PAT I Ë N T E N INFORMATIE
Verzorgen van je baby
Beste ouder(s)
Eindelijk is het zover, het moment waar je al zo lang hebt naar uitgekeken: de geboorte van je baby. Een baby is erg kwetsbaar en hangt voor de verzorging volledig af van zijn/haar ouder(s). Met deze brochure proberen we je wat richtlijnen mee te geven zodat je vol vertrouwen je baby thuis kan verzorgen. Onze vroedvrouwen zullen je tijdens je verblijf op de materniteit bij elke stap begeleiden. Voor ouders die al kindjes hebben, is dit misschien niet altijd nodig, maar een opfrissing kan welkom zijn. Indien je nog vragen hebt, aarzel niet deze te stellen aan de vroedkundigen. We wensen je een aangenaam verblijf op onze kraamafdeling en veel succes met je baby!
2
EEN BADJE GEVEN TEMPERATUUR NEMEN LUIERUITSLAG NAVELVERZORGING
3
Een badje geven Vlak na de geboorte, bij het allereerste huidcontact met je baby, gaat hij/zij het liefst af op de geur van de mama. Dit is heel belangrijk voor de moeder-kindbinding. De geur van zeep zou dit natuurlijke proces verstoren. Daarom wachten we op de kraamafdeling wat langer met het geven van het eerste badje. Daarna geven we je baby elke voormiddag een badje. De vroedvrouw zal het een paar keren tonen, maar het is wel de bedoeling dat jij (of je partner) dit tijdens je verblijf ook zelf leren. Vooral bij een eerste kindje kan je wat onwennig zijn, maar de vroedvrouwen zullen je zeker met raad en daad bijstaan. Eenmaal thuis beslis je zelf wanneer je het badje geeft. Het is wel het beste dat je baby een badje krijgt vóór de voeding om braken te vermijden. Heeft je baby ‘s nachts krampen? Stop hem dan ‘s avonds in bad, dat kan helpen. Wat heb je nodig?
• badje • verzorgingskussen • verzorgingsproducten voor de baby: badolie en wasgel. Je kan ook het setje gebruiken dat je tijdens je verblijf • • • • • • • •
op de kraamafdeling hebt aangekocht. 2 handdoeken (of 1 handdoek en 1 tetradoek) washandje pamper en vochtige doekjes body kleertjes eventueel nagelschaartje (nageltjes knip je best pas vanaf 6 weken) eventueel badthermometer: de temperatuur moet 37°C zijn navelverzorging: navelbandje, Eosine 2%® en Sicombylpoeder® (krijg je mee naar huis), steriele kompressen van 5 op 5 cm (verkrijgbaar bij de apotheker)
Tips
1
Zorg dat al je benodigdheden klaarliggen en dat ze binnen handbereik liggen.
2
Laat je baby niet te lang naakt en/of nat op het verzorgingskussen liggen. De baby koelt zo gemakkelijk af. De omgevingstemperatuur is minimum 23°C.
3
Zeep je baby in op het kussen en spoel hem daarna af in het badje.
4
Was eerst de oogjes en het gezichtje zonder wasgel. Daarna kan je wasgel nemen om je baby helemaal in te zepen (dit hoeft niet elke dag). Was ook de haartjes, maar gebruik geen shampoo. Was de billetjes als laatste.
5
Voeg pas badolie toe aan het badje als je baby in bad zit.
6
Vermijd bij een droge en/of gevoelige huid zoveel mogelijk het gebruik van gewone zeep en geparfumeerde producten. Je kan de baby na het badje altijd insmeren met een vette en voedende crème. Bij een normale huid is dit niet nodig.
4
Reinigen van het gezichtje
• Gebruik voor het reinigen van de oogjes een vochtig watje en wrijf van de buitenhoek naar de binnenhoek toe. • Gebruik voor het reinigen van het neusje een nat opgerold watje. • Gebruik voor het reinigen van de oortjes een vochtig watje dat je tot een puntje oprolt.
Laat je baby nooit alleen achter op het verzorgingskussen.
5
Temperatuur nemen Je hoeft thuis niet elke dag bij je baby de temperatuur op te nemen, tenzij de baby ziek is. De normale temperatuur van een baby ligt tussen de 36,5°C en 37,5 °C.
Luieruitslag Gebruik enkel bij een rode stuit luierzalf. Bij luieruitslag en een geïrriteerde stuit kan je best Eosine 2%® aanbrengen op de geïrriteerde zone en de stuit inwrijven met Inotyolzalf®, tenzij de arts een andere zalf heeft voorgeschreven. Beperk het gebruik van geparfumeerde vochtige doekjes. Je gebruikt beter een nat washandje of een papieren doekje met olie of reinigingswater.
Navelverzorging Als je baby geboren is, knippen wij of je partner de navelstreng door. Er blijft altijd een klein navelstompje achter dat we verder verzorgen. Ook thuis zal je dit moeten verzorgen want het navelstompje valt er pas na een week (of later) af. De vroedvrouw zal je de eerste keren tonen hoe deze verzorging gebeurt zodat je dit later zelf kan doen.
1
Stip de aanzet van de navel (overgang buikje naar de navel) aan met Eosine 2%®. Je kan de Eosine 2%® eerst op een watje doen of je kan rechtstreeks een druppel op het naveltje laten vallen.
2
Neem het kompresje, vouw het volledig open en maak er een lintje van. Leg dit losjes rond het navelklemmetje.
3
Strooi Sicombylpoeder® op het navelstompje aan de boven- en onderkant. Draai het kompresje losjes rond het klemmetje en leg er nog een kompres bovenop. Zorg ervoor dat de klem geen contact maakt met de huid.
4
Veeg het achtergebleven poeder op het buikje weg.
5
Breng tenslotte het navelbandje aan.
Wanneer het navelstompje is afgevallen en mooi droog staat (niet geel!) mag je verder aanstippen met enkel Eosine 2%® tot het volledig genezen is. Indien de navel toch wat gelig vocht afgeeft of zelfs een beetje bloedt bij het afvallen, blijf je het verder verzorgen met Eosine 2%® en Sicombylpoeder® tot de navel volledig droog staat.
6
BORSTVOEDING
7
Werking van de hormonen Wanneer je bevallen bent, zullen er in je lichaam twee hormonen geactiveerd worden. Prolactine zorgt voor de melkproductie, oxytocine voor het vrijkomen of toeschieten van de moedermelk. Deze hormonen komen vrij wanneer de tepel geprikkeld wordt door het aanraken of zuigen van de baby. Hoe vaker, hoe krachtiger en hoe langer de baby zuigt, hoe meer melk er wordt aangemaakt. Jij en je baby hebben dus een invloed op je melkproductie. Het toeschieten van de melk wordt dan weer bepaald door je fysieke en psychische conditie. Rust en zelfvertrouwen zijn hier van enorm belang.
Het aanleggen van de baby Hoe je de baby aanlegt, is cruciaal bij het geven van borstvoeding. Daarom is het van belang dat je de eerste dagen hulp vraagt aan de vroedvrouwen bij het aanleggen. Leg je baby goed aan... De eerste stap naar een goede borstvoeding is het huid-op-huidcontact met je baby (skin-to-skin). Hiermee wordt gestart van zodra je bevallen bent. Het is nodig dat de baby een flinke hap van de borst neemt met een wijd open mond. Het is immers van belang dat de tepel tot diep achterin de mond van je baby reikt. De lippen van de baby dienen naar buiten gekruld te zijn. Je baby moet borstvoeding drinken en geen tepelvoeding! Om zoveel mogelijk van de borst te kunnen nemen, moet de baby goed bij de borst kunnen en dit zonder het hoofdje te hoeven draaien of aan de tepel te moeten trekken om de borst naar zich toe te brengen. Daarom moet je de baby ter hoogte van de tepel leggen en met het hele lijfje dicht tegen je aan. De kin ligt daarbij tegen je borst. Zo blijft het neusje vrij waardoor je baby goed kan ademen. ...en voorkom problemen Als je baby kan drinken, komt de melkproductie op gang en krijgt hij/zij genoeg melk binnen. De borst wordt geprikkeld, waarbij de melkproductie en de toeschietreflex worden gestimuleerd. Bovendien wordt de borst dan ook goed leeggedronken, wat de kans op stuwing en borstontstekingen aanzienlijk kleiner maakt.
Foute manier van aanleggen
Juiste manier van aanleggen
Volgende signalen zijn indicatoren die erop wijzen dat je baby niet goed aanligt : • Als je borst tijdens, maar ook na, het voeden constant pijn blijft doen. • Indien het snelle ritme van zuigen blijft aanhouden en niet overgaat in een traag ritme van slikken. • Wanneer je baby herhaaldelijk loslaat. • Als je baby enkel maar de tepel vastneemt. 8
Verschillende houdingen Ga in een comfortabele en ontspannen houding zitten of liggen. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis zullen we je leren hoe borstvoeding te geven in de verschillende houdingen. De eerste 2 à 3 dagen is het belangrijk dat je baby om de 2 à 3 uur aan de borst drinkt. De frequentie is daarbij belangrijker dan de duur.
Ritme van het drinken Na de derde dag begint de baby uit zichzelf een ritme te krijgen. Je baby zal je dan zelf om de 3 à 4 uur duidelijk maken dat hij/zij honger heeft. Je baby moet zeker om de vier uur drinken, dat betekent dus minstens zes maal per etmaal. Maar hij/zij mag zelfs tot tien maal per etmaal drinken. Een goede richtlijn is minimum om de twee uur en maximum om de vier uur. Een baby weent niet alleen van de honger en kan dus ook op andere manieren getroost worden. Bijvoorbeeld door hem/haar te laten boeren, een andere luier te geven of de skin-to-skintechniek toe te passen.
Fopspeen Zolang de borstvoeding nog niet goed op gang is, mag je zeker geen fopspeen geven. Het zuigen aan de borst is immers anders dan het zuigen aan een speen. Er kan tepel-speenverwarring optreden. Zodra je baby de techniek van het drinken aan de borst onder de knie heeft en bijkomt in gewicht, kan je je baby troosten door een fopspeen te geven. 9
Eventuele problemen Stuwing Borststuwing geeft pijnlijke, gezwollen, rode en volle borsten. Meestal duurt dit een dag of twee en gaat het gepaard met een temperatuursverhoging. Hoe kan je de pijn verlichten: • Breng warmte aan op je borsten door middel van warme vochtige pampers of neem regelmatig een warme douche. • Masseer de borsten tijdens het voeden. • In sommige gevallen is pijnstilling aangeraden. De arts zal je medicatie voorschrijven. Het streefdoel is soepele borsten, zodat de baby goed kan aanhappen. Kloven In vele gevallen ontstaan tepelkloven doordat de baby niet goed aanligt aan de borst. Daarom is het zo belangrijk dat je de eerste dagen geholpen wordt door een vroedvrouw. De meeste kloven worden veroorzaakt bij het aanleggen gedurende de nacht. Het is altijd handig om de nachtverlichting te laten branden tijdens het voeden. Zo heb je meer zicht op het al dan niet getuit zijn van de lipjes van je baby. Hoe kan je kloven voorkomen of behandelen: • Gebruik een goede aanlegtechniek. • Laat een druppel moedermelk op de tepel opdrogen, je eigen moedermelk is immers de beste zalf. • Vermijd vochtige borstkompressen. • ’s Nachts kan je eventueel zonder bh slapen. Te weinig melk
• • • • •
Leg je baby veel aan met een goede aanlegtechniek. Pas de skin-to-skintechniek toe. Neem voldoende rust. Drink borstvoedingsthee. Na overleg met de arts kan je eventueel stimulerende medicatie nemen.
Bij problemen kan je ten rade gaan bij volgende instanties: • De vroedvrouwen van de kraamafdeling: tel. 09 340 80 60 • De zelfstandige vroedvrouw (huisbezoeken aan terugbetalingstarief) • Kind & Gezin • De kinderarts • De huisarts • De website van de VLOV (Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen): www.vlov.be • VBBB (Vereniging voor Begeleiding en Bevordering van Borstvoeding: tel. 03 281 73 13
10
Zelfstandige vroedvrouwen:
vroedvrouw Vitanova: Gwen De Backer Hilde De Graeve Iris Loopmans Annick Van Damme Iphigenia Tsimbiropoulos Benedicte Balliu Sabine Van Der Borgt Sabine Deck Marlene Reyns Ellen De Rudder
regio Lokeren, Waasmunster, Hamme, Zele, Overmere, Sint-Niklaas Grembergen, Temse
telefoonnummer 0496 16 76 11 www.vita-nova.be
Lokeren, Eksaarde, Waasmunster, Hamme, Moerbeke, Overmere, Zele Laarne Sinaai Hamme De Klinge, Stekene Lochristi, Moerbeke, Zelzate, Wachtebeke
0477 09 91 67 0476 76 10 60 0477 24 89 41 0478 32 43 91 0479 90 06 43 0479 24 09 11
11
Heeft mijn baby voldoende gedronken Bij het geven van borstvoeding beschik je niet over maatstreepjes om te controleren hoeveel je baby gedronken heeft. Aan de hand van onderstaande indicatoren kan je nagaan of je baby voldoende drinkt: • Indien je baby op regelmatige tijdstippen voeding vraagt (om de drie à vier uur). • Als hij/zij tevreden is tussen de voedingen. Dat merk je aan de ontspannen houding van je baby. • Als je baby regelmatige plas en stoelgang heeft (gele, zachte ontlasting). • Wanneer je baby in gewicht toeneemt (100 tot 150 gram per week). Het is een misvatting dat hoe meer de mama drinkt, hoe meer melk ze aanmaakt. Je melkproductie wordt beïnvloed door de frequentie van aanleggen en de goede aanlegtechniek van je baby. Mama’s die borstvoeding geven, hebben wel een groter dorstgevoel. Zorg er dan ook voor dat je altijd water in de buurt hebt.
Hygiëne • Was je handen voor het voeden. • Was je borsten enkel met water. Zeep geeft een uitdrogend effect en ter hoogte van het tepelhof bevinden zich • • • •
de kliertjes van Montgomery die zorgen voor een beschermende laag smeer. Duw na elke borstvoedingsbeurt een druppel moedermelk uit en laat de druppel opdrogen. Vermijd vochtige borstkompressen. Vermijd sterk geurende deodorants en parfums. Gebruik een gepaste borstvoedingsbeha.
Eten en drinken Zolang je het houdt bij een gezonde en gevarieerde voeding kan en mag alles, maar met mate. Matig bijvoorbeeld het gebruik van cafeïnehoudende producten. Het toasten op je baby met één glaasje bubbels mag, maar doe dit juist na een borstvoedingsmoment. Onthoud dat alcohol en nicotine, net zoals alle andere voedingstoffen, overgaan in de moedermelk. Neem enkel medicatie op doktersadvies. Indien je toch medicijnen dient te krijgen, neem ze dan in juist na de borstvoeding.
Je baby verblijft op de neonatologie Naargelang de toestand van je baby wordt er zo snel mogelijk gestart met borstvoeding. Vaak moet je ook afkolven. • Manueel afkolven: de druppels moedermelk worden opgevangen op een lepeltje en dan aan je baby gegeven. • Elektrisch afkolven: gekolfde melk wordt via een cup of een fles aan je baby gegeven.
Meebrengen naar de kraamafdeling Borstkompressen heb je niet nodig, die krijg je tijdens je verblijf op de kraamafdeling. Ook een tepelhoedje, zalf of een afkolfmachine zijn overbodig. Zet dit laatste toestel zelfs niet op je geboortelijst, je kan deze gemakkelijk ontlenen. Het is belangrijk om een borstvoedingsbeha mee te brengen. Koop een katoenen bh in de juiste maat, dat wil zeggen twee maten groter dan je cupmaat op het einde van je zwangerschap. Wat absoluut uit den boze is, is een beha met beugels. 12
FLESVOEDING
13
Bereiding van flesvoeding • Maak geen meerdere flesjes ineens klaar, maar bereid flesje per flesje. • Giet het water op kamertemperatuur in de fles. Gebruik niet-bruisend fleswater waarop vermeld staat dat het geschikt is voor babyvoeding. Gebruik geen Vichy water.
• Voeg het aangeraden aantal maatjes toe. Haal hiervoor het maatje door de poeder en strijk het af met een proper mes of aan het voorziene boordje in de doos.
• Voor 100 ml voeding heb je 90 ml water en 3 schepjes nodig. De regel is: 1 schepje per 30 ml water., tenzij
anders vermeld op de verpakking of voorgeschreven door de kinderarts. Voeg nooit op eigen initiatief extra schepjes toe. • Sluit de fles af en schud goed. • De fles is klaar om op te warmen. Opwarmen van het flesje Je kan het flesje opwarmen in de flesverwarmer of in de microgolfoven. Schud het flesje nog eens goed na het verwarmen en voel altijd aan de binnenkant van de pols of de melk niet te warm is voor je ze aan je baby geeft. Ook nog belangrijk om te weten
• Algemene hygiëne bij het klaarmaken van het flesje is enorm belangrijk. Was daarom altijd eerst je handen. • De restjes opgewarmde voeding giet je best weg. • Een opengemaakte doos mag je niet langer dan een maand gebruiken.
Reinigen van het flesje • • • • •
Spoel onmiddellijk na de voeding het flesje uit. Voordat je het flesje steriliseert, moet je het grondig afwassen met detergent Spoel het daarna grondig uit. Met de speentjes en de dopjes doe je hetzelfde. Flesjes en speentjes mogen ook in de vaatwasser.
Hoe steriliseren Afkoken Laat de flesjes 10 minuten in een kom met water op het vuur koken. De speentjes voeg je de laatste 3 minuten toe. In de oven Zet de flesjes 10 minuten op 100° in de oven. De speentjes kook je af. In de sterilisator Volg de instructies van de fabrikant. Koude of chemische sterilisatie De bruistabletten kan je bij de apotheker verkrijgen. Volg hierbij de instructies op de verpakking. In de microgolf Idem als afkoken. Nadien plaats je de flesjes omgekeerd op een propere handdoek. De speentjes wikkel je ook in een handdoek. 14
Tips • • • • • •
Zorg dat het neusje van je baby vrij is. Zoniet, reinig het met fysiologisch water. De gemiddelde tijd tussen 2 voedingen is 3 à 4 uur. De eerste weken drinkt je baby 6 keer per dag, tenzij de kinderarts anders voorschrijft. Bij de nachtvoedingen maak je er best geen knuffelpartij van Zorg ervoor dat het speentje goed gevuld is met melk zodat je baby niet teveel lucht hapt. Laat je baby halverwege de voeding boeren door hem of haar rechtop te houden of tegen je schouder te leggen. Het is aangewezen je baby de voeding in 2 of 3 keer te geven en tussendoor even te laten boeren. Ook na de voeding laat je je baby boeren. • Indien je baby te gulzig drinkt, controleer dan het speentje. De melk moet er uit druppelen, niet lopen. • Verander nooit op eigen initiatief van voeding. Vraag hierover steeds advies aan de kinderarts of de verpleegkundige van Kind & Gezin. Indien je baby de voeding niet goed verdraagt, kan je altijd van merk flessenwater veranderen.
15
16
NAAR HUIS
17
De grote dag is aangebroken! Je mag met je baby het ziekenhuis verlaten.
Niets vergeten? • • • • •
medicatievoorschriften van de gynaecoloog en eventueel kinderarts doos pamperdoekjes borstcompressen ( begonnen verpakking ) verzorgingssetje baby (vrijblijvend) producten navelverzorging en thermometer
Zeker halen bij de apotheker of drogist: • poedermelk (bij flesvoeding) • steriele compressen (5x5cm) voor de navelverzorging • navelbandjes • vitamine K en D (bij borstvoeding) • koortswerend middel (Perdolansiroop voor baby’s) • unidoses fysiologische oplossing (voor neus– en oogreiniging) • (luierzalf voor rode stuit) Vergeet de geboorteaangifte niet, indien dit nog niet is gebeurd. Je hebt een attest van het gemeentehuis nodig voor de inschrijving in de mutualiteit. Wacht hier best niet te lang mee.
Algemene hygiëne mama: • Een ligbad is de eerste 2 weken na de bevalling af te raden. • Bloedverlies tot 6 weken na de bevalling is normaal, maar wel in afnemende mate. Gebruik enkel maandverband, geen tampons. • Opletten met heffen en tillen, vooral na een keizersnede ! • Na 6 weken op controle bij de gynaecoloog (maak tijdig een afspraak).
18
60500160 - © AZ Lokeren 2014
Algemeen Ziekenhuis Lokeren Partner van het UZ Gent Lepelstraat 2 9160 LOKEREN Onthaal tel. 09 340 81 11 fax 09 340 81 91 Kraamafdeling tel. 09 340 80 60 www.azlokeren.be
[email protected]
Auteur/verantwoordelijke: team vroedvrouwen