Informatie voor het aanleggen, verzorgen en onderhoud van uw geveltuin
Welke planten zijn geschikt? Niet alle planten zijn geschikt of toegestaan voor een geveltuin. Zo is het planten van bomen niet toegestaan. De boomwortels kunnen kabels, leidingen en de fundering van uw woning worden aangetast; Vermijd giftige planten en kies geen planten die snel en breed uitgroeien.
Welke soorten planten kunt u gebruiken in uw gebruiken in uw geveltuin? 1. Eenjarige planten: planten die in één jaar ontkiemen, bloeien en vruchten of zaad geven. 2. Vaste planten: planten die in de grond blijven, waarvan de wortels blijven leven. 3. Laag blijvende heester: een boomachtige struik, waarvan de takken bij de grond ontspringen. Ze worden ongeveer één tot anderhalve meter hoog. 4. Klimplant: plant met een dunne buigzame stengel die niet rechtop kan staan maar zich langs andere planten of bijvoorbeeld muren omhoog werkt. Ze zijn zelfhechtend. 5. Slinger- en leiplant: plant die onder het opgroeien zich om andere planten of voorwerpen slingert en zo steun zoekt om omhoog te komen. Slingerplanten hebben spandraden nodig en leiplanten moeten langs een houten rekje aan de muur worden geleid.
Welke planten u kiest voor uw geveltuin is afhankelijk van de standplaats. Ligt uw geveltuin op het zuiden (in de volle zon), op het westen of oosten (halfschaduw, wind) of op het noorden (donker). Wat de standplaats ook is, voor iedere geveltuin zijn planten te koop die geschikt zijn voor uw situatie Bedenkt u wel hoe hoog u uw planten uiteindelijk wilt hebben. Kunt u nog steeds bij de ramen om ze te lappen? Hebben de bovenburen geen last van uw klimmers of vinden ze het juist mooi? Lage en kleine plantjes zijn kwetsbaar. Denkt u daarbij aan de voetballende en spelende kinderen. Zonder opzet kunnen ze toch al spelend uw plantjes vernielen. Stevige planten zijn dan een oplossing. Op de volgende pagina’s vindt u meer informatie over welke planten waar geschikt zijn. Per plant krijgt u eerst de Nederlandse- dan de Latijnse benaming. Ook kunt u zien welke kleur de (bloeiende) plant heeft. Felle kleuren en sterke geuren trekken veel insecten aan. 1
Een gevel op het zuiden, in de volle zon, kan voor planten erg warm en droog zijn. Sommige planten kunnen hier tegen. Eénjarigen • • • • • • • •
Sneeuwtapijt – Alyssum maritimum (wit) Leeuwebek – Alyssum maritimum (diverse kleuren) Kattesnor – Cleome pungens (roze) Slaapmutsje – Eschscholzia Californica (oranje) Maskerbloem – Mimulus hybridus (diverse kleuren) Portulak – Portulaca grandiflora (diverse kleuren) Zonnebloem – Helanthus annuus (geel) Afrikaan – Tagetes patula (geel)
Vaste planten • • • •
Schildzaad – Alyssum saxatile (geel) Rijstebrij – Arabis caucasica (wit) Zeepkruid – Saponaria Bressingham (roze en rood) Thijm – Yhymus vulgaris (lila) Heesters (laag)
• • •
Zuurbes – Berberis wilsoniae (geel en roze bes) Vlinderstruik (klein) – Buddleja nanhoensis (lila) Lavendel – Lavendula (blauw) Klimplant
• •
Trompetbloem – Campsis radicans Wingerd – Parthenocissus tricuspidata (groen blad) Slinger- en leiplanten
• • • •
Blauwe regen – Wisteria sinensis (licht blauw) Passiebloem – Passiflora caerulea (blauw/violet) Klimroos – Rosa “Chinatown” (roze) Klimroos – Rosa “Golden Showers” (geel)
2
Een gevel op het westen of oosten, in de halfschaduw. Hier voelen veel planten zich thuis. Er is voldoende licht en het is niet te droog. Bedenk hierbij dat sommige planten die in de halfschaduw staan de neiging hebben naar het licht toe te groeien. Planten die op het westen staan kunnen windschade oplopen, bind ze daarom tijdig op.
Eénjarigen • • • • • •
Akelei - Aquilegia hybrida (diverse kleuren) Vingerhoudskruid – Digitailis Purperea (diverse kleuren) Bellenplant - Fuchsia (diverse kleuren) Vlijtig Liesje -Impatiens (diverse kleuren) Liatris -Liatris spicata (purper/violet) Reuzenbalsemien – Impatiens Glandulifera (roze, wit, purper) Vaste planten
• • •
Donkere Ooievaarsbek – Geranium Phaeum (donker purper) Duizendknoop – Polygonum Affine "Donald Lowndes" (rose/rood) Grootbloemig viooltje - Viola x wittrockiana ( bruin/rood) Heesters (laag)
• • • • • •
Japanse kwee Chaenomeles speciosa "Red Trail" (helrood + gele vrucht) Dwergmispel – Contoneasterdammeri “Coral Beauty (wit + rode vrucht) Kardinaalsmuts – Euonymus fortunei “Emerald and Gold” (geel gerand blad) Fuchsia(winterhard) – Fuchsia “Riccartonii”(rood/paars) Hertshooi - Hypericum calycinum (geel) Weigelia - Weigelia Hybr. ”Lucifer” (donkerrood) Klimplant
• •
Klimhortensia – Hydrangea petiolaris (wit) Wingerd – Parthenocissus tricuspidata (groen blad) Slinger- en leiplanten
• • • • •
Kamperfoelie - Lonicera heckrottii (wit/rood) Kampetfoelie – Lonicera henryi (geel/wit) Bosrank – Clematis (diverse kleuren) Bruidsluier- Polygonum aubertii (wit/crème) Klimroos - Rosa “Parkdirektor Riggers" (zuiver rood)
3
Een gevel op het noorden (weinig licht), is voor planten minder gunstig. Toch zijn er genoeg planten die ook op een noordgevel goed kunnen groeien. Eénjarigen • • • •
Bellenplant – Fuchsia (diverse kleuren) Oost-Indische kers – Tropaedum majus (geel/oranje) Sleutelbloem – Primula acaulis (diverse kleuren) Vingerhoedskruid - Digitalis purpurea (diverse kleuren) Vaste planten
• • • • • •
Donkere ooievaarsbek – Geranium phaeum (donker purper) Lieve vrouwe bedstro – Asperula odorata (wit) Pachysandra – Pachysandra terminalis (wit) Grote Maagdenpalm – Vinca major (blauw) Kleine Maagdenpalm – Vinca minor (blauw) Zenegroen – Ajuga reptans (blauw/paars) Heesters (laag)
• • •
Kardinaalsmuts – Euonymus fortunei "Emerald and Gold" (geel gerand blad) Opgaande klimop – Hedera helix "Erecta" (groen blad) Viburnum – Viburnum x tinus (wit) Klimplant
• •
Klimhortensia – Hydrangea petiolaris (wit) Klimop – Herdera aureara marginata (geel/groen blad) Slinger- en leiplanten
• • •
Dwergmispel - Cotoneaster horizontalis (roze) Winterjasmijn - Jasminum nudiflorum (gee)l Klimroos – Rosa “Pink Cloud” (roze)
4
Planttijd Vaste planten: maart / april Eénjarigen: april / mei Heesters: van oktober t/m maart Lei- en klimplanten: van oktober t/m maart Bollen: oktober / november (in de grond planten)
Aanleg en onderhoud Als u slingerplanten gebruikt, moet u van tevoren latwerk of draden stevig aanbrengen. Haal vóór het planten de wortelkluit uit de plastic pot. Is de kluit erg droog, dan deze eerst even in een emmer water zetten. Zorg dat de wortels goed in de grond komen, stevig aandrukken en tenslotte flink water geven. Geef klimplanten de ruimte. Het eerste jaar na aanleg is het belangrijk dat de tuin voldoende vocht krijgt toegediend. Houdt u er rekening mee dat het naast de gevel, ook bij regen, erg droog kan zijn. Het onderhoud bestaat uit regelmatig water geven. Af en toe kunt u de planten bijmesten, vooral de oudere planten. Uitgebloeide bloemen en dode plantdelen weghalen, dit bevordert de bloei.
Succes en veel plezier met uw geveltuin!
5