Patriarchen van de Oosterse Kerken vragen om hulp tegen het geweld van religieus extremisme. 18 augustus 2014 Hoge vertegenwoordigers van oude Christelijke Kerken in het Nabije Oosten hebben een gezamenlijke verklaring uitgegeven, waarin zij de opkomst van gewapende extremistische groepen veroordelen, die ‘moorden en de heilige natuur van de kerken beschadigen en vernielen ’ en ook andere gemeenschappen in het Midden-Oosten lijden onder deze groepen. De kerkleiders doen een beroep op de internationale gemeenschap om via actie van de VN-veiligheidsraad en het Internationale Gerechtshof de rechten en huizen van de burgers te herstellen en een terugkeer te garanderen naar het land dat van hen is afgepakt. De verklaring omschrijft religieus extremisme als ‘een ziekte’, die de fundamenten van het interreligieuze samenleven in deze regio aanvalt en de ondertekenaars van de verklaring roepen regeringen, die nu de terroristische groeperingen bevoorraden, op om alle financiële en materiële ondersteuning stop te zetten. “Zusterkerken” in de hele wereld wordt gevraagd om ‘solidariteit te tonen’ met de smeekbedes en gebeden van Christenen in het Midden-Oosten, die geconfronteerd worden met wijdverbreide vervolgingen en waarbij gevraagd wordt om een voortzetting van efficiënt hulpwerk. De kerkleiders hebben het in hun korte analyse van de situatie over delen van Mosul en de Ninevévallei in Irak, delen van Syrië en Libanon en ook over Gaza. Vertegenwoordigers van de kerken kwamen op 7 april bij elkaar in Libanon op uitnodiging van de Maronitische Patriarch, kardinaal Bishara Butros al Rai. Onder de mensen, die gehoor gaven aan de uitnodiging waren: De Armeens-apostolisch-orthodoxe Catholicos Aram I van Cilicia, een voormalig moderator van de Wereldraad van Kerken (WCC); Grieks-katholieke Patriarch Gregorius Lahham III van Antiochië en heel het Oosten, Alexandrië en Jeruzalem; Grieks-orthodoxe Patriarch Yuhanna Al Yazajee X van Antiochië en heel het Oosten (een lid van de Wereldraad van Kerken); Armeenskatholieke Catholicos en Patriarch Narcis Bedros XIX van Cilicia; Syrisch-katholieke Patriarch Mar Aghnatios Yousel Younan III van Antiochië; Assyrisch-orthodoxe Patriarch Aghnatios Afram II van Antiochië (een lid van de Wereldraad van Kerken); een vertegenwoordiger van de Chaldese Patriarch Louis Raphael Sakko I van Babel en Bisschop Shlimon Wardouni, de Chaldese Patriarchaal Vicaris.
Patriarchen van het Oosten – “Religieus extremisme is een grote bedreiging voor de regio en heel de wereld” 14 augustus 2014 In het hart van het Midden-Oosten, dat gedrenkt is in bloed, hebben de Patriarchen van het Oosten een persverklaring gepubliceerd, die de conflicten en het geweld, die de hele regio overstromen, veroordeelt en dan vooral de vervolging van onschuldigen en Christenen. Het religieuze fundamentalisme en zij die dit voeden door de financiering van de gewapende bewegingen worden unaniem veroordeeld, omdat zij de balans en stabiliteit van de regio aantasten. De Patriarchen sturen daarom een dringend pleidooi aan de internationale gemeenschap. Op uitnodiging van zijne Zaligheid en Eminentie kardinaal Bishara Butros al Rai, Maronitisch Patriarch van Antiochië en het hele Oosten, kwamen zijne Zaligheden de Patriarchen van de Oosterse Kerken op 7 augustus 2014 bijeen in het patriarchale paleis van Dymane. Onder de deelnemers waren : - Catholicos Aram Kshishian I, Catholicos van Beit Kilika voor de Armeens-orthodoxen ; - Patriarch Gregorius Lahham III, Patriarch van Antiochië en het Oosten, Alexandrië en Jeruzalem voor de Grieks-katholieken ; - Patriarch Yuhanna Al Yazajee X, Patriarch van Antiochië en van het Oosten voor de Grieksorthodoxen ; - Patriarch Mar Aghnatios Yousef Younan III, Patriarch van Antiochië voor de Syriërs ; - Patriarch Mar Aghnatios Afram II, Patriarch van Antiochië en van het Oosten voor de Assyrischorthodoxen ; - Patriarch Narcis Bedros XIX, Catholicos en Patriarch van Cilicia voor de Armeens-katholieken ; - De vertegenwoordiger van Patriarch Louis Raphael Sakko I, Patriarch van Babel voor de Chaldeërs ; en Bisschop Shlimon Wardouni, Patriarchaal Vicaris. De kerkleiders hebben hun afschuw uitgesproken over de ongehoorde en verschrikkelijke incidenten, die plaatshebben in de regio, door oorlogen en onderlinge gevechten in Irak en Syrië; over het religieus fundamentalisme dat de sociale verbanden en de eenheid in onze landen aantast; over de opkomst van gewapende fundamentalistische groepen en Takfiri’s, die moorden, en de heilige natuur van onze kerken beschadigen en vernielen door het verbranden van hun manuscripten en erfgoed; over de buitenlandse huurlingen, die vechten aan de kant van de mensen die burgers en hun waardigheid aanvallen. De prelaten voelen zich diep gekwetst door de tragedies, die hun Palestijnse broeders in Gaza zijn overkomen, als gevolg van de arbitraire luchtaanvallen door Israël, zonder enig menselijk medeleven, met onschuldigen als doel en waarbij alle wettelijke principes werden geschonden. Zij worden ook gekweld door de bloedige incidenten, die plaats hebben gehad in Arsal in Libanon, waar buitenlandse terroristische groeperingen het Libanese leger en de
binnenlandse veiligheidsdiensten hebben aangevallen, waarbij verschillende soldaten zijn gedood en vele anderen zijn gegijzeld. De gewapende groeperingen hebben de inwoners van de stad belegerd en hen gebruikt als menselijk schild, waarbij hen werd opgedragen om hun huizen te evacueren. De kerkleiders hebben deze verschrikkelijke gebeurtenissen van alle kanten bekeken en zij hebben de gevaren, die alle bewoners van de regio zonder enige uitzondering bedreigen, overwogen. Het sectarisme heeft een dekmantel gevonden, zoals nog nooit is gezien in de geschiedenis en de effecten, die deze conflicten achterlaten bij de mensen in de regio die leven te midden van deze opschudding, inclusief onze kinderen, de Christenen, zijn groot. De kerkleiders geloven in de rol van de Staat in het beschermen van deze personen en hun bezit, maar de situatie is op een punt gekomen waarbij de mensen zich genoodzaakt zien om het land van hun vaders en voorvaders te verlaten, zonder enige geldige reden. Vanuit al deze overwegingen hebben de kerkleiders aan het eind van hun ontmoeting de onderstaande verklaring gepubliceerd: I. Verdrijving van Christenen uit Mosul en de Ninevévallei 1. De verdrijving van Christenen uit de stad Mosul en uit andere steden in de Ninevévallei kan niet worden gezien als een gewone noodsituatie, die als zodanig in de geschiedenis van oorlogen en conflicten vaker te zien is. Het kan ook niet worden gezien als een vrijwillige immigratie, waarbij de mensen uit angst tijdelijk een veilig heenkomen zoeken om de dood te ontlopen. Dit is het gevolg van een besluit van IS en andere Jihadistische groeperingen, die de mensen dwong hun land te verlaten, vanwege hun religieuze gevoel en gehechtheid aan hun religie – dit staat haaks op het internationale recht. Dit schadelijke besluit, dat genomen is door mensen uit naam van de Islam, is een nieuwe ramp die de Arabische-Moslim regio en het samenleven van haar bewoners treft. Na deze verdrijving hebben de gewapende groeperingen alle bezittingen geroofd. Het is een schaamteloze actie van racisme, waarmee mensen worden verworpen en de internationale gemeenschap openlijk wordt veroordeeld. 2. Dit alarmerende fenomeen treft zwaar de religieuze, culturele en menselijke waarden, welke we door de eeuwen heen hebben opgebouwd, namelijk een rijke erfenis van samenleven van Christenen en Moslims. Wij veroordelen en verwerpen met kracht de verdrijving van onze Christelijke kinderen uit Mosul en van naburige steden en dorpen in de Ninevévallei. Deze waren inderdaad een model van Islamitisch-Christelijk samenleven, zoals in zoveel andere antieke Arabische steden. Wij luiden de noodklok en vragen iedereen om deze veroordeling te onderschrijven en deze vraag komt ook van de Moslims, die delen in hetzelfde lot als wij en hun doel is om initiatieven te ontplooien die een einde maken aan deze situatie, die afwijkt van de regels van het normale leven, die worden gegeven in de Islam. Het is spijtig dat de Moslim, Arabische en internationale posities zo zwak, voorzichtig en afwezig zijn, want zij neutraliseren niet het gevaar van zo’n fenomeen, waarvan de gevolgen zo dramatisch zijn voor de historische en demografische diversiteit van de mensen in deze regio. Nu zichtbaar wordt dat de situatie steeds alarmerender is, dringen bepaalde Europese landen erop aan dat Christenen emigreren, om ze te beschermen tegen mensenmoorden en terrorisme. Wij veroordelen en verwerpen dit krachtig, omdat wij gehecht blijven aan onze missie in het Oosten en deze is kostbaar voor iedereen. De internationale familie, via de Veiligheidsraad, zou een krachtig
besluit moeten nemen, zodat het land zo snel mogelijk aan de eigenaars wordt teruggegeven. We vragen niet zomaar iemand om bescherming, maar we zien het als een plicht: wij menen dat het de plicht is van internationale lichamen om hun geloofwaardigheid in stand te houden en iedere grove, demografische verandering te voorkomen, voor ons en voor andere religies. Wij roepen alle regeringen en landen, die terroristische groeperingen ondersteunen, bewapenen of financieren, direct of indirect, ertoe op om hiermee te stoppen. Religieus extremisme, het maakt niet uit waar het vandaan komt, zal iedereen schaden die daaraan toegeeft en degene die daar niet tegenin gaat negatief raken. De gedwongen verdrijving van Christenen uit hun huizen, de inbeslagname van hun bezittingen, het doden van ongewapende burgers, de aanslagen op religieuze minderheden, kerken en samenkomstplaatsen in Mosul, Sadad, Maaloula, Kassab en op andere plaatsen is zeker een misdaad tegen de mensheid en een schending van de mensenrechten en het internationale recht van mensen. De gevolgmachtigde zaakwaarnemer van het Internationale Gerechtshof zou een tegenonderzoek moeten instellen om de burgers terug te brengen naar hun huizen en hun bezittingen en rechten te herstellen. II. Het Syrische conflict 3. De bloedige gebeurtenissen in Syrië zijn geworden tot een waanzinnige oorlog, die leidt tot steeds meer vernietiging, dood en vluchtelingen. De Patriarchen veroordelen al deze gebeurtenissen en roepen de partijen en de staten, die hen van wapens voorzien, op om een eind te maken aan dit bloedvergieten en een vredevolle oplossing te zoeken ter wille van recht, algemene en duurzame vrede, met de mogelijkheid dat de gevluchte Syriërs terugkeren naar hun huizen en hun land, zodat deze onschuldigen gered worden uit de ellende waarin ze nu leven en bevrijd worden uit elk politieke, religieuze of terroristische misbruik. 4. Na ruim een jaar en drie maanden kijken we nog steeds, vanuit ons Christelijk geloof, uit naar de terugkeer van onze broeders, de bisschoppen Boulos Yazigi en Youhanna Ibrahim, die sinds 22 april 2013 zijn ontvoerd. We benadrukken het feit dat de reactie van de internationale gemeenschap is uitgebleven. Uiteraard zijn wij dankbaar voor alle medeleven en veroordelingen, maar tegelijkertijd zijn we verbaasd over de onverschilligheid ten opzichte van deze zaak. Daarom doen we een beroep op de hele wereld, in het Oosten en het Westen, om de woorden om te zetten in daden, zodat wij de onmiddellijke vrijlating van de twee ontvoerde bisschoppen kunnen begroeten. III. De gebeurtenissen in Gaza 5. De gebeurtenissen in Gaza raken de Patriarchen diep, want op dit moment betalen, als gevolg van de grove Israëlische luchtaanvallen, de Palestijnen de prijs met hun levens, huizen en instellingen. Zij vragen om een eind aan de agressie, de terugtrekking van de Israëlische strijdkrachten uit Gaza, het opheffen van de blokkade van Gaza en haar inwoners, de vrijlating van gevangenen en een eind aan de gevechten, waardoor in de laatste drie weken bijna tweeduizend Palestijnen gedood zijn. Dit staat gelijk aan een misdaad tegen de mensheid. De patriarchen roepen op tot internationaal recht om de
Palestijnse zaak volledig op te lossen, waarbij een Palestijnse Staat met Jeruzalem als hoofdstad op basis van de twee-staten oplossing wordt goedgekeurd, de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun thuisland en de terugtrekking van de Israëlische strijdkrachten uit bezet Arabisch gebied in Palestina, Syrië en Libanon. IV. De gebeurtenissen in Arsal 6. De gebeurtenissen in Arsal hebben de Patriarchen zeer diep geraakt, omdat zware aanslagen uitgevoerd door buitenlandse terroristische groeperingen misbruik hebben gemaakt van de situatie in de stad en Syrische vluchtelingenkampen. Zij lijken de inleiding op een wijdverbreid terroristisch plan. De Patriarchen zijn de Goddelijke voorzienigheid dankbaar, die dit land, dat iedereen zo dierbaar is, beschermd heeft, maar ook de gewapende Libanese strijdkrachten, die met deze aanvallen geconfronteerd werden en hard hebben gewerkt om burgers uit deze pijnlijke situatie te redden, ondanks de verliezen van mensenlevens. De Patriarchen geven hun volledige steun aan de gewapende strijdkrachten en de Libanese veiligheidsdiensten en bidden voor hun bescherming en hun succes. Zij loven de verenigde Libanese positie, die het leger ondersteunt en die geen terrorisme of terroristische groeperingen tolereert. Dit is een aantal dagen geleden uitgedrukt in een verklaring van het Libanese kabinet, uitgesproken door haar voorzitter. V. Ervaring van coëxistentie 7. De geschiedenis van de regio heeft periodes gekend van oproer en geweld, waarbij de prijs is betaald door gewone mensen, wiens eerste ambitie was om waardig en in oprecht burgerschap te leven. Deze periodes waren vaak het gevolg van acties door dictatoriale leiders, van wie de harten nooit het Christendom of de Islam hebben gekend. We hebben dit pijnlijke verleden achter ons gelaten en samen gewerkt om de herinnering aan deze gebeurtenissen uit het verleden los te laten. We hebben een nieuwe bladzijde omgeslagen in de samenwerking, gebaseerd op wederzijds respect en erkenning van hoge geestelijke waardes door de twee religies. Dit vraagt van ons, Christenen en Moslims, om deze waardes te zien als positieve uitgangspunten, waardoor wij zouden moeten samenwerken om overal in de wereld te komen tot een betere samenwerking tussen de gelovigen van beide religies. Dientengevolge is de dialoog tussen Christenen en Moslims aan de gang om te komen tot wederzijdse samenwerking, een bijdrage te leveren aan het overwinnen van de problemen van het verleden en het leggen van een basis voor een nieuwe toekomst op basis van waarheid, rechtvaardigheid en liefdadigheid voor alle mensen. Zouden wij accepteren dat de vooruitgang in de relaties tussen Christendom en Islam nu worden blootgesteld aan zulke achteruitgang, door het wegvegen van alle positieve elementen, waardoor het gevaar dreigt dat we generaties terug worden geworpen? VI. De verontwaardiging over religieus extremisme en de plicht om het te stoppen. 8. De toeschouwers van de gebeurtenissen van dit moment zien in het religieus extremisme een ziekte, die het hele Midden-Oosten, in al haar delen, bedreigt. Zij menen dat er veel tijd nodig is voordat de regio genezen is van deze ziekte. Veel slachtoffers zijn er gevallen door deze terugslag.
Het is daarom een plicht dat wij, Christenen en Moslims, ons verenigen om zulke complicaties te vermijden en onze regio en kinderen te bewaren voor deze verschrikkingen. Dit moet gebeuren door het in beweging brengen van zowel geest als geweten, om zo stevig vast te houden wat echt en basaal is in religie en om het niet te gebruiken voor persoonlijke belangen of om grotere regionale of internationale belangen te realiseren. Wij wenden ons tot de staten, tot lokale en internationale media, dat zij de ernst van het gesprek, dat de beelden en websites vult, aangrijpen, zodat zij zich misschien – door de morele autoriteit die ze nu genieten – kunnen opwerpen als dammen en licht laten schijnen op de punten van overeenkomst en samenhang, waarbij het goede oordeel van de harten over wordt gelaten aan God Almachtig. 9. Een geest van verantwoordelijkheid zou aanwezig moeten zijn in alle Arabische en internationale sferen om het agressieve extremisme terug te dringen, want dit blokkeert de weg tussen Christendom en Islam, zowel in de regio als in de wereld, om zo een einde te maken aan haar dramatische gevolgen. Als bepaalde kringen deze extremistische trends stiekem financieren en geld geven om corruptie te verspreiden over de wereld, dan is het nodig om hen tegenover de internationale opinie en krachten van morele actoren in de wereld aan de schandpaal te nagelen. De enige manier om dit te doen betekent dat Arabieren en Moslims een beeld van samenhang tussen henzelf moeten herstellen en de voordelen van verscheidenheid, dat een kenmerk is van het Oosten, moeten laten zien. Het is verder noodzakelijk om elkaar wederzijds te accepteren, om samen te leven op basis van algemeen respect, gelijkheid en burgerschap. Dit is een pleidooi aan heel de wereld, diep uit het hart, omdat wij de eenheid met onze Moslimbroeders zoeken, een samengaan in hetzelfde lot dat ons beiden bindt, vandaag en morgen, zoals dit ook in het verleden was, waarbij het rijke vruchten droeg. We doen een beroep op Moslimautoriteiten, Soennieten en Shiieten, om luid en duidelijk “fatwa’s” uit te spreken, die aanvallen op Christenen en op onschuldige mensen en hun bezittingen verbieden. We doen een beroep op alle Arabische en Moslim parlementen om regels op te stellen, die aanzetten tot zo’n opening, waarbij alle vormen van uitsluiting en verwerping van de ander worden opzij gezet, waardoor zij die dit wel doen wettelijk aansprakelijk worden voor hun fouten. We wenden ons tot alle zusterkerken in de wereld om solidariteit te tonen met onze smeekbedes en gebeden, om de reddende boodschap van Christus in de landen van het MiddenOosten te beschermen, die nu wordt weggevaagd door wijdverbreide vervolgingen. VII. Solidariteit met onze broeders en kinderen 1. Op basis van dit geloof en deze principes verklaren wij onbeperkte solidariteit met onze kinderen en broeders, die verdreven zijn uit hun huizen en eigendommen. Wij doen ons uiterste best om hen terug te brengen naar hun huizen met eer en waardigheid en in een atmosfeer van verzoening en broederschap onder de mensen van alle volken in hun geboortelanden. Zo zullen zij de eenheid van hun land herstellen en ook een leven in waardigheid met iedereen. We doen ook een beroep op de internationale gemeenschap om haar verantwoordelijkheden niet op te geven ten opzichte van de pijnlijke politieke, menselijke en sociale realiteit, die de mensen in het Oosten treft, en niet de zaak van onze mensen, getroffen in hun waardigheid, rechten en bestaan, te veranderen in een puur humanitaire zaak die slechts om medeleven en menslievendheid vraagt. Dit moet geregeld worden door het garanderen van het beschermen van de mensen, die verdreven zijn van hun land en cultuur,
die voor hen het kostbaarste sierraad zijn. Wij vragen de landen ook om te stoppen met het behandelen van deze culturele diversiteit met een minderheidslogica, alsof de menselijke aanwezigheid slechts een hereniging van personen was, waarbij vergeten wordt wat ieder persoon kan bijdragen door talenten en gaven, die hen geschonken zijn door de Almachtige God. Daarom zullen wij op alle mogelijke manieren pleiten voor deze zaak bij de hoogste internationale lichamen, te beginnen bij de Arabische Liga tot aan de Veiligheidsraad, de Generale vergadering van de VN en het internationale Gerechtshof, en we hopen dat iedereen zal uitstijgen tot een niveau van burgerlijke verantwoordelijkheid, boven benauwde politieke interesses, die de mensen die zo denken iedere keer beïnvloeden als ze hun geweten en waardes van rechtvaardigheid en recht, die door de Hemel zijn gegeven, verloochenen. 2. Het belangrijkste is de hulp die we moeten verlenen aan onze ontheemde kinderen, die leven in angst als gevolg van deze aanvallen. We roepen alle internationale lichamen op om te voorzien in hun fundamentele noden en de basale voorwaarden van een behoorlijk leven te garanderen, zodat zij hun missie om standvastig op het land van hun voorouders te blijven kunnen volbrengen. Wanneer het gevaar geweken is kunnen zij naar huis gaan en genieten van het samenleven, dat zij al sinds eeuwen kenden. VIII. De pleidooien 2. Aan het eind van deze oproep en verklaring constateren de Patriarchen van het Oosten: - 1. Christenen in het Midden-Oosten lijden onder een serieuze vervolging. Zij zijn verdreven uit hun huizen en hun eigendommen zijn afgepakt door extremistische groeperingen en “takfiri’s”, terwijl de wereld stil bleef. Het is een schande voor de mensheid. Alsof onze tijd is teruggezet naar een tijd zonder wetten en coëxistentie van mensen. - 2. De religieuze componenten en geloofsgerelateerde waardes, of ze nu menselijk, cultureel of ethisch van aard zijn, tellen niet en worden op een verschrikkelijke manier bedreigd. - 3. Het terroristische extremisme en “takfiri” in de naam van religie vormt een grote bedreiging voor de regio en de gehele wereld. 3. Dat is waarom de patriarchen erop aandringen dat : - 4. Alle kerkleiders een gezamenlijke positie innemen, luid en duidelijk, tegen deze vervolging en bedreiging. - 5. De Arabische Liga, de Conferentie van Islamitische Samenwerking, de Veiligheidsraad van de VN, het internationale gerechtshof, de internationale gemeenschap direct reageren met efficiënte en massale hulpverlening. - 6. Alle staten en partners, die direct of indirect fundamentalistische groeperingen, terroristen en “takfiri’s” financieren door wapens of geld en dat om politieke of economische redenen, moeten deze financiering en steun stopzetten.
4. De Patriarchen spreken hun steun uit voor hun Christelijke kinderen die uit hun huizen zijn verdreven met geweld en verachting en verzekeren hen dat zij hen nabij blijven in gebed. Daarnaast zullen zij al het mogelijke doen om een veilig onderdak voor hen te vinden, totdat zij terug kunnen keren naar hun huizen en eigendommen en hun rechten worden hersteld. Zij benaderen ook hun kinderen verspreid over al de vijf continenten om hun solidariteit te betuigen met hun lijdende broeders in het Oosten en hen materieel, spiritueel en moreel te helpen, zodat zij kunnen vasthouden aan hun land in een krachtige, Christelijke hoop en verder kunnen gaan met hun missie van het verkondigen van het Evangelie van broederschap. Het recht en de vrede, die de Heer – de Redder van de mensen en de wereld – aan hen heeft toevertrouwd en die in deze moeilijke tijden herhaalt: ‘Wees niet bevreesd kleine kudde …. In deze wereld zullen jullie het zwaar te verduren krijgen, maar houd moed, want Ik heb de wereld overwonnen.’ (Lucas 12:32; Joh. 16: 33) Conclusie 5. We bidden samen om rust voor de zielen van hen die gedood zijn tijdens de tragische gebeurtenissen, om troost voor hun ouders en om genezing van de gewonden. We bidden ook dat veiligheid en vrede zullen zegevieren in de wereld en vooral in onze geliefde landen en smeken de Heer om leiders en mensen te inspireren tot een goede wil, zodat zij samen een eind kunnen maken aan dit donkere en treurige, kritieke ogenblik in de geschiedenis, waarbij onze regio tot een gekwelde regio is geworden, om zo haar leven en stabiliteit te herstellen.