Landelijk onderzoek huisvesting vluchtelingen een onderzoek van Necker van Naem voorjaar 2016
hoofdstuk 1 / pagina 1
In dit rapport Necker van Naem presenteert in dit rapport de resultaten van onderzoek naar wat Nederland vindt van de huisvesting van vluchtelingen. Dit nationaal representatief onderzoek gaat verder dan de vraag wie voor of tegen is. Ook de voorwaarden die de voor- en tegenstanders stellen indien de gemeente besluit vluchtelingen te huisvesten, zijn nauwkeurig in kaart gebracht. Deze resultaten geven houvast voor zowel de discussie als de uiteindelijke besluitvorming over huisvesting. Daarnaast geeft dit onderzoek een interessant beeld van verschillen en overeenkomsten tussen de opvattingen van ‘gewone’ Nederlanders en van de raadsleden die hen lokaal vertegenwoordigen
1 Introductie P03 2 Onze visie P04 3 Belangrijkste uitkomsten en conclusies
P07
4 Over het onderzoek P11 5 Betrouwbaarheid en verantwoording
P15
6 De resultaten toegelicht
P17
hoofdstuk 1 / pagina 1
Hoe stel je je als gemeentebestuur gegeven de maatschappelijke opgave dienstbaar op, en hoe betrek je bewoners bij de besluitvorming over huisvesting?
1
Introductie Life-jackets zover het oog reikt, achtergelaten op de kusten van het Europese vasteland. De stapels zwemvesten zijn misschien wel het meest indringende symbool van zowel de hoop als de moed der wanhoop die duizenden vluchtelingen ertoe brengt om in Europa asiel aan te vragen. Hoe je er ook naar kijkt, de vluchtelingencrisis is een crisis die ons allemaal raakt. Geldermalsen, Steenbergen, Wormerland; steeds blijkt dat de - mogelijke - huisvesting van vluchtelingen heftige emoties oproept en meningen op scherp stelt. Binnen nu en een paar maanden kan het zomaar zijn dat er, bij wijze van spreken, in dat leegstaande schoolgebouw aan de overkant van de straat vluchtelingen worden opgevangen. Politieke keuzes - Europees, nationaal en lokaal - hebben een zichtbaar en direct effect op de leefomgeving van burgers. Gemeenteraden en colleges kunnen vroeg of laat de vraag verwachten om binnen de gemeentegrenzen opvangplaatsen te helpen realiseren. Maar hoeveel dan en waar? En vooral: hoe stel je je als gemeentebestuur gegeven de maatschappelijke opgave dienstbaar op, en hoe betrek je bewoners bij de besluitvorming? Necker van Naem doet onderzoek en adviseert het lokaal bestuur om aan deze en andere vragen tegemoet te komen. Met dat doel presenteren we hier de resultaten van onafhankelijk onderzoek dat we afgelopen maanden op eigen initiatief uitvoerden. De belangrijkste bevindingen en resultaten zijn in hoofdstuk 3 samengevat. Een uitgebreide toelichting komt in hoofdstuk 6 aan bod.
hoofdstuk 1 / pagina 3
2
Onze visie Is dit de zoveelste peiling over hoe burgers denken over de huisvesting van vluchtelingen? Zeker niet. Het onderzoek dat Necker van Naem heeft uitgevoerd, heeft als insteek om bestuurders een perspectief te bieden waarmee ze hun handelen kunnen sturen en bijsturen. En dat zal nodig zijn, want de instroom van vluchtelingen overtreft nog altijd de bestaande opvangcapaciteit.
Snelheid versus zorgvuldigheid Steeds meer gemeenten moeten een aandeel leveren om de mensen die in Nederland asiel aanvragen te kunnen huisvesten. Aan de ene kant is er snelheid geboden om de benodigde opvangplaatsen te leveren. Tegelijkertijd vraagt het zorgvuldigheid om dit te doen op een manier die in de lokale gemeenschap op draagvlak kan rekenen. In de voorbeelden die in de media aandacht krijgen, zien we keer op keer bevestigd dat de kwaliteit van het democratische proces daarvoor doorslaggevend blijkt te zijn. Bij pogingen om de huisvesting lokaal te organiseren, stuiten gemeentebesturen op weerstand. Inspraakavonden lopen uit de hand, worden op het laatste moment afgelast of zorgen per saldo voor meer in plaats van minder onrust. Naast de vraag hoe de gemeenten in kwestie de toch al complexe opgave moeten invullen, komen ze zo voor de uitdaging te staan om ook de rust en orde te herstellen.
Inrichting van het democratische proces In dit speelveld van maatschappelijke belangen en hoogoplopende emoties laat Necker van Naem de feiten spreken. Vanuit onze ervaring met onderzoek naar dit thema, weten we dat het in kaart brengen van draagvlak, minstens zo belangrijk is als het handelingsperspectief dat het onderzoek biedt. Ons doel is om gemeenten te ondersteunen, zodat zij het democratische proces goed en effectief in kunnen richten.
De kwaliteit van het democratische proces blijkt doorslaggevend voor hoe het uiteindelijke besluit door bewoners wordt ontvangen We zien dat gemeenten in het democratische proces het risico lopen soms eerder tegenstand te mobiliseren dan dat lokale dialoog de oplossing dichterbij brengt. Dat is ook goed te verklaren. Richt je namelijk onderzoek en/of communicatie op de niet-beïnvloedbare groep die tegen huisvesting van vluchtelingen is, dan loop je risico dat ook ‘voorwaardelijke’ tegenstanders niet langer open staan voor een gesprek. Wat er van de actuele voorbeelden op zijn minst te leren valt is dat een slecht doordacht proces ertoe leidt dat tegenstellingen groter worden. Het effect is dan dat bestuur en burgers tegenover
elkaar komen te staan. Toch is het mogelijk om het democratische proces zo in te richten dat het: // Opvattingen en bezwaren van voor- en tegenstanders serieus neemt en meeweegt; // Daadwerkelijk bijdraagt om een antwoord te vinden voor de maatschappelijke opgave
die op tafel ligt;
// Zorgt voor maximaal draagvlak onder de mensen die erbij betrokken zijn. Waarom zou je als gemeentebestuur niet álle bewoners vragen wat ze ervan vinden, vanuit het gezamenlijke vertrekpunt: we hebben een opgave in dit land waaraan ook onze gemeente moet bijdragen, hoe gaan we dit met elkaar doen? Deze vraag agenderen is een eerste belangrijke stap om een zinvol gesprek met bewoners aan te gaan.
Communicatie begint bij het stellen van een vraag Necker van Naem heeft methodes ontwikkeld om draagvlakonderzoek als communicatie-instrument in te zetten. Voorbeelden waarin een kleine groep de boventoon voert in de lokale discussie over opvang liggen voor het oprapen. En dat terwijl de praktijk van het Nederlandse politieke bestel nu net is dat zich in de nuance een oplossing bevindt waarin meerderheid en minderheid elkaar weten te vinden. Onze visie is dan ook: je kunt bij gevoelige onderwerpen als deze de communicatie met inwoners op geen betere manier starten, dan door het stellen van een vraag.
‘Mij is niets gevraagd’ Juist bij een thema dat zo sterk leeft onder de Nederlandse bevolking, is het belangrijk dat iedereen die zijn mening wíl geven ook de gelegenheid krijgt. ‘Mij is niets gevraagd’ is een veelgehoorde reactie op lokaal draagvlakonderzoek onder inwoners. Het participatieve aspect weegt daarom steeds zwaar in de keuze voor de onderzoeksmethode die Necker van Naem toepast. Zo werken we bij onze lokale draagvlakmetingen niet met een aselecte steekproef, maar met een open link naar het onderzoek of een huis-aan-huis-uitnodiging aan álle inwoners. Via de techniek van geotargeting zijn we daarnaast in staat om mensen die zich op dat moment
Gemeente Ooitgewoond
Vluchtelingen in Ooitgewoond? geef uw mening
in de gemeente bevinden, in nieuws-apps als NU.nl actief uit te nodigen deel te nemen. Dit zorgt voor een hoge respons en meer draagvlak voor de uitkomsten. Met behulp van ons verificatieproces borgen we dat de respons van personen die de vragenlijst meerdere keren invullen niet meerdere keren wordt meegenomen. Ook zorgen we dat de respons van inwoners buiten de gemeente, niet bij de analyse wordt betrokken. Wilt u echt alle inwoners bereiken, dan kan een persoonlijke uitnodiging per post natuurlijk ook.
hoofdstuk 2 / pagina 5
3
Belangrijkste uitkomsten en conclusies De belangrijkste conclusies en bevindingen uit het onderzoek zijn hier op hoofdlijnen samengevat.
Algemeen beeld: meerderheid is voor huisvesten van vluchtelingen Een ruime meerderheid van de Nederlanders die hebben deelgenomen aan de metingen van oktober 2015 en februari 2016 is vóór de huisvesting van vluchtelingen in hun gemeente. // Het totale percentage voorstanders is in de tussenliggende maanden gestegen tot 73%.
In oktober gaf 70% aan voor huisvesting te zijn.
// Ongeveer 30% is in meer of mindere mate tégen de huisvesting van vluchtelingen in hun
gemeente. Lag dit percentage in oktober nog op exact 30%, in februari valt dit met 27%
lager uit.
Wordt huisvesting concreet? Dan zijn iets meer ondervraagden tegen. Het aantal tegenstanders van huisvesting blijkt in gemeenten waar het vraagstuk daadwerkelijk op de agenda staat wat hoger te liggen dan in het landelijke onderzoek. In de verschillende lokale draagvlakmetingen die Necker van Naem in opdracht van specifieke gemeenten heeft uitgevoerd, varieert het percentage van de inwoners die het niet zien zitten om vluchtelingen in de eigen woonplaats op te vangen, van 35% tot 50%.
Verschuivingen in beeld Omdat het onderzoek in februari onder dezelfde groep respondenten is gehouden als het onderzoek in oktober, konden wij naast een algemeen beeld ook daadwerkelijke verschuivingen van meningen zichtbaar maken:
// Ruim 49% van de respondenten die aan beide metingen deelnamen, neemt in februari een
andere positie in dan in oktober.
// 28% van de respondenten die aan beide metingen deelnamen, is positiever of minder
negatief geworden over de huisvesting van vluchtelingen, tegenover 21% die
negatiever of minder positief is geworden.
// 7% van de respondenten die aan beide metingen hebben deelgenomen, is zelfs verschoven
van “niet huisvesten” (in oktober) naar “wel huisvesten” (in februari). Voor 4% geldt het
omgekeerde (verschuiving van “wel huisvesten” naar “niet huisvesten”).
hoofdstuk 3 / pagina 7
Incidenten zijn naar eigen zeggen van beperkte invloed op opvattingen Na de eerste meting in oktober 2015 is er in de politiek veel gedebatteerd over het thema vluchtelingen. Ook zijn er in de media incidenten breed uitgemeten, zoals de rellen bij het gemeentehuis in Geldermalsen en de ongeregeldheden tijdens oud en nieuw in Keulen. Daarom hebben we in het onderzoek van februari specifiek gevraagd in hoeverre deze gebeurtenissen de mening van de respondenten naar eigen zeggen heeft veranderd. Ruim tweederde geeft zelf aan door de politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen niet van mening te zijn veranderd. Bijna een derde zegt enigszins tot erg van mening te zijn veranderd door deze gebeurtenissen. // Onder deelnemers waarvan de mening naar eigen zeggen ‘erg veranderd’ is (8%), is
ongeveer de helft voor huisvesting en de helft tegen huisvesting van vluchtelingen.
// Degenen die voor huisvesting zijn, geven onder andere aan dat hun motivatie om
vluchtelingen wel te huisvesten juist sterker is geworden door alle aandacht.
// Deelnemers aan het onderzoek die tegen huisvesting zijn, geven veelal aan nu meer - dan
in de meting van oktober 2015 - te betwijfelen of het écht om oorlogsvluchtelingen gaat
en niet om ‘gelukzoekers’ (economische vluchtelingen).
‘Aanpassen aan onze manier van leven’ als belangrijkste voorwaarde voor huisvesting Voor- en tegenstanders noemen het vaakst als belangrijkste voorwaarde voor huisvesting dat vluchtelingen zich moeten ‘aanpassen aan onze manier van leven’. // Onder de tegenstanders noemt meer dan de helft dit als belangrijkste voorwaarde voor
huisvesting, tegenover ruim een derde van de voorstanders.
// Voorstanders vinden ook psychologische begeleiding van belang (ongeveer een kwart),
waar dit door tegenstanders amper als belangrijkste voorwaarde voor huisvesting wordt
genoemd.
Helft van de tegenstanders schuift op richting ‘wel huisvesten’ bij voldoen aan belangrijkste voorwaarde Bijna de helft van de groep tegenstanders beweegt in meer of minder mate richting ‘wel huisvesten’, indien door de gemeente aan hun belangrijkste voorwaarde wordt voldaan. // 20% van de tegenstanders verandert zelfs zijn mening van “niet” naar “wel” wanneer
de gemeente aan hun belangrijkste voorwaarde voldoet.
Raadsleden meer voor huisvesting vluchtelingen dan andere Nederlanders 83% van de raadsleden is voorstander van huisvesting van vluchtelingen binnen de eigen gemeente, tegenover 73% van de deelnemers uit het burgerpanel. // Raadsleden zijn sinds oktober gemiddeld genomen meer voor huisvesting van
vluchtelingen geworden. Dat verschil is vooral toe te schrijven aan raadsleden van
de VVD en van lokale partijen.
// Bijna alle raadsleden denken dat de eigen inwoners negatiever of hetzelfde staan
tegenover de huisvesting van vluchtelingen dan zijzelf. Slechts een kleine groep denkt dat
inwoners positiever zijn over de huisvesting van vluchtelingen.
Raadsleden stellen in grote mate dezelfde voorwaarden voor huisvesting als andere Nederlanders // Raadsleden die tegen huisvesting zijn, vinden ‘veiligheid moet gegarandeerd worden’
en ‘aanpassen aan onze manier van leven’ de belangrijkste voorwaarden. 60% van de
raadsleden vindt één van deze voorwaarden het meest belangrijk.
// Dit zijn dezelfde voorwaarden die tegenstanders van huisvesting uit het burgerpanel
het meest belangrijk vinden. Wel leggen raadsleden in vergelijking met het burgerpanel
een grotere nadruk op de veiligheid in de gemeente.
// Onder de raadsleden die voor huisvesting van vluchtelingen zijn, zijn de meningen over de
belangrijkste voorwaarde bij huisvesting verdeeld. Er is bij deze groep geen voorwaarde
die duidelijk naar voren komt als het meest belangrijk.
Opvang spreiden heeft de voorkeur Ruim 75% van zowel burgers als raadsleden heeft een overduidelijke voorkeur voor het spreiden van huisvesting, in plaats van het regelen van opvang op één centrale locatie in de gemeente. // Bij zowel raadsleden als burgers geeft ruim driekwart van de ondervraagden aan: ‘spreiden’. // Ruim 1 op de 5 raadsleden (22%) geeft aan in meer of mindere mate voor opvang op één
locatie te zijn. Dit ligt in lijn met de resultaten van het burgerpanel (19%).
In hoofdstuk 6 worden de resultaten van het onderzoek nader toegelicht en onderbouwd.
hoofdstuk 3 / pagina 9
case
Tegenstellingen in Halderberge Tegenstellingen in Halderberge zichtbaar op scherp gezet
gemaakt
Of draagvlakonderzoek bijdraagt aan een oplossing voor een Of draagvlakonderzoek bijdraagt aan een oplossing voor een politiek-gevoelige kwestie als huisvesting van vluchtelingen? kwestie als huisvesting van vluchtelingen? Dat hangtpolitiek-gevoelige voor een belangrijk deel af van de voorbereiding. De doelbewuste keuze om de druk flink op te voeren bleek in Dat hangt voor een belangrijk deel af van de voorbereiding. De Halderberge verrassend effectief.
doelbewuste keuze om verschillen van inzicht gaan het licht te
Voor de gemeenteraad van Halderberge gold wat ook op veel brengen bleek in Halderberge verrassend effectief. andere plaatsen het geval is: de opvang van vluchtelingen blijkt een gevoelig onderwerp. ‘Het is verleidelijk om naar het Voor de gemeenteraad van Halderberge gold wat ook op veel andere plaatsen het geval is: de middel van een enquête te grijpen. Je kunt dan afwachten huisvesting van vluchtelingen blijkt een gevoelig onderwerp. Op aanraden van Necker ging wat bewoners vinden en zo de verdeeldheid nog even voor de raad van Halderberge ermee akkoord om juist de tegenstellingen op te zoeken, in plaats je uitschuiven. Met alle risico’s van dien.’ Op aanraden van van ze uit de weg te gaan. Onderzoeker Evert Wolters: ‘Mijn pleidooi was: is er een verschil Necker ging de raad van Halderberge ermee akkoord om juist van inzicht, maak er dan een vraag van en leg die aan inwoners voor. Dan haal je informatie de tegenstellingen op te zoeken, in plaats van ze uit de weg te op om straks het debat ook goed te kunnen voeren.’ gaan. Wolters: ‘Mijn pleidooi was: is er een verschil van inzicht, maak er dan een vraag van en leg die aan inwoners voor. Dan Overeenstemming over doel en opzet haal je informatie op om straks het debat ook goed te kunnen Een stellingenconferentie met de gemeenteraad over de inrichting en inhoud van het voeren.’ onderzoek, bleek de manier om de verschillen in de raad scherp te stellen. ‘De kracht van deze werkvorm is de voorspelbaarheid. Voor iedereen is duidelijk: dit is het moment om je uit Overeenstemming over doel en opzet te spreken, maar ook: we gaan vanavond nog zaken doen’, aldus Wolters. Door de pijn op te Een stellingenconferentie bleek de manier om de verschillen zoeken en niet uit de weg te gaan, bereikte de raad overeenstemming over wat het doel en de scherp te stellen. ‘De kracht van deze werkvorm is de opzet van de draagvlakmeting zou moeten zijn. ‘Zo zorgen we samen met de gemeentelijke voorspelbaarheid. Voor iedereen is duidelijk: dit is het moment opdrachtgever dat de uitkomst daadwerkelijk onderbouwing geeft voor de vragen en om je uit te spreken, maar ook: we gaan vanavond nog zaken knelpunten die lokaal spelen.’ doen’, aldus Wolters. Door zo de druk op te voeren en de pijn op te zoeken, bereikte de raad overeenstemming over wat het doel en de opzet van de draagvlakmeting zou moeten zijn. ‘Zo zorgen we samen met de gemeentelijke opdrachtgever dat de uitkomst daadwerkelijk onderbouwing geeft voor de vragen en Gemeente Halderberge, Noord-Brabant, ±30.000 inwoners knelpunten die lokaal spelen.’ Methode: persoonlijke brief per post met persoonlijke code aan alle ± 25.000 inwoners van 18 jaar en ouder Respons: 7.245 respondenten na verificatie Onderzoek februari/maart 2016
4
Over het onderzoek Het onderzoek waarop de uitkomsten in dit rapport zijn gebaseerd, is door Necker van Naem uitgevoerd in oktober 2015, en vervolgens herhaald in februari 2016.
Deelnemers aan de online enquête In oktober 2015 gaven 4.323 Nederlanders uit ons burgerpanel en 1.485 raadsleden hun mening tijdens het onderzoek ‘Huisvesting van vluchtelingen’. In februari namen in totaal 7.108 panelleden en 1.214 raadsleden deel aan het onderzoek. Een deel van degenen die in februari deelnamen, nam ook al in oktober deel. In de februari 2016-meting hebben 2.316 van de panelleden uit de oktober 2015-meting opnieuw deelgenomen aan het onderzoek.
Vergelijking raadsleden en burgers Van zowel de onderzoeken onder leden van het burgerpanel als onder raadsleden worden de resultaten van de twee uitgevoerde metingen in dit rapport met elkaar vergeleken. Dat het onderzoek onder beide doelgroepen is uitgezet, maakte het bovendien mogelijk een vergelijking van standpunten te maken tussen de raadsleden en (andere) inwoners van Nederland.
Draagvlakonderzoek in opdracht Behalve onafhankelijk onderzoek op eigen initiatief, voert Necker van Naem in opdracht van gemeenten diverse lokale draagvlakonderzoeken uit. Op dit moment zijn van de gemeenten Stichtse Vecht, Halderberge, Steenbergen en Kaag en Braassem de uitkomsten bekend. Voor verscheidene andere gemeenten is het draagvlakonderzoek nog gaande of staat het in de planning. We gebruiken deze lokale enquêtes om verschillende aspecten van de onderzoeksaanpak te illustreren en om opvallende uitkomsten toe te lichten (Zie: Cases).
Vraagstelling Het onderzoek dat door Necker van Naem is uitgevoerd, is erop gericht waar mogelijk de nuance in de opvattingen boven tafel te krijgen. Deelnemers kregen eerst de vraag voorgelegd om zich in het algemeen uit te spreken over hoe zij denken over huisvesting van vluchtelingen in hun gemeente (figuur 1). Hiervoor is een hoofdstuk 4 / pagina 11
schuifbalk met 7 posities gebruikt1. Vervolgens hebben we gevraagd welke voorwaarden de inwoners belangrijk vinden, indien de gemeente besluit tot de huisvesting van vluchtelingen. Wordt door ondervraagden vooral de langere wachttijd voor huurwoningen als bezwaar gezien, of wegen gevoelens van onveiligheid of de kosten die opvang met zich meebrengt zwaarder? De keuze voor de selectie van voorwaarden die aan de respondenten is voorgelegd, is gemaakt op basis van een serie test-vragenlijsten in ons burgerpanel. In het uiteindelijke onderzoek zijn aan deelnemers de voorwaarden voorgelegd die in de test het meest naar voren kwamen.
Een goede afspiegeling Necker van Naem maakt gebruik van een onderzoekstool om nauwkeurig en tot op postcodeniveau in kaart te brengen wie aan het onderzoek hebben meegedaan. Hiermee hebben we een anonieme weging toegepast op de resultaten, met behulp van het sociologische profiel van de deelnemers. Zo waarborgen we dat de uitkomsten een goede afspiegeling zijn van de samenstelling van de Nederlandse bevolking.
Tegemoetkomen aan bezwaren en voorwaarden Goed draagvlakonderzoek reikt handvatten aan om inzicht te krijgen in opvattingen, bezwaren en eventuele voorwaarden. Dit helpt bestuurders ook om inzicht te krijgen in die groep tegenstanders die tegen is en tegen blijft. Dit herhaalonderzoek bevestigt dat het de moeite loont om op zoek te gaan naar de nuance in de meningsvorming. Aan het begin van de vragenlijst heeft ruim een kwart van de ondervraagden aangegeven tegen de huisvesting van vluchtelingen binnen hun gemeente te zijn. Bij ruim de helft daarvan blijft de mening ongewijzigd als de gemeente zou voldoen aan de voor hen belangrijkste voorwaarde voor huisvesting (uit tabel 2). Dit is de groep van niet-beïnvloedbare tegenstanders. Bij de andere helft van de tegenstanders verschuift de eerder opgegeven positie op de schuifbalk in meer of minder mate richting ‘wel huisvesten’. Daar bevinden zich burgers voor wie het eindoordeel anders uitvalt als aan een belangrijke voorwaarde voor huisvesten kan worden voldaan.
1
Respondenten die zichzelf op de middenpositie hadden gepositioneerd, kregen in het vervolg van de enquête
dezelfde vragen als de respondenten die wel vinden dat er vluchtelingen in hun gemeente mogen worden opgevangen.
case
Statushouders krijgen voorrang in Kaag en Braassem Het politieke dilemma op straat kieperen: dat is niet de stijl die bij het college van Kaag en Braassem past. Het gemeentebestuur heeft juist een duidelijk omlijnd plan hoe het de huisvesting van statushouders wil aanpakken. Maar de behoefte om dit te toetsen, die is er ook. Statushouders een woning bieden betekent dat zij concurreren met inwoners die ook op de wachtlijst voor een huurwoning staan. Dan maar tijdelijke units neerzetten? In Kaag en Braassem besloot het college om de communicatie met haar inwoners met open vizier aan te gaan. Niet door alle opties open te houden, maar door specifiek te toetsen of de voorkeur van het bestuur door inwoners gedragen werd. De vraag was dan ook kraakhelder: gaan we investeren in tijdelijke woonunits, of kiezen we ervoor het totale aanbod van huurwoningen uit te breiden?
Meerderheid deelt visie van college Necker Interact voerde de draagvlakmeting onder de inwoners van Kaag en Braassem uit in februari 2016. De zelfbewuste opstelling van het college werd in de uitkomst van de meting bevestigd. Een ruime meerderheid van de inwoners (67%) gaf hierbij in meer of mindere mate aan de visie te delen om in meer huurwoningen te investeren. Dit komt ook de eigen inwoners ten goede. Blijkbaar nemen de deelnemers aan het onderzoek hierbij op de koop toe dat het wat langer duurt om dit plan te realiseren, en dat de wachtlijst dus eerst wat zal oplopen doordat statushouders voorrang krijgen. Zo leverde de enquête belangrijke onderbouwing voor een besluit, en wist het college het ook als communicatie-instrument te benutten.
Gemeente Kaag en Braassem, Zuid-Holland, ±25.000 inwoners Methode: open link, huis-aan-huis mailing in combinatie met online locatiegerichte communicatie online via Nu.nl, TMG en social media. Respons: 1.030 respondenten na verificatie Onderzoek januari/februari 2016 hoofdstuk 4 / pagina 13
5
Betrouwbaarheid en verantwoording Als onderzoekers en data-analisten van Necker van Naem hebben we ons uiterste best
gedaan dit herhaalonderzoek zorgvuldig op te zetten en uit te voeren. In alles zijn we erop gericht de betrouwbaarheid van de uitkomsten te waarborgen. Zo zijn de vragenlijsten en methodes met veel zorg gekozen, en ook uitvoerig getest. Onze onderzoekers zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die bij hun werk komt kijken, zeker als het om een politiek en maatschappelijk gevoelig onderwerp gaat. Necker van Naem geeft graag inzicht in de gevolgde werkwijze. Maakt het bijvoorbeeld voor de uitkomsten uit of je de term vluchtelingen gebruikt, of kiest voor oorlogsvluchtelingen? Hoe kom je erachter wat de motieven van voor- en tegenstanders zijn voor hun mening, zonder hen in een bepaalde richting te sturen?
In diverse testrondes heeft Necker van Naem in totaal meer dan 4.000 ingevulde vragenlijsten ontvangen, voordat het eerste onderzoek van start ging Representativiteit en foutmarge Het online herhaalonderzoek is uitgevoerd tussen 18 februari en 24 februari 2016. De resultaten zijn gewogen en representatief op de kenmerken leeftijd, geslacht en opleiding en het sociologische profiel. Met behulp van sociologische profielen gekoppeld aan een zescijferige postcode is een weging toegepast om te waarborgen dat de uitkomsten een goede afspiegeling zijn van de samenstelling van Nederlandse bevolking. De foutmarge van het onderzoek bedraagt 5% en het betrouwbaarheidsniveau is 95%.
Onderzoek onder raadsleden De uitkomsten van het onderzoek onder raadsleden, zijn gewogen voor de politieke partij (de lokale partijen zijn hierin als één groep beschouwd), de regio en het inwoneraantal van de gemeente. Op deze manier is gewaarborgd dat de ondervraagde groep raadsleden op deze kenmerken een representatieve afspiegeling vormt van het totale aantal raadsleden.
Woordgebruik In de vragenlijsten van het herhaalonderzoek gebruiken we de term ‘oorlogsvluchtelingen’. Dit heeft het voordeel dat we praten over mensen die zich genoodzaakt zagen om te vluchten. Om zeker te weten dat we hierin geen ruis veroorzaken, is ook afzonderlijk getest hoe respondenten reageren als de term vluchtelingen, oorlogsvluchtelingen of asielzoekers wordt gebruikt. Dit blijkt op de uitkomsten geen significant verschil te maken.
Vraagstelling getest De vraagstelling is – in verschillende vormen – getest binnen diverse panels. Er zijn in totaal meer dan 4.000 ingevulde vragenlijsten ontvangen voordat we met het eerste onderzoek gestart zijn. De mate van en de aard van de reactie op verschillende vraagstellingen is hierbij getest. De gebruikte vraagstelling is hier als beste uit naar voren gekomen, gegeven het doel: een betrouwbare uitkomst én een handelingsperspectief voor gemeenten.
Privacy Necker van Naem heeft alle kwantitatieve onderzoeksactiviteiten ondergebracht binnen Necker Interact BV. De gegevens van respondenten (zoals email en postcode) zullen we niet voor andere doeleinden dan het onderzoek gebruiken, tenzij hiervoor door de respondent expliciet toestemming is verleend. Gegevens uit de enquête zijn eigendom van Necker Interact BV en dat blijven deze ook. Necker Interact verkoopt geen persoonsgegevens. Antwoorden op vragen zullen nooit op persoonsniveau gerapporteerd worden en worden volstrekt anoniem behandeld.
hoofdstuk 5 / pagina 15
case
Tegenstellingen in Halderberge Input voor de keuze van opvanglocaties op scherp gezet
in Stichtse Vecht
Of draagvlakonderzoek bijdraagt aan een oplossingde voordraagvlakmeting een Voor Stichtse Vecht betekent meer dan politiek-gevoelige kwestie als huisvesting van vluchtelingen? inzichtdeel in de meningen en motieven van inwoners. Analyse Dat hangt‘alleen’ voor een belangrijk af van de voorbereiding. De doelbewuste keuze om de druk flink op te voeren bleek in van de uitkomsten levert het college namelijk ook waardevolle Halderberge verrassend effectief.
input voor het vervolgproces en helpt bij het kiezen van en de
Voor de gemeenteraad van Halderberge gold wat ook op veel communicatie over opvanglocaties. andere plaatsen het geval is: de opvang van vluchtelingen blijkt een gevoelig onderwerp. ‘Het is verleidelijk om naar het De gemeente Stichtse Vecht beslaat een uitgestrekt gebied. In de rapportage over de middel van een enquête te grijpen. Je kunt dan afwachten uitkomsten van de enquête was dit mede aanleiding om de resultaten per kern uit te splitsen. wat bewoners vinden en zo de verdeeldheid nog even voor Wat uit de analyse onder meer naar voren komt, is dat de verhouding tussen voor- en je uitschuiven. Met alle risico’s van dien.’ Op aanraden van tegenstanders ook per kern of wijk weer significant kan verschillen. Dit is in de situatie van Necker ging de raad van Halderberge ermee akkoord om juist Stichtse Vecht te verklaren door het verschil in socio-demografische en socio-economische de tegenstellingen op te zoeken, in plaats van ze uit de weg te profielen van de inwoners. Zeker het verschil in uitkomsten tussen de kernen Breukelen en gaan. Wolters: ‘Mijn pleidooi was: is er een verschil van inzicht, Maarssenbroek geeft aanleiding om de opvanglocaties met extra zorg te kiezen. maak er dan een vraag van en leg die aan inwoners voor. Dan haal je informatie op om straks het debat ook goed te kunnen Type huisvesting in relatie tot omgeving voeren.’ ‘De enquêtes zijn op individueel niveau volstrekt anoniem’, verzekert Roel Freeke, directeur van Necker van Naem. ‘Door ter verificatie ook de postcode van deelnemers te vragen kunnen Overeenstemming over doel en opzet onze onderzoekers de resultaten van de draagvlakmeting koppelen aan een sociologisch Een stellingenconferentie bleek de manier om de verschillen profiel.’ Dat levert in meer abstracte termen informatie op over wat verschillende type scherp te stellen. ‘De kracht van deze werkvorm is de mensen motiveert, en dus helpt het bij het bepalen van handelingsperspectief. Freeke: voorspelbaarheid. Voor iedereen is duidelijk: dit is het moment ‘Het type opvang in relatie tot de omgeving maakt dat elke huisvestingsvraag een unieke om je uit te spreken, maar ook: we gaan vanavond nog zaken aanpak vereist. Een besluit tot vestiging van een opvang in de ene kern zal een ander doen’, aldus Wolters. Door zo de druk op te voeren en de pijn instrumentarium vergen, dan een vestiging in een andere.’ op te zoeken, bereikte de raad overeenstemming over wat het doel en de opzet van de draagvlakmeting zou moeten zijn. ‘Zo zorgen we samen met de gemeentelijke opdrachtgever dat de uitkomst daadwerkelijk onderbouwing geeft voor de vragen en Gemeente Stichtse Vecht, Utrecht, ±63.000 inwoners knelpunten die lokaal spelen.’ Methode: open link, locatiegerichte communicatie online via Nu.nl en TMG en marktonderzoekers op straat Respons: 2.049 respondenten na verificatie Onderzoek september-november 2015
De resultaten toegelicht Tijdens twee metingen, uitgevoerd in oktober 2015 en februari 2016, zijn burgers en Nederlandse raadsleden online bevraagd. Dit hoofdstuk geeft de resultaten weer van het onderzoek naar de opvattingen van burgers en van raadsleden uit beide metingen.
6
Resultaten burgerpanel
Deelnemers werd gevraagd zich in het algemeen uit te spreken over de huisvesting van vluchtelingen in hun gemeente (figuur 1). Hiervoor is een schuifbalk met 7 posities gebruikt: uiterst links heeft een score van 0 (wel huisvesten) en uiterst rechts 100 (niet huisvesten). Bijna driekwart (73%) van de panelleden is in februari 2016 in meer of mindere mate vóór de huisvesting van vluchtelingen in hun gemeente . Dit percentage ligt iets hoger dan bij de meting in oktober 2015 (70%). Over het geheel genomen is het aantal tegenstanders licht afgenomen van 30% naar 27%. Mogen er vluchtelingen in uw gemeente gehuisvest worden? n= 2.316
figuur 1 | Scoreverdeling op schaal van 0 (wel huisvesten) tot 100 (niet huisvesten)
meting oktober 2015 meting februari 2016
31%
30%
21%
19%
18%
17%
14% 9%
8%
17
wel huisvesten
33
8%
10%
4%
3%
0
8%
50
67
83
100
niet huisvesten
Verschuivingen in beeld Omdat het onderzoek in februari onder dezelfde groep respondenten is gehouden als in oktober, zijn wij in staat om daadwerkelijke verschuivingen van mening in beeld te brengen. hoofdstuk 6 / pagina 17
Hoeveel van de respondenten die aan beide onderzoeken meededen, namen in oktober een andere positie in dan in februari, en in hoeverre betreft dat een verschuiving richting “wel huisvesten” of “niet huisvesten”? Uit onze analyse blijkt dat 49% van de respondenten die aan beide metingen deelnamen, in februari een andere positie inneemt in vergelijking met hun positionering in oktober. 28% van de respondenten is positiever of minder negatief geworden over de huisvesting van vluchtelingen, tegenover 21% die negatiever of minder positief is geworden. 7% van de respondenten die aan beide metingen hebben deelgenomen, is zelfs verschoven van “niet huisvesten” (in oktober) naar “wel huisvesten” (in februari). Voor 4% geldt het omgekeerde (verschuiving van “wel huisvesten” naar “niet huisvesten”).
Voorwaarden voor huisvesting Zowel aan voor- als tegenstanders van huisvesting van vluchtelingen is gevraagd wat voor hen de belangrijkste voorwaarde is bij (eventuele) huisvesting. Hoewel de meningen over huisvesting dus verschillen, is bij zowel voor- als tegenstanders de belangrijkste voorwaarde in beide metingen dat vluchtelingen “zich aanpassen aan onze manier van leven” (tabel 1). Voor tegenstanders is veiligheid daarna de meest genoemde voorwaarde, waar voorstanders vooral hechten aan psychologische begeleiding van vluchtelingen. Tabel 1 | Stel dat uw gemeente besluit om (meer) vluchtelingen te huisvesten.
Wat vindt u dan het meest belangrijk? tegen
Voorwaarde voor huisvesting
voor
okt ‘15
feb ‘16
okt’15
feb ‘16
n=695
n=625
n=1.621
n=1.691
Wachtlijst voor huurwoningen mag niet langer worden
8%
6%
16%
14%
Vluchtelingen mogen geen bestaande banen innemen
7%
5%
3%
2%
Het mag de gemeente geen geld kosten
9%
11%
1%
1%
Vluchtelingen moeten psychologisch begeleid worden
1%
3%
23%
25%
Moeten zich aanpassen aan onze manier van leven
55%
55%
38%
41%
De veiligheid moet gegarandeerd worden
20%
20%
20%
17%
Verschuivingen in voorwaarden We hebben tevens geanalyseerd wat de belangrijkste voorwaarde voor huisvesting is, voor die groepen respondenten die sinds oktober van mening zijn veranderd (van “niet huisvesten” naar “wel huisvesten” of andersom). // Van de groep die in oktober nog voor huisvesten was maar in februari tegen, noemde 59%
in oktober “aanpassen aan onze manier van leven” als belangrijkste voorwaarde. Daarin
verschilde deze groep toen van het algemene beeld onder de voorstanders, dat laat
zien dat deze voorwaarde in mindere mate (namelijk door 38%) wordt genoemd. Na de
verschuiving van hun mening (van voor naar tegen) werd “aanpassen aan onze manier
van leven” opnieuw door 60% als belangrijkste voorwaarde genoemd.
// Van de groep die in oktober nog tegen huisvesten was maar in februari voor huisvesten,
is “aanpassen aan onze manier van leven” in beide metingen met 61% de belangrijkste
voorwaarde.
Mening nadat is voldaan aan belangrijkste voorwaarde Aan het begin van de vragenlijst heeft ruim een kwart van de ondervraagden aangegeven tegen de huisvesting van vluchtelingen binnen hun gemeente te zijn. Bijna de helft van de tegenstanders beweegt in meer of minder mate richting “wel huisvesten”, indien aan hun belangrijkste voorwaarde wordt voldaan. Van de groep tegenstanders verandert 20% van “niet huisvesten” naar “wel huisvesten” als de gemeente aan hun belangrijkste voorwaarde voldoet. Van de grote groep tegenstanders die “veiligheid” of “aanpassen aan onze manier van leven” als belangrijkste voorwaarde heeft genoemd, verandert iets meer dan een kwart zijn mening van “niet huisvesten” naar “wel huisvesten” indien aan die voorwaarde wordt voldaan.
Huisvesting concentreren of spreiden? Wel of niet spreiden van vluchtelingen is binnen veel gemeenten een belangrijk discussiepunt. In de herhaalmeting is daarom een vraag toegevoegd waarmee de mening van burgers op dit punt zichtbaar wordt. Figuur 2 laat zien dat ruim driekwart (77%) in meer of mindere mate de voorkeur geeft aan spreiding van vluchtelingen binnen de gemeente. Bijna 1 op de 5 (19%) geeft aan voor opvang op één locatie te zijn. Stel dat uw gemeente besluit om vluchtelingen te huisvesten. In hoeverre gaat dan uw voorkeur uit naar ‘opvangen op één locatie’ of ‘spreiden over de gemeente’? n=2.316
figuur 2 | Scoreverdeling op schaal van 0 (op één locatie) tot 100 (spreiden)
meting februari 2016 30% 27%
20%
7%
0
op één locatie
5%
17
7% 4%
33
50
67
83
100
spreiden
hoofdstuk 6 / pagina 19
Recente politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen Na de eerste meting in oktober 2015 is er in de politiek veel gedebatteerd over het thema vluchtelingen. Ook is er in de media uitgebreid aandacht aan besteed. Dat gebeurde onder meer naar aanleiding van de rellen bij het gemeentehuis in Geldermalsen en de ongeregeldheden tijdens Oud en Nieuw in Keulen. Er is daarom in de februari-meting een extra vraag opgenomen, waarin deelnemers konden aangeven in hoeverre deze gebeurtenissen naar eigen zeggen hun mening heeft veranderd. Ruim tweederde van de ondervraagden geeft zelf aan niet van mening te zijn veranderd naar aanleiding van recente gebeurtenissen, wat betekent dat bijna een derde (32%) zegt dat deze gebeurtenissen hun mening hebben doen veranderen (figuur 3). In hoeverre hebben recente politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen zoals de rellen bij het gemeentehuis in Geldermalsen en de ongeregeldheden tijdens Oud en Nieuw in Keulen, uw mening veranderd? n=2.316
onveranderd
enigszins veranderd
erg veranderd
68%
24%
8%
figuur 3 | Verdeling van het totaal (100%)
Deelnemers aan het onderzoek die vóór huisvesting zijn en aangeven een onveranderde mening te hebben, benoemen in de toelichting op hun antwoord veelal dat vluchtelingen altijd geholpen moeten worden. Dit wordt gezien als een morele plicht. Tevens geeft een deel van deze groep voorstanders aan zich niet te laten intimideren of beïnvloeden door de recente gebeurtenissen en de media. Onder deelnemers waarvan de mening “erg veranderd” is (8%), is ongeveer de helft vóór huisvesting en de helft tegen huisvesting van vluchtelingen. Degenen die vóór huisvesting zijn, geven onder andere aan dat hun motivatie om vluchtelingen wel te huisvesten juist sterker is geworden door alle aandacht. Deelnemers die tegen huisvesting zijn, geven veelal aan nu meer te betwijfelen of het écht om vluchtelingen gaat en niet om “gelukzoekers” (economische vluchtelingen).
Resultaten raadsleden Behalve het onderzoek onder het burgerpanel, is de vragenlijst in aangepaste vorm verspreid onder Nederlandse raadsleden. Ook onder raadsleden zijn 2 metingen uitgevoerd; één meting in oktober 2015 en één meting in februari 2016. De belangrijkste bevindingen en resultaten van beide metingen worden hier gepresenteerd.
Voor of tegen huisvesting? Net als burgers uit het panel, stelden we ook aan raadsleden allereerst de vraag of er vluchtelingen in hun gemeente gehuisvest mogen worden. De uitkomsten zijn gewogen naar provincie, gemeentegrootte en politieke partij. 83% van de raadsleden geeft in meer of mindere mate aan voor huisvesting van vluchtelingen in de gemeente te zijn (figuur 4). Dat is meer dan in de vorige meting, toen 79% voor huisvesting was. Ter vergelijking: binnen het burgerpanel is het aantal voorstanders in februari 2016 73% (figuur 1). Mogen er vluchtelingen in uw gemeente gehuisvest worden? Meting oktober 2015 n=1.485, februari 2016 n=1.214
meting oktober 2015
figuur 4 | Scoreverdeling op schaal van 0 (wel huisvesten) tot 100 (niet huisvesten)
meting februari 2016
45%
43%
23%
22%
12%
11%
12% 5%
0
17
wel huisvesten
33
5%
3%
3%
50
67
9% 4%
3%
83
100
niet huisvesten
Verschuivingen per partij Bovenstaande laat zien dat raadsleden sinds oktober gemiddeld genomen positiever zijn geworden over de huisvesting van vluchtelingen in hun gemeente. Er is daarbij geen significant verschil tussen het algemene beeld (vergelijking tussen alle 1.485 raadsleden die hoofdstuk 6 / pagina 21
in oktober deelnamen en alle 1.214 raadsleden die in februari deelnamen) en de specifieke groep van 500 raadsleden die aan beide metingen deelnam. We hebben tevens geanalyseerd in hoeverre voornoemde verschuiving is toe te schrijven aan raadsleden van specifieke politieke partijen. Daaruit blijkt dat raadsleden van de VVD en raadsleden van lokale partijen gemiddeld genomen positiever zijn geworden ten opzichte van hun standpunt in oktober. Bij de raadsleden van de overige politieke partijen is het standpunt min of meer gelijk gebleven.
Eigen mening ten opzichte van de inwoners Denken raadsleden dat hun eigen mening over de huisvesting van vluchtelingen positiever of minder positief is dan de mening van burgers? Aan raadsleden is gevraagd om hun eigen mening te spiegelen aan de verwachte mening van inwoners in hun eigen gemeente. In de herhaalmeting denkt bijna tweederde van de raadsleden (65%) dat de eigen inwoners hier negatiever tegenover staan dan zijzelf (figuur 5). In de meting van oktober was de optie “gelijkgestemd” nog niet meegenomen in de antwoordmogelijkheden. In de herhaalmeting van februari hebben we deze antwoordoptie toegevoegd voor die groep raadsleden die in februari voor het eerst deelnam aan het onderzoek. Het resultaat is dat bijna de helft van deze groep van 721 raadsleden kiest voor ‘gelijkgestemd’. Opmerkelijk is dat slechts 3% van de raadsleden nu aangeeft te verwachten dat de eigen inwoners positiever gestemd zijn over huisvesting dan zij zelf. Denkt u dat de inwoners van uw gemeente, in vergelijking met u, positiever of minder positief zijn over de huisvesting van vluchtelingen in de gemeente? Meting oktober 2015 n=1.485, februari 2016 herhaalmeting n=493, februari 2016 nieuwegroep n=721
positiever
3%
negatiever
weet ik niet
10%
68%
22%
meting oktober 2015
14%
65%
21%
herhaalmeting februari 2016
50%
45%
2%
nieuwe groep februari 2016
*gelijkgestemd figuur 5 | Verdeling van het totaal (100%) *Antwoordoptie ‘gelijk gestemd’ is in februari toegevoegd voor raadsleden die voor het eerst meededen
Voorwaarden voor huisvesting Ook onder de groep raadsleden is aan zowel voor- als tegenstanders van huisvesting gevraagd wat hun belangrijkste voorwaarde is bij (eventuele) huisvesting. Voor tegenstanders zijn de voorwaarden “veiligheid moet gegarandeerd worden” en “aanpassen aan onze manier van leven” het belangrijkst. Eén van beide voorwaarden wordt door ongeveer 60% van de raadsleden genoemd. Onder raadsleden die voor huisvesting van vluchtelingen zijn, zijn de meningen over de belangrijkste voorwaarde bij huisvesting verdeeld. Net als bij de oktober-meting is er geen voorwaarde die duidelijk naar voren komt als het meest belangrijk. De voorwaarden “veiligheid waarborgen”, “geen langere wachtlijst voor huurwoningen” en “aanpassen aan onze manier van leven” worden elk door ongeveer een kwart van de raadsleden als belangrijkste voorwaarde benoemd.
Opvang concentreren of spreiden? Het wel of niet spreiden van vluchtelingen over de gemeente is een vraagstuk waar menig raadslid het afgelopen jaar mee geconfronteerd is. In deze herhaalmeting is daarom een vraag toegevoegd waarmee de mening van raadsleden op dit punt zichtbaar wordt. Figuur 6 laat zien dat ongeveer driekwart (74%) in meer of mindere mate de voorkeur geeft aan spreiding van vluchtelingen binnen de gemeente. Ruim 1 op de 5 (22%) geeft aan voor opvang op één locatie te zijn. Dit ligt in lijn met de resultaten van het burgerpanel. Stel dat u als gemeenteraad besluit om (meer) vluchtelingen te huisvesten. In hoeverre gaat dan uw voorkeur uit naar ‘opvangen op één locatie’ of ‘spreiden over de gemeente’? n=1.214
figuur 6 | Scoreverdeling op schaal van 0 (op één locatie) tot 100 (spreiden)
meting februari 2016 32% 26%
16% 8%
0
op één locatie
7%
7%
17
33
4%
50
67
83
100
spreiden
hoofdstuk 6 / pagina 23
Recente politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen In de vorige paragraaf werd duidelijk dat ruim tweederde van het burgerpanel zelf aangeeft niet van mening te zijn veranderd door de recente politieke ontwikkelingen en ongeregeldheden. Bij raadsleden is dit zelfs driekwart (figuur 7). Raadsleden geven veelal aan zich niet te laten beïnvloeden door de media en zich niet te laten intimideren. Ze zijn overtuigd van hun standpunt en houden hieraan vast. Enkele raadsleden die erg van mening zijn veranderd (3%), geven aan dat ze als volksvertegenwoordiger gehoor moeten geven aan de signalen van angst en onrust onder de eigen inwoners. In hoeverre hebben recente politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen zoals de rellen bij het gemeentehuis in Geldermalsen en de ongeregeldheden tijdens Oud en Nieuw in Keulen, uw mening veranderd? n=1.214
onveranderd
enigszins veranderd
erg veranderd
75%
22%
3%
figuur 7 | Verdeling van het totaal (100%)
Tot slot Necker van Naem heeft met dit onderzoek op geen enkele manier de intentie om een positie in te nemen in de inhoudelijke discussie over of het wel of niet huisvesten van vluchtelingen. Ook laten we ons niet uit over hoe gemeenten dat zouden moeten doen. We hebben geen opvatting over de inhoud, wel over de kwaliteit van het proces. Waar het ons om gaat is gemeenten en bestuurders een perspectief te bieden waarop ze hun handelen kunnen afstemmen. We zien gemeenten met een opgave, en we zien inwoners die daar iets van vinden. Dat is de aanleiding om dit onderzoek uit te voeren, en bepaalt ook de keuzes om dat op deze manier te doen.
Heeft u vragen over dit onderzoek of wilt u meer over ons weten? Dan kunt u contact met ons opnemen via T: 0324-820 380
hoofdstuk 6 / pagina 25