Preek van Martijn Piet d.d. 16 april 2006
Pasen 2006 Jezus is overwinnaar! Hij heeft de zonde en de dood overwonnen. Dat is wat we vandaag vieren. De dood heeft niet het laatste woord, want de dood heeft geen macht over Jezus gehad. Het graf kon hem niet vasthouden. Hij leeft! Hij is meer dan overwinnaar en in Hem zijn ook wij meer dan overwinnaars. Dat is goed nieuws! Jij bent, in Hem, meer dan overwinnaar! Hoe geweldig is dat? Het is als de muis en de olifant die samen over een brug wandelen waarbij de muis tegen de Olifant zegt: “Wat stampen we lekker samen”. Onze eigen inbreng in de overwinning waarin wij mogen leven, is volledig te verwaarlozen. Het is Jezus en Jezus alleen die de overwinning voor ons heeft bewerkt. Overwinning waarover? Overwinning over de dood. De dood is niet langer oppermachtig, maar onderworpen aan het gezag en de autoriteit van Jezus. De dood is de laatste vijand zegt Paulus in 1 Korinthiërs 15:26. Eerst gaan we die vijand de “dood” even nader bekijken. Zoals zoveel woorden, heeft ook het woord “dood” meerdere betekenissen of meerdere niveaus van betekenis. Dat geldt voor het woord “dood”, maar ook voor het woord “leven”. In een bepaalde betekenis is “dood” een toestand. Het is het ophouden van leven, wanneer het lichaam sterft. Wanneer het bloed niet meer door je aderen stroomt, wanneer je longen geen zuurstof meer opnemen. Maar in een andere betekenis is “dood” ook een macht of een duistere engel: de engel des doods. Wanneer Johannes op het eiland Patmos opgenomen wordt in een visioen, zo lezen wij in Openbaringen hfd. 6. Dan ziet hij op een gegeven moment een beeld waar vier ruiters te paard in voorkomen. Vers 8 zegt: “Toen zag ik een vaalgeel paard. De ruiter heette Dood, en Dodenrijk vergezelde hem.” Dood en dodenrijk worden hier als personen getoond. Dood is de duistere engel, een dienaar van satan, die het leven ontneemt en de geest opeist van iedere onrechtvaardige die sterft (dus van een ieder die niet gerechtvaardigd is door geloof in Jezus). Het dodenrijk (Hades) is de verblijfplaats waar de geest van hen die heengaat, vastgehouden wordt. Maar in een ander opzicht is “dodenrijk” net als “dood” een persoon. Evenals “dood” is “dodenrijk” een obscure engel, een dienaar van satan, die “dood” op de hielen volgt. “Dodenrijk” neemt bezit van de geesten die door de “dood” zijn opgeëist, en brengt ze naar het gebied van de vertrokken geesten waaraan hij zijn naam ontleent (het dodenrijk). Zo is “leven” ook een toestand waarin wij verkeren, als er bloed door onze aderen stroomt en onze longen zuurstof opnemen. Maar “leven” is ook een persoon. Zijn naam is Jezus. Hij zegt over zichzelf Johannes 11:25: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, Johannes 8:51: Waarachtig, ik verzeker u: als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.’ Jezus zegt hier niet dat gelovigen nooit zullen sterven, of dat een gelovige de lichamelijk dood niet zal ondergaan. Hij zegt dat gelovigen de “dood” niet zullen zien. Hij heeft het dan over de sinistere engel die “dood” heet en zijn metgezel die “dodenrijk” heet. Jezus bedoelt hiermee dat de geest van de ware gelovige bij het verlaten van het lichaam nooit onder de heerschappij zal komen van deze twee engelen, “dood” en “dodenrijk”.
1
Maar daarentegen zal de geest, van hen die op Jezus vertrouwen, door Gods engelen worden ontvangen – de engelen van het licht – en deze zullen hem naar het Paradijs begeleiden. Uiteindelijk, belooft de bijbel, zullen dood en dodenrijk volledig vernietigd worden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. (Openbaringen 20:13-14) We zien dus dat wij, wanneer wij in Christus geloven, de dood niet zullen zien, maar dat onze geest eeuwig zal leven in Gods nabijheid. Maar hoe zit dat met ons lichaam? De mens is net als God een drie-eenheid. Wij zijn een drieeenheid, bestaande uit geest, ziel en lichaam, die samen een eenheid vormen. Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken… (Hebreeën 4:12) Toen God Adam schiep zei hij: Genesis 1:26 …Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis… Het kernwoord dat hier vertaald wordt met beeld, wordt in het moderne hebreeuws gebruikt voor “je foto laten maken”. Geschapen naar Gods beeld, wil zeggen dat Adam uiterlijke kenmerken had, die gelijk waren aan de beeltenis van God. De overeenkomst tussen de mens en God gaat veel verder dan alleen maar uiterlijke vorm. Het tweede woord, dat vertaald wordt met gelijkenis betreft de totale persoonlijkheid van de mens. Het geeft aan, dat er een overeenkomst is tussen de totale persoonlijkheid van de mens en het wezen, of de natuur van God Zelf. Toen maakte God, (de HEER,) de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. (Genesis 2:77 - Staten vertaling: Levende ziel) We bestaan dus uit het zichtbare, het stoffelijke en het materiele, gevormd uit het stof van de aarde en het onzichtbare, het immateriële deel, die zijn oorsprong heeft in de levensadem van de almachtige God. • Onze geest hebben we om te communiceren met God en het bovennatuurlijke, de geestelijke wereld. • Door onze ziel kennen we onszelf, dat is onze persoonlijkheid, onze gevoelens en emoties. • En met het lichaam – onze zintuigen – kennen we onze omgeving. We hebben gezien wat er met onze geest gebeurt wanneer wij komen te sterven, als wij onze hoop en ons vertrouwen op Christus hebben gesteld, maar wat gebeurt er met ons lichaam? 1 Corinthiers 15 Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is 2 en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. 3 Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, 5 en dat hij is verschenen aan Kefas (Simon Petrus) en vervolgens aan de twaalf leerlingen. 6 Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. 7 Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. 8 Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was. 9 Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd. 10 Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen 2
kracht maar dankzij Gods genade. 11 Hoe dan ook, of zij het nu zijn of ik, wij verkondigen allemaal dezelfde boodschap, en door die boodschap bent u tot geloof gekomen. 12 Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? 13 Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt; 14 en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. 15 Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt–want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan. 16 Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. 17 Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden 18 en worden de doden die Christus toebehoren niet gered. 19 Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. 20 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21 Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22 Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. 23 Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren. 24 En dan komt het einde en draagt hij het koningschap over aan God, de Vader, nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. 25 Want hij moet koning zijn totdat ‘God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’. 26 De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood, Tot zo ver. Straks lezen we verder, maar ik wil eerst even kijken naar de verzen die we zojuist hebben gelezen vanaf vers 20: 20 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21 Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22 Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. 23 Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren. Dit gaat niet over onze ziel of onze geest. Die hoeven niet opgewekt te worden, want zij hebben al een eeuwige bestemming en zullen de dood niet zien. Waar Paulus hier over schrijft, is over de opstanding. Dit gaat over ons lichaam dat sterft om vervolgens weer tot leven te worden gewekt. God heeft ons bedoeld als een drie-eenheid. Wanneer wij sterven verlaat onze geest ons lichaam. Maar zoals Christus als eerste is opgestaan, zo zal ook ons lichaam, weer tot leven komen en opstaan. Wanneer? Wanneer zal dit gebeuren? Wanneer Hij komt. Wanneer Hij terugkomt voor zijn bruid. Zoals Jezus is opgevaren naar de hemel, zo zal Hij ook terugkomen in een wolk. Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. ( 1 Thessalonicenzen 5:23 We hebben nu niet de tijd om uitgebreid in te gaan op de vraag wanneer dit gebeuren zal. Dat is een studie op zich, maar Jezus zelf zegt hier onder andere over: 42 Wees (dus) waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. 43 Besef wel: als de heer des huizes had geweten in welk deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn en niet in zijn huis hebben laten inbreken. 44 Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht. (Mattheüs 24:42-44) Wanneer Jezus komt, komt Hij als een dief in de nacht, zegt ook Openbaringen 16:15. Maar Hij komt niet om te stelen. Hij komt om te halen wie hem toebehoren. 3
Hij komt als een bruidegom die verlangt om verenigd te worden met Zijn bruid, de gemeente. Zij die Christus toebehoren en reeds gestorven zijn, zullen eerst uit de dood opstaan en vervolgens tezamen met de gelovigen die op dat moment leven, Jezus tegemoet gaan in de wolken en met Hem meegaan. Nu zou iemand kunnen vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt? En hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ Dat lijkt mij een zinnige vraag. Jezus zelf was tenslotte slechts drie dagen in het graf. Hij had de leeftijd van 33 of 34 jaar. Maar de lichamen van de meeste die gestorven zijn, zijn al lang vergaan. Van mensen die gecremeerd zijn is alleen nog maar hun as over. Hoe zit het met mensen die totaal verminkt zijn, door een ongeluk of ziekte? Hoe oud zul je zijn wanneer je lichaam wordt opgewekt? Wordt een mens dat sterf als kind opgewekt als kind? Een foetus als foetus? Een bejaarde als bejaarde? En hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ Een herkenbare en logische vraag? Nou . . . niet volgens Paulus: 35 Nu zou iemand kunnen vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ 36 Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. 37 En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel misschien of iets anders. 38 God geeft daaraan de vorm die hij heeft vastgesteld, en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm. 39 Elk aards lichaam is anders; het lichaam van een mens is enig in zijn soort, dat van een dier eveneens, dat van een vogel ook, en ook dat van een vis. 40 Er zijn lichamen aan de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is anders dan die van een aards lichaam. 41 De zon heeft een andere schittering dan de maan, de maan weer een andere dan de sterren, en de sterren onderling verschillen ook in schittering. 42 Zo zal het ook zijn wanneer de doden opstaan. Wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt, 43 wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt. 44 Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar een geestelijk lichaam opgewekt. Wanneer er een aards lichaam is, is er ook een geestelijk lichaam. 45 Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd een levend, aards wezen.’ Maar de laatste Adam (Jezus) werd een levendmakende geest. 46 Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke. 47 De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede mens is hemels. 48 Ieder stoffelijk mens is als de eerste mens, ieder hemels mens is als de tweede. 49 Zoals we nu de gestalte van de stoffelijke mens hebben, zo zullen we straks de gestalte van de hemelse mens hebben. 50 Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dit: wat uit vlees en bloed bestaat kan geen deel hebben aan het koninkrijk van God; het vergankelijke krijgt geen deel aan de onvergankelijkheid. 51 Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven– toch zullen wij allemaal veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen. 53 Want het vergankelijke lichaam moet worden bekleed met het onvergankelijke, het sterfelijke lichaam met het onsterfelijke. (1 Korinthiërs 15-53) Wanneer Paulus hier spreek over de opstanding van ons lichaam, dan bedoelt hij ook daadwerkelijk de opstanding van ons lichaam. Zoals God je ooit gevormd heeft in de moederschoot en het zich ook daarna ontwikkeld heeft. Het is dat lichaam dat opgewekt zal worden en opnieuw zal leven. Maar tegelijkertijd zal dat opgestane lichaam ook heel anders zijn: vol schittering, kracht en onvergankelijk, oftewel onverwoestbaar, niet aards, maar hemels. Maar nog altijd jij. Jouw lichaam. God heeft een nauwkeurige database waarin elke uiterlijk eigenschap in ligt opgeslagen. Jezus zegt in Mattheüs 10:30 dat de haren op ons hoofd allemaal zijn geteld. Vergeet niet dat Hij je al een keer heeft gemaakt. Hij kan, én zal, je ook weer opnieuw laten leven. 4
In Lucas 21:16-18 zegt Jezus tegen Zijn discipelen: 16 En gij zult overgeleverd worden, zelfs door ouders en broeders en verwanten en vrienden, en zij zullen sommigen van u doden, 17 en gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil. 18 Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan; Wat een geweldige belofte! Paulus vergelijkt in het stuk dat we gelezen hebben, het proces van gestorven zijn en weer opgewekt worden en daarbij de verandering van ons lichaam, met een zaad dat sterft in de grond en waar een nieuwe plant uit voortkomt. Uit dat voorbeeld zie je: •
Ten 1e: Er is een rechtstreeks verband tussen het zaad en de uiteindelijke plant. Zo ook is er een rechtstreeks verband tussen je huidige lichaam en het verheerlijkte, onvergankelijke lichaam dat je straks zult krijgen. De aard van het lichaam dat begraven werd, bepaalt ook de aard van het lichaam dat opgewekt wordt.
•
Ten 2e: Het lichaam dat opgewekt wordt, zal in dat opstandingproces bepaalde definitieve, duidelijke veranderingen ondergaan. Zoals een plant er duidelijk anders – mooier – uitziet dan het zaad dat sterft in de grond.
Een paar van die veranderingen: •
Het huidige lichaam is vergankelijk, onderhevig aan afbraak, vatbaar voor ziekte, verval en ouderdom. Het nieuwe lichaam zal onvergankelijk zijn – dus vrij van al deze negatieve invloeden.
•
Het huidige lichaam is sterfelijk – onderworpen aan de dood. Het nieuwe lichaam zal onsterfelijk zijn en niet kunnen sterven.
•
Het huidige lichaam is, als gevolg van de zondeval, een lichaam van oneer, van fysieke broosheid en schaamte. Het nieuwe opstandinglichaam zal een lichaam zijn van schoonheid en heerlijkheid, vrij van alle beperkingen van de mens zoals we dat nu kennen.
•
Het huidige lichaam is een ‘ziels’ lichaam. Het nieuwe lichaam zal onderworpen zijn aan onze ‘geest’ in plaat van aan onze ziel.
Hoe geweldig moet dat zijn. Je krijgt een nieuw lichaam, zonder kwalen en tekortkomingen. Een lichaam zoals het opgestane lichaam van Jezus. We lezen hierover in de evangeliën. Niet langer beperkt door ruimte en tijd. Jezus kon verschijnen en verdwijnen, zoals Hij dat verkoos. Hij kon door gesloten deuren heengaan. Opvaren naar de hemel en weer naar de aarde terugkeren. Ongelofelijk maar waar. Jij en ik krijgen zo’n zelfde lichaam, wanneer Hij komt voor hen die Hem toebehoren. Hij is als eerste uit de dood opgestaan. Dat is wat wij vieren met Pasen. En als hij als eerste is opgestaan, dan zullen wij Hem volgen wanneer Hij komen zal als een dief in de nacht. Dus zorg dat je er altijd klaar voor bent. Ben jij klaar om Hem te ontmoeten? Dat is de vraag vanmorgen. 5
Ik wil afsluiten door hfd. 15 van 1 Korinthiërs met u verder uit te lezen. Vanaf vers 54: 54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft. 58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn. Vragen: 1. Waardoor bent u het meeste aangesproken in deze preek? a. Waarom? 2. Wat betekent Pasen voor u persoonlijk? a. Hoe geeft u daar vorm aan? 3. Hoe kun je er nu voor zorgen, hoe je hemelse lichaam er straks uit zal zien? a. Welke investeringen zijn op dat gebied noodzakelijk voor de toekomst? 4. Sommige mensen vergelijken het stervensproces als de geboorte naar iets nieuws en onbekends, waar het leven pas echt begint. a. Helpt die vergelijking u? b. Waarom wel/niet?
6