PAIN IS IN THE BRAIN Stress and benign chronic pain D.L. Stronks PhD Center for Pain Medicine
1
Multidisciplinary team
DEFINITION OF PAIN FROM IASP
“An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual or potential tissue damage, or described in terms of such damage”. Subjective phenomenon
International Association for the Study of Pain, 1994.
3
Acute pain
Chronic pain
Suffering Behaviour
The longer the pain endures, the more the pain complaint will be influenced by psychological aspects (suffering and behaviour).
Kenmerken chronische pijn: • (somatische) oorzaak lang niet altijd te objectiveren; • pijn heeft signaal functie in meer of mindere mate verloren; • vrijwel geen samenhang tussen weefselschade en ernst van de pijnklachten; • wordt als een ziekte gedefinieerd (disease): een ziekte van het zenuwstelsel.
6
6
Pijngedrag / communicatie over pijn • Het enige dat van de pijn wordt geregistreerd, behalve mbv beeldvorming, bv (f)MRI, ! Bijvoorbeeld: 1. door vragen aan patiënt (NRScore): door patiënt aangegeven pijnintensiteit geen reflectie van intensiteit sensatie. 2. door pijnanamnese 3. door vragenlijsten 4. door inspectie
Pain behaviour
Black box
Noxious stimulus
Een opgegeven pijnscore is geen reflectie van de intensiteit van de pijnsensatie maar een verbale respons (= gedrag) op de beleving van de pijnsensatie!!
PAIN AND STRAIN
Strain / stress When the human brain experiences any negative event / threat (certainly in a relative state of helplessness), an instinctive process of protection is engaged - a natural state of survival. Instinctive neurochemistry turns on the survival strategies of Fight, Fright end Flight reactions, which are sent throughout the body.
The neurochemical system of stress is reengaged so often that it becomes a habit, maintaining a constant state of Fright, Fight and Flight.
A state of
hyper-alertness hypersensitivity (central sensitization).
In chronic pain, the brain concludes (often unconsciously) that the patient is still under threat or even more threatened.
When a pain complaint persists for a time than the nervous system changes functionally and structurally. These changes on their part contribute to the persistance of pain: vicious circle. Even after the elicitating nociception has long gone i.e., the medical specialist can not find a somatic substrate (anymore).
Door herhaalde / cumulerende stress kan het brein / de patiënt zich dus ook pijn 'aanleren‘! neuroplasticiteit
In chronic pain, the brain concludes (often unconsciously) that the patient is still threatened
Which psychological phenomena can cause the brain to conclude that the patient is still threatened??? (Answers on a postcard please)
Psychosociale factoren: • Cognitie; • Emoties; • Gedrag.
GGG – model.
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context;
17
18
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context; 2. Catastroferen;
19
Pijn Cognitie Lijst (PCL) Catastroferen. • Mijn gedachten zijn steeds op de pijn geconcentreerd; • Volgens mij heeft het noodlot me getroffen; • Ik moet er niet te veel over nadenken want dat maakt het alleen maar erger; • Als de pijn hevig is voel ik woede en boosheid bij me opkomen; • Ik voel me een pechvogel; • Ik vind mezelf een hopeloos geval; • Deze pijn gaat nooit meer over (SOLK). 20
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context; 2. Catastroferen; 3. Causale attributie;
21
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context; 2. Catastroferen; 3. Causale attributie; 4. Verwachting;
22
23
24
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context; 2. Catastroferen; 3. Causale attributie; 4. Verwachting; 5. Geheugen, media, (sub)cultuur, uitspraken van (para)medici, IQ 25
Cognitie 1. Denken; inhoud: 1.
Denken;
1. Betekenis / context; 2. Aandacht: hypervigilantie (additionele stressoren, trauma, PTSS)
26
Nr of infantile psychological traumata
Probability of successfull lumbar spine surgery
0
95 %
1
75 %
2
43 %
3
20 %
4
7%
5
0%
Schofferman J et al. Spine 1992;17:S138‐44.
28
Emotie 1. Angst (Fright) 1.
Denken;
29
Emotie 1. Angst (Fright) 1.
Denken;
1. Pijngerelateerde angst (Kinesiofobie).
Pijngerelateerde angst: De angst voor pijn, voor activiteiten die met pijn geassocieerd worden en/of voor het oplopen van (opnieuw) letsel (Goubert et al, 2004) 30
Tampa-schaal voor Kinesiofobie: 1.Ik ben bang om bij het doen van lichaamsoefeningen letsel op te lopen. 2. Als ik me over de pijn heen zou zetten, dan zou hij erger worden. 3. Mijn lichaam zegt me dat er iets gevaarlijk mis mee is. 4. Mijn pijn zou waarschijnlijk minder worden als ik lichaamsoefeningen zou doen. 5. Mijn gezondheidstoestand wordt door anderen niet serieus genoeg genomen. 6. Door mijn pijnprobleem loopt mijn lichaam de rest van mijn leven gevaar. 31
31
Emotie •
Angst: (fright)
Kinesiofobie;
Angst ernstige ziekte te hebben (causale attributie);
Angst voor de toekomst.
32
Emotie 1. Angst: 2. Boosheid / woede (fight) / Acceptatie.
35
Psychosociale factoren 1. Denken; 2. Emotie; 3. Gedrag; 1.
Reacties sociale omgeving; (primaire goep).
36
Reactie primaire groep 1. Bezorgde reacties; 2. Straffende reacties; 3. Afleidende reacties; 4. Ontkennende reacties;
37
Psychosociale factoren 1. Denken; 2. Emotie; 3. Gedrag; 1. Reacties primaire goep; 2. Ziektewinst;
38
Psychosociale factoren 1. Denken; 2. Emotie; 3. Gedrag; 1. Reacties primaire goep; 2. Ziektewinst; 3. Medicatietrouw. 39
Take Home Message: • Chronische pijn is een ziekte; geen langdurend pijnsymptoom. Een ziekte vaak in hoge mate bepaald door psychosociale factoren. • Door herhaalde / cumulerende stress kan het brein / de patiënt zich dus ook pijn 'aanleren‘! • Vraag naar (additionele bedreiging): 1. cognitieve aspecten: verwachting, causale attributie, aandacht voor pijn, betekenis pijn, herinnering; 2. emotie / stemming (angstig, somber, dysfoor); 3. naar ADL - (in)acitiviteit); 4. reacties primaire groep (bekrachtiging pijngedrag) en secundaire ziektewinst, bv letselschadeprocedure; 5. additionele stressoren (bv. relatieproblemen, belastende ervaring in verleden (trauma, PTSS). 40
40
Take Home Message: • Let op (additionele bedreiging): 1. emotie (angst, boosheid); 2. affect (modulerend, vlak);
41
41