PAUL DE KORT
WINTERTIJD 8 NOV
r
14
uur
13 uur
12 UUR 12.17 UUR
8 nov
15
uu
ur 11 u
r uu 10
9 uur
uur
ur ei
IJD RT ME ZO
2
7m
R UU 12
r 13 uu
13.30 UUR
ER
MB
CE
1D E
7 MEI
E
3F
ZOMERTIJD
8
14 uur
N
IE
BR UA R
r
uu
uu r
11
15
ER
Z
MB
r
uu
NO VE
16
10 u
ZONSONDERGANG
8 uur
no v
21
8
R
BE
EM
C DE
N VA
ei
8
3
N
RE
BE
AS
7m
I
AR RU
FEB
DE
OS
ur
17
R
AA
SEH
19 uur 18 uur
6u
21 MAART EN 21 SEPTEMBER
ov
8n
7 uur
ei
21 MAART EN 21 SEPTEMBER
r
uu
9
7m
r
r
uu
ZONSOPKOMST
uur
20 uu
16
S
21
TU
S
US
TU
G AU
US
N6
I
EI E
N
6A UG
M VE NO
OV EM BER
I
EN
8N
7M
EI
6 AUGU STUS
N
N
7M
JU
7 MEI
JU
21
R
21
DE
N GE DA
N VA
AA SEH OS
UARI 3 FEBR
PALLISADE
PALLISADE
PALLISADE
PALENKRANSEN Ten zuiden van Zwolle, niet zo heel ver van Coevorden, zijn sporen gevonden van twee palenkransen uit de bronstijd (3000 tot 1200 v Chr). Het zou hierbij gaan om zogenaamde zonnekalenders. Als men midden in zo’n cirkel gaat staan is, aan de hand van bepaalde palen, de plaats te bepalen waar de zon op of onder gaat tijdens de seizoenswisselingen. Een soortgelijke cirkel is gevonden bij Heiloo in Noord-Holland en bij Amesbury in zuid-Engeland. Qua opzet lijken deze palenkransen sterk op het beroemde stonehenge in zuid-Engeland. Er is reden om aan te nemen dat palenkransen in de bronstijd op veel meer plaatsen in Nederland voorkwamen, misschien ook wel op een van de zandruggen rond Coevorden.
PALLISADE
COEVORDEN DOOR DE TIJD Op 26 november 944 schonk keizer Otto I van het Heilige Roomse Rijk “het recht van foreest” (het jachtrecht) in de Pagus Thriente (Drenthe) aan Bisschop Balderik van Utrecht. Hiermee kwam deze regio onder bestuur van het Utrechtse bisdom. De eerste vermelding van de plaatsnaam Coevorden vindt men in 1036, in de naam van Fredericus van Coevorden. Sinds mensenheugenis lag Coevorden strategisch op een zandrug in het uitgestrekte Boertanger Moeras. Reizigers waren gedwongen door de kasteelstad te trekken als ze vanuit Nederland naar Duitsland of andersom reisden. Dit gegeven maakte Coevorden interessant voor generaals en kooplieden. En met hen kwamen ambachtslieden, wetenschappers en kunstenaars. Coevorden werd een welvarende vestingstad. De riviertjes het Loodiep, het Drostendiep en het Schoonebeekerdiep stroomden samen in de vestinggrachten van Coevorden. Waarschijnlijk is de oorspronkelijke loop van de riviertjes uit militaire overwegingen omgelegd, zoals het bijgaand schetsje suggereert.
PALLISADE
EVOLUTIE VAN MOTTEKASTEEL TOT VESTINGSTAD Coevorden heeft dus een rijke geschiedenis als oude vestingstad, als handelsstad maar ook lange tijd als hoofdstad van Drenthe. De oudste schriftelijke vermelding van ‘Koevoorde’ - plek waar de boeren hun koeien door de doorwaadbare plek (voorde) in de rivier dreven - dateert van 1148. De vroeg middeleeuwse bakermat van Coevorden wordt gevormd door een kunstmatige heuvel met daarop een donjon (woontoren), of een burcht met daar omheen een pallisadering als verdedigingswerk. De heuvel werd opgeworpen met de aarde die vrij kwam uit de slotgracht die rond het bouwwerk werd uitgegraven. Een dergelijk verdedigingswerk heet een mottekasteel. Mottekastelen werden in de 11e tot 13e eeuw aangelegd als machtsbasis van lokale en regionale machthebbers. Soms ontwikkelden deze mottekastelen zich via een echt kasteel tot een vestingstad. Zo is het de motte van Coevorden, als enige in Drenthe, ook vergaan.
motte als aarden heuvel
motte met pallisade
motte als stenen ringburcht
naar donjon met kasteel
van kasteel naar voorburcht
van voorburcht naar vestingstad
de plattegrond van Coevorden als vestingstad
PALLISADE
“ONTMOETEN TUSSEN STAD EN LAND” De gemeente Coevorden ontwikkelt ten oosten van het stadscentrum de wijk Ossehaar. Er zijn frappante parallellen aan te wijzen tussen het ontstaan van Coevorden ca 10 eeuwen geleden als mottekasteel en deze uitbreidingswijk in de 21e eeuw. In het plan voor Ossehaar is een heuvel opgeworpen op een oude zandrug (met aarde uit een omringende gracht). De heuvel ligt ten opzichte van Ossehaar zoals het middeleeuwse mottekasteel van ‘Koevoorde’ ten opzichte van de omringende nederzetting lag. De middeleeuwers zochten bescherming in de nabijheid van het kasteel. Door Ossehaar loopt een lange zichtlijn die het hart van de wijk verbindt met de top van de heuvel. Vanaf de top van de heuvel zien we echter een tweede, opvallende lijn. Een kavelsloot trekt een kaarsrechte lijn exact naar het zuiden. Deze twee assen, de ‘as van de stad’ en ‘de as van het land’, kruisen elkaar precies op de top van de heuvel.
PALLISADE
DE AS VAN OSSEHAAR EN DE VIER KWARTALEN De heuvel is hoog genoeg om vanaf de top overal de horizon te kunnen zien. Je kunt hier de eerste zonnestralen op 21 juni boven de horizon uit zien komen en de laatste zonnestralen op 21 december achter de einder zien verdwijnen. Door de richting van de kavelsloot kun je hier het moment markeren waarop de zon door het zuiden gaat en haar hoogste punt aan de hemel bereikt. De As van Ossehaar en de lijn van de kavelsloot snijden elkaar onder een hoek van 62˚. Door deze oriëntatie markeert de As van Ossehaar vier datums, vier dagen in het jaar waarop de zon opkomt of ondergaat in het verlengde van de As. Volgens berekeningen komt de zon op 7 mei en op 6 augustus in het verlengde van de as op en gaat hij op 8 november en op 3 februari in het verlengde van de as onder. Zo verdeelt de As van Ossehaar het jaar in vier kwartalen die zijn verschoven ten opzichte van de normale kalender. Vier dagen van Ossehaar markeren de start van elk kwartaal. Vier dagen waarop bijzondere evenementen kunnen plaatsvinden. Vier dagen in het jaar die door deze toevallige samenloop voortaan onlosmakelijk verbonden zijn aan de wijk Ossehaar.
62˚
PALLISADE
MOTTEKASTEEL EN ZONNETEMPEL Op de top van de heuvel staat een dubbele ring eikenhouten palen. De palen aan de zuidzijde zijn zodanig gerangschikt dat op 7 mei op de klokuren (zomertijd) de schaduw van een bepaalde paal in de buitenring samenvalt met de corresponderende paal in de binnenring. De gezamenlijke schaduw wijst vervolgens naar de centrale stobbe. De palen aan de noordzijde zijn zo gerangschikt dat op 8 november de schaduw van de palen in de binnenring op klokuren (wintertijd) samenvalt met hun corresponderende palen in de buitenring. Buiten de pallisade staat een reeks kleinere stobben als objecten ter verdediging van het mottekasteel. Het zijn tevens punten die samen met de centrale stobbe en de buitenste palen met een ‘zadel’ verwijzen naar de plekken op de horizon waar de zon opkomt of ondergaat op de dagen van Ossehaar en tijdens seizoenswisselingen. PALLISADE is een landmark en een uitzichtspunt. Het herinnert ons aan de geschiedenis van Coevorden en leert ons over het verloop van de seizoenen en de jaarlijkse verschuiving van de zon langs de hemel. Tegelijkertijd heeft het een sociale functie. De 4 datums kunnen aanleidingen geven voor de planning van evenementen. Maar het is ook een plek waar je je op rustige momenten kunt terugtrekken, genietend van een zonsopkomst; de tijd vertragend.
Zonsopkomst op 6 augustus 2010, even na zes uur.
Zonsondergang op 8 november 2010, rond kwart voor vijf.
PALLISADE is mede mogelijk gemaakt door gemeente Coevorden en provincie Drenthe. Ontwerp Paul de Kort (www.pauldekort.nl) Berekeningen Hendrik Hollander (www.analemma.nl) Fotografie Kees Lieben en Paul de Kort. Kijk voor meer informatie ook op www.ossehaar.nl Paul de Kort ©2010