PROJECT VREDESTEIN DE HUISKAMER VAN DE RUIMTE
Docent: ir. G. Lindner ir. L.A. van Schaijk Student: R. R. Boersma 0745872 Projectnummer: AT04 Jaargang: 2012
PROJECT VREDESTEIN
Voorwoord Een nieuw semester, een nieuw begin. Zo begon ik vol enthousiasme aan het bachelor project AT04. In het vorige AT03 project had de nadruk erg sterk gelegen op het functionalisme en de techniek en dit keer wilde ik mij hier weer van bevrijden. Ik had namelijk wel veel van het functionalisme en de techniek geleerd, maar het had mij weinig ontwerpvaardigheden opgeleverd en dat vond ik erg jammer. Ik wil namelijk Architectuur leren creëren en geen product, en vond, en vind daarom nog steeds dat een ontwerp niet enkel tot stand moet komen door berekeningen, economisch verantwoorde afmetingen en formules. Naast het verwerven en verbeteren van ontwerpvaardigheden wilde ik dit project verder gaan met het nadenken over de essenties van het bouwwerk en zijn omgeving. Hier was ik het vorige project mee begonnen, en ik merkte dat ik deze wijze van filosoferen erg leuk vond. Ik heb namelijk altijd interesse gehad in de “waarom?” vraag omdat ik op die manier kon leren om door situaties en problemen heen te kijken. Wellicht dat deze manier van denken mij hedendaags vaak terug bij af brengt, maar ik ben er wel van overtuigd dat het mij op den duur een sterke fundatie zal opleveren waar vanuit ik alle kanten op kan gaan.
Atelier 1 (Kunst & Vliegwerk)
Atelier 2 (Car(e)park)
Atelier 3 (Plaza Futura)
AT04 (Patiowoning Tandarts)
AT04
Pagina 2
PROJECT VREDESTEIN
Inleiding: De opdracht van het project AT04 was om het Ketelhuis van de voormalige fabriek van Vredestein in Doetinchem her te bestemmen. Het perceel waarop dit Ketelhuis her bestemd moest worden was van dusdanige grote dat er naast het ontwerp ook veel aandacht werd vereist voor het Masterplan. Dit verslag is opgebouwd uit verschillende fasen. In het eerste deel staat de uitleg en invulling van het Masterplan. Het tweede deel betreft een samenvatting van het ontwerpproces waarbij de belangrijkste varianten worden toegelicht. Dit deel bevat de vorming van de visie op deze opdracht en het uiteindelijke ontwerp. Het laatste deel betreft de uitwerking en vloeit voort uit het tweede deel. De bijbehorende tekeningen die bij dit deel horen kunt u vinden in de bijlage. Tot slot is er in het slotwoord een kleine zelfreflectie gemaakt waarin leermomenten zijn samengevat.
AT04
Pagina 3
PROJECT VREDESTEIN
Inhoudsopgave: Masterplan……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………….…………..…….………05 Masterplan…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….……..……….……….06 Ervaring Ruimte……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………….…..……….…..…..…07 Aanpassing Masterplan…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….……..…………………………….…….…10 Ontwerpproces……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….….11 Het Ketelhuis………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………....…12 Schets Ontwerp………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…..13 De Ruimte…………….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….…..…14 Voorlopig Ontwerp………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….…..…15 Definitief Ontwerp……………….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….….….17 Materialiteit……….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….…….…19 Referenties………….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..…...….…20 Sfeerbeelden……….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….…...…22 Maquette…………….………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………..….…...…23 Uitwerking…………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……...24 Constructie………………..…………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….………..….25 Warmte……………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………….………….26 Licht……………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………….……………….29 Overig…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………31 Slotwoord……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….32 Bronvermelding………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………33
AT04
Pagina 4
PROJECT VREDESTEIN
M
A S
T E R P L
A N
AT04
Pagina 5
PROJECT VREDESTEIN
Masterplan Onderstaand ziet u het Masterplan dat uit het eerste deel van het project is voortgekomen. Het plan gaat uit van de actoren: AOC/ROC, Beurs, Karakter en de Politie die samen rondom een park zijn gevestigd. De gedachte hierachter was dat alle actoren gebruik zouden kunnen maken van dit park waardoor er multifunctioneel groen zou ontstaan. De bebouwing is in combinatie met scheidingswanden aaneen geplaatst om afstand te creëren van de industrie die rondom het terrein is gelegen. Het Masterplan was een abstract plan. Het was een plan waarbij diverse invullingen mogelijk waren en daarom verdiende het de voorkeur om deze mogelijkheden te verkennen voordat ik met het ontwerp zou beginnen. Op deze manier wilde ik namelijk meer gevoel krijgen bij de ruimte die was ontstaan.
AT04
Pagina 6
PROJECT VREDESTEIN
Ervaring Ruimte Om meer gevoel te krijgen bij het Masterplan heb ik het plan proberen in te beelden in het huidige gebied. Ik heb gekeken hoe men de ruimte zou ervaren vanaf de wegen en hoe men de ruimte zou ervaren vanaf de locatie zelf.
AT04
Pagina 7
PROJECT VREDESTEIN
Ervaring Ruimte
AT04
Pagina 8
PROJECT VREDESTEIN
Ervaring Ruimte
AT04
Pagina 9
PROJECT VREDESTEIN
Aanpassing Masterplan Toen ik de beelden van het terrein bestudeerde zag ik dat het terrein eigenlijk al vrij besloten was. De enorme doorgetrokken wand van gebouwen en afscheidingen die in het oorspronkelijke Masterplan zat was daarom niet noodzakelijk. Daarnaast viel het mij op dat er helemaal geen gebruik was gemaakt van bestaande bomen terwijl het wel de bedoeling was geweest om een park te creëren. Ik besefte wel dat bomen herplant zouden kunnen worden en dat deze niet maatgevend zijn in het ontwerp van een Masterplan, maar wanneer ze met subtiele veranderingen en zonder kwaliteitsverlies van het plan gebruikt kunnen worden verdiend het naar mijn mening wel de aandacht om naar deze mogelijkheid te kijken. Op deze manier ontstaat er namelijk eerder een landschappelijke ruimte, dan wanneer men eerst 10 tot 20 jaar moet wachten. Met deze nieuwe inzichten heb ik een aantal aanpassingen gemaakt in het Masterplan: - Ik heb de starre doorgetrokken wand van gebouwen losgebroken en heb geprobeerd om gebruik te maken van het huidige groen in plaats van de scheidingswanden. - Ik heb de hoofdontsluitingen buitenom gelegd en binnenin een echte ring gecreëerd. Op deze manier ontstond er namelijk een duidelijkere afscheiding tussen snel en langzaam verkeer. - Ik heb het park toegekend aan het Ketelhuis, het AOC/ROC en de beurs zodat er tussen deze openbare gebouwen interactie kan ontstaan. Het Karakter en het politiebureau zorgden naar mijn mening teveel voor geforceerde toezicht en daarom heb ik deze aan de andere zijde (Industriestraat) ontsloten. - Ik heb het Ketelhuis losgetrokken van het AOC/ROC. Er was namelijk in het oorspronkelijk plan geen reden of situatie om dit gebouw als aanhangsel van de school te zien en daarom vond ik het beter om dit gebouw los te laten staan. Dit versterkte tevens de interactie omdat er op deze manier een driehoek ontstond waarin elk gebouw voor zijn eigen functie stond. - De gevels van alle gebouwen rondom het park zijn lager gemaakt (4m) om het gevoel van ruimtelijkheid te versterken. De andere zijde mag hoger zijn om toch voldoende oppervlak te bieden (AOC/ROC 12m, Karakter 16m, Politie 8m, Beurs 16m).
AT04
Pagina 10
PROJECT VREDESTEIN
O N T W
E R P P R O C E S
AT04
Pagina 11
PROJECT VREDESTEIN
Het Ketelhuis Nadat ik een idee had verkregen bij de invulling van het Masterplan ben ik gaan kijken naar het Ketelhuis:
Het eerste dat mij opviel was de ontzettend slechte staat waarin het Ketelhuis verkeerde en ik vroeg mij dan ook af hoeveel er gerenoveerd, vernieuwd en bijgebouwd moest worden om het gebouw weer in zijn oorspronkelijke staat te krijgen. Er moesten 2 nieuwe wanden in en een nieuw dak, van de vloer was eigenlijk ook weinig meer over, en dit was eigenlijk nog maar het topje van de ijsberg. Ik ben mij daarom gaan afvragen waar de monumentale kracht van dit gebouw zat. Waren het de stenen die nog overeind stonden of was het de immateriële culturele en sociale verbintenis die de ruimte jarenlang voor Doetinchem had gevormd. Omdat er zoveel gerenoveerd en vernieuwd moest worden zou het uiteindelijk neerkomen op een gebouw waarvan maar een klein deel authentiek zou zijn. Daarom heb ik voor mijzelf de conclussie getrokken dat de monumentale waarde van het Ketelhuis niet in de materiële waarde zit, maar in de immateriële waarde. Wat bewaard moet blijven is de ruimte, de plek, het idee en het gevoel dat Vredestein daar jarenlang heeft gestaan. Met bovenstaand idee in mijn achterhoofd ben ik nog eens naar het Ketelhuis gaan kijken. Ik wilde de ruimte bewaren, maar dit hield niet in dat ik geen delen van het Ketelhuis kon gebruiken. Deze delen waren namelijk juist welkom om de geest van de ruimte te versterken. Ik ben mij daarom gaan focussen op de voorgevel omdat dit naast de schoorsteen eigenlijk het enige typische component was dat nog overeind stond. Hij zag er alleen erg rommelig uit. Het leek namelijk alsof de linkerzijde eraan was geplakt en toen ik in de archieftekeningen dook kwam ik erachter dat dit ook het geval was. Het oorspronkelijke Ketelhuis bestond enkel uit het rechter deel en het linker deel was er ooit aangebouwd om de ingang te verruimen. Ik wilde de ruimte van het Ketelhuis bewaren en versterken en deze aanbouw droeg hier eigenlijk niks aan bij. Het verbrak de eenheid en versterkte het gevoel dat de fabriek in delen was gesloopt en dat er nog enkel een paar stukjes overeind stonden. Het brak hiermee als het ware de monumentale kracht van de ruimte af. Ik heb daarom besloten om dit deel te verwijderen zodat ik enkel het echte Ketelhuis overhield.
AT04
Pagina 12
PROJECT VREDESTEIN
Schetsontwerp Bij de start van het ontwerp heb ik eerst een inventarisatie gemaakt van alle ingrediënten: - Multifunctioneel park - Bezoekers beurs - Leerlingen AOC/ROC - Interactie AOC/ROC/Beurs/Ketelhuis - Ruimte Ketelhuis - Voorgevel Ketelhuis Het Ketelhuis lag in het multifunctionele park tussen het AOC/ROC en de beurs in en ik bedacht mij dat het Ketelhuis iets aan deze kwaliteit zou kunnen bijdragen. Op het moment dat het Ketelhuis ook multifunctioneel bruikbaar zou zijn kon het naast het bieden van een bruikbare ruimte (workshops, exposities) ook dienst doen als huiskamer (relax plek) van het park (de ruimte). Het zou op die manier een plek worden waar iedereen van zou kunnen profiteren. Met dit idee in mijn achterhoofd ontstond het schetsontwerp. Ik had de massa van het Ketelhuis verplaatst en had “de huiskamer” naar de ruimte, het AOC/ROC en de beurs toe geopend. Ik had een ruimte gemaakt waar de wind doorheen kon waaien zodat het klimaat van de ruimte kon worden ervaren. Tussen de overgang van het Ketelhuis en de huiskamer had ik een gordijn geplaatst. Op die manier zou men het oorspronkelijke Ketelhuis visueel kunnen afsluiten zonder dat daarbij de ervaring van de ruimte verloren zou gaan.
AT04
Pagina 13
PROJECT VREDESTEIN
De Ruimte Aan het schetsontwerp miste iets. Er zaten wel interessante elementen in, maar het was niet compleet. Was het een vloer, extra wanden of een pui die ontbrak, ik wist het niet precies. Toen me werd gevraagd om wat random basisvarianten te tekenen op de huiskamer werd het probleem al snel duidelijk:
Wat het probleem was, was dat “de huiskamer van de ruimte” nog dusdanig los was gedefinieerd dat het voor mij niet goed vast stond wat ik precies wilde en toen ik terug ging naar de essentie van de ruimte op zichzelf werd het mij duidelijk dat hier eigenlijk de echte fout zat. Ik had namelijk altijd aangenomen dat een ruimte gewoon een ruimte was omdat dat zo was, maar ik had me nooit afgevraagd of dat nou door het dak, de vloer of de wanden kwam. Toen ik over het ontstaan van de ruimte probeerde na te denken kwam ik voor mezelf tot de conclusie dat de ruimte wordt gedefinieerd door de vloer en het dak en dat wanden kunnen dienen als verlengde van het dak of als scheidingselement. Hoewel deze uitkomst wellicht ontzettend banaal klinkt zorgde het er wel voor dat het probleem zichtbaar werd. Er miste namelijk een vloer:
AT04
Pagina 14
PROJECT VREDESTEIN
Voorlopig Ontwerp Met het inzicht van de ruimte ben ik nog eens naar het ontwerp gaan kijken en heb ik een vloer toegevoegd. Er ontstond nu zichtbaar een ruimte, maar het ongedefinieerde van de huiskamer had ik nog niet opgelost. Daarnaast was de vorm eigenlijk puur gebaseerd op de ligging van de beurs en het schoolgebouw in plaats van op een studie. Hierdoor zou het ontwerp weinig bestaansrecht hebben op het moment dat de beurs en de school zouden verdwijnen. In dat opzicht was de vorm dan ook eigenlijk meer een vormwil die voortkwam uit mijn ergernis in het AT03 project:
Toen ik over de huiskamer probeerde na te denken kwam ik tot de volgende inventarisatie. De huiskamer van de ruimte zou: - Centraal moeten staan in de ruimte - Zou dezelfde eenheid in materialiteit moeten hebben als de ruimte (robuust, duurzaam, eenheid) - Zou hetzelfde klimaat moeten hebben als de ruimte (frisse lucht, natuurlijke warmte) - Zou van buitenaf uitnodigend moeten zijn - Zou van binnenuit vriendelijk en naar de ruimte gericht moeten zijn Toen ik bij punt 1 begon werd ik geconfronteerd met het feit dat de huiskamer eigenlijk helemaal niet vrij en centraal in de ruimte lag. Als ik letterlijk de huiskamer van de ruimte wilde maken was het daarom beter om alles uit elkaar te trekken. De schoorsteen als object, het Ketelhuis als workshop en expositieruimte en de huiskamer als huiskamer. Dit was alleen niet wat ik wilde. Ik wilde namelijk iets met het Ketelhuis doen, ik wilde er niet overheen, onderdoor of naast bouwen, maar ik wilde iets met de ruimte en het monument doen. Behoud door ontwikkeling. Daarom zou ik de huiskamer van de ruimte als huiskamer voor de ruimte moeten interpreteren. Als een paviljoen.
AT04
Pagina 15
PROJECT VREDESTEIN
Voorlopig Ontwerp Met het paviljoen, de eerder opgestelde ingrediënten en het idee dat ik iets met het Ketelhuis wilde doen in mijn achterhoofd ben ik in tegenstelling tot mijn schets ontwerp van binnenuit naar buiten gaan ontwerpen. Ik wilde een uitbreiding maken die vanaf de vormentaal van het Ketelhuis voortvloeide richting het park. Beide ruimtes wilde ik verbinden doormiddel van materiaal, en doormiddel van kleur en licht wilde ik onderscheid maken tussen de functiemogelijkheden (Ketelhuis: actief, lichte ruimte, licht van boven (als het effect van daglicht op de mens) en de huiskamer: passief, donkerdere veilige ruimte, licht vanaf de zijkant (als het effect van een toeschouwer op een toneelstuk)). Dit laatste zou ervoor zorgen dat de ruimtes elkaar als het ware zouden aanvullen, waardoor er eenheid zou ontstaan door het gebrek van elkander.
AT04
Pagina 16
PROJECT VREDESTEIN
Definitief Ontwerp In het definitieve ontwerp wilde ik het voorlopige ontwerp uitwerken. Er miste alleen nog steeds iets. Ik had wel van binnen naar buiten ontworpen, maar de hele werking van buiten naar binnen was verdwenen. Er was door het strakke lijnenspel zelfs een onzichtbare barrière ontstaan waardoor de ruimte zichzelf als het ware afsloot. Dit zou ik wellicht kunnen oplossen door het gebruik van tektoniek, maar eigenlijk zou ik daarmee alleen maar mijn ontwerpfout verbergen. Het voorlopige ontwerp was namelijk eigenlijk niet veel anders dan het schets ontwerp. Het was ondanks de betere onderbouwing nog steeds een uitbouw.
Toen ik begon na te denken over dit probleem kwam ik erachter dat de oorzaak bij het Ketelhuis lag. Op de één of andere manier had ik in mijn onderbewustzijn toch een dusdanig respect voor het gebouw dat ik ondanks mijn wilde pogingen geen eenheid durfde te creëren. Ik zag het Ketelhuis als het ware als een gebouw dat al bestond, en dat was het probleem. Ik wilde namelijk de immateriële waarde bewaren en niet de materiële waarde. Ik moest het idee van een reeds bestaand Ketelhuis daarom loslaten en vanuit mijn gedachten het Ketelhuis opnieuw opbouwen waarbij enkel de ruimte onaangetast bleef. Met deze visie kwam ik helemaal terug bij het begin en begon ik letterlijk van binnenuit te ontwerpen. De vorm moest letterlijk voortvloeien vanuit de ruimte en dezelfde materialiteit, en daarna loslaten richting het park. Ik moest niet stug vasthouden aan lijnen, maar de vloer en het dak hun eigen leven laten leiden. Langzaam maar zeker kwamen de inzichten die ik uit alle tussenontwerpen had gehaald naar voren en ontstond er eenheid.
Toen ik eenmaal hetgeen had bereikt dat ik voor ogen had kon ik verder gaan. Het ontwerp gaf mij namelijk wel vanaf één kant voldoening, maar ik kon niet verzwijgen dat het Ketelhuis nog meer aangezichten had. Ik ben daarom vanuit het Ketelhuis om het gebouw heen gaan ontwerpen waarbij ik de karakters van de gevels en de beweging richting het park wilde versterken. Daarnaast zocht ik nog altijd een oplossing voor de schoorsteen omdat deze er immers nog steeds los bij stond.
AT04
Pagina 17
PROJECT VREDESTEIN
Definitief Ontwerp Toen ik begon na te denken over de functie van de schoorsteen kwam ik terug bij het schets ontwerp. Dit ontwerp had namelijk vanaf de verte een bepaalde aantrekkingskracht gehad en dat was juist hetgeen dat dit ontwerp nog miste. Hier kon de schoorsteen een oplossing bieden. Het was daarom aan mij de taak om deze elementen met elkaar te verbinden.
Uiteindelijk ontstond er een antwoord door verbintenis te zoeken tussen de materialiteit en de vorm van de schoorsteen. Deze vorm kon opgenomen worden in een ring die de beweging richting het paviljoen en het zicht vanaf het paviljoen naar de ruimte zou kunnen versterken. Hierdoor ontstond er eenheid zonder dat de schoorsteen krampachtig opgenomen zou moeten worden in het paviljoen.
De benodigde ruimtes zoals opslag, garderobe en sanitair wilde ik binnen dit ontwerp zien als meubel. Ik had namelijk geprobeerd om de ruimte vanuit de essentie te bepalen en hierdoor zag ik deze ruimte als iets dat tijdloos is. Het gebruik van deze ruimte is variabel en zag ik daardoor als iets dat tijdgebonden is. Op deze manier zou er een gebouw ontstaan dat de tijd zou kunnen weerstaan.
AT04
Pagina 18
PROJECT VREDESTEIN
Materialiteit Bij het kiezen van de materialen heb ik geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de essentie van de ruimte te blijven. De materialen zouden net zoals de ruimte “puur” moeten zijn, en dezelfde eenheid moeten hebben als de natuur. Ondanks dat hout wellicht het meest natuurlijke materiaal is, was dit voor mij niet het geschikte materiaal. Een boom vormt namelijk wel een eenheid, maar wanneer men dit organisme in delen zaagt en aan elkaar spijkert of lijmt zal het altijd een opstapeling blijven die mensen aanvoelen. Daarom zocht ik naar menselijke materialen. Materialen die mensen kunnen vormen tot één geheel. Materialen waarmee de mens een handreiking kan geven richting de natuur door eenheid te willen creëren in plaats van afstand. Een eenheid waarbij bouwwerken de menselijke bomen zijn waarin we leven en waarin de natuur de natuur is waarin deze menselijke bomen zijn gepland. De enige materialen waarmee men op dit moment dat doel kan bereiken zijn in mijn ogen metalen, glas en beton. Hiermee wil ik overigens niet beweren dat er geen prachtige ontwerpen gemaakt kunnen worden met andere materialen. Het is alleen de vraag of men deze bouwwerken vanuit deze visie dan als tijdgebonden meubel binnen de ruimte moet beschouwen of als tijdloze ruimte. Ondanks dat ik mij niet wilde afsluiten van andere materialen ben ik in dit ontwerp wel uitgegaan van bovenstaande bevindingen. In de actieve ruimte wil ik lichtgrijs beton toepassen. In de ruimtes die voortvloeien vanuit de actieve ruimte wil ik donkergrijs beton toepassen om het passieve karakter van deze ruimte te versterken (als een ruimte waar men in weg zakt). Het beton mag sporen vertonen van bekisting om de structuur en lichte tektoniek te versterken, maar het materiaal zelf mag geen sporen vertonen van grove en agressieve grindkorrels omdat de ruimte aardig moet blijven. De kolommen en de liggers zijn van grijs (metaalkleurig) staal vanwege de draagkracht en de veiligheid, en de kozijnen zijn van grijs aluminium vanwege onderhoudsvriendelijkheid en de betere bouwfysische eigenschappen. Het meubel is van melkglas. Glas is namelijk ondanks zijn eenheid een tegenhanger van staal en beton omdat het zo fragiel is. Op deze manier wordt er extra benadrukt dat het meubel geen onderdeel uitmaakt van de tijdloze ruimte. Ondanks de neutrale tinten van de ruimte mag de materialiteit en de kleurrijkheid van de inrichting alle kanten opspringen. Deze is immers variabel.
AT04
Pagina 19
PROJECT VREDESTEIN
Referenties Tijdens dit project heb ik gekeken naar verschillende bouwwerken. Hierbij heb ik vooral gekeken naar het vormen van ruimte binnen het bouwwerk en het spelen met de buitenruimte. Dit waren namelijk aspecten die voor mij in dit project belangrijk waren. Ik heb gekeken naar de ontwerpen: John Lautner / Elrod House, John Lautner / Sheat Goldstein Residence, Gerrit Rietveld / Paviljoen, Ludwig Mies van der Rohe / Barcelona Paviljoen. John Lautner / Elrod House:
De ruimte binnen het Elrod House wordt gevormd door een ophoging van de vloer die op een aantal plaatsen dezelfde geometrische eigenschappen heeft als het strenge ronde dak. De verhoogde ruimte daalt langzaam af in de buitenruimte. Deze buitenruimte vloeit qua materialiteit voort uit de binnenruimte. Hierdoor ontstaat er geen stugge afscheiding vanaf buiten naar binnen. De strenge geometrische vorm van het dak zorgt er echter wel voor dat men van binnenuit veiligheid en geborgenheid ervaart ondanks dat de glaspui wellicht helemaal open is geschoven. Het dak werkt daarmee eigenlijk als een soort pet. Het achterhoofd wordt beschermd, en de ogen hebben zicht. John Lautner / Sheat Goldstein Residence:
Deze residentie vind ik persoonlijk één van de mooiste voorbeelden van het motto van John Lautner: “infinite space”. Er wordt hier namelijk geen echte ruimte gecreëerd omdat de ruimte doorloopt. John Lautner heeft in plaats van waarneembare ruimte veilige plekken gecreëerd. Vanaf deze plekken kan men de ruimte en de vorm tussen deze ruimte ervaren zonder dat er storende prikkels ontstaan. Dankzij de inbedding in de natuur komt de geometrische vorm niet agressief over zoals bij mijn schets ontwerp wel het geval was. Dit heeft John Lautner nog luchtiger gemaakt door met tektoniek en licht te werken (in het dak zitten bollen met daarin water die voor een sprankelend oerwoudlicht zorgen). Al met al kan ik zeggen dat ik dit gebouw erg interessant vind. Vooral omdat het iets doet tussen de gedefinieerde ruimte (zeg de makkelijk waarneembare box) en de ongedefinieerde ruimte (de lucht). Het voegt als het ware een extra beleving toe. Een beleving die men bij het functionalisme nooit kan bereiken.
AT04
Pagina 20
PROJECT VREDESTEIN
Referenties Gerrit Rietveld / Paviljoen
Ondanks dat de vormgeving van het Paviljoen van Gerrit Rietveld heel anders is dan de residentie van John Lautner hebben deze twee gemeen dat ze beiden enorm goed vallen onder de letterlijke titel `Huiskamer van de Ruimte`. De ruimte loopt namelijk bij beide gebouwen door en er is geen strenge afscheiding van binnen en buiten. Het grootste verschil zit in de ervaring van beide gebouwen. Het Paviljoen oogt vanaf de voorkant als een gebouw, als een eenheid. Men wordt zonder agressiviteit naar binnen gezogen en van binnenuit lost het gebouw weer op in de ruimte. Dit is een hele bijzondere belevenis. John Lautner zorgt er ook voor dat men langzaam naar binnen wordt gezogen, maar van binnenuit lost de ruimte niet op. Hij creëert juist veilige plekken in de ruimte waardoor men voor langere tijd blijft zitten. Dit in tegenstelling tot het Paviljoen van Gerrit Rietveld waar mensen vaak naartoe lopen, gaan zitten, en na de ervaring weer verder lopen. Ludwig Mies van der Rohe / Barcelona Paviljoen
Het Barcelona Paviljoen van Mies van der Rohe lijkt qua vorm en overloop tussen binnen en buiten wellicht erg veel op mijn eindontwerp. Toch zijn er een aantal kenmerkende verschillen die de beleving van beide ontwerpen totaal anders maakt. Mies van der Rohe heeft in dit Paviljoen letterlijk alles uit elkaar getrokken (bij mijn ontwerp vloeien ruimtes voort uit een basiselement (als een ruimte binnen een ruimte) waarbij er een soort yin en yang spel wordt gespeeld). De ruimte wordt bij Mies van der Rohe heel puur gevormd door de vloer en het dak en binnen deze ruimte worden deelruimtes gecreëerd door middel van het plaatsen van scheidingswanden en glaspuien. Het dak wordt gedragen door kolommen die een eigen ritme binnen de ruimte hebben zodat er een gebouw ontstaat waarbij men zonder uitleg kan begrijpen hoe de zaak in elkaar steekt (de kolommen dragen, de wand en de vloer vormen, de wanden scheiden). De vloer is verhoogd wat enige afstand tot de ruimte buiten het Paviljoen oplevert. Deze afstand wordt versterkt door de entree van het Paviljoen die vlak naast het gebouw is gepositioneerd in plaats van het deel waar de ruimte het laagst en aardigst is (aan de kant waar de vloer en het dak elkaar loslaten). Hierdoor verkrijgt het gebouw een enorme status. Deze status wordt nog eens versterkt door de rijke materialiteit en het ontzettend hoge niveau van detaillering. Al met al kan men daarom zeggen dat dit gebouw een zekere autoriteit uitstraalt en wil behouden terwijl ik heb geprobeerd om vanuit de basisvormen en simpele materialiteit juist een gebaar van buiten naar binnen te maken.
AT04
Pagina 21
PROJECT VREDESTEIN
Sfeerbeelden
AT04
Pagina 22
PROJECT VREDESTEIN
Maquette
AT04
Pagina 23
PROJECT VREDESTEIN
U I
T W
E R K I
N G
AT04
Pagina 24
PROJECT VREDESTEIN
Constructie Bij het onderdeel constructie heb ik de dakliggers met behulp van Raven uitgerekend waarbij ik een gewenste breedte van 100mm wilde aangehouden.
qp-eigen gewicht qv-sneeuw qv-wind Totale belasting
licht dak sneeuw wind
0,37kN/m2 0,56kN/m2 0,46kN/m2 (niet maatgevend) 0,37+0,56 = 0,93kN/m2 x1,45 = 1,35kN/m1
H=12,4m/25=496mm B=0,013x1,35=17,5mm Breedte was 100mm dus de hoogte moet kleiner worden. BxH^3 = BxH^3 geeft 17,5x496^3 = 100xX^3. H=278mm. De balk is aan twee zijden opgelegd. In het midden is het moment het grootst. In het midden is de balkhoogte in het ontwerp 300mm. Echter mag er bij deze berekening een kanttekening worden geplaatst. Het betreft hier namelijk een licht dak terwijl deze berekening is gebaseerd op een zwaar dak. Daarnaast ben ik uitgegaan van een IPE profiel vanwege de hoogte en breedte verhouding. In mijn ontwerp loopt de ligger schuin omhoog om afschot te creëren. Daarom zal hij hoe dan ook op maat gemaakt moeten worden en zal er een ander krachtenverloop zijn. AT04
Pagina 25
PROJECT VREDESTEIN
Warmte Bij het bekijken van het aspect warmte ben ik terug gegaan naar mijn ontwerp. Ik had geprobeerd om het paviljoen vanuit de essentie te benaderen. Daardoor was er een ontwerp zonder poespas, maar ook zonder isolatie ontstaan. Op zich was dit niet erg omdat het gevoel in de huiskamer van de ruimte juist wordt versterkt door het klimaat van de ruimte, maar op koude dagen moet het paviljoen wel comfort kunnen blijven bieden. Om ervoor te zorgen dat het binnen het gebouw aangenaam warm zou kunnen worden was het de mogelijkheid om een warmtegordijn toe te passen. Dit gordijn zorgt er als het ware voor dat er een onzichtbare scheiding ontstaat tussen de warme lucht binnen en de koude lucht buiten. Hierdoor treden er geen visuele afscheidingen op. Geen luchtgordijn
(warme binnenlucht wordt vervangen door koude buitenlucht) Wel (warme)luchtgordijn
(warme lucht wordt binnen gehouden) Echter was een warmtegordijn niet de oplossing die ik zocht. Het was namelijk geen duurzame en ergonomische oplossing. Het maakt namelijk gebruik van het medium lucht waardoor er een enorme opwarmtijd is vereist. In een gebouw dat 24/7 wordt gebruikt (en kleinere openingen heeft) is dit wellicht een minder groot probleem, maar in een paviljoen dat niet continu bezet is zou het een enorme energieverspilling zijn. Daarnaast paste het idee van convectie eigenlijk ook niet in mijn visie.
AT04
Pagina 26
PROJECT VREDESTEIN
Warmte Wat ik geprobeerd had te maken was een “puur” gebouw. Een gebouw dat begrepen kon worden zonder verhaal. Daar hoorde ook een pure warmtebron bij. Een warmtebron die men zou begrijpen wanneer deze aanstond. Ik ben daarom gaan nadenken over het kampvuur en het heerlijke gevoel van de warmte van de zon die tijdens de wintersport altijd merkbaar was. De warmte die ervoor zorgde dat het aangenaam was terwijl het niet de beleving van de ruimte verstoorde. Ik vond dit erg interessant en ben toen gaan kijken hoe dergelijke warmtebronnen in elkaar zaten.
In tegenstelling tot convectie heeft straling geen tussenstof nodig. Daardoor wordt bij infrarode straling de warmte primair afgegeven aan objecten en secundair aan de omgevingslucht. Daardoor kan men stellen dat infrarood verwarming de verwarmingsmechanismen isolatie (lucht (geen geleiding)) en straling combineert. In een infrarood verwarmde ruimte waar het 0 graden is, is de stralingsintensiteit maximaal en de luchttemperatuur minimaal. Als de luchttemperatuur stijgt, neemt de stralingsintensiteit af totdat er een evenwicht is bereikt. Doordat de warmte al bij een lage temperatuur van de ruimte merkbaar is, heeft men eerder een behaaglijk gevoel. De zon straalt verschillende golflengten uit. Deze bestaan uit ultraviolette straling, zichtbaar licht en infraroodstraling. De infraroodstralen zorgen voor het warmtetransport van de zon naar de aarde. Er zijn 3 soorten infraroodstalen: - IR-A Straling: Deze kortgolvige infraroodstralen brengen warmte over door straling. Deze straling (dieptewarmte) dringt diep (4mm) door in het goed doorbloede deel van de huid. Hierdoor zal men na korte tijd een aangename werking van de dieptewarming ervaren. Deze straling werkt verlichtend op o.a. reuma en spierpijnen en wordt daarom ook vaak in therapieën toegepast. - IR-B Straling: Deze middengolvige straling dringt door in de bovenste huidlagen. Echter niet diep genoeg om dezelfde dieptewarming van IR-A te ervaren. - IR-C Straling: Langgolvige straling die puur wordt gebruikt voor verwarming. Deze straling dringt niet tot nauwelijks het lichaam binnen (5% absorptie door huidoppervlak, 95% verwarming van o.a. lucht). Het is uitermate belangrijk een goede balans te hebben tussen de verschillende stralingen. IR-A straling dringt namelijk zo ver in de huid door dat het de zenuwen van de huid passeert (Dermis). Hierdoor wordt men bij oververhitting niet gewaarschuwd door het lichaam.
Warmte
AT04
Pagina 27
PROJECT VREDESTEIN
Warmte Na het interpreteren van de onderzochte stof kwam ik tot het volgende voorstel: Een zitkamer is primair bedoeld om te zitten en te ontspannen. Het klimaat kan daar een steentje aan bijdragen. Echter is het in een “zitkamer van de ruimte” niet noodzakelijk om de gehele inhoud dag en nacht te verwarmen en de box als het ware te sluiten. Het gaat immers om het ervaren van de ruimte. Straling kan hierbij een uitkomst bieden omdat het eenvoudig en zonder opwarming aan en uit kan worden gezet. Er is immers geen medium nodig. Daarnaast komt deze verwarming het meest in de buurt van de natuurlijke verwarming van de zon. IR-A straling zorgt voor het meeste comfort en past daardoor in tegenstelling tot convectie verwarming uitstekend in de “zitkamer van de ruimte”. Echter is het schadelijk om te lang te worden blootgesteld aan IR-A straling. Daarom is het de beste oplossing om een systeem te kiezen met een full-spectrum straler waarbij de IR-A straling langzaam veranderd in IR-C straling. Dit systeem zou in een unit geplaatst kunnen worden (vergelijkbaar met de units op het station) die in elke zithoek actief wordt wanneer er mensen verblijven. Op deze manier ontstaat er een energiezuinig systeem dat net zoals een kampvuur merkbaar is en trekkracht heeft. Wanneer er wel behoefte is om de hele ruimte te verwarmen kan men de puien sluiten en kan men de units IR-C straling laten uitstralen. Het meubilair van de huiskamer zou een isolerende werking moeten hebben om comfort in het hele lichaam te bevorderen. Het nadeel van straling is namelijk dat het vanuit het centrum slechts één kant op straalt. Hierdoor zou men last kunnen krijgen van onverwarmde lichaamsdelen (rug).
Betonbank:
Isolatiebank:
Nadelen: Het voordeel van straling is dat het in een dergelijk gebouw als het Paviljoen isolatie overbodig maakt. Echter is dit niet helemaal het geval. De straling warmt namelijk wel primair objecten op, maar het verwarmt ook secundair de ruimte. Op het moment dat er binnen deze ruimte koude vlakken aanwezig zijn zal er koudeval en vocht ontstaan. De oplossing voor dit probleem is gasbeton. Deze betonsoort heeft namelijk een goede isolerende werking door zijn porositeit. Het nadeel van deze porositeit is alleen wel dat het de druksterkte van het materiaal verkleind. Daarom zal er extra drukwapening moeten worden aangebracht. Voor de kozijnen werd de oplossing gevonden in aluminium en HR-glas. De kozijnen in de voorgevel heb ik origineel gelaten. Wanneer de omgevingslucht erg warm wordt (veel mensen in het gebouw) kan er langs de randen van het glas en het staal wel condens optreden, maar dit is slechts van tijdelijke aart. De ruimte is namelijk niet als een box opgesloten en wordt daardoor continu geventileerd. Daarnaast zal het vocht ook als alle puien zijn gesloten verdwijnen omdat het Paviljoen niet dag en nacht op temperatuur wordt gehouden. De klappuien die rondom het Paviljoen zijn geplaatst zijn “plug and play” puien die door hun flexibiliteit werken als gordijn. Hierdoor ontstaat er geen stugge afscheiding waarbij een permanent kozijn zichtbaar is. Men zou de kozijnen indien gewenst zelfs helemaal kunnen verwijderen.
AT04
Pagina 28
PROJECT VREDESTEIN
Licht Veel licht is wenselijk in een actieve ruimte, maar teveel licht en warmte zijn onwenselijk. Het enorme glazen dak heeft als voordeel dat er veel licht in het ketelhuis kan komen, maar in de zomermaanden kan dit riante glasoppervlak ook voor veel problemen zorgen. Daarom is het van belang om voor dit probleem een oplossing te zoeken en daarom heb ik gekeken naar verschillende mogelijkheden: Privacy glas: Doormiddel van voltage kan men instellen of het glas doorzichtig of ondoorzichtig is. Voordelen: - Laag elektriciteitsverbruik (5W/m2) - Onderhoud zoals gewoon glas - Samenstelling met glastypes mogelijk - Glas kan gebogen of gezandstraald worden - In off-stand als projectiescherm bruikbaar - Door de folie ontstaan er geen grote scherven bij het bezwijken van het paneel - Goede akoestische isolatie Nadelen: - Werkt alleen bij temperaturen van -30c tot 60c - Kan niet als dakraam fungeren - Kan niet worden gelijmd - Kostprijs is hoog - Enkel doorzichtig of ondoorzichtig Fotochromisch glas: De films die tussen het glas zijn bevestigd reageren op UV-straling. Hoe meer straling er op het paneel schijnt hoe donkerder hij kleurt. Voordelen: - Beglazing beperkt het aantal UV-straling waardoor zitmeubels minder snel verkleuren - Beglazing zorgt automatisch voor een aangename temperatuur - Verblinding door de zon wordt aanzienlijk beperkt - Ideaal voor dakbeglazing Nadelen: - Men kan de verkleuring niet uitzetten - Door de beglazing ziet het er van buiten donker uit - Speciale bescherming tegen krassen noodzakelijk
AT04
Pagina 29
PROJECT VREDESTEIN
Licht Foto-elektrochromatisch glas: Deze beglazing werkt hetzelfde als fotochromisch glas. Echter is de film tussen de glaspanelen gemodificeerd waardoor men met behulp van voltage ook handmatig invloed heeft op de doorzichtigheid. Voordelen: - Beglazing zorgt automatisch voor een aangename temperatuur - Men kan indien gewenst de doorzichtbaarheid ook zelf afstellen Nadelen: - Hoge productiekosten - Doordat de ruit van zichzelf een donkere kleur heeft kan de oppervlaktetemperatuur oplopen Thermochromatisch glas: Dit glaspaneel ondergaat een kleurverandering bij een temperatuurverandering. Als de temperatuur oploopt zal de beglazing wit kleuren. Voordelen: - Zorgt automatisch en beter dan fotochromatisch glas voor warmtevermindering - Zeer geschikt voor dakbeglazing - Goedkoop in vergelijking met elektrochromatische beglazing Nadelen: - Beglazing kan niet worden uitgeschakeld - Beglazing wordt enkel doorzichtig bij lage temperaturen - Alleen verkrijgbaar in de kleur wit en lichtgeel Gecoat glas is een glasproduct waarop metaaloxiden worden aangebracht in flinterdunne, bijna onzichtbare lagen om het gedrag van het glas ten opzichte van zonnestralen te wijzigen. Door de coating wordt fel en direct inkomend zonlicht afgekaatst. Dit geldt ook voor de bijbehorende warmtestraling. De coating kan het beste aan de spouwzijde worden aangebracht om beschadiging van buitenaf te voorkomen. Voordelen: - Relatief goedkoop - Houdt fel licht en warmte buiten - Geschikt voor dakbeglazing Nadelen: - Warmte en directe zonnestraling kunnen niet worden benut omdat het glas niet regelbaar is - Spiegeleffect draait ’s avonds om omdat deze reageert op de felste lichtbron Conclusie: Ondanks dat foto-elektrochromatisch glas de meeste regelbaarheid heeft heb ik gekozen voor gecoat glas. Ik was namelijk in mijn ontwerp niet op zoek naar ingewikkelde systemen, maar juist naar iets dat op een simpele wijze zijn werk deed.
AT04
Pagina 30
PROJECT VREDESTEIN
O V E R I
G
AT04
Pagina 31