er horen rituelen bij zoals bijvoorbeeld een liedje zingen. Kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en regels. Dit geeft houvast omdat situaties voorspelbaar worden. Dit geeft een goede basis voor de persoonlijke ontwikkeling en het verkennen van de eigen grenzen en mogelijkheden. Kinderen worden opgevangen in een vaste stam- of basisgroep. Deze groep vormt een vertrouwde omgeving voor het kind. In deze groep worden de kinderen zoveel mogelijk begeleid en verzorgd door hun eigen pedagogisch medewerkers.
De pedagogisch medewerkers stellen de kinderen in de gelegenheid om hun persoonlijke competenties, talenten te ontwikkelen
Pedagogisch medewerkers observeren de kinderen zodat zij gedrag en signalen kunnen herkennen en interpreteren. De pedagogisch medewerkers sluiten met hun gedrag aan op het gedrag en de belevingswereld van het kind en van de groep kinderen op dat moment. Medewerkers zijn in staat opvallend gedrag te signaleren en bezitten voldoende kennis om ouders te adviseren en indien nodig de juiste stappen te zetten om kinderen te beschermen. Het aanbod van activiteiten en materialen sluit aan op de behoeften en ontwikkeling van het kind. Kinderen worden hiermee gestimuleerd, kunnen uitdagingen aangaan en krijgen de ruimte. De oudere kinderen hebben in veel gevallen de keuzemogelijkheid om wel of niet aan een groepsactiviteit deel te nemen. Bij de indeling van de groeps- en buitenruimtes wordt gezorgd dat er plekken zijn voor rustig en druk spel. De ruimte moet zowel uitdagend als spannend zijn. Dit wordt onder andere gerealiseerd door het creëren van aparte speelhoeken. De pedagogisch medewerker houdt in de omgang met jonge kinderen zoveel mogelijk oogcontact. Het oudere kind geeft zij juist ruimte om zich terug te kunnen trekken.
De pedagogisch medewerkers bieden de kinderen de gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties
De pedagogisch medewerkers nemen een actieve houding aan ten opzichte van de kinderen. Zij spelen mee en stimulerende kinderen tot samenspelen, praten, luisteren en werken. De medewerkers hebben daarbij een open houding. Ze stimuleren de kinderen en dagen hen uit de grenzen van hun kunnen te verkennen. Hierbij staat de inbreng van het kind voorop. Zo creëren de pedagogisch medewerkers individuele leermomenten voor het kind waardoor de zelfredzaamheid en zelfstandigheid groeit. Bij de buitenschoolse opvang krijgen kinderen met behulp van kinderparticipatie invloed op zaken als de activiteiten en uitstapjes en de afspraken op de groep. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen om dingen met elkaar te delen, te wachten op elkaar en rekening te houden met anderen. Onder andere tijdens de maaltijd wordt hier aandacht aan besteed. De medewerkers leren de kinderen omgaan met emoties in situaties van plezier en grapjes maar ook bij frustratie, conflicten, boosheid en verdriet. Op de groep vieren de
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
kinderen met elkaar verjaardagen en andere feestjes, zoals Sinterklaas. Maar ook samen praten en rituelen bedenken bij verdrietige gebeurtenissen zijn belangrijk. De kinderen worden bewust gemaakt van de wereld. Pedagogisch medewerkers lezen en praten samen met de kinderen wat er allemaal in de wereld gebeurt. Ze lezen voor, gaan met de kinderen naar de bibliotheek, laten kinderen gebeurtenissen spelen tijdens een poppenkastvoorstelling, enzovoorts. De kindercentra werken samen met onder andere zorginstellingen, organiseren gezamenlijke activiteiten met ouderen en mensen met een beperking. Buurtbewoners zijn welkom bij evenementen, feesten en exposities.
De pedagogisch medewerkers geven de kinderen de kans zich waarden en normen, de cultuur van een samenleving eigen te maken (socialisatie)
De pedagogisch medewerkers laten de kinderen ervaren wat de grenzen zijn van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Met de kinderen worden afspraken gemaakt over wat kan en mag in de verschillende ruimtes, over onderlinge omgangsvormen en over het verantwoordelijk zijn voor de spullen van iemand anders. De medewerkers zijn zich er voortdurend van bewust dat kinderen het gedrag van volwassenen imiteren. Zij geven het goede voorbeeld in spreken en gedrag. Overeenkomsten en verschillen worden door de pedagogisch medewerkers benoemd en gewaardeerd. De kinderen worden aangemoedigd elkaar over onderlinge verschillen te vertellen en naar elkaar te luisteren. De pedagogisch medewerkers letten er bij alle activiteiten op dat de kinderen goede omgangsvormen leren. Er wordt aandacht besteed aan tafelmanieren, dat kinderen beleefd iets vragen en samen dingen opruimen. Het geven van uitleg over de wereld die de kinderen ontdekken en ingaan op de reacties van de kinderen. Pedagogisch medewerkers tonen respect en waardering door geïnteresseerd en effectief te luisteren, adequaat te reageren en de kinderen serieus te nemen.
Stam/ basisgroepen In de kindercentra van COKD vindt de opvang van de kinderen plaats in stamgroepen (dagopvang) of basisgroepen (buitenschoolse opvang). Ieder kind heeft een eigen groep waarin het steeds dezelfde vriendjes en vriendinnetjes tegenkomt om mee te spelen. Op iedere groep zijn dagelijks twee pedagogisch medewerkers aanwezig. Binnen COKD zijn verschillende vormen van stamgroepen: horizontaal, 3-fasengroepen en verticaal. Dit is afhankelijk van de locatie. Dagopvang Horizontale groepen 1. babygroep; 9 kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar 2. peutergroep; 14 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar 3-fasen groepen 1. babygroep; 9 kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 maanden 2. dreumesgroep; 11 kinderen in de leeftijd van 16 tot 29 maanden 3. peutergroep; 15 kinderen in de leeftijd van 29 maanden tot 4 jaar © COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Verticale groepen 1. verticale groep; 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar Op de meeste locaties van COKD werken we met een open-deuren-beleid. Hierbij hebben kinderen hun eigen groep maar kunnen ze op bepaalde tijden in gezamenlijke ruimtes met kinderen van hun eigen leeftijd uit andere groepen spelen. Op rustige dagen worden groepen bij elkaar gevoegd. De groepen en het werkrooster van de pedagogisch medewerkers worden samengesteld volgens de professional-kindratio zoals die in de Wet kinderopvang is vastgelegd. In bepaalde omstandigheden mag hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld aan het begin en eind van de dag en tijdens de pauzes. Mocht het voorkomen dat er dan maar één beroepskracht aanwezig is, dan wordt zij altijd ondersteund door een andere volwassene, bijvoorbeeld een stagiair. Buitenschoolse opvang Horizontale groepen 1. jongste groep; maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar 2. oudste groep; maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar Verticale groepen 1. verticale groep; maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar Extra dagdelen Het is mogelijk om incidenteel extra dagen af te nemen of dagdelen te ruilen. Dit kan als er plaats is in de eigen groep van het kind. Het kind wordt opgevangen in de eigen groep en bij de eigen pedagogisch medewerker. Is er geen plaats in de stam- of basisgroep van het kind, dan kan het kind, na schriftelijke toestemming van de ouders, in een andere groep worden opgevangen. In een enkel geval is het mogelijk om een kind tijdelijk voor een langere periode op te vangen in twee stam- of basisgroepen. Dat kan voorkomen als er bijvoorbeeld nog niet op alle dagen plaats is in een groep. Ouders moeten hiervoor schriftelijk toestemming verlenen. Vierogenprincipe Op onze kinderdagverblijven wordt gewerkt met het vierogenprincipe. Dit houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een pedagogisch medewerker mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te luisteren. Deze maatregel heeft als doel de risico’s in de kinderopvang te minimaliseren en kinderen in een beschermde en veilige omgeving op te vangen. Op iedere locatie is het vierogenprincipe uitgewerkt in overleg met de oudercommissie Vaste pedagogisch medewerkers Bij COKD heeft iedere groep twee of drie vaste pedagogisch medewerkers.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
COKD heeft een eigen flexpool. Deze invalmedewerkers worden ingezet op momenten dat er meer kinderen zijn door flexibele opvang, bij verlof en vakanties of bij ziekte van de vaste medewerkers. Achterwacht In principe zijn er altijd twee volwassenen aanwezig bij de kinderen, waarvan altijd minimaal één bevoegde pedagogisch medewerker. In een enkel geval kan het voorkomen dat slechts één volwassene in het gebouw aanwezig is, bijvoorbeeld als er maar heel weinig kinderen zijn. In dat geval is een achterwacht bereikbaar die binnen 15 minuten op de locatie kan zijn. De namen van de achterwacht zijn bekend bij de pedagogisch medewerkers. Stagiaires en vrijwilligers U kunt gedurende het jaar stagiaires tegenkomen. Meestal gaat het om leerlingen van de opleiding mbo Pedagogisch Werk, of hbo Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Deze opleidingen zijn onder andere gericht op het werken in een kindercentrum De stagiaires zijn boventallig. Dat houdt in dat zij geen verantwoording over de groep dragen. Zij draaien wel het programma mee. In het laatste jaar van de opleiding kunnen de stagiaires onder bepaalde voorwaarden ingezet worden als pedagogisch medewerker. In een enkel geval wordt er een vrijwilliger ingezet. Ook deze is altijd boventallig en werkt onder begeleiding van en als ondersteuning van een beroepskracht. Belonen en corrigeren In de groepen wordt met regels en afspraken gewerkt. Kinderen hebben grenzen nodig die veiligheid en duidelijkheid bieden. De regels en afspraken leren hen om positief met elkaar om te gaan, stimuleren de zelfstandigheid, het zelf nadenken en het maken van keuzes. De regels en afspraken in de groep worden door de pedagogisch medewerkers steeds duidelijk aan de kinderen verteld en uitgelegd zodat zij goed op de hoogte zijn van de groepsregels. Kinderen worden beloond voor goed gedrag en worden berispt en indien nodig gestraft als zij regels en afspraken overschrijden. Belonen De pedagogisch medewerkers belonen goed gedrag van kinderen. Zij maken duidelijk dat het kind oké is, maar dat het gedrag positief of negatief kan zijn. Het belonen gebeurt door het geven van positieve aandacht, zowel verbaal als non-verbaal door bijvoorbeeld:
vriendelijke woorden glimlachen actief luisteren vriendelijk lachend aankijken bewonderend kijken zachte aanraking aai over de bol
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
In bepaalde gevallen wordt samen met de ouders en het kind een beloningssysteem afgesproken zoals een sticker of stempel. Corrigeren Als kinderen zich niet volgens de regels gedragen, worden zij door de medewerkers gecorrigeerd. Het aangeven van grenzen gebeurt altijd met respect voor het kind. Het kind krijgt ook altijd uitgelegd waarom hij/zij iets 'fout' heeft gedaan. Kinderen kunnen het aangeven van een grens of 'boos' worden wel als een straf ervaren. Corrigeren betekent dat de pedagogisch medewerker het kind:
de kans geeft te vertellen wat er is gebeurd. aanspreekt en corrigeert. de kans geeft zijn/haar gedrag te veranderen. met name bij peuters na het corrigeren afleidt door het iets anders aan te bieden om te doen.
Als het kind echt niet luistert, wordt het in de groep even apart gezet van de andere kinderen. De pedagogisch medewerker die een kind corrigeert, neemt het kind apart en heeft één op één contact met het kind. Als het nodig is, wordt door de medewerker met het kind gesproken. Dezelfde medewerker rondt het ook weer af door even met het kind na te praten en duidelijk te stellen dat zij niet meer 'boos' is. Bij de buitenschoolse opvang komt steeds meer de nadruk te liggen op het oplossen van problemen en conflicten door middel van een gesprek. Kinderen worden steeds meer op hun gedrag aangesproken op een volwassen manier. De pedagogisch medewerker probeert samen met het kind de gevolgen van het gedrag duidelijk te krijgen en een oplossing te vinden hoe het gedrag voorkomen kan worden. Medewerkers Het is belangrijk dat groepsregels en de daaraan verbonden consequenties, voor alle pedagogisch medewerkers duidelijk zijn. Op deze manier kan op een eenduidige manier worden omgegaan met belonen, berispen en straffen. De regels die in de kindercentra van COKD gelden, worden tijdens de inwerkperiode, in het locatieoverleg en in het pedagogisch overleg met alle pedagogisch medewerkers duidelijk gecommuniceerd. Hierdoor:
worden de consequenties van het overtreden van de regels op alle kinderen eenduidig toegepast. zijn medewerkers consequent in de manier waarop ze met regels en grenzen omgaan. krijgen kinderen uitleg over het nut en het waarom van de regels en waarom ze niet overtreden mogen worden. wordt positief gedrag beloond, waardoor het negatieve gedrag afneemt. wordt negatief gedrag afgekeurd. krijgen kinderen een passende berisping of straf. krijgen kinderen binnen de regels de vrijheid om plezier te hebben en zich thuis te voelen.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Spelen en spelstimulering Kinderen groeien, leren en ontwikkelen zich al spelend. Spel en speelgoed dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van een kind. Binnen COKD wordt bijzondere aandacht besteed aan:
Creativiteit: creatief spelen staat voor lekker bezig zijn met materialen. Het eindresultaat is niet van belang. De eigen uiting van fantasie en creativiteit van het kind staan voorop. Leren: hieronder valt alles waarbij de hersenen op de proef worden gesteld. Inzicht en begrip ontwikkelen zich zo gaandeweg. Constructie: bij constructief bezig zijn wordt volgens een plan gewerkt naar een einddoel. Maar een auto van lego hoeft niet op een echte auto te lijken. Ook creativiteit en fantasie spelen hierbij een rol en worden naast het constructieve vermogen geoefend. Sociale omgang: om sociaal bezig te zijn, zijn andere mensen en kinderen nodig. In deze omgang leren kinderen wat het effect van hun gedrag is op anderen. Ze leren passend gedrag en zich in te leven in andere personen. Motorische ontwikkeling: bewegen krijgt bij COKD bijzondere aandacht. De pedagogisch medewerkers laten de kinderen de grove motorische bewegingen oefenen met het programma 'Beweegkriebels’ en ‘Beweegplezier’ tijdens het binnen en buiten spelen. De fijne motorische bewegingen worden bijvoorbeeld geoefend door kinderen kraaltjes te laten rijgen of te laten tekenen.
De uitvoering Alle medewerkers van COKD werken volgens de visie van COKD zoals die in dit pedagogisch beleid is verwoord. De vertaling van deze visie naar de uitvoering van het werk in de dagelijkse praktijk is beschreven in COKD Kwaliteit dat protocollen en werkinstructies bevat die door COKD ontwikkeld zijn. Op alle COKD-locaties wordt volgens deze protocollen en instructies gewerkt en deze zijn voor alle medewerkers bindend. Buitenschoolse opvang Het pedagogisch beleid voor de buitenschoolse opvang (BSO) is aangepast aan de leeftijd van de kinderen en het vrijetijdskarakter van de opvang buiten schooltijd. Sfeer De groep is ingericht in vrolijke kleuren en heeft een huiselijke sfeer. Kinderen kunnen zichzelf zijn. Er is warmte, aandacht en respect voor elkaar en de pedagogisch medewerkers zorgen voor een omgeving waar kinderen zich veilig voelen en waar ze op een positieve manier benaderd worden. Activiteiten Op de BSO ervaren kinderen hoe ze op een leuke manier invulling kunnen geven aan hun vrije tijd en maken de pedagogisch medewerkers hen bewust van de wereld. In de kindervergaderingen wordt een afwisselend activiteitenaanbod opgesteld waaruit kinderen zelf vrij kunnen kiezen. De speerpunten hierbij zijn: buiten spelen, natuur, sport en spel, knutselen, beeldende kunst, bibliotheek, muziek, dans, theater. © COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Bij de BSO krijgen de kinderen de mogelijkheid om een brede interesse te ontwikkelen met oog voor hun persoonlijk talent. De pedagogisch medewerkers zoeken daarbij naar een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Lekker lui op de bank bijkomen van een drukke schooldag of actief binnen of buiten bezig zijn. KidZgidZ Bij COKD kunnen de kinderen van de BSO gratis deelnemen aan een groot aanbod aan workshops en clinics uit de KidZgidZ. Ze kunnen deze met elkaar uitzoeken en beheren met behulp van een budget aan KidZcoinZ die iedere groep krijgt toegekend. Omdat kinderen moeten leren functioneren in een samenleving waarin voortdurend allerlei signalen om hun aandacht vragen, begeleiden de pedagogisch medewerkers hen op de BSO hoe ze met die grote hoeveelheid prikkels kunnen omgaan. Door te werken met een duidelijk dagritme en een gesprekje in de kring worden rustmomenten in de groep gecreëerd. Kinderparticipatie Bij de BSO is kinderparticipatie een belangrijk middel om de persoonlijkheidsontwikkeling en het onafhankelijkheidsstreven van kinderen te stimuleren. Kinderparticipatie is een manier van werken waarbij kinderen inspraak hebben in de dagelijkse gang van zaken op de BSO. Er wordt geluisterd naar de mening van de kinderen, een mening die zij uitspreken of die zij door middel van andere signalen (non-verbaal) uitdrukken. Het betrekken van kinderen bij beslissingen is een recht waar de kinderen de pedagogisch medewerkers op aan kunnen spreken. Kinderparticipatie verhoogt de betrokkenheid van kinderen bij het groepsgebeuren. Door goed te luisteren naar kinderen weten de pedagogisch medewerkers wat hen bezighoudt zodat zij daar op in kunnen spelen. Kinderen worden gestimuleerd na te denken en met elkaar te praten zodat zij zelf een mening kunnen vormen en verwoorden. Kinderen mogen meedenken en meebeslissen over activiteiten, regels en afspraken, de aanschaf van speelgoed en de inrichting van de ruimten (binnen en buiten). Afhankelijk van de locatie kunnen kinderen helpen in de kring of deelnemen aan kindervergaderingen. Daarbij houden de pedagogisch medewerkers rekening met de beperkingen die het werken in een groep met zich meebrengt. De mening van de kinderen is belangrijk, maar zij bepalen niet alles. De pedagogisch medewerker geeft duidelijke randvoorwaarden aan, zoals het budget en de veiligheidsnormen. Kinderinspraak vergroot het verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen voor de groep en is een stimulans voor de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden. Kinderinspraak geeft tevens de pedagogisch medewerkers inzicht in de belevingswereld van de kinderen. De pedagogisch medewerkers van COKD staan open voor de behoefte van kinderen aan participatie in de BSO, hebben oor voor de mening van alle kinderen en doen daar iets mee. Zij houden hun eigen mening indien nodig op de achtergrond. De pedagogisch medewerkers stellen open vragen aan de kinderen en komen niet zelf meteen met oplossingen en ideeën.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013
Buiten spelen Om kinderen voldoende beweging te geven, wordt bij de BSO dagelijks buiten gespeeld. De pedagogisch medewerkers spelen actief met de kinderen mee om de ontwikkeling en het spelen te stimuleren. De kinderen mogen zelf kiezen welk spel ze willen doen. Intake en wennen De pedagogisch medewerkers maken kennis met het kind zodat het kind weet door wie het van school wordt opgehaald. Toezicht Op de BSO hebben kinderen de mogelijkheid om zonder direct toezicht te spelen in de ruimtes die daarvoor beschikbaar zijn. Uiteraard houdt de groepsleiding altijd een oogje in het zeil. Als kinderen jonger dan 8 jaar buiten spelen, is er altijd toezicht op het plein. Kinderen vanaf 8 jaar worden in overleg met de ouders gestimuleerd zonder toezicht buiten te spelen, zelfstandig naar een sport, activiteit of naar huis te gaan en/of alleen in de buurt te spelen. Ouders kunnen hiervoor samen met hun kinderen vanaf 8 jaar een contract ondertekenen.
© COKD Pedagogisch Beleid november 2013