Patiëntvriendelijke termen Versie: 26 maart 2015 Om de leesbaarheid van de patiëntenbijsluiter te helpen verbeteren, heeft het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) een lijst opgesteld met voor het CBG acceptabele patiëntvriendelijke vertalingen van medische termen. Deze lijst, die is bedoeld als hulpmiddel voor de opsteller van de bijsluiter, bevat veelvoorkomende medische termen die in het Nederlands bij veel patiënten onbekend zijn en termen waarvan gebleken is dat het patiëntvriendelijk vertalen problemen veroorzaakte. Het College hoopt hiermee een verdere bijdrage te leveren aan het realiseren van patiëntvriendelijkere bijsluiters. De lijst is beschikbaar op de website van het CBG en zal wanneer dat nodig is worden aangepast. Gebruik van de lijst De lijst kan vooral gebruikt worden voor relevante secties in rubriek 2 en 4 van de bijsluiter. In rubriek 1 zal een uitgebreidere omschrijving wenselijk dan wel nodig zijn. In de linkerkolom van de lijst met patiëntvriendelijke termen staan medische termen die regelmatig in bijsluiters worden aangetroffen; in de rechterkolom staan de door het CBG aanbevolen lekentermen en beschrijvingen. Volgorde lekenterm/medische term Wanneer gebruik van medische termen in de patiëntenbijsluiter zinvol of noodzakelijk is, wordt aanbevolen om eerst de lekenterm te gebruiken met daarachter tussen haakjes de medische term. Een voorbeeld: ‘amenorroe’ geeft als lekenterm/beschrijving in onderstaande lijst ‘uitblijven van de menstruatie (amenorroe)’. Eventueel kan de medische term ‘amenorroe’ worden weggelaten. Slechts indien de zin moeilijker leesbaar wordt door deze volgorde (bijvoorbeeld omdat het lekenequivalent een uitvoerige uitleg bevat) of indien de context vraagt om gebruik van de medische term is het advies de medische term eerst te gebruiken met de lekenterm tussen haakjes erachter. Een voorbeeld betreft de term ‘ACE-remmers’. Er bestaat hiervoor geen lekenterm en daarom moet worden gekozen voor ‘ACE-remmers (groep bloeddrukverlagende middelen)’, temeer daar ACE-remmers wel bloeddrukverlagende middelen zijn, maar niet alle bloeddrukverlagende middelen ACE-remmers zijn. Kenmerken van een medische term In een aantal gevallen is aan de uitleg van een medische term nog informatie toegevoegd over gerelateerde verschijnselen (deze informatie begint doorgaans met ‘gekenmerkt door’, ‘gepaard gaand met’, ‘met als klachten’, ‘zich uitend in’ of ‘met’); afhankelijk van de context kan deze extra informatie eventueel worden weggelaten.
1
A Medische term
Patiëntvriendelijke term of uitleg
abces
pus (etter) in een niet eerder bestaande lichaamsholte (abces)
abdomen
buik
accommodatie
scherpstellen van de ogen
accommodatiestoornis
moeite met scherpstellen van de ogen
ACE-remmers
ACE-remmers (bepaalde groep bloeddrukverlagende middelen)
acne
(jeugd)puistjes (acne)
acuut
plotseling
acuut reuma
[maar uiteraard niet in constructies als acute buik, acuut reuma, acute lymfatische leukemie, enz. Dan dient acuut gehandhaafd te worden.] plotselinge ontsteking van een gewricht(acuut reuma)
afasie
aften
spraakstoornis door beschadiging van taalgebieden in de hersenen (afasie) proces waarbij bloed wordt afgenomen waarna delen ervan weer aan de patiënt worden toegediend (aferese) pijnlijke zweertjes in de mond (aften)
agitatie
opwinding, onrust (agitatie)
agranulocytose
ernstige bloedafwijking met veel minder witte bloedcellen waardoor plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond kunnen ontstaan (agranulocytose) stof die een allergische reactie oproept (allergeen)
aferese
allergeen allergische rinitis
Alzheimer, ziekte van
ontsteking van het neusslijmvlies door een allergische reactie, met een verstopte neus, niezen, jeuk, waterige afscheiding uit de neus en soms met jeukende, tranende ogen (allergische rinitis) ontsteking van de bloedvaten door een allergische reactie, soms met problemen aan de luchtwegen en de nieren (allergische vasculitis) ziekte van Alzheimer (vorm van dementie)
amenorroe
niet (meer) menstrueren (amenorroe)
amnesie
geheugenverlies (amnesie)
anafylactische shock
ernstige allergische reactie, met sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle hartslag, klamme huid en verminderd bewustzijn doordat de bloedvaten plotseling veel wijder worden (anafylactische shock)
allergische vasculitis
2
anafylaxie analgetica
levensbedreigende allergische reactie op bepaalde stoffen (anafylaxie) pijnstillende middelen (analgetica)
anamnese
medische voorgeschiedenis
androgenen
mannelijke geslachtshormonen (androgenen)
anemie
te weinig rode bloedcellen in het bloed (bloedarmoede)
anesthetica, algehele anesthetica, lokale
middelen om iemand in narcose te brengen (volledige verdoving met bewusteloosheid, algehele anesthetica) middelen voor plaatselijke verdoving (lokale anesthetica)
anestheticum
verdovingsmiddel (anestheticum)
aneurysma
plaatselijke verwijding van een bloedvat of het hart (aneurysma)
angiitis
ontsteking van de wand van een bloedvat
angina pectoris
beklemmend, drukkend, pijnlijk gevoel op de borst (angina pectoris) plotselinge zwelling van de huid en slijmvliezen (bijv. keel of tong), met als gevolg ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem) plotselinge zwelling van de huid en slijmvliezen (bijv. keel of tong), met als gevolg ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem) bepaalde groep bloeddrukverlagende middelen (angiotensine IIantagonisten) gebrek aan eetlust (anorexie)
angioneurotisch oedeem
angio-oedeem
angiotensine II-antagonisten anorexie anorexia nervosa anosmie
eetstoornis waarbij iemand doelbewust gewicht verliest door onvoldoende te eten (anorexia nervosa) niet kunnen ruiken (anosmie)
antacida
middelen die het maagzuur binden (antacida)
anterograde amnesie bij benzodiazepinen
anthelmintica
geheugenverlies dat tot enkele uren na inname van benzodiazepinen kan optreden (anterograde amnesie bij benzodiazepinen); de kans hierop is het grootst indien u minder dan 7-8 uur slaapt middelen tegen worminfecties
antiallergica
middelen tegen allergie
antiaritmica
middelen tegen hartritmestoornissen (antiaritmica)
antibacteriële middelen antibiotica
middelen tegen bepaalde infecties met bacteriën (antibacteriële middelen) middelen tegen bepaalde infecties met bacteriën (antibiotica)
anticoagulantia
middelen die het stollen van het bloed tegengaan
3
anticonceptiva antidepressiva antidiarroïca antidiabetica
middelen om zwangerschap te voorkomen (voorbehoedsmiddelen, anticonceptiva) middelen tegen onder andere een depressieve stemming (antidepressiva) middelen tegen diarree
antidotum
middelen die worden gebruikt bij de behandeling van diabetes mellitus/suikerziekte (antidiabetica) hormoon dat de heropname van water in de nierkanaaltjes stimuleert (antidiuretisch hormoon) middel dat als tegengif gebruikt wordt (antidotum)
anti-emetica
middelen tegen braken
anti-epileptica
middelen tegen epilepsie (anti-epileptica)
antihistaminica antihypertensiva
middelen tegen onder andere allergische reacties (antihistaminica) middelen die de bloeddruk verlagen (antihypertensiva)
antihypotensiva
middelen die de bloeddruk verhogen (antihypotensiva)
antileprotica
middelen tegen lepra
antimicrobiële middelen antimycotica
middelen tegen een infectie door bacteriën of schimmels (antimicrobiële middelen) middelen tegen een infectie met een schimmel
antiparkinsonmiddelen
middelen tegen de verschijnselen van de ziekte van Parkinson
antiprotozoïca antipsychotica
middelen tegen infecties met eencellige parasieten (antiprotozoïca) middelen tegen onder andere psychose (antipsychotica)
antiseptica
ontsmettingsmiddelen
antitrombotica
middelen tegen de vorming van bloedstolsels (antitrombotica)
antivirale middelen
middelen tegen een virusinfectie
anurie
geen urine aanmaken (van de nieren) (anurie)
anxiolytica
middelen die angst en onrust verminderen
apneu
tijdelijke stilstand van de ademhaling (apneu)
aritmie
stoornis in het hartritme (aritmie)
arterie
slagader
arteriitis
ontsteking van de slagaderwand (arteriitis)
arteriosclerose
verharding/verkalking van de slagaderwand (arteriosclerose)
antidiuretisch hormoon
4
artritis
ontsteking van een gewricht (artritis)
artrose
een reumatische (slijtage)aandoening waarbij het kraakbeen in gewrichten dunner en zachter wordt’ zonder dat er sprake is van een ontsteking (artrose) zich krachteloos of slap voelen (asthenie)
asthenie astma
ataxie
benauwdheid die plotseling opkomt door kramp van spieren van de luchtwegen en zwelling in het slijmvlies van de luchtwegen (astma) problemen met het regelen van spierbewegingen (ataxie)
atriumfibrilleren
zeer snelle en onregelmatige hartslag (atriumfibrilleren)
auriculair
met betrekking tot het oor
auriculair gebruik
afhankelijk van de context beter: via/door/in het oor gebruik via het oor (auriculair)
AV-blok
bepaalde stoornis in de prikkelgeleiding in het hart, leidend tot een hartritmestoornissen (AV-blok)
B barbituraten
groep van slaap- en verdovingsmiddelen (barbituraten)
barotrauma
benigne
beschadiging van orgaan of weefsel door luchtdrukwisseling (barotrauma) aandoening waarbij het beenmerg bepaalde soorten bloedcellen niet meer produceert (beenmergdepressie) aandoening waarbij het beenmerg veel minder van een of meer soorten bloedcellen produceert (beenmergsuppressie) goedaardig (benigne)
benigne prostaathyperplasie
goedaardige vergroting van de prostaat
benzodiazepinen
biconvex
bepaalde groep geneesmiddelen met rustgevende, slaapverwekkende en/of spierverslappende werking (benzodiazepinen) bètablokkers (bepaalde groep middelen tegen hoge bloeddruk, bepaalde hartklachten en verhoogde oogdruk) bètasympaticolytica (bepaalde groep middelen tegen onder andere hoge bloeddruk, bepaalde hartklachten en verhoogde oogdruk) aan beide zijden bol
bilateraal
tweezijdig; aan beide kanten
bilirubinemie
verhoogde concentratie van bilirubine in het bloed
bloedglucose
bloedsuiker
bloedglucoseregulerende middelen bloedglucoseverhogende middelen
middelen die de hoeveelheid bloedsuiker beïnvloeden
beenmergdepressie beenmergsuppressie
bètablokkers bètasympaticolytica
middelen die de hoeveelheid bloedsuiker verhogen
5
bloedglucoseverlagende middelen
middelen die de hoeveelheid bloedsuiker verlagen
boezemfibrillatie
zeer snelle en onregelmatige hartslag (boezemfibrillatie)
bradycardie
vertraagde hartslag (bradycardie)
bronchitis
ontsteking van de luchtwegen met hoesten en het opgeven van slijm (bronchitis) benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasme) maat voor het aantal cellen in het bloed (bezinkingssnelheid, bse) gekkekoeienziekte (boviene spongiforme encefalopathie, BSE)
bronchospasme bse BSE
C candidiasis
infectie met de gistachtige schimmel candida
cara
zie COPD
cerebrovasculair accident (CVA) cholelithiasis
beroerte veroorzaakt door een herseninfarct of hersenbloeding (cerebrovasculair accident, CVA) galstenen
chronisch
langdurig
CHZ
coronaire hartziekte (CHZ, aandoening door afwijkingen in de kransslagaders) overgangsklachten
climacteriële klachten colitis ulcerosa coma hepaticum congenitaal conjunctivitis constipatie contactdermatitis/contacteczeem
terugkerende, ernstige ontsteking van de dikke darm met zweervorming (colitis ulcerosa) coma (bewusteloosheid) als gevolg van een leverziekte (coma hepaticum) aangeboren ontsteking van het oogslijmvlies die hierdoor jeuken, tranen of rood zijn (conjunctivitis) verstopping (obstipatie)
contractiliteit
huidontsteking door contact met irriterende stoffen of stoffen waarvoor iemand allergisch is (contacteczeem) samentrekkingsvermogen
convulsie
aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie)
COPD
chronische longziekte met aanhoudende vernauwing van de luchtwegen wat ademhalen moeilijker maakt (COPD) bijnierschorshormonen (corticosteroïden)
corticosteroïden Crohn, ziekte van
terugkerende, ernstige ontsteking van een deel van de darmen (ziekte van Crohn)
cumarinederivaten
middelen tegen de vorming van bloedstolsels
6
cutaan gebruik
gebruik op de huid (cutaan)
CVA (cerebrovasculair accident)
cystitis
beroerte veroorzaakt door een herseninfarct of hersenbloeding (cerebrovasculair accident; CVA) blauwe verkleuring van lippen, tong, huid en slijmvliezen door zuurstoftekort in het bloed (cyanose) blaasontsteking
cytostatica
middelen toegepast bij kanker (cytostatica)
cyanose
D decompensatio cordis
hartfalen (onvoldoende pompkracht van het hart)
decongestiva
middelen die slijmvlieszwelling tegengaan (decongestiva)
decubitus
doorligplekken (decubitus)
dehydratie
uitdroging (dehydratie)
depersonalisatie dermatitis
vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel (depersonalisatie) huidontsteking (dermatitis)
desinfectantia
ontsmettingsmiddelen
desoriëntatie
verwardheid (desoriëntatie)
diagnostica dilatatie
medische testen om ene ziekte of aandoening vast te stellen(diagnostica) verwijding
diplopie
dubbelzien (diplopie)
diuretica
middelen om beter te kunnen plassen (plasmiddelen, diuretica)
dysartrie
spraakstoornis
dysfagie
slikstoornis
dysforie
sombere of prikkelbare stemming, soms met angst of rusteloosheid (dysforie) smaakstoornis
dysgeusie dyspepsie dyspneu
vol gevoel of pijn in de maagstreek, boeren, misselijkheid, braken en/of zuurbranden (dyspepsie) kortademigheid (dyspneu)
dysurie
pijn bij het plassen (dysurie)
E elektrolytoplossingen
zoutoplossingen (elektrolytoplossingen)
7
emfyseem
eosinofilie
longaandoening door verlies van rekbaarheid van het longweefsel, met ernstige kortademigheid (emfyseem) ophoping van pus (etter) in een al bestaande lichaamsholte (empyeem) ontsteking van de hersenen en het ruggenmerg (encefalomyelitis) hersenaandoening met bijvoorbeeld oncontroleerbare spiertrekkingen en bewustzijnsverlaging (encefalopathie) aandoening door woekerend baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder (endometriose) toename van bepaalde witte bloedcellen (eosinofilie)
epidurale verdoving
verdoving door middel van een ruggenprik (epidurale verdoving)
erythema
zie erytheem
erythema multiforme
erythema nodosum
huiduitslag met onregelmatige rode vlekken (erythema multiforme) huiduitslag met vochtige, onregelmatige rode vlekken (erythema exsudativum multiforme) pijnlijke, blauwrode knobbels in de huid (erythema nodosum)
erytheem, erythema
roodheid van de huid (erytheem)
euforie
extreem gevoel van vreugde
exacerbatie
verergering
exantheem
huiduitslag door ziekte of allergie (exantheem)
extrasystole
extra hartslag (voortijdige samentrekking van het hart; extrasystole)
empyeem encefalomyelitis encefalopathie endometriose
erythema exsudativum multiforme
F fenylketonurie feochromocytoom
erfelijke stofwisselingsziekte waarbij het aminozuur fenylalanine onvoldoende wordt omgezet (fenylketonurie) gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom)
flatulentie
winderigheid (flatulentie)
flush
plotselinge roodheid van gezicht en hals
fotodermatitis
huiduitslag als gevolg van licht of zonlicht (fotodermatitis)
fotosensibiliteit
overgevoeligheid voor licht of zonlicht (fotosensibiliteit)
G galactorroe
overvloedige afscheiding van melk uit de tepel (galactorroe)
gangreen
plaatselijk afsterven van weefsel (gangreen)
gastritis
ontsteking van de maagwand (gastritis)
8
gastro-intestinaal
in het maag-darmkanaal
geneesmiddeleninteractie glaucoom
de werking van een geneesmiddel wordt beïnvloed (werkt sterker of minder) door het gebruik van een ander geneesmiddel verhoogde oogldruk (glaucoom)
glossitis
ontsteking van de tong
grand mal
zware epileptische aanval (tonisch-clonische aanval)
granulocytopenie
tekort aan bepaalde witte bloedcellen waardoor eerder infecties ontstaan (granulocytopenie) infecties van geslachtsorganen bij vrouwen (gynaecologische infecties)
gynaecologische infecties
H H2-receptorantagonisten haematopoëtica hallucinaties hartblok hartfalen hartglycosiden
middelen tegen maagklachten en maag-darmzweren (H2receptorantagonisten) middelen die de aanmaak van bepaalde bloedcellen bevorderen (haematopoëtica) waarnemingen (zien, horen, ruiken, voelen) van dingen die er niet zijn (hallucinaties) bepaalde stoornis in de prikkelgeleiding van het hart, leidend tot hartritmestoornissen (hartblok) onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen)
hemorroïden
middelen die de pompkracht van het hart verbeteren (hartglycosiden) maat voor hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed (hematocriet) verwijdering van afvalstoffen uit het bloed door filtratie (nierdialyse, hemodialyse) bloedarmoede door te sterke afbraak van het bloed (hemolytische anemie) aambeien
hemostatica
middelen die de bloedstolling bevorderen (hemostatica)
heparine
middel tegen de vorming van bloedstolsels (heparine)
heparinoïden
middelen tegen de vorming van bloedstolsels (heparinoïden)
hepatitis
leverontsteking (hepatitis)
hepatotoxiciteit
leververgiftiging
hyperaciditeit
verhoogde zuurafscheiding in de maag (hyperaciditeit)
hyperacusis
overgevoeligheid voor geluid
hyperalgesie
verhoogde gevoeligheid voor pijn (hyperalgesie)
hypercalciëmie
verhoogd calciumgehalte in het bloed (kan leiden tot moeheid en hoofdpijn)
hematocriet hemodialyse hemolytische anemie
9
hypercalciurie
verhoogd calciumgehalte in de urine (kan leiden tot nierstenen)
hypercapnie
verhoogd kooldioxidegehalte in het bloed
hypercholesterolemie
verhoogd cholesterolgehalte in het bloed (hypercholesterolemie)
hyperglykemie
verhoogd suikergehalte in het bloed, met soms dorst, veel plassen en moeheid (hyperglykemie) overmatig zweten (hyperhidrose)
hyperhidrose hyperkaliëmie
hyperreflexie
verhoogd kaliumgehalte in het bloed, met soms spierkrampen, diarree, misselijkheid, duizeligheid en/of hoofdpijn (hyperkaliëmie) overmatige bewegingen, het gevoel hebben te moeten bewegen (hyperkinese) verhoogd magnesiumgehalte in het bloed, met soms sufheid, lage bloeddruk, lage lichaamstemperatuur en stoornissen in de werking van het hart (hypermagnesiëmie) verhoogd natriumgehalte in het bloed, met soms rusteloosheid, spierzwakte, sufheid, oncontroleerbare spiertrekkingen en mogelijk bewusteloosheid (hypernatriëmie) overmatige afscheiding van het bijschildklierhormoon, die kan leiden tot nierstenen en buikklachten (hyperparathyreoïdie) sterke reflexen van de spieren (hyperreflexie)
hypersomnie
overmatige slaperigheid (hypersomnie)
hypertensie
verhoogde bloeddruk (hypertensie)
hyperthermie
verhoogde lichaamstemperatuur (hyperthemie)
hypertonie
verhoogde spierspanning (hypertonie)
hyperthyreoïdie
hypervolemie
verhoogde werking van de schildklier, kan oa leiden tot gewichtsverlies, gejaagdheid en hartkloppingen (hyperthyreoïdie) verhoogd urinezuurgehalte in het bloed, zoals bij jicht (hyperurikemie) te veel vocht of bloed in de bloedvaten (hypervolemie)
hypo-esthesie
verminderd gevoel bij aanraking (hypo-esthesie)
hypnotica
slaapmiddelen (hypnotica)
hypocalciëmie
verlaagd calciumgehalte in het bloed, leidt soms tot spierkrampen (hypocalciëmie) verlaagd kooldioxidegehalte in het bloed
hyperkinese hypermagnesiëmie
hypernatriëmie
hyperparathyreoïdie
hyperurikemie
hypocapnie hypoglykemie
hypokaliëmie
verlaagd suikergehalte in het bloed, met als verschijnselen hongergevoel, zweten, duizeligheid, hartkloppingen en in ernstige gevallen bewusteloosheid (hypoglykemie) verlaagd kaliumgehalte in het bloed, in ernstige vorm te herkennen aan spierkrampen of spierzwakte en vermoeidheid (hypokaliëmie)
10
hypomagnesiëmie
verlaagd magnesiumgehalte in het bloed
hypomanie
hypotensie
lichte vorm van overdreven opgewektheid, waarbij men veel energie heeft (hypomanie) verlaagd natriumgehalte in het bloed, wat kan leiden tot veranderd bewustzijn middelen om overgevoeligheid voor bepaalde stoffen te verminderen (hyposensibilisatievloeistoffen) verlaagde bloeddruk (hypotensie)
hypothermie
verlaagde lichaamstemperatuur
hypotonie
verlaagde spierspanning (hypotonie)
hypothyreoïdie
verminderde werking van de schildklier (hypothyreoïdie)
hypovolemie
te weinig vocht of bloed in de bloedvaten
hypoxie
verlaagd zuurstofgehalte in het bloed (hypoxie)
hyponatriëmie hyposensibilisatievloeistoffen
I IC (intensive care)
intensivecareafdeling (IC)
icterus
geelzucht (gele verkleuring van de huid of het oogwit)
ileus
plotselinge afsluiting van de darm (ileus), met een opgezette pijnlijke buik middelen die invloed hebben op de natuurlijke afweer
immunomodulantia immunosuppressiva
indigestie
middelen die de natuurlijke afweer onderdrukken (immunosuppressiva) het niet kunnen ophouden van urine en/of ontlasting (incontinentie) verstoorde spijsvertering (indigestie)
infectie
ontsteking door bacteriën of virussen (infectie)
inhalatie
inademing (inhalatie)
insomnia
slapeloosheid (insomnia)
insult
epileptische aanval (insult)
intensive care (IC)
intensivecareafdeling (IC)
interactie
intracerebraal
wisselwerking Zie ook geneesmiddeleninteractie ontsteking van de nieren, met bloed in de urine, koorts en pijn in de zij (interstitiële nefritis) in de hersenen
intracraniaal/-cranieel
in de schedel/hersenen
incontinentie
interstitiële nefritis
11
intracraniële hypertensie
verhoogde hersendruk
intracutaan
in de huid (intracutaan)
intramusculair
in een spier (intramusculair)
intraoculair
in het oog (intraoculair)
intrathecaal intra-uterien
binnen de vliezen van de hersenen of het ruggenmerg (intrathecaal) in de baarmoeder (intra-uterien)
intraveneus
in een ader (intraveneus)
ischemie
bloedtekort door een vernauwd of afgesloten bloedvat (ischemie)
K kaliumsparende diuretica
bepaalde groep van plasmiddelen (kaliumsparende diuretica)
kaliumuitscheidende diuretica
bepaalde groep van plasmiddelen (kaliumuitscheidende diuretica) middelen die de buitenste laag van de huid dunner maken (keratolytica)
keratolytica
L lactatie
borstvoeding
lactasedeficiëntie laryngospasme
het niet kunnen verdragen van lactose door gebrek aan het enzym lactase in de darmen samentrekken van de keelspieren (laryngospasme)
larynx
strottenhoofd
laxantia
middelen die de stoelgang bevorderen (laxantia)
lethargie
stoornis in motivatie en gedrag, gekenmerkt door volledige ongeïnteresseerdheid en sloomheid (lethargie) bepaald type kanker van het bloed (leukemie)
leukemie leukopenie levercirrose
tekort aan witte bloedlichaampjes met daardoor verhoogde gevoeligheid voor infecties (leukopenie) ernstige leverziekte (levercirrose)
leverfunctie
werking van de lever
libido
zin in seks (libido)
libidostoornis
veranderde zin in seks (libidostoornis)
lipidenverlagende middelen
middelen die vetten (o.a. cholesterol) in het bloed verlagen (lipidenverlagende middelen) middelen tegen galstenen of nierstenen
lithiasismiddelen
12
longemfyseem longfibrose
lupus erythematodes Lyellsyndroom
lymfadenopathie
longaandoening door verlies van rekbaarheid van het longweefsel, met ernstige kortademigheid (longemfyseem) aandoening waarbij bindweefsel in de longen wordt gevormd, waardoor de longen minder goed werken, met als verschijnsel kortademigheid (longfibrose) huidaandoeningen met rode droge vlekken op de neus en wangen (lupus erythematodes) ernstige, plotselinge allergische reactie, met als verschijnselen koorts en blaren op de huid/vervelling van de huid (Lyellsyndroom) aandoening van de lymfeklieren (lymfadenopathie)
M maag-darmulcera
maag- en/of darmzweren
maagsapresistent malaise
beschermd tegen de verterende werking van maagsap (maagsapresistent) algemeen onwel, ziek voelen (malaise)
maligne
kwaadaardig (maligne)
maligne neurolepticasyndroom
maskeren
ernstige aandoening door gebruik van middelen tegen psychose, met spierstijfheid, sterke bewegingsdrang, hoge koorts, zweten, speekselvloed en/of verminderd bewustzijn (maligne neurolepticasyndroom) overdreven opgewektheid, waarbij men veel energie heeft (manie) perioden van overdreven opgewektheid, waarbij men veel energie heeft (manische perioden) terugkerende perioden van overdreven opgewektheid afgewisseld met perioden van ernstige somberheid (manische depressiviteit) verbergen
MBq
megabecquerel, meeteenheid voor radioactiviteit (MBq)
melancholie
somberheid (melancholie)
metabole acidose
verzuring van het bloed (metabole acidose)
meningisme
menorragie
tekenen van prikkeling van de hersenvliezen, o.a. met stijve nek (meningisme) hersenvliesontsteking, o.a. met stijve nek, koorts, hoofdpijn, misselijkheid (meningitis) overmatige menstruatiebloeding (menorragie)
mictiestoornis
problemen bij het plassen (mictiestoornis)
miose
vernauwing van de pupil (miose)
mucosaprotectiva
middelen die het slijmvlies van de maag beschermen
mucositis
ontsteking in de mondholte of het maag-darmkanaal, meestal veroorzaakt door chemotherapie (mucositis)
manie manische perioden manische depressiviteit
meningitis
13
myasthenia gravis
vgl orale mucositis, zie aldaar een bepaalde vorm van spierzwakte (myasthenia gravis)
mydriasis
verwijding van de pupil
myocardinfarct
hartinfarct
myoclonus
plotselinge samentrekking van de spieren, kramp (myoclonus)
myositis
ontstoken spieren, gepaard gaand met zwelling en hard worden (myositis)
N narcotische analgetica
groep van sterke pijnstillende middelen (narcotische analgetica)
nasaal gebruik
voor gebruik in de neus (nasaal)
nefritis
ontsteking van de nieren, met als verschijnselen bloed in de urine, koorts en pijn in de zij (nefritis) vergiftiging van de nieren
nefrotoxiciteit neuritis
neuroleptica neutropenie
zenuwontsteking, met als verschijnselen pijn, gevoelsstoornissen en soms een verminderde werking van de zenuw (neuritis) middelen tegen psychose (antipsychotica)
nierfunctie
tekort aan witte bloedlichaampjes met daardoor verhoogde gevoeligheid voor infecties (neutropenie) werking van de nieren
nierinsufficiëntie
onvoldoende werking van de nieren (nierinsufficiëntie)
niersteenkoliek
ernstige pijnaanval als gevolg van een niersteen (niersteenkoliek) bepaalde groep van pijnstillende middelen (niet-opioïde analgetica) middelen toegepast bij een beklemmend pijnlijk gevoel op de borst (nitraten) groep pijnstillers met ontstekingsremmende en koortswerende werking (NSAID’s)
niet-opioïde analgetica nitraten NSAID’s
O obstipatie
verstopping (obstipatie)
oculair
met betrekking tot het oog
oculair gebruik
afhankelijk van de context beter: via/door/in het oog voor gebruik in het oog (oculair)
oedeem
vochtophoping in weefsel (oedeem)
oestrogeen
bepaald vrouwelijk geslachtshormoon (oestrogeen)
14
oncolytica
middelen toegepast bij kanker (oncolytica)
opioïde analgetica
groep van sterke pijnstillende middelen (opioïde analgetica)
oraal
via de mond (oraal)
orale mucositis
orodispergeerbaar
ontsteking in de mondholte gekenmerkt door zere lippen of zweertjes in de mond, meestal veroorzaakt door chemotherapie (mucositis) smelt in de mond (orodispergeerbaar)
orofaryngeaal
met betrekking tot de mond en keel (orofaryngeaal)
oromucosaal
via het slijmvlies van de mond (oromucosaal)
orthostatische hypotensie osteoartritis
bloeddrukdaling door snel opstaan uit een zittende of liggende houding, soms met duizeligheid (orthostatische hypotensie) Zie artrose
osteoporose
botontkalking (osteoporose)
ototoxiciteit van aminoglycosiden
beschadiging van het gehoor door aminoglycosiden (ototoxiciteit van aminoglycosiden) middelen die de baarmoeder laten samentrekken en daardoor weeën opwekken (oxytocica)
oxytocica
P palpitaties
hartkloppingen (palpitaties)
pancreas
alvleesklier (pancreas)
pancreasenzymen
enzymen van de alvleesklier (pancreasenzymen)
pancreatitis
pandemie
ontsteking van de alvleesklier, met als verschijnselen heftige pijn in de bovenbuik uitstralend naar de rug, misselijkheid en braken (pancreatitis) een epidemie die zich over veel landen uitbreid (pandemie)
paradoxale reacties
tegenstrijdige reacties (paradoxale reacties)
paradoxale reacties bij benzodiazepinen
vooral bij kinderen en oudere patiënten kan in plaats van de bedoelde slaperigheid juist een tegenstrijdige reactie optreden: onrust, opwinding, prikkelbaarheid, woedeaanvallen en waanvoorstellingen; als dergelijke verschijnselen optreden dient u uw arts te waarschuwen (paradoxale reacties bij benzodiazepinen) het gevoel in de gaten gehouden, achtervolgd of bedreigd te worden, zonder dat dit het geval is middelen met een remmende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (parasympathicolytica) middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (parasympathicomimetica) waarneming van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie)
paranoia parasympathicolytica parasympathicomimetica paresthesie
15
Parkinson, ziekte van parosmie
ziekte van Parkinson (hersenaandoening gepaard gaande met o.a. steeds erger wordende bewegingsstoornissen) waarneming van geuren die er niet zijn (parosmie)
pediculicide middelen
middelen tegen (hoofd)luis
peptische aandoeningen
maagklachten (zoals zuurbranden) en maag-darmzweren (peptische aandoeningen) stoornis in de doorbloeding van de armen en benen (perifere doorbloedingsstoornis) zuurgraad (pH)
perifere doorbloedingsstoornis pH PKU polymyalgie porfyrie
fenylketonurie (PKU) zie ook fenylketonurie. spierpijn in diverse spiergroepen (polymyalgie)
ppm
aangeboren stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie) aantal deeltjes per miljoen deeltjes (parts per million, ppm)
priapisme
langdurig aanhoudende, vaak pijnlijke erectie
proctitis
ontsteking van de endeldarm
progestagenen
bepaalde vrouwelijke geslachtshormonen (progestagenen)
prostaathyperplasie
vergroting van de prostaat (prostaathyperplasie)
prostaglandinesynthetaseremmers
pruritus
prostaglandinesynthetaseremmers (bepaalde groep van pijnstillende, ontstekingsremmende en koortswerende middelen) protonpompremmers (middelen toegepast bij maagklachten en maag-darmzweren) jeuk (pruritus)
pseudomembraneuze enterocolitis
ontsteking van de darmen
psoriasis
terugkerende huidaandoening met schilferende, droge huiduitslag (psoriasis)
psychose
ernstige geestesziekte waarbij de controle over het eigen denken, gedrag en handelen gestoord is; ook is het contact met de werkelijkheid gestoord (psychose) dotteren; het blijvend wijder maken van een vernauwd bloedvat (PTCA) verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale hypertensie) ontsteking van het nierbekken, met als verschijnselen een troebele, stinkende urine, koorts en pijn in de rug of zij (pyelitis) ontsteking van de nier en het nierbekken, met als verschijnselen een troebele, stinkende urine, koorts en pijn in de rug of zij (pyelonefritis)
protonpompremmers
PTCA pulmonale hypertensie pyelitis pyelonefritis
R rabdomyolyse
afbraak van spierweefsel met als verschijnselen spierkrampen, koorts en roodbruine verkleuring van de urine (rabdomyolyse)
16
reboundverschijnselen
versterkt terugkeren van verschijnselen (reboundverschijnselen)
recidiverend
terugkerend
rectaal
via de anus (rectaal)
rectum
endeldarm (rectum)
reuma
ontsteking van de gewrichten (reuma)
reyesyndroom
een vooral bij kinderen voorkomende, ernstige aandoening die het gevolg is van een virusinfectie, soms in combinatie met het gebruik van aspirine (reyesyndroom) zie rabdomyolyse
rhabdomyolyse reumatoïde artritis
ritmestoornis
chronische aandoening met ontstekingen van gewrichten, spieren, pezen of aanhechtingsbanden (reumatoïde artitis) ontsteking van het neusslijmvlies, met een verstopte neus, niezen en snot (rinitis) hartritmestoornis
rubefacientia
wrijfmiddelen waardoor de huid warm en rood wordt
rinitis
S scabicide middelen scabiësmiddelen schizofrenie
scoliose secretieremmende middelen
middelen tegen schurft (scabicide middelen) geestesziekte met verschijnselen als waanideeën, waarneming van dingen die er niet zijn en geleidelijke verandering van de persoonlijkheid (schizofrenie) onnatuurlijke gekromde wervelkolom (scoliose)
sedatie
middelen die de afgifte van maagsap remmen (secretieremmende middelen) sufheid, slaperigheid (sedatie)
sedativa
kalmerende middelen (sedativa)
shock
shock (verstoorde bloedcirculatie met als kenmerken sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle hartslag, klamme huid en verminderd bewustzijn) sick-sinus-syndroom (bepaalde stoornis in het hartritme)
sick-sinus-syndroom stomatitis
sinusitis spasmolytica spieratrofie
spierdystrofie
ontsteking in de mondholte met pijnlijke lippen of zweertjes in de mond veroorzaakt door een virus, bacterie of schimmel (stomatitis) ontsteking van de neusbijholten met o.a. verstopte neus of loopneus (sinusitis) middelen die (darm)krampen tegengaan (spasmolytica) vermindering van spierweefsel door het niet gebruiken van de spier, soms veroorzaakt dooreen ziekte van het zenuwstelsel (spieratrofie) erfelijke spierziekte met een spierzwakte die geleidelijk erger wordt (spierdystrofie)
17
spierrelaxantia
spierverslappende middelen
Stevens-Johnsonsyndroom
subcutaan
ernstige allergische reactie met hoge koorts, blaren op de huid, gewrichtspijnen en/of oogontsteking (StevensJohnsonsyndroom) onder de huid (subcutaan)
sublinguaal
onder de tong (sublinguaal)
sudden death
plotselinge hartdood
supraventriculaire tachycardie
symptomen
snel of onregelmatig kloppen van het hart (supraventriculaire tachycardie) middelen die remmend werken op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicolytica) middelen die stimulerend wrerken op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicomimetica) behandeling van de verschijnselen zonder de oorzaakweg te nemen (symptomatische behandeling) verschijnselen
syncope
plotseling bewustzijnsverlies, flauwvallen (syncope)
systemische lupus erythematodes (SLE)
chronische afweerziekte waarbij het lichaam de eigen cellen aanvalt hierbij ontstaan ontstekingen in tal van organen ; voornamelijk bij jonge vrouwen SLE; systemische lupus erythematodes)
sympathicolytica sympathicomimetica symptomatische behandeling
T tachycardie
versnelde hartslag (tachycardie)
tekenen (vertaling van signs)
verschijnselen
teleangiëctasie tendinitis tendovaginitis
blijvende verwijding van kleine oppervlakkig bloedvaatjes in de huid (teleangiëctasie) peesontsteking (tendinitis) peesschedeontsteking
thyromimetica
middelen die de schildklier stimuleren (thyromimetica)
thyrostatica
middelen die de schildklier remmen (thyrostatica)
TIA
Voorbijgaande lichte beroerte doordat een deel van de hersenen even onvoldoende bloed krijgt (TIA). Dit veroorzaakt uitvalsverschijnselen zoals scheve mond, moeilijk praten of verlamming van de arm. Deze verdwijnen gewoonlijk binnen enkele uren. (transcient ischemic attack, TIA) plotselinge, onbedoelde en terugkerende, niet ritmische bewegingen of geluiden (tics) oorsuizen (tinnitus)
tics tinnitus toeval
oncontroleerbare lichaamsschokken, vaak als onderdeel van een epileptische aanval (insult)
18
tonsilhypertrofie
vergrote amandelen
Tourette, syndroom van
een neuro-psychiatrische aandoening, gekenmerkt door tics (plotselinge, onbedoelde en terugkerende, niet ritmische bewegingen of geluiden) (syndroom van Tourette) ernstige, plotselinge allergische reactie, met als verschijnselen koorts en blaren op de huid en vervelling van de huid (toxische epidermale necrolyse; Lyellsyndroom) giftig (toxisch)
toxische epidermale necrolyse
toxisch toxische necrolyse transdermaal
levensbedreigende huidaandoening waarbij de huid loslaat (toxische necrolyse) door of via de huid (transdermaal)
tremor
onvrijwillig beven (tremor)
tromboflebitis
aderontsteking doordat een bloedstolsel de ader afsluit, vaak te voelen als een pijnlijke, enigszins harde streng met daarboven een rode huid (tromboflebitis) middelen die bloedstolselvorming tegengaan
trombocytenaggregatieremmers trombocytopenie trombolytica
tekort aan bloedplaatjes met als verschijnselen blauwe plekken en verhoogde kans op bloedingen (trombocytopenie) middelen die bloedstolsels oplossen (trombolytica)
U unilateraal
Enkelzijdig; aan één kant (unilateraal)
urineretentie urticaria
achterblijven van urine in de blaas doordat de blaas niet goed geleegd kan worden (urineretentie) huiduitslag met hevige jeuk en bultjes (netelroos,galbulten)
uterusspasmolytica
middelen die weeën verminderen
V varicosclerotiserende middelen
middelen tegen spataderen
vasculitis
ontsteking van een bloedvat (vasculitis)
vasodilatatoren vasodilatatie
middelen die bloedvaten wijder maken (vaatverwijders, vasodilatatoren) verwijding van de bloedvaten (vasodilatatie)
vene
ader
verhoogde lipidenspiegel vertigo
verhoogde hoeveelheid van bepaalde vetten in het bloed (verhoogde lipidenspiegel) draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo)
vertigomiddelen
middelen bij draaiduizeligheid
vestibulaire toxiciteit bij aminoglycosiden
beschadiging van het evenwichtsorgaan door gebruik van aminoglycosiden (een bepaalde soort antibiotica), wat zich kan
19
uiten in duizeligheid visuele hallucinaties
het zien van dingen die er niet zijn (visuele hallucinaties)
visusstoornissen
stoornissen in het zien (visusstoornissen)
vitale kenmerken bij een depressie
verschijnselen bij een depressie zoals interesseverlies, gebrek aan eetlust, gewichtsverlies, gebrek aan gevoel, schuldgevoelens, schommelingen in somberheid (vitale kenmerken bij een depressie)
W waanbeelden
dingen zien, voelen of horen die er niet zijn (waanbeelden)
<einde lijst>
20