UIBOR2_06_2014jaarlijks.pdf UIBOR2_06_2014 Brief bij rapport.pdf
Van: Inspectie [mailto:[email protected]] Verzonden: maandag 4 augustus 2014 12:35 Aan: Gemeentepcst Onderwerp: Inspectierapport jaarlijl<s onderzoel< Borus 2, 10 juni 2014 Geachte heer/mevrouw, Bijgaand treft u de onderzoel<sbevindingen van de Inspectie Kinderopvang van de GGD Amsterdam. Wij verzoel<en u deze in behandeling te nemen of in behandeling te geven aan de daarvoor aangewezen persoon. Voor meer informatie verwijs ik u naar de begeleidende brief Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de desbetreffende toezichthouder. NB: Deze rapportage staat tevens opgeslagen in het nieuwe systeem THKO (Toezicht Handhaving KinderOpvang) Met vriendelijke groet, Job Molenaar Bureaumedewerker Hygiëne en Inspectie GGD Amsterdam T: 020 555 5575 (Inspectie Kinderopvang) T: 020 555 5581 (Hygiëne en Preventie) F: 020 555 5671 jmolenaarfa)ggd. amsterdam.nl Nieuwe Achtergracht loo, 1018 WT Amsterdam ggd.amsterdam.nl Werkdagen: maandag t/m woensdag
Op dit bericht is een disclaimer van toepassing. Ga naar www.amsterdam.nl/emaildisclaimerbestuursdienst voor meer informatie.
4-8-2014
X GGD X Amsterdam
X
Inspectierapport
B o r u s 2 23( K D V ) Zijdelveld 1421 TJ UITHOORN
Registratienummer: 147840831
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Uithoorn Datum inspectie: 10-06-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 29-07-2014
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 10 juni 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Na het inspectiebezoek is de houder in de gelegenheid gesteld binnen een bepaalde termijn enkele documenten ter beoordeling aan de toezichthouder toe te sturen. Op grond van het risicoprofiel zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld. De kwaliteitseisen die wel beoordeeld zijn betreffen de domeinen: pedagogisch klimaat, personeel en opvang in groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting en ouderrecht. Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat de houder de wijze waarop het vierogenprincipe bij Borus 2 is vormgegeven onvoldoende in het pedagogisch werkplan heeft omschreven. De houder is in de gelegenheid gesteld om binnen de onderzoekstermijn de overtreding te herstellen. De houder heeft binnen de onderzoekstermijn het pedagogisch werkplan op dit punt voldoende aangepast.
Beschouwing Borus B.V. telt momenteel tien vestigingen in o.a. Uithoorn, Hoofddorp en Abcoude, waar zowel buitenschoolse opvang als dagopvang wordt aangeboden. De organisatie wordt aangestuurd door een tweekoppige directie. De directie wordt ondersteund door een managementteam op kantoor en voor de locaties is er een (regio)manager aangesteld. De regiomanager heeft meerdere locaties onder zijn verantwoordelijkheid en in sommige gevallen is er voor een locatie een aparte locatiemanager aangesteld. De locatiemanager is tijdens het inspectiebezoek niet aanwezig. Zij is fulltime werkzaam en heeft naast Borus 2, BSO en KDV Borus Legmeer-West onder haar hoede. De locatiemanager is dagelijks bij Borus 2 aanwezig, maar was tijdens het inspectiebezoek op een andere locatie. Voor personeel is er een vertrouwenspersoon aangesteld. Dit staat beschreven in het personeelshandboek. Voor ouders is er nog geen vertrouwenspersoon aangesteld. De locatiemanager verklaart dat hieraan wordt gewerkt. Voor zowel ouders als voor het personeel is er binnen de organisatie een klachtencoördinator aangesteld. De klachtencommissie bestaat uit totaal drie personen die niet gelieerd zijn aan BORUS Kinderopvang. De klachtencommissie heeft een reglement waaraan zij moeten voldoen. Dit is opvraagbaar bij de vestigingsmanager van de vestiging. De klachtenprocedure is te vinden op de website van Borus. Er is een oudercommissie (OC) ingesteld. Deze bestaat uit vier leden. De toezichthouder heeft op 11 juli 2014 telefonisch contact opgenomen met de voorzitter van de OC. Uit het gesprek is naar voren gekomen dat de OC op de hoogte is van het (on)gevraagd adviesrecht. De afgelopen periode zijn er door de houder een aantal adviesaanvragen bij de OC ingediend met betrekking tot het samenvoegen van groepen wegens de terugloop van het aantal kinderen dat bij Borus 2 wordt opgevangen. De OC verklaart dat er verder geen adviesaanvragen zijn behandeld, behalve een tariefswijziging. De OC deelt mee gemiddeld tevreden te zijn over het adviesrecht dat zij hebben: door de terugloop bij het kindercentrum zijn bepaalde zaken (zoals het samenvoegen van groepen) onvermijdelijk. De OC ziet dit liever anders, maar loegrijpt de (financiële) overwegingen. De OC blijft hierover in gesprek met de locatiemanager van het kindercentrum. Het contact met de locatiemanager verloopt prima. Na de zomervakantie zal er frequenter worden vergaderd. Uit het gesprek is tevens naar voren gekomen dat de OC tevreden is over de kwaliteit en inzet van het personeel: er werkt een stabiel team bij Borus 2 en er worden voldoende beroepskrachten ingezet. Dit geldt vooral voor de beroepskrachten die op de loovenverdieping werken. Over de beroepskrachten en de werkwijze op de benedenverdieping zijn er een aantal aandachtspunten, die met de locatiemanager zijn besproken. Tot slot is de OC tevreden over de opvang in vaste groepen, de inrichting van de binnen- en buitenspeelruimte, het pedagogisch beleidsplan en het veiligheids-en gezondheidsbeleid. Als aandachtspunt noemt het OC-lid de maxi cosi's die op de bovenverdieping op de gang staan, waardoor de gang niet geheel vrij is. De locatiemanager is hiervan op de hoogte.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
3/15
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang K i n d e r o p v a n g in de zin v a n de w e t De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Gebruil
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
4/15
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is specifiek voor deze locatie een pedagogisch beleidsplan opgesteld. In verband met risicogestuurd toezicht zijn niet alle kwaliteitseisen met betrekking tot de inhoud van het pedagogisch beleidsplan beoordeeld. Voor het huidige inspectieonderzoek is wel beoordeeld of er aan nieuwe wet- en regelgeving wordt voldaan met betrekking tot het vierogenprincipe. Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat hier niet volledig aan werd voldaan. De houder is in de gelegenheid gesteld om binnen de onderzoekstermijn het vierogenprincipe uitgebreider te beschrijven zodat het overeenkomt met de praktijk. De leidinggevende van Borus 2 heeft op 25 juli 2014 een aangepast pedagogisch werkplan aan de toezichthouder getoond. De toezichthouder heeft geconstateerd dat in het pedagogisch werkplan voldoende in duidelijke en observeerbare termen wordt omschreven hoe het vierogenprincipe bij kinderdagverblijf Borus 2 is vormgegeven. Zo komt het voor dat er op een woensdag of vrijdag één beroepskracht opent en sluit. De locatiemanager heeft verklaard dat er ook op die dagen zorg voor wordt gedragen dat er aan het vierogenprincipe wordt voldaan omdat de locatiemanager (of ander personeel van Borus) op die dagen aanwezig is tijdens opening en sluiting. Dit is opgenomen in de beschrijving van het vierogenprincipe. Daarnaast is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan in duidelijke en observeerbare termen beschrijft hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen aangezien ten tijde van het vorige inspectiebezoek (d.d 28 juni 2013) nog niet aan deze voorwaarde werd voldaan. De toezichthouder heeft beoordeeld dat dit voorschrift in het pedagogisch beleidsplan is opgenomen en dat eraan wordt voldaan. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidplan en handelen conform dit plan. Tijdens het inspectiebezoek is gebleken dat de houder er voldoende zorg voor draagt dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Tevens wordt de emotionele veiligheid van de kinderen gewaarborgd. Dit blijkt uit gesprekken met de beroepskrachten en observaties op de groepen. Bij het kinderdagverblijf werkt een stabiel team. De afgelopen jaren hebben er geen personeelswisselingen plaatsgevonden en de meeste beroepskrachten werken al 5 jaar of langer bij de locatie. Alle beroepskrachten zijn bezig met het volgen van trainingen van het voorschoolse-educatieprogramma Uk & Puk. Er wordt al dagelijks met het VVE-programma gewerkt. Op de gang staat aangekondigd dat er momenteel activiteiten in het kader van het thema 'ik en mijn familie' op de groepen worden georganiseerd. Alle kinderen in de groep doen mee aan de activiteiten. De beroepskrachten delen de groep voor een activiteit in in leeftijdscategorieën, omdat er per groep kinderen van O tot 4 jaar worden opgevangen. Op twee van de groepen bereiden de beroepskrachten en de kinderen zich voor op de komst van de opa en oma van één van de kinderen. Dit is een activiteit behorende bij het thema 'ik en mijn familie'. Op verschillende groepen zijn er de afgelopen weken al een paar opa's en oma's langs geweest. Op één van de groepen stelt een beroepskracht voor om alvast met elkaar in een kring te gaan zitten: 'Pak allemaal maar een kussen en dan kijken we of we een rondje kunnen maken, dan maken we een kring'. Totdat opa en oma komen, worden er gesprekjes met de kinderen gevoerd. Zo wordt er over het WK voetbal gesproken en verteld dat één van de kinderen slingers thuis heeft opgehangen. Besproken wordt wie zijn huis nog meer heeft versierd voor het WK. Daarna wordt gevraagd wie er een leuk liedje kent. Een van de kinderen noemt 'helikopter' en vervolgens wordt het liedje gezongen. Een van de jongere kinderen zegt daarna: 'oh ..oh' als er gevraagd wordt of iemand een ander liedje kent. De beroepskracht vraagt: 'Bedoel je het liedje over de olifant?' Het kind bedoelt dit liedje en de beroepskracht begint te zingen en de kinderen doen mee. Na een tijdje komen opa en oma binnen. Ze komen langs om te kijken hoe een dag op de groep verloopt en om met de kinderen te praten. Op één van de andere groepen vertelt een beroepskracht dat zij in het kader van het thema een foto-muur met familieleden van de kinderen hebben gemaakt. De foto's zijn met de kinderen besproken. Op een aantal groepen hangen er fotolijstjes van de kinderen met de pop Puk of met familieleden. Op sommige groepen wordt een 'hulpje van de dag' gekozen en dit wordt aangekondigd op een bord in de groepsruimte. Een beroepskracht legt uit dat dit kind op zo'n dag helpt met klusjes en de beroepskrachten assisteert. De meeste kinderen vinden dit heel leuk en interessant om te doen. Tijdens het inspectiebezoek is tevens gebleken dat de sociale competenties van de kinderen worden gestimuleerd. Zo wordt de kinderen onder andere geleerd rekening met elkaar te houden wanneer zij buiten hebben gespeeld en daarna naar binnen gaan. De beroepskracht van één van de groepen vraagt de kinderen of zij als muisjes over de gang kunnen lopen omdat er wat kinderen van een andere groep slapen. De slaapkamer ligt op de gang. De kinderen doen dit. Op één van de andere groepen stimuleert de beroepskracht het samenspelen of delen van speelgoed. Wanneer zij geruzie hoort vertelt ze aan de kinderen dat e r v o o r iedereen genoeg van hetzelfde speelgoed is om mee te spelen. Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
5/15
Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Pedagogisch werkplan, locatie Uithoorn KDV nummer 23 (d.d. 14 april 2014) - Observaties op de groepen Olifantjes, Walvis en Pretletters - E-mailbericht van de leidinggevende d.d. 25 juli 2014 met vernieuwde versie van het pedagogisch werkplan (versie 22 juli 2014)
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
6/15
Personeel en groepen In het gebouw zijn twee verdiepingen aanwezig. Op de begane grond bevinden zich drie groepen: Olifant, Walvis en Boefjes. Op de eerste etage bevinden zich twee groepen: Pretletters en Kabouters. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Deze steekproef is gehouden onder de nieuw (in 2013) aangevraagde VOG's van het personeel dat al langere tijd in dienst is, aangezien er geen nieuw personeel is aangenomen. Tevens is de VOG van de stagiaire beoordeeld. P a s s e n d e beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Dit blijkt uit steekproeven van eerdere inspectiebezoeken. Aangezien er dit jaar geen nieuw personeel is aangenomen, is de steekproef dit jaar niet genomen. Wel is de stage-overeenkomst van de stagiaire beoordeeld. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op alle vijf de groepen maximaal twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruik gemaakt van vaste invalkrachten van Borus. Op woensdag zijn de groepen 'Pretletters' en 'Kabouters' (de groepen op de bovenverdieping) gesloten, op vrijdag is de groep 'Kabouters' dicht. De groep de Pretletters wordt op vrijdag structureel samengevoegd met de (beneden)groep 'Olifant'. De groepen 'Olifant' en 'Boefjes' worde op maandag samengevoegd. Tot slot worden op woensdag en vrijdag de groepen 'Walvis' en 'Boefjes' structureel samengevoegd. Tijdens het inspectiebezoek is uit een steekproef op de groepen gebleken dat er die dag voldoende beroepskrachten zijn ingezet. Tevens is aan de hand van een steekproef uit de presentielijsten en de roosters van week 15, 20, 21 en 23 in de maanden april en mei 2014 gebleken dat er ook toen voldoende beroepskrachten zijn ingezet. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 7.15-17.00 uur, 08.00-17.45 uur en 08.45-18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren 45 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. In de ochtend tot 8.00 uur worden de groepen per verdieping samengevoegd. In de middag worden de groepen vanaf 17.30 uur weer samengevoegd. De kinderen zijn ingedeeld in 'tijdvakken'. Zo wordt door de beroepskrachten bijgehouden hoe laat de kinderen worden gebracht en gehaald (vroeg: 7.15 - 17.15, midden: 8.00-18.00 en laat: 8.30-18.30 uur). Er mogen maximaal drie uur per dag minder beroepskrachten worden ingezet dan volgens de beroepskracht-kind-ratio is vereist. Het kindercentrum voldoet aan dit voorschrift. Op woensdag en vrijdag kan het voorkomen dat er een beroepskracht alleen opent en sluit. In het geval van een calamiteit is er een achterwachtregeling vastgesteld. Het kantoorpersoneel van Borus die naast het kinderdagverblijf werken en de leidinggevende fungeren als achterwacht. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Tevens heeft de locatiemanager verklaard dat om aan het vierogenprincipe te voldoen er op woensdag en vrijdag een tweede persoon (naast de beroepskracht die opent en sluit) in het pand aanwezig is. Opvang in groepen Elk kind behoort bij een stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten o m , plaats in deze stamgroepen. Er zijn vijf verticale stamgroepen: Olifant, Walvis, Boefjes, Pretletters en Kabouters. Alle groepen bestaan uit maxmaal twaalf kinderen tussen de O en 4 jaar oud. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (tijdens het vorige jaarlijkse inspectiebezoek d.d. 28 juni 2013) - Overzicht inzet beroepskrachten en presentielijsten van week 15, 20, 21 en 23 in 2014 - Pedagogisch werkplan (nummer 23, d.d. 8 april 2014)
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
7/15
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is in januari 2014 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan is er in februari 2014 een plan van aanpak opgesteld. Op iedere verdieping staat er een map met werkinstructies en protocollen op het gebied van veiligheid en gezondheid. Er zijn zowel organisatiebrede als locatiespecifieke huisregels opgesteld. De beroepskrachten vullen een 'verbeterformulier' in als er iets wat betrekking heeft op het veiligheidsbeleid van het kindercentrum kapot is. De beroepskrachten leveren dit formulier in bij de locatiemanager en die onderneemt actie. Het formulier komt daarna terug en het resultaat van de actie wordt daarbij door de locatiemanager ingevuld. Daarnaast zijn er twee verschillende formulieren waarop ongevallen of gevaarlijke situaties genoteerd kunnen worden. Ouders vullen een formulier in om toestemming te geven voor inbakeren, buikligging of zijligging van het kind tijdens het slapen. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt drie a vier keer per jaar met het gehele team besproken in een teamvergadering. Gemiddeld tien keer per jaar vindt er per groep een groepsoverleg plaats. Hiervan zijn notulen getoond en hieruit blijkt dat veiligheids-en gezondheidsrisico's met het team worden besproken. Op deze wijze zorgt de houder er voldoende voor dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van de vastgestelde risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid. Per verdieping zijn er een aantal beroepskrachten met een BHV-diploma. Dagelijks is er per verdieping één BHV'er aanwezig. De speeltoestellen in de buitenruimte zijn gekeurd en er wordt een onderhoudslogboek bijgehouden. Tijdens het jaarlijkse inspectiebezoek in 2012 constateerde de toezichthouder dat er onvoldoende maatregelen waren getroffen met betrekking tot het reguleren van de temperatuur op de bovenverdieping (als gevolg van het platte dak). Dit blijft een aandachtspunt waar de houder bewust mee bezig is in de zomermaanden. Zo blijft het ventilatiesysteem 's nachts aanstaan en het systeem wordt regelmatig schoongemaakt en onderhouden. Tevens zijn er aan de buitenkant over de koepels doeken opgehangen waardoor zonlicht niet naar binnen kan komen, ook staan er ventilatoren op de groepen. In het geval van zeer extreme hitte kan men het platte dak met water laten vollopen. De toezichthouder heeft beoordeeld dat de houder voldoende maatregelen treft om gezondheids-en veiligheidsrisico's in het kindercentrum te verkleinen of tegen te gaan. Meidcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de laatste versie van de meidcode kindermishandeling (versie juli 2013). Er is een sociale kaart aan toegevoegd die toegespitst is op de omgeving van de locatie. Er is een aandachtsfunctionaris voor de locatie aangesteld. Een aantal beroepskrachten verklaart dat de meidcode in een teamvergadering (d.d. 12 september 2014) zal worden besproken. Daarnaast worden alle kinderen ieder groepsoverleg besproken en komt de vraag of er een vermoeden van kindermishandeling is, aan bod. Vierogenprincipe Het kindercentrum gebruikt twee verdiepingen met op de begane grond drie stamgroepen en op de eerste verdieping twee stamgroepen. Op woensdag en vrijdag is de bovenverdieping gesloten. In de ochtend en middag worden de stamgroepen per verdieping samengevoegd op één groep. De groepsruimtes staan met elkaar in verbinding met een deur met glas. In de slaapkamers wordt gebruikgemaakt van babyfoons. Op woensdag en vrijdag komt het voor dat er een beroepskracht alleen opent om 7.15 uur. De tweede beroepskracht begint om 8.00 uur of 8.15 uur. Op deze dagen begint óf de orthopedagoge om 7.15 uur óf de locatiemanager óf iemand van de planning, zodat er nooit iemand alleen in het pand aanwezig is. Hetzelfde geldt voor sluitingstijd. De locatiemanager heeft verklaard dat er (in het kader van het vierogenprincipe) altijd twee personen aanwezig zijn. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten - Onderhoudslogboek buitenruimte (versie 2013-2014, gemaild op 16 juni 2014) - Notulen teamvergadering d.d. 12 september 2013 en 4 februari 2014 - Meidcode kindermishandeling en huiselijk geweld van Borus, versie d.d. 13 september 2013 - Pedagogisch beleidsplan, versie d.d. 14 april 2014 - E-mailberichten met verklaringen van de locatiemanager betreffende het vierogenprincipe d.d. 7, 9 en 10 juli 2014 Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
8/15
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014 9/15
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over zes stamgroepsruimtes, waarvan er vijf worden gebruikt. De binnenruimtes zijn passend ingericht en in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Per stamgroep zijn er één of meerdere speelhoeken ingericht. Zo is er een poppenhoek, een winkelkeukenhoek, een autohoek en een leeshoek. Daarnaast zijn er verschillende babyboeken ingericht. Tijdens het open-deurenbeleid kunnen de kinderen van de verschillende hoeken in andere groepsruimtes gebruikmaken. Het gebouw naast het kindercentrum waar voorheen Borus 3 gevestigd was, wordt af en toe voor activiteiten gebruikt. Het bevat o.a. een atelier en er worden soms 3plus- en dansactiviteiten aangeboden. Alle groepen beschikken over een eigen slaapruimte met voldoende bedjes. Voor alle groepen geldt dat de baby's niet in een aparte ruimte slapen. In alle slaapkamers wordt gebruikgemaakt van een babyfoon. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is geheel omheind en bestaat uit twee gedeeltes om te spelen. Aan de voorzijde van het pand staat een zandbak, aan de achterzijde staat een groot klimtoestel in de vorm van een schip en een glijbaan. Tevens is er voldoende los speelmateriaal beschikbaar zoals fietsen, loopauto's, (skippy)ballen en zandspullen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
10/15
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders middels een brochure van de locatie en de website van Borus. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Ouders zijn er altijd van op de hoogte door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen omdat zij hierover tijdens het intakegesprek worden geïnformeerd. Tevens hangt er naast iedere groepsruimte een whiteboard met foto's en de namen van de beroepskrachten. De ouders en het personeel worden geïnformeerd over het inspectiebezoek doordat de houder het inspectierapport in de hal (bij binnenkomst) heeft geplaatst. Tevens is het inspectierapport op de website van Borus geplaatst. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit vier leden. Dit aantal is in overeenstemming met het aantal zoals vermeld in het reglement van de oudercommissie. Middels e-mailberichten d.d. 14 maart 2014 is aangetoond dat de houder de oudercommissie in staat heeft gesteld haar advies uit te brengen over voorgenomen besluiten met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er zijn onder andere adviesaanvragen gedaan over het structureel samenvoegen van de groepen 'Olifant' en 'Boefjes' op maandag en het verplaatsen van de groep 'Pretletters' van de benedenverdieping naar de begane grond op de vrijdag. De oudercommissie heeft middels een e-mailbericht positief geadviseerd. De toezichthouder heeft op 11 juli 2014 contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie. Uit het gesprek is gebleken dat de oudercommissie inderdaad advies heeft gegeven over het samenvoegen van groepen. Daarnaast is er advies gegeven over een prijswijziging. De oudercommissie heeft in het gesprek aangegeven dat de meeste adviesaanvragen samenhangen met de terugloop in kindplaatsen. Hierdoor zijn bepaalde zaken (zoals het samenvoegen van groepen) onvermijdelijk. De oudercommissie ziet dit liever anders, maar begrijpt de (financiële) overwegingen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Website www.borus.nl - 'Brochure Borus Uithoorn Zijdelveld dagopvang' (d.d. 5 januari 2014), - Gesprek met de voorzitter van de oudercommissie, d.d. 11 juli 2014 - E-mails met adviesaanvragen aan de oudercommissie d.d. 14 maart 2014 - Reactie van de oudercommissie op adviesaanvragen d.d. 17 maart 2014
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
11/15
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet • De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. • Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. • De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van O jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan • Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. • Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk • De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. • De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. • De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. • De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. • De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag • De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. • De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. • De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie • Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio • De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
•
• • • •
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
12/15
Opvang in groepen • De opvang vindt plaats in stamgroepen. • A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van O tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid • In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico's, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico's en de maatregelen. • De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico - inventa risa tie ve ilig he id. • In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico's, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico's en de maatregelen. • De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meidcode kindermishandeling • De houder heeft een meidcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. • De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meidcode. Vierogenprincipe • De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte • De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. • Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalfjaar. • De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte • De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie • De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. • De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. • De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie • De houder heeft een oudercommissie ingesteld. • De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Borus 2 - Jaarlijks onderzoek 10-06-2014
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
Borus 2 000000000000 http://www.borus.nl 72 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. L. Hofland
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
Gemeente Uithoorn Laan van Meerwijk 16 1423 AJ UITHOORN
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Gemeente Uithoorn beleid en handhaving Kinderopvang t.a.v. de heer G Roefs Postbus 8 1420 AA Uithoorn
i,i,,i|„|i,|,|,|,,i|,i,
Datum
4 augustus 2014
Behandeld door
Mw. L. Hofland MSc
Bijlage
1
Onderwerp
resultaten inspectieonderzoek
inspectie(a)ggd. amsterdam.nl
Geachte heer Roefs,, Hierbij ontvangt u resultaten van het inspectieonderzoek bij Kinderdagverbijf: Kinderdagverblijf Borus 2 Zijdelveld 23 1421 TJ Uithoorn Datum onderzoek:
10 juni 2014
Toezichthouder:
Mw. L. Hofland MSc
Inhoud rapport Voor in het rapport vindt u informatie over de onderzoeksopzet, de beschouwing van de toezichthouder en het advies aan het bestuursorgaan. Hierna vindt u de beoordeling van de toezichthouder met betrekking tot de verschillende domeinen. Indien er een overtreding is geconstateerd, wordt de voorwaarde en bijbehorende regelgeving in het rapport vermeld. Achterin het rapport vindt u het overzicht van voorwaarden die binnen het onderzoek door de toezichthouder zijn beoordeeld en de zienswijze van de houder op het inspectierapport.
De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
GGD Amsterdam
Datum Pagina 2 van 2
Zienswijze De houder heeft geen zienswijze ingediend op het ontwerprapport. Dit betekent dat de bevindingen van de toezichthouder niet worden bestreden en in verdere besluitvorming niet meer ter discussie kunnen worden gesteld.
Contact toezichthouder Indien u vragen heeft over de inhoud van het inspectierapport, kunt u contact opnemen met Mw. L. Hofland MSc, op telefoonnummer 020 555 5575 of per email via: [email protected]. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet.
Mevr. J. Worp Hoofd Afdeling Hygiëne en Inspectie
De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn