1 W1300 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding2 Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies... 3 Kenmerken van de projector...
W1300 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies.... 3 Kenmerken van de projector ....................... 7 Inhoud van de verpakking .......................8 Buitenkant van de projector...................9 Bedieningselementen en functies.........11
De projector positioneren................ 16 Een locatie kiezen ...................................16 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen....................................17 De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen ........17 De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen ......................................................17 De projectielens verplaatsen................21
Aansluitingen.............. 22 HDMI-aansluiting.....................................22 Component video aansluiting...............23 Video-aansluiting .....................................24 Verbinding computer/pc........................25 Videobronapparaten aansluiten ...........26 Geluid via de projector weergeven.................................................27
Bediening .................... 28 De projector opstarten .........................28 Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................................29 De menu's gebruiken .............................31 De projector beveiligen.........................32
2
Inhoudsopgave
De wachtwoordfunctie gebruiken...... 32 Schakelen tussen ingangssignalen ........ 35 De vooraf ingestelde en de gebruikermodi gebruiken...................... 36 Besturingselementen voor geavanceerde beeldkwaliteit ................ 39 Het geluid aanpassen ............................. 42 De beeldverhouding selecteren .......... 43 Vergroten en details zoeken................ 45 Functie 3D gebruiken ............................ 45 Het weergavemenu van de projector aanpassen............................... 45 Gebruik op grote hoogte ..................... 46 Besturingstoetsen blokkeren ............... 46 Het beeld verbergen.............................. 47 Het beeld stilzetten................................ 47 De projector uitschakelen.................... 47 Menubediening ........................................ 48
Onderhoud ................. 58 Onderhoud van de projector .............. 58 Informatie over de lamp ....................... 59
Informatie over garantie en auteursrechten ........... 73
Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies 1.
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2.
Kijk tijdens het gebruik niet direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3.
Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4.
Zorg er altijd voor dat de lenssluiter is geopend of dat de lensdop is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
5.
In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar de netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Druk op Welkom op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
Veiligheidsinstructies (vervolg) 7.
De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8.
Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9.
4
10.
Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
11.
Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft. U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12.
Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies (vervolg) 13.
Plaats de projector niet in de volgende 14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet. - Plaats deze projector niet op een deken, omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector. - Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen. - Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
15. - Plaatsen in de buurt van een brandalarm. - Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F. - Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
3.000 m (10.000 voet)
0m (0 voet)
16.
Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5
Veiligheidsinstructies (vervolg) 17.
Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18.
Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
19.
Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en controleer of de projector stevig vastzit.
6
Belangrijke veiligheidsinstructies
Montage van de projector op het plafond Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken. Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Als u een kit voor plafondmontage gebruikt van een ander merk dan BenQ, bestaat een veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen door een onjuiste montage als gevolg van het gebruik van de verkeerde maat of lengte schroeven. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQprojectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensingtonslot op de projector en aan de houder. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen. Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Kenmerken van de projector •
•
• •
•
•
•
• • • •
•
• •
Ondersteunt Full HD De projector ondersteunt de indelingen Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition television (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i/p 60Hz, waarbij de indeling 1080p een echte 1:1 beeldreproductie biedt. Hoge kwaliteit De projector levert een uitstekende beeldkwaliteit door zijn hoge resolutie, uitstekende helderheid voor het thuistheater, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van de grijswaarden. Grote helderheid De projector levert een superhoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij het aanwezige omgevingslicht, waarbij hij beter presteert dan gewone projectoren. Levendige kleurenreproductie De projector is voorzien van een kleurenwiell met 6 segmenten voor de reproductie van een realistische kleurendiepte en bereik dat onhaalbaar is met beperkter kleurenwielen. Rijke grijswaarden Bij het kijken in een verduisterde omgeving levert de automatische gammacontrole een uitstekende weergave van grijswaarden die details laat zien in schaduwen en in nachtelijke of donkere scènes. Grote keuze aan ingangen en video-indelingen De projector ondersteunt een verscheidenheid aaningangen voor aansluiting op uw video- en pc-apparatuur, waaronder component video, S-Video, en composiet video, evenals dubbel HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en omgevingslichtsystemen. ISF-gecertificeerde kalibratiebesturing Om een hogere prestatiestandaard te behalen, bevat de projector instellingen voor de modi ISF NIGHT en ISF DAY in de schermmenu's. Hiervoor is een professionele kalibratie door geautoriseerde ISF-installateurs vereist. 3D-functie Om op een realistischer manier te genieten van 3D-films, video's en sportevenementen door de diepte van het beeld via HDMI te presenteren. Ingebouwde luidspreker(s) Ingebouwde luidspreker(s) die ook gemixte mono-audio levert wanneer een audioingang is aangesloten. Intuitieve lensverplaatsing De intuitieve bediening van de hendel voor lensverplaatsing biedt flexibiliteit bij het opzetten van de projector. SmartEco De SmartEco™-technologie bespaart tot 70 % op het energiegebruik van de lamp, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is geselecteerd. SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een neiuwe manier van bedienen van het projectielampsysteem en bespaart lampenergie afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud. De langste levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energiegebruikt en verlengt de levensduur van de lamp. ECO BLANK spaart het lampvermogen. Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen.
Kenmerken van de projector
7
Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen. *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie. Europa sku heeft standaard geen VGA-kabel als accessoire. W1300
Lampdeksel Projectielens Snelontgrendelingsknop Extern besturingspaneel (Zie"Projector" op pagina 11 voor details.) IR-sensor afstandsbediening bovenkant Lensverschuiving Focusring en zoomring Luidspreker Ventilatiegleuven (invoer koele lucht) IR-sensor afstandsbediening voorkant Lenskap en snoer HDMI 1 ingang HDMI 2 ingang USB Mini B ingang COMPUTER Pc-signaalingangen RS-232-besturingspoort COMPONENT ingangen Sleuf voor Kensingtonantidiefstalslot Achterste verstelvoetje VIDEO ingang AUDIO ingang (R) AUDIO ingang (L) AUDIO ingang AUDIO uitgang Snelverstellerknop 12 V TRIGGER uitgang Aansluiting netsnoer
Kenmerken van de projector
9
28. 29. 30.
Onderkant 28
30
10
29
28
28
Kenmerken van de projector
30
Gaten voor plafondmontage Instelbare voet aan voorzijde Achterste verstelvoetje
Bedieningselementen en functies Projector 8.
1 2
4
8 9 10
5
11
3
6 7
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.
12 13 14 15
10.
FOCUS/ZOOM ring Hiermee wordt het uiterlijk van het geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" 11. op pagina 30 voor details. LENS SHIFT aanpassing Wordt gebruikt om de projector hoger of lager in te stellen. Zie "De projectielens verplaatsen" op pagina 21 voor details. POWER (Power-lampje) Licht op of knippert als de projector wordt 12. gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 64 voor details. MENU/EXIT Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. Links/ Volumeniveau verlagen 13. Verlaagt het volume. Zie "Het volume regelen" op pagina 42 voor details. POWER Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 28 14. en "De projector uitschakelen" op pagina 47 voor details. ECO BLANK Hiermee kunt u de schermafbeelding 15. verbergen.
TEMPeratuurindicatorlichtje Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicators" op pagina 64 voor details. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog) Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details. LAMP-indicatorlichtje Geeft de status van de lamp aan. Licht op of knippert wanneer er een probleem is met de lamp. Zie "Indicators" op pagina 64 voor details. AUTO Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 29 voor details. Rechts/ Volumeniveau verhogen Verhoogt het volume. Zie "Het volume regelen" op pagina 42 voor details. Als het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen 5, 9, 12 en 15 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. MODE/ENTER Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee opent u het geselecteerde menu-item in het schermmenu (OSD). Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. SOURCE Geeft de bronselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog) Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details.
Kenmerken van de projector
11
Afstandsbediening 6.
1 2 3 4 19 20 21 22 23
8
24
9
7.
25
10
26
11
27
12
28
13
29
14
30
15
31
16
32
17
/
)
: Navigeert en verandert instellingen in de OSD. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details.
18
5 6 7
Pijltje omhoog/Keystone (
8.
: Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details. MENU/ EXIT MENU: Hiermee schakelt u het OSDmenu in. EXIT: Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menuinstellingen op. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. Pijltje naar links/Volumeniveau
33
verlagen (
34
/
)
: Navigeert en verandert instellingen in de OSD. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. : Verlaagt het volume. ECO BLANK Verbergt het beeld op het scherm. 10. Pijltje omlaag/Keystone ( / ) 9.
1.
IR-zender Stuurt een signaal naar de projector.
2.
POWER OFF Schakel de projector uit. Zie "De projector uitschakelen" op pagina 47 voor details.
3.
4.
5.
12
POWER AAN Schakelt de projector in. Zie "De projector opstarten" op pagina 28 voor details. HDMI 1 Toont de bronkeuze voor HDMI 1. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details. HDMI 2 Toont de bronkeuze voor HDMI 2. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details.
Kenmerken van de projector
: Navigeert en verandert instellingen in de OSD. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. : Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details. 11. ASPECT Selecteer de weergaveverhoudingen. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 43 voor details. 12. USER 1/ User 2/ User 3 Selecteer de User-geheugeninstellingen. Opmerking: Gebruikersmodus 3 wordt niet ondersteund voor dit model.
13. CONTRAST Toont de instellingbalk CONTRAST. Zie "Aanpassen van het Contrast" op pagina 38 voor details. 14. COLOR Toont de instellingbalk KLEUR. Zie "Aanpassen van de Kleur" op pagina 38 voor details. 15. COLOR TEMP Toont de instellingbalk Kleurtemperatuur. Zie "Een Kleurtemperatuur selecteren." op pagina 39 voor details. 16. FINE TUNE Toont de instellingbalk Kleurtemperatuur fijn afstemmen. Zie "Een kleurtemperatuur naar wens instellen" op pagina 40 voor details. 17. MUTE dempt de ingebouwde luidspreker. 18. LIGHT Schakelt de verlichting van de afstandsbediening gedurende ongeveer 10 seconden in of uit. Door op een andere toets te drukken terwijl de verlichting is ingeschakeld, blijft deze nogmaals 10 seconden aan. 19. PC Toont de bronkeuze voor PC. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details. 20. COMP Toont de bronkeuze voor COMPONENT. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details. 21. VIDEO Toont de bronkeuze voor VIDEO. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 35 voor details. 22. AUTO Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. 23. MODE/ ENTER MODE: selecteer een geschikte ingestelde modus voor de gebruiksomgeving. ENTER: enter-toets voor het OSD-menu.
24. Pijltje naar rechts/Volumeniveau verhogen (
/
)
: Navigeert en verandert instellingen in de OSD. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31 voor details. : Verhoogt het volume. 25. SOURCE Geeft de bronselectiebalk weer. 26. PIP Schakelt de functie PIP in. Gebruik de toetsen / / / om de positie van het PIP-venster aan te passen 27. SRS Schakelt de SRS (Sound Retrieval System) surround sound effecten in of uit. 28. BRIGHT Toont de instellingbalk Helderheid. Zie "Aanpassen van de Helderheid" op pagina 38 voor details. 29. SHARP Toont de instellingbalk Scherpte. Zie "Aanpassen van de Scherpte" op pagina 38 voor details. 30. TINT Toont de instellingbalk Tint. Zie "Aanpassen van de Tint" op pagina 38 voor details. 31. INVERT Stel 3D Sync omkeren in op Uitschakelen of Omkeren. 32. 3D Toont de instellingbalk 3D. 33. TEST Geeft het testpatroon weer. 34. FREEZE Bevriest/ontdooit het beeld op het scherm. Zie "Het beeld stilzetten" op pagina 47 voor details.
Kenmerken van de projector
13
Bereik van de afstandsbediening De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening bevindt zich aan de boven- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 60 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
On ge
v ee
r
v ee
r
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
On ge
14
Kenmerken van de projector
De batterij van de afstandsbediening vervangen 1.
Verwijder het deksel van het batterijvak door het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
2.
Plaats de meegeleverde batterijen en let op de polariteit (+/-) zoals hier is afgebeeld.
3.
Plaats het deksel terug.
•
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
•
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
•
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Kenmerken van de projector
15
De projector positioneren Een locatie kiezen De projector kan op de volgende vier molgelijke locaties worden geïnstalleerd: De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. 1. Voorzijde Selecteer deze instelling met de projector op een tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Achterkant Selecteer deze instelling met de projector op een tafel achter het scherm geplaatst. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist. *Stel Achterkant in nadat u de projector hebt ingeschakeld.
3. Plafond voorkant Selecteer deze instelling als u de projector ondersteboven aan het plafond en voor het scherm installeert.
4. Plafond achter Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven aan het plafond en achter het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de plafondmontageset van BenQ vereist.
*Stel Plafond voorkant in nadat u de projector hebt ingeschakeld.
*Stel Plafond achter in nadat u de projector hebt ingeschakeld.
* Zo stelt u de positie van de projector in: 1. 2.
16
Druk op MENU/EXIT op de projector of de afstandsbediening en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL: Basis wordt gemarkeerd. Druk op / om Projectorpositie te markeren en druk op / tot de juiste positie is geselecteerd.
De projector positioneren
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). De projector moet ondersteboven tegen het plafond worden geïnstalleerd, zodat het beeld in een hoek licht omlaag wordt geprojecteerd. Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale verschuiving verhoogt verhoudingsgewijs. Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het scherm.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1.
2.
Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de linkerkolommen genaamd "Schermafmetingen" op pagina 19. In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gem" op pagina 19. Dit is de projectieafstand. Bepaal de juiste positie van uw projector volgens de positie van het scherm en het instelbare lensverplaatsingsbereik.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken. De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte. 1. 2.
3.
Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand. Zie de tabel en zoek de best overeenkomende afmetingen op in de kolom voor de gemiddelde afstand van het scherm met het label "Gem" op pagina 19. Controleer of de gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand valt die aan beide zijden van de gemiddelde afstandswaarde worden aangegeven. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
De projector positioneren
17
Bijvoorbeeld, Als het scherm een verhouding van 16:9 heeft en uw gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 5 m (5000 mm) is, is 5008 in de kolom "Gem" op pagina 19 de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 130" scherm vereist is. Door de minimum projectieafstand te controleren in de kolommen van "Projectieafstand [mm]" op pagina 19 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 5000 mm ook past op de schermen van 110 en 160 inch. De projector kan worden ingesteld (met de zoom-bediening) om op de projectie-afstand weer te geven op deze verschillende schermmaten. Houd er rekening mee dat deze verschillende schermen ook verschillende verticale offset-waarden hebben. Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details.
18
De projector positioneren
Projectie-afmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 67 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent. Plafondinstallatie