Page 1 of 1
Van:
Leen Vreugdenhil [
[email protected]]
Verzonden: maandag 10 oktober 201 1 13:25 Aan:
[email protected]
CC:
[email protected]; Info de Bonnen;
[email protected]; Hoogweg, H.; Statengriffie; Michiel Houtzagers; Jorin Hagendoorn, Schipper Noordam Advocaten;
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];
[email protected];Weber, JF; secrJanssen, GS; secrspies, GS; secrvandersande, GS; secrBondt, GS; Franssen, J;
[email protected]; Groot W. de (Wim);
[email protected];
[email protected];
[email protected]
Onderwerp: formele en morele verantwoordelijkheden dossier Bonnenpolders Bijlagen:
11-10-1O formele en morele verantwoordelijkheden.pdf
Geachte griffier, Het zal op prijs worden gesteld als u de bijlage ter kennis wilt brengen aan de leden van de raad en deze op de digitale lijst van ingekomen stukken wilt plaatsen. Bij voorbaat dank voor uw medewerking ! met vriendelijke groet, ing. L.W. Vreugdenhil
Aan:
de raad van de deelgemeente Hoek van Holland, Postbus 10, 3 150 AA Hoek van Holland.
Van:
ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3 15 1 XL Hoek van Holland.
Betreft: formele en morele verantwoordelijkheid Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen Hoek van Holland, 10 oktober 20 11 Geachte raad, Het is vandaag 4 jaar geleden dat het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland zich in een schrijven (uití2007í1640) d.d. 10 oktober 2007 heeft gericht aan de wethouders Bolsius en Karakus van de gemeente Rotterdam met de volgende tekst:
"Geachte heren Bolsilís en Karakus, In december 2006 heeft de deelraad van Hoek van Holland het gebiedsonhvikkelingsplanDe Bonnen goedgekeurd en hieraan voorafgaand werd in december 2005 de scenariokeuze vastgesteld. Hiermee werd de deelgemeente opdrachtgever voor de uitvoering van het gebiedsonhvikkelingsplan "De Bonnen", met daarin participatie van het M'aterschap, Stichting Zuid Hollands Landschap, Stichting De Bonnen (namens de agrariërs) en een rentmeester namens de grootste grondbezitter in het gebied Het gebiedsont~vikkelingsplankent echter een lastige haalbaarheidsparagraaf welke onder druk is komen te staan. Wij menen u erop te moeten wijzen dat de ontwikkelingen in de afgelopen periode alsmede gelet op de verloedering van het gebied toch vragen om vaart te houden in het proces. De deelraad heeft in november 2003 middels een motie duidelijke termijnen gesteld om verdergaande verpaupering in het gebied te voorkomen. Vervolgens heeft de deelraad in zijn vergadering van 8februari van dit jaar ook weer middels een motie gevraagd om een snelle uitwerking van het gebiedsontwikkelingsplan. Wij kunnen ons vinden in de vervolgstappen om de regie met betrekking tot het gebiedsonfivikkelingsplan over te dragen aan de Stadsregio. Een goede en snelle (warme) overdracht van de trekkersrol in het project Bonnenpolder aan de Stadsregio achten wij van groot belang. Voorkomen moet worden dat de deelgemeentelijke doelstellingen die aan het begin van het traject werden geformuleerd nu niet worden gerealiseerd. De boeren en ondernemers in dit gebied dreigen hier immers het slachtoffer van te worden. Wij kunnen niet genoeg benadrukken dat snelheid in dit proces belangrijk is en velwachten van u de nodige inzet om in samemverking met de deelgemeente deze overdracht zo snel mogelijk te realiseren. A4et vriendelijke groet, het dagelijks bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland, secretaris, G. V.L. Florijn.
de voorzitter, P. Roomer"
Deze brief kent een tweetal onjuistheden:
1. Het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen werd op 21 september 2006 vastgesteld. 2. Hierbij was geen sprake van een lastige haalbaarheidsparagraaf (zie 8 5.4 van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen).
Deze brief kent echter ook een aantal waarheden: In december 2005 heeft de deelgemeenteraad van Hoek van Holland de scenariokeuze vastgesteld'. Met het besluit2 van 21 september 2006 werd de deelgemeente Hoek van Holland opdrachtgever voor de uitvoering van het Gebiedsontwikkelingsplan De ~ o n n e n ~ . Het is belangrijk om vaart4 te houden in het proces. De deelraad van Hoek van Holland heeft middels een motie5 in november 2003 duidelijke termijnen gesteld om verdergaande verpaupering van het gebied te voorkomen. De deelraad heeft in zijn vergadering van 8 februari 2007 ook weer middels een motie gevraagd om een snelle uitwerking6 van het gebiedsontwikkelingsplan. "Wij kunnen ons vinden in de vervolgstappen om de regie met betrekking tot het gebiedsontwikkelingsplan over te dragen aan de Stadsregio. Een goede en snelle (warme) overdracht van de trekkersrol in het project Bonnenpolder aan de Stadsregio achten wij van groot belang." "Voorkomen moet worden dat de deelgemeentelijke doelstellingen die aan het begin van het traject werden geformuleerd nu niet worden gerealiseerd." De boeren en ondernemers in dit gebied dreigen hier immers het slachtoffer van te worden. "Wij kunnen niet genoeg benadrukken dat snelheid in dit proces belangrijk is en verwachten van u de nodige inzet om in samenwerking met de deelgemeente deze overdracht zo snel mogelijk te realiseren." In het begin van 2005 werd door een vertegenwoordiger van de Erven van Rijckevorsel een consultatieronde gehouden langs een aantal partijen die betrokken waren bij de Projectgroep de Bonnen om te onderzoeken hoe deze partijen het initiatief om landgoederen in de Bonnenpolders te ontwikkelen zouden ontvangen. Deze vertegenwoordiger was een zekere ing. G.J. Takkenkamp en de gesprekken gingen vergezeld van een kaart7. Van dit alles zijn gespreksverslagen gemaakt en deze zijn door betrokkenen akkoord bevonden. Hieruit blijkt het volgende:
1. Op 19 januari 2005 werd er een gesprek gevoerd met dhr. ir. G. van den Berg, directeur van het ZuidHollands Landschap, en dhr. ir. C. van der Burgt, grondvenvervingsdeskundigevan het Zuid-Hollands Landschap. Tot de conclusie van dit gesprek behoort dat het Zuid-Hollands Landschap welwillend staat tegenover plannen die passen binnen de eigen doelstelling (c.q. natuurontwikkeling en recreatie) en dat zij onderkent dat het noodzakelijk zal zijn om op (beperkte) schaal rode functies in het gebied toe te laten om deze doelstellingen te realiseren. 2. Op 20 januari 2005 vond er een gesprek plaats met Theo van Eijk, op dat moment niet alleen voorzitter van de deelgemeente Hoek van Holland, maar ook (waarnemend) portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening. De deelgemeente realiseert zich dat voor een uitvoerbaar plan het opnemen van rode functies waarschijnlijk onontkoombaar is en bij verdere pIanvorming/visievormingheeft de gemeente de wens om het gehele gebied, dus zowel de Korte als de Lange Bonnen in de totaalvisie te betrekken. De rode functies zouden de financiële dragers kunnen zijn om de plannen uit te voeren. De deelgemeente wenst in 2005 met de aanleg van de nieuwe weg te beginnen. Er is haast geboden met het ontwikkelen van realistische plannen in verband met de bestemmingsplanprocedure. 3. Op 9 maart 2005 vond er een gesprek plaats op het hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland met dhr. ing. F. Nederpel, dhr. A. Valkenbug en dhr. M. Weber. Deze heren stellen dat het Hoogheemraadschap niet negatief zal staan tegenover het ontwikkelen van rode functies in de Bonnenpolders. Uitgangspunt daarbij zal moeten zijn om dan ook de waterproblematiek in het gebied duurzaam op te lossen.
4. Op 10 maart 2005 vond er een gesprek plaats met mevr. ir. J.A. Reinders van de Provincie ZuidHolland. Zij was als beleidsmedewerker werkzaam bij de directie Groen, Water en Milieu en met name werkzaam op het gebied van landinrichting en andere gebiedsgerichte integrale projecten. Zij stelt dat de provincie niet op voorhand negatief tegenover rode functies in de Bonnenpolders staat als mogelijkheid het doel te financieren: groenrealisering. De ontwikkeling dient dan wel te passen binnen het nog vast te stellen beleidskader. Ze stelt nadrukkelijk dat voor dat wat betreft de Korte Bonnen het EHS-gedeelte niet meetelt bij de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. Opvallend is dat er door deze vertegenwoordiger van de Erven van Rijckevorsel &t met de pachtboeren in de Bonnenpolders werd gesproken om hun opvattingen te vernemen over eventuele landgoedontwikkeling. Er bleek echter wel een draagvlak voor landgoedontwikkeling te bestaan bij de overige partijen. In het begin van 2005 werd ook het Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 (RGSP-2) vastgestelds. Hieruit blijkt dat de Korte Bonnen een eerste prioriteit hadden en tot de projecten behoorde waarvan de financiering - na het vaststellen van de afspraken -op hoofdlijnen rond is (blz. 10 van het RGSP-2). Deze projecten zouden op korte termijn uitvoeringsgereed kunnen worden. Hierover staat het volgende vermeld:
"De veranfivoordelijkepartij (zijnde stadsregio ofprovincie) draagt, als regisseur, zorg voor het aansturen, coördineren enfaciliteren van de benodigde stappen om te komen tot uitvoering van het groenbeleid van het betreffende deelgebied ofprogramma, conform de afspraken in het UitvoeringsprogrammaRGSP2. De taken van de regisseur irlorden middels een prestatieafspraak tussen stadsregio en provincie vastgelegd Bij de invulling van de prestatie- afspraken gelden de volgende 3 randvoonrlaarden: U de regie wordt verdeeld, niet de bevoegdheden (bijv. planologie) van overheden;
regie betekentfaciliteren van het uitvoeringsgereed maken van projecten; O de prestatieafspraken dienen te passen binnen de kaders van het ILG.
De regisseur is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang van de projecten (laaghangendfruit en eerste prioriteit) en voor het uitvoeringsgereed krijgen van de groenopgave voor een deelgebied Uitvoeringsgereed betekent: r! planologisch is het project op lokaal niveau (bestemmingsplan) verankerd; E de.financiering is bestuurlijk rond, incl. vastleggen kasritmes; D het proces van grondvenverving is opgestart en de gronden worden binnen afiienbare tijd verworven;
U er is een afgebakendproject venvoord in een programma van eisen (met omvang,functies); U alle lokale betrokkenen zijn het met het project bestuurlijk op hoofdlijnen eens; L1 er is een beoogd beheerder; n er is een uitvoeringsorganisutie die het project verder wil uitvoeren. " Merkwaardig genoeg werd de Groenzone Maasmond ingedeeld bij de Stadsregio Rotterdam terwijl het gebied van Midden-Delfland onder verantwoordelijkheid bleef van de provincie Zuid-Holland. Feitelijk werd hiermee een extra bestuurlijke barriere ingebouwd. Later zou blijken hoe vervelend deze bestuurlijke hindernis zou zijn. Met het toen nog te formuleren gebiedsontwikkelingsplan zou een versnelling kunnen worden bereikt t.o.v. de ambities die in het Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 stonden vermeld. Over deze ambities wordt het volgende gemeld voor de projecten welke een eerste prioriteit hebben (gereed voor 2010):
"Projecten die op basis van de inhoudelijke criteria hoog scoren en waarvan de haalbaarheid veelal hoog is, krijgen een eerste prioriteit. In de periode 200.5-2010 moet er alles aan gedaan worden om de projecten uiterlijk in 2010 uitvoeringsgereed te hebben. Stadsregio en provincie kiezen ervoor om alle beschikbare middelen en instrumenten financiën, personeel, bestuurlijke aandacht, etc.) op deze projecten te richten. " Bij de bespreking van de Projectgroep de Bonnen op 16 mei 2005 kwam wederom de landgoedontwikkeling ter sprake. Namens de Provincie Zuid-Holland werd gemeld dat landgoederen in de randen mogelijk zijn en namens het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam werd gesteld dat de landgoederen bedoeld zijn om het project te financieren. In een apart bericht van dhr. ing. G.J. Takkenkamp werd nog eens benadrukt dat er een tijdsdruk bestaat vanwege het voorontwerp-bestemmingsplan en werd de positieve grondhouding van de Erven van Rijckevorsel bij het realiseren van vele maatschappelijk gewenste doeleinden nog eens expliciet benoemd. Er werd verklaard dat de Erven van Rijckevorsel bereid waren een inspanning te leveren aan de ontwikkeling van het gebied.
Samen met de het onderstaande in het Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 zou - mede door deze opstelling van de Erven van Rijckevorsel - een spoedige oplossing in de Bonnenpolders kunnen worden bewerkstelligd: .' I hor een aantal projecten zijn reeds ambtelijk afspraken geniaakt nl. b.t. het toekennen van beschikbare S (zie tabel I ) . Alet de bestziz~rlijkei>aststellingvan deze afspraken, in de middelen zrit huidige groer~/?rograri~ma daartoe geëigende oi7erlegstrzrcturen,kun een deel van de projecten nlet een eerste prioriteit gerealiseerd lijorden. Bij 8 projecten lilet een eerste prioriteit (683 hectare) kan gezegd worden dat, wanneer de ambtelijk genlaakte afspraketi bestuurlijk ivordet~ilastgesteld, circa 80-90% van het naar schatting benodigde bedrag gedekt is (F 97,5 mln). De ervaring leert dat het overbl~jvend.finaiiciee1tekort van circa F 15 n~ln.op projectniiieau ol~losbaaris (versobering inrichting, aani1ullende middelen overige partijen), Dit betekent dat ook deze projecten op korte termlin iiitvoeringsgereed geniaukf kunnen worden (groep 2, zie tabel 3). De belangrijkste best~iurlijkeacties die bij deze projecten uitgeiloerd nloeten iijorden op de korte termijn zijn: vaststellen afipmken inzet beschikbare middelen conforni tabel I ; planologische verankering (besten~niingsplai~); begrotingen op projectniveaii; grondveni~erving;inrichtingsplannen nlaken: toekomstig beheerder regelen (zie hoofdstuk 7). "
Na eindeloos getreuzel was het de vraag of we nog wel langer vertrouwen konden hebben in de bestuurlijke competentie van de voorzitter van de deelgemeente Hoek van Holland. In een emailbericht werd door hem op 7 september 2005 hierop als volgt gereageerd: "Beste Leen. In de Hoekse krant van 1 september j1 las ik een artikel ivaarinjij als ivoordvoerder namens de Stichting de Bonnen het vertrouwen in mij als deelraadsvoorzitter opzegt. Het is niet mijn gewoonte op krantenartikelen te reageren. Araarjou toe heb ik daar nu wel behoefte aan. Het isjammer dat ik de ukelopen maanden niet in staat ben geweest joznv vertrouwen te winnen. Helaas. Ik zal mij daar bij neerleggen. Het ontslaat mij echter niet van mijn belofte. bijjou aan de keukentafel gedaan, om alles dat binnen mijn mogelijkheden ligt in het werk te stellen de gebiedsvisie voor de Bonnen z.s.m. ter bestuurlijke besluitvorming te brengen. Het ziet ernaar uit dat dit nu eindelijk ook gaat lukken en wel in december van dit jaar. Om directe uitvoering mogelijk te maken probeer ik gelijkopgaand al afpraken hierover te maken met de partners in dit gebied. Ook dit heb ik bijjou aan de keukentafel uitgelegd Hoewel ik besef dat dit voor jou en je bedrijfniet snel genoeg gaat is het door de complexe materie niet mogelijk te versnellen. Toch hoop ik begin 2006 met de uitvoering van de gebiedsvisie de Bonnen met onze partners (ivaaronder de Stichting de Bonnen en de huidige agrariërs) een aanvang te kunnen maken. Vriendelijke groet, Theo van Eijk" Er zat niets anders op dan maar - ondanks allerlei twijfels - vertrouwen te blijven hebben in de werkwijze van onze democratisch gekozen bestuurders en het functioneren van onze rechtsstaat. De urgentie om snelheid te maken was echter duidelijk bij de verantwoordelijke bestuurders. Inmiddels was er immers al sprake van het derde kwartaal van 2005, terwijl de opdracht in de motie van 20 november 2003 was geweest om gereed te zijn met de gebiedsvisie in het tweede kwartaal van 2004. Voor democratisch gekozen bestuurders die verzekerd zijn van een vast inkomen hebben deze vertragingen geen financiële consequenties: voor agrarische ondernemers die met het behalen van een zekere omzet een inkomen moeten verwerven' kunnen allerlei vertragingen echter wel uiterst vervelende consequenties hebben. Bij de vergadering%an de Projectgroep de Bonnen op 14 september 2005 wordt wederom de intentie van de Erven van Rijckevorsel duidelijk gemaakt v.w.b. de door hen gewenste landgoedontwikkeling. Ook door de deelgemeente Hoek van Holland werd toen reeds de voorkeur voor landelijk wonen kenbaar gemaakt. Ook de vergadering1' van de Projectgroep de Bonnen op 12 oktober 2005 maakt duidelijk dat er blijkbaar veel draagvlak bestaat voor landgoedontwikkeling en dat wordt toegewerkt naar een scenario waarin dit wordt mogelijk gemaakt. De Stichting de Bonnen heeft haar twijfels over de vraag of dit de juiste oplossing is.
In de vergadering van de Projectgroep de Bonnen op 9 november 2005 wordt er een keuze gemaakt uit een 3-tal scenario's. Bij de financiële consequenties van het multifunctionele scenario (d.w.z. met landgoedontwikkeling) staat het volgende vermeld:
"Voor de aankoop van gronden t.b.v. natuuronhvikkeling en waterberging zijn de benodigde middelen beschikbaar. Ook voor aanleg en beheer zijn middelen beschikbaar. Voor de ecologische verbindingszone is 50% van het benodigde bedrag voor aankoop en aanleg beschikbaar. Voor de overige 50% moet nog .financiering worden gevonden. Door de ontwikkeling van landgoederen komen$nanciële middelen beschikbaar voor het inrichten en beheren van het zuidelijk deel van de Korte Bonnen. Dit biedt echter ook mogelijkheden voor een bijdrage aan een duurzaam agrarisch gebruik van de Lange Bonnen. " Bij de vergadering1]van de Projectgroep de Bonnen op 7 december 2005 is het zondermeer duidelijk dat de Stichting de Bonnen alleen staat in haar voorkeur voor een scenario met ruimte voor landbouw, natuur en recreatie. De overige partijen kiezen voor een scenario met landgoedontwikkeling. Het blijkt elders in Nederland wel mogelijk te zijn nieuwe natuur te realiseren, de waterhuishouding te verbeteren en de landbouw te revitaliseren zonder dat landgoedontwikkeling de financiële drager is. Ondertussen waren er door het adviesbureau DLV Groen & Ruimte ook afzonderlijke gesprekken gevoerd met de betrokken partijen en ook hiervan zijn gespreksverslagen gemaakt. Deze zijn als bijlagen bijgevoegd aan het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen. Zo is te lezen in het gespreksverslag met David van Meegen van de Provincie Zuid-Holland dat men geen bezwaar heeft tegen landgoedontwikkeling langs de westkant en dat de aankoop van het reservaatsgebied is gedekt en dat er de ecologische verbindingszone voor 50% wordt betaald door de provincie en dat de rest door cofinanciering (bv. het waterschap) kan worden gefinancierd. Ook in het gespreksverslag met Albert Aartsen van het Zuid-Hollands Landschap is te lezen dat deze organisatie geen bezwaar heeft tegen landgoedontwikkeling langs de westkant. Ook deze organisatie meldt geen problemen v.w.b. de financiering. Het Hoogheemraadschap van Delfland meldt bij monde van Fred Nederpel en Sabine Terwindt ook geen problemen m.b.t. de financiering, zo is te lezen in het gespreksverslag dat is gemaakt. Uit het gespreksverslag met Frank Wiersma is op te maken dat de deelgemeente Hoek van Holland de ontwikkeling van landgoederen langs de Dwarshaak en eventueel ook de Haakweg als financieringsbron ziet voor de ontwikkeling van het gebied Bonnenpolders. In het gesprek dat op 27 september 2005 gevoerd werd tussen de vertegenwoordiger van de Erven van Rijckevorsel en drs. E. Jongsma van DLV Groen & Ruimte BV werden namens ing. G.J. Takkenkamp de intenties van de Erven van Rijckevorsel nog eens duidelijk gemaakt: deze partij streeft naar de realisering van (tenminste) vijf nieuwe landgoederen in de Korte Bonnen als aanvulling op c.q. versterking van de natuurontwikkeling aan de noordzijde van de Korte Bonnen. Voorts werd duidelijk gemaakt dat men streeft naar behoud van duurzame landbouw in het gebied waarbij herschikking van eigendom en pachtsituaties onontkoombaar zouden zijn. Er zou ruimte blijven voor 2 landbouwbedrijven. Hiertoe behoorde ook de Hoeve Rijckevorsel. Hier was reeds sprake van een gecertificeerd biologisch landbouwbedrijf en dus de gewenste duurzaamheid. In november 2001 -bij de start van het omschakelingsproces naar biologische landbouw - had ik mijn bedrijf voorzien van de naam "Hoeve Rijckevorsel" als eerbetoon aan deze adellijke familie. Later zou blijken hoezeer ik mij had vergist in het edele gedrag van de Erven van Rijckevorsel. Voorts zijn de volgende opmerkingen belangrijk in dit gespreksverslag:
"Wij zien alleen een toekomst voor de landbouw indien de agrariërs in staat zijn tot verbreding van hun bedrijf: Daarbij kan gedacht worden aan het aan de eindverbruikers vermarkten van eigen producten en Groene en Blaznve Diensten. Ook recreatie is wellicht beperkt mogelijk voor zover het geen groot ruimtebeslag vergt, de identiteit van het gebied niet schaadt en geen grote verkeersaantrekkende werking heeft. " En:
"In het kader van provinciale regelgeving zullen recreatieve voorzieningen (bijvoorbeeld wandelpaden) op de nieuwe landgoederen aangelegd en beheerd worden door de particztliere eigenaren. In het kader van de landgoedonhvikkeling zijn de Erven bereid mee te werken aan een recreatieve ontsluiting van dit gebied. "
En ook:
"Ten aanzien van stedelijke onhi~ikkelingachten wij het realiseren van exclusiefwonen in een extensieve setting geivenst. Daarin r ij orden it~ijgesteund door hetgeen is gesteld in het rapport RR202O en door provinciaal beleid. Het onhvikkelen van Nieuwe landgoederen met exclusieve woningen vinden wij gewenst. Zie ook het vlekkenplan1! '" Maar ook:
"De Erven hebben geen geldgereserveerd voor hei realiseren vanfuncties. Uitgangspunt voor de Erven is dat de functies in het i~oorgesteldelandgoederengebied gerealiseerd kunnen worden door de vermogenstoename als gevolg van de toevoeging van rode functies op de landgoederen. " Op 10 november 2005 werd door het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland reeds een standpunt ingenomen inzake de ontwikkelingsrichting van de Bonnenpolders. Dit standpunt werd uiteindelijk op 7 december 2005 besproken in de adviescommissie en in de vergadering van de raad van de deelgemeente Hoek van Holland op 21 december 2005 werd unaniem het besluit genomen akkoord te gaan met het voorgestelde scenario. De wens van de Stichting de Bonnen -en derhalve van de eigen inwoners en ondernemers in dit deel van het buitengebied van de deelgemeente Hoek van Holland -werd genegeerd. Als argument om de voorkeur van het Dagelijks Bestuur te ondersteunen werd de volgende alinea gebruikt:
"Het belang van de ontwikkeling van landgoederen in dit scenario is dat op deze wijzejnanciële middelen ter beschikking kunnen komen voor de benodigde herstructurering van de Bonnen. De erven van Rijckevorsel zijn bereid daarin te investeren en de pachtsituatie te optimaliseren voor de resterende agrarische bedrijven en hebben dit ook meermalen uitgesproken. " En als argument om het door de Stichting de Bonnen gewenste scenario af te wijzen werden de volgende zinnen gebruikt in het advies (dr050056)I3:
"Bij keuze voor dit scenario zal de verpachter echter niet meeiverken aan de benodigde herstructurering van de agrarische situatie omdat tegenover de kosten daarvan geen opbrengsten zullen staan. Daarmee wordt dit scenario feitelijk praktisch enfinancieel onuitvoerbaar. " Daarbij werd niet onderbouwd wat werd verstaan onder "de benodigde herstructurering van de agrarische situatie". De landgoederen zouden moeten zorgen voor de financiële dekking van de herstructurering van onze polder:
"Het scenario van Stichting de Bonnen is voor de meeste andere partijen niet principieel onaanvaardbaar, maar heeft als groot probleem dat geenjnanciële dekking aanwezig is voor de benodigde herstructurering van de polder wegens het ontbreken van de landgoederen. De,financiering voor de realisatie van dit scenario zal of uit publieke middelen moeten komen, of de rentabiliteit van de bedrijven moet zodanig zijn dat benodigde investeringen daaruit kunnen worden betaald. " Het was echter niet relevant meer welke argumenten er werden aangevoerd. Bij de commissie14-en raadvergadering15was er nauwelijks sprake van een goede en inhoudelijke discussie. In wandelgangen en achterkamers was inmiddels een ieder bewerkt om zich achter de voorkeur van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland -en daarmee de voorkeur van de E ~ e van n Rijckevorsel - op te stellen.
De raad van de deelgemeente Hoek van Holland stelde ook de volgende planning vast:
10 november behandeling scenario in DB; 17 november scenario bestuurlijk vastleggen; 29 november presentatie gebiedsvisie door adviesbureau DL V in DB; 7 december presentatie gebiedsvisie door adviesbureau DL V in commissie; 21 december gebiedsvisie in deelraad; 22 of 23 december gebiedsvisie bestuurlijk vastleggen. Natuurlijk was dit een merkwaardig onderdeel van het besluit. Op 21 december 2005 werd immers door de raad van de deelgemeente Hoek van Holland het bestuurlijk gewenste scenario vastgelegd. Het zou duren tot eind januari 2006 voordat het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen aan de betrokken partijen werd rondgestuurd. In 5 2.1 van dit Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen staat de doelstelling omschreven:
"Het maken van een integraal en uitvoeringsgericht gebiedsonfi~~ikkelingsplan voor De Bonnen waarin de functies natuur, ivaterhuishouding, landbomv, landschappelijke Invalifeit en recreatie optimaal op elkaar zijn afgestemd of zijn gecombineerd. Het gebiedsonfivikkelingsplan is een gemeenschappelijke visie gekoppeld aan een uitvoerings enJinancieringsplan. Het vormt ook een toetsingskader voor andere plannen in het gebied en is de basis voor verdere afspraken over de ontwikkeling van De Bonnen. " In 5 5.4 van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen staat de financiering omschreven. Voor de realisatie van het beoogd resemmtsgebied in de Korte Bonnen is een volledige financiële dekking. De realisatie van de waterberging dient plaats te vinden door het Hoogheemraadschap van Delfland en de realisering van de Ecologische Verbindingszone kan worden gerealiseerd in samenwerking tussen de Provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Voor de realisatie van landgoederen staat het volgende omschreven:
"Het rendement dat door de grondeigenaar wordt behaald door de onîwikkeling van de landgoederen, zal deels worden gebruikt voor de sanering van de kas aan de Bvarshaak, voor de optimalisering van de agrarische structuur en voor het verbeteren van de (recreatieve) ontsluiting. Voor de realisatie van de landgoederen zijn dan ook geen publieke middelen nodig. Integendeel; dankzij het rendement op de realisatie kunnen publieke doelen worden gerealiseerd. '" In 8 5.5 van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen is een verdeling van de verantwoordelijkheden beschreven. Overigens was hier reeds een voorschot op genomen in de vergadering van de Projectgroep de Bonnen op 7 december 2005. Na deze vergadering en het uiteindelijke besluit van de deelgemeenteraad van Hoek van Holland op 21 december 2005 was het tijd voor de Stichting de Bonnen om zich te beraden op de situatie die ontstaan was. Er was het gevoel dat men met de rug tegen de muur stond en dat er geen sprake meer was van "kiezen voor", maar dat het een kwestie was geworden van "accepteren van". Er was onvrede over de bestuurlijke beslissing, maar er werd wel waarde aan toegekend. Dit werd verwoord in een schrijvenI6van de Stichting de Bonnen op 4 januari 2006. Tot het afsprakenkaderI7behoorde het opstellen van bedrijfsplannen door collega Noordam en ondergetekende, maar er werd toegezegd dat de deelgemeente Hoek van Holland deze zou betalen. Bij de vergadering van de Projectgroep de Bonnen op 22 maart 2006 werd gemeld dat medio april 2006 de Emen van Rijckevorsel de intentieovereenkomst zouden willen ondertekenen. Voorts is in het verslag'8 te lezen dat deze door de deelgemeente zouden worden rondgestuurd ter ondertekening. Van een bijeenkomst was kennelijk geen sprake meer. Het bedrijfsplan dat door DLV Adviesgroep NV in opdracht van de deelgemeente voor ondergetekende was gemaakt werd op 17 april 2006 aangeboden'9. Het bedrijfsplan liet zien dat er door de bestuurlijke vertragingen al veel schade was ontstaan, terwijl het bedrijf in technisch opzicht klaar was voor de gewenste transformatie van de Bonnenpolders.
Op 18 april 2006 wordt in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland ingestemd de raad van de deelgemeente Hoek van Holland voor te stellen om het aantal landgoederen in de Bonnenpolder aan te passen van 5 naar 7 om een onteigeningsprocedure te voorkomen voor de gronden welke op dat moment nog behoren tot dhr. N.J. van Heijst en ook benodigd zijn voor de aanleg van de zogeheten tweede ontsluitingsweg. In het v o ~ r s t e l komen *~ de volgende alinea's voor: "Voor de 2'Ontsluitingsweg moet grond venvorven worden van de heer N.J. van Heijst om de aanleg mogelijk te maken. Het OnfivikkelingsbedrijfRotterdamis al enige tijd bezig om deze gronden aan te kopen. Naar het laaf aanzien zal dit niet op korte termijn kunnen plaatsvinden zonder een onteigeningsprocedure,met een mogelijke vertraging van 2 jaar voor de verdere aanleg van de 2'Ontsluitingsweg. Gezocht is naar alternatieven om aankoop van de gronden voor de 2'0ntsluitingsweg mogelijk te maken. In de als bijlage toegevoegde brief met kenmerk uit/2006/0420 van 12 april 2006 wordt gevraagd aan de heer Pán Heijst om vooruitlopend op het besluit van de deelraad en vooruitlopend op de dejìnitieve overeenstemming over de aankoopvoo/waarden van de grond medewerking te verlenen per I mei 2006. Bq de uihverking van het gebiedsontwikkelingsplan "De Bontien" die injuli 2006 ter besluitvorniing wordt aangeboden zal de uitbreiding van 5 naar 7 landgoederen worden opgenomen. " In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland op 9 mei 2006 wordt ingestemd met een voorstel2' aan de raad van de deelgemeente Hoek van Holland om een extra budget beschikbaar te stellen voor het verder uitwerken van de aanbevelingen en een stevige procesbegeleiding alsmede het opstellen van bedrijfsplannen voor de agrarische ontwikkelingen in het gebied. In het voorstel staat het volgende vermeld bij de aanleiding: "Om de achteruitgang van het gebied van de Bonnenpolders een halt toe te roepen was een integrale gebiedsvisie inzake natuunvaarden en agrarische ontwikkelingen in het gebied noodzakelijk om daarna maatregelen te kunnen treffen. " Op 11 mei 2006 ontvangt ondergetekende een aangetekend schrijven van de rentmeester van de E ~ e van n Rijckevorsel dat ongeveer 40 hectare van zijn pachtgronden in gebruik zijn gegeven aan een zekere J. Boers uit 's-Gravenzande en dat hij de overige gronden en opstallen op 1 november 2006 zal moeten opleveren. Het is duidelijk dat hier sprake is van een forse breuk in het gebiedsontwikkelingsproces en een aanzienlijke schending van de stappen die reeds genomen waren. Er was angst voor een verborgen agenda van deze partij. Natuurlijk was de verslagenheid groot. Diezelfde avond bracht de voorzitter van de deelgemeente een bezoek aan ondergetekende. Er werd contact opgenomen met deze rentmeester, maar deze liet weten dat men zich kon wenden tot de advocaat van de Erven van Rijckevorsel. De toon was gezet. Het was belangrijk dat er bestuurlijke direct adequaat en doortastend zou worden gehandeld om een erosieproces te voorkomen. Er was immers al een precontractueel stadium ontstaan door het geheel aan besluiten, correspondentie, gespreksverslagen, e-mails, notulen en gesprekken met getuigen. Het is nu eenmaal ongepast om tijdens "het spel" een verandering toe te passen op "de spelregels" en een wijziging toe te brengen in "de spelers". Bij het startoverleg2*was er door alle partijen ingestemd met de te volgen procedure om te komen tot evenwicht en draagvlak in de Bonnenpolders. Van een gebiedregisseur mag worden verwacht dat men erop toeziet dat partijen zich hieraan houden. De voorzitter van de deelgemeente Hoek van Holland laat d.d. 15 mei 2006 in een e-mailbericht weten geen aanleiding te zien voor een kort geding tegen de E ~ e van n Rijckevorsel om deze partij te dwingen zich te houden aan het geheel van vastgestelde besluiten, gemaakte afspraken, uitgesproken intenties en gewekte verwachtingen: "De deelgemeente verliest de regie op het proces niet. In de uitvoering zullen alle afpraken nog in wetgevende kaders moeten worden ingebed. De Erven van Rijckevorsel houden zich tot nu toe aan de gemaakte afspraken. Er is voor mij geen reden om aan te nemen dat zij dat in de toekomst niet zullen doen. "
Op 24 mei 2006 verstuurt de vertegenwoordiger van de Erven van Rijckevorsel, dhr. ing. G.J. Takkenkamp, een brief aan het bestuur en de raad van de deelgemeente Hoek van Holland welke wordt afgesloten met de volgende alinea: " Wij zijn er van overtuigd dat de uitvoering van het plan zal resulteren in een vitaal gebied waarin de agrarische-, ivaterhuishoudkundige-,ecologische- en recreatievefuncties zodanig op elkaar zijn afgestemd dat zij elkaar versterken en daarmee de waarde van het gebied duurzaam in stand houden. De Erven ondersteunen het gebiedsontwikkelingsplanvoluit en zullen de in de intentieverklaring aangegeven verplichtingen naar vermogen uitvoeren en nakomen. "
Op 24 mei 2006 en 6 juni 2006 worden de voorstellen m.b.t. het extra budget en de extra landgoederen resp. in de commissie en de deelgemeenteraad behandeld en unaniem aangenomen. In juli 2006 wordt echter nog niet - zoals eerder was gemeld - het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen ter vaststelling aangeboden. Het gebiedsontwikkelingsplan ligt sinds eind januari 2006 op de plank. Op 3 juli 2006 vond een gesprek plaats tussen enerzijds de voorzitter (Theo van Eijk) en de secretaris (Vincent Florijn) van de deelgemeente Hoek van Holland en anderzijds ondergetekende en diens advocaat (Wim Bijloo). In de correspondentie hierover is te lezen dat de lokale overheid vindt dat er binnen de Bonnenpolders twee boerenbedrijven moeten overblijven: één op de Hoeve Rijckevorsel en één op de Bonnenwoning. Voor het bedrijf van ondergetekende wordt gesteld dat men in de Korte Bonnen een &veebedrijf wenst met weidegebied voor de veestapel van de beheerder:
"Deze visie heeft de gemeente altijd gehad, heeft de gemeente nog steeds en zal de gemeente ook houden. De gemeente wil ook garanties bij de grondeigenaren afhingen, waarin de ontwikkeling van de Bonnenpolder conform de visie van de gemeente wordt ileiliggesteld. " Voorts is in dit schrijven te lezen dat men objectief meetbare eigenschappen ("het profiel") wenst voor te stellen aan de beheerder van de boerderij en het omliggende grasland op het perceel Bonnenweg 50 zoals opleiding, ervaring en mogelijke geschiktheid voor natuuronderhoud en het beheer van een zorgboerderij. Zulks zou kunnen worden opgenomen in een akte welke behoort tot het realiseren van landgoedontwikkeling. Men zou haar best doen om binnen de grenzen van haar bevoegdheden ondergetekende behulpzaam te zijn bij het realiseren van het voor hem gemaakte bedrijfsplan. Reeds eerder was duidelijk geworden dat het Zuid-Hollands Landschap de partij zou zijn die verantwoordelijk werd voor het beheer van het natuurlijk grasland in de Korte Bonnen, zowel het EHS-gedeelte alsook het natuurlijk grasland dat vanwege de landgoedontwikkeling zou worden gerealiseerd. Enerzijds werd geconstateerd dat er sprake was van verschoven standpunten en anderzijds bleef er twijfel of de verantwoordelijke bestuurders competent en doortastend genoeg zouden zijn om de ditmaal gedane toezeggingen te realiseren. Op 4 juli 2006 wordt er door het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland antwoord (uit20060784) gegeven op de schriftelijke vragen van de PvdA-fraktie in de deelgemeenteraad van Hoek van Holland over de ontstane situatie in de Bonnenpolder. De beantwoording kan als "merkwaardig" worden betiteld en is feitelijk onvoldoende, onvolledig en soms zelfs onjuist. Deze beantwoording roept echter geen discussie op bij de vragenstellers, noch andere partijen. Bij de antwoorden wordt op de vraag hoe de deelgemeente - die niet alleen regisseert en initieert, maar ook stimuleert en faciliteert in het planproces -voorkomt dat de pachtboeren in de Bonnenpolder een speelbal worden van de grootgrondbezitters, de projectontwikkelaars en de lokale overheid in het streven naar de tweede ontsluitingsweg en de ontwikkeling van landgoederen het volgende antwoord gegeven:
"De deelgemeente ziet toe op de uitvoering van het gebiedsonhi~ikkelingsplanen schept de planologische voorwaarden (bestemmingsplan,bomvvergunningen) die dat mogelijk maken. Dit is rechtstreeks gekoppeld aan het door alle partijen nakomen van de afpraken uit het gebiedsontwikkelingsplan." Op 1 augustus 2006 wordt een nieuwe planning23toegestuurd aan de leden van de Projectgroep de Bonnen. Men wenst ditmaal in het vierde kwartaal van 2006 de intentieverklaring te ondertekenen. Het betekende een bijstelling van de ambities die in het oorspronkelijke stappenplan waren geformuleerd. Er moet op worden vertrouwd dat ditmaal deze planning wel zal worden gerealiseerd.
In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland d.d. 29 augustus 2006 brengt Joop Heppe, portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, verslagz4uit van zijn contact met de rentmeester van de Erven van Rijckevorsel. Joop Heppe heeft de wensen van de deelgemeente aan baron de Weichs de Wenne kenbaar gemaakt en deze stond positief tegenover het gebiedsontwikkelingsplan. Uiteindelijk wordt op 21 september 2006 het Gebiedsontwikkelingsplan De ~ o n n e n "door de raad van de deelgemeente Hoek van Holland vastgesteldz6.Inmiddels is er sprake van het derde kwartaal van 2006, terwijl in de opdracht van de raad aan het Dagelijks Bestuur d.d. 20 november 2003 er werd gesteld dat dit het tweede kwartaal van 2004 zou moeten zijn. Ook in het schrijven (ui041759) in november 2004 van de voorzitter van de deelgemeente aan de rentmeester van de Erven van Rijckevorsel werd nog gesteld dat deze medio 2005 gereed zou zijn. Uiteindelijk is geen enkele termijn gehaald. De deelgemeente Hoek van Holland is voor dit falen zowel formeel als moreel verantwoordelijk. Burgers, ondernemers, organisaties en instellingen moeten immers waarde kunnen toekennen aan besluiten van de (lokale) overheid. Er zou spoedig blijken hoeveel waarde er kon worden toegekend aan het bestuurlijke besluit (dr20060040) akkoord te gaan met het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen en akkoord te gaan met de intentieovereenkomst waarin is omschreven dat een ieder verklaard dat het gebiedsontwikkelingsplan de gewenste ontwikkelingsrichting is en dat een ieder zijn verantwoordelijkheid neemt zoals is omschreven op pagina 25 van het bovengenoemde rapport. De ondertekening van de intentieovereenkomct2' is ditmaal gepland op 3 oktober 2006. Op 28 september 2006 wordt er door het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland een brief (ui/2006/1262)verzonden aan de leden van de Projectgroep de Bonnen met de volgende alinea:
"Dinsdag 3 oktober 2006 zou door de desbetreffende partijen de intentieovereenkomst "De Bonnen " ondertekend iilorden. Helaas gaat dit door onderstaande omstandigheden op eerder genoemd tijdstip niet door. De Erven van Rijckevorsel heeft te kennen gegeven, vam~egejscaleadvisering waarvan de uitkomsten pas halvenvege de maand november van dit jaar bekend zijn, de datum van 3 oktober a.s. niet te kunnen halen. Ze hebben verzocht de intentieovereenkomst op een later tijdstip te ondertekenen. De intentie om te ondertekenen binnen de daartoe gestelde termijn in de huidige planning blijft. " Natuurlijk was het merkwaardig dat een familie die bestaat uit juristen, fiscalisten en vastgoedspecialisten een fiscaal advies nodig hebben over het initiatief tot landgoedontwikkeling dat men zelf heeft genomen. Er mag immers worden verondersteld dat men de fiscale consequenties reeds in kaart heeft gebracht voordat men dit initiatief nam en de vertegenwoordiger Takkenkamp op pad stuurde om de andere partijen te bewegen hiermee in te stemmen en uiteindelijk daartoe te besluiten. Natuurlijk was hier geen sprake van voortschrijdend inzicht, maar werden drogredenen en pseudo-argumenten gebruikt om de andere partijen op het verkeerde been te zetten. Op 29 november 2006 werd wederom door het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland een brief (ui/2006/1576)verstuurd dat de ondertekening van de intentieovereenkomst zou worden uitgesteld. In deze brief komt de volgende alinea voor:
"Echter. de ondertekening van h e intentieverklaring za1 niet door kunnen gaan op eerder genoemde datzrm. Onvoorziene omstandigheden hebben ertoe geleid dat de ondertekening voor onbepaalde tijd is uitgesteld. De Erven van Rijckevorsel, partij in deze hebben, hebben aangegeven dat zij op dit moment niet van plan zijn te ondertekenen. Dit omdat zij dejscale advisering niet op tijd rond kunnen krijgen. Dit betekent overigens niet dat het proces geen doorgang kan vinden, alleen de ondertekening van de intentieilerklarig zal uitgesteld worden. " Spoedig zou blijken welke waarde kon worden toegekend aan de verklaringen van de Erven van Rijckevorsel. Van functionarissen in het openbaar bestuur had mogen worden verwacht dat men niet alleen over voldoende intellectueel overzicht beschikt om een spel van misleiding en bedrog te doorzien, maar ook over voldoende moreel overwicht om dit doortastend en slagvaardig aan te pakken. Het is een kwestie van normbesef om de juiste loyaliteit te tonen en zich te realiseren dat men niet alleen formeel -,maar ook moreel verantwoordelijk is.
Op 9 januari 2007 neemt het Dagelijks Bestuur het besluit2' de raad van de deelgemeente Hoek van Holland te vragen in te stemmen met een vervolgopdracht aan DLV Groen & Ruimte om de procesbegeleiding te kunnen vervullen. In het voorstel (DW2006/0068)staan de volgende alinea's vermeld:
"De afgelopenjaren is er veel gepasseerd waardoor de uitvoering van de concrete projecten vertraging heeft opgelopen. Daarentegen is er veel tijd en energie gestoken in het afitemmen van de belangen van de betrokken partijen en het informeren van alle betrokkenen. Een positieve onhvikkeling in de laatste maanden is de mogelijke realisatie van een zorgboerderij op de Hoeve Rijckevorsel. Om de procesbegeleiding ook in 2007 te kunnen vervullen heeft DLV Groen & Ruimte een offerte uitgebracht De aandacht en taak van de procesbegeleider zal vooral gericht zijn op de voortgang van het gezamenlijke proces. Het belangrijkste middel in de realisatie van het gebiedsontwikkelingsplanblijft veelvuldig overleg tussen de partijen, waarbij de projectgroep een belangrijke rol speelt. Door steeds met elkaar in gesprek te blijven, wordt met zo veel mogelijk draagvlak gewerkt aan de concrete uitwerking. Daarnaast is het van belang dat onderlinge afspraken worden gemaakt in samenspraak met alle betrokkenen. " En dit is de tekst van het besluit:
De raad van de deelgemeente Hoek van Holland; gelezen het verzoek van het Dagelijks Bestuur de dato 9 januari 2007; gelet op de verplichtingen ten aanzien van de vervolgopdrachten; alsmede gelet op het belang van de hvaliteit van de Bonnenpolders; gelet op de begroting van de deelgemeente; Besluit: een budget beschikbaar te stellen van € 16.232,-- ten laste van de stelpost onvoorzien 2007 ten behoeve I. van de zritvoering van de gebiedsvisie "De Bonnen"; 2. hiervoor de bijgaande begrotingswijziging 2007-2 vast te stellen. Er was toen nog sprake van een resultaatsverplichting en niet van een vrijblijvende inspanningsverplichting. Men had immers partijen meegenomen in een integraal gebiedsontwikkelingsprocesom de problemen in het gebied "De Bonnen" integraal op te lossen. Er was geen sprake van een "IastigeJinanciële haalbaarheidsparagraaj". Op 24 januari 2007 wordt dit voorstel behandeld in de adviescommissie van de deelgemeente Hoek van Holland. In het verslagz9is het volgende te lezen:
"De heer Brouwer zegt dat de zorgboerderij in de opdracht is opgenomen. De opdracht niet afhankelijk van financiële bijdrages van derden. Op verzoek van de heer Brouwer zegt de heer De Groot dat in de begroting 2007 geen bedrag is meegenomen mbt het doorzetten van het plan. Het is gewenst dit proces te continueren en hij gaat ervan uit dat de participanten hun verantwoordelijkheid nemen. Er bestaat wel een risico dat deze nee zeggen. In dit geval is de doorgang van het project belangrijker. Op 8februari a.s., als de gevraagde informatie bekend is, zal over dit punt verder gesproken worden. " Op maandag 5 februari 2007 bezoeken de heer W. de Groot, portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening van de deelgemeente Hoek van Holland, en mevr. H. Koopman, beleidsmedewerker van de deelgemeente Hoek van Holland, de nieuwe vertegenwoordiger van de Erven van Rijckevorsel. De heer ing. G.J. Takkenkamp is nadat hij een warme bestemming op de gronden in de Bonnenpolders had weten te realiseren vervangen door een nieuwe pion: dhr. ir. I.D.E.O. van Hoven, onteigeningsspecialist. Hij heeft als opdracht het vastgoed van zijn opdrachtgever tot een maximale waarde te brengen en zal niet voldoen aan het gemaakte afsprakenkader.
Helaas wordt deze houding bestuurlijk geaccepteerd. Het hernieuwde verzoek om d.m.v. een kort geding het nakomen van de gemaakte afspraken, gedane toezeggingen, gewekte verwachtingen, uitgesproken intenties en vastgestelde besluiten te eisen wordt bestuurlijk niet gehonoreerd. Men wenste immers nog zaken te doen met de Erven van Rijckevorsel over de verwerving van de gronden welke noodzakelijk zijn om de 2' ontsluitingsweg aan te kunnen leggen. Het was duidelijk dat men achter de feiten aanliep en zich door de Erven van Rijckevorsel vanwege bestuurlijke onkunde in een slechte onderhandelingspositie had laten manouevreren. Op 8 februari 2007 vindt in de raad van de deelgemeente Hoek van Holland de behandeling plaats van het voorstel om een extra budget vrij te maken voor de verdere procesbegeleiding. Uit de notulen30blijkt dat de volgende motie met 12 stemmen vóór en l stem tegen wordt aangenomen: "De deelgemeenteraad van Hoek van Holland, in vergadering bijeen op 8 februari 2007 kennisnemend van besluitnummer DR/2006/0068 met bijbehorend stappenplan Ps/'2006/3164 betreffinde het beschikbar stellen van C 16.232,- ten behoeve van de uitvoering van de gebiedsvisie "De Bonnen": Draagt het dagelijks bestuur op: het activiteitenstappenplan zodanig te wijzigen dat het tekenen van de intentieverklaringen en het onderzoek naar mogelijkheden zorgboerderij op zo kort mogelijke termijn worden afge~vikkeld. hierover verslag te doen in de deelraadsvergadering van 29 maart 2007. Gaat over tot de orde van de dag Anton Visser" Uit de notulen3' van de vergadering van de deelgemeenteraad van Hoek van Holland d.d. 29 maart 2007 blijkt dat de motie niet naar tevredenheid is afgerond. Men wenst hierop terug te komen. Op 25 april 2007 vindt in de raadsvoorbereidende commissie van de deelgemeente Hoek van Holland een waarmee mede invulling wordt gegeven aan de presentatie plaats van het bedrijfsplan "De Hof van wens een zorgboerderij in de Bonnenpolders te realiseren. Uit de het kort verslag33blijkt dat ondergetekende de complimenten krijgt van de leden van de commissie. Later is nog eens een geactualiseerde versie aan de leden van de deelgemeenteraad gezonden34. Ondertussen werd achter de schermen onderhandeld door het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de Erven van Rijckevorsel over de verwerving van de gronden voor de 2' ontsluitingsweg. Er werd tevens druk gezocht naar een legitimatie om de andere onderdelen van het integrale gebiedsontwikkelingsplan te laten vallen. Er was vergeten tijdig het onteigeningsinstrument in te zetten en er was angst voor tijdverlies. Men vond dan ook in de "lastige haalbaarheidsparagraaf' een argument om de gewijzigde bestuurlijke opstelling te rechtvaardigen. Natuurlijk werd hiermee partijen zand in de ogen gestrooid. De "lastige haalbaarheidsparagraaf' was immers ontstaan door het handelen van de lokale overheid zelf en was een nieuw element welke werd gebruikt om een beeld neer te zetten welke geen recht deed aan de feiten. Het e.e.a. is ook beschreven in het concepte v a l ~ a t i e r a ~ ~inzake o r t ~ ~het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen. Uiteindelijk behaalde de lokale overheid als gebiedsregisseur voor zichzelf een voordeel bij de verwerving van de gronden voor de infrastructuur, maar werd de rekening voor dit handelen neergelegd bij de participerende partijen in het proces.
Hiermee deed men geen recht aan de uitnodiging36aan deze partijen om deel te nemen aan het integrale proces. Niet alleen de oorspronkelijke pachtboeren kwamen met lege handen te staan, maar ook het Zuid-Hollands Landschap en het Hoogheemraadschap van Delfland konden hun doelen niet realiseren. Met deze bestuurlijke keuze dreigde het autonome scenario - dat eerder op 2 1 december 2005 was verworpen - alsnog werkelijkheid te worden. De partijen die voor het eerste overleg op 16 september 2004 waren uitgenodigd om gemeenschappelijk naar oplossingen te zoeken bleven met extra problemen achter. Van volksvertegenwoordigers mag echter worden verwacht dat men erop toeziet dat er bestuurlijk wordt gehandeld binnen de vastgestelde beleidskaders. Het deelgemeentebestel behoort bij de inrichting van het lokale bestuur over een toegevoegde waarde te beschikken doordat men bestuurlijk maatwerk kan leveren door kennis van wat zich afspeelt in de eigen straat, buurt of wijk. Men behoort te beseffen welke problemen er spelen en om een oplossing vragen. Daarmee kan men immers ook van betekenis zijn voor de eigen woongemeenschap, ondernemers, organisaties en instellingen. Een goed "burgernabij bestuur" beseft wanneer een bestuurlijk besluit noodzakelijk is en wat de impact is van het uitblijven hiervan enlof het uitblijven van de uitvoering van een bestuurlijk besluit. Besturen is immers geen vrijblijvende kwestie. Burgers, ondernemers, organisaties en instellingen behoren immers vertrouwen te kunnen hebben in de lokale overheid en moeten waarde kunnen toekennen aan bestuurlijke besluiten. Het is evident dat bij "gebiedsgericht werken" men oog dient te hebben voor "de menselijke maat". In de ondertitel bij het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen werd gesproken over "evenwicht en draagvlak". Ook in de gedragscode37 van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland wordt aandacht besteed aan de noodzaak tot competent en integer handelen. Mensen moeten hun zakelijke en persoonlijke beslissingen kunnen afstemmen op de bestuurlijke besluiten van een betrouwbare overheid. Ook dit is een kwestie van verantwoordelijkheidsgevoel. Het complete dossier Bonnenpolders laat zien hoe de Erven van Rijckevorsel een spel van misleiding en bedrog hebben gespeeld, partijen een rad voor ogen hebben gedraaid en op het verkeerde been hebben gezet. Feitelijk is hiermee sprake van misdadig gedrag om een maximale prijs voor hun vastgoed te kunnen realiseren. Juist van een sterke, sociale en betrouwbare overheid zou men mogen verwachten dat deze dit niet tolereert en met het beschikbare bestuurlijke en juridische instrumentarium dit soort vastgoedcriminaliteit bestrijdt. De actuele situatie laat zien dat de Erven van Rijckevorsel geen boodschap hebben aan natuurontwikkeling, een goede waterhuishouding, duurzame landbouw, een verbeterde recreatieve ontsluiting en een vitaal, veilig en leefbaar buitengebied. De positieve grondhouding waarover in het e-mai~bericht"~ van 5 juli 2005 nog werd gerept bleek een farce te zijn. De Erven van Rijckevorsel zijn ontmaskerd als een syndicaat van witteboordencriminelen. Door apart zaken te doen met deze partij heeft de lokale overheid zich een onbetrouwbare partij getoond t.o.v. de overige partners bij het integrale gebiedsontwikkelingsproces en is veel maatschappelijke -,zakelijke - en persoonlijke schade veroorzaakt. Er blijkt sprake te zijn van een forse schending van de algemene beginselen van behoorlijk best~ur'~. Er is reeds een vooraankondiging gedaan van een schadeclaim die zal worden ingediend4'. Met de overdracht van de trekkersrol werd ook door de lokale overheid getracht zichzelf in de rol van toeschouwer i.p.v. regisseur te plaatsen. De deelgemeente Hoek van Holland blijft echter verantwoordelijk voor de genomen bestuurlijke besluiten. Als opdrachtgever (!) voor de uitvoering van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen behoort men erop toe te zien dat het project volledig, correct en tijdig verloopt. Met het overdragen van de trekkersrol heeft men nog niet de bestuurlijke verantwoordelijkheid overgedragen. Als men een huis wenst te bouwen, ziet men erop toe dat de aannemer dit doet binnen de vastgestelde termijn, het afgesproken budget en het goedgekeurde bouwplan. Het is daarbij niet relevant welke onderaannemers deze aannemer in dienst neemt; uiteindelijk gaat het om het resultaat. Als lokaal bestuur dient men vanuit de opdrachtgevende rol erop toe te zien dat de Stadsregio Rotterdam resultaatgericht te werk gaat. Men dient "leidend' te zijn i.p.v. "volgend'. Ook hier geldt dat men niet tijdens "het sper' als "spelleider" ineens op de tribune kan gaan zitten. Het getuigt van een gebrek aan innerlijke beschaving als men de mate van betrokkenheid4' wijzigt halverwege het integrale traject dat zou moeten leiden tot oplossingen voor partijen. De casus Bonnenpolders is inmiddels in het landelijk gebied van Nederland een voorbeeld geworden van wat de ultieme consequenties kunnen zijn als men vertrouwen heeft in de regierol van de overheid en zich als een partner opstelt bij een integraal gebiedsontwikkelingsproces. Het imago van de overheid is hiermee ook beschadigt.
Het is dus vandaag 4 jaar geleden dat de brief aan de wethouder Ruimtelijke Ordening en de wethouder Groen van de gemeente Rotterdam werd geschreven. De actuele situatie laat het resultaat zien van deze afgelopen periode. Voor u als volksvertegenwoordigers ligt ook hierin een controlerende functie. Er is immers geen sprake van dat de verantwoordelijkheid voor de besluiten die de raad van de deelgemeente Hoek van Holland heeft genomen is afgeschoven. Voorts zijn deze besluiten nooit ingetrokken enlof gewijzigd. De deelgemeentelijke doelstellingen die aan het begin van het traject werden geformuleerd zijn tot op heden niet gerealiseerd. De boeren en ondernemers in het gebied zijn hier het slachtoffer van geworden. Terwijl er sprake was van een warme overdracht is de koude sanering een feit. Van snelheid was geen sprake en de Stichting de Bonnen is in januari 2009 door de Stadsregio Rotterdam op een zijspoor gezet. De wanprestatie4' van de Stadsregio Rotterdam laat zich in de actuele situatie zien. Ik spreek u bij deze aan op de formele en morele verantwoordelijkheid die u heeft bij het realiseren van een maatschappelijk aanvaardbare oplossing van de problematiek in de Bonnenpolders. Als voormalig bestuurder van de deelgemeente Hoek van Holland doet het mij zeer dat deze vorm van lokaal bestuur momenteel ter discussie staat en zich niet inspant om haar toegevoegde waarde te bewijzen. Ik kon mij indertijd de luxe veroorloven om naast mijn bedrijf een maatschappelijke bijdrage te leveren in het bestuur van de deelgemeente en ik heb mij ingezet om de kwaliteit hiervan te verbeteren. Een lokaal bestuur behoort op een competente en integere wijze mensen ter zijde te staan, maatschappelijke resultaten te bereiken en publieke doelen te realiseren. Het is dan spijtig om te moeten constateren dat onderzoeken van de Rekenkamer Rotterdam inzake de besluitvorming rondom de unicum-toren43 en de subsidierelatie met Get oe kt^^ hebben aangetoond dat er soms niet werd geschroomd de deelgemeenteraad niet juist, niet volledig en niet tijdig te informeren. Het is u bekend dat dit geen incidenten waren, maar een onderdeel vormden van een verziekte bestuur- en ~ r ~ a n i s a t i e c u l t u u r ~ ~ waarbij de besluitvorming in een bepaalde richting werd gemanipuleerd. Het dossier Bonnenpolders laat zien dat dit ook is gebeurd met de besluitvorming over de gewenste scenariokeuze en het uiteindelijke bestuurlijke besluit inzake het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen. Het bestuurlijke falen is gecamoufleerd door het introduceren van het begrip "lastige haalbaarheidsparagraaf' terwijl hier oorspronkelijk geen sprake van was. Inmiddels is er - nadat ruim 5 jaar geleden het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen - door de raad van de deelgemeente Hoek van Holland werd vastgesteld een stadium aangebroken dat het wachten lang genoeg geduurd heeft. Het is vandaag 4 jaar geleden dat de brief werd geschreven aan de Rotterdamse wethouders Groen en Ruimtelijke Ordening en nog steeds is er geen concreet resultaat. De problemen zijn niet opgelost, maar door bestuurlijk falen slechts toegenomen. Ook dat is een kwestie van normbesef: het geeft geen pas mensen zo lang "in de wachtkamer" te laten plaatsnemen. De raad van de deelgemeente Hoek van Holland heeft het beleidskader vastgesteld en is vanuit haar controlerende functie verantwoordelijk voor het toezicht op het functioneren van het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente. Dat is behalve een formele verantwoordelijkheid ook een morele verantwoordelijkheid. Voor het overige zult u beseffen dat bestuurlijke verantwoordelijkheid ook leidt tot bestuurlijke aansprakelijkheid. Binnenkort zal dan ook de rekening worden gepresenteerd. met vriendelijke groet, ing. L.W. Vreugdenhil C.C.:
- Dagelijks Bestuur deelgemeente Hoek van Holland, - raad gemeente Rotterdam, - college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Rotterdam, - Stichting de Bonnen,
- Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschapvan Delfland, - Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, - college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,
- Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland,
- ir. M. Houtzagers, directeur Zuid-Hollands Landschap,
- mr. J. Hagendoorn.