Informatief maandblad
België/Belgique P.B.
voor het verantwoord verzorgen
8500 KORTRIJK 1
van uw aquarium, terrarium of vijver
3/4574
Iedere maand met uitzondering
van augustus kosteloos verstrekt
februari 2009
aan leden en sympathiserende
verenigingen. Jaargang 24
Opgericht in 1 966
P309 825
Lid van B.B.A.T.
Afgiftekantoor: 8500 KORTRIJK 1 afdeling II.
Afzendadres: Martin Byttebier Kleine Brandstraat 1 2 8540 Deerlijk
Kokugyo Koi ' t Vi s ke De Br eyn e Peel l aertstr aat 25 8 600 Di ks mui de
Tel . : 051 50 42 37 SPE CI ALI TEI T: J APANSE KOI Open:
1 0. 00 u. t ot 1 2. 00 u. en 1 3. 3 0 u. t ot 1 8. 3 0 u.
Op zat er dag van 1 0. 00 u. t ot 1 2. 00 u. en 1 4. 00 u. t ot 1 8. 00 u. Zon dag en f eest dagen van 1 0. 00 u. t ot 1 2. 00 u. GE SL OTE N OP DI NS DAG
Gr a af B ou de wij n I X l a an 2
8 5 00 Kortrij k
( r echt over de rij ks wacht) Tel . : 05 6/21 . 79. 90
F ax. : 05 6/2 0. 51 . 76
de. kl ok k e. at h en e @t el en et. be
htt p: //www. dekl ok k eat h en e. be
www.t vi sk e. be
Jaargang 24 – februari 2009 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Editoriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Aziatisch streek-, biotoop-, of speciaalaquarium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Vissen die niet echt thuishoren in het aquarium Lake Victoria, in volle evolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 5 Cryptocoryne griffithii
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Geluidsdemper voor het luchtpompje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Wist je dat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Ervaringen met de gestreepte pincetvis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 De blauwe rotsleguaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Petrosaurus thallasinus
Uitnodiging algemene bijeenkomst vrijdag 27 februari . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1 Cichliden . . . Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
februari 2009
– 1 –
Editoriaal
Gilbert Lapere, contactpersoon vijvers De start van een nieuw werkjaar zal alvast de geschiedenis ingaan met een voorzitterswissel.
De leden zullen er weinig of niets van merken, inte-
gendeel zelfs. De coördinatoren staan te popelen om hun programma voor 2009 met heel interes-
sante onderwerpen aan te bieden. Voor het bestuur
daarentegen zal het eventjes wennen zijn.
De nieuwjaarsreceptie was een ideaal moment om op gepaste wijze onze voorzitter Erik, met het verdiende respect en veel lovende woorden, uit te wuiven.
In het bankwezen zouden ze hem een topmanager noemen, wij blijven be-
scheidener en geven hem de titel van deskundige in de aquaristiek en
vereeuwigen hem als erevoorzitter. Waarom? Omdat zijn job onbezoldigd was en hij zijn enorme kennis recht van uit het hart naar anderen overbracht.
Het was voor het bestuur dan ook geen sinecure om een evenbeeld (40 jaar er-
varing) te vinden die bereid was deze ernstige taak op zich te nemen. Om het met de woorden van onze secretaris te verduidelijken, witte merels zijn eenmaal een zeldzaamheid geworden.
Het bestuur zocht en vond in de persoon van Paul Goddeeris de ideale man die niet alleen vijver en amfibieënfanaat is, maar daarbij ook heel veel inte-
resse heeft in alles wat leeft in de natuur. De vijverliefhebbers kennen Paul als een sociaal en intellectueel iemand met heel veel zin voor humor, verantwoor-
delijkheidsgevoel en leergierigheid. Het liefst houdt hij zich op de achter-
grond, maar wij als bestuur zijn ervan overtuigd dat hij zich binnen de kortste keren zich zal profileren als een waardig kapitein en een ideale vertegenwoordiger van Aquatropica binnen de BBAT.
–2–
Jaargang 24
Paul, alles op zijn tijd, maar uw medewerkers staan garant voor een optimale
medewerking en kijken er naar uit om met u verder in zee te gaan naar nieuwe
vivariaoorden.
In naam van alle leden en het bestuur, Erik, met alle waardering en respect nogmaals van harte bedankt voor 40 jaar inzet.
Paul van harte welkom en heel veel succes toegewenst.
Po lyeste re n van vijve rs e n al g e m e n e po lyeste rwe rke n Vrij b l ijve n d e i nfo o p : 0 5 6 42 4 8 5 5
M u i ze l straat 4
B-8 5 6 0 M oo rse l e
februari 2009
– 3 –
Marc Boulaert, Aquarianen Gent De meeste liefhebbers houden een gezelschapsaquarium, waarbij velen een
goede combinatie vinden tussen vissen en planten onderling. Hiermee bedoel ik dat levende wezens die uit verschillende delen van de wereld komen, har-
monisch naast elkaar kunnen leven als de liefhebber de behoeften van deze
wezens kent. Hij mag echter niet de fout begaan om extremen te willen samenbrengen. We moeten daarom op enkele belangrijke punten letten:
F
Het is uiteraard zeer belangrijk voor onze waterbewoners dat we hun na-
tuurlijk milieu qua watersamenstelling zo goed mogelijk in acht nemen.
Daardoor is het bijvoorbeeld mogelijk om Zuid-Amerikaanse zalmsoorten samen te houden met kleine barbeelsoorten uit tropisch Azië. Wat watersa-
menstelling betreft stellen ze immers
quasi dezelfde eisen. Andersom is
het natuurlijk uit den boze om
en , Scatophagus Monodactylus die eigenlijk brakwatervissen en op latere leeftijd zeevissen
zijn,
houden in
een
te
willen
aquarium
met zacht/zuur water. De eerder
Sc at oph agus ar gus ( ar gusvi s)
genoemde zalmen en barbeeltjes zullen daar zeer goed in gedijen. In een ge-
zelschapsaquarium horen slechts die
dieren samen die onderling geen conflicten hebben. Cichliden zijn dikwijls
te agressief en alleen de kleinere soorten komen soms in aanmerking. Een te groot verschil in grootte kan ook soms aanleiding geven tot moeilijkheden.
Een vis van 25 cm kan, niettegenstaande het geen roofvis is, toch een kleine
neontetra als voedsel aanzien.
–4–
Jaargang 24
F
Een laatste zeer belangrijk punt is het verwezenlijken van het technisch gedeelte van het aquarium, ten behoeve van de dieren die je er in samenbrengt.
Als er kanjers van barbelen, zalmen en dergelijke in je bak zwemmen, dan zal een aangepaste filtering er voor moeten zorgen dat de waterkwaliteit op
peil blijft. Dit filter zal heel wat groter moeten zijn dan voor een gezelschap van dezelfde
vissen maar dan een kleine soort van dezelfde familie. Ook qua belichting
moet men proberen de behoeften
van de planten in te vullen. De echte waterplanten vragen im-
mers veel meer licht dan de
vele moerasplanten die in ons aquarium
voorkomen.
Probeer
hiervoor een gulden middenweg te
vinden en hou er reeds bij de inrichting rekening mee dat misschien de moerasplanten op de donkerste plaatsen komen te staan.
Mon od act yl us ar gent eus ( zil ver bl a dvi s)
Als de voorgaande zaken door de liefhebber zo goed mogelijk nageleefd worden, dan zal hij/zij ook een mooi en harmonisch goed functionerend aquarium bezitten.
De liefhebber die een tijdje van zijn gezelschapsaquarium heeft genoten en zich iets meer verdiept in de onderwaterwereld, is al vlug geneigd om over te stappen op een aquarium dat men met een groot woord aanduid als “biotoop-
aquarium”. Ik hou eigenlijk niet zo van dat woord. Een biotoop is een stukje
natuur met een specifieke beplanting, bevolking en milieuomstandigheden.
Een aquarium is echter altijd een kunstmatig geheel, door ons opgebouwd en
onderhouden met de middelen waarover de moderne aquariaan beschikt om dit artificieel geheel zo goed mogelijk in stand te houden. Biotoop- of streeka-
quarium vind ik dus niet zo geschikt, het is een beetje teveel opgeblazen en ie-
dereen met de nodige dosis gezond verstand zal weten dat we geen biotoop in
de huiskamer kunnen brengen. We beschikken immers niet over alle elementen die dat biotoop optimaal kunnen doen functioneren en het is een utopie daar-
naar te streven. Een biotoop voor een bepaalde soort vissen zal ook esthetisch niet te vergelijken zijn met een mooi en goed aangelegd aquarium.
februari 2009
– 5 –
Een speciaal- of studieaquarium vind ik persoonlijk een betere benaming en op aanvraag van het bestuur zal ik hierbij proberen om u wat wegwijs te
maken in het tropisch gedeelte van Azië. Jarenlang werd ik gefascineerd door het onderwatergebeuren van dat gebied en heb daardoor vrij veel informatie hierover verzameld. Zoals reeds eerder vermeld kunnen we slechts met opgedane kennis en de beperkte middelen die we ter beschikking hebben een be-
paald biotoop proberen na te bootsen.
Die biotoopkennis komt echter niet vanzelf, men zal in de voor handen zijnde
literatuur heel wat opzoekwerk moeten verrichten. De meeste boeken ver-
melden daarover weinig of slechts sporadisch. Soms vindt men meer gegevens
in een tijdschrift. Op die manier blijft de kennis van de liefhebber groeien en zal de nood ontstaan om de informatie te noteren en te verzamelen.
Liefhebbers die door de zure appel gebeten hebben en niet bang zijn om de
pen ter hand te nemen, kunnen ook altijd in het buitenland terecht. Wanneer ze een briefje schrijven naar de plaatselijke instanties, eventueel mits tussenkomst van de plaatselijk ambassades, kan heel wat informatie bekomen wor-
den. In Nederland kan men ook steeds terecht bij het Koninklijk Instituut
voor de Tropen. Misschien bestaat zo'n instituut ook in België, maar dat zou
eens moeten nagekeken worden. Dat een dergelijk schrijven geen grootspraak
is, wil ik bewijzen door de ontvangen informatie door te geven. Enkele voor-
beelden van biotoopbeschrijvingen zullen u in de toekomst mogelijks behulpzaam zijn bij het inrichten of herinrichten van uw aquarium. Junglebeek in Johore (Maleisië) Dit is het levensgebied van
morpha
Trigonostigma heteromorpha ), de ons alom gekende kegelvlekbarbeel.
(syn.
Rasbora hetero-
A Natuurlijk milieu: voor de kegelvlek schijnen twee wateren belangrijk te
zijn, beiden gelegen in de laagvlakten, namelijk enerzijds de matig tot vrij snelstromende
oerwoudbeken (stroomsnelheden van 1 0 tot
1 5 cm per seconde) en anderzijds de moerassen en over-
stromingsgebieden die met deze beken in verbinding staan.
– 6 –
Jaargang 24
Noach
di er ensp eci aal zaak Kortri j kstr aat 47 - Wevel ge m - 05 6 42 3 5 5 3
ELEKTRO BEKAERT ERIC nv Z weve ge ms estr. 71 - 8 500 Kortri j k
056/21 95 26
voor al u w TL-l a mpen:
Syl vani a: aqu a-st ar, gr o-l u x
P hil i ps: TL' D 8 3 0, 8 40, 8 65
Voorzetrolluiken Rolluiken Automatische rolluiken
Tonny Dierick
Vrijblijvend
prijsofferte
Molenhof 28 Zwevegem
Tel. : 05 6 75 85 32
GSM: 0478 59 75 65
E-mail:
[email protected]
Z ancl us Sp eci aal zaak voor zeeaq u ari u m en zoetwater Potterstraat 23
B -91 70 Si n t-Pau wel s
Tel & Fax: 0032 (0)3/77. 80. 229 G esel ecteerd e zeevi ssen & l agere d i eren van top kwal i tei t. E i gen fi l tersysteem m et afsch u i m i n g.
E xcl u si eve aq u ari u m m eu b el s u i t ei gen atel i er. H QI -verl i ch ti n g op m aat (ook wan d m on tage) Open i n gsu ren :
D i n sd ag , woe n sd ag e n vrij d ag : 1 3 u tot 1 9 u Zate rd ag : 9 u tot 1 8 u E l ke ee rste zo n d ag van d e m aan d : 1 1 u tot 1 7 u
Gesl oten :
M aan d ag e n d o n d e rd ag I n j u n i , j u l i e n au g u stu s: o p zo n d ag .
A De bodem: overwegend worden bodemgronden aangetroffen die bestaan
uit steenslag van rode zandsteen, ter grootte van een rijstkorrel, en humus (modder).
A Plantengroei: planten bedekken grote oppervlakten van de modder-
bodem met een zeer dicht wortelgestel. Voornamelijk
is er Cryptocoryne , , C. longicauda C. ciliata C. purpurea C. , en . We treffen er ook cordata C. griffithii C. schulzei Blyxa echinosperma en (syn. ) aan. Sagiattaria sagittifolia Sagittaria sinensis vertegenwoordigd met de soorten
,
kenmerkende vissen
A Bevolking :
voor dit gebied zijn uiteraard de kegelvlekbarbeel,
naast
Tricho, (syn. gaster leerii Pangio kuhlii ), Acan tophthalmus kuhlii Danio (syn. albolineatus Brachydanio al), bolineatus Pun tius eugrammus P an gi o ku hl ii (syn. ), Barbus eugrammus P. fas(syn. ), (syn. ). ciatus Barbus fasciatus P. lateristriga Barbus lateristriga
Biotoop op Sumatra
A Bijzonderheden voor de aanleg : donkere bodem, bodembeplanting met
Crypto's en een overvloedige randbeplanting met fijnbladige planten.
, , , Cryptocoryne griffithii C. cordata C. lutea C. pon tederiifo, naast , , , lia Barclaya motleyi Hygrophila difformis H. stricta H. polysperma en (sumatravaren). Ceratopteris thalictroides
A Beplanting :
A Bevolking :
), , Barbus oligolepis P. fasciatus P. te(syn. ), trazona Barbus tetrazona Trichogaster , , , leerii T. trichopterus Rasbora dorsiocellata R. , , en lateristriata R. pauciperforata R. trilineata als bodembewoners Chromobotia macracan(syn. ) evenals thus Botia macracantha Pangio en . kuhlii Nemacheilus fasciatus
Pun tius oliogolepis
Chr o moboti a macr ac ant h us
februari 2009
(syn.
–7–
Biotoop op Sri Lanka (Ceylon)
A Bijzonderheden voor de aanleg: donkere bodem met grote vlakken crypto's.
, , , , Cryptocoryne becketti C. lutea C. nevellii C. lucens C. , , , , en , verder parva C. walkeri C. petchii C. wendtii C. undulata C. willisii , , evenals Aponogeton crispus A. rigidifolius A. natans Limnophila sessi(Ambulia) en randbeplanting. liflora
A Beplanting :
(syn. ), Pun tius nigrofasciatus Barbus nigrofasciatus P. titteya ), (syn. ), (syn. Barbus titteya P. cumingii Barbus cumingii P. ticto ), (syn. ). Medebewoners zijn Barbus ticto P. filamen tosus B. filamen tosus (syn. "), Devario malabaricus Danio aequipinnatus "malabaricus Rasbora en . vaterifloris R. daniconius
A Bevolking :
(syn.
Met deze bijdrage hoop ik u een duwtje in de goede richting gegeven te hebben bij het inrich ten van een speciaalaquarium voor dieren en plan ten uit tropisch
Azië. Veel succes!
Pu nti us ni gr of as ci at us pur per k op
– 8 –
Devari o mal abari cus r eu zen d ani o
Jaargang 24
Arti kel ge bas eer d op “ Seven fi s h best l eft i n t h e wil d” B ob Meh e m, htt p: // www. pr acti c al fi s hkee pi n g. c o. uk
Vrije vertaling en bewerking: Martin Byttebier, Aquatropica Kortrijk Er zijn letterlijk duizende vissoorten beschikbaar voor de aquariumhandel en
de meeste daarvan zijn perfect houdbaar in een artificiële omgeving die het aquarium toch is. Vele leven zelfs langer in een aquarium dan in hun natuur-
lijke biotoop. Langs de andere kant betekent het aquarium ook het eindsta-
tion voor vele vissen, die niet echt of zelfs helemaal niet geschikt zijn om hun dagen te slijten in de beperkte leefruimte van een aquarium.
Laten we eens een paar vissen bekijken die volgens mij niet thuishoren in een
visbak.
Pangasius-soorten Deze reuzenmeervallen maken spijtig genoeg veelal deel uit van het vissenassortiment van de aquariumhandel. Meestal betreft het hier
Pangasianodon hyen . Klein zien ze er misschien best poph thalmus Pangasius sanitwongsei aardig uit, maar vergeet niet dat het zeer vlugge groeiers zijn. Binnen het jaar zijn ze al uitgegroeid tot zo'n 30 cm. Volwassen kan
groot worden met een ge-
wicht van 44 kg.
Pangasius wordt nog veel
P. hypoph thalmus
sanitwongsei groter, tot 3 m met een ge-
wicht van 300 kg. Het zijn dus bepaald geen vissen om Pan gasi us s anit won gs ei
februari 2009
–9 –
1,3 m
rond te zwemmen in een bak van een hobbyist. Aangezien het zeer vlugge en nerveuze zwemmers zijn, zal het je niet verwonderen dat zo'n vissen, gehouden in een aquarium, veelal letsels aan de neus en de ogen vertonen, omdat ze constant tegen de aquariumvensters aanbotsen.
Tegenwoordig worden
-soorten in de Mekong-delta (Vietnam) in Pangasius groten getale gekweekt voor de voedingsindustrie. Naar het schijnt gebruikt de overbekende diepvriesproducent ‘Captain Iglo' nu ook pangasius in plaats van
kabeljauw.
In nog geen tien jaar tijd steeg de productie van pangasius van 45 .000 ton ( 1 997) tot 500.000 ton (2006).
Dus, als je per se een pangasius in huis wilt halen, ga dan naar de plaatselijke
visboer en koop daar een pangasiusfilet. Je zal er veel meer plezier aan beleven dan aan een pangasius in jouw visbak. Voor de bereiding van pangasiusfilet bestaan er bovendien duizend-en-een recepten.
De pacu ( Colossoma macropomum) en aanverwanten De populaire naam pacu wordt gebruikt voor een hele resem vissen van de geslachten
. Piaractus of zwarte pacu is familie van de piranha (charaColossoma macropomum cidae, serrasalminae), maar in tegenstelling met de piranha is de pacu geen Colossoma
en
echte vleeseter. Zijn menu bestaat meer uit noten en planten, maar ook slak-
ken, insecten en zelfs kleine vissen versmaadt hij zeker niet.
Gezien de afmeting die de zwarte pacu kan bereiken ( 1 08 cm en 40 kg) is het
beter deze vis in zijn natuurlijke omgeving te laten, waar hij op
zijn gemak op noten kan kauwen
in de ondergelopen Amazone-
bossen.
Col oss o ma macr opo mu m
De on derf a mil i e serrasalminae o mvat zo' n
1 5 gesl acht en wa ar on der de ber u cht e pi-
r an h a' s ( Pygocentr us) .
– 10 –
Jaargang 24
Roodstaartmeerval ( Phractocephalus hemioliopterus)
Nog zo'n gigant. Klein is deze vis met zijn lange baarddraden en zijn
mensachtige snoet best mooi te noemen. Helaas blijft hij niet klein; met zijn lengte van 1 , 3 m mag je hem gerust een reus
noemen. Wie de Zoo van Antwerpen of de
Artis in Amsterdam heeft bezocht zal onge-
twijfeld de roodstaartmeerval opgemerkt heb-
ben, je kunt er niet naast kijken. Alleszins niet in de Artis, waar de roodstaartmeerval samen met bijv. de pacu en de al even indrukwekkende arowana's ( ) Osteoglossum bicirrhosum het enorme Amazonevloedbosaquarium be-
volkt.
Je zal wel begrijpen dat zo'n vis een aquarium
verlangt dat ver boven de mogelijkheden reikt van de meeste aquarianen. Puntius denisonii Of deze barbeel in de lijst van te mijden vissen thuishoort is onderwerp van discussie.
Aangezien ik van plan ben mijn aquarium helemaal opnieuw in te richten – momenteel is hij niet om aan te zien, een vergaarplaats van alle soorten algen als het ware – bracht ik begin december een bezoekje aan een van onze spon-
sors, Poisson d'or. In een van de verkoopbakken trof ik jonge aan. P. denisonii Mijn vrouw en ik waren direct gewonnen voor deze zeer prachtige vis. Dit veranderde evenwel, toen ik volwassen
zag rondzwemmen in een P. denisonii grote showbak. Ze waren nog steeds oogverblindend, maar o
toch zo groot, ik schat zo'n 1 5
cm. Je kunt je wel voorstellen dat deze scholenvis – ja het is
een scholenvis – niet past in eender
welk
aquarium.
Ze
vragen veel open zwemruimte.
februari 2009
– 11 –
In mijn bak van 1 20 x 40 x 50 zie ik ze niet rondzwemmen. Hier is toch een
bak van minstens 1 60 cm vereist.
Wat wel pleit voor het niet houden van deze vis is dat hij – te wijten aan de aquariumhandel – met uitsterven bedreigd wordt. Gelukkig worden deze
vissen in Indonesië commercieel gekweekt. Maar zolang de aquarianen wild-
vang willen zal er in de situatie niet snel iets veranderen. Komt daarbij dat men als klant niet kan weten of de vis wildvang of nakweek is. Dus adviseren
velen deze vis enkel te kopen, als men met zekerheid weet dat het nakweek is.
Tegenwoordig kan men soms zelfs niet echt meer zeggen of de betreffende vis
wel degelijk
is. Enkele malafide kwekers hebben namelijk P. denisonii P. degekruist met (en waarschijnlijk met andere -soorten). nisonii P. everetti Pun tius Deze hybriden worden als echte aangeboden en enkel de kenners P. denisonii zien het onderscheid. De hybriden hebben lichtelijk misvormde afgeknotte hoofden met een rond profiel in plaats van de gestroomlijnde torpedovormige neus van de echte
P. denisonii
.
Mandarijnvis ( Synchiropus splendidus) Nog een vis waarvan men zich kan afvragen of deze wel op deze lijst hoort te
staan. Het is een vrij veel voorkomende vis in de aquariumhandel en dit is niet verwonderlijk. Het is waarschijnlijk een
van de mooiste vissen die verkrijgbaar zijn. Ze zijn echter zeer moeilijk te hou-
den, omdat ze specifieke eisen stellen
aan hun voeding. Ze hebben namelijk een constante aanvoer van copepoden
F ot o: L u c Vi at our ( htt p: //www.l u cni x. be)
nodig. Een groot aquarium met veel le-
vend steen en een beperkte visbezetting (geen voedselconcurrenten) is vereist. In-
dien men dit niet kan geven, zullen de vissen de hongerdood sterven. De maskerwimpelvis ( Zanclus cornutus)
De maskerwimpelvis is door velen beter gekend als Gill uit de film Finding
Nemo. Deze vis is een populaire importvis. Dit wekt verbazing, omdat deze
vis het werkelijk zeer slecht doet in het aquarium. In zijn natuurlijke omgeving
– 12 –
Jaargang 24
eet hij grote hoeveelheden sponzen en
manteldiertjes. In een gemiddeld aquarium is het gewoonweg niet mogelijk zo'n hoe-
veelheden eten te produceren. Dit heeft als gevolg dat ze vrij vlug sterven van de hon-
ger. Als je werkelijk van het uiterlijk van deze vis houdt, dan zou je beter de gelijkge-
vormde
Heniochus
sp. houden.
Zan cl us c or n ut us
De gewone poetslipvis ( Labroides dimidiatus)
Nog een vis die in groten getale geïmporteerd wordt, niettegenstaande hij het niet lang uithoudt in het aquarium van de doorsnee hobbyist. Deze poetslipvis leeft
van de parasieten die zich bevinden op het lichaam van de vis die ze poetsen.
Het verwijderen van de gemakkelijk te vangen poetslipvissen uit hun natuurlijk
poetsstation kan ook een schadelijk effect hebben op de gezondheid van het rif. Het is enkel nu dat we het belang van deze vissen voor het rif beginnen te snappen.
Er zijn natuurlijk nog veel andere vissen op te sommen die minder of niet geschikt zijn voor het houden in een aquarium.
Er zijn drie aspecten die men in ogenschouw moet nemen om te bepalen of een vis nu wel of niet geschikt is voor het aquarium: het moeilijk aannemen
van voedsel in gevangenschap, de niet-geschikte afmetingen van de volwassen vis en de impact van het wegvangen van de vis op zijn natuurlijke omgeving.
Er zijn meer en meer mensen die onze hobby ethisch in vraag stellen. Door
vissen te houden die absoluut niet geschikt zijn voor het aquarium geven we ze enkel nog meer munitie om op ons te vuren.
De hobby en de industrie die onze hobby ondersteunt heeft de laatste jaren veel
inspanningen geleverd om meer ethisch verantwoord te werk te gaan. Er is echter nog een lange weg te gaan. Als hobbyist kunnen wij de weg echter in-
korten door ons goed te informeren over de essentie van onze hobby. Hoe
minder mensen zo'n vissen kopen, hoe minder ze zullen worden geïmporteerd.
februari 2009
– 13 –
Br on n en:
L e Ngu yen Doan Kh o ( 2 007) . Verti c al i nt e gr ati on as an al t er n ati ve g over n an c e str u ct ur e of val u e ch ai n qu al i t y man a ge ment: Th e c as e of P an g asi us i n dustr y i n t h e Mek on g Ri ver Del t a, Vi et n a m. CAS Di s cussi on p a per No 5 5, Oct ober 2 007. htt p: //webh 01 . u a. ac. be /c as /P DF /CAS 5 5. p df
P u nti us deni s onii : htt p: //www. pr acti c al fi s h k eepi n g. c o. u k /pf k /p a ges /it e m. ph p? n e ws =1 8 99
Meh en, B ob. ( 2 008) . Seven fi s h best l eft i n t h e wil d. htt p: //www. pr acti c al fi s h k eepi n g. c o. u k /pf k /p ages /bl og. ph p? bl ogi d =21 6
Pi r an h a, P acus & Sil ver Dol l ar s, Su bf a mil y Serr as al mi n ae htt p: //www. wet web medi a. c o m/F WSu bWebI n dex /s err as al mi n ae 1 . ht m
htt p: //www. arti s. nl
htt p: //www. zooant wer pen. be /
P u nti us deni s oni i t hr eat en ed by a qu ari u m tr a de. htt p: //www. pr acti c al fi s h k eepi n g. c o. u k /pf k /p ages /it e m. ph p? n e ws =1 8 99
Li st of Fi n di n g Ne mo ch ar act er s: htt p: //en. wi ki pedi a. or g /wi ki /Li st _of _Fi n di n g _ Ne mo_ch ar act er s Ker al a g over n ment b ans fi s hi n g f or P u nti us deni s onii , Th e Hi n du.
S at ur d ay,
htt p: //www. hi n du. c o m/2 008 /1 2 /06/st ori es /2 0081 2 0651 61 02 00. ht m
– 14 –
Jaargang 24
dec 06,
2 008.
Dieter Anseeuw
http://www.cichlidae.be/lake_victoria.htm
Het Victoriameer is het grootste tro-
pische zoetwatermeer ter wereld en
wordt begrensd door de landen Ke-
nia, Tanzania en Uganda. Reeds
eeuwenlang kan de plaatselijke be-
volking voor zijn dagelijkse levensbehoefte aan dierlijke proteïnen te-
rugvallen op de rijke visfauna van
het meer. Sindsjaar en dag voorzag het meer de lokale vissers van een
rijkelijke buit onder de vorm van
meer dan 500 verschillende cichlidensoorten.
De
laatste
30 jaar
wordt het meer ech ter geteisterd
door een opeenhoping van negatieve menselijke invloeden, zoals onder meer de Lates niloticus introductie van de nijlbaars ( ), de acciden tele in troductie van de Eichhornia crassipes waterhyacin t ( ), on tbossing, erosie, verhoogde inspoeling van nutriënten als gevolg van toegenomen landbouwactiviteiten, vernietiging van de moerasgebieden, enz.
Vanuit wetenschappelijk oogpunt gaat een sterke interesse uit naar de verba-
zingwekkend hoge diversiteit aan vissoorten in het meer. Van de (ooit) meer dan 500 verschillende vissoorten, zijn er minstens ongeveer 250 soorten ende-
misch voor het Victoriameer en komen dus nergens elders ter wereld van na-
ture voor. In vergelijking met het naburige Tanganyika- en Malawimeer (re-
spectievelijk 6 à 7 en 2 à 4 miljoen jaar oud) is het Victoriameer met zijn
400.000 jaar een relatieve nieuwkomer. Recent geologisch onderzoek heeft
februari 2009
– 15 –
aangetoond dat het meer slechts 1 3 . 400 à 1 2. 500 jaar geleden nog compleet droog heeft gestaan. Dit houdt dus in dat het grote soortenaantal in het Victo-
riameer zich op zeer korte tijd ontwikkeld heeft, wat dit systeem zo uniek maakt. Dé vraag die de onderzoekers dan ook bezig houdt, is wát er precies
aan de basis kan liggen van het snelle ontstaan van dit uiterst gedifferentieerd soortencomplex.
Diverse cichlidensoorten uit het Victoriameer hebben zich geprofileerd om zeer specifieke niches in te nemen. Zo zijn er de pedofagen die zich (bijna)
uitsluitend voeden met jongen die ze stelen uit de bek van muilbroedende vrouwtjes. Daarnaast bestaan er ook gespecialiseerde slakkenkrakers, garna-
leneters, krabbeneters, schubbeneters, enz. Omwille van de unieke aanpas-
singen aan die diverse levensstijlen, genieten de victoriacichliden een bijzon-
dere aandacht bij de evolutionaire biologen. Bedreigingen voor het Victoriameer
De introductie van de nijlbaars in het Victoriameer is waarschijnlijk één van de
meest aangehaalde voorbeelden, om aan te duiden welke catastrofale gevolgen ondoordachte menselijke ingrepen kunnen teweegbrengen. Aangenomen
wordt dat de eerste nijlbaarzen omstreeks 1 962 in het meer werden losgelaten.
Vermoedelijk waren de uitgezette dieren afkomstig uit het Turkanameer. Hun vlees zou een bron zijn van eiwitten, handel, enz. en moest de opkomende
commerciële visserij op het Victoriameer – die de kleinere haplochromiden
minder aantrekkelijk vond – tot een groter schaalniveau uitbouwen.
Vanaf zijn invoering heeft deze, tot 2 meter groot wordende, roofvis zich ver-
spreid over de ganse oppervlakte van het meer. Pas in het begin van de jaren ' 80 kwamen de eerste alarmerende berichten binnen over een ecologische
– 16 –
Jaargang 24
ramp. De grote vraatzucht van de nijlbaars zou verantwoordelijk zijn voor de
sterke achteruitgang van verschillende andere vissoorten (vnl. haplochromide
cichliden) in het Victoriameer. Een expertise uit 1 973 wees uit dat ongeveer 80% van de visbiomassa uit haplochromiden bestond, terwijl nijlbaars toen
nog slechts 1 % uitmaakte. In 1 9 85 was de situatie drastisch gewijzigd: de haplochromiden betekenden nog maar 2-3% van de biomassa, terwijl nijl-
baars 80% van het visbestand omvatte. Het ligt voor de hand dat al snel de conclusie kan (en is) getrokken worden, dat de nijlbaars de grote schuldige is
voor deze drastische ommekeer. Echter, sinds de jaren '70 hebben zich ook een aantal andere veranderingen voorgedaan die mogelijks bijgedragen
hebben tot de afname van de cichlidenfauna in het Victoriameer.
De stijgende industriële activiteit, de intensivering van de landbouw, het aan-
groeiend bevolkingscijfer, de veranderde levensgewoonte (het vette vlees van de nijlbaars dient ter bewaring gerookt te worden, terwijl voorheen de kleine
haplochromiden in de zon konden gedroogd worden) werken de ontbossing
in het gebied sterk in de hand. De naakte gronden zijn bijzonder gevoelig voor erosie, zodat geregeld ganse modderstromen in het Victoriameer terecht-
komen die het water vertroebelen. Door inspoeling van nutriënten is de pro-
ductiviteit van het meer (in termen van algengroei) verdubbeld. De doorzicht-
baarheid van het water daalde van ongeveer 8 meter naar 1 , 5 meter. In be-
paalde delen van het sterk geëutrofieerde meer doen zich sporadisch grote
vissterftes voor ten gevolge van zuurstofgebrek. Misschien heeft de nijlbaars,
die beter bestand is tegen de gewijzigde milieucondities dan de haplochromi-
den, precies dankzij deze veranderde levensomstandigheden de bovenhand
kunnen halen?
Een ander probleem waarmee het Victoriameer te kampen
heeft, is de invasie van de waterhyacint. Deze drijfplant stamt oorspronkelijk uit Brazilië en is vermoedelijk in 1 9 89
voor het eerst het Victoriameer binnengedrongen. De waterhyacint vormt dense tapijten op het wateroppervlak (in september 1 99 8 besloeg de plant ongeveer 400.000
ha aan de Keniaanse zijde van het meer) die de scheep-
vaart, hydro-elektrische turbines, drinkwaterinstallaties en de visserij ernstig hinderen. Doordat de waterhya-
februari 2009
– 17 –
cint grote hoeveelheden nutriënten opneemt uit het water en enige bescher-
ming biedt aan jonge visjes die zich tussen de planten ophouden, heeft de wa-
terhyacint toch ook een beperkt aantal voordelen.
Om de verdere uitbreiding van deze plant tegen te gaan, bieden zich verschil-
lende potentiële oplossingen aan. Ten eerste zou men de waterhyacinten me-
chanisch kunnen trachten te verwijderen. De praktijk heeft echter geleerd dat de plantenmassa veel te snel aangroeit om dit te kunnen verwezenlijken. Een
tweede mogelijkheid is het gebruik van herbiciden, zoals glyfosaat. Het in-
zetten van chemische bestrijdingsmiddelen houdt echter gevaren in voor de
plaatselijke fauna en flora. Ook het rottingsproces van de afgestorven planten-
massa zou een bijkomende bedreiging kunnen vormen voor het leven in het meer. Bovendien kan dit alles een hypotheek leggen op de export van nijlbaars
naar de Europese markt. Een derde mogelijke oplossing is het introduceren
van een specifieke keversoort, wiens larven leven van de bladeren van de wa-
terhyacint. Een Zuid-Amerikaanse sprinkhaansoort en twee Australische
motten komen voor gelijkaardige doeleinden in aanmerking. Ten slotte hebben onderzoekers een schimmelsoort ontdekt die de waterhyacint aantast,
maar onschadelijk is voor mensen, andere planten, dieren of vissen. De
schimmel komt zelfs van nature voor in de regio rond het Victoriameer, wat
dus inhoudt dat er niet weer een uitheemse soort zou moeten geïntroduceerd
worden. Of deze laatste methoden al dan niet resultaat zullen opleveren, kan op voorhand niet met zekerheid gezegd worden. De laatste jaren blijkt de hoe-
veelheid aan waterhyacinten af te nemen. De precieze reden heeft men voorlopig nog niet kunnen aanduiden.
Zelfs wanneer men de waterhya-
cintpest kan bedwingen, zijn de
problemen voor het Victoriameer nog lang niet van de baan. De on-
derliggende oorzaak, de influx
van nutriënten afkomstig van suikerfabrieken,
papierfabrieken,
landbouw, huishoudelijk afvalwa-
ter, enz. blijft immers bestaan.
Pu n da mili a nyer er ei
– 18 –
Jaargang 24
Omwille van de grote beschikbaarheid aan voedingselementen kent het meer een hoge productiviteit. Bij het verdwijnen van de waterhyacint zal diens
plaats vermoedelijk ingenomen worden door een groeiende hoeveelheid
wieren en algen. Het is dus van primordiaal belang dat de menselijke activi-
teiten rondom het meer aan banden wordt gelegd. Slechts door de milieuomstandigheden te stabiliseren en in de oorspronkelijke toestand terug te bren-
gen, kunnen nieuwe kansen geboden worden voor de cichlidenpopulatie in het Victoriameer.
L i d kaar t 2 0 0 9
L i d n r. : D E KORTR I JKSE AQU AR I U M TE R R AR I U M - E N
VI JVE RVE R E N I G I N G
N aam :
Hierboven kan je je lidkaart van Aquatropica 2009 vinden.
Maak je bekend als lid van Aquatropica bij onze sponsors . . . je kan nooit weten! Het Bestuur dankt je voor het vertrouwen.
Indien er geen lidkaart aanwezig is betekent dit dat je je lidgeld voor 2009 nog niet vereffend hebt.
Jammer dat je geen lid meer bent van Aquatropica.
Dit boekje is meteen ook het laatste dat je ontvangt. We danken je voor het vertrouwen dat je de voorbije jaren in ons had. Het Bestuur
februari 2009
– 19 –
Ph. Van Iersel - Pristella Schoten
Familie: araceae
Herkomst: Maleisisch schiereiland en Sumatra. Vooral in langzaam stro-
mende beken in het oerwoud. Ook komen meldingen van Indonesië en Zuid-
Thailand binnen.
Beschrijving : Het is een hoge en grootbladige plant met krachtig ontwikkelde
wortels. De stevige bladstengels met een goed ontwikkelde bladschede zijn ongeveer 1 5 cm lang. Deze lengte varieert naarge-
lang de waterstand. De bladschijf is eirond, 5 tot 1 0 cm lang en 3 tot 5 cm breed. De bladrand is
vaak zwak gegolfd. De top is puntig of stomp en
de voet is afgerond en zwak hartvormig. Vaak
zitten ze asymmetrisch op de bladsteel. Aan beide
zijden van de middennerf lopen 2 tot 3 gebogen zijnerven.
Deze nervatuur is zeer duidelijk te zien. De kleur
van de bladeren is aan de bovenzijde fluweelachtig
groen , terwijl de onderzijde lichter van kleur is en
niet zelden purper ge-aderd of gevlekt.
is een tamelijk moeilijk houdbare plant. Cryptocoryne griffithii Nieuw geïmporteerde planten bloeien gemakkelijk maar doen dit nadien nog Verzorging :
maar zelden. Schijnbaar kunnen ze de concurrentie met andere planten niet aan in een aquarium en verliezen ze snel hun vitaliteit.
Door zijn hoogte is de plant enkel geschikt als achtergrondbeplanting. De bloeikolf is in totaal ongeveer 1 5 cm groot, de buis 2 tot 8 cm en de vlag ongeveer 1 , 5
cm. Deze laatste is eirond en aan de voet verbreed. Ze is nauwelijks gedraaid,
versmalt vrij snel en loopt uit in een kort staartje van ongeveer 1 cm groot.
Van binnen is de vlag wrattig en purper gekleurd. De wijde keel is eveneens
– 20 –
Jaargang 24
purper met een smalle maar duidelijke kraag. De sluitklep is vrij groot. De soort zou ook vaak submers bloeien en dit zelfs bij lagere temperaturen. De
vermeerdering gebeurt via uitlopers.
en dit volgens De Wit, daar Jacobsen het Cryptocoryne zukalii als een andere soort blijft beschouwen. Synoniemen:
Het is een plant die moeilijk te onderscheiden is van aanverwante soorten zoals:
, , var. . Nauw verwant zijn ook C. cordata C. purpurea C. cordata grabowski de , de bloeiwijze heeft echter een lichtkleurige keel die met purC. jacobsenii peren puntjes is bezaaid. Ook is duidelijk verwant. Bij deze is de C. zewaldiae spatha opvallend veel korter en is de stempel sterk verschillend.
februari 2009
– 21 –
Rik Verhulst, Exotica Roeselare De meesten kennen me als plantenliefhebber en zullen wel raar opkijken als
ik over een luchtpompje begin, voor een plantenbak is zo'n pompje immers
uit den boze. In een kweekbakje of een klein aquarium is een luchtfiltertje
echter een heel goed en simpel hulpmiddel ware het niet dat daar meestal zo'n
enorm vervelend brommend pompje aan vast zit. Een luchtfiltertje zelf
bouwen die weinig of géén geluid maakt en waar de garnaaltjes ofjonge visjes
lekker aan de bruine smurrie op het sponsje kunnen peuzelen is voor de
meesten geen probleem en het geluid van het pompje dempen lukt meestal ook wel een beetje.
Dat geluid bijna volledig op een héél eenvoudige manier dempen is eigenlijk ook ongelooflijk simpel. Ik heb me gebaseerd op een geluidsdempend sys-
teem dat gebruik maakt van kleine loden bolletjes van verschillende grootte,
de geluidstrillingen die op die loden bolletjes botsen worden niet doorgegeven
omdat de loden bolletjes te zwaar zijn om mee te trillen. Omdat ze elkaar
maar op een klein oppervlak raken wordt daar dan ook nog eens gedempt en na enkele bolletjes blijft er helemaal geen geluid meer over.
Hoe heb ik dat nu toegepast voor dat luchtpompje? Neem een bakje of stevige
doos die enkele cm groter is dan het pompje (ik gebruikte ervoor de gekende
doos van het beste ijsroommerk van België). In die doos leg je een 2 à 3 cm
dikke laag van gewoon droog aquariumgrind (2-3 mm). Zet het pompje in het
midden van de doos (natuurlijk het luchtdarmpje reeds aangesloten) op het
grind en giet dan de rest van de doos vol met hetzelfde droog aquariumgrind.
Het pompje moet dus rondom volledig met een laag grind van enkele cm bedekt zijn. De fijne grindkorreltjes remmen het geluid van dat luchtpompje on-
gelooflijk goed af en laten tussen de korrels genoeg lucht door naar het pompje toe. Bij eventueel onderhoud kan je gemakkelijk het grind uit de doos
gieten en nadien hergebruiken. Veel knutselplezier.
– 22 –
Jaargang 24
Een nieuw gevaarlijk virus doet van zich spreken. Het heet ‘Worm Engaging & Recreation Killer' (afgekort: W.E.R.K.). Je kan W.E.R.K. krijgen via je chef of via jouw collega's. Raak het niet aan! Het virus wist je privéleven. Op den duur heeft het virus je zodanig in de ban dat het al om acht uur 's
morgens actief wordt (soms nog vroeger) en je er de
hele dag door geplaagd blijft. Bij sommigen gaat het zelfs
's avonds niet meer over.
Virusscanners helpen niet . . . gewoon computer uitschakelen en op je luie kont de rest van de dag doorbrengen.
De crisis drijft mensen vroeg naar bed en dat is fantastisch nieuws voor de eroticabranche. Dat stelde althans de firma Cobeco Pharma donderdag 1 3
jan 2009 in een persverklaring.
Cobeco Pharma is de grootste handel in Europa in allerlei soorten erotische
stimuleringsmiddelen en cosmetica. Ze juicht dat het dankzij de crisis veel
beter gaat dan normaal. De laatste twee maanden van 2008 toonden een omzetgroei van 1 2 procent en de trend lijkt door te zetten in het nieuwe jaar. Cobeco Pharma ziet een gouden tijd-
perk aanbreken: ‘Mensen blijven dankzij
de recessie thuis'. Seks is goedkoper dan een avondje uit. De mensen zijn volgens
het bedrijf ook energiebewust en ‘knuffelen zich warm onder de dekens'.
Br on: Tr en ds
februari 2009
– 23 –
Jacques van Ommen − Bron: www.zilverhaai.be Bij veel liefhebbers heerst nog steeds de gedach te dat de gestreepte pincetvis Chelmon rostratus ( ) absoluut niet bij lagere dieren gehouden kan worden.
Juist voor die mensen het volgende. De ene vis is natuurlijk niet de andere, maar toch meen ik te mogen stellen dat de gestreepte pincetvis best te houden is in een
lagere dierenbak mits u een kleine veer wilt laten. Niet financieel gezien, want
deze vissen zijn niet duur, maar ik bedoel op het gebied van de kokerwormen, wan tjuist van die laatste zijn het ech te liefhebbers.
Het is alweer een tijd geleden dat ik over deze vis in gesprek raakte met een
verkoper van de dierenspeciaalzaak waar ik vaak even binnenloop. Het gesprek ging over deze vis, want die zou ik graag in mijn gemengde bak (aqua-
F ot o: L u c Vi at our ( htt p: //www.l u cni x. be)
– 24 –
Jaargang 24
rium gevuld met vissen en lagere dieren) willen zien zwemmen. De verkoper
was niet zo gecharmeerd van die gedachte, want ook hij – en deze man heeft bijzonder veel kennis op het gebied van zeedieren in huis – vertrouwde deze
vissen niet in een lagere dierenbak. Oké , maar als rechtgeaard liefhebber moet je toch eens wat uitproberen. Is het niet omdat je eigenwijs bent, dan kun je toch altijd zeggen dat je dingen moest uitproberen om erachter te kunnen komen wat er wel en wat er niet kan en/of er misschien wat aan gedaan kan worden om het probleem op te lossen.
Ik besloot dus uit ‘wetenschappelijk oogpunt' deze vis aan te schaffen, zodat
ik later onze medeliefhebbers ten dienste zou kunnen zijn met mijn opgedane ervaringen betreffende deze vis, gehouden in een lagere dierenbak. (Ik was na-
tuurlijk alleen maar eigenwijs en wilde de vis gewoon hebben.) Enfin, de vis
verhuisde naar mijn lagere dierenbak en na slechts enkele seconden, geen mi-
nuten of uren, maar inderdaad na enkele seconden begon onze hoofdpersoon al te eten. Dat is toch fantastisch nietwaar? (Een zeevis is niet te vergelijken
met een zoetwatervis als het gaat om overwennen en het aan het eten krijgen). Maar, ik had nog geen voer in de bak gedaan.
In mijn bak, en daar was ik best een beetje trots op, groeiden honderden kleine witte kokerwormpjes. De meeste zeeaquaristen kennen ze wel, die
kleine witte kokerwormpjes, die voornamelijk tussen en aan de achterkant van stenen groeien en zo een waar tapijt kunnen vormen. Nu waren ze bij mij,
omdat ik regelmatig gericht voerde, tamelijk groot geworden en hadden ver-
schillende exemplaren een kokerlengte van 2 à 3 cm met een doorsnede van
bijna een halve cm. Voor deze soort een respectabele afmeting. Ze groeiden zelfs aan de voorkant van de stenen. Ook groeiden prachtige rode exemplaren
in mijn bak. U begrijpt het al, van de driehonderendertien stuks, ik had ze de dag ervoor nog even geteld, werden het er driehonderdennegen, driehonder-
denacht, driehonderdenzeven, enz. Ja, dat was wel even slikken (en dat gold
niet alleen voor de vis in kwestie). Ik had ook nog een aantal kleine glasanemoontjes in beheer die waren ontsnapt aan mijn uitroeipogingen. Die ver-
dwenen ook zienderogen evenals mijn borstelwormen, waarvan ik er heel wat
had. Dit maakte natuurlijk weer een gedeelte goed. Helaas, de grotere exem-
plaren werden met rust gelaten. Nu werd ik zo langzamerhand toch wel een
beetje bang voor het voortbestaan van mijn overige lagere dieren. In mijn
februari 2009
– 25 –
aquarium groeien diverse softkoralen, sterpoliepen, oren, anemonen, le-
dergorgonen met grote en kleine poliepen en doopvontschelpen en . . . mijn
glasanemoontjes waren nu allemaal geconsumeerd. Gelukkig had de pincetvis
nu ook aardig de smaak te pakken van , , en krill. Zowel Artemia Tubifix Mysis levend als vanuit de diepvries. Deze hapjes bleken of smakelijker te zijn dan de aanwezige lagere dieren of vulden de maag zo goed dat er weinig behoefte
bestond aan verder eetgenot.
Het nut van die lange spitse bek was nu ook duidelijk geworden. Ook tussen de spleten en in de gaatjes leefden geen kleine borstelwormpjes, glasanemoon-
tjes en kokerwormpjes meer.
Tot op de dag van vandaag, nu bijna drie jaar lang, heeft onze pincetvis de overige lagere dieren met rust gelaten en ik durf nu te beweren dat deze vissen,
met uitzondering van kokerwormen en glasanemoontjes bij lagere dieren te
houden zijn. De poliepen van mijn gorgoontakken zijn door deze vis met rust
gelaten. Nu zegt het gedrag van een enkel exemplaar natuurlijk niet veel. Ik heb dan ook mijn ervaringen met deze vis bekend gemaakt aan de eigenaar
van JB De Dierenwinkel in Utrecht die toen ook zo'n pincetvis in zijn grote
showbak met lagere dieren liet zwemmen. Ook daar vertoonde de vis dezelfde
gedragingen als hierboven omschreven. Door wat navraag hier en daar bij de
liefhebbers bleken er veel mensen deze vis met hetzelfde resultaat te houden in een lagere dierenbak.
De gestreepte pincetvis is prima solitair te houden en laat de andere aquari-
umbewoners met rust, ook de op de pincetvis gelijkende vlindervissen worden na wat opgejaagd te zijn weer met rust gelaten. In de natuur (Indische en wes-
telijke Stille Oceaan) leven ze ook solitair en paarsgewijs. Wanneer ze goed eten − en dat doen ze vrij snel wanneer u met levend voer ( ) begint − Mysis
blijken het sterke dieren te zijn die het lang uithouden.
Wanneer u van plan bent om de gestreepte pincetvis aan te schaffen, raad ik wel aan om dit artikel nog eens goed te lezen. U dient er zich bewust van te zijn dat er altijd risico's blijven voor wat betreft het consumeren van sommige (steen)koraalsoorten en poliepen. De ene vis is nu eenmaal de andere niet.
Doordat ik zeewaterbakken voor o.a. bedrijven verzorg, ben ik in de gelegen-
heid ook in die bakken
– 26 –
Chelmon rostratus
uit te zetten. Inmiddels zwemmen
Jaargang 24
CO I FFU R E
G e n t s e st e e n we g 3 2 , Ko rt r i j k 056 21 36 89
TON Y D E CL E R CK AL L E VE R ZE KE R I N GE N D am kaai 6 b u s 2 8500 Kortri jk 056− 24. 38. 38 Fax: 056− 24. 38. 30
El ektri ci t ei t - s ani t ai r - mets el wer k en Do mi ni qu e Cal l ens
Nor man di estr a at 1 52 05 6/ 42 52 45
-
8 5 6 0 Wevel g e m 0474/ 22 11 1 5
B eki j k ook on ze we bsi t e: www. d o mi ni qu e- c al l ens. be
OPTIEK PIETERS
Gediplomeerde opticiens K. Elisabethlaan 60 8500 Kortrijk 056/3 5. 3 9. 96
Cor al Worl d i s ges peci al i s eer d i n " Ri fa quari sti ek"
J onge kor al en aa n s y mpathi eke pri j zen.
K wal i tei ts pr oducten. ( Geen ver koop va n vi ss en. )
i s geen kl assi eke wi nkel . We zi j n er voor u na afs pr a ak.
Br en g ons een bez oek en ma ak ken ni s met ons ei gen a quari u m en tec h ni ek. Fr ed dy De Gen dt Wil genstr a at 9 9 3 40 L ede tel . na 1 9. 00 u. : 05 3 80 2 8 9 8
www. c or al worl d. be
www. c or al worl d. eu
htt p: //fr ed dy. z ee water f or u m. or g/
hier en daar al flinke grote jongens zonder problemen tussen de lagere dieren.
Overigens, voor de gele pincetvis ( ) geldt in grote lijnen Forcipigerflavissimus hetzelfde en is mijns inziens net zo veilig bij lagere dieren te houden. Samengevat: De gestreepte pincetvis ( ) en de gele pincetvis Chelmon rostratus ( ) zijn vissen die bij lagere dieren gehouden kunnen worForcipigerflavissimus den. Er is wel een maar aan verbonden. Kokerwormen en glasanemonen
worden zonder pardon geconsumeerd. Dat heeft een voordeel. Ik zet de Chelmon regelmatig uit in bakken
met
een
glasanemonenplaag.
Chelmon helpt uitstekend de plaag te be-
De
strijden. Genoemde vissen worden in het
begin wel door o.a. de gele doktersvis ( Zebrasoma For ci pi ger fl avi ssi mus ) verjaagd. Dit kan ervoor zorgen dat het flavescens wennen aan de bak en voornamelijk het eten worden verhinderd. Het zijn
geen beginnersvissen. In het begin vaak moeilijk aan het eten te krijgen. Met
behulp van levende is dat meestal geen probleem. Ik zou u aanraden de Mysis vis in de quarantainebak eerst enkele dagen te laten eten, zodat ze zijn aangesterkt en gewend zijn aan het voedsel. Geen problemen met andere vissen.
Temperatuur: ongeveer 26 ˚ C Lengte: tot 20 cm.
Voorkomen: Ze komen voor op koraalriffen in de Indische en westelijke Stille Oceaan, solitair en paarsgewijs. De dieren zijn territoriaal. In het aquarium is
het houden van deze vissen als eenling uitstekend te doen.
Voedsel : vooral in het begin levend voedsel, bijvoorbeeld Later wordt diepvriesvoedsel ook geaccepteerd. Dé oplossing voor uw glasanemonenplaag.
februari 2009
Mysis
– 27 –
en
Tubifex
.
DE BL AU WE R OTSL E GU AAN
PET R OSAUR US T HAL ASSI NUS http://www.palmblad.nl/
Het schiereiland van Baja Ca-
lifornia is een droog en warm
gebied. Een landschap van rotsen en bergen, droog en stenig met een spaarzame,
nogal stekelige vegetatie. In dit
onherbergzame
gebied
leven de twee soorten van het
genus
Petrosaurus guanen.
; de rotsle-
In het noordelijk deel, tot op
het grondgebied van de Verenigde Staten, is dat
. In het Petrosaurus mearnsi zuiden, op de kaap en de eilanden daar in de buurt komt Petrosaurus thalasvoor. De laatste soort wordt met name in Duitsland regelmatig gesinus houden en nagekweekt. Het is een forse hagedissensoort, die er onder de juiste omstandigheden gehouden spectaculair uit kan zien.
De vrouwtjes zijn blauwgrijs met een blauwige kop en wat gele, oranje of rode
vlekken op het lijf. De mannetjes kunnen helemaal turquoise zijn of hemels-
blauw met oranje ogen en keelvlekken. Helaas hebben ze daar wel veel licht bij nodig, zodat die mooie kleuren onder terrariumomstandigheden meestal
achterwege blijven. In de vrije natuur leven deze dieren alleen op rotsen, waar
ze zich in spleten verschuilen en ook behendig hangend onder overhangende
rotsen langs weten te lopen.
Een terrarium voor deze dieren moet aan deze wensen tegemoetkomen. De
dieren bereiken een lichaamslengte van tegen de 1 5 centimeter en hebben daarom behoorlijk wat ruimte nodig. Verder veel klimruimte in de vorm van
– 28 –
Jaargang 24
‘rotswanden' en een droge en warme
omgeving met overdag temperaturen
tussen de 30 en 35 graden. De ver-
lichting moet behoorlijk intensief zijn en een groot uvb-aandeel bevat-
ten. Hoe meer licht, des te mooier de dieren worden. Onder een spot
mag de temperatuur plaatselijk op-
lopen tot ver boven de 40 graden. In de nacht willen de dieren een be-
hoorlijke afkoeling, tot ongeveer 22
graden. Met een beetje sproeien
wordt dan ook de luchtvochtigheid een stuk hoger.
Niet gewende dieren zijn erg zenuwachtig en kunnen als ze opgepakt worden hard en pijnlijk bijten. Ze kunnen een ploppend geluid maken als ze opge-
wonden zijn. Gewende dieren zijn levendig en nieuwsgierig en hoewel ze niet graag opgepakt worden, laten ze zich door de verzorger makkelijk manipuleren. Als ze worden beetgepakt, laten ze al snel hun staart vallen.
Als een echte woestijnbewoner eet deze hagedis alles wat maar als eetbaar zou kunnen gelden. Bloemen en bessen, groene kiemplantjes, maar ook allerlei in-
secten en zelfs andere hagedissen. Wat dat laatste betreft, doet hij niet echt
onder voor erkende kannibalen als de halsbandleguaan ( ). InCrotaphytus secten vormen de hoofdmoot en de rotsleguanen eten alle typen: van krekels
tot sprinkhanen, wasmotten en meelwormen tot zelfs fruitvlieg-
jes. Voedsel is meestal geen probleem, zeker niet met in gevan-
genschap gekweekte dieren. Ze hebben zelfs een speciale tech-
niek voor het vangen en eten van
bijen en wespen. Het enige pro-
bleem is dat de dieren ook mak-
kelijk te veel eten en dan mod-
Cr ot aphyt us c oll ari s
februari 2009
dervet worden. In de praktijk moeten aan het voedsel voor de
– 29 –
zekerheid nog wat extra vitaminen en mineralen worden toegevoegd. Wie veel
insecten voert en wat op de lampen bezuinigt, zal dat in ieder geval met een dagelijkse dosis vitamine D3 moeten compenseren.
Om tot voortplanting te komen moeten de dieren een rustperiode in de winter
meemaken. Ze reageren op het verminderen van het daglicht in duur en inten-
siteit door in rust te gaan. De dieren moeten gedurende twee maanden in een
daglengte van 8 à 9 uur zitten. Daarbij hoeft het een poosje niet zo heel warm
te worden. Tot net 20 graden overdag en een graad of vijftien in de nacht. De hagedissen zijn in die periode niet actief. Na deze rust, als de lichtduur en in-
tensiteit weer worden opgevoerd, gaat het mannetje het vrouwtje het hof maken en is daarbij nogal ruw in de omgang. Paringen vinden ook verticaal hangend aan de achterwand of zelfs op z'n kop hangend plaats. Drachtige
vrouwtjes vertonen grote, donkeroranje vlekken op hun lichaam. Het afzetten van de eieren gaat heel zorgvuldig. Het vrouwtje zoekt er typische hagedisssenlegplaatsen voor uit, zoals hoekjes met licht vochtig zand of een hoop
dode bladeren. Na de leg bedekt ze de eieren nauwkeurig, zodat bijna niet te
zien is waar ze begraven zijn. Desalniettemin jaagt ze andere hagedissen nog
een tijdlang van de legplek weg. De eieren moeten worden uitgebroed in een
licht vochtig substraat. Te veel vocht is dodelijk voor de embryo's. Na bijna
tien weken komen de eieren uit. Jonge dieren zijn bijna net zo gekleurd als de
ouders en kunnen op een soortgelijke manier worden verzorgd. De dieren zijn
binnen een jaar geslachtsrijp, maar dan nog niet uitgegroeid. Het is beter de
vrouwtjes het eerste jaar nog niet te laten leggen.
– 30 –
Jaargang 24
Ui t n odi gi n g al ge mene bij eenko mst vrij dag 27 f ebr u ari
Als we ons archief bekijken, dan is het minstens drie jaar geleden dat we op een vergadering bij Aquatropica nog iets over deze bij-
zondere soort tropische aquariumvissen hebben verteld. Cichliden zijn heel boeiende vissen. Wij gaan dan ook voor een heel bijzondere spreker!
Dieter Anseeuw, ex-lid van Aquatropica, heeft enkele jaren terug
een Malawi-onderzoek gedaan aan de KUL-AfricaMuseum-Inst
voor natuurwetenschappen. Nu is hij werkzaam aan de Katho. Hij kan over de cichliden uren vertellen.
Dieter zal zich wel beperken tot onze aquaristische bedoelingen,
maar zal ook vertellen wat hij weet uit wetenschappelijk en uit bio-
logisch oogpunt. Hoe je dat in je aquarium kan aanpassen en/of
waarnemen.
Als 1 5-jarige was hij er door gepassioneerd, nu kan hij er met veel liefde over vertellen. Het zijn zonder twijfel de mooiste tropische zoetwatervissen die, mits de juiste aanpassingen, juwelen zijn in je aquarium.
De verscheidenheid van het Malawi-, Tanganyika- en het Victoria-
meer zal zeker aan bod komen. We zijn er zeker van dat na zijn
verhaal er liefhebbers huiswaarts zullen keren die “cichlidenliefhebber” geworden zijn!
Wanneer? Vrijdag 27 februari om 20 uur. Vanaf 2 1 : 30 uur praatcafé over alles en nog wat van je hobby.
Waar? In ons lokaal De Klokke, dat ondertussen weer bereikbaar geworden is.
februari 2009
– 31 –
Voorzitter Paul Goddeeris Kasteelstraat cv 1 5 , 8500 Kortrijk
[email protected] Erevoorzitter Erik Vansteenkiste Langebrugstraat 4 bus 2 1 , 8500 Kortrijk
[email protected] Secretariaat Donald Samyn Korenbloemlaan 1 5 , 8500 Kortrijk 05 6 2 1 09 06
[email protected] Penningmeester-ledenadministratie Filip Willen Tolbeekstraat 1 1 , 85 60 Wevelgem 05 6 42 28 76
[email protected] Bankrekening Argenta: 979-62363 62-43
Jaargang 22 – Januari 200 7
Lidgeld 2009
Lidgeld: Lidgeld + Aquariumwereld:
Contactpersonen
Zoetwater Gerrit Plovie 05 6 40 24 56
[email protected] Free Devos 05 6 44 48 1 6
[email protected] Zeewater Joachim Maes
[email protected] Vijvers Gilbert Lapere 05 6 35 84 1 9
[email protected] Terrarium Geert Vandromme 05 6 7 1 82 07
[email protected] Verzending Kees Snoeren 05 1 30 47 0 1
[email protected] Verantwoordelijke uitgever Martin Byttebier 056 77 59 27
[email protected]
De uitgever is niet veran twoordelijk voor de inhoud van de advertenties.
– 32 –
Redactie
Hoofdredactie Martin Byttebier 05 6 77 59 27
[email protected] Redactiemedewerkers Jan Algoed 05 6 2 1 90 74
[email protected] Donald Samyn 05 6 2 1 09 06
[email protected]
Webpagina http://www.aquatropica.be
Lokaal "De Klokke" Boudewijn IX-laan 2, 8500 Kortrijk 056 2 1 79 90
[email protected] http://www.deklokkeathene.be
Jaargang 24
€ 22,€ 32,-
Mari o Woll eghe m F F F
Vijve rs i n po lyeste r m et g l asveze l
Kl e i n h an d e l aq u ari u m- e n vijve rm ate ri aal H o ut voo r i n d e tu i n : tu i n h u i ze n carpo rts
h o ute n afsl u iti n g e n h o ute n te rrasse n
Pe l i kaan straat 1
8 8 3 0 H oog l ed e
te l . : 0 5 1 24 0 6 73 fax: 0 5 1 2 1 1 1 24
g sm : 0 4 9 5 42 1 1 5 3
e-m ai l : m ari o-wo l l eg h e m@tiscal i . be
we b p ag i n a: www. m ari o-tu i n d eco rati e . be
De speci al ist i n d e stree k voo r
TRO P I S C H E AQ UAR IA & WATE R P LANTE N S l u iti n g sd ag : d i n sd ag
N O O R DST RAAT 2 7, 8 5 0 0 KO RTR IJ K te l : 0 5 6-3 6 . 0 9 . 9 5 http ://www. aq u ari u m ce nte r. be i nfo@aq u ari u m ce nte r. be