Paritair leercomité voor de elektriciens: installatie en distributie (PLC 149.01) Beschrijving van de sector Mogelijke opleidingen en duur Bijzondere erkenningsregels voor patroons en opleidingsverantwoordelijken Mogelijke onderwijs- of opleidingsinstellingen Instapleeftijd voor de jongeren Maximum aantal jongeren dat tegelijkertijd in opleiding mag zijn bij de werkgever Mogelijke alterneringsschema’s Leervergoeding Proeven Formaliteiten bij beëindiging van de leerovereenkomst Model van leerovereenkomst Contact - secretariaat Beschrijving van de sector Klik hier om te weten welke ondernemingen tot deze sector behoren. Mogelijke opleidingen en duur -
hulpelektricien
-
residentieel elektrotechnisch installateur industrieel elektrotechnisch installateur tertiair elektrotechnisch installateur technicus toegangssystemen en toegangscontrole technicus brandbeveiligingssystemen technicus hoogspanning hersteller van elektrische en elektronische apparatuur magazijnier koelmonteur koeltechnicus onderhoudstechnicus tertiair onderhoudswerker tertiair onderhoudselektricien tertiair onderhoudstechnieker industrieel-onderhoudswerker industrieel-onderhoudselektricien industrieel-onderhoudstechnieker technicus verwarmingsinstallaties technicus industriële automatisatie technicus lichtreclame technicus inbraakbeveiligingssystemen bordenbouwer assistent podiumtechnicus podiumtechnicus plaatser van boven- en ondergrondse leidingen technicus domotica technicus immotica technicus elektrische zwembaduitrustingen installateur van fotovoltaïsche systemen warmtepompeninstallateur
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 1/6
Duur van de opleiding “hulpelektricien”: 12 maanden. Duur van alle andere opleidingen: minimum 24 maanden – maximum 48 maanden. Voor een aantal opleidingen kan de minimumduur van 24 maanden ingekort worden tot 12 maanden wanneer de jongere reeds een bepaalde opleiding gevolgd heeft, volgens de tabel hieronder: Opleiding min. 24 min. 12 maanden
Vereiste vooropleiding
technicus inbraakbeveiligingssystemen
residentieel elektrotechnisch installateur
technicus domotica
residentieel elektrotechnisch installateur
technicus elektrische zwembaduitrustingen
residentieel elektrotechnisch installateur
installateur van fotovoltaïsche systemen
residentieel elektrotechnisch installateur
podiumtechnicus
assistent podiumtechnicus
technicus immotica
tertiair elektrotechnisch installateur
De opleidingen met een minimumduur van 24 maanden kunnen in 12 maanden doorlopen worden wanneer de betrokken jongere zo’n opleiding volgt om een kwalificatiegetuigschrift van het 7de jaar beroeps- of technisch onderwijs te behalen (Franse Gemeenschap). De werkgever kan vooraf aan het PLC de toelating vragen om de leertijd in te korten of te verlengen; deze aanvraag moet gemotiveerd zijn en overlegd met de betrokken onderwijsinstelling. Als de opleiding vlot verloopt, kan de werkgever aan het PLC de toelating vragen om de leerling een vervroegde eindproef te laten afleggen; deze aanvraag moet gemotiveerd zijn en overlegd met de betrokken onderwijsinstelling. Wanneer een leerling slaagt in zo’n vervroegde eindproef, dan eindigt zijn leerovereenkomst op de dag van die proef, door aanpassing van de oorspronkelijke einddatum op het contract.
Bijzondere erkenningsregels voor patroons en opleidingsverantwoordelijken Bijzondere voorwaarden : Voor elke opleiding waarvoor de werkgever de erkenning als patroon vraagt, moet in zijn onderneming minstens 1 persoon aanwezig zijn die bevoegd is om die opleiding te geven doordat hij > minstens 24 jaar oud is en > minstens 6 jaar praktijkervaring heeft in het beroep dat aangeleerd wordt. Procedure : Een werkgever die een aanvraag tot erkenning als patroon wil indienen, moet hierover eerst het advies van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, van de vakbondsafvaardiging vragen, indien deze instanties aanwezig zijn in zijn onderneming. Het PLC spreekt zich enkel uit over volledige erkenningsaanvragen, bijlagen inbegrepen. Het PLC neemt zijn beslissing binnen een termijn van 15 werkdagen die volgen op de datum waarop het secretariaat van het leercomité de volledige erkenningsaanvraag heeft ontvangen. Formaliteiten : Wil een werkgever een erkenning aanvragen (voor hemzelf en/of voor een of meer opleidingsverantwoordelijken), dan moet hij daarvoor een standaardformulier gebruiken.
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 2/6
Naast de gebruikelijke gegevens moet de werkgever het volgende meedelen: het aantal jongeren die in opleiding zijn in zijn onderneming het totaal aantal jongeren dat hij van plan is om op te leiden in zijn onderneming. Voor al die jongeren moet hij hun leeftijd en studie-/opleidingsniveau vermelden. Onder “jongere” verstaan we hier: elke jongere die in de onderneming van de werkgever een stage, opleiding of leertijd volgt die minstens 60% van de totale tijd van zijn studie of opleiding uitmaakt, ongeacht het type contract of overeenkomst dat voor die stage/opleiding/leertijd met de werkgever gesloten wordt. Bij het aanvraagformulier voegt de werkgever de volgende aparte verklaringen die hij eigenhandig moet ondertekenen: 1. een verklaring op eer die bevestigt dat hij of zijn onderneming de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake sociale zekerheid naleeft 2. een verklaring op eer betreffende de situatie van de werkgever of zijn onderneming met betrekking tot de fiscale verplichtingen. Deze aparte verklaringen zijn niet nodig wanneer de aanvraag enkel ingediend wordt voor de erkenning van opleidingsverantwoordelijken in de onderneming van een werkgever die al erkend is als patroon. Duur van de erkenning : Een werkgever die gedurende 24 opeenvolgende maanden geen leerlingen in opleiding heeft, verliest automatisch zijn erkenning, en dit voor alle beroepen waarvoor hij erkend werd. Dit betekent dat hij, na afloop van die periode van 24 maanden, opnieuw een erkenning moet aanvragen voor elk beroep waarin hij leerlingen wil opleiden. In elk geval duurt een erkenning maximum 5 jaar. Als een werkgever na afloop van deze periode nog jongeren wil opleiden met een “industriële” leerovereenkomst, dan moet hij opnieuw een volledige erkenningsaanvraag indienen.
Geschikte onderwijs- of opleidingsinstellingen Voor het verstrekken van de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming komen de volgende onderwijs- en opleidingsinstellingen in aanmerking: de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs (CDBSO of CDO) (ook “centra voor leren en werken (CLW)”) in de Vlaamse Gemeenschap, de "centres d'éducation et de formation en alternance (CEFA)" in de Franse Gemeenschap en de "Teilzeitunterrichtszentern" in de Duitstalige Gemeenschap andere opleidingscentra die het PLC kan toelaten op voorwaarde dat de volledige regelgeving van het “industrieel leerlingwezen” nageleefd wordt. De aanvullende theoretische opleiding wordt bij voorkeur verstrekt in inrichtingen die beschikken over de infrastructuur en het bevoegd onderwijzend personeel die vereist zijn voor de opleidingen die vermeld staan onder “Mogelijke opleidingen en duur”.
Instapleeftijd voor de jongeren Jongeren mogen hoogstens 21 jaar zijn bij het begin van de leerovereenkomst. Na speciale toelating van het PLC kunnen leerovereenkomsten gesloten worden met jongeren die nóg ouder zijn, maar nooit ouder dan 25 jaar. Voor de opleiding “technicus inbraakbeveiliging” geldt een minimumleeftijd van 18 jaar (opgelegd door de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid).
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 3/6
Maximum aantal jongeren dat tegelijkertijd in opleiding mag zijn bij de werkgever Ook hier verstaan we onder “jongere”, elke jongere die in de onderneming van de werkgever een stage, opleiding of leertijd volgt die minstens 60% van de totale tijd van zijn studie of opleiding uitmaakt, ongeacht het type contract of overeenkomst dat voor die stage/opleiding/leertijd met de werkgever gesloten wordt. We maken een onderscheid tussen juniors en seniors in opleiding. Een “senior in opleiding” is een jongere die >
ofwel geslaagd is in het 4de jaar van een studierichting die in verband staat met het beroep dat hij wil uitoefenen in een onderneming, ofwel een getuigschrift heeft van de leertijd in de middenstandsopleiding (Syntra Vlaanderen, IFAPME, SFPME of IAWM) dat in verband staat met het beroep dat hij wil uitoefenen in een onderneming ofwel onmiddellijk toelaatbaar is tot het 1ste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd (Syntra Vlaanderen, IFAPME, SFPME of IAWM), zonder voorbereidend jaar
>
minstens 18 jaar oud is.
Alle overige jongeren in opleiding zijn juniors. Een werkgever mag gelijktijdig het volgend aantal jongeren opleiden, rekening houdend met >
het aantal werknemers dat hij in zijn onderneming tewerkstelt
>
het aantal opleiders in de onderneming. Aantal werknemers
Maximum aantal jongeren in opleiding (juniors en seniors)
Maximum aantal juniors in opleiding
Minimum aantal opleiders
0-4
2
1
1
5–9
3
1
2
10 – 14
4
2
2
15 – 19
5
2
3
20 - 24
6
3
3
25 - 29
7
3
4
30 - 34
8
4
4
35 - 39
9
4
5
40 en +
¼ van het personeel
⅛ van het personeel
⅛ van het personeel
Een opleider mag niet meer dan 2 jongeren tegelijk opleiden. Onder “opleider” verstaan we >
de werkgever zelf (als hij persoonlijk jongeren opleidt),
>
de opleidingsverantwoordelijke(n) die zo nodig werd(en) aangeduid voor de opleiding van jongeren met een “industriële” leerovereenkomst
>
de instructeur(s) die zo nodig werd(en) aangeduid voor de opleiding van jongeren met een “industriële” leerovereenkomst.
Op gemotiveerd verzoek van de werkgever kan het PLC individuele afwijkingen toestaan op aantallen in de tabel hierboven. Het houdt hierbij rekening met het studieniveau van de jongeren, hun leeftijd en hun omkadering in de onderneming. Telkens wanneer een werkgever een leerovereenkomst sluit, kan het PLC inlichtingen vragen over het personeelsbestand en het aantal opleiders in de onderneming.
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 4/6
Mogelijke alterneringsschema’s Bij alternering gedurende de werkweek:
3 dagen “praktijk in de onderneming” – 2 dagen “theorie op school”
4 dagen “praktijk in de onderneming” – 1 dag “theorie op school”, MAAR alleen onder de volgende voorwaarden: de werkgever moet hiervoor vooraf en samen met de meewerkende onderwijsinstelling, de speciale toelating van het PLC vragen de betrokken jongeren mogen niet meer leerplichtig zijn en moeten reeds een bepaald studieniveau hebben (mee te delen aan het PLC bij de toelatingsaanvraag) de leervergoeding moet berekend worden op basis van 80% van het interprofessioneel minimum maandloon
afwisselend 1 week voor de praktijkopleiding in de onderneming en 1 week voor de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming. In periodes waarin er geen luik “theorie op school” is, zoals bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties, moet de jongere voltijds aanwezig zijn in de onderneming van de werkgever voor het luik “praktijk”.
Leervergoeding Normale regeling. Verlaagde instapvergoeding (basis = 1/3 van het interprofessioneel minimum maandloon voor een 21-jarige): enkel voor de 1ste maand van de leertijd. Afwijkende situaties: Wanneer leerlingen gedurende bepaalde periodes voltijds in de onderneming aanwezig zijn (bijvoorbeeld tijdens de schoolvakanties), dan moet hun leervergoeding voor deze periodes berekend worden op basis van 100% van het interprofessioneel minimum maandloon. Vallen dergelijke periodes niet samen met een volledige maand, dan moet de leervergoeding voor de lopende maand verhoudingsgewijs berekend worden. Wanneer meerderjarige leerlingen hun opleiding in een wekelijks alterneringsschema “4 dagen praktijk – 1 dag theorie” volgen, moet hun leervergoeding berekend worden op basis van 80% van het interprofessioneel minimum maandloon.
Proeven De onderwijsinstelling moet de eindevaluatie organiseren, in samenspraak met de werkgever. Samen maken zij de eindbeoordeling van de jongere op. De onderwijsinstelling deelt de datum van die eindevaluatie tijdig mee aan het secretariaat van het PLC, zodanig dat er vertegenwoordigers van het PLC bij kunnen zijn als ze dat willen. Mogelijkheid tot vervroegde eindproef: zie onder “Mogelijke opleidingen en duur”.
Formaliteiten bij beëindiging van de leerovereenkomst Wanneer een leerovereenkomst vroegtijdig wordt beëindigd, moet de werkgever aan het secretariaat de reden van stopzetting meedelen. Tegelijk moet hij het secretariaat een kopie bezorgen van het werkloosheids-/arbeidsbewijs (formulier C4) dat hij aan de jongere heeft afgeleverd.
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 5/6
Model van leerovereenkomst Klik hier voor het verplicht model van leerovereenkomst.
Contact - secretariaat Mélanie Da Costa Cardoso secretaris PLC 149.01 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Ernest Blerotstraat 1 1070 BRUSSEL Tel. 02 233 41 27
[email protected]
Sectorbepalingen Elektriciens (PLC 149.01)
Blz. 6/6