PE8720 Digitale projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding
Welkom
Copyright Copyright © 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht. Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0 °C en 40 °C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 3048 m. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen. Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
2
Copyright
Inhoud Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie ........................................... 5 FCC-verklaring (voor gebruikers in de VS) ...............................................................5 EU-verklaring (voor gebruikers in Europa) ...............................................................5 MIC-verklaring ............................................................................................................5 Condensvorming .........................................................................................................5 Vermijd vluchtige vloeistoffen ....................................................................................5 Wegwerpen ..................................................................................................................5
Veiligheidsinstructies ................................................................................. 6 Overzicht ............................................................................................................. 9 Inhoud van de verpakking ........................................................................ 9 Batterijen voor de afstandsbediening ....................................................... 9 Kenmerken van de BenQ PE8720-projector ............................................ 10 Buitenkant van de projector ..................................................................... 11 Voorzijde en bovenzijde .............................................................................................11 Achterzijde ..................................................................................................................11 Onderzijde en zijkant .................................................................................................11 Aansluitingen ..............................................................................................................11
Bedieningselementen en functies .............................................................. 12 Bedieningspaneel .........................................................................................................12 Afstandsbediening ......................................................................................................13
De projector plaatsen ......................................................................................... 15 Een locatie kiezen ...................................................................................... 15 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen ............................... 16 Montage voor een beeldverhouding 16:9 ...................................................................16 Montage voor een 4:3-beeldverhouding ....................................................................17 De projectielens verticaal verschuiven .......................................................................17
Video-apparatuur aansluiten ............................................................................. 18 Een computer aansluiten ........................................................................... 18 Videobronnen aansluiten .......................................................................... 19 Nederlands
HDMI-apparaten aansluiten ......................................................................................19 Componentvideo-apparaten aansluiten ....................................................................19 S-Video- of video-apparaten aansluiten ....................................................................19
De projector gebruiken ...................................................................................... 20 Wat u vooraf moet doen ........................................................................... 20 De projector inschakelen ........................................................................... 20 Een invoerbron selecteren ......................................................................... 20 Het geprojecteerde beeld aanpassen ........................................................ 20 De projectiehoek aanpassen .......................................................................................20 Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen ...................................................21 Inhoud
3
Het beeld optimaliseren .............................................................................21 1. Een standaardmodus selecteren ............................................................................. 21 2. De beeldverhouding selecteren .............................................................................. 21 3. Contrastverhouding aanpassen .............................................................................. 22 4. Overige beeldaanpassingen .................................................................................... 23
Meerdere beeldbronnen tegelijkertijd weergeven ....................................23 Het menu Weergave van de projector personaliseren .............................24 Het videogeheugen opslaan en laden ........................................................24 De projector uitschakelen ..........................................................................24 Menu's ................................................................................................................. 25 Overzicht van het schermmenu (OSD) ....................................................25 De menu's gebruiken .................................................................................26 Menu Beeld ................................................................................................27 Menu Weergave .........................................................................................28 Menu Opties ...............................................................................................29 Menu Instellingen ......................................................................................29 Menu Geavanceerd ....................................................................................30 Extra informatie .................................................................................................. 32 Onderhoud van de projector .....................................................................32 De lens reinigen ........................................................................................................... 32 De projectorbehuizing reinigen ................................................................................. 32 De projector opbergen ................................................................................................ 32 De projector vervoeren ............................................................................................... 32 Het stoffilter reinigen en vervangen .......................................................................... 32
Het deksel voor het paneel met aansluitingen en kabels installeren .......34 De lamp vervangen ....................................................................................35 Lampjes .......................................................................................................36 Probleemoplossing .....................................................................................37 Specificaties ................................................................................................38 Nederlands
Optische specificaties .................................................................................................. 38 Elektrische specificaties .............................................................................................. 38 Aansluitingen .............................................................................................................. 38 Algemene kenmerken ................................................................................................. 38
Afmetingen .................................................................................................38
4
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie Gefeliciteerd met de aankoop van deze fantastische BenQ-videoprojector! Met deze projector kunt u thuis genieten van een geweldige bioscoopervaring. Lees deze handleiding zorgvuldig door, zodat u helemaal wegwijs bent in de menu's en hun opties en optimaal kunt genieten van de projector.
FCC-verklaring (voor gebruikers in de VS) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een klasse B digitaal apparaat, volgens deel 15 van het FCC-reglement. Deze limieten zijn ingesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties. Als deze apparatuur schadelijke interferentie aan radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen, kan de gebruiker proberen de interferentie met behulp van een of meer van de volgende maatregelen te corrigeren: — Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze. — Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger. — Sluit de apparatuur aan op een stopcontact dat tot een ander circuit behoort dan dat van de ontvanger. — Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur.
EU-verklaring (voor gebruikers in Europa) Dit apparaat is getest op conformiteit met richtlijn 89/336/EEG voor EMC (elektromagnetische compatibiliteit) en voldoet aan de eisen die deze richtlijn stelt.
MIC-verklaring Klasse B-apparatuur (apparatuur voor privé-informatie/telecommunicatie) Omdat dit apparaat de EMC-registratie voor privé-doeleinden heeft doorlopen, kan dit product overal worden gebruikt, ook in woonwijken.
Condensvorming Gebruik de projector niet onmiddellijk nadat u deze hebt verplaatst van een koude naar een warme plaats. Als de projector wordt blootgesteld aan grote temperatuurschommelingen, kan er zich condens vormen op cruciale onderdelen van het apparaat. Gebruik de projector niet gedurende ten minste twee uur nadat het apparaat is blootgesteld aan een plotse temperatuursverandering en voorkom zo mogelijke schade.
Vermijd vluchtige vloeistoffen Gebruik geen vluchtige vloeistoffen in de buurt van de projector, bijvoorbeeld insecticide of sommige reinigingsproducten. Producten in rubber of plastic mogen niet te lang in contact komen met de projector. Deze laten sporen na op de afwerkingslaag. Volg nauwkeurig de veiligheidsinstructies van het product op als u de projector schoonmaakt met een doekje met een chemisch schoonmaakmiddel.
Nederlands
Wegwerpen Dit product bevat de volgende producten die schadelijk zijn voor de mens en het milieu. • Lood (in het soldeersel). • Kwik (in de lamp). Neem contact op met de plaatselijke overheid voor meer informatie over de milieuvoorschriften inzake het wegwerpen van het product en de gebruikte lampen.
Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie
5
Veiligheidsinstructies De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies 1.
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door 4. Plaats de projector niet in de volgende voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar ruimtes: deze handleiding op een veilige plaats voor het - Slecht geventileerde of gesloten geval u deze in de toekomst wilt raadplegen. ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector; - Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen; - Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen. In dergelijke ruimtes worden de optische componenten mogelijk 2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een aangetast. Dit verkort de levensduur stabiel en niet hellend oppervlak. van de projector en verdonkert het - Plaats de projector nooit op een onstabiele scherm; ondergrond, omdat deze beschadigd kan raken door vallen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter).
Nederlands
3.
Deze projector kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm; - Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40 °C; - Op een hoogte van meer dan 3000 meter boven de zeespiegel.
~
3000 6000 meter
10000 feet
6
Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie
Veiligheidsinstructies (vervolg) 5.
6.
Blokkeer het ventilatierooster niet wanneer 9. de projector is ingeschakeld (geldt ook voor stand-bymodus): - Dek de projector met geen enkel voorwerp af. - Plaats de projector niet op een laken, beddengoed of andere zachte materialen.
In gebieden waar het voltage van het stopcontact kan fluctueren met ±10 V is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op.
8.
Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. De garantie vervalt als er een vloeistof in de projector is gelopen. Als de projector nat wordt, haalt u de stekker uit het stopcontact en laat u een BenQonderhoudstechnicus de projector controleren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
Nederlands
7.
Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. Dit kan uw ogen beschadigen.
Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie
7
Veiligheidsinstructies (vervolg) 12. Probeer de lamp nooit te vervangen als de 15. Plaats de projector niet verticaal. De projector nog niet is afgekoeld en de stekker projector kan vallen en letsel veroorzaken of nog in het stopcontact zit. beschadigd raken.
13. Als u denkt dat de projector moet worden nagekeken of gerepareerd, brengt u deze naar een bevoegd technicus.
14. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. De enige onderdelen die u mag vervangen, zijn de lamp en luchtfilters die bereikbaar zijn via een deksel of paneel. Zie pagina 35. U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Ga alleen naar een bevoegd technicus voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden.
Nederlands 8
Veiligheidsvoorschriften en juridische informatie
Overzicht Inhoud van de verpakking Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of video-apparatuur aan te sluiten. De beschikbaarheid van een item hangt af van de plaats waar u de projector hebt gekocht. Neem contact op met de leverancier voor meer informatie hierover. Bepaalde accessoires verschillen per land.
3
2 1
PE8
720
ENTER
C
8720
T
PE8720
Projector
Deksel voor paneel met aansluitingen en kabels
VS (110 V) Stoffilter
Afstandsbediening
Batterijen
EU (220 V)
VK (240 V) Netsnoer
Componentvideo-kabel
Gebruikers- Garantiehandleiding kaart
Australië
Japan
Batterijen voor de afstandsbediening
Nederlands
1. Open het deksel van het batterijcompartiment aan de onderzijde: druk op het deksel en schuif het open in de richting van de pijl zoals staat afgebeeld. 2. Verwijder de batterijen (indien nodig) en installeer twee nieuwe AAA-batterijen. Let erop dat u de polen in de juiste richting plaatst (aangegeven in het batterijcompartiment). Plus (+) naar plus en min (-) naar min. 3. Schuif het deksel terug over de opening. Het deksel klikt vast.
Opmerkingen bij de batterijen • Plaats nooit nieuwe en oude batterijen of verschillende soorten batterijen samen. • Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een keuken, badkamer, sauna, solarium of gesloten auto. • Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant en de plaatselijke overheid. • Gebruikt u de afstandsbediening gedurende lange tijd niet, verwijder dan de batterijen om te voorkomen dat deze gaan lekken en schade veroorzaken.
Overzicht
9
Kenmerken van de BenQ PE8720-projector •
• • •
• • •
•
•
Nederlands
•
•
•
Uitstekende beeldkwaliteit Deze projector met één Dark Chip 3 DLP™ biedt prachtige beeldkwaliteit door de hoge resolutie, schitterende helderheid van thuisbioscoopkwaliteit, enorm hoge contrastverhouding, levendige kleuren en talrijke grijswaarden.
Enorm hoge contrastverhouding Deze projector werkt met een CAT-lens met gemotoriseerde sluiteropening om een contrastverhouding van ten minste 4400:1 te verkrijgen (t/m 10000:1 in de modus voor een hoge contrastverhouding).
Levendige weergave van kleuren Deze projector is uitgerust met een 8-segment kleurenwiel, waarmee een realistische kleurdiepte en een groot kleurbereik worden bereikt, wat niet mogelijk is met een kleurenwiel met minder segmenten.
Talrijke grijswaarden In een donkere omgeving biedt de AGC-functie (Automatic Gamma Control) een uitstekende weergave van grijswaarden waardoor in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes details kunnen worden weergegeven.
Dynamische prestaties Deze projector biedt een vernieuwingsfrequentie van maximaal 300 Hz. Dit zorgt voor dynamische beelden zonder de 'flikkeringen' of het 'regenboogeffect' van andere DLP-projectoren.
Zeer weinig geluid tijdens gebruik Het unieke koelsysteem van de projector dempt het geluid van de ventilator tot minder dan 25 dB in de standaardmodus en slechts 23 dB in de fluistermodus.
Afgesloten optisch mechanisme Het optische mechanisme gebruikt een hoogwaardige 1:1.35x-lens voor optimale optische prestaties. Doordat de lichtbundel is afgesloten, komt er geen ongewenst licht uit het apparaat, waardoor de kijkomstandigheden in een donkere omgeving worden verbeterd. Ook wordt het gedeelte waar het licht doorkomt niet vuil, zodat vervelende vervagingen of vlekken in het geprojecteerde beeld niet voorkomen.
Gemotoriseerde lensverschuiving, scherpstelling en zoom Met de afstandsbediening kunt u vanuit uw stoel de lens verticaal verschuiven, scherpstellen en in- of uitzoomen. Dit is vooral gemakkelijk als de projector aan het plafond is bevestigd en u moeilijk bij de bedieningsknoppen kunt.
Meerdere ingangssignalen en videoformaten mogelijk De projector ondersteunt meerdere ingangssignalen voor het aansluiten van uw video en computer, waaronder zowel componentvideo-, S-Video- en composietvideosignalen, als HDMI- en RGBHDsignalen. Het apparaat is bovendien uitgerust met een speciale aansluiting voor verlichtingssystemen en systemen met automatische schermen.
Compatibel met digitale televisie De projector is compatibel met de SDTV-formaten (Standard Definition TV) 480i, 480p en 576i, en met de HDTV-formaten (High Definition TV) 576p, 720p en 1080i. Het formaat 720p biedt een reële beeldweergave van 1:1.
De-interlacing-technologie (met 3:2 pull-down NTSC) Dankzij de de-interlacing-technologie van BenQ, waarbij Farouda DCDi wordt gebruikt, biedt de projector uitzonderlijke schaalpercentages en een uitstekende omzetting van film naar video (3:2 pull-down NTSC) voor uitzonderlijk vervormingsvrije beelden.
PIP/POP-functie Met behulp van de PIP/POP-functie (Picture-In-Picture en Picture-On-Picture) kunt u twee beelden tegelijkertijd projecteren op het scherm.
10
Overzicht
Buitenkant van de projector Voorzijde en bovenzijde
PE 87
1 2 3 4 5 6 7 8
20
1. Achterste IR-sensor 2. Bedieningspaneel (Zie pagina 12 voor meer informatie.) 3. Scherpstelling en zoom afstellen 4. Lampjes 5. Rooster van het stoffilter (koele lucht in) 6. Voorste IR-sensor 7. Projectielens 8. Ventilatie (warme lucht uit)
Achterzijde 9 10 11
9. Aansluitingen (hieronder vindt u meer informatie.) 10. Hoofdschakelaar 11. Netsnoeraansluiting
Onderzijde en zijkant 13
12
12
14 12. Verstelbare voetjes 13. Gaten voor plafondmontage 14. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
13
Aansluitingen 16
15
17
Y
19
G/Y
B/P B /C B
S-VIDEO
P B /C B
R/P R /C R
20
P R /C R
H
V
VIDEO
RS-232 12V TRIGGER
21 22
Overzicht
11
Nederlands
HDHI
18
15. HDMI-poort 16. Componentvideo-ingang (RCA-aansluiting) voor Y/PB/PR- of Y/CB/CR-videosignaal 17. Composietvideo-ingang (RCA-aansluiting) 18. S-Video-ingang (mini-DIN 4-pins) 19. Componentvideo-ingang (BNC-aansluiting) voor Y/PB/PR-, Y/CB/CR- of RGB-videosignaal 20. Ingang RGB High Definition (BNCaansluiting) voor RGBHV-video of PC-signaal 21. Uitgang van 12 V DC Deze uitgang wordt gebruikt door de technici van de accessoires die u hebt aangeschaft (bijv. een elektrisch scherm). 22. RS-232C-poort voor bekabelde afstandsbediening
Bedieningselementen en functies Bedieningspaneel 1 2 3 4 5
8 11 12
6 7 9 10 13
Nederlands
1. POWER-lampje (Aan/uit) Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie pagina 36 voor meer informatie. 2. Waarschuwingslampje temperatuur Brandt of knippert als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie pagina 36 voor meer informatie. 3. Waarschuwingslampje lamp Brandt of knippert als er een probleem is met de projectorlamp. Zie pagina 36 voor meer informatie. 4. ZOOM (Inzoomen)/Pijl omhoog (c) Dezelfde functie als de knop Zoom en de pijltoets naar rechts op de afstandsbediening. Hiermee vergroot u het geprojecteerde beeld. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee de selectie naar boven verplaatsen. 5. FOCUS (Scherpstelling -)/Pijl naar links (e) Dezelfde functie als de knop Focus (Scherpstellen) en de pijltoets naar links op de afstandsbediening. Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Hiermee verplaatst u het brandpunt dichter bij de projector. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee de selectie naar links verplaatsen. 6. FOCUS (Scherpstellen +)/Pijl naar rechts (f) Dezelfde functie als de knop Focus (Scherpstellen) en de pijltoets naar rechts op de afstandsbediening. Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Hiermee verplaatst u het brandpunt verder van de projector vandaan. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee de selectie naar rechts verplaatsen.
12
Overzicht
7. ZOOM (Uitzoomen)/Pijl omlaag (d) Dezelfde functie als de knop Zoom en de pijltoets naar links op de afstandsbediening. Hiermee verkleint u het geprojecteerde beeld. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee de selectie naar beneden verplaatsen. 8. POWER (Aan/uit) Dezelfde functie als de knop Power (Aan/uit) op de afstandsbediening. Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Als de projector stand-by staat, drukt u één keer op deze knop om de projector aan te zetten. Als de projector aan staat, drukt u twee keer op de knop om de projector stand-by te zetten. Zie pagina's 20, 24 en 36 voor meer informatie. 9. MENU/EXIT (Menu/afsluiten) Dezelfde functie als de knoppen Menu en Exit (Afsluiten) op de afstandsbediening. Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee de menu-instellingen afsluiten en opslaan. 10. SOURCE/ENTER (Bron/Enter) Dezelfde functie als de bronselectie- (COMP1, COMP2, VIDEO, HDMI, RGB HD, SVIDEO) en de knop Enter op de afstandsbediening. Hiermee schakelt u tussen opeenvolgende invoerbronnen. Als het schermmenu is geactiveerd, kunt u hiermee het geselecteerde menu-item openen. Zie pagina 26 voor meer informatie. 11. MEMORY (Geheugen) Dezelfde functie als de knop Memory (Geheugen) (1, 2, 3, default (standaard)) op de afstandsbediening. Hiermee roept u achtereenvolgens de standaard- en gebruikersinstellingen 1–3 op die eerder zijn opgeslagen in het geheugen. Zie pagina 24 voor meer informatie. 12. LENS SHIFT (-) (Lens naar beneden verschuiven) Dezelfde functie als de knop Lens en de pijltoets naar omlaag op de afstandsbediening. Hiermee stelt u de gemotoriseerde verticale lensverschuiving in. Het beeld wordt op het scherm naar beneden verplaatst in verhouding tot de stand van de projector. 13. LENS SHIFT (+) (Lens naar omhoog verschuiven) Dezelfde functie als de knop Lens en de pijltoets naar omhoog op de afstandsbediening. Hiermee stelt u de gemotoriseerde verticale lensverschuiving in. Het beeld wordt op het scherm naar boven verplaatst in verhouding tot de stand van de projector.
Afstandsbediening
1 2 3 4 5 6
3
2 1
7
ENTER
8 10 12
9 C
T
11
13 14
1. POWER (Aan/uit) Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Als de projector stand-by staat, drukt u één keer op deze knop om de projector aan te zetten. Als de projector aan staat, drukt u twee keer op deze knop om de projector stand-by te zetten. Zie pagina's 20, 24 en 36 voor meer informatie. 2. Bronselectie (COMP1, COMP2, VIDEO, HDMI, RGB HD, S-VIDEO) Hiermee selecteert u een invoerbron voor weergave. Zie pagina 28 voor meer informatie. 3. Beeldverhouding (ANAMORFISCH, 4:3, LB, BREED, REËEL) Hiermee selecteert u de beeldverhouding. Zie pagina 28 voor meer informatie. 4. PRESET (Voorkeuze) Hiermee selecteert u een van de standaard programmamodi (Bioscoop, Thuisbioscoop, Huiskamer, Foto, Spelmodus). Zie pagina 21 voor meer informatie. 5. MEMORY (Geheugen) (1, 2, 3 en DEFAULT (Standaard)) Hiermee stelt u de beeldinstellingen in die in geheugen 1, 2 of 3 zijn opgeslagen of herstelt u de standaardwaarden van de gebruikte invoerbron. Zie pagina 27 voor meer informatie. 6. Pijltoetsen (Links e, omhoog c, rechts f, omlaag d) Hiermee verplaatst u de selectie van het schermmenu (OSD) in de richting van de pijl waar u op drukt. Zie pagina 26 voor meer informatie. 7. ENTER Hiermee opent u het geselecteerde menu-item in het schermmenu. Zie pagina 26. 8. MENU Hiermee schakelt u het schermmenu in of uit. Zie pagina 26.
9. EXIT (Afsluiten) Hiermee sluit u het schermmenu af. De wijzigingen worden opgeslagen. Zie pagina 26 voor meer informatie. 10. Beeldkwaliteit aanpassen (BRIGHTNESS (Helderheid), COLOR (Kleur), CONTRAST, TINT) Hiermee geeft u de balken met instellingen weer, om de juiste beeldkwaliteit in te stellen. Zie pagina 27 voor meer informatie. 11. IRIS (Diafragma) Hiermee geeft u de balk met instellingen weer, om de opening van het gemotoriseerde lensdiafragma in te stellen.
13. Beeldverbetering (ZOOM, FOCUS (Scherpstellen), LENS) Hiermee geeft u de balken met instellingen weer, om de gemotoriseerde zoomfunctie, scherpstelling en verticale lensverschuiving aan te passen. 14. LIGHT (Licht) Hiermee schakelt u de achtergrondverlichting van de afstandsbediening ongeveer 10 seconden in. Als u op een andere knop drukt wanneer de achtergrondverlichting brandt, blijft de verlichting opnieuw 10 seconden branden. Druk nogmaals op de knop Light (Licht) om de achtergrondverlichting uit te schakelen.
Overzicht
13
Nederlands
12. Beeldvenster instellen (PIP, POP, +, -, ACTIVE (Actief)) Met de PIP- en POP-knoppen geeft u de PIP- en POP-vensters weer (beeld in beeld of beeld op beeld); met de knop ACTIVE (Actief) schakelt u tussen het hoofd- en het subvenster, of het linker- en het rechtervenster; met de knoppen + en - past u het formaat van het actieve venster aan. Zie pagina 23.
De afstandsbediening gebruiken • Er mag zich niets tussen de afstandsbediening en de infraroodsensor op de projector bevinden. De infraroodstraal wordt zo geblokkeerd en kan de projector niet bereiken. • Binnen een afstand van 8 meter en onder een hoek van maximaal 45 graden werkt de afstandsbediening het beste.
Max. 8 m
• Richt altijd op de projector, alhoewel de infraroodstraal door de meeste schermen richting projector wordt weerkaatst.
Nederlands 14
Overzicht
De projector plaatsen Een locatie kiezen De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Op de vloer en voor het scherm; 2. Op het plafond en voor het scherm; 3. Op de vloer en achter het scherm; of 4. Op het plafond en achter het scherm. Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. 1. Vloer voorkant: selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voorkant: selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen. Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in het menu Instellingen > Spiegelen de optie Plafond voorkant.
3. Vloer achterkant: selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en achter het scherm installeert.
4. Plafond achterkant: selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in het plafondmontageset van BenQ. Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in het menu Instellingen > Spiegelen de optie Vloer menu Instellingen > Spiegelen de optie Plafond achterkant. achterkant.
Nederlands
De projector plaatsen
15
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. BenQ heeft aparte tabellen meegeleverd die de afmetingen voor de beeldverhoudingen 16:9 en 4:3 bevatten. Deze tabellen helpen u de ideale positie van de projector bepalen. 1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm (4:3 of 16:9). 2. Kies in de tabel met afmetingen voor de beeldverhouding 16:9 of 4:3 de gewenste schermgrootte, overeenkomstig het schermtype. De ideale afstand tussen de projector en het scherm is een afstand tussen de waarden Min. en Max. in de kolom Projectieafstand. 3. Beslis op welke hoogte u de projector wilt plaatsen. Deze projector heeft een verticale hoek van 120% tussen het midden van de projectorlens en de hoek van de rand van het geprojecteerde beeld (zie "Hoek" in de onderstaande tabellen). Met de PE8720 kunt u ook de ingebouwde gemotoriseerde lens verticaal verschuiven voor een nauwkeurige afstelling.
Montage voor een beeldverhouding 16:9 Plafondmontage
Vloermontage
Plafond
Diagonaal Projectieafstand
Scherm
Hoogte
Hoek Midden van de lens Scherm
Midden van de lens
Hoogte
Diagonaal
Hoek Projectieafstand
Vloer
Tabel met afmetingen voor de beeldverhouding 16:9 (breedbeeld) Schermafmetingen (inch/cm)
Nederlands
Diagonaal
Breedte
Hoogte
50 / 127 60 / 152 70 / 178 80 / 203 90 / 229 100 / 254 110 / 279 120 / 305 130 / 325 140 / 356 150 / 381 160 / 406 170 / 432 180 / 457 190 / 483 200 / 508 250 / 635 300 / 762
44 / 111 52 / 133 61 / 155 70 / 177 78 / 199 87 / 221 96 / 244 105 / 266 113 / 288 122 / 310 131 / 332 139 / 354 148 / 376 157 / 398 166 / 421 174 / 443 218 / 553 261 / 664
25 / 62 29 / 75 34 / 87 39 / 100 44 / 112 49 / 125 54 / 137 59 / 149 64 / 162 69 / 174 74 / 187 78 / 199 83 / 212 88 / 224 93 / 237 98 / 249 123 / 311 147 / 374
Projectieafstand (inch/cm) Min. afstand Max. afstand (met max. zoom) (met min. zoom) 78 / 199 94 / 239 110 / 279 126 / 319 141 / 359 156 / 400 172 / 438 188 / 478 204 / 518 220 / 558 235 / 598 251 / 638 267 / 677 282 / 717 298 / 757 314 / 797 392 / 996 471 / 1195
106 / 270 128 / 324 149 / 379 171 / 433 192 / 487 213 / 541 234 / 595 256 / 649 277 / 703 298 / 757 319 / 811 341 / 865 362 / 919 383 / 973 405 / 1028 426 / 1082 532 / 1352 639 / 1622
Hoek (inch/cm) Boven
Onder
2,5 / 6,2 2,9 / 7,5 3,4 / 8,7 3,9 / 10,0 4,4 of 11,2 4,9 / 12,5 5,4 / 13,7 5,9 / 14,9 6,4 / 16,2 6,9 / 17,4 7,4 / 18,7 7,8 / 19,9 8,3 / 21,2 8,8 / 22,4 9,3 / 23,7 9,8 / 24,9 12,3 / 31,1 14,7 / 37,4
-27,0 / -68,5 -32,4 / -82,2 -37,8 / -95,9 -43,1 / -109,6 -48,5 / -123,3 -53,9 / -137,0 -59,3 / -150,7 -64,7 / -164,4 -70,1 / -178,1 -75,5 / -191,8 -80,9 / -205,5 -86,3 / -219,2 -91,7 / -232,9 -97,1 / -246,6 -102,5 / -260,3 -107,9 / 274,0 -134,8 / -342,4 -161,8 / -410,9
De bovenstaande waarden zijn slechts een indicatie en kunnen licht verschillen van de werkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermgrootten worden weergegeven. Neem contact op met uw BNQ-leverancier als de grootte van uw scherm niet is vermeld in de bovenstaande tabel. Als u
de tabel bekijkt, ziet u dat u de lens van de projector op een afstand van 2 tot 10,8 m van het scherm kunt plaatsen. Dit geeft u een geprojecteerd beeld van 1,11 x 0,62 m tot 4,43 x 2,49 m op het scherm.
16
De projector plaatsen
Montage voor een 4:3-beeldverhouding Plafondmontage
Plafond
Diagonaal
Projectieafstand
Diagonaal
Vloermontage Beeldhoogte Scherm
Hoek
Midden van de lens Midden van de lens Hoek
Scherm
Projectieafstand
Beeldhoogte
Vloer
Tabel met afmetingen voor de beeldverhouding 4:3 (standaard) Schermafmetingen (inch/cm) Diagonaal
Breedte
Hoogte
50 / 127 60 / 152 70 / 178 80 / 203 90 / 229 100 / 254 110 / 279 120 / 305 130 / 325 140 / 356 150 / 381 160 / 406 170 / 432 180 / 457 190 / 483 200 / 508 250 / 635 300 / 762
40 / 102 48 / 122 56 / 142 64 / 163 72 / 183 80 / 203 88 / 224 96 / 244 104 / 264 112 / 284 120 / 305 128 / 325 136 / 345 144 / 366 152 / 386 160 / 406 200 / 508 239 / 610
30 / 76 36 / 91 42 / 107 48 / 122 54 / 137 60 / 152 66 / 168 72 / 183 78 / 198 84 / 213 90 / 229 96 / 244 102 / 259 108 / 274 114 / 290 120 / 305 150 / 381 180 / 457
Projectieafstand (inch/cm) Min. afstand Max. afstand (met max. zoom) (met min. zoom) 72 / 184 87 / 221 102 / 258 116 / 294 130 / 331 145 / 368 159 / 405 174 / 442 188 / 478 203 / 515 217 / 552 232 / 589 247 / 626 261 / 662 275 / 699 290 / 736 362 / 920 435 / 1104
98 / 249 117 / 298 137 / 348 157 / 398 176 / 448 196 / 497 215 / 547 235 / 597 254 / 646 274 / 696 294 / 746 313 / 796 333 / 845 352 / 895 372 / 945 392 / 995 489 / 1243 587 / 1492
Hoek (inch/cm) Boven
Onder
3,0 / 7,6 3,6 / 9,1 4,2 / 10,7 4,8 / 12,2 5,4 / 13,7 6,0 / 15,2 6,6 / 16,8 7,2 / 18,3 7,8 / 19,8 8,4 / 21,3 9,0 / 22,9 9,6 / 24,4 10,2 / 25,9 10,8 / 27,4 11,4 / 29,0 12,0 / 30,5 15,0 / 38,1 18,0 / 45,7
- 33,0 / -83,8 -39,6 / -100,6 -46,2 / -117,3 -52,8 / -134,1 -59,4 / -150,9 -66,0 / -167,6 -72,6 / -184,4 -79,2 / -201,2 -85,8 / -217,9 -92,4 / -234,7 -99,0 / -251,5 -105,6 / -268,2 -112,2 / -285,0 -118,8 / -301,8 -125,4 / -318,5 -132,0 / -335,3 -165,0 / -419,1 -198,0 / -502,9
De bovenstaande waarden zijn slechts een indicatie en kunnen licht verschillen van de werkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermgrootten worden weergegeven. Neem contact op met uw BNQ-leverancier als de grootte van uw scherm niet is vermeld in de bovenstaande tabel.
Als u de tabel bekijkt, ziet u dat u de lens van de projector op een afstand van 2,44 tot 10,32 m van het scherm kunt plaatsen. Dit geeft u een geprojecteerd beeld van 1,02 x 0,76 m tot 4,06 x 3,05 m.
De projectielens verticaal verschuiven 120% 100%
0 De lensverschuiving (hoek) wordt weergegeven als een percentage van de hoogte van het geprojecteerde beeld (25% in het voorbeeld). Dit is de hoek -100% vanuit het verticale midden van een geprojecteerd beeld. De PE8720 is -120% uitgerust met een verticale lensverschuiving van + 120%. U kunt de projectielens omhoog of omlaag bewegen binnen het toegestane bereik, afhankelijk van de door u gewenste positie van het beeld. Als u de knop LENS op de afstandsbediening of de knoppen LENS SHIFT (Lensverschuiving) (c of d) op de projector indrukt, wordt er een aanpassingsbalk weergegeven op het scherm.
Om het geprojecteerde beeld omhoog te brengen drukt u op de knop Lens Shift (Lensverschuiving) c op de projector of c op de afstandsbediening. Om het geprojecteerde beeld omlaag te brengen drukt u op de knop Lens Shift (Lensverschuiving) d op de projector of d op de afstandsbediening.
c Lens Shift
d
De projector plaatsen
17
Nederlands
Doordat de lens verticaal verschuifbaar is, kunt u de projector op verschillende manieren installeren. U kunt de projector net boven of onder de bovenste rand van het geprojecteerde beeld plaatsen.
Video-apparatuur aansluiten U kunt de projector aansluiten op alle video-apparatuur, bijvoorbeeld videorecorders, DVD-spelers, digitale tuners, decoders voor kabel- en satelliettelevisie, spelconsoles of digitale camera's. U kunt het apparaat ook aansluiten op een bureaucomputer, laptop of Apple Macintosh-computer. De projector heeft echter geen ingebouwde luidsprekers en kan niet worden aangesloten op audio-apparatuur. Via verschillende kabels kunt u bovendien meerdere video-apparaten tegelijk aansluiten op de projector. U hoeft alleen het ingangssignaal te selecteren dat de projector moet weergeven. Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. Schakel de apparatuur uit voordat u de verbindingen maakt. 2. Gebruik alleen het juiste type kabel met de juiste stekkers voor elke bron. 3. Zorg ervoor dat alle kabelstekkers goed zijn aangesloten op de uitgangen van de apparatuur. Niet alle kabels in het volgende schema worden bij de projector meegeleverd (Zie pagina 9 voor de inhoud van de verpakking). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Een computer aansluiten Sluit de projector aan op een computer via een VGA/BNC-kabel. Laptop of bureaucomputer
Van audio-uitgangen
Naar audioingangen
VGA/BNC-kabel
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of de videobron is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten. Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie Fn + F3 of Fn + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op Fn en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw laptop voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Nederlands 18
Video-apparatuur aansluiten
Videobronnen aansluiten HDMI-apparaten aansluiten Wanneer u een HDMI-apparaat wilt aansluiten op de projector, is een HDMI-kabel vereist. HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt de niet-gecomprimeerde gegevensoverdracht tussen compatibele apparaten, zoals DTV-tuners en DVD-spelers, en geeft de signalen via één kabel weer. Deze technologie levert uitstekend digitaal kijk- en luisterplezier. HDMI-apparaat: DVD-speler, digitale tuner enz.
Van audio-uitgangen
Naar audio-ingangen
HDMI-kabel
U dient de afzonderlijke audiokabel ook aan te sluiten op een geschikte versterker.
Componentvideo-apparaten aansluiten Zorg dat de kleuren van de kabels en de aansluitingen overeenkomen. AV-apparatuur: DVD-speler, digitale tuner enz.
Van audio-uitgangen
Naar audioingangen
Componentvideokabel
Componentvideo-aansluitingen van het RCA-type dienen voor het aansluiten van apparaten met een video-uitgang. Als u een componentvideokabel van het BNC-type hebt, kunt u ook aansluitingen maken via de BNC-componentvideo-ingangen. U dient de afzonderlijke audiokabel ook aan te sluiten op een geschikte versterker.
S-Video- of video-apparaten aansluiten Nederlands
Van audio-uitgangen
Naar audioingangen
S-Video-kabel Videokabel
U sluit of een S-Video-kabel of een composietvideokabel aan op een apparaat, nooit beide kabels tegelijk. U dient de afzonderlijke audiokabel ook aan te sluiten op een geschikte versterker.
Video-apparatuur aansluiten
19
De projector gebruiken Wat u vooraf moet doen 1. Plaats de stekker in het stopcontact en schakel alle aangesloten apparaten in. 2. Plaats het meegeleverde netsnoer in de netsnoeraansluiting aan de achterzijde van de projector en schakel de hoofdschakelaar in. 3. Stop het netsnoer in een stopcontact en schakel het stopcontact vervolgens in.
De projector inschakelen Volg de onderstaande stappen. 1. Het POWER-lampje (Aan/uit) moet oranje branden wanneer het apparaat van stroom wordt voorzien en de hoofdschakelaar is ingeschakeld. 2. Houd de knop POWER (Aan/uit) op de afstandsbediening of de projector ingedrukt om de projector in te schakelen. De projector reageert niet op andere opdrachten, omdat deze aan het opwarmen is.
3. De ventilatoren gaan draaien en op het scherm wordt tijdens het opwarmen gedurende enkele seconden een opstartafbeelding weergegeven 4. Het bericht "Bezig met zoeken…." wordt weergegeven op het scherm terwijl de projector het ingangssignaal probeert te detecteren. Dit bericht blijft op het scherm staan tot een geldig signaal wordt gedetecteerd. 5. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal hoger ligt dan het bereik van de projector, wordt het bericht "Timing wordt niet ondersteund" weergegeven op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm staan tot u het ingangssignaal wijzigt naar een geschikte bron.
Een invoerbron selecteren De projector kan tegelijkertijd op verschillende video-apparaten worden aangesloten. Druk op één van de bronknoppen op de afstandsbediening als u een bepaald ingangssignaal wilt selecteren, of druk op de knop SOURCE/ ENTER (Bron/Enter) op de projector als u de beschikbare bronnen achtereenvolgens wilt doorlopen. • Wanneer de projector wordt ingeschakeld, probeert deze eerst opnieuw verbinding te maken met de invoerbron die werd gebruikt net voordat de projector werd uitgeschakeld. • De PIP- of POP-functie gebruiken. Zie pagina 23 voor meer informatie.
Nederlands
Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen Op de onderzijde van de projector bevinden zich vier verstelvoetjes. Deze kunnen desgewenst worden gebruikt om de projectiehoek te wijzigen. Schroef het voetje naar binnen of buiten om de juiste projectiehoek in te stellen. Als het scherm en de projector niet in een loodrechte positie staan, krijgt het geprojecteerde beeld een verticale trapeziumvorm. U kunt dit probleem oplossen door de waarde voor Trapezium in het menu Instellingen aan te passen.
20
De projector gebruiken
Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoom-knoppen. Als u de knop ZOOM indrukt, wordt er een aanpassingsbalk " e Zoom f " weergegeven op het scherm. Druk op c op de projector of f op de afstandsbediening als u de afbeelding wilt vergroten.
2. Stel vervolgens het beeld scherp met de scherpstellingsknoppen. Als u op de knop FOCUS (Scherpstellen) drukt, wordt er een aanpassingsbalk " e Focus f " weergegeven op het scherm. Druk op e of f op de projector of de afstandsbediening als u de helderheid van het beeld verder wilt aanpassen.
Druk op d op de projector of e op de afstandsbediening als u de afbeelding wilt verkleinen.
Het beeld optimaliseren Gebruik de afstandsbediening of de schermmenu's om het beeld te optimaliseren. Zie pagina 26 voor meer informatie over de werking van schermmenu's. De volgende stappen zijn optioneel. U hoeft niet elke stap uit te voeren. Het is afhankelijk van de gewenste beeldkwaliteit.
1. Een standaardmodus selecteren Selecteer een standaardmodus op de afstandsbediening of in het menu Beeld > Voorkeuze. Er zijn 5 modi beschikbaar voor elke ingang. Deze modi bestaan uit vooraf ingestelde waarden, en zijn te gebruiken voor de volgende projectiesituaties:
3
2 1
ENTER
C
T
C
T
Nederlands
• Standaard bioscoopmodus: de kleurintensiteit en het contrast zijn goed verdeeld, maar deze modus is niet zo helder. Hij is zeer geschikt voor het kijken naar films in een volledig donkere omgeving (zoals een bioscoop). • Standaard thuisbioscoopmodus: helderder dan de bioscoopmodus en geschikt voor gebruik in kamers waar weinig licht is. • Standaard huiskamermodus: de nadruk ligt op helderheid waardoor deze modus zeer geschikt is voor gebruik in kamers met normaal licht. Deze instelling is uitstekend voor het bekijken van televisieprogramma's en heldere films of het spelen van videospellen. • Standaard fotomodus: geschikt voor weergave van digitale foto's in de woonkamer. • Standaard spelmodus: geschikt voor het spelen van videospellen in een kamer met veel licht.
SIZE
2. De beeldverhouding selecteren Beeldverhouding is de verhouding van de breedte van het beeld tot de hoogte van het beeld. Digitale televisie heeft gewoonlijk een verhouding van 16:9, wat de standaardverhouding is voor deze projector. De meeste analoge televisiesignalen en DVD's hebben een verhouding van 4:3. Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van de invoerbron. Beelden kunnen op een lineaire manier worden uitgerekt waarbij het hele beeld gelijkmatig wordt uitgerekt, of niet-lineair, waardoor het beeld wordt vervormd.
De projector gebruiken
21
U kunt de verhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen (welke beeldverhouding de bron ook heeft) met de beeldverhoudingsknoppen op de afstandsbediening of via het menu Weergave > Beeldverhouding. Selecteer de beeldverhouding die overeenstemt met het formaat van het videosignaal en de vereisten van uw scherm. Er zijn vijf beschikbare beeldverhoudingen: In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
1. Anamorfisch: past het beeldmateriaal aan, zodat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een 16:9-beeldverhouding. 2. 4:3: past het beeldmateriaal aan, zodat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een 4:3-beeldverhouding.
4. Breed: een 4:3-beeld wordt NIET-lineair en horizontaal vergroot, zodat het op het volledige breedbeeldscherm wordt weergegeven. Alleen de rechter- en linkerzijde van het beeld wordt uitgerekt. Het middelste gedeelte wordt niet gewijzigd.
Nederlands
5. Reëel: de ingangssignalen worden individueel 3. Letterbox: vergroot het toegewezen zonder dat het beeldmateriaal beeldmateriaal naar een wordt aangepast. Het beeld wordt in het letterbox-formaat, zodat het midden van het scherm weergegeven. in het volledige scherm wordt weergegeven in een 16:9-beeldverhouding. De bovenste en onderste gedeelten van het beeld worden bijgesneden. Met Anamorfisch wordt het beeld lineair uitgerekt en aangepast, maar de verticale en horizontale afmetingen worden onafhankelijk van elkaar gewijzigd. De hoogte van de bronafbeelding wordt uitgerekt tot de volledige projectiehoogte en de breedte van de bronafbeelding wordt uitgerekt tot de volledige projectiebreedte. Hierdoor wijzigt de beeldverhouding wellicht, afhankelijk van de beeldverhouding van de bronafbeelding. Anamorfisch is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven. De instelling 4:3 is vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals SDTV en DVD-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven. Bij de instelling Letterbox wordt een beeld verhoudingsgewijs horizontaal en verticaal aangepast van een 4:3-beeld naar de breedte van een 16:9-beeld, en in het midden van het scherm geprojecteerd. Hierdoor ontstaat er een beeld dat hoger is dan kan worden weergegeven, zodat er een deel van het geprojecteerde beeld aan de boven- en onderzijde verloren gaat (wordt niet afgebeeld). Dit is geschikt om films in letterbox-formaat weer te geven (met zwarte balk boven en onder). Met de instelling Breed wordt het beeld niet-lineair, horizontaal uitgerekt. Dat betekent dat de randen meer worden uitgerekt dan het midden van het beeld om te voorkomen dat het midden van het beeld wordt vervormd. Dit gebruikt u als u een 4:3-beeld wilt uitrekken tot de breedte van een 16:9-beeld. De hoogte verandert niet. Bij sommige breedbeeldfilms is de breedte aangepast naar een 4:3-beeldverhouding, maar deze films kunnen het beste worden bekeken worden in de oorspronkelijke beeldverhouding. Hiervoor gebruikt u de instelling Breed. Met de instelling Reëel wordt het beeld één-op-één weergegeven, zonder vervorming of wijzigingen in het midden van de projectie. Dit is vooral geschikt als u de PC- en RGBHD-ingang gebruikt.
3. Contrastverhouding aanpassen De contrastverhouding is het verschil tussen het helderste wit en het diepste zwart dat een beeld kan bevatten. Deze projector heeft een zeer grote contrastverhouding waardoor het apparaat meer subtiele kleurdetails kan tonen dan projectoren met een lage contrastverhouding. U kunt de contrastverhouding aanpassen aan het omgevingslicht in de kamer dat mogelijk de kleurdetails beïnvloedt. Druk op de knop IRIS (Diafragma) op de afstandsbediening als u de contrastverhouding handmatig wilt aanpassen. Als u op deze hebt gedrukt, wordt er een aanpassingsbalk " " weergegeven op het scherm. Als u het contrast wilt verminderen en de helderheid wilt verhogen, drukt u op e op de afstandsbediening of stelt u de waarden in via het menu Geavanceerd --> Geavanceerd - Diafragma met 30 gradaties. Als u het contrast wilt verhogen en de helderheid wilt verminderen, drukt u op f op de afstandsbediening of stelt u de waarden in via het menu Geavanceerd --> Geavanceerd Diafragma met 30 gradaties. De 'L' en 'H' op de aanpassingsbalk geven de contrastverhouding Laag of Hoog aan. Er zijn 30 gradaties van Laag naar Hoog voor het maken van aanpassingen. 22
De projector gebruiken
4. Overige beeldaanpassingen U kunt ook de helderheid, het contrast, de kleuren en de tint instellen via het menu Beeld of de knoppen op de afstandsbediening. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
Meerdere beeldbronnen tegelijkertijd weergeven Er zijn twee groepen ingangssignalen die zijn onderverdeeld volgens de weergavemodus: Videogroep: de ingangen Video en S-Video. Grafische groep: de ingangen Component 1 en 2, RGBHD, en HDMI. Met behulp van de PIP-functie kan de projector de beelden van de grafische groep weergeven in de beelden van de videogroep (G in V), of de beelden van de videogroep in de beelden van de grafische groep (V in G). Met behulp van de POP-functie kan de projector de beelden van de grafische groep en de videogroep naast elkaar weergeven (G <=> V of V <=> G). Als u twee beelden met een verschillend ingangssignaal tegelijkertijd wilt bekijken, voert u de volgende stappen uit om het tweede beeld weer te geven. 1. Druk op een van de bronknoppen op de afstandsbediening om een invoerbron te selecteren. 2. Druk op de knop PIP of POP op de afstandsbediening. 3. Selecteer de tweede signaalingang op de afstandsbediening. 4. Druk herhaaldelijk op de knop PIP of POP om de overeenkomstige beeldposities te kiezen (G in V of V in G, G <=> V of V <=> G). 5. Druk op de knop ACTIVE (Actief) op de afstandsbediening om een van de vensters te activeren. In het actieve venster kunt u de instellingen voor het ingangssignaal wijzigen. 6. Druk op + of - om de grootte van het PIP-venster te wijzigen. 7. Pas de positie van het PIP-venster aan met de pijltoetsen (c/e/d/f). 8. Selecteer PIP Uit of POP Uit om de PIP- of POP-functie uit te schakelen. PIP —
Subvenster
SIZE
Hoofdvenster
POP —
Linkervenster
SIZE
Nederlands
Rechtervenster
De projector gebruiken
23
Het menu Weergave van de projector personaliseren U kunt de schermmenu's volgens uw voorkeur instellen. Deze instellingen hebben geen invloed op de projectieinstellingen en de bediening of de prestaties van de projector. • Met Taal in het menu Instellingen stelt u de gewenste taal in voor de schermmenu's. • Met Achtergrondkleur in het menu Opties kunt u de achtergrondkleur van de projector instellen op purper, zwart of wit. • Met OSD uit (sec) in het menu Opties bepaalt u hoelang het schermmenu wordt weergegeven nadat u op een knop hebt gedrukt. • Met Slaaptimer (min) in het menu Opties bepaalt u hoelang het duurt voordat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. • Met OSD-positie H en OSD-positie V in het menu Opties kunt u de positie van het schermmenu aanpassen.
Het videogeheugen opslaan en laden • Druk op de geheugenknoppen op de afstandsbediening of op de knop MEMORY c (Geheugen) op de projector om de geheugeninstellingen weer te geven. • Er zijn vier mogelijke geheugeninstellingen: MEMORY 1, MEMORY 2 en MEMORY 3 (Geheugen 1, 2 en 3) en DEFAULT (Standaard). Gebruik de knop DEFAULT (Standaard) om de standaardinstellingen van de huidige invoerbron te herstellen. • Zie pagina 30 voor meer informatie over het opslaan van gebruikersgeheugens.
De projector uitschakelen Druk op de knop POWER (Aan/uit) op de projector of de afstandsbediening om de projector uit te schakelen. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Druk nogmaals op de knop POWER (Aan/uit). • Het POWER-lampje (Aan/uit) knippert groen en de ventilatoren koelen gedurende twee minuten de lamp af. Pas als de lamp volledig is afgekoeld, reageert de projector weer op opdrachten. • Het POWER-lampje (Aan/uit) brandt oranje nadat de lamp is afgekoeld en de ventilatoren zijn gestopt. • Gebruikt u de projector gedurende langere tijd niet, schakel dan de hoofdschakelaar uit en trek het netsnoer uit het stopcontact.
Nederlands 24
De projector gebruiken
3
2 1
ENTER
Menu's Overzicht van het schermmenu (OSD) Beeld
Contrast Helderheid Kleur Tint Filter Scherpte Voorkeuze Uitgebreide beeldinstellingen
Standaard bioscoopmodus Standaard thuisbioscoopmodus Standaard huiskamermodus Standaard fotomodus Standaard spelmodus
Instellingen opslaan
Naar gebruikersgeheugen 1 Naar gebruikersgeheugen 2 Naar gebruikersgeheugen 3
Kleurtemperatuur Kleurverbetering Favoriete kleur laden
Gebruiker 1 Gebruiker 2 Standaardtemperatuur lamp Warm Normaal Koel Rood Groen Blauw Geel Wit Favoriete kleur 1 Favoriete kleur 2 Favoriete kleur 3 Standaard kleurruimte
Instellingen laden Weergave
Beeldverhouding
Anamorfisch 4:3 Letterbox Breed Reëel
PIP PIP Master
Hoofdvenster Subvenster
POP POP Master
Invoerbron
PC & YPBPR-component afstemmen
Opties
Taal Spiegelen Grote hoogte Zwartniveau Trapezium Patroon
Lamp
Stoffilter
Videomodus Grafische modus
G in V V in G PIP Uit G <=> V V <=> G POP Uit Videomodus S-Video RGBHD Component 1
Frequentie
Component 2
Fase H. Positie V. Positie Auto
HDMI
Purper Zwart Wit Standaardwaarden laden
Normaal Hoog
Raster Kleurenbalk Lamptype Gebruiksduur van de lamp Timer van de lamp herstellen Gebruiksduur van het stoffilter Timer van het stoffilter herstellen
Engels Traditioneel Chinees Frans Spaans Duits Italiaans Vereenvoudigd Chinees Nederlands Japans Russisch
Nederlands
Instellingen
Achtergrondkleur OSD uit (sec) Slaaptimer (min) OSD-positie H OSD-positie V Instellingen herstellen
Rechtervenster Linkervenster
Naar gebruikersgeheugen 1 Naar gebruikersgeheugen 2 Naar gebruikersgeheugen 3 Standaard
Vloer voorkant Plafond voorkant Vloer achterkant Plafond achterkant 0 IRE 7.5 IRE (Standaard) 250 W 200 W Gebruiksduur van de lamp Rest. duur lamp
Menu's
25
Geavanceerd
Geavanceerd - Diafragma met 30 gradaties Fluistermodus Randen optimaliseren Helderheidsregeling Witbalans beter afstemmen
3D-kleurbeheer
Info kleurtemperatuur
Gebruiker 1 Gebruiker 2 Standaardtemperatuur lamp Warm Normaal Koel
RGB-versterking
Rood effect Groen effect Blauw effect
RGB-hoek Kleurtemperatuur opslaan bij gebruiker 1 Kleurtemperatuur opslaan bij gebruiker 2
Rode hoek
Prim. kleur Intensiteit Tint Verzadiging Opslaan in Favoriete kleur 1 Opslaan in Favoriete kleur 2 Opslaan in Favoriete kleur 3 Standaard kleurruimte laden
Rood Geel Groen Cyaan Blauw Magenta
Groene hoek Blauwe hoek
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen. Er zijn acht verschillende menutalen. Zie pagina 29 voor meer informatie.
3
2 1
ENTER
C
T
In het volgende voorbeeld passen we de instelling Trapezium aan. 1. Druk op MENU/EXIT (Menu/Afsluiten) om het schermmenu weer te geven.
4. Wijzig de trapeziumwaarden met e of f.
Nederlands
2. Selecteer Instellingen met e of f en druk op SOURCE/ENTER (Bron/Enter).
3. Selecteer Trapezium met c of d.
5. Druk twee* keer op de knop MENU/EXIT (Menu/afsluiten) om de instellingen op te slaan en het menu af te sluiten. *Wanneer u één keer drukt, gaat u terug naar het submenu, wanneer u tweemaal drukt, wordt het schermmenu gesloten.
26
Menu's
Menu Beeld In het menu Beeld kunt u de kleinste details van het geprojecteerde beeld aanpassen. Het is raadzaam een van de standaardmodi te kiezen voordat u wijzigingen aanbrengt. In deze modi zijn al bepaalde waarden ingesteld voor verschillende lichtomstandigheden en bepaalde presentatiedoeleinden.
1.
Contrast: stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast.
2.
Helderheid: past de helderheid van het beeld aan. Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Hoe lager de waarde, hoe donkerder het beeld. Stel dit zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven +70 en er nog details zichtbaar zijn in de donkere 50 -30 gedeelten. Kleur: verhoogt of verlaagt de kleurintensiteit van het beeld. Hoe hoger de waarde, hoe levendiger en helderder de kleuren. Tint: stelt de kleurtonen van het beeld in. Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe paarser het beeld. Filters: zet de video- en gegevensfilters aan of uit. Filters verminderen ruis in het beeld, zodat het beeld scherper wordt. De hogere instellingen zorgen voor minder ruis. Scherpte: past de scherpte van het beeld aan. Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Voorkeuze: met de verschillende standaardmodi of voorkeuzes kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie pagina 21 voor meer informatie.
-30
3. 4. 5. 6. 7.
+70
50
Uitgebreide beeldinstellingen • Kleurtemperatuur: stelt de gewenste kleurtemperatuur in: Gebruiker 1, Gebruiker 2, Standaardtemperatuur lamp, Warm, Normaal en Koel. Zie pagina 30 voor meer informatie over het opslaan van informatie over de kleurtemperatuur onder Gebruiker 1 en 2. • Kleurverbetering Rood: stelt een waarde in voor de rode tinten. Hoe hoger de waarde, hoe groter de intensiteit van de rode kleurschakeringen in het beeld. Groen: stelt een waarde in voor de groene tinten. Hoe hoger de waarde, hoe groter de intensiteit van de groene kleurschakeringen in het beeld. Blauw: stelt een waarde in voor de blauwe tinten. Hoe hoger de waarde, hoe groter de intensiteit van de blauwe kleurschakeringen in het beeld. Geel: stelt een waarde in voor de gele tinten. Hoe hoger de waarde, hoe groter de intensiteit van de gele kleurschakeringen in het beeld. Wit: stelt een waarde in voor de witte tinten. • Favoriete kleur laden: laadt de kleur die u onder Favoriete kleur 1, 2, 3 of Standaard kleurruimte hebt ingesteld. Stel Favoriete kleur 1, 2 of 3 in via Geavanceerd > 3D-kleurbeheer. Zie pagina 30 voor informatie over het instellen van de kleurkwaliteit.
9.
Instellingen opslaan: gebruikers kunnen de instellingen opslaan in drie videogeheugens, inclusief alle items in het menu Beeld. Elke invoerbron kan maximaal 3 sets met gebruikersgeheugens opslaan. • De instellingen opslaan: i.) Pas de items in het menu Beeld naar wens aan. ii.) Selecteer Instellingen opslaan en druk op ENTER. iii.) Selecteer Naar gebruikersgeheugen 1, 2 of 3 en druk op ENTER om de instellingen op te slaan. iv.) Druk op EXIT (Afsluiten) om het schermmenu af te sluiten.
10. Instellingen laden: u kunt de standaardinstellingen laden of de instellingen van een van de drie gebruikersgeheugens. Menu's
27
Nederlands
8.
Menu Weergave Gebruik dit menu om de beeldweergave van de projector in te stellen.
1.
Beeldverhouding: u kunt kiezen uit enkele beeldverhoudingen voor de verschillende videosignalen: Zie pagina 21 voor meer informatie.
2.
PIP G in V: geeft de beelden van de grafische groep weer in de beelden van de videogroep. V in G: geeft de beelden van de videogroep weer in de beelden van de grafische groep. PIP Uit: schakelt de PIP-functie uit.
3.
PIP Master: stelt het hoofd- of subvenster in als het actieve venster, zodat er wijzigingen kunnen worden aangebracht.
4.
POP G <=> V: geeft de beelden van de grafische groep links in het scherm weer en de beelden van de videogroep rechts in het scherm. V <=> G: geeft de beelden van de videogroep links in het scherm weer en de beelden van de grafische groep rechts in het scherm. POP Uit: schakelt de POP-functie uit.
5.
POP Master: stelt het linker- of rechtervenster in als het actieve venster, zodat er wijzigingen kunnen worden aangebracht.
6.
Invoerbron: selecteert het ingangssignaal dat wordt weergegeven als het PIP- of POP-beeld. Videomodus --•
Video: composietvideosignaal
•
S-Video: S-Video-videosignaal Grafische modus ---
•
RGBHD: signaalingang DTV RGBHV
•
Component 1 en 2: componentingangen Y/CB/CR en Y/PB/PR
•
HDMI
Wanneer de PIP- of POP-functie is ingeschakeld is het onwaarschijnlijk maar mogelijk dat het beeld schokt. In dat geval is het raadzaam de ingangssignalen te veranderen. Het schokkende beeld wordt wellicht veroorzaakt door de combinatie van Y/CB/CR en Video, of Y/CB/CR en S-Video.
7.
Nederlands 28
PC & YPBPR-component afstemmen: de volgende instellingen zijn alleen beschikbaar voor signalen van de computer of RGB-signalen van een digitale televisie. • Frequentie: stelt de sampling-frequentie in van de klok die het ingangssignaal ontvangt. •
Fase: stelt de fase in van de klok.
•
H. Positie: stelt de horizontale positie van het beeld in.
•
V. Positie: stelt de verticale positie van het beeld in.
•
Auto: stelt de fase en de frequentie automatisch in.
Menu's
Menu Opties In dit menu kunt u de algemene instellingen voor de projector opslaan. 1.
Achtergrondkleur: hiermee kunt u de achtergrondkleur van het scherm instellen wanneer er geen ingangssignaal wordt ontvangen.
2.
OSD uit (sec): bepaalt hoelang het schermmenu wordt weergegeven nadat u op een knop hebt gedrukt. Het bereik is 5 tot 60 seconden.
3.
Slaaptimer (min): stelt de timer voor het automatisch uitschakelen van de projector in. U kunt de timer instellen tussen 10 minuten en 3 uur.
4.
OSD-positie H: stelt de horizontale positie van het schermmenu in.
5.
OSD-positie V: stelt de verticale positie van het schermmenu in.
6.
Instellingen herstellen: zet alle beeldinstellingen van de huidige bron terug naar de fabrieksinstellingen.
Menu Instellingen Dit menu bevat de basisinstellingen van het beeld. Taal: stelt de taal van de schermmenu's in.
2.
Spiegelen: u kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. U kunt kiezen uit vier verschillende installaties. U hebt een houder nodig als u de projector tegen het plafond wilt monteren. Neem hiervoor contact op met uw leverancier. Zie pagina 15 voor meer informatie.
3.
Grote hoogte: dit item is ontwikkeld voor gebruik van de projector in extreme omstandigheden, zoals bij hoge temperaturen of op grote hoogten. Het verdient aanbeveling Ja te selecteren wanneer u de projector gebruikt op een hoogte van meer dan 914 m of bij een temperatuur van meer dan 40 °C. Als u Ja hebt geselecteerd, wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties. Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer Ja om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
4.
Zwartniveau: het videosignaal voor grijstinten wordt gemeten in IRE-eenheden. In gebieden waar de NTSC-standaard wordt gebruikt, worden de grijstinten gemeten vanaf 7,5 IRE (zwart) t/m 100 IRE (wit). In gebieden waar de PAL-standaard of de Japanse NTSC-standaard wordt gebruikt, worden de grijstinten echter gemeten vanaf 0 IRE (zwart) t/m 100 IRE (wit). Controleer of de invoerbron is ingesteld voor 0 IRE of 7,5 IRE en selecteer de geschikte optie.
5.
Trapezium: corrigeert de trapeziumvervorming als gevolg van de projectiehoek. De vervorming kan maximaal ± 12 graden worden gecorrigeerd.
6.
Patroon: het patroon wordt weergegeven in de beeldverhouding die u hebt opgeslagen met de functie Beeldverhouding in het menu Weergave. Gebruik dit patroon wanneer u de projector installeert, zelfs als er geen ingangssignaal wordt ontvangen. Gebruik deze instelling ook om de beeldgrootte en scherpte in te stellen.
7.
Lamp • Lamptype: stelt 250 W of 200 W in als het type vermogen voor uw projectie. • Gebruiksduur van de lamp: i. Gebruiksduur van de lamp: geeft aan hoelang de lamp al is gebruikt. ii. Rest. duur lamp: geeft het percentage resterende levensduur van de lamp aan. • Timer van de lamp herstellen: zet de timer van de lamp terug op nul. Dit is alleen nodig na het vervangen van de lamp.
8.
Stoffilter • Gebruiksduur van het stoffilter: geeft aan hoelang het stoffilter al is gebruikt. • Timer van het stoffilter herstellen: zet de timer van het stoffilter terug op nul. Dit is alleen nodig na het vervangen van het stoffilter. Menu's
29
Nederlands
1.
Menu Geavanceerd 1.
Geavanceerd - Diafragma met 30 gradaties: past de contrastverhouding aan van Laag naar Hoog. Zie pagina 22 voor meer informatie.
2.
Fluistermodus: deze projector is uitgerust met een fluistermodus. Hierbij wordt slechts 23 dB aan geluid gegenereerd tijdens projecties. Dat is hetzelfde geluidsniveau als wanneer iemand in uw oor fluistert. Zelfs het normale geluidsniveau van 25 dB is uitzonderlijk te noemen. Druk herhaaldelijk op e of f op de afstandsbediening of projector om de fluistermodus in of uit te schakelen. Als de modus is ingeschakeld, is het kleurenwiel 4 keer trager en is het beeld minder helder.
3.
Randen optimaliseren: verscherpt de randen van een beeld. Met deze optie worden details in het beeld verscherpt of worden vervaagde details hersteld. Druk op e of f op de afstandsbediening of projector om de randen van een beeld te verbeteren. Hoe hoger de waarde, hoe scherper de randen.
4.
Helderheidsregeling: regelt de helderheid van de beelden. Hogere waarden bieden helderdere beelden.
5.
Witbalans beter afstemmen: past de witte kleur aan. • Info kleurtemperatuur: geeft de kleurtemperatuur weer.
Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn. •
RGB-versterking: past de rode, groene en blauwe contrastniveaus aan.
•
RGB-hoek: past de rode, groene en blauwe helderheidsniveaus aan. Kleurtemperatuur opslaan bij Gebruiker 1 en 2: i.) Open het menu Geavanceerd en selecteer Witbalans betere afstemmen > RGB-versterking en druk vervolgens op ENTER. ii.) Selecteer het gewenste item met c of d knop en pas de waarde aan met e of f. iii.) Druk op EXIT (Afsluiten) om de instellingen op te slaan en het menu af te sluiten. iv.) Herhaal stappen ii en iii om de waarden voor RGB-hoek in te stellen. v.) Selecteer “Kleurtemperatuur opslaan bij Gebruiker 1” of “Kleurtemperatuur opslaan bij Gebruiker 2” om de instellingen op te slaan. vi.) Druk op EXIT (Afsluiten) om de instellingen op te slaan en het menu af te sluiten.
De kleurtemperatuur verhogen Verhoog de waarde van Blauw effect en verlaag de waarde van Rood effect. De kleurtemperatuur verlagen Verhoog de waarde van Rood effect en verlaag de waarde van Blauw effect.
6.
Nederlands 30
3D-kleurbeheer: hier vindt u zes kleurensets (RGBCMY) die u tot uw favoriete kleuren kunt aanpassen. Selecteer elke kleur en pas de tint, intensiteit en verzadiging naar wens aan. Sla deze instellingen op onder Favoriete kleur 1, 2 of 3. De instellingen aanpassen en opslaan: i.) Open het menu Geavanceerd en selecteer 3D-kleurbeheer > Prim. kleur. ii.) Selecteer een van de kleuren (Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta) met de knop e of f. iii.) Druk op d om de menu's Intensiteit, Tint en Verzadiging te openen en stel de waarden naar wens in met de knop e of f. Elke wijziging wordt onmiddellijk op het beeld toegepast. iv.) Herhaal stappen ii en iii als u de kleuren verder wilt aanpassen. v.) Breng alle gewenste aanpassingen aan. Als u niet tevreden bent over het resultaat, selecteert u het menu Standaard kleurruimte laden en zet u alle fabrieksinstellingen terug.
Menu's
vi.) Als u wel tevreden bent, selecteert u “Opslaan in Favoriete kleur 1”, “Opslaan in Favoriete kleur 2” of “Opslaan in Favoriete kleur 3” om de instellingen op te slaan. vii.) Sluit het schermmenu af. In tegenstelling tot het menu Beeld waarin u maximaal drie gebruikersgeheugensets voor elke ingang kunt opslaan, bevat 3D-kleurbeheer alleen drie door de gebruiker te definiëren instellingen voor favoriete kleur en één systeeminstelling voor standaard kleurruimte, die niet bij een bepaalde invoer horen. U kunt een van de vier favoriete kleuren selecteren wanneer u opslaat in gebruikersgeheugen 1, 2 of 3. Als u meerdere ingangen gebruikt, kunt u een 3D-kleurschema als favoriete kleur opslaan en oproepen in elk van de drie gebruikersgeheugeninstellingen. U dient favoriete kleur 1 op te slaan in gebruikersgeheugen 1, favoriete kleur 2 in gebruikersgeheugen 2 en favoriete kleur 3 in gebruikersgeheugen 3. Wanneer u van ingang verandert, hoeft u alleen het juiste gebruikersgeheugen te selecteren dat u voor die ingang hebt gekalibreerd en opgeslagen. Om de instellingen voor favoriete kleur 1 op te roepen, selecteert u gebruikersgeheugen 1, enz., enz. Als u een enkele ingang gebruikt, kunt u een 3D-kleurschema als een favoriete kleur opslaan en oproepen in elk van de drie gebruikersgeheugeninstellingen voor maximaal drie afzonderlijke weergavescenario’s. Wanneer u van scenario verandert, hoeft u alleen maar het juiste gebruikersgeheugen te selecteren waarin u het 3Dkleurschema voor dat scenario hebt opgeslagen.
Nederlands
Menu's
31
Extra informatie Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens reinigen en het luchtfilter reinigen of vervangen. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp en het luchtfilter. Neem contact op met uw dealer of een servicecentrum van BenQ bij u in de buurt als de projector niet naar behoren werkt.
De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Voordat u de lens reinigt, schakelt u de projector uit, trekt u de stekker uit het stopcontact en wacht u enkele minuten totdat de lamp is afgekoeld. 1. Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht. (Verkrijgbaar bij leveranciers van bouwmaterialen en fotografen.) 2. Bij vuil of hardnekkige vlekken gebruikt u een speciaal borsteltje voor cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon. Raak de lens nooit aan met uw vingers en wrijf nooit met ruw materiaal over de lens. Zelfs papieren doekjes kunnen de behuizing van de lens beschadigen. Gebruik alleen een speciaal borsteltje voor cameralenzen, een doek en een reinigingsvloeistof. Reinig de lens nooit wanneer de projector is ingeschakeld of wanneer de lens nog warm is.
De projectorbehuizing reinigen Voordat u de behuizing reinigt, schakelt u de projector uit, trekt u de stekker uit het stopcontact en wacht u enkele minuten totdat de lamp is afgekoeld. 1. Verwijder vuil of stof met een zachte, droge, pluisvrije doek. 2. Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon. Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen: 1. Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Raadpleeg de pagina met specificaties of neem contact op met uw leverancier voor het bereik. 2. Schuif de verstelvoetjes in. 3. Haal de batterijen uit de afstandsbediening. 4. Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren Nederlands
Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking te vervoeren. Als u de projector zelf draagt, dient u een zachte draagtas te gebruiken.
Het stoffilter reinigen en vervangen Het stoffilter moet na een gebruiksduur van 1000 uur worden gereinigd. In het menu Instellingen > Gebruiksduur van het stoffilter kunt u nagaan hoelang het filter is gebruikt. Als het filter niet wordt gereinigd, komt er stof in en is er geen goede ventilatie meer mogelijk. Dit kan leiden tot oververhitting en storingen. Als het filter vol met stof zit, kan de projector oververhit raken. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven rechts in het scherm voordat de projector wordt uitgeschakeld.
32
Extra informatie
Installeer een nieuw filter. Na 1 min. schakelt de projector uit.
Het filter reinigen: 1.
Schakel de projector uit en wacht tot de ventilatoren zijn gestopt.
2.
Maak de onderste rand van het filterdeksel los (rechterzijde projector). Trek hiervoor voorzichtig aan de klepjes onderaan op het paneel (zoals afgebeeld).
3.
Trek het filterdeksel voorzichtig verticaal naar boven weg van de projector om het te verwijderen.
4.
Trek de klep van het stoffilter weg van de projector om het rooster te verwijderen.
5.
Gebruik een klein stofzuigertje (speciaal voor 6. computers en andere kantoorartikelen) of een zachte borstel (zoals een schoon penseel) om het stof op te zuigen of weg te vegen.
Indien het stof moeilijk te verwijderen is of het filter is gebroken, dient u het filter te vervangen. Schakel de projector weer in. 8. • Als het rooster niet correct wordt geplaatst, wordt er om de drie minuten een waarschuwingsbericht weergegeven op het scherm totdat u op de knop MENU/EXIT (Menu/Afsluiten) op de projector of op de knop EXIT (Afsluiten) op de afstandsbediening drukt. Controleer of het filter juist is bevestigd. • Als er niets wordt gedaan, schakelt de projector automatisch uit na enkele minuten. Plaats het filter in de juiste positie terug en klik het goed vast. Schakel vervolgens de projector opnieuw in.
Plaats het filterrooster in de juiste positie terug en klik het vast.
•
7.
Extra informatie
Nederlands
Ga naar Instellingen > Timer van het stoffilter herstellen om de timer van het filter terug op nul te zetten. Zie pagina 29 voor meer informatie.
33
Het deksel voor het paneel met aansluitingen en kabels installeren Met het deksel voor het paneel met aansluitingen en kabels verbergt u de onooglijke kabels en aansluitingen aan de achterzijde van de projector. Belangrijke opmerking: de volgende instructies zijn alleen van toepassing op projectoren die op de vloer of op een bereikbare plaats worden geïnstalleerd. Als u de projector tegen het plafond of op een onbereikbare plaats installeert, moet u het deksel door een bevoegde technicus laten bevestigen of verwijderen.
Het deksel installeren:
Nederlands 34
1.
Herhaal stap 1 t/m 3 onder "Het filter reinigen:". Zie pagina 33 voor meer informatie.
2.
Plaats een zacht item op het bureaublad onder de projector. Keer de projector om, zodat u de schroeven kunt zien waarmee het deksel achteraan aan de projector is bevestigd. Draai de schroeven los.
3.
Keer de projector weer om. Verwijder het deksel.
4.
Stop de aangesloten kabels in de inkepingen van het deksel voor het paneel met aansluitingen en kabels en klik het deksel goed vast.
5.
Keer de projector opnieuw om. Draai de schroeven 6. van het deksel vast, zodat het stevig tegen de projector zit.
7.
Het deksel zit nu op zijn plaats.
Extra informatie
Plaats het filterdeksel.
De lamp vervangen De lamp kan heet zijn. Laat de projector gedurende ten minste 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale regelgeving.
1.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker van 2. de projector uit het stopcontact. Schakel alle aangesloten apparatuur uit en maak alle andere kabels los.
Til de projector op. Draai de schroeven van het lampdeksel los (aan de linkerzijde).
3.
Verwijder het deksel van de lamp.
4.
Draai de schroef los waarmee de lamp aan de projector is bevestigd. Wanneer de schroeven niet volledig los zijn gedraaid, kunt u uw handen eraan verwonden. Het wordt ten zeerste aanbevolen een schroevendraaier met een magnetische kop te gebruiken, zodat u de schroef niet verliest wanneer deze loskomt.
5.
Trek de lamp langzaam uit de projector.
6.
Plaats de nieuwe lamp. Druk de lamp helemaal en stevig op zijn plaats.
7.
Draai de schroeven van de kast goed vast.
Draai de schroeven niet te vast aan. Losse schroeven kunnen tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
8.
Plaats het lampdeksel opnieuw.
9.
Draai de schroeven van het deksel goed vast.
Nederlands
Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat uit elkaar is gespat. Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen, warmtebronnen en ontvlambare materialen. Steek uw hand niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. Wanneer u de optische onderdelen binnen in de behuizing aanraakt, kan het beeld onscherp worden.
10. Zet de projector aan en ga naar Instellingen > Lamp > Timer van de lamp herstellen om de timer van de lamp terug op nul te zetten. Zet de timer niet op nul als de lamp niet is vervangen, omdat dit schade kan veroorzaken. Extra informatie
35
Lampjes Drie lampjes geven de status van de projector aan. Controleer de volgende tabellen voor informatie over de lampjes. In geval van problemen zet u de projector uit en neemt u contact op met leverancier.
De projector werkt normaal... POWER
TEMP
LAMP
Oranje Knippert oranje Groen
STATUS
OPMERKING
Stand-by De projector wordt ingeschakeld.
Uit
Uit
Knippert groen
U kunt de projector niet uitschakelen.
De projector werkt normaal. (1) De projector dient 110 seconden af te koelen omdat deze zonder het afkoelproces is afgesloten. Of U kunt de projector niet inschakelen. (2) De projector dient 110 seconden af te koelen nadat de stroom is uitgeschakeld.
De projector werkt niet normaal... POWER
TEMP
LAMP
STATUS
OPMERKING
Oranje
Uit
Rood
(1) De lamp is langer dan aanbevolen gebruikt. Of (2) De lamp is niet correct geplaatst of is beschadigd.
Oplossing:
Oranje
Rood
Uit
Het stoffilter zit vol stof. De projector wordt uitgeschakeld.
Oplossing:
• Installeer een nieuwe lamp. • Neem contact op met uw leverancier voor hulp. • Installeer een nieuw filter. Oplossing:
• Zorg dat de ventilatieroosters niet zijn geblokkeerd. • Plaats de projector in een • De luchtafzuiging of -aanzuiging andere ruimte. is geblokkeerd. • Gebruik de projector pas als de • De projector staat wellicht in een omgevingstemperatuur de slecht geventileerde ruimte. aanbevolen waarde heeft • De omgevingstemperatuur kan bereikt. De maximale te hoog zijn. omgevingstemperatuur bedraagt 40 °C. De binnentemperatuur is te hoog opgelopen.
Oranje
Rood
Uit
Oplossing:
Nederlands
Oranje
36
Knippert rood
Extra informatie
Knippert rood
De ventilatoren werken niet.
• Controleer of de stroomvoorziening stabiel verloopt. • Controleer of er een voorwerp vastzit tussen de ventilatoren. • Neem contact op met de leverancier.
Probleemoplossing Probleem
Oorzaak Het netsnoer levert geen stroom.
U kunt de projector niet inschakelen.
Geen beeld.
Het beeld is niet stabiel. Het beeld is vaag.
De afstandsbediening werkt niet.
De hoofdschakelaar staat niet aan. De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Het deksel van de lamp zit niet goed vast. De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten. De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron. Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De kabels zijn niet goed aangesloten op de projector of de signaalbron. De projectielens is niet correct scherpgesteld. De projector en het scherm staan scheef. De batterijen zijn leeg. Er bevindt zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de projector. U bevindt zich te ver van de projector.
Oplossing Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting aan de achterzijde van de projector en het andere in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). (Zie pagina 20) Zet de hoofdschakelaar aan. (Zie pagina 20) Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Plaats het deksel van de lamp correct. (Zie pagina 35) Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten. (Zie pagina 18) Controleer de aansluiting. (Zie pagina 18) Selecteer het correcte ingangssignaal met de bronknoppen op de afstandsbediening of met de knop SOURCE/ENTER (Bron/Enter) op de projector. (Zie pagina 20) Sluit de kabels correct aan op de geschikte aansluitingen. (Zie pagina 18) Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring. (Zie pagina 21) Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte aan, indien nodig. (Zie pagina 20) Vervang de batterijen. (Zie pagina 9) Verwijder het voorwerp. (Zie pagina 14) Ga niet verder dan 8 meter van de projector staan. (Zie pagina 14)
Nederlands
Extra informatie
37
Specificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties Projectiesysteem DMD-chip Lens Grootte projectiescherm Lamp
DLPTM-systeem met één chip 0,8-inch DLP (1280 x 720) 1,35x-zoom 0,6 m tot 7,6 m 250 W
Elektrische specificaties Videosignaal Gegevenssignaal
Max. aantal kleuren
NTSC / NTSC4.43 / PAL-M / PAL-N / SECAM / DTV WXGA, XGA, SVGA, VGA, VESA, Macintosh® 16/13 inch en 21/19 inch (met geavanceerde intelligente compressietechnologie), compatibel met HDTV (1080i, 720p, 576p, 576i, 480p, 480i) 16.770.000 kleuren (volledige kleurweergave)
Aansluitingen Ingang Uitgang
Video, S-Video, Component (Y/ CB/ CR, Y/ PB/ PR) RS-232C, RGBHV, HDMI 12 V DC
Algemene kenmerken Gewicht Voeding Stroomverbruik Bedrijfstemperatuur Bedrijfsvochtigheid Bedrijfshoogte Opslagtemperatuur Opslagvochtigheid
9,5 kg 100 - 240 V AC; 4,0 A; 50/60 Hz (automatisch) Max. 320 W 0 °C - 40 °C op zeeniveau 10% - 90% (zonder condens) 1829 m bij 30 °C, 1829 - 3048 m bij max. 23 °C -10 °C tot 60 °C 10% - 90%
Afmetingen 492 x 195 x 444 mm (B x H x D) met deksel voor paneel met aansluitingen en kabels 492 x 195 x 393 mm (B x H x D) zonder deksel voor paneel met aansluitingen en kabels
Nederlands
492 444
Eenheid: mm
38
Extra informatie
393 195