straf | volwassenen | psychologie | 2010a
Psychologisch onderzoek
PRO
JUSTITIA betreffende de heer/mevrouw
Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM
geboren te wonende parketnummer opdrachtgever arrondissement/hof deskundige datum
[naam]
: : : : : : : :
dag maand jaar plaats, land straat nr, postcode, plaats xx.xxxxxx.xx naam, functie plaats naam, psycholoog dag maand jaar
Forensisch Psychologisch onderzoek
1
straf | volwassenen | psychologie | 2010a
In opdracht van mr. [xxxx], rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te [xxxxx], heeft ondergetekende, [xxxxx], psycholoog te [xxxx], na inzage van de gerechtelijke stukken een psychologisch onderzoek ingesteld omtrent de persoon van
de [heer/mevrouw] [voornamen, VOORVOEGSEL(S), ACHTERNAAM] geboren op [dag.maand.jaar] te [plaats], [land] wonende te [plaats, straat] nationaliteit [nationaliteit] ten tijde van dit onderzoek verblijvend te [instelling, plaats] verdacht van: [korte omschrijving van verdenking/delict en gevolgen in de woorden van de deskundige] ten laste gelegd dat 1. hij/zij op of omstreeks [tekst tenlastelegging]. art. [xxx], wetboek van strafrecht
Vraagstelling [overnemen van opdracht, indien geen vraagstelling: standaardvraagstelling, zie achteraan]
Beschikbare en geraadpleegde stukken -
proces verbaal politie nr. [xxxx] proces verbaal rechter commissaris dd. [xx.xx.xx] uittreksel algemeen documentatieregister dd. [xx.xx.xx] (oude) rapportages pro justitia, voorlichtingsrapportages reclassering, consultbrieven FPD, correspondentie psychiatrische behandelingen.
[In de onderhavige zaak werd tevens een onderzoek gedaan door [xxxx], psychiater]. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in het onderstaand
RAPPORT 1.
ONDERZOEKSOPZET In deze verantwoording van het onderzoek vermelden: - data, locatie (en tijdsduur) gesprekken - indien van toepassing: rolverdeling/overleg psychiater/psychiater in opleiding - referenten (toestemming vermelden) - opgevraagde informatie [GGZ, huisarts, FPD, reclassering, etc] - gevoerd overleg [reclassering, mederapporteur, GGZ, FPD,etc.] - verricht aanvullend onderzoek [somatisch/lab./EEG, etc]
2.
RELEVANTE INFORMATIE UIT DE GERECHTELIJKE STUKKEN Vermelding van de voor de rapporteur relevante informatie uit de stukken (inclusief de vermelding van het bestaan van een justitiële voorgeschiedenis)
3.
[naam]
MEDEWERKING AAN HET ONDERZOEK
Forensisch Psychologisch onderzoek
2
straf | volwassenen | psychologie | 2010a
Indien aan de orde, vermelden van weigering, opgegeven redenen, onderbouwing eventuele ‘pathologische weigering’, standpunt onderzoeker en eventuele aanbeveling voor onderzoeksvorm die wel tot een rapportage zal kunnen leiden.
4.
BIOGRAFISCHE ANAMNESE informatie van onderzochte geen interpretaties, geen commentaar, alleen functionele citaten denk wel aan zelfbeschrijving en beschrijving van anderen informatie van derden idem; n.b. naam en functie c.q. relatie met onderzochte vermelden voor beide bronnen denk aan: - gezins- en familieachtergronden - vroege ontwikkelingsanamnese - relationele anamnese (ouders/opvoeders, siblings, peers, partners) - (psycho)seksuele anamnese - maatschappelijke anamnese (scholing, werk, maatschappelijke verbanden) - actuele sociale situatie in de aanloop naar het ten laste gelegde (huisvesting, financiën, verzekering ziektekosten, werk, etc.) - justitiële voorgeschiedenis
5.
GEZONDHEIDS- EN VERSLAVINGSANAMNESE relevante somatische aspecten - aandoeningen, behandelingen, gebreken, handicaps verslavingsanamnese - middelen, duur, intensiteit, behandelingen relevante aspecten geestelijke gezondheid - aandoeningen, behandelingen, gebreken, handicaps
6.
HOUDING TEN OPZICHTE VAN HET TEN LASTE GELEGDE Wat heeft de onderzochte zelf te melden over de aanloop tot, de totstandkoming van en het verdere beloop met betrekking tot het ten laste gelegde; wat zijn verdachte’s gevoelen/denken/handelen t.a.v. het ten laste gelegde. (Nota Bene: er kunnen ook andere volgorden worden gekozen, zie daarvoor de algemene toelichting bij het format)
7.
KLINISCH-PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK -
eerste indrukken houding t.a.v. onderzoek verloop van onderzoek functionele screening (bewustzijn, concentratie, geheugen, oriëntatie, waarneming, denken, stemming, affect) - contactkenmerken - ‘rapport’-kenmerken
8.
[naam]
TESTPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK - eerder onderzoek (voor zover bekend en relevant) - houding t.a.v. dit onderzoeksdeel capaciteitenonderzoek - intelligentieonderzoek - organiciteitsonderzoek (indien nodig) persoonlijkheidsonderzoek - gestandaardiseerde middelen - projectieve technieken
Forensisch Psychologisch onderzoek
3
straf | volwassenen | psychologie | 2010a
9.
DIFFERENTIAAL DIAGNOSTISCHE BESCHOUWING - analyseer de beschikbare gegevens en kom tot een beschrijvende diagnose - betrek daar differentiaal diagnostische overwegingen bij - geef de mate van zekerheid/geobjectiveerdheid van de diagnose aan DSM-IV-TR classificatie1
Geef in een voetnoot een classificatie volgens DSM-IV-TR, doe dat als de gegevens het toelaten op alle vijf de assen.
10.
FORENSISCH PSYCHOLOGISCHE BESCHOUWING - Grenzen aan het onderzoek en de onderzoekbaarheid van de betrokkene - Kwaliteit en volledigheid van de gegevens - kwaliteit van de medewerking - verminderde onderzoekbaarheid door ontkennende procespositie, toestandsbeeld, omstandigheden e.d. Verband diagnose en delict beschrijf samenhang: hoe staat de eventueel aangetroffen problematiek/pathologie in verband met het ten laste gelegde: - gelijktijdigheidsverband - betekenisverband (invalshoek meer fenomenologisch en psychodynamisch) - functionele verbanden (invalshoek meer vanuit gestoorde functies) - contextuele verbanden (invalshoek meer vanuit interacties met omgevingsfactoren) - rechtstreeks causaal verband (stoornis overweldigend) analyseer het verband zo mogelijk in termen van gevoel, gedachten en gedrag, besteed veel aandacht aan de uitleg en geef tot slot beredeneerd aan of het verband tussen stoornis en delict zodanig was dat de gedragskeuzemogelijkheden daardoor volledig, gedeeltelijk of niet werden bepaald. Risicoprognose Leg uit wat de kans op herhaling van soortgelijke delicten is bij het voortbestaan van de aangetroffen stoornis(sen). Benoem eventuele andere risicofactoren (zo mogelijk met behulp van een geaccepteerde checklist). Benoem eventuele evidente beschermende factoren (zo mogelijk met behulp van een geaccepteerde checklist). Zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden Benoem de gedragsdeskundige aanknopingspunten die er zijn voor interventie en wat daarvan te verwachten valt met betrekking tot het voorkomen van herhaling van soortgelijke delicten. Redneer vanuit de stoornis(sen), de aangetroffen verbanden en de risicoprognose. Geef aan hoe de beïnvloedingsmogelijkheden zijn, geredeneerd vanuit de onderzochte: - veranderingscapaciteiten (intelligentie, zelfinzicht, gedragscontrolemogelijkheden, sociale vaardigheden etc.) - veranderingsmotivatie (probleembesef, lijdensdruk e.d.) - persoonsgebonden interferenties (frustratietolerantie, impulsiviteit, agressieregulatie, middelenafhankelijkheid e.d.) - contextuele pro’s en contra’s (resources en sociale/relationele interferenties)
1
Classificatie volgens DSM-IV: As 1: (klinische stoornissen of reden van zorg) …… As 2: (persoonlijkheidsstoornissen en verstandelijke handicaps) ……. As 3: (somatische aandoeningen) ……. As 4: (psychosociale en omgevingsproblemen) ……. As 5: (hoogste niveau van functioneren op een schaal van 0 tot 100) huidig: ……
[naam]
Forensisch Psychologisch onderzoek
afgelopen jaar: ……
4
straf | volwassenen | psychologie | 2010a
Interventieadvies en –condities Benoem en beargumenteer op welke wijze de gedragsdeskundige aanknopingspunten vorm kunnen krijgen in termen van: - zorg (begeleiding, training, behandeling) - intensiteit van de noodzakelijke zorg (ambulant of klinisch) - categorale zorg (bv. verslavingszorg of SGLVG-circuit) - beveiliging (toezicht, controle, geslotenheid) - verwachte duur van de interventie Doe suggesties met betrekking tot de strafrechtelijke kader(s) die wenselijk, nodig of onmisbaar zijn om de mogelijkheden en condities te bevorderen of te waarborgen.
11.
BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING [ keuze 1: vraagstelling opdrachtgever] [ keuze 2: bij ontbreken van heldere vraagstelling is overleg met opdrachtgever over vraagstelling noodzakelijk; onderstaande vraagstelling is de dominante standaardvraagstelling] 0. 1. 2. 3.
4.
5.
6.
indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen van de rapporteur geeft die weigering aanleiding? is onderzochte lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? hoe was dit ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde? beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde (zodanig dat dat mede daaruit verklaard kan worden)? zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. op welke manier dat geschiedde b. in welke mate het geschiedde c. welke conclusie aangaande de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is. a. welke factoren voortkomend uit de stoornis van betrokkene kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? b. welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw genomen te worden? c. is iets te zeggen over eventueel onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? welke aanbevelingen van gedragskundige en van andere aard zijn te doen voor interventies op deze factoren en condities en hun onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden?
N.B. van belang bij de beantwoording van de laatste vraag is een beknopte weergave van 9.4 en 9.5.
12.
OVERLEG MEDERAPPORTEUR (indien multidisciplinair onderzoek) vermeld de kernachtig de onderwerpen van overleg, meld consensus en dissensus en leg die laatste zorgvuldig uit (inhoud, redenen en het belang van de dissensus voor de strafrechtelijke beoordeling.
13.
OVERLEG RECLASSERING (naam reclasseringsmedewerker noteren!) opvattingen, overeenstemming, haalbaarheid, actualiteit, gemaakte afspraken over rol reclassering noteren
14.
BESPREKING MET DE BETROKKENE reactie betrokkene op bevindingen, houding betrokkene t.a.v. advisering
[naam]
Forensisch Psychologisch onderzoek
5
straf | volwassenen | psychologie | 2010a
Ondergetekende verklaart bij het onderzoek de door [hem/haar] onderschreven gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in acht te hebben genomen en dit verslag naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgemaakt.
[plaats/domicilie, dag.maand.jaar] [handtekening deskundige] [naam, discipline deskundige]
[naam]
Forensisch Psychologisch onderzoek
6